Programma Energie 2012-2015
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
Bi
Po w & er P e) de B n e n al r o d an u r o to c i c tio (G Ro ng n as G Onderzoek & Onderwijs
oB
as ed e En rg y
En D er ec gi en es tr ys a l e te m en
Groen gas - 50 mjn m3 Groen Gas - 2 hubs - Handelsplatform in bedrijf
Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 17 juli 2012
Programma Energie 2012-2015
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. Aanleiding 5 1.2. Afbakening 5 1.3. Leeswijzer 7 2. Uitgangssituatie 9 2.1. Het Speelveld 10 13 3. Doel en eindresultaat 13 3.1. Doelstelling 13 3.2. Eindresultaat 4. Activiteiten, rollen en resultaten 15 4.1. Inleiding 15 4.2. Projecten en activiteiten voortvloeiend uit de GDNNL 16 4.2.1. Woodspirit 17 4.2.2. Sugar BV, Suikerunie 18 4.2.3. Groen Gas Handelsplatform 19 4.2.4. Groen Gas Vereffeningsfonds 20 4.3. Projecten en activiteiten voortvloeiend uit het Actieplan Biomassa 21 2007-2011 4.3.1. Haalbaarheidstudies algemeen 21 4.3.2. Oogstbaar landschap Oldambt (nog in conceptfase) 22 4.4. Projecten en activiteiten voortvloeiend uit de uitrol van 22 EnergieTransitieParken 4.4.1. Nutriëntenpark Veendam 23 4.4.2. ETP Europapark 24 4.4.3. ETP Eemsdelta/Eemsdelta Green 25 4.4.4. Warmtenet Hoogezand–Sappermeer 26 4.5. Flankerende / voorwaarde scheppende activiteiten en projecten 27 4.5.1. SDE Lobbydossier 27 4.5.2. Lobby digestaatproblematiek en gebruik van 28 co-vergistingsproducten 4.5.3. Optimalisatie ruimtelijke inpassing vergistingsinstallaties 29 4.6. Projectontwikkeling 30 4.6.1. Ontwikkelen EU project(en) 30 4.6.2. Projectontwikkeling/verwerving algemeen 31 4.7. Overige projecten en activiteiten 32 4.7.1. Bijdragen aan IPO werkgroep energietransitie 32 4.7.2. DWA CO2 registratie 32 5. Planning 6. Budget & Capaciteit
33
7. Monitoring & Evaluatie
34
8. Communicatie
34
33
Programma Energie 2012-2015
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
1.
Inleiding
1.1.
Aanleiding
Op 8 februari 2012 is het programma Energie 2012-2015 door Provinciale Staten vastgesteld. In het programma Energie 2012-2015 worden vijf programmalijnen onderscheiden: 1. Programma management, randvoorwaarden en organisatie, waaronder project verwerving energie; 2. Power Production en Balancing; 3. Slimme decentrale energiesystemen; 4. BioBased Energy en Groene Gasrotonde; 5. Onderzoek en onderwijs / Internationalisering. In het kader van het programma Energie 2012-2015 wordt voor een groot aantal projecten een projectplan opgesteld. Dit projectplan geeft invulling aan de programmalijn BioBased Energy en Groene Gasrotonde. Het projectplan BioBased Energy & Groen Gas (BBE/GG) geeft sturing aan de uitvoering van de werkzaamheden voor deze onderwerpen en biedt een overzicht van de mensen en middelen die daarvoor beschikbaar zijn.
1.2.
Afbakening
De programmalijn BioBased Energy en Groene Gasrotonde bestaat uit drie deelprojecten: 1. BioBased Energy / Groene Gasrotonde; 2. Interreg Groen Gas; 3. Voertuigenplan 2. Alleen het eerste project wordt in dit projectplan uitgewerkt, de andere twee onderwerpen maken geen onderdeel uit van dit projectplan. Voor het Interreg Groen Gas project is reeds een projectplan beschikbaar. Voor het Voertuigenplan 2 wordt nog een projectplan opgesteld. Het projectplan BBE/GG geeft ook invulling aan het onderwerp “projectverwerving energie” uit programmalijn 1. Er wordt daarom geen apart projectplan voor projectverwerving energie opgesteld. Het gaat hierbij om het gedurende de programmaperiode realiseren van tenminste 40 energiegerelateerde (dus mogelijk ook breder dan BioBased Energy & Groen Gas) economische projecten. BioBased Energy maakt onderdeel uit van de BioBased Economy. In dit projectplan zal alleen aan het onderdeel BioBased Energy inhoud worden gegeven, het overige gedeelte (niet-energie deel) van de BioBased Economy valt onder verantwoordelijkheid van de projectleider BioBased Economy van de afdeling Economische Zaken en Projectfinanciering. Figuur 1 laat het onderscheid zien tussen BioBased Society, BioBased Economy en BioBased Energy.
5
Programma Energie 2012-2015
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
1.3.
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt de uitgangssituatie geschetst, waarom energie en met name (groen) gas een zeer belangrijke rol spelen in onze regio en welke rol de regio speelt in de ontwikkeling naar een BioBased Economy en uiteindelijk een BioBased Society. De paragraaf “Het speelveld”, beschrijft met welke belangrijke projecten, plannen, programma’s dit projectplan raakvlakken heeft en met welke organisaties. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de doelstelling uit het energie programma herhaald en meer specifiek de doelstelling van dit projectplan. Op deze pagina staat welke resultaten we specifiek met de uitvoering van dit projectplan willen behalen. Hoofdstuk 4 is het belangrijkste hoofdstuk van dit document, daarin wordt aangegeven wat we de komende vier jaar gaan doen en wat onze rol daarbij is. Er is een aantal hoofdactiviteiten te definiëren dat te herleiden is uit reeds gemaakte afspraken of plannen, zoals de Green Deal Noord Nederland, maar ook uit de evaluatie van het Actieplan Biomassa 2007-2011, het programma dat in 2011 een zeer positieve beoordeling kreeg. Vervolgens komt een aantal flankerende activiteiten aan bod, zoals lobbyactiviteiten. Ook kijken we naar de toekomst en geven aan pro-actief te willen inspelen op kansen. Per project is aangegeven, wat onze rol is, welke bijdrage wij kunnen leveren, wat onze inzet is qua uren en budget en wanneer het project speelt. Hoofdstuk 5 bespreekt de overall planning gevolgd door hoofdstuk 6, de overall capaciteit en het beschikbare budget. Het projectplan wordt afgesloten met de hoofdstukken 7 “Monitoring en evaluatie” en 8 "Communicatie". Fig 1 Onderscheid BioBased Society, Economy en Energy BioBased Energy: Daar waar groene grondstoffen gebruikt worden om energie mee op te wekken spreekt men van BioBased Energy, ook wel groene energie genoemd. Bijvoorbeeld groen gas. Soms wordt biomassa speciaal voor energieproductie gekweekt, maar vaak worden laagwaardigere reststromen gebruikt om energie van te maken. BioBased Economy: In een BioBased Economy vervangt biomassa een deel van de aardolie in de productie van specifieke grondstoffen en worden planten gebruikt om hoogwaardige chemische producten te maken, zoals plastics. De transitie naar een BioBased Economy vraagt om fysieke infrastructurele en logistieke aanpassingen. In een BioBased Economy zijn kringlopen zo veel mogelijk gesloten. BioBased Society: De transitie naar een BioBased Economy behelst niet alleen het ontwikkelen van nieuwe technologieën, maar ook een discussie over maatschappelijke en ethische vraagstukken. In een BioBased Society is de vergroening maatschappelijk gedreven en is deze maatschappij volledig ingericht voor een BioBased Economy. Waarde Piramide: Biomassa kan direct ingezet worden om energie mee op te wekken, maar bovenstaande waarde piramide laat zien dat het zinvol kan zijn om eerst hoogwaardige producten ervan te maken en de laagwaardige reststromen in te zetten voor energieproductie.
6
7
Programma Energie 2012-2015
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
2.
Uitgangssituatie
Het Noorden heeft een sterk biomassacluster met grote agro-industrieën (suiker, papier/ karton, zuivel, aardappelverwerking) en afvalverwerkende industrieën. Dit cluster is actief met de ontwikkeling van bio-energie, waaronder groen gas, maar ook biodiesel, biomethanol, biocoal en aquatische biomassa (algen en kroos). Hiermee kent de regio een sterk groeiende productie en verwerkingsindustrie als fundament om de rol van biomassa voor een duurzame economie uit te bouwen en op een aantal deelonderwerpen voorop te lopen in Europa. Daarnaast heeft de regio met de havens Eemshaven en Delfzijl twee uitstekende aanvoerlocaties en profiteert de regio van de bijbehorende expertise op het gebied van logistiek. Deze meerwaarde is belangrijk voor de realisatie van een BioBased Economy en uiteindelijk een BioBased Society. In de zomer van 2011 is de Eemsdelta regio benoemd tot “Energy Port” door het ministerie van I&M. Het gebied wordt in de rijksnota “Ruimte voor Nederland” gerekend tot een van de zeven belangrijkste economische regio’s voor de toekomst. De Energy Port is het gebied waar substantiële hoeveelheden (duurzame) energie wordt geproduceerd, vanaf 2015 een derde van de totale elektriciteitsproductie van Nederland. Bovendien zijn Noord Nederland en Groningen zijn koploper op het gebied van biomassa conversie. Deze positie willen wij behouden en uitbouwen. Naast energieproductie worden in de Energy Port ook substantiële hoeveelheden energie aan- en ingevoerd, dan gaat het niet alleen om elektriciteit, zoals via de NorNed-kabel, maar ook om gas. Noord-Nederland vervult een sleutelpositie als logistiek knooppunt voor opslag en transport van gasstromen in Noordwest-Europa. Diverse gasstromen komen hier samen, worden opgeslagen en verder getransporteerd naar klanten elders. Noord-Nederland bevindt zich in het hart van deze gasrotonde met de aanwezige gasvelden, ondergrondse gasopslag, centrale ligging in de nationale en Europese gasinfrastructuur en de concentratie van kennis en bedrijven in de gaswaardeketen. Aardgas is daarbij als schoonste fossiele brandstof niet alleen cruciaal voor de voorzieningszekerheid maar aardgas is ook een belangrijke drager voor de transitie naar een duurzame energievoorziening. Zowel om flexibiliteit te bieden voor energie uit zon en wind (balancering van niet constante opwekking), als ook via grootschalige vergroening van de gasstromen zelf. De positie van aardgas wordt dus steeds belangrijker, gezien de rol van (aard)gas als transitiebrandstof. Tevens is het een volwaardig alternatief voor steenkool en nucleaire energie in de nieuwe Duitse energiearchitectuur. Vergroening van de gaskolom creëert nieuwe kansen voor marktpartijenpartijen als Omrin, Attero, Suiker Unie en andere agro- en afvalindustrieën, voor de maakindustrie die nieuwe producten en diensten ontwikkelt (BioLNG, gaskoeling, mobiliteit, etc.) en voor netbeheerders (Gasunie en Enexis). Om de rol en het imago van gas als transitiebrandstof te versterken, moet het gascluster verder worden uitgebouwd. Dit vergt meer organisatiekracht en een sterke interactie tussen de traditionele gaskennis en bedrijven enerzijds, en innovatieve, duurzame ontwikkelingen anderzijds.
9
Programma Energie 2012-2015
Een belangrijk onderdeel van het concept (groene) gasrotonde betreft de productie, distributie en toepassing van biogas en groen gas. Noord-Nederland is in potentie internationaal topspeler waar het gaat om grootschalige productie en uitrol van groen gas. Redenen hiervoor zijn de aanwezigheid van strategische Europese gasspelers zoals Gasunie, GasTerra en NAM, het feit dat het MKB in Noord-Nederland goed is aangesloten en ook de grote hoeveelheid kennis en ervaring in de regio. 2.1. Het Speelveld Dit projectplan heeft nadrukkelijk raakvlakken met de volgende nationale, Noord Nederlandse of provinciale programma’s plannen, projecten, beleidslijnen en instanties: Nationaal -Topsectorenbeleid -Stichting Groen Gas Nederland
Noord Nederlands -Energy Valley fase IV -Green Deal Noord Nederland -Green Gas Green Deal -Agrodeal -SNN Taskforce Groen Gas -Interreg project Groen Gas
Provinciaal -Voertuigenplan 2
Nationaal Topsectorenbeleid Energie is als topsector benoemd in het nationale economische beleid. Daarbinnen wordt de komende jaren stevig ingezet op scholing, kennis en onderzoek, buitenlandbeleid, duurzaamheid en sectorale randvoorwaarden, met als doel het verstevigen van de concurrentiepositie van Nederland. Via Innovatiecontracten wil het Rijk maatregelen treffen en geld beschikbaar stellen. Innovatiecontracten zijn afspraken tussen bedrijven, kennisinstellingen en de Rijksoverheid. Vanuit Noord Nederland en met name vanuit Energy Valley is stevig ingezet op vijf Innovatiecontracten, waaronder twee voor dit projectplan relevante thema’s: Bio-energie en Groen Gas. Het thema groen gas wordt hoog gewaardeerd door het regie- en topteam op zowel CO2-impact als verdienvermogen. Het totaal aan ingediende commitments overschrijdt het beschikbaar gestelde budget. Dat betekent dat de ingediende commitments, ingediend onder de voorwaarde dat ook innovatiefinanciering zou worden verkregen, nu opnieuw uitonderhandeld moeten worden. Hetzelfde geldt voor het thema Bio-energie, dat nu onderdeel is geworden van de TKI BioBased Economy. Over de inzet van de te verdelen middelen over de verschillende ingediende projecten, is nog discussie. Bij de uitvoering van het projectplan BBE/GG zal gekeken worden op welke manier we het beste kunnen bijdragen aan de projecten die uiteindelijk ten uitvoer worden gebracht binnen de innovatiecontracten Groen Gas en BioBased Economy, en die van belang zijn voor de provincie Groningen. Stichting Groen Gas Nederland (GGNL) GGNL is een tijdelijke projectorganisatie waarin marktpartijen breed vertegenwoordigd zijn. Het is een landelijk werkende organisatie die alle ervaringskennis op het gebied van groen gas bundelt en vervolgens doelgroepgericht verspreidt. Zij zet zich in voor het versnellen van het daadwerkelijk in productie komen van installaties en realisatie van projecten. Er is afgesproken dat GGNL zich niet bezig houdt met lobby activiteiten. De Provincie Groningen overweegt nog om als partner toe te treden tot GGNL.
10
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
Noord Nederlands Energy Valley fase IV Onder de naam Energy Valley positioneert Noord-Nederland zich al bijna 10 jaar als dé energieregio van Nederland. De drijvende kracht hierachter is de stichting Energy Valley, een netwerkorganisatie met publieke en private partners die invulling geeft aan de regionale groeikansen van de energiesector. De stichting Energy Valley verbindt een zeer groot aantal bedrijven, overheden en kennisinstellingen met elkaar die allemaal bijdragen aan versterking van de noordelijke positie als Energieregio en/of de transitie naar een duurzame energiehuishouding. De stichting is daarmee een intermediaire partij die door haar kennis en positie in staat is om projecten te versnellen, kennisuitwisseling te bevorderen en de noordelijke energieregio te versterken. Het uitvoeringsprogramma van de stichting Energy Valley (fase IV), heeft een sterke relatie met de Green Deal Noord-Nederland en ook met ons programma Energie. Energy Valley fungeert als natuurlijke partner bij de uitvoering van dit projectplan. Green Deal Noord Nederland De Green Deal Noord-Nederland (GDNNL) en het bijbehorende uitvoeringsprogramma vormen een samenwerkingsovereenkomst tussen Rijk en Regio, waarin op de volgende strategische pijlers afspraken zijn gemaakt: • Groene Gasrotonde / BioBased Economy; • Elektriciteitsproductie & -Balancering / Slimme Decentrale Energiesystemen; • Energieonderzoek & -Onderwijs / Internationale Samenwerking; • Organisatorische samenwerking. Deze pijlers zijn ‘gevuld’ met zo’n 50 verschillende projecten. Dit projectplan geeft invulling aan de afspraken die gemaakt zijn onder de eerste pijler Groene Gasrotonde / BioBased Economy en waar de provincie Groningen een bijdrage aan kan leveren, of waarin de provincie Groningen een duidelijke rol heeft. Green Gas Green Deal De Green Deal Noord Nederland maakt onderdeel uit van de Green Gas Green Deal. Hierin hebben meer dan 30 organisaties zich verenigd om gezamenlijk er voor te zorgen dat de groen gas productiecapaciteit de komende 15 jaar tweemaal vertienvoudigd wordt. Van 30 MNm³ in 2011 naar 300 MNm³ in 2014 en vervolgens naar 3 GNm³ in 2025. Agrodeal In navolging van de GDNNL, willen de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen samen met stakeholders uit bedrijfsleven (zowel grote bedrijven als MKB), onderzoeks- en onderwijsinstellingen, maatschappelijke organisaties en de Rijksoverheid (in eerste instantie het Ministerie van EL&I) komen tot een “Agrodeal Noord-Nederland”. Deze Agrodeal heeft als doel, middels een beperkt aantal gezamenlijke speerpunten met achterliggende concrete innovatieve projecten, om tot een duurzame agro-food sector en groene economie te komen. Deze nog op te stellen Agrodeal wordt gezien als een van de middelen om de doelstelling van dit projectplan te bereiken. Projecten die uit de Agrodeal resulteren en die een relatie hebben met bio-energie kunnen wellicht (deels) gefinancierd worden uit dit projectplan. Andersom kan de Agrodeal ook als paraplu dienen voor een aantal projecten genoemd in dit projectplan.
11
Programma Energie 2012-2015
SNN Taskforce Groen Gas De Taskforce Groen Gas is ontstaan als een tijdelijk verlengstuk van het portefeuillehouderoverleg Energie & Klimaat en is samengesteld uit publieke en private partijen. De Taskforce Groen Gas is in het leven geroepen om de juiste randvoorwaarden voor grootschalige groen gas productie en de ontwikkeling van een groen gas industrie, met daarbij behorende werkgelegenheid, in de Energy Valley regio te realiseren. De Taskforce is ingericht met een viertal werkgroepen, die langs de volgende themalijnen de strategie voor grootschalige groen gasproductie in Noord-Nederland uit gaat werken: markt, infrastructuur, kennis en financiering. De Taskforce Groen Gas is ook belast met lobby activiteiten.
Interreg project Groen Gas Op 12 april 2012 heeft de provincie Drenthe als Lead Partner de beschikkingsbrief ontvangen voor het Interreg Groen Gas project. Dit project heeft als doel om in de periode 2012- 2014 achttien samenwerkingsprojecten te ontwikkelen. Dit zijn projecten waarbinnen projectpartners kennis delen, activiteiten uitvoeren en netwerken opbouwen, en zich richten op de gehele productieketen van (groen) gas. Bij de uitvoering van dit projectplan BBE/GG wordt nadrukkelijk aansluiting gezocht bij het Interreg project. Wellicht dat uitgevoerde haalbaarheidsstudies kunnen leiden tot een project dat in het Interreg project ondergebracht kan worden.
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
3.
Doel en eindresultaat
3.1.
Doelstelling
Hoofddoelstelling van dit project kan worden afgeleid van het hoofddoel van het Energieprogramma 2012-2015: Het leveren van een bijdrage aan de energietransitie en economische structuurversterking door de uitbouw van het (duurzame) energiecluster en het versnellen van decentrale en duurzame energieopwekking (“groene groei”). Daarnaast willen we met de uitvoering van het projectplan BBE/GG bijdragen aan • Het versnellen van productie biogas/groen gas; • Het behouden van de voorloper positie op het gebied van conversie van niet vergistbare biomassastromen en daarmee; • Het versnellen van de totstandkoming van de BioBased Economy en de BioBased Society. • Het realiseren van tenminste 40 energiegerelateerde (dus mogelijk ook breder dan BioBased Energy & Groen Gas) economische projecten.
Provinciaal Energieprogramma Voertuigenplan 2 Het 100.000 voertuigenplan kende een focus op rijden op groen gas en elektrische voertuigen. Vanuit het nog op te stellen vervolg op het 100.000 voertuigenplan ligt er mogelijk een relatie binnen het thema transitie naar biobrandstoffen voor transport zoals groen gas en andere biobrandstoffen als biomethanol.
3.2.
Eindresultaat
In het programma Energie 2012-2015 staan voor de programmalijn BioBased Energy en Groene Gasrotonde de volgende resultaten genoemd: • In de provincie Groningen wordt jaarlijks 50mjn m3 groen gas geproduceerd; (Dit is het Groningse deel van de Noordelijke doelstelling van 200 mjn m3 Groen Gas) • In de provincie Groningen worden 2 Groen Gas hubs gerealiseerd; • In Noord Nederland is een handelsplatform voor Groen Gas in bedrijf. Om deze ambities te realiseren wordt vanuit dit projectplan een aantal concreet te behalen resultaten benoemd. Daarbij zij we ons bewust van de strategie en rol die we als provincie hebben. Onze strategie is het leveren van gerichte ondersteuning in de vorm van lobby, menskracht, middelen, beleid, communicatie en regulering) aan plannen en projecten die bijdragen aan de energietransitie en economische structuurversterking. Dit doen we vanuit de rollen zoals in het POP omschreven: regisserend, ontwikkelend, faciliterend en beschermend waarbij binnen dit projectplan de nadruk ligt op de eerste drie rollen. Meer specifiek richt dit projectplan zich op het realiseren van de volgende resultaten: (De resultaten zijn geordend naar mate van invloed die de provincie heeft op het resultaat) Provincie regisseert: • Een transparant en toegankelijk marktsysteem voor de handel in op Groen Gas / biogas gebaseerde certificaten (voor Noord Nederland). • Een instrumentarium waarmee Groen Gas projecten gerealiseerd kunnen worden die door de markt gefinancierd worden in plaats van door de overheid.
12
13
Programma Energie 2012-2015
Provincie faciliteert: • Het Rijk voorziet het project Woodspirit van diplomatieke steun richting Brussel in het NER 300 besluitvormingsproces en zet zich in voor de juiste implementatie van de Europese richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen, oftewel de Renewable Energy Directive (RED, 2009/28/EG); • Realisatie van een herbeschikking van € 3 miljoen Rijksbijdrage via projectwijziging van de eerdere BSRI-beschikking; • 20 haalbaarheidsstudies/business cases ge-cofinancierd; • In de provincie Groningen ontwikkelt het sterke netwerk (MKB) op het gebied van Groen Gas zich verder; • Bundeling van ketenpartijen en -kennis o.m. via kennisprogramma's (w.o. Taskforce Groen Gas, Koers Noord-project Groen Gas, Flexigas, EdGar, Interreg-project \ Groen Gas, Groen GasNL) zodat initiatieven beter van de grond komen én van elkaar kunnen leren; • Succesvolle uitrol EnergieTransitieParken; • Een nog beter geëquipeerde SDE regeling met een optimaal vergunningsproces; • Randvoorwaarden zoals ruimtelijke inpasbaarheid, heldere regelgeving en financiële stimuleringsregelingen om grootschalige productie van (Groen) Gas te realiseren en de hieraan gekoppelde bedrijvigheid in onze regio te stimuleren zijn aanwezig; • De provincie biedt fysieke en planologische ruimte voor productie (gerelateerde activi- teiten) van (Groen) Gas en Groen gas Hubs; • Noord-Nederland is voorloper op het gebied van biomassa conversie; • Meer aanspraak maken op Europese middelen en meer grensoverschrijdend samen te werken; • Positieve lijst van co-vergistingsproducten uitgebreid met daarnaast de regulering van een alternatieve systematiek; • EU erkenning van groene kunstmest.
14
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
Activiteiten, rollen en resultaten 4.
4.1.
Inleiding
Om de in het vorige hoofdstuk gestelde doelen en resultaten te verwezenlijken, moeten er acties en projecten worden uitgevoerd. Deze acties worden afgeleid uit de volgende achter liggende programma's en plannen: de Green Deal Noord Nederland, een vervolg op het Actieplan Biomassa 2007-2011 en de uitrol van EnergieTransitieParken. Dat gebeurt in de paragrafen 4.2, 4.3 en 4.4. Daarnaast wordt in paragraaf 4.5 een aantal flankerende activi- teiten gepresenteerd in de voorwaarde scheppende sfeer, zoals lobby, die ook in belangrijke mate bijdragen aan het behalen van de doelstelling van dit projectplan. Tot slot wordt in paragraaf 4.6 kort ingegaan op de activiteiten n projecten die nu nog niet te voorzien zijn, maar waarmee we pro-actief in willen spelen op de kansen die zich voordoen om onze doelstellingen te realiseren.
In dit hoofdstuk worden per project de volgende onderdelen beschreven: • Context: achtergrond van het project; • Resultaat: beoogde resultaat van het project; • Werkzaamheden: activiteiten die binnen het project worden uitgevoerd; • Startdatum en doorlooptijd: geplande datum dat het project start en de verwachte doorlooptijd ervan; • Planja(a)r(en): jaren dat het project loopt; • Externe kosten: inschatting van de 'out of pocket' kosten; • Uren intern: inschatting van het aantal interne uren die aan het project worden besteed; • Projectpartners: partijen met wie het project opgepakt zal worden; • Communicatie kansen: zoals persberichten, -momenten, bestuurlijke optredens.
Samenwerking Natuurlijk acteren wij in deze niet alleen. Wij zijn maar één van de vele spelers binnen het energie domein. Bij projectverwerving en -ontwikkeling op het gebied van Groen Gas en BioBased Energy werken we nauw samen met de Stichting Energy Valley. Daarnaast werken we samen met Dienst Landelijk Gebied, LTO Noord, NOM, TCNN, de andere provincies in de Energy Valley regio (Fryslân, Drenthe, en Noord-Holland) en de gemeentes binnen de provincie en met name de stad Groningen. De belangrijkste partners zijn natuurlijk de bedrijven en kennisinstellingen die de projecten daadwerkelijk uitvoeren.
15
Programma Energie 2012-2015
Rol Wij vervullen over het algemeen een bestuurlijke rol en faciliteren en organiseren activiteiten, de overige partijen hebben meer een uitvoerende rol. Ook spelen wij in financiële zin een rol bij projecten, omdat we deze middels subsidies -en in de toekomst waarschijnlijk met nieuw te ontwikkelen financieringsinstrumenten zoals revolverende fondsen- kunnen ondersteunen. Verder kunnen we ook als partner meedraaien in de uitvoering van een project. Resultaat De provincie is bij de meeste projecten slechts een van de spelers in het energiedomein: samenwerking staat voorop. Daarom moeten we ons realiseren dat we, weliswaar afhankelijk van de rol die we binnen een project of activiteit spelen, zelden als enige verantwoordelijk zijn voor het eindresultaat.
4.2.
Projecten en activiteiten voortvloeiend uit de GDNNL
De Green Deal Noord-Nederland (GDNNL) en het bijbehorende uitvoeringsprogramma vormen een samenwerkingsovereenkomst, waarin Rijk en regio op 4 strategische pijlers afspraken zijn gemaakt: • Groene Gasrotonde / BioBased Economy; • Elektriciteitsproductie & -Balancering / Slimme Decentrale Energiesystemen; • Energieonderzoek & -Onderwijs / Internationale Samenwerking; • Organisatorische samenwerking. Dit projectplan geeft invulling aan de afspraken die gemaakt zijn onder de eerste pijler Groene Gasrotonde / BioBased Economy en waar de provincie Groningen een bijdrage aan kan leveren, of waarin de provincie Groningen een duidelijke rol heeft. Daarbij gaat het specifiek om vier projecten:
16
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
4.2.1. Woodspirit Context
Dankzij dit project kan Nederland één van de grootste producen- ten van biomethanol ter wereld worden. Een nog te bouwen innovatieve biomethanolfabriek (de grootste in zijn soort) in Delfzijl-Farmsum zal jaarlijks meer dan 1 miljard m3 groen syn- gas produceren, door het drogen, torreficeren (een manier van verkolen) en vergassen van hout uit onder andere Canada en Scandinavië. Met dat groene syngas kan zo’n 500 miljoen liter biobrandstof gemaakt worden. Totale investeringsbedrag is ongeveer €700 miljoen. Voor dit project is een Europese sub- sidie van €350 miljoen aangevraagd bij de Europese Investeringsbank, middels de NER300 regeling. Een consortium, bestaande uit BioMCN, Siemens, Visser&Smit Hanab, Linde en NOM, is gestart met de engineeringvoorbereidingen voor de bouw van de fabriek en voor de uitvoering van het demonstratieproject bij BioMCN.
Resultaat
Het Rijk voorziet het project van diplomatieke steun richting Brussel in het NER 300 besluitvormingsproces en zet zich in voor de juiste implementatie van de Europese richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen, oftewel de Renewable Energy Directive (RED, 2009/28/EG).
Rol provincie
Faciliteren
Werkzaamheden
• Meefinancieren Koers Noord Tender project als voorbereiding op NER300 aanvraag; • Voeren lobby; • Deelnemen in begeleidingsgroep die regelmatig vergadert met ministerie van EL&I; • Inschakelen liaison in Brussel daar waar opportuun. Het zwaartepunt van de werkzaamheden zal voor award deci- sion liggen, daarna blijven we betrokken en beschikbaar.
Startdatum en looptijd 2012 - 2015 De NER300 award decision is gepland in Q4 2012. De fabriek dient in 2015 operationeel te zijn. Planjaren
2012 - 2015
Externe kosten
€0
Uren intern
80 uur in 2012 20 per jaar in 2013, 2014, 2015
Projectpartners
BioMCN, Siemens, Visser&Smit Hanab, Linde, NOM, Stichting Energy Valley en Ministerie van EL&I
Communicatie kansen
Als Woodspirit de NER 300 subsidie toegewezen krijgt, zullen daar ook zeker voor de provincie persmomenten gecreëerd wor- den. Deze fabriek zal de grootste in zijn soort en potentieel wereldnieuws worden.
17
Programma Energie 2012-2015
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
4.2.2. Sugar BV, Suikerunie
4.2.3. Groen Gas Handelsplatform
Context
De capaciteitsuitbreiding en flexibilisering van Suikerunie op de Vierverlaten locatie. Het project bestaat uit een capaciteitstoename van de suikerbie- tenverwerking van 21.500 ton/dag naar 25.000 ton/dag. Parallel wordt de campagneperiode verlengd van 135 dagen naar 150 dagen. Ook wordt er geïnvesteerd in de bouw van grote diksaptanks. Deze uitbreiding zorgt er voor dat Suikerunie minimaal 30 mil- joen Nm3 groen gas per jaar kan produceren.
Resultaat
Realisatie van een herbeschikking van € 3 miljoen Rijksbijdrage via projectwijziging van de eerdere BSRI-beschikking.
Context
Dit project beoogt het op- en inrichten van een transparante en toegankelijke marktplaats voor de handel in hernieuwbare energiecertificaten (handelsplatform). De focus ligt op het ver- handelen van biogas-/Groen Gas gerelateerde certificaten (bio-tickets). Een transparante en toegankelijke handelsplaats kan zorg dragen voor een goede prijsvorming en biedt biogas-/ groen gas producenten de kans om hun verhandelbare certifica- ten zelfstandig en tegen de juiste prijs te verwaarden. Het Rijk draagt maximaal €250.000 (op basis van 50/50 Rijk-Re- gio) bij aan de opzet van dit handelsplatform, rekening houdend met de wettelijke kaders en staatssteunaspecten.
Rol provincie
Faciliteren
Werkzaamheden
Ondersteunen van Suikerunie en Energy Valley bij het onderhan- delen met het ministerie. Daar waar nodig bestuurlijke druk uitoefenen.
Resultaat
Een transparant en toegankelijk marktsysteem voor de handel in op Groen Gas / biogas gebaseerde certificaten (voor Noord Nederland).
Rol provincie
Faciliteren/regisseren
Werkzaamheden
• Samen met de andere EV provincies en met Energy Valley een onderzoeksopdracht formuleren; • De opdracht aanbesteden; • Gezamenlijk op 50/50 basis (Rijk-Regio) meefinancieren; • Daarnaast als “observing partner” meedraaien in een Euro- pees project dat de haalbaarheid van een Europees handelsplatform onderzoekt. De uitkomsten van dit onderzoek meenemen in het proces om te komen tot een Noord Nederlandse variant.
Startdatum en looptijd Q1 2012 – Q3 2012 Planjaren
2012
Externe kosten
€0
Uren intern
30 uur
Projectpartners
Suikerunie, Stichting Energy Valley en Ministerie van EL&I
Communicatie kansen Bestuurlijk optreden mogelijk bij einde bouw.
Startdatum en looptijd Q3 2012 - 2015 Planjaren
2012, 2013, 2014, 2015
Externe kosten
€65.000,-
Uren intern
100 uur in 2012 - 2014, 50 uur in 2015
Projectpartners
Stichting Energy Valley, EV provincies, Stad Groningen
Communicatie kansen Bij oprichting Platform bestuurlijk optreden mogelijk, in aanloop er naar toe persmomenten. Verwachting is dat dit eind 2013, begin 2014 zal zijn.
18
19
Programma Energie 2012-2015
4.2.4. Groen Gas Vereffeningsfonds Context
Groen Gas kan een bijdrage leveren aan de bijmengverplichting voor transportbrandstoffen waardoor in de keten extra waarde wordt gecreëerd in de vorm van zogenaamde biotickets. De volatiliteit en het gebrek aan transparantie in de biotickethandel zorgen er voor dat marktpartijen er tot dusverre niet in slagen om projecten te ontwikkelen die volledig gebruik maken van deze alternatieve financiering. Noord Nederland wil binnen dit project een instrumentarium ont- wikkelen waarmee Groen Gas projecten gerealiseerd kunnen worden die door de markt gefinancierd worden in plaats van door de overheid. Om dit instrumentarium te ontwikkelen willen we eerst een aan- tal pilots uitvoeren, waarbij over 1,5 tot 2 jaar de prijsontwikkelin- gen worden bijgehouden. Deze pilots geven invulling aan onze benoeming tot “experimen- teerruimte voor Groen Gas”.
Resultaat
Een instrumentarium waarmee Groen Gas projecten gereali- seerd kunnen worden die door de markt gefinancierd worden in plaats van door de overheid.
Rol provincie
Regisseren/Faciliteren
Werkzaamheden
• • • • • • •
Overleg met project partners; Selectie pilot bedrijven; Selectie bureau voor projectmanagement en eindrapportage; Uitvoeren pilots; Verzamelen gegevens; Bewaken link met project Handelsplatform Groen Gas; Eindrapport opstellen.
Startdatum en looptijd Q1 2013 - 2015 Planjaren
2013, 2014, 2015
Externe kosten
€50.000,-
Uren intern
50 uur/jaar
Projectpartners
Stichting Energy Valley, EV partners, bedrijven waar de pilots plaatsvinden, Taskforce Groen Gas, Ministerie van EL&I
Communicatie kansen Bij implementatie instrument bestuurlijk optreden denkbaar, in aanloop er naar toe persmomenten. Verwachting is dat dit eind 2014, begin 2015 zal zijn.
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
4.3. Projecten en activiteiten voortvloeiend uit het Actieplan Biomassa 2007-2011 Middels het Actieplan Biomassa 2007-2011 heeft de provincie het MKB ondersteund bij innovatietrajecten en zo het gebruik van biomassa gestimuleerd. Het evaluatieonderzoek dat vorig jaar is uitgevoerd resulteerde in een zeer positieve beoordeling en een aanbeveling om dit programma te continueren. Deze positieve evaluatie was onder meer gestoeld op de onderstaande argumenten: • MKB is de belangrijkste peiler van de economische groei; • MKB-ers hebben geen tijd voor tijdrovende, arbeidsintensieve subsidieaanvragen. Hierdoor mislukken (in heel Europa) vrijwel alle subsidietrajecten die tot doel hebben MKB-ers te ondersteunen bij innovatietrajecten; • De lage drempel van het Actieplan zorgt ervoor, dat het Actieplan een van die zeld- zame subsidiestromen is, die erin slaagt om MKB-ers deel te laten nemen aan innova- tietrajecten. Vanwege het succes van het actieplan willen we het financieel ondersteunen van haalbaarheids-studies, weliswaar op kleinere schaal, voortzetten. 4.3.1. Haalbaarheidstudies algemeen Context
Het gaat om haalbaarheidsstudies van technologische aard (bijv. biomassa conversie), markt-economische aard (bijv. marktonderzoeken) en financieel-economische aard (bijv. ontwikke- ling van een business case). Bij beoordeling van de aanvragen wordt meegewogen of de toepassing van te gebruiken biomassa op de juiste plek in de waarde piramide plaats vindt. Ook zal rekening gehouden worden met staatsteun aspecten (max. 50% subsidie). Ook gaat de voorkeur uit naar haalbaarheidsonderzoeken uitge- voerd door samenwerkingsverbanden inclusief de kennisinstellin gen (Energy Academy Europe/Energy College). Mochten deze haalbaarheidsstudies leiden tot haalbare businesscases of tot grotere onderzoeksprojecten of demo’s dan zulen we de initiatief nemers in contact brengen met andere regionale ontwikkel- en investeringsmiddelen (bijvoorbeeld Koers Noord, IAG en Waddenfonds) of Europese middelen (Interreg of Kaderprogramma’s)
Resultaat
• 20 haalbaarheidsstudies/business cases gecofinancierd; • In de provincie Groningen ontwikkelt het sterke netwerk (MKB) op het gebied van Groen Gas en biomassa conversie zich verder; • Bundeling van ketenpartijen en -kennis .
Rol provincie
Faciliteren
Werkzaamheden
• Partijen bij elkaar brengen; • Ondersteuning bieden bij procedurele zaken; • Subsidie verlenen.
Startdatum en looptijd Q1 2012 – Q4 2015 Planjaren
2012, 2013, 2014, 2015
Externe kosten
€50.000,- per jaar.
Uren intern
160 uur per jaar
Projectpartners
Stichting Energy Valley, bedrijfsleven, kennisinstellingen
Communicatie kansen Afhankelijk van de eindresultaten en rol van de provincie bij de haalbaarheidsstudies mogelijk kansen bij oplevering projecten. Gedacht kan worden aan persberichten of artikelen in (vak)bladen.
20
21
Programma Energie 2012-2015
4.3.2. Oogstbaar landschap Oldambt (nog in conceptfase) Context
In provincie Groningen ligt voor ca. 3.000 hectare onbeheerde houtige landschapselementen, met name kleine bospercelen. Deze zijn veelal eigendom van Staatsbosbeheer en worden nauwelijks onderhouden.
Projectdoelen:
1. herstel cultuurlandschap; 2. beter beheer en onderhoud landschap door kostenneutrale organisatie (biomassa financiert onderhoud) en toevoeging nieuwe functies; 3. Economisch rendabel gebruik van biomassa uit landschaps- elementen voor energie; 4. Opzet lokale ketens voor hout; 5. versterken sociale cohesie door LDEB vanuit gemeenschap.
Resultaat
Landschapsonderhoud en benutting kleine bospercelen in Oldambt voor duurzame energie en oprichting van lokale energiecoöperatie.
Rol provincie
Regisseren/Faciliteren
Werkzaamheden
• Overleg met project partners; • Uitvoeren pilots; • Verzamelen gegevens en conclusies.
Startdatum en looptijd 2012-2015 Planjaren
2012, 2013, 2014
Externe kosten
ntb
Uren intern
ntb
Projectpartners
Stichting Staats Bosbeheer, Stichting Landschap Oldambt, gemeente Oldambt, Debets bv.
Communicatie kansen Afhankelijk van de eindresultaten mogelijk kansen bij oplevering van het project. Gedacht kan worden aan persberichten of artikelen in (vak)bladen.
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
4.4.
Projecten en activiteiten voortvloeiend uit de uitrol van EnergieTransitieParken
Een EnergieTransitiePark (ETP) is een model waarmee de industriële ‘verduurzaming’ en ‘vergroening’ kan worden versterkt en versneld. Dit wordt gerealiseerd door ontwikkeling en demonstratie van vernieuwende technologieconcepten en deze actief toe te passen in bestaande en nieuw op te zetten industrieparken. Dit alles in nauwe samenwerking met de industrieën, overheden en kennisinstellingen. Binnen een ETP is er een sterke samenhang tussen de gevestigde partijen. De partijen maken gebruik van centrale energievoorzieningen (elektriciteit en hoogwaardige warmte) waar ze evt. ook zelf aan leveren. Ze maken dus (her)gebruik van elkaars energie. De gezamenlijke inzet van deze voorzieningen bieden een zeer aantrekkelijk kostenplaatje en is een basis voor verdergaande verduurzaming en vergroening van het terrein. Ook wordt er gekeken naar het grondstoffen gebruik en de vergroening hiervan.Het (her)gebruik van groen gas en warmte, waar dit projectplan over gaat, is een onderdeel van het EnergieTransitiePark model. Soms omvat het ETP model ook woningen/de gebouwde omgeving, bijvoorbeeld wanneer de restwarmte van een industrieterrein nuttig gebruikt wordt voor het verwarmen van een woningblok. Vandaar dat bij de uitwerking van onderstaande projecten de link gelegd wordt met het Woningenplan 2, het projectplan LDEB’s , maar ook met het krediet Energy Valley, vanwege de economische achtergrond. Hieronder worden drie ETP projecten besproken die al in ontwikkeling zijn, of die de komende jaren vormgegeven zullen worden, en waar de provincie Groningen een rol in speelt. 4.4.1. Nutriëntenpark Veendam Context
In Noord Nederland bevindt zich een interessante groep actoren die grote hoeveelheden biomassa verwerken en daarbij verschillende grondstoffen en technieken gebruiken in water- zuiveringen, agrarische vergisters, afvalvergisters, composteerinstallaties, afvalverwerkingen. Daarnaast is er een sterke agrarische bedrijvigheid waarin grote hoeveelheden nutriënten ge- bruikt worden en is er het complex rond de magnesiumwinning in Veendam. Eerste oriënterende gesprekken lijken erop te wijzen dat in dit gebied nieuwe daadkrachtige coalities kunnen ontstaan die samen technieken en nieuwe ketens ontwikkelen rond het thema nutriëntenwinning en- verwaarding waarmee nieuwe markten worden ontsloten. Daar waar het gaat om het ontwikkelen van een business case voor groene energie opwekking of verwaarding van biomassa t.b.v energiewinning, passen de activitei- ten binnen dit projectplan.
Resultaat
Business case
Rol provincie
Faciliteren
Werkzaamheden
• Partijen bij elkaar brengen; • Subsidie verlenen.
Startdatum en looptijd Q4 2012 - Q2 2013 Planjaren
2012, 2013
Externe kosten
€15.000,-
Uren intern
40 uur
Projectpartners
ntb
Communicatie kansen Beperkte communicatie mogelijkheden vanwege de bescheiden rol die de provincie in dit project speelt. Het is vooral Nutriënten- park Veendam dat "gebrand" moet worden. 22
23
Programma Energie 2012-2015
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
4.4.2. ETP Europapark
4.4.3. ETP Eemsdelta/Eemsdelta Green
Context
In opdracht van de gemeente Groningen wordt op dit moment door Energy Valley een quickscan uitgevoerd op het Europapark in Groningen. Deze quickscan toont nu al kansen voor het ver- binden van WKO systemen, hergebruik van restwarmte en ziet toekomstige kansen voor het gebruik van groen gas/warmte. Gemeente en EV stellen nu een vervolgtraject voor, waarbij geopperd wordt een publieke alliantie te vormen (Gemeente, EV en provincie) om het proces verder te helpen. Als reden hier- voor wordt aangegeven dat er een aantal marktpartijen reeds interesse hebben getoond. Geadviseerd wordt eerst een busi- nesscase te ontwikkelen om vervolgens marktpartijen te benaderen, in plaats van nu al in zee te gaan met een bepaalde marktpartij. Binnenkort kunnen we een verzoek om een financiële bijdrage verwachten, als mede het verzoek in het projectteam deel te nemen.
Context
Het ETP model wordt al toegepast in de Eemsdelta regio door Eemsdelta Green (EDG). Dit project heeft als doel het verduur- zamen van de werkgelegenheid in de regio, middels het vergroenen van de industriële activiteiten. Dit project loopt al een aantal jaar en wordt tegenwoordig getrokken door SBE. De leden in de projectgroep fungeren als een netwerkorganisatie die de ontwikkeling van projecten kan versnellen, door elkaars kennis te delen en samen op te trekken. De provincie neemt deel aan de projectgroep.
Resultaat
• Business cases & haalbaarheidsstudies; • Bundeling van partijen en kennis.
Rol provincie
Faciliteren
Werkzaamheden
• In EDG projectgroep meedraaien; • Financieel bijdragen aan studies op raakvlak BBE/GG.
Resultaat
Business case
Startdatum en looptijd Q1 2012 – Q4 2015
Rol provincie
Faciliteren
Planjaren
2012, 2013, 2014, 2015
Werkzaamheden
• In projectgroep meedraaien • Financieel bijdragen
Externe kosten
€ 20.000,- per jaar voor studies (Uit combinatie budget krediet EV & BBE/GG) € 20.000 per jaar bijdrage aan EDG (krediet EV)
Startdatum en looptijd Q3 2012 – Q3 2013
Uren intern
300 uur per jaar
Planjaren
2012, 2013
Externe kosten
€50.000,-. (Uit combinatie budget Woningplan/LDEB/krediet EV/ BBE/GG)
Projectpartners
Eemsdelta Green project partners: EV, GSP, WBGR, NOM, SBE, Syntens, NMFGR, DEAL gemeenten
Uren intern
80 uur
Projectpartners
Gemeente Groningen, Energy Valley, Provincie Groningen
Communicatie kansen Beperkte communicatie mogelijkheden vanwege de bescheiden rol die de provincie in dit project speelt. Het is vooral Eemsdelta Green dat "gebrand" moet worden.
Communicatie kansen Beperkte communicatie mogelijkheden vanwege de bescheiden rol die de provincie in dit project speelt. Het is vooral ETP Europapark dat "gebrand" moet worden.
24
25
Programma Energie 2012-2015
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
4.4.4. Warmtenet Hoogezand–Sappermeer
4.5.
Context
Eska Graphics Board te Hoogezand- streeft naar verlaging van haar primaire energie verbruik. Het bedrijf wil bij een afnemende of ontbrekende interne warmtevraag de warmtekrachtkoppe- lings installaties (WKKs) op langere termijn in bedrijf kunnen houden. Samen met de gemeente Hoogezand-Sappemeer en onder begeleiding van Grontmij heeft Eska in 2010 een eerste verkenning uitgevoerd om na te gaan of er mogelijkheden zijn voor restwarmtebenutting. Uit deze verkenning is gebleken dat in de nabijheid van de fabriek de warmte in theorie benut zou kunnen worden in: • De nabij gelegen nieuw te bouwen woonwijk; • Woonwijk i.c.m. het nieuw te bouwen OV-station; • Woonwijk, het OV-station en gebouwen van woningcorporatie Lefier. De haalbaarheidsstudie (business analyse) die nu wordt uitgevoerd is een verdiepingsslag op de eerste verkenning waaruit moet blijken of (private) partijen, gesteund door overheden, voldoende draagvlak zien om tot een gezamenlijk project te komen en daarmee kunnen overgaan tot ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst en over te gaan tot een realisatiefase.
4.5.1. SDE Lobbydossier Context
De afgelopen jaren is in SNN-verband de lobby naar het Rijk omtrent de SDE succesvol geweest. Het, in het noorden ontwik- kelde concept Groen Gas Hub, is opgenomen als categorie in de SDE. Echter, in de SDE procedure zijn een aantal aspecten aanwezig die aangepast moeten worden. Ten eerste, een onder nemer die een SDE aanvraag wil indienen moet vooraf verschillende vergunningen op orde hebben (bijv. WABO vergunning). Echter, de kans dat een ondernemer een positieve SDE beschik- king ontvangt is ruwweg 1 op 6. Als een ondernemer geen posi- tieve SDE beschikking ontvangt dan zal de ondernemer niet overgaan tot realisatie. Voor het bevoegd gezag (bijv. provincie) betekent dit dat de inspanningen om de noodzakelijke vergunningen die worden verleend vaak voor niets zijn geweest. Daar- naast speelt een reële inschatting van de haalbaarheid van de businesscase waarop een SDE aanvraag door een ondernemer wordt ingediend, geen rol bij de beoordeling van de SDE aanvragen door het Rijk. Dit betekent dat er positieve SDE beschik- kingen door het Rijk worden afgegeven die uiteindelijk niet leiden tot realisatie.
Resultaat
• Business case; • Samenwerkingsovereenkomst.
Resultaat
Een nog beter geëquipeerde SDE regeling met een optimaal vergunningsproces.
Rol provincie
Faciliteren
Rol provincie
Faciliteren
Werkzaamheden
• Financieel bijdragen
Werkzaamheden
Samen met onze partners het Rijk bewegen om in ieder geval op bovenstaande aspecten tot aanpassing komen van de SDE procedure.
Startdatum en looptijd Q2 2012 – Q4 2012 Planjaren
2012
Externe kosten
€30.000,-. (Uit combinatie budget krediet EV & BBE/GG)
Uren intern
40 uur
Projectpartners
Gemeente Hoogezand-Sappemeer, Woningcorporatie Lefier, Eska Graphic Board, Rendo Duurzaam, Heijmans Civiel en Waterbedrijf Groningen.
Communicatie kansen Beperkte communicatie mogelijkheden vanwege de bescheiden rol die de provincie in dit project speelt.
26
Flankerende / voorwaarde scheppende activiteiten en projecten
Startdatum en looptijd Q2 2012 – Q4 2015 Planjaren
2012, 2013, 2014, 2015
Externe kosten
€0,-
Uren intern
20 uur/jaar
Projectpartners
Stichting Energy Valley, SNN partners, Taskforce Groen Gas, Groen Gas NL
Communicatie kansen Niet direct. Slechts beperkte communicatie mogelijkheden. Andere projectpartners zijn hierin leidend.
27
Programma Energie 2012-2015
4.5.2. Lobby digestaatproblematiek en gebruik van co-vergistingsproducten Context
Bij co-vergisting ontstaat, naast energie in de vorm van warmte, gas en eventueel elektriciteit ook het digestaat. Digestaat kan als mest op het land worden uitgereden indien bij de co-vergis- ting het co-product op de zogenaamde positieve lijst staat en samen met 50 % mest is vergist. Indien het co-product niet op de positieve lijst staat, is na co-vergisitng het digestaat geen mest, maar afvalstof. Afval is voor de vergistingsbranche een kostenpost die het rendement verlaagt.
Wat is nodig om deze problematiek op te lossen: • Uitbreiding positieve lijst met daarnaast de regulering van een alternatieve systematiek; • EU erkenning van groene kunstmest (en het als zodanig op een vergelijkbare wijze te mogen toepassen) uit nabewerking van digestaat uit bio-vergisting.
Resultaat
• Positieve lijst uitgebreid en regulering van een alternatieve systematiek; • EU erkenning van groene kunstmest.
Rol provincie
Faciliteren
Werkzaamheden
• Continueren Noordelijk Digestaat Overleg; • Zorgdragen voor koppeling met GGNL; • Projecten ondersteunen die invulling geven aan de Experimenteerruimte benoeming; • Ministerie van EL&I blijven voorzien van informatie.
Startdatum en looptijd Q2 2012 – Q4 2015 Planjaren
2012, 2013, 2014, 2015
Externe kosten
€0
Uren intern
160 uur/jaar
Projectpartners
Stichting Energy Valley, SNN partners, Taskforce Groen Gas, Groen Gas NL, Ministerie van EL&I
Communicatie kansen Niet direct. Slechts beperkte communicatie mogelijkheden. Andere projectpartners zijn hierin leidend.
28
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
4.5.3. Optimalisatie ruimtelijke inpassing vergistingsinstallaties Context
In 2011 is het onderzoek naar de inpasbaarheid van biomassa vergistingsinstallaties in het landschap afgerond. Eén van de conclusies van dit onderzoek is dat op basis van een zorgvuldige afweging (aanvoerroutes biomassa, afzet mogelijk- heden op gasnet, landschap, reeds bestaande bedrijvigheid, etc) een aantal locaties aangewezen zou kunnen worden, waar vergisters gebouwd kunnen worden. Andere conclusie is dat ieder initiatief maatwerk vereist, niet alleen van vergunningverleners, maar ook van planologen, om tot een zo goed mogelijk advies te komen, wat betreft locatie en inpassing in het landschap.
Resultaat
De provincie biedt fysieke en planologische ruimte voor productie (gerelateerde activiteiten) van (Groen) Gas en Groen Gas Hubs.
Rol provincie
Faciliteren/ontwikkelen
Werkzaamheden
• Meedenken/bijdrage leveren ruimtelijke-economische projecten, zoals Omgevingsplannen, Structuurvisies diepe ondergrond e.d.); • Behartigen van economisch en duurzaamheidsbelang in de ruimtelijke afweging; • Bedrijven adviseren in vergunningsprocedures: Vaak wordt er in een laat stadium contact gezocht met de provincie. In een vroeg stadium in gesprek gaan met de belangrijkste stakeholders (SOM) in een vergunningsprocedure het aanbevelen waard. Vaak levert regelmatig overleg een belangrijke tijdswinst op.
Startdatum en looptijd Q1 2012 – Q4 2015 Planjaren
2012, 2013, 2014, 2015
Externe kosten
€10.000,-
Uren intern
50 uur/jaar
Projectpartners
Stichting Energy Valley, LTONoord, bedrijven, interne collega’s van afd RP &Vergunningen
Communicatie kansen Niet direct. Eventueel wanneer sprake is van specifieke ruimtelijke inpassing op unieke locaties.
29
Programma Energie 2012-2015
4.6.
Projectontwikkeling
4.6.1. Ontwikkelen EU project(en) Context
In navolging van het Groen Gas Interreg project hebben we ambitie om gedurende de looptijd van het Energie Programma te gaan participeren in een EU project of er zelf een op te zetten. Mogelijk in het kader van Interreg of bijvoorbeeld het Intelligent Energy Europe (IEE) van de EU.
Resultaat
Meer aanspraak maken op Europese middelen en meer grens- overschrijdend samen te werken
Rol provincie
Faciliteren/regisseren/ontwikkelen
Werkzaamheden
• Afhankelijk van keuze en rol
Startdatum en looptijd 2014 – 2015 Planjaren
2014, 2015
Externe kosten
€25.000,-
Uren intern
80 uur
Projectpartners
Stichting Energy Valley, SNN partners, Taskforce Groen Gas, Groen Gas NL, bedrijven, kennisinstellingen
Communicatie kansen Bijvoorbeeld bij toekenning Subsidie. Verder afhankelijk van het project.
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
4.6.2. Projectontwikkeling/verwerving algemeen Context
Het verwerven, mee ontwikkelen en subsidiegereed maken van energiegerelateerde projecten met een economische impact realiseren we onder andere aan de hand van: • Projecten voortvloeiend uit netwerkactiviteiten waaronder bedrijfscontacten; • Projecten die door ons zelf geïnitieerd worden; • Projecten voortvloeiend uit Eemsdelta Green; • Projecten voortvloeiend uit werkzaamheden van de stichting Energy Valley; • Projecten die voortvloeien uit de activiteiten van andere afdelingen van de provincie, waaronder met name de afdelin- gen MV, MB, PPM & RP.
Resultaat
In de periode 2012-2015 worden tenminste 40 energiegerelateerde economische projecten gerealiseerd. Dit is inclusief alle projecten die binnen het kader van dit projectplan omschre- ven en ontwikkeld worden.
De projecten worden gecofinancierd uit eigen en andere fondsen zoals Waddenfonds, REP decentraal en REP-centraal, Koers Noord, intern Energy Valley krediet, Fonds Provinciale Meefinanciering en/of innovatief Actieprogramma Groningen, Budget Duurzaamheid en Innovatie.
Rol provincie
Faciliteren/regisseren
Werkzaamheden
• Partijen bij elkaar brengen; • Ondersteuning bieden bij procedurele zaken; • Subsidie verlenen.
Startdatum en looptijd 2013 – 2015 Planjaren
2013, 2014, 2015
Externe kosten
€100.000,-
Uren intern
150 per jaar
Projectpartners
Stichting Energy Valley, SNN partners, kennisinstellingen
Communicatie kansen Afhankelijk van de eindresultaten mogelijk kansen bij oplevering van projecten. Gedacht kan worden aan persberichten of artikelen in (vak)bladen.
30
31
Programma Energie 2012-2015
4.7.
Overige projecten en activiteiten
4.7.1. Bijdragen aan IPO werkgroep energietransitie Context
We zijn op dit moment nog in overleg met onze stakeholders: Taskforce GG, EV en prov Drenthe, of en zo ja, welke zaken we binnen IPO verband zouden kunnen inbrengen, waarin we niet op Noordelijk of regionaal verband al genoeg invloed hebben.
Resultaat
PM
Rol provincie
PM
Werkzaamheden
PM
Startdatum en looptijd PM Planjaren
2012-2015
Externe kosten
€0
Uren intern
PM
Projectpartners
Alle Nederlandse provincies
4.7.2. DWA CO2 registratie Context
Alle projecten worden bijgehouden in het DWA CO2 registratie systeem.
Resultaat
Een werkend monitoringsinstrument waarmee een up to date en helder overzicht gemaakt kan worden van de CO2 uitstootontwikkelingen.
Rol provincie
faciliteren/regisseren/uitvoerend
Werkzaamheden
Invoeren van de projecten in de monitor en het bijhouden van de gegevens.
Projectplan BioBased Energy & Groen Gas
5.
Planning
Het project BBE/GG loopt van 2012 tot en met 2015. Dit projectplan geeft inzicht in de activiteiten die er ontplooid worden om de programma doelstelling te behalen. Voor het jaar 2012 is er een aardig overzicht van de activiteiten, maar voor de jaren erna nemen we de ruimte om in te spelen op de kansen die zich voordoen.
6.
Budget & Capaciteit
Voor de periode 2012-2015 wordt zowel vanuit afdeling MB als vanuit de afdeling EZP capaciteit geleverd ten behoeve van uitvoering van dit projectplan. Er is een structureel budget (75k per jaar) dit is met name bedoeld om haalbaarheidsstudies mee te financieren. Voor de pilot om te komen tot een handelsplatform Groen Gas is separaat geld gereserveerd (€45k in 2012, €15k in 2013 en €10k in 2014). Daarnaast kan gebruikt gemaakt worden van het krediet Energy Valley. Dit krediet is ook bedoeld om haalbaarheidsstudies/business cases te financieren en eventuele voorbereidingskosten uit te betalen, maar dan voor energieonderwerpen in de breedste zin van het woord, dus niet alleen groene energie en voor projecten die een duidelijke positieve economische impact hebben. Budget
Startdatum en looptijd Q3 2012 – Q4 2015 Planjaren
2012-2015
Externe kosten
€0
Uren intern
10 uur/jaar
Projectpartners
EV en EV partners
Capaciteit:
2012
2014
2015
Deel Energy Valley Budget 2/5
75 k€
70 k€
65 k€
55 k€
Versterken energiesector / Structureel budget:
75 k€
75 k€
75 k€
75 k€
Handelsplatform Groen Gas (GDN):
45 k€
15 k€
5 k€
Totaal
195 k€
160 k€
145 k€
130 k€
2012
2013
2014
2015
Formatie bestaand: B.Huneman 0,5 ezp
0,5 ezp
0,5 ezp
0,5 ezp
: M. v.d. Heide 0,5 mb
0,5 mb
0,5 mb
0,5 mb
M. van Eijden 0,3 mb
0,3 mb
0,3 mb
0,3 mb
Vacature 0,8 ezp
0,8 ezp
0,8 ezp
0,8 ezp
2,1
2,1
2,1
Totaal 2,1
32
2013
33
7.
Monitoring & Evaluatie
De evaluatie van de uitvoering van dit projectplan draait mee in de cycli van het Energie programma 2012-2015.
8.
Communicatie
Wat betreft communicatie sluit dit projectplan aan bij de lijn die in het Communicatieplan Programma Energie 2012 – 2015 wordt uitgezet. De kernboodschap ten aanzien van BioBased Energy & Groen Gas zoals die in het Communicatieplan Programma Energie 2012-2015 is verwoord, luidt als volgt: Kernboodschap BioBased Energy & Groen Gas De provincie is een belangrijke stimulator van groen gas. In Groningen gebeurt het. In Groningen zijn we goed in het produceren van groen gas, want hier is een groot biomassacluster met grote agro-industrieën. Daar zit veel kennis en ervaring en bereidheid om te werken aan de energietransitie. Groningen kan voorop lopen in Europa met het produceren van groene energie; onderdeel van Energy Valley, energieregio van Europa. We laten zien wat er allemaal al kan met Groen Gas. Meer specifiek is in het projectenoverzicht (paragraaf 4.2) van dit projectplan per project aangegeven of en waar mogelijk communicatie kansen liggen.
34