Energie Management Programma A&M Recycling
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
3
2. 2.1 2.2 2.3
Reductiedoelstellingen Bedrijfsdoelstelling Scope 1 Scope 2
4 4 4 4
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Plan van Aanpak Maatregelen voor behalen van reductiedoelstelling Scope 1 Maatregelen voor behalen van reductiedoelstelling Scope 2 Overige maatregelen Informatiebehoefte Monitoring en meting Afwijkingen, corrigerende en preventieve maatregelen
5 5 5 6 6 7 7
4.
Deelname aan- en initiatie van initiatieven
8
5. 5.1 5.2 5.3
Verantwoordelijkheden en taakstellingen Algemene beschrijving verantwoordelijkheden Maatregelen Initiatieven
9 9 9 9
2/9
1.
Inleiding A&M is een recyclingbedrijf dat vooral gericht is op afval, metalen, accu's en katalysatoren. A&M heeft 1 vestiging en circa 30 vaste personeelsleden. In dit Energie Management Programma beschrijft A&M haar CO2-reductiedoelstelling en het bijbehorende plan van aanpak om deze doelstelling te bereiken. In het plan van aanpak worden de maatregelen, verantwoordelijkheden, middelen en termijnen beschreven. Op basis van de reductiekansen en de mogelijke initiatieven uit het Energie Audit Verslag heeft A&M reductiemaatregelen benoemd en een initiatief geselecteerd om aan deel te nemen.
3/9
2.
Reductiedoelstellingen De meest materiële emissies zoals bepaald in het Energie Audit verslag zijn gebruikt om de reductiedoelstellingen vorm te geven. Om in de dagelijkse praktijk ook daadwerkelijk tot reducties te komen hebben de reductiedoelstellingen ook betrekking op de projecten. Voor Scope 1 en 2 zijn naast de bedrijfsdoelstelling aparte reductiedoelstellingen opgesteld. Het Plan van Aanpak in het volgende hoofdstuk beschrijft welke maatregelen er getroffen worden om deze reductiedoelstellingen te behalen binnen de organisatie en binnen de projecten.
2.1
Bedrijfsdoelstelling De CO2-reductiedoelstelling van A&M is 20% CO2-reductie in 2015 ten opzichte van 2011.
2.2
Scope 1
2.3
Reductiedoelstelling Scope 1: 12% in 2015 ten opzichte van 2011 Deze reductiedoelstelling heeft betrekking op de volgende meest materiële emissies: – Brandstofverbruik van zakelijk autoverkeer; – Brandstofverbruik van materieel. De doelstelling heeft op de volgende wijze betrekking op de projecten: – Het materieel wordt uitsluitend in de projecten gebruikt.
Scope 2
Reductiedoelstelling Scope 2: 43% in 2015 ten opzichte van 2011 Deze reductiedoelstelling heeft betrekking op de volgende meest materiële emissies: – Elektriciteitsgebruik; – Gedeclareerde kilometers; – Gedeclareerde liters brandstof. De doelstelling heeft op de volgende wijze betrekking op de projecten: – Ongeveer de helft van het totale elektriciteitsverbruik is toe te kennen aan projecten.
4/9
3.
Plan van Aanpak Dit plan van aanpak beschrijft de maatregelen die tussen nu en 2015 getroffen worden om de reductiedoelstellingen te behalen. Hierbij is specifiek aandacht voor de wijze waarop deze maatregelen ingezet worden binnen de projecten. In Hoofdstuk 5 worden de verantwoordelijkheden, middelen en planning ten aanzien van dit plan van aanpak beschreven.
3.1
3.2
Maatregelen voor behalen van reductiedoelstelling Scope 1
Heftruck over van gasolie op LGP – Emissiestroom: materieel. – Reden voor de maatregel: A&M heeft eerder al twee heftrucks op gasolie vervangen door heftrucks die op LPG rijden, en wil nu ook de laatste heftruck op gasolie vervangen. LPG heeft een veel lagere conversiefactor dan gasolie en zorgt dus voor een flinke besparing op de brandstof van het materieel. – CO2-besparing: Met deze maatregel kan een besparing worden gehaald van 12% op de totale footprint. – Kosten: De kosten zijn de aanschafkosten voor een nieuwe heftruck die op LPG rijdt minus de opbrengst van de verkoop van de oude heftruck. – Besparing in projecten: De heftruck wordt enkel gebruikt in projecten. Alle CO2reductie als gevolg van deze maatregel vindt dus in de projecten plaats.
Tips voor Nieuwe Rijden – Emissiestroom: zakelijk autoverkeer, zakelijke reizen privé-auto. – Reden voor de maatregel: Door het bewustzijn van de bestuurders te verhogen is er met weinig inspanning CO2-reductie te behalen. – CO2-besparing: Met deze maatregel kan een besparing worden gehaald van ongeveer 2% op brandstof. – Kosten: De kosten van het samenstellen van een informatiepakket/ bijeenkomst voor alle bestuurders met informatie over het Nieuwe Rijden. – Besparing in projecten: Het materieel wordt enkel gebruikt in projecten. Alle CO2reductie als gevolg van het Nieuwe Rijden voor materieel vindt dus in de projecten plaats.
Maatregelen voor behalen van reductiedoelstelling Scope 2
Groene stroom – Emissiestroom: elektriciteit. – Reden voor de maatregel: De overgang op groene stroom is relatief eenvoudig uit te voeren en heeft in verhouding tot de inspanning een grote CO2-besparing tot gevolg. – CO2-besparing: Met deze maatregel kan een CO2-besparing worden gehaald van 97% op elektriciteit. – Kosten: De kosten hiervan zijn €2,50 per MWh bovenop de normale elektriciteitsprijs. – Besparing in projecten: Ongeveer de helft van de CO2-reductie zal plaatsvinden in de projecten, aangezien elektriciteit ongeveer voor de helft toe te kennen is aan de projecten.
5/9
3.3
Energiezuinige apparatuur en gereedschap – Emissiestroom: elektriciteit. – Reden voor de maatregel: Door technologische ontwikkelingen zijn er steeds zuinigere apparaten beschikbaar. Bij vervanging van apparatuur en gereedschap kan A&M dus overstappen op een energiezuiniger alternatief. – CO2-besparing: Met deze maatregel kan een besparing worden gehaald van 5% op apparatuur en gereedschap. – Kosten: De kosten bedragen de meerprijs van een energiezuinige optie ten opzichte van een niet-energiezuinige optie. – Besparing in projecten: Ongeveer de helft van de CO2-reductie zal plaatsvinden in de projecten, aangezien elektriciteit ongeveer voor de helft toe te kennen is aan de projecten.
Verlichting – Emissiestroom: elektriciteit. – Reden voor de maatregel: A&M heeft al op enkele plekken aanwezigheidsdetectie geplaatst en wil nu als vervolgstap, waar mogelijk, alle lampen voorzien van een bewegingsmelding (kantoor) of daglichtsensor (loods). – CO2-besparing: Met deze maatregel kan een besparing worden gehaald van 5% op verlichting. – Kosten: De kosten hiervan bedragen de aanschaf van bewegings- en daglichtsensoren. De prijzen hiervan liggen tussen de €12 en €30 per stuk. – Besparing in projecten: Het elektriciteitsgebruik en de CO2-besparing in de loods is volledig toe te kennen aan projecten.
Overige maatregelen Naast de hierboven beschreven maatregelen, die ervoor dienen om de CO2reductiedoelstelling van A&M te halen, wil A&M zich ook inspannen om CO2 buiten haar bedrijf te reduceren. A&M rapporteert zelf ook over een aantal Scope 3 categorieën, namelijk woon-werkverkeer en transport van afvalstromen. Hoewel het niet vereist is, A&M geen Scope 3 reductiedoelstelling heeft, en maar beperkte invloed heeft op Scope 3 activiteiten, heeft A&M de ambitie om met maatregelen CO2-reductie in de keten te stimuleren. A&M wil zich concentreren op het externe transport. Om dit te bereiken zal de transporteur gestimuleerd moeten worden om energiezuiniger te rijden, bijvoorbeeld door de transporteur meer tijd te geven voor het uitvoeren van het transport. Zo kan deze een lagere snelheid aanhouden. Ook wordt de transporteur gestimuleerd om de nieuwste Euro 6 motoren te gebruiken.
3.4
Informatiebehoefte A&M heeft al enige ervaring wat betreft de vervanging van de heftruck en het plaatsen van aanwezigheidsdetectie vanwege eerder genomen maatregelen. Hiervoor is geen extra informatie nodig.
6/9
Voor het overstappen op groene stroom is informatie nodig over de precieze mogelijkheden en kosten. Deze informatie wordt opgevraagd bij de energieleverancier. Voor de tips over het Nieuwe Rijden is informatie over het Nieuwe Rijden nodig om de medewerkers goed te instrueren. Deze informatie is makkelijk te vinden en vrij beschikbaar. Voor het overstappen op energiezuinige apparatuur is informatie nodig over de energiezuinige opties voor elk individueel apparaat en de kosten van aanschaf. Deze informatie zal bij de leverancier van het apparaat opgevraagd worden.
3.5
Monitoring en meting De procedure die gevolgd wordt om het CO2 management systeem in stand te blijven houden staat beschreven in het kwaliteitsmanagement handboek. Procedure 06.13 beschrijft welke stappen er worden genomen, welke documenten opgeleverd worden en wie verantwoordelijk is voor de verschillende stappen. Onderdeel van dit managementsysteem is de regelmatige monitoring van de CO2-footprint en de voortgang op de doelstellingen. Dit wordt vastgelegd in het document Periodieke Rapportage.
3.6
Afwijkingen, corrigerende en preventieve maatregelen Zie paragraaf 3.10 van het Kwaliteitsmanagementplan.
7/9
4.
Deelname aan- en initiatie van initiatieven In het Energie Audit verslag is een overzicht gegeven van de huidige initiatieven binnen de sector op het gebied van energie- en CO2reductie. Op basis van de informatiebehoefte die voor aankomende periode is vastgesteld binnen het managementoverleg (zie § 3.4) is gekozen om deel te nemen in de volgende initiatiej.
A & M participeert in het project / initiatief van Sweep. Het initiatief Sweep behelst het omzetten van vervuild afvalplastic in een light oil met een rendement van minimaal 80%. Dit initiatief beschikt reeds over terrein en vergunningen. Daarnaast levert deze recycling tevens CO2 besparing op. Sweep is een koploperbedrijf volgens de richtlijnen van het ministerie van EL&I.
8/9
5.
Verantwoordelijkheden en taakstellingen Hieronder wordt beschreven wie er verantwoordelijk is voor het uitvoeren van het boven genoemde Plan van Aanpak binnen A&M Recycling. Daarnaast wordt beschreven wat de planning is en welke middelen beschikbaar zijn gesteld om het Plan van Aanpak uit te voeren.
5.1
Algemene beschrijving verantwoordelijkheden Binnen A&M Recycling zijn de volgende personen betrokken bij de uitvoering van het energiebeleid: – Directie – KAM-coördinator
5.2
Maatregelen
Maatregel
Verantwoordelijke
Tijdsbestek
Heftruck vervangen
Operationeel manager
Direct
Tips Het Nieuwe Rijden
KAM-coördinator
4e kwartaal 2012
Groene stroom
KAM-coördinator
2013
Energiezuinige apparatuur
Operationeel manager
Doorlopend
Verlichting
Operationeel manager
4e kwartaal 2012
Initiatief
Verantwoordelijke
Tijdsbestek
Project Sweep
Directie
2012/2013
5.3
Initiatieven
9/9