Aan: Kopie: Van: Datum:
28-08-2014
Betreft:
Energie Management Programma Jongeneel BV 2014-2017
Energie management programma Jongeneel BV Periode 2014-2017 Gebaseerd op EN 50001 28 Augustus 2014 (Definitieve versie)
Goedgekeurd door directie Jongeneel BV Datum Directie Handtekening
28 augustus 2014 /
CO2 coördinator
A.A.C. Koomen – E.TH. Schipper
/ R. Bus
Inhoud
1. INLEIDING
3
2. CO2 EMISSIE INVENTARIS
3
3. ENERGIEBELEID
4
4. CO2 REDUCTIEDOELSTELLING
4
5. CO2 REDUCTIEMAATREGELEN
5
6. ENERGIE MANAGEMENT ORGANISATIE
6
7. ENERGIE MANAGEMENT SYSTEEM
6
2
1. Inleiding Dit energie management programma beschrijft het energiebeleid van Jongeneel BV, de CO2 reductiedoelstelling en de maatregelen die genomen worden om deze doelstelling te behalen. Bovendien wordt beschreven hoe het energiebeleid is verankerd in de organisatie. Onder de scope van Jongeneel BV (KVK 30002116) vallen de bedrijfsonderdelen Koninklijke Jongeneel, Megamat, RET Bouwproducten, Hillegersbergsche Houthandel, Vloergroothandel De Betuwe, Heuvelman Hout, Heuvelman Hout Geldrop. De verwijzing naar de EN 50001 betekent niet een volledige implementatie van de norm, maar geeft referentie, houvast en een meetlat. Dit energie management programma voldoet aan de vereisten voor trede 3 van de CO 2 prestatieladder (www.skao.nl).
2. CO2 emissie inventaris Bij Jongeneel BV zijn de energiestromen geïdentificeerd die bijdragen aan directe CO2 emissies (scope 1) en een gedeelte van de indirecte CO2 emissies (scope 2 en zakelijk vervoer en vliegvervoer). Per energiestroom bestaat volledig inzicht in het energieverbruik in het basisjaar 2013. Dit energieverbruik en de bijbehorende CO2 emissies zijn uitgebreid beschreven in het “Rapport Emissie inventaris van Jongeneel Holding BV Periode 2010-2013” en “Rapport Heuvelman Emissie Inventaris 2013”. Uit de hierin beschreven analyse blijkt tevens op welke gebieden het energiegebruik significant is (te weten elektriciteit) en hoe de verschillende vestigingen van Jongeneel ten opzichte van elkaar presteren. In tabel 1 is een samenvatting gegeven van de CO 2 emissies per emissiebron.
Emissiebron Jongeneel BV Scope 1
CO2 emissie 2010
CO2 emissie 2013
3.821.615
Aardgas
3.437.170 930.371
665.926
Brandstof leasewagens
1.416.092
1.378.345
Brandstof extern transport
1.204.154
1.182.338
Brandstof intern transport
270.998
210.561
Scope 2
3.121.529
Elektriciteit
2.915.828 3.010.831
2.825.940
Brandstof zakelijk vervoer
35.167
28.376
Brandstof vliegvervoer
75.531
61.512
Totaal
6.943.144
6.352.998 Tabel 1. CO2 emissies per emissiebron
Gebaseerd op de emissie inventaris zijn binnen Jongeneel BV kansen voor verbetering van energie-efficiency geïdentificeerd en geprioriteerd. Dit heeft geresulteerd in een eerste kwantitatieve CO 2 reductie doelstelling en bijbehorende reductiemaatregelen. Deze komen in dit energie management programma aan de orde. De emissie inventaris zal voor 2014, 2015, 2016 en 2017 opnieuw worden uitgevoerd. Ontwikkelingen ten opzichte van het basisjaar 2013 worden pas in het rapportagejaar 2015 zichtbaar omdat het beleidsplan met reductiemaatregelen pas eind 2014/begin 2015 haar eerste implementatie zal krijgen.
3
3. Energiebeleid Jongeneel BV wil structureel een substantiële bijdrage leveren aan CO2 reductie. Het energiebeleid van Jongeneel BV richt zich in eerste instantie op energie-efficiency en in tweede instantie op het gebruik van duurzame energie. Daarbij hecht Jongeneel BV aan samenwerking in de keten om gezamenlijk CO2 emissies nog verder terug te dringen. Op dit moment betreft het energiebeleid in ieder geval de scope 1 en scope 2 emissies. Dit betekent niet dat Jongeneel BV nalaat maatregelen te treffen die ook scope 3 emissies reduceren. Jongeneel BV verplicht zichzelf om haar energie-efficiency continu te verbeteren. Hiertoe zal zij ervoor zorgen dat de benodigde informatie en middelen beschikbaar zijn. Jongeneel BV heeft een organisatie ingericht die ervoor zorgt dat reductiedoelstellingen en maatregelen kunnen worden vastgesteld en beoordeeld en waar bijsturing plaatsvindt. Bovendien heeft Jongeneel BV haar energiebeleid zorgvuldig gedocumenteerd en zowel intern als extern gecommuniceerd. Hoewel Jongeneel BV het energiebeleid een zeer belangrijke rol toedicht in haar totale beleid, zal bij de keuze van reductiedoelstellingen en maatregelen steeds rekening gehouden moeten worden met technologische keuzemogelijkheden, financiële, operationele en zakelijke omstandigheden, wettelijke en andere eisen die de organisatie onderschrijft en de gezichtspunten van belanghebbenden.
4. CO2 reductiedoelstelling Doelstellingen die Jongeneel BV heeft geformuleerd om inhoud te geven aan het energiebeleid zijn: Een CO2 reductiedoelstelling van 5% in 2017 ten opzichte van 2013 (rekening houdend met het bedrijfsformat per ultimo 2013). Een geleidelijke invoering van groene stroom. Een actieve bijdrage aan CO2 reductie initiatieven in de keten. De CO2 reductiedoelstelling is zodanig gekozen, dat zij een serieuze uitdaging vormt voor de organisatie (tabel 2). Gezien het ongunstige economische klimaat in de bouw tijdens het referentiejaar 2013, behouden we ons iedere recht voor om indien van toepassing de reductiedoelstelling te corrigeren voor ontwikkelingen samenhangend met veranderingen in de bedrijfshuishouding.
Emissiebron
CO2 emissie per
Reductiedoelstelling per
CO2 emissie per
ultimo 2013 (kg)
scope per jaar
ultimo 2017 (kg)
2014 2015 2016
2017
Scope 1
3.437.170
2%
2%
1%
1%
3.230.940
Scope 2
2.915.828
2%
1%
1%
1%
2.770.037
Totaal
6.352.998
2%
1.5%
1%
1%
6.000.976
Tabel 2. CO2 reductiedoelstelling Jongeneel BV 2014-2017
4
5. CO2 reductiemaatregelen De CO2 reductiemaatregelen voor de periode 2014-2017 zijn geformuleerd per scope en per emissiebron in volgorde van significantie in tabel 4 en 5. De CO2 reductiemaatregelen worden minimaal een keer per jaar getoetst.
Maatregelen scope 1
CO2
Verantwoordelijke
reductie
Tijdsbeste k
Brandstof leasewagens Implementatie van energiezuinig leasewagenpark
1% - 5%
H. van Rooijen
2014-2017
Cursus Het Nieuwe Rijden per nieuw leasecontract?
Onderzoek
H. van Rooijen
2011-2013
Verfijning van dashboard persoonlijk brandstofverbruik
1% ?
H. van Rooijen
2014-2017
Brandstof extern transport Vervanging x wagens voor zuiniger type (Euro 5 of 6)?
5%
B. Franken
2014-2016
Cursus Het Nieuwe Rijden voor eigen chauffeurs
Onderzoek
B. Franken
2014-2017
Verdere verfijning Shortrec (planning en belading)
3%
B. Franken
2014-2017
Aardgas Beter instellen verwarmingsketels
Onderzoek
M.Verschuren
2011-2013
Onderzoek
M.Verschuren
2014-2017
Verdere implementatie van energiezuinige verwarming
Tabel 4. CO2 reductiemaatregelen scope 1 (2014-2017)
Maatregelen scope 2
CO2
Verantwoordelijke
reductie
Tijdsbeste k
Elektriciteit gebouwen
Lampen vervangen (LED) in bestaande armaturen
Loopt
M.Verschuren
2014-2017
Bewegings- en daglichtsensoren installeren
Onderzoek
H. van Rooijen
2015-2017
Onderzoek energieverspilling huidige vestigingen
Loopt
H. van Rooijen
2015-2017
Energiezuinig ontwerp bij nieuwe panden
1%-10%
M.Verschuren
2014-2017
0.2%
E. Goedegebuure
2014-2017
Onderzoek
B. Franken
2014-2017
4%
B. Franken
2014-2017
Onderzoek
B. Franken
2014-2017
8%
H. van Rooijen
2014-2016
5%
M. Verschuren
2014-2017
Elektriciteit heftrucks Vervanging Dieseltrucks door Gas-/Electrisch aangedreven heftrucks Onderzoek naar elektriciteitsverbruik per heftruck Bij vervanging heftruck, kiezen energiezuinig alternatief
Onderzoek naar beperken rijafstanden (ABC analyse)
Overig Onderzoek naar geleidelijke invoering groene stroom Aanbrengen van zonnepanelen op diverse locaties
Tabel 5. CO2 reductiemaatregelen scope 2 (2014-2017) De maatregelen die zijn genoemd in tabel 4 en 5 zijn een vervolg op eerdere maatregelen van Jongeneel BV die hebben geleid tot een reductie van CO2 emissies.
5
6. Energie management organisatie De energie management organisatie van Jongeneel BV is beschreven in figuur 1. De directie is verantwoordelijk voor het energiebeleid en de daarbij behorende doelstellingen. De directie wordt hierin ondersteund door de CO2 coördinator, die de benodigde documenten (emissie inventaris, energie management programma en communicatieplan) jaarlijks oplevert. De rapportage over CO2 reductie doelstellingen geschiedt parallel aan de financiële rapportage en wordt uitgevoerd door de centrale administratie. Het vaststellen van de maatregelen zal grotendeels centraal worden gedaan door de Centrale Diensten facilitaire zaken (elektriciteit, aardgas en wagenpark) en logistiek (extern en intern transport). Zij worden optioneel ondersteund door afdeling Business Development van gegevens. De daadwerkelijke implementatie zal onder leiding en verantwoordelijkheid van deze Centrale Diensten, op alle locaties worden uitgevoerd.
Energiebeleid en doelstellingen Directie Jongeneel Arnold Koomen
CO2 coordinator ??VACATURE??
Elektriciteit, aardgas en wagenpark Facilitaire zaken Han van Rooijen
Rapportage Centrale administra Leen Pols
Extern en intern transport Logistie Bas Franken
Analyse Lilian Muetstege
Implementatie Jongeneel Vestigingen (HC & KC) (Michael Verschuren)
Implementatie DC/LD (Bas Franken)
Implementatie Heuvelman Groep (Ewoud Goedgebuure)
Implementatie RET/HAGEPRO (Mark Saturday)
Implementatie Jongeneel Servicekantoor (Michael Verschuren)
Figuur 1. Energie management organisatie Jongeneel BV
7. Energie management systeem Het energie management systeem volgens EN 50001 is gebaseerd op de methodologie die bekend staat als Plan, Do, Check en Act. De EN 16001 bevat alleen eisen die objectief kunnen worden gemeten. Het model dat voor de norm wordt gehanteerd is vergelijkbaar met die van andere management systemen en kunnen daar desgewenst ook aan worden aangepast. In figuur 2 is het energie management systeem beschreven zoals het toegepast wordt bij Jongeneel.
Energiebeleid
6
Het energiebeleid van Jongeneel BV is beschreven in hoofdstuk 2. Het energiebeleid wordt vastgesteld tijdens een Directievergadering. Doelstellingen en maatregelen De CO2 reductiedoelstellingen en maatregelen van Jongeneel zijn beschreven in hoofdstuk 3 en 4. De doelstellingen en maatregelen worden vastgesteld tijdens een Directievergadering. Implementatie De implementatie van de maatregelen vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiomanagers, die daarbij ondersteund worden door de centrale diensten logistiek (extern en intern transport) en facilitaire zaken (elektriciteit, aardgas en wagenpark).
Continue verbetering
Energiebeleid
Doelstellinge n en maatregelen Management review
Implementati e
Interne audit
Check
Meten en rapporteren
Corrigerende en preventieve Figuur 2. Energie management proces Jongeneel
7
Meten en rapporteren De centrale administratie van Jongeneel meet en rapporteert een keer per 6 maanden het significante (vergelijkbaar met laatste emissie inventaris) energieverbruik en de bijbehorende CO 2 emissies. Gebruik makend van de emissiefactoren die worden aanbevolen in het handboek van de CO 2 prestatieladder (tabel 6). Ieder kwartaal wordt vastgesteld in hoeverre het werkelijke energieverbruik zich ontwikkelt ten opzichte van de doelstelling.
Emissiebron
Eenheid
kg CO2 per eenheid
Aardgas
Nm
3
1,825
Elektriciteit (grijze stroom, andere leverancier)
kWh
0,455
Benzine
l
2,780
Diesel
l
3,135
LPG
l
1,860
Personenauto (brandstoftype niet bekend)
km
0,210
Kerosine (<700 km)
km
0,275
Kerosine (700-2.500 km)
km
0,200
Kerosine (>2.500 km)
km
0,135
Tabel 6. Emissiefactoren CO2 prestatieladder handboek 2.2 Check Eens per jaar wordt in een MT vergadering de voortgangsrapportage van energieverbruik en CO2 emissies behandeld. Dit wordt eveneens tijdens een Directievergadering verzorgd. Bijsturen Wanneer uit de rapportage blijkt dat het werkelijke verbruik afwijkt van de doelstelling, zal tijdens een Directie overleg worden besloten om binnen een kwartaal corrigerende en preventieve maatregelen te treffen. Interne audit Eens per jaar zal een interne auditor het energie management proces stap voor stap nalopen en toetsen of de procesbeschrijvingen nog voldoen aan het energiebeleid, de CO2 reductiedoelstellingen, de CO2 reductiemaatregelen en het energiemanagement programma. Bovendien wordt nagegaan of het energie management systeem voldoende doeltreffend wordt geïmplementeerd. Management review Eens per jaar zal tijdens het MT-overleg het energie management systeem beoordeeld worden om ervoor te zorgen dat dit bij voortduring geschikt, adequaat.
8