ENERGIE MANAGEMENT PROGRAMMA
Opdrachtgever
:
Directie
Project
:
W999176
Opgesteld
:
RBE
Gecontroleerd
:
KVV
Vrijgegeven
:
EW
Referentie
:
Energie Management Programma_extern.docx
Versie
:
1.0
Status
:
Definitief
Datum
:
4 september 2012
Postbus 412 5240 AK Rosmalen
Burg. Burgerslaan 44/30 5245 NH Rosmalen
T (073) 521 64 00 F (073) 522 05 58
E
[email protected] I www.wagemaker.nl
Directie W999176
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING ..........................................................................................................1
2.
REDUCTIEDOELSTELLINGEN .........................................................................2
3.
PLAN VAN AANPAK..........................................................................................3 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6.
4.
DEELNAME AAN- EN INITIATIE VAN INITIATIEVEN ......................................7 4.1. 4.2. 4.3.
5.
MAATREGELEN VOOR BEHALEN VAN DE REDUCTIEDOELSTELLING MET BETREKKING TOT SCOPE 1 VERBRUIK ........................................................................................................... 3 MAATREGELEN VOOR BEHALEN VAN DE REDUCTIEDOELSTELLING MET BETREKKING TOT SCOPE 2 VERBRUIK ........................................................................................................... 4 PROJECTEN MET GUNNINGSVOORDEEL ................................................................................ 5 INFORMATIEBEHOEFTE ....................................................................................................... 5 MONITORING EN METING .................................................................................................... 5 AFWIJKINGEN, CORRIGERENDE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN ............................................ 6 AFGERONDE DEELNAMES ................................................................................................... 7 LOPENDE DEELNAMES ....................................................................................................... 7 NIEUWE DEELNAME(S) ....................................................................................................... 7
VERANTWOORDELIJKHEDEN EN TAAKSTELLINGEN .................................8 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
ALGEMENE BESCHRIJVING VERANTWOORDELIJKHEDEN ......................................................... 8 MAATREGELEN ................................................................................................................. 8 INITIATIEVEN ..................................................................................................................... 8 PROJECTEN MET GUNNINGSVOORDEEL ................................................................................ 9
Energie Management Programma_extern.docx
4 september 2012
blad II
Directie W999176
1.
INLEIDING Het Energie Management Programma is de resultante van de volgende documenten: Kwaliteitsmanagementplan; Communicatieplan; Energie Audit Verslag; Periodieke rapportage. Het beschrijft wat Wagemaker zich ten doel stelt op het gebied van CO2-reductie en hoe zij deze doelstellingen wil bereiken. Tevens beschrijft het Programma de deelname aan sectorinitiatieven in hoofdstuk 5.
Energie Management Programma_extern.docx
4 september 2012
blad 1 / 9
Directie W999176
2.
REDUCTIEDOELSTELLINGEN De meest materiële emissies, zoals bepaald in het Energie Audit verslag, zijn gebruikt om de reductiedoelstelling vorm te geven. Om in de dagelijkse praktijk ook daadwerkelijk tot reducties te komen heeft de reductiedoelstelling ook betrekking op de projecten. De doelstelling luidt: "Wagemaker stelt zich ten doel haar CO2-verbruik per medewerker terug te brengen naar minder dan 4 ton per medewerker per jaar in de periode 2012 tot en met 2017." Het Plan van Aanpak in het volgende hoofdstuk beschrijft welke maatregelen er getroffen worden om deze reductiedoelstellingen te behalen binnen de organisatie en binnen de projecten.
2.1.
REDUCTIEDOELSTELLINGEN SCOPE 1 EN 2 Bovenstaande algemene reductiedoelstelling is uitgesplitst naar een aparte doelstelling voor scope 1 en een aparte doelstelling voor scope 2: De doelstelling voor het scope 1 verbruik heeft betrekking op het brandstofverbruik van het wagenpark (emissiestroom "Diesel en Euro 95"): "Wagemaker stelt zich ten doel uiterlijk in 2017 het gemiddelde werkelijke verbruik (aantal liters/100 km) met 10% te reduceren ten opzichte van 2011". De doelstelling voor het scope 2 verbruik heeft betrekking op het elektraverbruik van het kantoor (emissiestroom "Elektriciteit"): "Wagemaker gaat bij de vervanging van grote toekomstige elektriciteitsverbruikers het CO2-verbruik meenemen als criterium bij de keuze".
2.2.
DOELSTELLING ALTERNATIEVE BRANDSTOFFEN EN GROENE STROOM Naast de bovenstaande reductiedoelstellingen heeft Wagemaker de ambitie om in 2013 volledig overgestapt te zijn op groene stroom. Daarnaast gaat Wagemaker met de gebouwbeheerder in overleg om andere opties met betrekking tot installaties en alternatieve brandstoffen te onderzoeken (zie voor meer informatie §3.2.).
Energie Management Programma_extern.docx
4 september 2012
blad 2 / 9
Directie W999176
3.
PLAN VAN AANPAK Dit plan van aanpak beschrijft de maatregelen die in de periode september 2012 tot en met december 2017 getroffen worden om de reductiedoelstelling te behalen. Hierbij is specifiek aandacht voor de wijze waarop deze maatregelen ingezet worden binnen de projecten. De redenen dat voor onderstaande maatregelen gekozen is, is dat zij toegevoegde waarde hebben voor de bedrijfsvoering van Wagemaker en haar medewerkers. Ze verhogen de bewustwording (kennis), de veranderingsbereidheid (houding) en het gedrag van medewerkers enerzijds. Anderzijds zorgen ze voor een aangenamere werkomgeving en een hoger netto salaris. Zowel direct als indirect. Direct vanwege de lagere bijtelling van energiezuinigere leaseauto's. Indirect vanwege kostenbesparingen welk deels ten goede (kunnen) komen aan de medewerkers.
3.1.
MAATREGELEN VOOR BEHALEN VAN DE REDUCTIEDOELSTELLING MET BETREKKING TOT SCOPE 1 VERBRUIK 1. Medewerkers (laten) trainen in energiezuiniger rijden; – Deze maatregel heeft betrekking op de emissiestroom "Diesel en Euro 95"; – De waarde, in CO2, die gemoeid is met deze emissie is: 192,5 ton CO2 in 2011; – De middelen waarmee en het tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt, zijn: In 2013 opnemen in inwerkprogramma nieuwe medewerkers met bedrijfsauto; cursus inplannen per vier nieuwe medewerkers. – De projecten waarin deze maatregel wordt ingezet zijn: Alle projecten waarin een of meerdere medewerkers ingezet worden die een bedrijfsauto rijden. 2. Medewerkers informeren over de verbruiksgegevens per bedrijfsauto; – Deze maatregel heeft betrekking op de emissiestroom "Diesel en Euro 95". – De waarde, in CO2, die gemoeid is met deze emissie is: 192,5 ton CO2 in 2011; – De middelen waarmee en het tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt, zijn: Medewerkers met ingang van 2013 periodiek informeren over verbruiksgegevens. – De projecten waarin deze maatregel wordt ingezet zijn: Alle projecten waarin een of meerdere medewerkers ingezet worden die een bedrijfsauto rijden. 3. Medewerkers actief informeren over voordelen van regelmatige bandenspanningcontrole; – Deze maatregel heeft betrekking op de emissiestroom "Diesel en Euro 95"; – De waarde, in CO2, die gemoeid is met deze emissie is: 192,5 ton CO2 in 2011; – De middelen waarmee en het tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt, zijn: Gelijktijdig met informeren medewerkers over verbruiksgegevens (zie maatregel 2); standaardtekst opnemen inzake bandenspanning; Onderzoeken of bij bandenwissel, dan wel onderhoudsbeurt, bandenspanning door garagist kan worden doorgegeven aan berijder.
Energie Management Programma_extern.docx
4 september 2012
blad 3 / 9
Directie W999176
–
De projecten waarin deze maatregel wordt ingezet zijn: alle projecten waarin een of meerdere medewerkers ingezet worden die een bedrijfsauto rijden. 4. Het wagenpark gefaseerd vervangen door zuinigere (Peugeot) modellen; – Deze maatregel heeft betrekking op de emissiestroom "Diesel en Euro 95"; – De waarde, in CO2, die gemoeid is met deze emissie is: 192,5 ton CO2 in 2011; – De middelen waarmee en het tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt, zijn: Autoregeling aanpassen waarbij voorkeur A-label auto's wordt uitgesproken. – De projecten waarin deze maatregel wordt ingezet zijn: alle projecten waarin een of meerdere medewerkers ingezet worden die een bedrijfsauto rijden. 5. Onderzoeken op welke wijze het Smartboard video-conferencing kan faciliteren; – Deze maatregel heeft betrekking op de emissiestroom "Diesel en Euro 95"; – De waarde, in CO2, die gemoeid is met deze emissie is: 44 ton CO2 in 2011; – De middelen waarmee en het tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt, zijn: Onderzoek uit te voeren 2013, 2014. – De projecten waarin deze maatregel wordt ingezet zijn: Alle projecten. Het betreft een projectoverstijgende maatregel. 6. Energiebewustzijn van medewerkers verhogen; – Deze maatregel heeft betrekking op alle emissiestromen; – De waarde, in CO2, die gemoeid is met deze emissie is: 262 ton CO2 in 2011; – De middelen waarmee en het tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt, zijn: Inventarisatie milieubesparende maatregelen door medewerkers, eens per 18 maanden; Communicatie omtrent CO2-prestatieladder conform vereisten en Communicatieplan. – De projecten waarin deze maatregel wordt ingezet zijn: Alle projecten. Het is een projectoverstijgende maatregel.
3.2.
MAATREGELEN VOOR BEHALEN VAN DE REDUCTIEDOELSTELLING MET BETREKKING TOT SCOPE 2 VERBRUIK 1. Onderzoeken op welke wijze printers, de plotter en printpapier energie-efficiënter ingezet kunnen worden; – Deze maatregel heeft betrekking op de emissiestroom "Elektriciteit"; – De waarde, in CO2, die gemoeid is met deze emissie is: 44 ton CO2 in 2011; – De middelen waarmee en het tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt, zijn: Implementatie verbetervoorstellen 2011 in 2013. – De projecten waarin deze maatregel wordt ingezet zijn: Alle projecten. Het betreft een projectoverstijgende maatregel. 2. Wijzigen elektriciteitcontract naar levering van groene stroom; – Deze maatregel heeft betrekking op de emissiestroom "Elektriciteit"; – De waarde, in CO2, die gemoeid is met deze emissie is: 44 ton CO2 in 2011; – De middelen waarmee en het tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt, zijn:
Energie Management Programma_extern.docx
4 september 2012
blad 4 / 9
Directie W999176
Overleg met verhuurder starten in 2012. – De projecten waarin deze maatregel wordt ingezet zijn: Alle projecten. Het betreft een projectoverstijgende maatregel. 3. Energiebewustzijn van medewerkers verhogen; – Deze maatregel heeft betrekking op alle emissiestromen; – De waarde, in CO2, die gemoeid is met deze emissie is: 262 ton CO2 in 2011; – De middelen waarmee en het tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt, zijn: Inventarisatie milieubesparende maatregelen door medewerkers, eens per 18 maanden; Communicatie omtrent CO2-prestatieladder conform vereisten en Communicatieplan. – De projecten waarin deze maatregel wordt ingezet zijn: Alle projecten. Het is een projectoverstijgende maatregel. 4. Onderzoek aanpassing installaties in (huur)pand; – Deze maatregel heeft betrekking op emissiestromen `Elektra' en `Aardgas' (Scope 1, voor de leesbaarheid samen opgenomen in één maatregel); – De waarde, in CO2, die gemoeid is met deze emissie is: 55 ton CO2 in 2011; – De middelen waarmee en het tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt, zijn: Overleg met verhuurder over mogelijkheden tot wijzigen of vervangen gebouwgebonden installaties in 2012 en 2013; Onderzoek plaatsing zonnecellen (2013). – De projecten waarin deze maatregel wordt ingezet zijn: Alle projecten. Het is een projectoverstijgende maatregel. 3.3.
PROJECTEN MET GUNNINGSVOORDEEL Er lopen nog geen (maatregelen met betrekking tot) projecten met gunningsvoordeel.
3.4.
INFORMATIEBEHOEFTE Het is op voorhand niet precies duidelijk welke informatie nodig is om bovenstaande maatregelen in te voeren. In een kleine organisatie als die van Wagemaker is meer dan voldoende ruimte, kennis, kunde en autonomie van de verantwoordelijke aanwezig om de informatie te verkrijgen die nodig is om de maatregel effectief uit te voeren. De verbetering van de betrouwbaarheid (data, berekeningswijze) van de bijdrage van elke maatregel aan de realisatie van de reductiedoelstellingen vindt, indien nodig, plaats gelijktijdig met de jaarlijkse revisie van dit plan.
3.5.
MONITORING EN METING Zie het "Kwaliteitsmanagementplan".
Energie Management Programma_extern.docx
4 september 2012
blad 5 / 9
Directie W999176
3.6.
AFWIJKINGEN, CORRIGERENDE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN Zie het "Kwaliteitsmanagementplan".
Energie Management Programma_extern.docx
4 september 2012
blad 6 / 9
Directie W999176
4.
DEELNAME AAN- EN INITIATIE VAN INITIATIEVEN In het Energie Audit verslag is een overzicht gegeven van de huidige initiatieven binnen de sector op het gebied van energie- en CO2-reductie. Op basis van de informatiebehoefte die voor aankomende periode is vastgesteld (zie § 3.4.) is gekozen om deel te (blijven) nemen aan de volgende initiatieven.
4.1.
AFGERONDE DEELNAMES Op dit moment (6-8-2012) niet van toepassing.
4.2.
LOPENDE DEELNAMES Op dit moment (6-8-2012) niet van toepassing.
4.3.
NIEUWE DEELNAME(S) Wagemaker gaat deelnemen aan twee initiatieven: 1. STUTECH STUFIB studiegroep 61 "Duurzaamheid"; 2. The green deal Duurzaam Beton van MVO Nederland. Initiatief 1 Het eerste initiatief heeft tot doel de huidige stand van inzichten te bepalen met betrekking tot het reduceren van CO2 in relatie tot het gebruik van beton (Fase A). Hierbij wordt gekeken naar reeds toegepaste methodes en te ontwikkelen mogelijkheden met betrekking tot het reduceren van CO2, waarbij ook andere milieueffecten niet uit het oog verloren worden. Van deze items worden het te behalen effect (embodied CO2), de ervaringen en de knelpunten onderzocht. In Fase B zal de Carbon Foot Print (CFP) voor gebruik van het materiaal beton mede worden onderzocht op invloedsfactoren vanuit ontwerpkeuzes. Op de bijeenkomst van 10 oktober 2012 wordt Fase A afgesloten en Fase B opgestart. Wagemaker wil graag een bijdrage leveren aan het constructief doorrekenen van de casussen zoals die in concept gemaakt zijn in Fase A. Initiatief 2 Het MVO (Nederland) Netwerk Beton behelst alle schakels in de Nederlandse betonketen en gaat niet alleen over het product beton, maar ook over betonnen constructies. Door samen te werken in het Programma Verduurzaming Betonketen wil de sector verdergaande stappen nemen. Dit programma is in oktober 2011 gelanceerd. Het MVO Netwerk Beton verbindt zo'n 20 partners die samen de programmadoelstelling realiseren, namelijk: de hele betonketen verduurzamen. Belangrijke thema’s zijn energiegebruik en emissie. Wagemaker wil graag vanuit de insteek `betonconstructies' een bijdrage leveren.
Energie Management Programma_extern.docx
4 september 2012
blad 7 / 9
Directie W999176
5.
VERANTWOORDELIJKHEDEN EN TAAKSTELLINGEN Het uitvoeren van het bovengenoemde Plan van Aanpak is belegd bij onderstaande functies binnen Wagemaker.
5.1.
ALGEMENE BESCHRIJVING VERANTWOORDELIJKHEDEN Deze zijn niet anders dan degene opgenomen in het (kwaliteits)managementsysteem van Wagemaker (TVB matrix 2011).
5.2.
MAATREGELEN
Maatregel Scope 1, maatregel Scope 1, maatregel Scope 1, maatregel Scope 1, maatregel Scope 1, maatregel Scope 1, maatregel Scope 2, maatregel
1 2 3 4 5 6 1
Scope 2, maatregel 2 Scope 2, maatregel 3 Scope 2, maatregel 4
5.3.
Verantwoordelijke Wagenparkbeheerder (P&O) Wagenparkbeheerder (P&O) Wagenparkbeheerder (P&O) Directie Disciplineleiders Directie Hoofd administratie en afdeling ICT Directie Directie Directie
Tijdsbestek zie maatregel zie maatregel zie maatregel zie maatregel zie maatregel zie maatregel zie maatregel
Beschikbare middelen zie maatregel zie maatregel zie maatregel zie maatregel zie maatregel zie maatregel zie maatregel
zie maatregel zie maatregel zie maatregel
zie maatregel zie maatregel zie maatregel
INITIATIEVEN
Initiatief STUTECH STUFIB studiegroep 61 "Duurzaamheid"
Verantwoordelijke Paul van Wijnen
Tijdsbestek vanaf oktober 2012 t/m i.i.g. geheel 2013
The green deal Duurzaam Beton van MVO Nederland
Erik Wagemaker
vanaf oktober 2012
Beschikbare middelen Gemiddeld 16 uur per maand. Dit is mede afhankelijk van de benoemde acties.* -lidmaatschap MVO Nederland € 375,- p/jr -deelname aan werkgroep € 750 p/jr - gemiddeld 16 uur per maand. Dit is mede afhankelijk van de benoemde acties.**
* Wagemaker stelt een budget beschikbaar aan de initiatiefgroep, naast uren van bovenstaande medewerker, voor de periode oktober 2012 tot en met 2013;
Energie Management Programma_extern.docx
4 september 2012
blad 8 / 9
Directie W999176
** Afhankelijk van de benoemde acties zal Wagemaker kennis inbrengen. Op dit moment is nog niet duidelijk welke kennis gevraagd wordt en dus ook nog niet welke medewerker namens Wagemaker afgevaardigd wordt. 5.4.
PROJECTEN MET GUNNINGSVOORDEEL
Project nog niet van toepassing
Verantwoordelijke
Energie Management Programma_extern.docx
Tijdsbestek
4 september 2012
Beschikbare middelen
blad 9 / 9