PROFIELWERKSTUK VWO 2015-2016
Beste 5 VWO-er, Onderdeel van je eindexamen is het maken van een profielwerkstuk (kortweg PWS). Het PWS vormt de afsluiting van een kennis- en vaardigheidsproces dat je gedurende de klassen 2 t/m 6 vwo bent doorlopen. In het PWS toon je als leerling aan dat je de volgende geleerde vaardigheden zo goed mogelijk beheerst:
Informatievaardigheid : je moet informatie kunnen verzamelen, ordenen en verwerken. Onderzoekvaardigheid: je moet laten zien of je een interview, een enquête of een wetenschappelijk proefje kan opzetten en uitvoeren. Samenwerkingsvaardigheid: je moet laten zien dat je samen met een medeleerling in staat bent een werkstuk te maken, waarbij je allebei evenveel inbreng in het gehele proces hebt gegeven. Communicatie- en presentatievaardigheid: je moet laten zien dat je alle gevonden informatie en gegevens netjes in een schriftelijk werkstuk kan verwoorden en bovendien tijdens een presentatie kan overbrengen aan publiek.
Het PWS is onderdeel van het combinatiecijfer op je examenlijst. In het VWO (Atheneum en Gymnasium) bestaat het combinatiecijfer uit 3 onderdelen: ANW, maatschappijleer en profielwerkstuk. Het onderzoek- schrijfproces wordt uitgevoerd in duo’s en heeft een studielast van 80 klokuren per persoon. Om alle uren bij te houden, vul je persoonlijk een logboek in ( zie bijlage 4), waarop je steeds de uren vermeld die je aan het PWS bezig bent en vooral wat je tijdens die uren doet. Dit logboek voeg je bij het uiteindelijke werkstuk als bijlage. Zonder logboek en afgetekend fase-formulier geen cijfer. Het PWS wordt gecontroleerd op plagiaat door je begeleidend docent. Het is dus niet de bedoeling dat je het hele internet overschrijft of de inhoud van een boek kopieert. In het PWS probeer je in je eigen woorden te beschrijven wat je juist op dat internet en in die boeken gevonden hebt over jouw onderwerp, oftewel de antwoorden op jouw deelvragen en je hoofdvraag. De eisen waaraan het pws moet voldoen verschillen per vak. Bij sommige vakken kan een presentatie kan onderdeel zijn van het pws. Maak direct bij aanvang een begin met je lijst van gebruikte boeken, websites en andere geraadpleegde bronnen; richtlijnen hiervoor vind je in bijlage 5. We beginnen aan het PWS tijdens de mentorles in week 41 ( 5 - 9 oktober). Donderdag 1 oktober en in de Groene week krijg je 3 instructie lessen over het opstellen van een wetenschappelijke vraag en de verslaglegging van je resultaten. Wanneer je vragen hebt tijdens het hele proces van het pws kun je altijd terecht bij je begeleidend docent, je mentor of de coördinator pws. Gebruik de mogelijkheid om te overleggen, want je verliest al snel onnodig punten als je niet communiceert. Veel succes. Mw. L.Landa, coördinator pws.
Aanmeldingsfase oktober 2015
Kies een vak met een minimale studielast van 440 uur waarvoor je het PWS wilt schrijven. Kies een onderwerp door een hoofdvraag te bedenken en een aantal deelvragen, waarmee je deze hoofdvraag gaat beantwoorden. Kies een begeleider en overleg met hem/haar je onderwerp, hoofdvraag en deelvragen. Lever het aanmeldingsformulier ( vergeet niet een kopie voor jezelf te maken) in bij de mentor vòòr 30 oktober, voorzien van de handtekening van je begeleider.(zie bijlage 1)
Fase 1 november - december 2015 Informatie zoeken over je onderwerp op internet, in boeken, tijdschriften, krantenbank etc. Overleg met je begeleider over gevonden materiaal en opzet pws Organiseer eventueel je proef die je wilt uitvoeren of het interview dat je in het PWS wilt verwerken. Zorg dat je de deelvragen stuk voor stuk met een tekst of ander resultaat gaat beantwoorden en maak een eerste ruwe opzet van je werkstuk. Bespreek de eerste ruwe versie met je begeleider. Laat je begeleider fase 1 aftekenen op je fase-formulier ( zie bijlage 2). Maak een kopie voor je mentor. Niet in orde doorgeven aan de coördinator pws. Fase 2 december 2015 – januari 2016 Regelmatig contact met de vakdocent; controle voortgang Beantwoorden hoofd- en deelvragen; proeven doen Eerste versie verslaglegging/resultaten overhandigen aan vakdocent De vakdocenten beoordelen de eerste versie en geven duidelijk aan in het werk wat er moet worden verbeterd. Teruggave en bespreking eerste versie door de vakdocent met de leerling. Aftekenen fase 2 door de begeleidend vakdocent. Niet in orde doorgeven aan de coördinator pws. Fase 3 februari – 15 april 2016 Inleveren definitieve versie van het pws. Een digitale versie via SOM mailen en een hard copy geven aan je begeleidende vakdocent Vakdocenten beoordelen de definitieve versie van het pws. Aftekenen fase 3 door de vakdocent. Niet in orde doorgeven aan de coördinator pws.
Presentatie Indien een presentatie van het pws door de leerling in of buiten de lessen vereist is , wordt dit in overleg met de begeleidend docent afgesproken. De leerling informeert de coördinator pws. Het pws moet voor de meivakantie in 2016 zijn afgerond.
Cijfers De docent deelt het cijfer mee aan de leerling. Cijfers worden door de vakdocent doorgegeven aan de cijfer administratie, de coördinator pws en aan de afdelingsleider.
Aanmeldingsfase Stap 1 Samen met je partner zoek je een onderwerp wat een link heeft met een vak (480 studielasturen) dat jullie beiden volgen. Zoek in de mediatheek en op internet of je voldoende informatie over jouw onderwerp kunt vinden. Je onderwerp moet goed ingeperkt, uitvoerbaar en uitnodigend zijn Stap 2 Wanneer je voldoende informatie gevonden hebt over het onderwerp, probeer je samen met je partner een hoofdvraag te formuleren. Er zijn verschillende soorten hoofdvragen: Beschrijvende vraag = op basis van onderzoek beschrijf je een situatie of persoon Vergelijkende vraag = je probeert overeenkomsten en/of verschillen over een onderwerp te onderzoeken Verklarende vraag = je zoekt antwoord op de vraag:” Hoe komt het dat …..”. Evaluatieve vraag = je geeft een oordeel over een onderwerp Voorspellende vraag = je onderzoekt een mogelijke uitkomst van een onderwerp Probleemoplossende vraag = je probeert met behulp van onderzoek een oplossing voor een probleem te vinden. In een onderzoeksvraag kan je woorden verwerken zoals: Wie, wat, waar, welke, wanneer, hoe, waarom, waardoor, waarvoor, waarmee of waartoe. Tijdens het zoekproces naar informatie kan het zijn dat je tot de ontdekking komt dat je de hoofdvraag moet aan passen, bijvoorbeeld om dat de vraag te ruim gesteld is. Als je de onderzoeksvraag hebt geformuleerd, maak je een afspraak met je begeleider om je vraag te laten controleren. Vervolgens ga je de deelvragen bedenken, waarmee je uiteindelijk het antwoord op je hoofdvraag gaat geven. Deelvragen kunnen bijvoorbeeld zijn: Wat is de gangbare definitie? Welke kenmerken heeft het? Waaruit bestaat het? Welke soorten of onderdelen zijn er te onderscheiden? Waaraan is het tegengesteld? Wanneer is het begonnen of geëindigd? Waar komt het vandaan? Hoe is het ontstaan?
Welke voorwaarden of omstandigheden maken het mogelijk? Welke maatregelen vereist het? Welke gevolgen heeft het? Welke doel dient het? Wat zijn de voordelen of nadelen? Wie of wat is erbij betrokken? Hoe ontwikkelt het zich?
Als je de deelvragen hebt geformuleerd, laat je deze ook controleren door je begeleider en laat je hem/haar het aanmeldingsformulier voor de mentor ondertekenen (bijlage 1).
Stappenplan fase 1, 2 en 3 Stap 1 Je gaat met je partner aan de slag met je hoofd- en deelvragen. Allereerst maken jullie een schema ( zie bijlage 3) waarin je samen vastlegt wie zich op welke deelvragen concentreert. Zet in het schema ook een tijdstip waarop jullie allebei de deelvragen af moeten hebben. Stap 2 Vervolgens gaan jullie individueel aan de slag met het beantwoorden van de toebedeelde deelvragen. Begin je zoektocht bij gemakkelijk toegankelijke informatiebronnen zoals bijvoorbeeld google.nl. Ook kunt je via de mediatheekcomputers toegang krijgen tot de nationale krantenbank, waar je met trefwoorden goede informatie vindt. Vergeet niet dat goede informatie ook gewoon uit boeken kan komen. De schrijver heeft meestal al een selectie gemaakt uit veel informatie die relevant is. Noteer altijd direct de volledige gegevens van de internetsites, kranten, tijdschriften en boeken waaruit je informatie haalt. Het PWS moet een volledige literatuurlijst bevatten waarin je aangeeft waar je de informatie vandaag gehaald hebt (bijlage 4). Stap 3 Zorg dat je de antwoorden op je deelvragen in je eigen woorden schrijft en dus niet letterlijk over neemt van internet of uit boeken, tijdschriften of kranten. Sla je stukken tekst op een USB stick op, zodat je ook thuis aan het PWS kan werken.
Zorg dat je elke fase zorgvuldig doorloopt, voldoende contact houdt met je begeleider en hem/haar het fase-formulier steeds laat aftekenen. Hierdoor voorkom je ook dat je in tijdnood komt, wanneer er achteraf delen van je PWS door je begeleider worden afgekeurd.
Vergeet niet je logboek bij te houden!!!!
( bijlage 5)
BIJLAGE 1 Aanmeldingsformulier profielwerkstuk VWO Begeleidend docent: Vak: Hoofdvraag
Deelvragen
Hypothese/verwachtingen
Werkwijze/ methode
Taakverdeling
BIJLAGE 2 FASE AFTEKENFORMULIER PWS 2015-2016 Naam leerling: ________________________________
Naam begeleidend docent: ______________________
Datum
Beoordeling docent
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Presentatie (indien vereist)
Elke fase moet worden afgetekend door de docent en bij onvoldoende MOET de coördinator pws worden geïnformeerd door de docent!
BIJLAGE 3 Tijdplan Activiteit Plan van aanpak
Uitwerken deelvragen
Uitwerken hoofdvraag
Schrijven Conclusie
Schrijven Inleiding Uitvoeren interview of onderzoek Schrijven inhoudsopgave Schrijven bronnenlijst/ literatuurlijst
Wie
Wanneer
BIJLAGE 4 Bronnenlijst
Voorbeeld boeken Naam en Titel voorletter(s) auteur Briels, J. Pincode, onderbouw vwbo Voorbeeld Internet URL adres internetsite http://www.knmi.nl
Uitgeverij
Jaar van uitgave
Druk
Gebruikte bladzijde(n)
WoltersNoordhoff Groningen
2001
1e
50-71
Maker internetsite Het KNMI
Voorbeeld krant, tijdschrift of folder Titel artikel Naam krant, Datum van tijdschrift, folder verschijning OV-kaart blijft De Volkskrant 12-07-2004 behouden Voorbeeld televisie- of radioprogramma Naam programma Datum, tijdstip, omroep Het uur van de Wolf 17-06-2011, 19.30 uur, VPRO
Specifiek gebruikte info klimaatverandering
Gebruikte bladzijde(n) 4
Gebruikte minuten Min. 10-18
BIJLAGE 5 Fase
Datum
Logboek Tijd
Activiteit
Fase
Datum
Logboek Tijd
Activiteit
Fase
Datum
Logboek Tijd
Activiteit
Fase
Datum
Logboek Tijd
Activiteit