PROFIEL VAN DE P E O R G O O L R E D N E HO EN REN VAN NIEUWE KANS EË
SPECIALIST IN HET CR
TOT EEN OEP (DHG) UITGEGROEID IS DE HOENDERLOO GR R JAA 160 PEN ELO IN DE AFG M VOOR ISCH BEHANDELCENTRU NTIEEL, ORTHOPEDAGOG IDE RES , CH TIS LIS CIA SPE MEN. WE ZIJN EEN STIGE GEDRAGSPROBLE 18 JAAR MET ZEER ERN ERLOO JONGEREN VAN 10 TOT T VESTIGINGEN IN HOEND VOOR JEUGDZORG, ME G LIN TEL INS E ND RKE LANDELIJK WE KLEINE PLUS NAAST BIEDEN WE OP (JEUGDZORG ). DAAR LEN DEE EN ) RG ZO GD (OPEN JEU HEID VAN EEN EN. WANNEER DE VEILIG DE INSTELLINGSTERREIN N ITE BU RG ZO L AA SCH ITENLAND. ORZIENINGEN IN HET BU GT, ZIJN ER TEVENS VO JONGERE HIEROM VRAA
Verwijzende instanties vragen ons om, in het kader van ons open jeugdzorgaanbod, jongeren op te nemen met hulpvragen die zo complex zijn dat ze het reguliere aanbod in de regio (tijdelijk) overstijgen. Deze hulpvragen liggen vrijwel zonder uitzondering op het snijvlak van provinciaal gefinancierde residentiële Jeugdzorg, JeugdzorgPlus (gesloten), Justitiële zorg, orthopsychiatrische zorg (GGZ) en LVGzorg. Het gaat om jongeren op wie de afzonderlijke sectoren tot nog toe geen antwoord hebben. Ze vallen tussen wal en schip. Ons dossier- en vragenlijstonderzoek van de afgelopen jaren ondersteunt dit beeld. Aanvullend onderzoek laat zien dat de aard van de problematiek en de oorzaken verschillen; de gedragsproblematiek van jongeren in JeugdzorgPlus lijkt hardnekkiger en meer te worden veroorzaakt door kwetsbaarheden in de aanleg van de jongere dan bij jongeren in open jeugdzorg (Vermaes & Nijhof, 2014).
GEDRAGSPROBLEMEN DOOR OPEENSTAPELING VAN RISICO FACTOREN De jong
eren in onze Open Jeugdz org vertonen (zeer) ernstig e externaliserende gedragsproblemen. Dez e komen voort uit een opeenstapeling van risic ofactoren, in de jongere zelf en in hun sociale con text. Opvallend is het gebrek aan beschermende factoren. De belangrijkste risicof actoren in de jongere zelf zijn:
1. PSYCHIATRISCHE STO ORN
ISSEN
70% van de jongeren hee ft twee of meer comorbide psychiatrische DSM-IV diagnoses: gedragsstoornissen ODD /CD (61%), ADHD (35%), hechtingsstoornissen (32 %), autistisch spectrum stoornissen (21%), angstst oornissen (13%) en stemmingsstoornissen (7% ) (Vermaes, 2011).
2. LICHT VERSTANDELIJK
E BEPERKINGEN
Het gemiddelde IQ is 92 (range 73-122). Dat duidt erop dat een deel van de jongeren die DHG behandelt, binnen de DSM-IV categorie zwakbegaafd (IQ = 71-84) valt. (Vermaes, 2011).
3. RISICOVOL GEZONDHEI
DSGEDRAG
Excessief middelengebru ik (40%), seksueel overschrijdend gedrag (22 %) en zwerfgedrag (10%) (Vermaes, 2011).
65%
De gedragsproblematiek is bij 65% van de jongeren op vroege leeftijd begonnen. Alle jongeren hebben een lange, verbrokkelde carrière in de jeugdzorg van ambulante interventies (85%), residentiële zorg (85%) en pleegzorg (21%) (Vermaes, 2011).
35%
Uit onderzoek van de Universiteit van Leiden komt naar voren dat slechts 35% van de jongeren die bij De Hoenderloo Groep verblijft, nog niet eerder residentieel is behandeld (Scholte, Van der Ploeg, Vermaes & Frissen, 2011). Uit een vergelijkbaar onderzoek bij een regionale residentiële jeugdzorgaanbieder blijkt dat daar maar liefst 68% van de jongeren nog niet eerder residentieel is behandeld (Scholte, Van der Ploeg & Leloux-Opmeer, 2010).
68%
Deze onderzoeken lijken het beeld te bevestigen dat De Hoenderloo Groep een plek is waar jongeren worden behandeld bij wie eerdere behandelopties zijn mislukt. Naast de risicofactoren in het kind zelf, speelt ook de zwakke sociale context van de jongeren een rol. 69% van de jongeren komt uit gebroken gezinnen (Vermaes, 2011). In de meeste gezinnen is sprake van een zwak opvoedingsklimaat en armoede. De prevalenties fysieke mishandeling (30%), seksueel misbruik (12%) en verwaarlozing (20%) binnen het gezin zijn aanzienlijk. Ook heeft een belangrijk deel van de ouders psychiatrische problemen (moeders 46%, vaders 38%), verslavingsproblematiek (moeders 15%, vaders 14%) of problemen met politie/ justitie (moeders 17%, vaders 29%). Verder komen problemen met het informele sociale netwerk veel voor. Zo heeft 42% van de jongeren weinig of geen vrienden. Een kwart van de jongeren heeft problemen met de hulpverlening, huisvesting en financiële instanties.
s ke en vaak zelf Het is deze zwak akt le context, die ma bedreigende socia een n va en profiteren dat deze jonger ische ke en psycholog (tijdelijke) fysie men omgeving. Zij ko afstand met hun aan hun en gaan werken tot rust en kunn ontwikkeltaken.
DWARSVERBANDEN TUS SEN JEUGDZORG, GGZ EN LVG
De Hoenderloo Groep ond erscheidt leefklimaten met het accent op behand eling van ODD/CD, sociaal-cognitieve problem atiek (ADHD/ASS) en intra-psychische problem atiek (angst, depressie, PTSS). Leidend voor de orthopedagogische basisklimaten zijn de uitg angspunten van Riksen Walraven voor een optima al ontwikkelingsklimaat: emotionele steu n en responsiviteit, autonomie en ruimte, stru ctureren en grenzen stellen, informatie en uitl eg geven, begeleiden van interacties tussen jeug digen onderling, en stimuleren en begeleiden van interacties tussen ouders en kinderen (Jonge pier, Struijk, & Van der Helm, 2010). Dit klim aat bieden we in een omgeving met een sterke cohesie, waarin iederee n ondersteunend is aan de opvoedingsdoelen. Naast een sterk orthope dagogisch klimaat is een stevig behandelprogramm a met dwarsverbanden tussen de sectoren Jeu gdzorg, GGZ en LVGzorg noodzakelijk. Het bas isprincipe is dat de jeugdzorg gebruikmaakt van aanvullend aanbod vanuit de GGZ, wanneer psychiatrische expertise noodzakelijk is om belemm erende factoren in het ontwikkel- en leerpro ces van de jongere op te heffen. Andersom, maa kt de GGZ gebruik van het residentiële jeug dzorgaanbod en onze expertise op het gebied van orthopedagogische leefklimaten bij ernstige gedragsproblemen, om toe te komen aan behand eling van (ontwikkelings ) stoornissen. De Hoende rloo Groep werkt binnen Pluryn nauw samen met De Beele, Jan Pieter Heije en De Bolster, bij de ontwikkeling van het behandelaanbod voor jong eren met LVG.
4 MILIEUSVOORZIENING IN EEN UNIEKE, VEILIG E, PRIKKELARME OMGEV ING
Van oudsher beschikt De Hoenderloo Groep over een bosrijk terrein met woonhuizen, leefgroepen, scholen en vrijetijdsvoorzieningen. In deze prikkelarme om geving kan een jongere op eigen kracht tot ontwik keling komen, succeservaringen opdoen en de focus verschuiven van probleemgedrag naa r competenties. De unie ke omgeving maakt bovend ien dat we, ondanks ons open klimaat, maxima le veiligheid kunnen realiseren voor de jongere n. Het terrein kent geen hekken. Er wonen niet alle en jongeren, maar ook dorpsbewoners. Zij zijn al jaren gewend om met de jongeren samen te leve n. Dit maakt dat jongere n in een informele sociale context verkeren, waarin zij zich geaccepteerd en gesteund voelen door mensen die hen om niet een goed hart toedragen . Dat is voor veel jongere n een waardevolle ervaring, die ze vaak heb ben ontbeerd. Niemand schrikt van incidenten en iedereen weet om te gaan met situaties waarin jongeren terugvallen in negatieve gedragsstr ategieën. Leren is een kwestie van vallen en ops taan!
ONZE PLEK OP DE SOCIALE KAART
DUURZAME SAMENWERKING MET DE WETENSCHAP VOOR EFFECTIEVE ZORG
De Hoenderloo Groep ontwikkelt behandelprogramma’s met behulp van het zorgevaluatiemodel (Veerman, 2007). Dit betekent dat we sinds 2003 samen met de Radboud Universiteit bouwen aan een behandelaanbod dat in een permanente cyclus wordt gemonitord met behulp van Routine Outcome Measuring en followup onderzoek. Dankzij dit onderzoek weten we dat onze behandeling, ondanks de zwaarte van de doelgroep, steeds succesvoller is. Ons follow-up onderzoek tot anderhalf jaar na de behandeling laat al jaren een stabiel beeld zien. De meeste jongeren hebben een vaste woonplek, goed contact met thuis, werk of gaan naar school en hebben geen contact met politie (Kroes & Brunt, 2009). Uit de rapportages in ons ROM-systeem, op vragenlijsten van ouders, jongeren, groepsleiding en leerkrachten blijkt dat er een significante afname van externaliserende en internaliserende gedragsproblemen is na een jaar behandeling door De Hoenderloo Groep bij 42% tot 60% van de jongeren (Scholte, Van der Ploeg, Vermaes & Frissen, 2012). Belangrijker is dat de competenties van jongeren significant versterken; er treden sterke verbeteringen op in de omgang met leeftijdgenoten (effectgrootte = 0,8), volwassenen en gezag (effectgrootte = 0,8) 1) 1) Effectgroottes Cohen’s D: vanaf 0,2 = klein effect, vanaf 0,5 = middelgroot effect, vanaf 0,8 = groot effect.
Samenvattend bieden we met onze Open Jeugdzorg een goed alternatief voor of vervolg op zwaardere vormen van behandeling in gesloten settings zoals JeugdzorgPlus, orthopsychiatrie en JJI’s. Op de sociale kaart zijn wij een onmisbare schakel in de leemte tussen de regionale jeugdzorg en zwaardere gesloten vormen van behandeling. Wij zijn hiertoe in staat omdat we beschikken over duurzame competenties: 1. EEN ZEER STERK ORTHOPEDAGOGISCH KLIMAAT
dat zijn oorsprong vindt in een lange historie van hulpverlening en zich manifesteert in deskundige professionals met lef, reflectief vermogen en betrokkenheid. 2. SCHAALGROOTTE waardoor jongeren met
gedeelde complexe combinaties van hulpvragen toch kunnen profiteren van een gedifferentieerd specialistisch behandelaanbod. 3. EEN 4-MILIEUSAANBOD van zorg, onderwijs,
werk en vrije tijd, aangevuld met intersectorale behandelmogelijkheden vanuit de GGZ en LVG-sectoren. 4. EEN PRIKKELARM, BOSRIJK TERREIN met
leefgroepen en woonhuizen, waardoor er een informele ondersteunende sociale context is gegroeid van mensen die gewend zijn om te interacteren met jongeren met gedragsproblemen. 5. DUURZAME SAMENWERKING MET DE WETENSCHAP,
om onze effectiviteit systematisch te monitoren en innovatieve interventies te ontwikkelen en testen.
RUIMTE CREËREN OM AAN ONTWIKKELTAKEN TE WERKEN Daar waar niemand meer uit de voeten kan met deze jongeren, is De Hoenderloo Groep specialist in het creëren van nieuwe kansen, met respect voor de zelfregie van de jongere. Dit doen wij in een veilige leefomgeving. Hier motiveren we jongeren tot het oppakken van hun ontwikkeltaken en het (h)erkennen van de competenties en risicofactoren die moeten worden aangepakt. Op deze wijze doorbreken we een trend van een meer verharde aanpak, waarin de focus alleen nog maar ligt op het beheersen van agressie. In plaats daarvan creëren we letterlijk en figuurlijk ruimte voor jongeren, om te gaan werken aan hun ontwikkeltaken. Enerzijds vergt deze ambitie een effectieve specialistische behandeling, bestaande uit een gebalanceerd orthopedagogisch basisklimaat, interdisciplinaire diagnostiek en een breed aanbod van werkzame therapieën, trainingen en gezinsinterventies. Anderzijds kan behandeling voor deze jongeren alleen slagen wanneer die plaatsvindt in een prikkelarme 4 milieusvoorziening. De verbinding tussen wonen, school, arbeidsintegratie en vrije tijd zorgt voor reële kansen op ontwikkeling. De jongeren hebben zoveel faalervaringen achter de rug, dat zij behoefte hebben aan een integrale aanpak, waarbij ze op alle levensgebieden ondersteuning ondervinden.
GEDIFFERENTIEERD AANBOD VAN SPECIALISTISCHE BEHANDELING Het doel van onze behandeling is om samen met de jongere, zijn ouders/verzorgers en/of andere belangrijke personen in zijn leven, een keerpunt teweeg te brengen in de richting van een positief leeren ontwikkelingsperspectief. Jongeren met comorbide problematiek vormen binnen de jeugdzorg de meest kwetsbare groep (Junger, Mesman, & Meeus, 2003). Bij de meeste residentiële jeugdzorgaanbieders is in beperkte mate sprake van differentiatie in het behandelaanbod voor jongeren met comorbiditeit, terwijl een specialistische aanpak effectiever is (Harder, Knorth, & Zandberg, 2006). Dit heeft te maken met schaalgrootte. De Hoenderloo Groep neemt op landelijke schaal jongeren met complexe hulpvragen op.
Dat biedt mogelijkheden om differentiaties te maken in specialistische behandellijnen, die aansluiten bij de hulpvragen van jongeren en ouders. Dit vraagt een continu meebewegen met de hulpvragen die op ons afkomen. Tijdens de behandeling analyseren we daarom voortdurend – en diepgaand – wat de kern van specifieke combinaties van problemen is. We zoeken steeds naar nieuwe aanknopingspunten voor behandeling.
le rust een ngeren in al Zo kunnen jo perspectief maken. Een t ar st we eu ni ject, na t vervolgtra dat zij in he erloo Groep bij De Hoend g lin e nd ha be lp, succesvol ds minder hu en met stee en in de illen vasthoud kunnen en w samenleving.
REFERENTIES
n in K. Flipse (2012) in kenmerken van jeugdige Plus? Onderzoek naar verschillen org it gdz site ver Jeu Uni rom d bou Waa Plus egen: Rad dzorg en Jeugdzorg . Nijm de open residentiële jeug Orthopedagogiek. Nijmegen, Masterthesis & T. Zandberg (2006) rth Kno . E.J A.T. Harder, naar de doelgroep, ld: Een overzichtsstudie bee Residentiële jeugdzorg in P. SW : . Amsterdam werkwijzen en uitkomsten & P. van der Helm (2010) goed N. Jongepier, M. Struijk uitgangspunten voor een de residentiële zorg: Zes Pedagogisch handelen in . gd en Co/Kennis 4(1), 9-18 pedagogisch klimaat. Jeu W. Meeus (2003) & n ma Mes M. Junger, J. ntie, risicofactoren en bij adolescenten: Prevale oek Psychosociale problemen (2009). Follow-up onderz L. nt, Bru & G., cum. Kroes, De en: meg preventie. Assen: Van Gor /Nij rloo nde Hoe Resultaten 2003-2008. in De Hoenderloo Groep: on. ktik Pra ep/ Gro Hoenderloo meer (2010) der Ploeg & H. Leloux-Op E.M. Scholte, J.D. van n en werkwijze van Horizon epe lgro Doe rg: tiële jeugdzo . Effectiviteit in de residen siteit Leiden/Nippo/DHG ver . Leiden/Amsterdam: Uni 11) (20 (Eerste tussenrapportage) es & K. Frissen der Ploeg, I.P.R. Verma De E.M. Scholte, J.D. van lgroepen en werkwijze van Doe rg: dzo jeug tiële Effectiviteit in de residen dam/Hoenderloo: ster Am en/ Leid . ge) orta tussenrapp Hoenderloo Groep (Eerste DHG. Universiteit Leiden/Nippo/ K. Frissen (2012) Op weg Ploeg, I.P.R. Vermaes & der van . J.D , E.M. Scholte ie van de ontwikkeling na luat dentiële jeugdzorg: Eva dam/ naar effectiviteit in de resi rloo Groep. Leiden/Amster andeling door De Hoende een jaar residentiele beh Leiden/Nippo/DHG. Hoenderloo: Universiteit (2013) Ploeg & I.P.R. Vermaes der van . J.D , ng van E.M. Scholte evaluatie van de ontwikkeli Een rg: dzo jeug tiële na jaar half Effectiviteit in de residen een follow-up en rloo Groep bij de tweede jeugdigen bij De Hoende . DHG rloo: Universiteit Leiden/ vertrek. Leiden/Hoende 07) (20 n dzorg J.W. Veerma in de praktijk van de jeug als kader voor onderzoek th you of e ctic Een zorgevaluatiemodel pra arch in the as a framework for rese [A care evaluation model on. care]. Nijmegen: Praktik 11) (20 es ma I.P.R. Ver ndboek. Hoenderloo: rapport). In Kwaliteitsha Doelgroepanalyse (intern De Hoenderloo Groep. of (2014) tiële jeugdzorg? I.P.R. Vermaes & K.S. Nijh open residen Plus anders dan jongeren in de Zijn jongeren in Jeugdzorg ). ek & Praktijk, 52 (januari Orthopedagogiek: Onderzo
POSTBUS 73 7350 AB HOENDERLOO
E
[email protected] I
WWW.DEHOENDERLOOGROEP.NL
DHG IS ONDERDEEL VAN PLURYN
3196-DHG0115092
T 055 - 378 88 00