6 maart 2013
Praktische manieren om de differentiëren bij rekenen 6 maart 2013 Trainer: Maartje Weterings
Inhoud van de workshop • Begrip differentiëren • Kennismaken met verschillende manieren van differentiëren • Toepassen van differentiatievormen in de rekenles • Denkvaardigheden
1
6 maart 2013
Afspraken • StilteTeken • Stemvolumes – Liniaalstem – Teamstem – Groepsstem
• Genummerde plaatsen
Mix-Tweetal-Gesprek Rondlopen op muziek Stopt de muziek: 1. 2. 3. 4.
Hand omhoog Partner gevonden, samen hand omlaag 1 over… een drietal Vraag met DenkTijd
2
6 maart 2013
Teams
Drie Stappen Interview 1. TekenTijd 2. Met je schoudermaatje: Tweetal Interview Op Tijd 3. RondPraat: vertel wat je van je partner te weten bent gekomen
3
6 maart 2013
Sta Op, Hand Omhoog, Tweetal 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Ga staan Doe de hand omhoog Zoek dichtbij een partner Vraag DenkTijd TweePraat
Tweepraat Wat versta je onder differentiëren?
4
6 maart 2013
Begrip differentiëren Verschil aanbrengen Onderscheid maken Anders zijn Zich anders ontwikkelen
De manier waarop een leerkracht omgaat met de verschillen tussen leerlingen in de klas
Randvoorwaarden • • • •
Mate van zelfstandigheid Heldere richtlijnen en doelen Wijze van beoordeling Flexibiliteit in je lesplan en instructiemodel
5
6 maart 2013
TweeGesprek Op Tijd 1. Luister in je tweetal naar de opdracht. 2. Leerling Kiezer: wie begint? 3. Neem DenkTijd. 4. A vertelt, B luistert. (let op tijd) 5. B vat samen of geeft compliment. 6. B vertelt, A luistert. (let op tijd) 7. A vat samen of geeft compliment.
• Leerlingen bedenken voorbeelden bij de kernbegrippen • Leerlingen wisselen onderling uit wat begrippen betekenen • Leerlingen leggen elkaar uit hoe een probleem aangepakt kan worden
6
6 maart 2013
Tweegesprek Op Tijd Tweetal Coach
Tekening
Omschrijving
Optellen Vermenigvuldigen
• Leerlingen bedenken zelf opdrachten / problemen die passen bij de geleerde stof • Leerlingen testen hun ideeën op geldigheid • Leerlingen bouwen/ tekenen modellen van het geleerde (andere vorm van weergeven)
7
6 maart 2013
DenkBlok BreinStorm Bedenk zoveel mogelijk weergaven van de breuk 1 / 4
Hoe werkt dit schema met optellen van breuken?
8
6 maart 2013
Denk-Schrijf-Rondpraat
1. Een onderwerp of open vraag met verschillende antwoorden 2. DenkTijd 3. Schrijf je idee op 4. Om de beurt geeft ieder mondeling antwoord. Iedereen krijgt evenveel tijd.
• Een samenvatting van de geleerde stof met eigen voorbeelden • Een verhaal waarin de geleerde stof naar voren komt
9
6 maart 2013
Superschema
Venn-diagram
10
6 maart 2013
• Plaatsen van begrippen in een groter kader • Verwoorden van verwachtingen/ veronderstellingen • Accepteren van andere conclusies • Rekening houden met meningen en visies van anderen
11
6 maart 2013
• Verschillen waarderen • Oogpunt van iemand anders begrijpen en daar respectvol mee omgaan
12
6 maart 2013
Verdeel een vierkant papiertje in 4 gelijke delen op zoveel mogelijk verschillende manieren
32 driehoeken
Verdeel een vierkant papiertje in vier gelijke delen
64 vierkanten 16 vierkanten
Vier gelijke delen waarvan de delen niet dezelfde vorm hebben
13
6 maart 2013
• Kritisch bekijken van eigen prestaties • Feedback ontvangen van anderen op je werk • Wat kun je al goed, wat kan beter?
Genummerde Koppen Bij Elkaar 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Vraag DenkTijd De leerlingen schrijven het antwoord op Hoofden bij elkaar Stoelnummer Team prijst degene die het antwoord gaf
14
6 maart 2013
Functioneel: Beschikbare informatie veroudert en vernieuwt zich continu: goed informatie kunnen verwerven noodzaak Hoeveelheid informatie enorm: kunnen valideren, selecteren en bewerken noodzaak Zelfstandig kunnen (na)denken onmisbaar voor jezelf in relatie in de maatschappij
Informatie begrijpen onthouden samenvatten categoriseren symboliseren perspectief nemen
15
6 maart 2013
of
Informatie bewerken Analyseren Toepassen Induceren Deduceren Probleemoplossen
16
6 maart 2013
Nieuwe ideeën bedenken Breinstormen Synthetiseren Voorspellen Evalueren Vragen stellen
17
6 maart 2013
Vraagmatrix Gebeurtenis
Situatie
Keuze
Persoon
Reden
Betekenis
Heden
Wat is?
Waar/ wanneer is?
Welke is?
Wie is?
Waarom is?
Hoe is?
Verleden
Wat deed?
Waar/ wanneer deed?
Welke deed?
Wie deed?
Waarom deed?
Hoe deed?
Mogelijkheid
Wat kan?
Waar/ Welke kan? wanneer kan?
Wie kan?
Waarom kan? Hoe kan?
Waarschijnlijkheid
Wat zou misschien?
Waar/ wanneer zou misschien?
Welke zou misschien?
Wie zou misschien?
Waarom zou misschien?
Hoe zou misschien?
Voorspelling
Wat zal?
Waar/ wanneer zal?
Welke zal?
Wie zal?
Waarom zal?
Hoe zal?
Fantasie
Wat zou?
Waar/ Welke zou? wanneer zou?
Wie zou?
Waarom zou? Hoe zou?
Differentieren op niveau • Denk aan concreet – picturaal – abstract • Maak de context eenvoudiger • Ga niet uit van trucjes maar van inzicht
18
6 maart 2013
Differentiëren gaat niet om meer leerstof, extra opgaven of langer bezig houden, maar om dieper denken, inzicht verwerven en inzicht behouden
Rondpraat Op Tijd Wat neem je mee van de workshop?
19