39
Blijf kalm;
Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt;
Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is;
Leg uit waarom je belt;
Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe er met de situatie is omgegaan;
Werken met ouders
Als je een boodschap achter moet laten, wees dan kort en zorg ervoor dat je er een telefoonnummer bij vermeldt.
1.6.3 Het aanmoedigen van ouderparticipatie In het algemeen stimuleer je de ouders zoveel mogelijk om mee te denken en te doen in jouw kindercentrum. Als je nauw met ouders samenwerkt komt dat ten goede aan de kinderen. Dan pas kunnen ze helemaal tot hun recht komen. Ouders hebben een kindercentrum veel te bieden, denk maar aan wat ze allemaal weten, waar ze in geïnteresseerd zijn en wat voor ervaring ze hebben. Samenwerken kan zorgen voor een hechte gemeenschap, zeker waar er sprake is van verschillende culturele achtergronden.
Ouders vragen om te helpen in het kindercentrum Met ouders werken die fondsen werven voor het centrum
Ouders stimuleren om in de oudercommissie te komen
MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN
Ouders uitnodigen om deel te nemen aan stuurgroepen
Ouders uitnodigen om iets tegen de kinderen te vertellen.
Figuur 1.2 Ouderparticipatie Deel 4. Rondom het jonge kind. Scholing in begeleiding en verzorging van kinderen voor pedagogisch medewerkers in kindercentra en onderwijsassistenten Penny Tassoni e.a. Vertaling: Annet Weterings ISBN 978 90 6665 634 5 NUR 847 © 2006, 2011 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
boek deel 4.indb 39
30-8-2011 16:02:50
Rondom het jonge kind
40
1.6.4 Ouders als hulp Veel kindercentra gaan ervan uit dat ouders veel vaardigheden en veel soorten kennis te bieden hebben. Sommige ouders willen en kunnen regelmatig een handje helpen. Een goede samenwerking tussen ouders en kindercentrum betekent dat ouders het fijn vinden om in het kindercentrum te komen helpen, dat de leidsters waarderen dat ouders hun tijd en hulp aanbieden en dat de kinderen baat hebben bij alle extra aandacht van volwassenen. Een eenzijdige relatie, waarbij de ouders het idee krijgen dat ze gebruikt worden en geen waardering krijgen, kan ervoor zorgen dat ze hun diensten niet nog eens aan zullen bieden. Daarom is het nodig dat leidsters de ouders op een goede manier aansturen en ondersteunen. Besef dat het voor sommige ouders heel spannend kan zijn om op het kindercentrum te komen. Ze maken zich misschien zorgen over dat ze iets verkeerd zullen doen of dat ze niet goed genoeg zijn. Een vriendelijk welkom stellen ouders altijd op prijs. Sommige ouders merken dat helpen in het kinderdagverblijf hen zelfvertrouwen geeft. Bovendien krijgen ze zo ook nog eens de kans om met andere ouders te praten. Als een ouder bijzonder zenuwachtig of onzeker overkomt, kun je misschien vragen of ze liever in een één-op–éénsituatie met een kind iets willen doen. Bijvoorbeeld een bordspelletje of een kind helpen met zijn tekening.
Ouders die je zelden ziet Sommige ouders zie je misschien zelden. Dat kan het heel lastig maken om met ze te communiceren en een relatie met ze op te bouwen. Ga er dan niet meteen vanuit dat deze ouders niets om hun kind geven of er niet van houden. Er zijn ouders die hun kind moeilijk zelf op kunnen komen halen omdat ze werken, anderen voelen niet zozeer de noodzaak om te komen omdat ze weten dat hun kind het toch wel naar zijn zin heeft. Zorg ervoor dat áls deze ouders dan toch een keer het centrum bezoeken ze zich welkom voelen en niet schuldig. Positieve opmerkingen over hun kinderen zijn meestal een goed uitgangspunt. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik ben heel blij dat u hebt kun-
Deel 4. Rondom het jonge kind. Scholing in begeleiding en verzorging van kinderen voor pedagogisch medewerkers in kindercentra en onderwijsassistenten Penny Tassoni e.a. Vertaling: Annet Weterings ISBN 978 90 6665 634 5 NUR 847 © 2006, 2011 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
boek deel 4.indb 40
30-8-2011 16:02:50
41
nen komen, want het is zó leuk werken met Jamai.’ Werken met ouders
Laat ouders vooral weten dat ze altijd kunnen bellen als ze zich zorgen maken. Misschien moet je overwegen om een op-en-neer-schriftje aan te schaffen. CHECKLIST
Werken met ouders die meehelpen Kijk voordat er een ouder komt helpen eerst of aan alle noodzakelijk voorwaarden is voldaan. Bij bepaalde kinderdagverblijven moeten eerst alle hulpen een zogenaamd ‘bewijs omtrent gedrag’ kunnen overhandigen.
Denk er aan dat helpen wel leuk moet zijn, er wordt niet voor betaald!
Geef waar mogelijk de helpers een keuze uit de verschillende activiteiten.
Vraag helpers of er iets is dat ze vooral erg leuk vinden om te doen.
Beslis met de helpers erbij of ze met hun eigen kinderen willen werken. Als het niet goed uitkomt dat ze dat doen, leg ze dan uit waarom dat zo is.
Trek genoeg tijd uit om een bepaalde activiteit uit te leggen aan de helpers.
Zorg dat de helpers de taak die ze van je krijgen goed begrijpen.
Prijs helpers voor hun moeite.
Bedank helpers altijd voor hun tijd aan het einde van iedere activiteit.
Ouders die geen hoge verwachtingen hebben over hun kind Er zijn ouders die niet veel interesse lijken te hebben voor wat hun kind doet. Soms doen ze er enigszins negatief over. Ze maken opmerkingen als ‘Dan heeft hij het beter gedaan dan ik dacht’, of ’Ik verwacht niet dat hij erg goed zal zijn in lezen’. Dat soort opmerkingen kan meerdere dingen betekenen; het kan zijn dat ouders zich zorgen maken om hun kind, maar het kan ook hun eigen lage zelfbeeld zijn dat ze op hun kind projecteren. Dan is het belangrijk om te kijken op welke manier je ze meer zelfvertrouwen kunt geven door te proberen een goede relatie met ze op te bouwen. Dat kan ertoe bijdragen dat ouders geïnteresseerder raken in de organisatie en zich meer ontspannen voelen als ze binnenkomen. Zo kan een leidster bijvoorbeeld tegen een ouder zeggen: ‘Wat fijn dat je er vandaag was, ik zag er al naar uit dat je zou komen, want het gaat heel goed met Rafaël hier.’, of: ‘Janneke kan volgens mij heel goed tekenen, ik vroeg me af of ze dat van jou had?’
Deel 4. Rondom het jonge kind. Scholing in begeleiding en verzorging van kinderen voor pedagogisch medewerkers in kindercentra en onderwijsassistenten Penny Tassoni e.a. Vertaling: Annet Weterings ISBN 978 90 6665 634 5 NUR 847 © 2006, 2011 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
boek deel 4.indb 41
30-8-2011 16:02:50
Rondom het jonge kind
42
1.7 De rol van de groepsleidster in het samenwerken met ouders Een goede groepsleidster weet wat haar grenzen zijn in de samenwerking met ouders. De relatie met de ouders moet altijd professioneel blijven. Schend het vertrouwen van de ouders nooit en leg ook geen voorkeur aan de dag voor bepaalde ouders.
1.7.1 Vertrouwelijkheid Het woord vertrouwelijkheid is al verschillende keren gevallen omdat het een belangrijk onderdeel is van je deskundigheid. Om het vertrouwen van de ouders te winnen is het heel belangrijk dat je hun recht op privacy en vertrouwelijkheid respecteert. Af en toe vertellen ouders je iets over hun persoonlijk leven, bijvoorbeeld dat ze hun partner hebben verlaten en dat je ze moet beloven het aan niemand te zullen vertellen. Dat soort informatie houd je dus voor je. De meeste kindercentra hebben een bepaald beleid ten aanzien van vertrouwelijkheid. Mocht je toch nog twijfels hebben of je ergens wel of niet over moet praten, dan is het verstandig contact op te nemen met je leidinggevende.
Ga na wat het beleid van jouw organisatie is op het gebied van vertrouwelijkheid.
Alles wat je te weten komt over de achtergrond van ouders of kinderen op je werk is waarschijnlijk vertrouwelijk.
Luister nooit naar roddel en doe er zelf ook niet aan mee. Door ondoordachtzaamheid schend je al snel iemands vertrouwen.
1.7.2 Een professionele relatie onderhouden Realiseer je als groepsleidster dat vriendelijk zijn tegen ouders niet hetzelfde is als vrienden zijn met ouders. Vrienden delen elkaars problemen, geven elkaar advies en doen samen dingen. Dat is niet het soort relatie dat je met ouders zou moeten hebben als je ook voor hun kind zorgt. Houd je
Deel 4. Rondom het jonge kind. Scholing in begeleiding en verzorging van kinderen voor pedagogisch medewerkers in kindercentra en onderwijsassistenten Penny Tassoni e.a. Vertaling: Annet Weterings ISBN 978 90 6665 634 5 NUR 847 © 2006, 2011 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
boek deel 4.indb 42
30-8-2011 16:02:50
43
professionele grenzen in de gaten. Als je over bepaalde grenzen heengaat Werken met ouders
kun je je als leidster in een moeilijke positie begeven. Neem het volgende voorbeeld: een ouder brengt haar zieke kind naar jouw kindercentrum en smeekt de groepsleidster om haar daar te laten blijven. De groepsleidster weet dat het tegen de regels is om het kind te laten blijven. Het kan een infectie verspreiden. Voor dit incident is ze wel eens bij de ouders thuis op de thee geweest. Ze wil eigenlijk niet dat er van de regels wordt afgeweken, maar ze wil ook niet dat de relatie met de ouder in het geding komt. Wanneer je in huis werkt bij de ouders is het helemaal een klus om een professionele relatie te blijven houden met je werkgever. Je brengt immers heel wat tijd met elkaar door jullie kunnen daarbij nogal close worden. Dat maakt het moeilijker om over bepaalde dingen te praten die je dwars zitten. CHECKLIST
Vertrouwelijkheid
Val ouders niet lastig met je persoonlijke problemen.
Als ouders financiele, emotionele of andere problemen met je bespreken, probeer ze dan te helpen door ze door te verwijzen naar (hulpverlenings)organisaties.
Adviseer ouders niet over persoonlijke zaken.
Zorg dat in je contract de kosten en de voorwaarden van je werk zijn vastgelegd, zeker als je als aan huis werkt.
OPDRACHT
Annemarie werkt bij mensen in huis. Dit is haar eerst baan en ze is er erg blij mee. Haar werkgevers behandelen haar als een van hen. Ze gaat met hen uit eten en zelfs mee op vakantie! Ze heeft nooit om een contract gevraagd omdat dat niet echt nodig leek. Maar de laatste weken vragen haar werkgevers haar steeds vaker of ze wil oppassen. In het begin zei ze dat ze dat niet erg vond omdat ze er toch was, maar nu komt ze er achter dat ze nauwelijks meer een avond vrij heeft. Haar werkgevers hebben haar niet betaald voor het extra oppassen, maar wel een grote bos bloemen voor haar gekocht. Ze wil eigenlijk wel graag zeggen tegen de ouders hoe ze erover denkt, maar ze voelt zich daar verlegen onder.
Deel 4. Rondom het jonge kind. Scholing in begeleiding en verzorging van kinderen voor pedagogisch medewerkers in kindercentra en onderwijsassistenten Penny Tassoni e.a. Vertaling: Annet Weterings ISBN 978 90 6665 634 5 NUR 847 © 2006, 2011 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
boek deel 4.indb 43
30-8-2011 16:02:50
Rondom het jonge kind
44
Welke fouten heeft Annemarie gemaakt?
Bespreek in tweetallen wat Annemarie zou moeten zeggen op het moment dat de ouders haar weer vragen om op te passen.
1.7.3 Informatie geven aan ouders Ouders en leidsters moeten dus zoveel mogelijk informatie delen en uitwisselen. De manier waarop je dat doet is belangrijk. Het is zaak dat op zo aan te pakken dat noch het vertrouwen van het kindercentrum noch dat van de ouders geschonden wordt. De meeste centra hebben wel een manier waarop de informatie wordt doorgestuurd naar de ouders. De leidsters weten dan wat hun rol en hun verantwoordelijkheid is. De hoeveelheid informatie die je geeft zal afhangen van je plaats binnen de organisatie. Studenten, bijvoorbeeld, moeten altijd doorverwijzen naar hun leidinggevenden.
Informatie uitwisselen Deel 4. Rondom het jonge kind. Scholing in begeleiding en verzorging van kinderen voor pedagogisch medewerkers in kindercentra en onderwijsassistenten Penny Tassoni e.a. Vertaling: Annet Weterings ISBN 978 90 6665 634 5 NUR 847 © 2006, 2011 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
boek deel 4.indb 44
30-8-2011 16:02:55
45
1.7.4 Omgaan met discriminatie of uitsluiting
manieren voor. Dergelijk gedrag komt vaak voor bij ouders die onder druk staan of zich onzeker, kwetsbaar, bang of agressief voelen. Hoe dan ook, als groepsleidster zul je dit soort gedrag af en toe het hoofd moeten bieden.
Werken met ouders
Gedrag waarbij sprake is van discriminatie of uitsluiting komt op veel
Omgaan met dit soort situaties vereist bepaalde vaardigheden en een zekere fijngevoeligheid. Het is belangrijk dat je kalm blijft en geen olie op het vuur gooit. Opmerkingen die discriminerend zijn of beledigend mag je niet toestaan. Je zou daarop kunnen antwoorden: ‘Ik begrijp dat u van streek bent. Ik wil dit met u bespreken om een manier te vinden om hier uit te komen, maar dat kan pas als u in staat bent om hier rustig met mij over te praten.’ Maar ook kinderen kunnen zich op een discriminerende manier uiten en ook daar zullen jij en je collega’s mee om moeten gaan. Als je dit met ouders wilt bespreken is het belangrijk eerst vast te stellen of het waarschijnlijk is dat het kind herhaalt wat het thuis hoort. Houd in dat geval in de gaten dat je ouders niet van je vervreemdt. Bespreek in ieder geval het gedrag van het kind met ze. Leg de nadruk op de moeilijkheden die het kind veroorzaakt in de groep. Misschien is het goed om tegen de ouders te zeggen dat door vloeken of discriminerende opmerkingen het kind moeilijker vrienden maakt én houdt. Omdat de meeste ouders het beste willen voor hun kind, kan dit effectief zijn. Misschien realiseren ze zich niet hoe hun kind buiten de boot valt door het vertonen van asociaal gedrag.
Deel 4. Rondom het jonge kind. Scholing in begeleiding en verzorging van kinderen voor pedagogisch medewerkers in kindercentra en onderwijsassistenten Penny Tassoni e.a. Vertaling: Annet Weterings ISBN 978 90 6665 634 5 NUR 847 © 2006, 2011 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
boek deel 4.indb 45
30-8-2011 16:02:55