“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen Toepassing van energie-efficiënte beleidsmaatregelen in de EU lidstaten
Ondersteund door*
Impressum Deze brochure wordt u aangeboden door het EnergyEfficiency-Watch project in samenwerking met EUFORES a.i.s.b.l. European Forum for Renewable Energy Sources Renewable Energy House Rue d’Arlon 63 – 65 B-1040 Brussels, Belgium Dr. Jan Geiss Lucia Bezáková Gebaseerd op de screening en diepgaande analyse van National Energy Efficiency Action Plans (NEEAPs) en op energieefficiëntie onderzoeken en interviews door deskundigen Wuppertal Institute GmbH Dr. Ralf Schüle Thomas Madry Vera Aydin Jonas Fischer Jan Kaselofsky Thorsten Koska Carolin Schäfer-Sparenberg Lena Tholen Ecofys Germany GmbH Daniel Becker Nikolas Bader Doris Johnsen Met bijdrage van Christiane Egger (O.Ö. Energiesparverband) Reinhold Priewasser (University of Linz) Michaela Kloiber (University of Linz) Lucia Bezáková (EUFORES) Nils Borg (eceee) Dominique Bourges (FEDARENE) Peter Schilken (Energy Cities) Brussel, Wuppertal, Keulen, Berlijn, Linz, februari 2013
*De uitsluitende verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze brochure ligt bij de schrijvers. Deze geeft niet noodzakelijkerwijs de mening van de Europese Unie weer. EACI noch de Europese Commissie kunnen aansprakelijk gesteld worden voor welk gebruik dan ook van de informatie in deze brochure. Bron pagina 1: creativ collection/ccvision Graphics: www.digitale-gestaltung.de
2
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
Voorwoord Bij veel Europeanen is het belang van energie-efficiëntie nog niet volledig doorgedrongen. Evenals bij duurzame energie richt energie-efficiëntie zich in één keer op de drie voornaamste beleidsonderwerpen tegelijk: klimaatbescherming, energiezekerheid en kansen voor de Europese industrie om voortrekker te worden op technologisch gebied.
Claude Turmes EUFORES President Lid van het Europees Parlement
Kennis, innovatie en duurzaamheid zijn kernbegrippen van de Europese strategie voor de 21e eeuw. Daarom is de EU vastbesloten om een Europa te bouwen dat efficient met bronnen omgaat door meer gebruik te maken van duurzame energie, een gemoderniseerde tranportsector, energie-efficiënte gebouwen en producten, en groene technologieën. In het document “Europe 2020: a European Strategy for Smart, sustainable and Inclusive Growth” heeft de Europese Commissie een expliciete rol toegekend aan een duurzame energiesector. De Commissie schat dat het bereiken van de 20% duurzame energie doelstelling in 2020 ongeveer 600.000 nieuwe banen zal opleveren en samen met de 20% energie-efficiëntie doelstelling zouden het er meer dan 1 miljoen kunnen worden.
Fiona Hall EUFORES Vicepresident Lid van het Europees Parlement
Het Energy-Effiency-Watch project is in het leven geroepen om het implementatie proces van de Energy Service Directive te ondersteunen. Hierdoor waren de EU lidstaten verplicht om nationale energie-efficiëntie actieplannen op te stellen. Dit was een eerste stap op weg naar samenhangende energie-efficiënte beleidsmaatregelen binnen de EU lidstaten. De ESD zelf had echter enkele duidelijke zwakke punten zoals het ontbreken van een gezamenlijke rekenformule of een rapportage model, en het gebrek aan een ambitieuze energiebesparingsdoelstelling. Daarom werd er in 2012 een nieuwe richtlijn, de ESD, aangenomen, waardoor lidstaten aan bindende afspraken gehouden worden. Het EEW project volgde de implementatie van de eerste twee actieplannen gemaakt door de EU lidstaten en verzamelde waardevolle feedback van de markt over de implementatie van energie-efficiëntie beleidsmaatregelen door middel van onderzoek en bottom-up analyses.
Anni Podimata EUFORES Vicepresident Vicepresident van het Europees Parlement
Nu moeten we de lessen die we geleerd hebben over de implementatie van de ESD bestuderen en toepassen bij de implementatie van de nieuwe ESD.
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
3
Het Energy-Efficiency-Watch Project Het project Energy-Efficiency-Watch (EWW) loopt van september 2010 tot augustus 2013 en heeft als doel de implementatie van de Energy Service Directive en de Energy Efficiency Directive te ondersteunen. De drie belangrijkste onderdelen in het project zijn:
is te vinden op de EEW website (www.energy-efficiencywatch.org).
Activeren en consulteren van kernnetwerken (nationale en Europese parlementariërs, de overheid, regionale en lokale netwerken, burgemeesters, experts, verenigingen, bedrijfsleven, etc.). Kennis vergaren door middel van onderzoek, vragenlijsten en screening van beleid. Informatie verspreiden (bijv. briefings, conferenties, brochures).
Screening van Nationale Energie-Efficiëntie Actie Plannen (NEEAPs)
Diverse organisaties met een verschillende achtergrond – netwerkorganisaties (EUFORES, eceee, Fedarene, Energy Cities), instituten voor toegepaste onderzoek (Wuppertal Institute, Ecofys) en beleidsinstellingen (Upper Austrian Energy Agency) – werken samen om deze doelen verder te verwezenlijken. De belangrijkste pilaren van het project zijn een beoordeling van de tweede Nationale Energie Efficiëntie Actie Plannen (opgeleverd in 2011), een enquette onder experts en diepgaande interviews met experts van elke EU lidstaat. Het doel van deze acties is het benadrukken van de sterke en zwakke punten in het huidige nationale energie-efficiëncy beleid, het identificeren van hiaten in het beleid en de implementatie en het aan het licht brengen van kansen voor verdere actie. Meer informatie over het project en de doelstellingen, en over alle actoren die bij het project betrokken zijn,
4
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
Deze brochure beschrijft de resultaten van de twee belangrijkste activiteiten van het EEW project.
Experts van Ecofys en het Wuppertal Instituut hebben een analyse gemaakt van het gehele overheidsraamwerk van elke lidstaat over energie-efficiëntie en hun beleid voor de verschillende sectoren (overheid, transport, gebouwen, apparaten, bedrijfsleven en de tertiaire sector). De kwaliteit van nationale beleidspakketten werd bepaald door een “optimaal” beleidspakket gebaseerd op “best practices” per sector. Energie-Efficiëntie-Watch deskundig onderzoek: Kwantitatief onderzoek gedurende het jaar 2011 (655 ingevulde vragenlijsten). Diepgaande interviews gehouden tussen april en september 2012 met minstens 3 experts per lidstaat.
Bron: PhotoDisc
Energie-efficiëntie: Veel uitdagingen tegelijk aanpakken
de klimaatverandering te beperken; een veilige energievoorraad op te bouwen zonder afhankelijk te zijn van de import van fossiele brandstoffen; energiekosten voor particuliere huishoudens en ondernemeningen op gelijk niveau te houden; een leverancier van technologieën voor de hele wereld te worden als efficiëntie technologieën worden geëxporteerd. Technologische mogelijkheden en gedragsverandering maken een aanzienlijke reductie van primaire en definitieve vraag naar energie in 2020 mogelijk. Fraunhofer ISI heeft berekend dat – vergeleken met basisscenario’s – de primaire energievraag tegen 2050 met 67% verminderd kan worden.
ke besparingen tegen 2050 meer bedragen dan 500 biljoen euro volgens berekening in 2005. Energiebesparingsmogelijkheden door energieefficiëntie per sector; bron: Fraunhofer ISI (2012) Bijdrage van energie-efficiënte maatregelen aan de klimaatbescherming binnen de Europese Unie tot 2050.
Besparing omzettingssector Mtoe Primaire energie
Energie-efficiëntie vormt een uitstekende gelegenheid om zich op veel van de voornaamste Europese uitdagingen van de 21e eeuw tegelijk te richten. Energie-efficiëntie is een middel om:
Besparingspotentieel TR Besparingspotentieel IN Besparingspotentieel TE Besparingspotentieel HH Transport Industrie Tertiaire sector Huishoudens
ISI verwacht dat ook 92% van het besparingspotentieel kostenefficiënt is, bijv. gekeken naar de levenscyclus kosten, bijna elke energie-efficiënte mogelijkheid bespaart meer dan het kost. Gebaseerd op de uitkomsten van dit onderzoek zal de financiële waarde van de totaal mogelij-
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
5
Bron: Rainer Sturm /pixelio.de
Energie-efficiëntie: De minder bewandelde weg De Energy Efficiency Directive (EED, 2012/27/EU) werd in 2012 door het Europese Parlement en de Raad aangenomen. Als een amendement op de Directive on Energy End-Use Efficiency and Energy Services3% van het totale vloeroppervlak van alle voornaamste publieke gebouwen die in bezit zijn van de overheid vanaf 2014 jaarlijks op te knappen; (ESD, 2006/32/EC) die in mei 2006 van kracht werd, is de EED een stap naar verdere regulering en coördinatie van activiteiten op het gebied van energie-efficiëntie van de lidstaten. De EED stelt wettelijk bindende maatregelen op en definieert tevens specifieke voorwaarden voor de verschillende energie verbruikende sectoren. De EED vereist onder andere van lidstaten om: Een lange termijn strategie op te stellen voor de renovatie van bestaande woningbouw; 3% van het totale vloeroppervlak van alle voornaamste publieke gebouwen die in bezit zijn van de overheid vanaf 2014 jaarlijks op te knappen; voorwaarden voor duurzaam inkopen op te leggen; een energie-efficient verplichtingenschema in te stellen; het gebruik van slimme meters uit te breiden. De ESD verplicht lidstaten om een Nationaal Energie Efficiëntie Actie Plan (NEEAP) op te stellen waarin toegepast energieefficiëntie beleid en de verwachte gevolgen moesten worden gerapporteerd. Lidstaten moesten hun tweede NEEAP in juni 2011 inleveren. Het Energy Efficiency Watch project moest zich
6
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
bezighouden met het analyseren van de inhoud. Hoewel de EED zeker een stap in de goede richting is, tonen de resultaten van het EEW project dat het op het moment toegepaste beleid ver van voldoende is. Zelfs als de EED, zoals de bedoeling is, met succes zal worden toegepast, bestaat het risico dat de Europese Unie haar energie-efficiëntie doelstelling niet zal halen in 2020. Er kan zelfs niet zomaar van uit worden gegaan dat de EED volledig wordt uitgevoerd, omdat de analyse van de NEEAPs en de bijbehorende vragenlijst aantoont dat er vaak hiaten in de uitvoering optreden. Dit laat nogmaals zien dat een gedachtenverandering noodzakelijk is: energie-efficiëntie wordt te vaak als een last gezien en niet als een kans. Deze opvatting leidt tot weinig inzet van de kant van de beleidsmakers en er moeten nog veel hiaten gevuld worden in het energie-efficiëntie beleid. De toegepaste maatregelen benutten de echte mogelijkheden niet volledig. Om echter met een positieve kanttekening te eindigen: dit betekent wel dat er nog steeds veel mogelijkheden voor een energie-efficiëntie beleid bestaan en verder laten de NEEAPs veel veel belovende aanpakken zien.
Beleidspakketten voor energieleveranciers en maatregelen
Beleidspakketten voor eindgebruikers Informatie bijv. informatie campagnes, labelling, certificaten, auditing
Advies en consultancy bijv. eerste advies voor gebouwen
Scholing en kwaliteitsgarantie
Markt-georiënteerde instrumenten en diensten (bijv. Energie Prestatie Contracten)
Fondsen en financiering Subsidies voor renovatie van gebouwen, investeringen in efficiënte technologieën
Regelingen Bijv. energie richtlijnen voor gebouwen en apparaten
Netwerken en Voluntary Agreements
Raamwerken om fondsen te waarborgen en implementatie infrastructuur (Fondsen, verplichtingen schema’s)
Institutionele Maatregelen Bijv. energie agentschappen
Schema met elementen voor een optimaal beleidspakket
Energie-Efficiëntie: Beleids maatregelen per sector ontwikkelen Een groot deel van de energie-efficiëntie mogelijkheden zijn van economische aard. Toch zijn er obstakels die de toepassing van energie-efficiëntie belemmeren. De belangrijkste hindernissen zijn o.a.:
Het schema hierboven toont de onderdelen van zulke beleidspakketten, die samen moeten werken om alle genoemde hindernissen aan te pakken. Er kunnen twee aanvullende beleidspakketten worden onderscheiden:
• Een gebrek aan motivatie en toegankelijkheid van informatie (informatie verkrijgen over de meest energie-efficiënte oplossingen is duur en energie-efficiëntie is slechts een van de factoren bij aankoopbesluiten). • Financiële beperkingen (kapitaal voor investeringen in energie-efficiëntie zijn voor sommige investeerders misschien schaars of duur. • Uiteenlopende belangen (degene die profiteert van een investering in energie-efficiëntie is soms niet degene die ervoor moet betalen). • Risico vermijden (de terugbetalingstermijn voor investeringen in energie-efficiëntie zijn soms lang en daarom onderhevig aan grote onzekerheid aan de kant van potentiële investeerders).
I. Beleidspakketten voor eindgebruikers die bedoeld zijn om consumenten over hun energie-efficiëntie mogelijkheden te informeren, om hen advies te geven, om hen financiële ondersteuning te geven en aan wettelijke maatstaven te voldoen. II. Beleidspakketten die zich richten op de aanbodkant, bijv. door ingenieurs, architecten en vaklieden op te leiden, door op de markt gebaseerde instrumenten te introduceren zoals Witte Certificaten, door raamvoorwaarden voor energiediensten op te stellen, door voor fondsen te zorgen en door netwerken te faciliteren.
Onderzoek heeft aangetoond dat energie-efficiëntie beleid het meest effectief is als verschillende soorten beleidsmiddelen worden gecombineerd in uitgebreide beleidspakketten per sector. In de gebouwde omgeving moeten zulke pakketten zich bijvoorbeeld richten op eindconsumenten, particuliere huishoudens en institutionele investeerders.
Aanvulling op deze maatregelen moet worden gegeven door instellingen die beleid coördineren en energie-efficiëntie bevorderen (bijv. energie-agentschappen). Zowel deze brochure als de 27 landenrapporten – ook gemaakt onder EEW – geven veel aanwijzigingen over hoe goede maatregelen opgesteld kunnen worden. Beleidsmakers kunnen nu gebruik maken van onze beoordeling van het energie-efficiëntie beleid van de betreffende lidstaat en goede ideeën opdoen om het beleidspakket van hun land te verbeteren door maatregelen te herschrijven en toe te voegen.
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
7
Bron: Katharina Wieland Müller /pixelio.de
Energie-Efficiëntie:Overkoepeling van het overheidsapparaat Sectorbeleid moet in een overkoepelend overheidsraamwerk ingebed worden wat helpt om het resultaat te vergroten. Een ideaal overkoepelend overheidsraamwerk bestaat uit de volgende onderdelen: Energieagentschappen die de taak hebben om activiteiten en maatregelen te initiëren en te coördineren en om ook als intermediair op te treden. Energie-efficiëntie verplichtingen of witte certificatenschema’s die een verplichting opleggen om aan een bepaalde energiebesparingsdoelstelling bij energiebedrijven te voldoen. Energie-efficiëntie trusts of fondsen die financiële steun verlenen die noodzakelijk is om in energie-efficiëntie te kunnen investeren. Gunstige raamwerk voorwaarden voor energiediensten. Energiediensten faciliteren investeringen in energie-efficiëntie, omdat vooraf gemaakte investeringskosten voor rekening worden genomen door een derde partij en worden terugbetaald met de financiële opbrengst van energiebesparingen. Een groepsproces dat helpt om rekening te houden met de positie van de aandeelhouders. Resultaten van het deskundig onderzoek: Bij het beoordelen van de algemene ambitie van de verschillende lidstaten om het nationale energie-efficiëntie beleid te verbeteren, verschillen de resultaten beduidend.
8
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
De volgende drie lidstaten worden als het meest ambitieus gezien: Denemarken, Luxemburg en Finland. Zonder rekening te houden met het uitgangspunt werd ook aan deskundigen gevraagd welke landen de meeste vooruitgang hadden geboekt in de afgelopen drie jaar. De experts noemden Estland, Finland en Malta.
Goed praktijkvoorbeeld: Denemarken Denemarken heeft een aantal overkoepelende maatregelen opgesteld om zijn ambitieuze energie-efficiëntie doelstellingen te behalen. Het Deense Energie Agentschap is de belangrijkste speler bij het coördineren en toepassen van het Deense energie-efficiëntie beleid en heeft daarom belangrijke bevoegdheden gekregen. Energiebedrijven in Denemarken moeten elk hun eigen deel bijdragen aan het bereiken van de energie-efficiëntie doelstellingen, wat gegarandeerd wordt door een energiebesparings-verplichting. Bovendien zorgt de energiebesparingstrust, Center for Energibesparelser, voor overheidsgeld voor energieefficiëntie in particuliere huishoudens, de publieke sector en ondernemingen. Bovenop deze maatregelen komen bijvoorbeeld nog belastingverhogingen op fossiele brandstoffen.
Roadmap beleid
Horizontale maatregelen
Energie-diensten
Energie agentschap-pen
Coördinatie/Fondsen
Lange termijn (2050) doelen en strategie
Cruciale pilaren voor een optimaal overkoepelend overheidsapparaat
Energie-Efficiëntie: Overkoepeling van het overheidsapparaat Goed praktijkvoorbeeld: Frankrijk
Goed praktijkvoorbeeld: Bulgarije
Frankrijk kan, met betrekking tot het ontwerpen van een overkoepelend overheidsraamwerk, als een goed praktijkvoorbeeld genoemd worden. Er is een lange termijn strategie ontwikkeld in samenwerking met sociale partners zoals NGO’s, werkgevers en vakbonden, als ook met gemeenten. Dit is een garantie voor wijdverspreide acceptatie van de doelstellingen. Het Franse nationale energie agentschap ADEME speelt een belangrijke rol bij coördinerende en faciliterende maatregelen om energie-efficiëntie te verbeteren. Frankrijk heeft een Energie Efficiëntie Certificaat (EEC) mechanisme ontwikkeld in 2005. Dit mechanisme verplicht energiebedrijven om energiebesparingen te behalen. Het gebruik van energieprestatie contracten wordt aangemoedigd. Bij zo’n energieprestatie contract wordt van het energiebedrijf verlangd dat ze energiebesparingen leveren en wordt in ruil daarvoor terugbetaald met de financiële waarde ervan. Dit beleid wordt aangevuld met horizontale maatregelen, zoals het financieren van onderzoek & ontwikkeling van nieuwe energietechnologieën. Bovenop de top-down berekening van energiebesparingen heeft de Franse regering een middel ontwikkeld om de energiebesparing die toe te schrijven is aan individuele maatregelen bottom-up te begroten.
Het Bulgaarse energie-efficiëntie beleid is een goed praktijkvoorbeeld binnen de Centraal- en Oost-Europese landen. Bulgarije heeft een energiestrategie aangenomen die tot doel heeft zijn primaire energieintensiteit te halveren in 2020, vergeleken met die in 2005. Bulgarije heeft een nationale energie-efficiëntie strategie ontwikkeld die ambitieuzere doelstellingen heeft gesteld dan die de Europese Unie vereist. Diverse aandeelhouders zijn betrokken bij het Bulgaarse energie- efficiëntie beleid. Gemeenten nemen bijvoorbeeld deel aan het renovatieprogramma voor flats. In Bulgarije bestaan zowel energie agentschappen die op nationaal als op lokaal nivau werken. Een energie-efficiëntie fonds is opgericht om investeringen in energie-efficiëntie te faciliteren. Ondersteunende raamwerkvoorwaarden voor energiediensten (bijv. het bepalen van een rekenmethode voor energiebesparingen, de vaststelling van de maximale terugbetalingstermijn) zijn ingesteld en in het zich financieel indekken wordt voorzien door een garantiefonds. Tussen de horizontale maatregelen waar de Bulgaarse regering gebruik van maakt zitten vrijwillige afspraken met industriële bedrijven. Bulgarije gebruikt zowel top-down als bottum-up methodes voor monitoring doeleinden.
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
9
Bron: Schmuttel / pixelio.de
Energie-Efficiëntie: Publieke sector De publieke sector is een belangrijke speler in het energie- efficiëntie beleid niet alleen vanwege haar eigen energieverbruik, maar des te meer omdat de sector een voorbeeldfunctie heeft. De publieke sector wordt in de EED beschreven door richtlijnen voor het renoveren van publieke gebouwen en duurzaam inkopen.
Goed praktijkvoorbeeld: openbare gebouwen Finland kan als goed praktijkvoorbeeld genomen worden voor het energie-efficiëntie beleid gericht op openbare gebouwen. Tussen Finlands maatregelen zit de Energie Efficiëncy Afspraak Lokale Overheid waarin gemeenten, die getekend hebben, kunnen worden aangewezen voor financiële steun bij energie audits en energiebesparende investeringen. Het Finse beleidspakket bevat ook strikte minimum energie prestatienormen voor gerenoveerde gebouwen of nieuwbouw in beheer van de rijksoverheid.
10
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
Resultaten van het deskundig onderzoek In de meeste EU lidstaten wordt de publieke sector niet gezien als de sector met de belangrijkste hiaten in het beleid. Het is voor de hand liggend dat veel deskundigen duidelijk een verbetering hebben gezien in deze sector in hun lidstaat. Slechts 15% van de experts van alle 27 lidstaten stelde vast dat de publieke sector de sector met de belangrijkste hiaten in het beleid is. De publieke sector acht men de sector met het grootste beleidstekort in deze landen: Tsjechië, Griekenland, Italië en Polen. Goed praktijkvoorbeeld: duurzaam inkopen door de overheid De Nederlandse overheid heeft verschillende maatregelen vastgesteld om er zeker van te zijn dat inkoop beslissingen worden gemaakt waarbij duurzaamheidscriteria in acht worden genomen; deze criteria zijn gedefinieerd voor meer dan 45 produktgroepen. Duurzaam inkopen door de overheid wordt aangemoedigd en ondersteund door het Expertise Centrum Duurzaam Inkopen PIANOo. PIANOo publiceert nuttige informatie en faciliteert netwerken. Tegen 2015 zal elk overheidsagentschap zich houden aan duurzame inkoopcriteria. De Nederlandse overheid schat dat het energiebesparingspotentieel dat toe te schrijven is aan duurzaam inkopen boven de 50TWh is.
Bron: Siegfried Springer / pixelio.de
Energie-Efficiëntie: Bouwsector Aangezien gebouwen meer dan 40 % van het totale energiegebruik van de Europese Unie voor hun rekening nemen, is energie efficiëntie in gebouwen een cruciaal duwtje in de rug op weg naar een energie efficiënt Europa. De, in 2010 herziene, Richtlijn over de Energieprestatie in de Gebouwde Omgeving beschrijft nu ambitieuze minimumnormen voor nieuwbouw en gerestaureerde gebouwen. Toch is er nog verschil in het beleid dat door de afzonderlijke Lidstaten wordt geïmplementeerd aangaande ambitie en uitwerking, maar bieden goede praktijkvoorbeelden mogelijkheden tot verbetering.
Resultaten van het expert onderzoek De woonsector werd door de experts beschouwd als de sector-op-één-na met de belangrijkste hiaten in beleid In de landen Cyprus, Frankrijk, Italië, Letland, Litouwen, Polen, Slowakijke en Zweden, staat de woonsector op de eerste plaats als het gaat om belangrijkste hiaten in het beleid
Een goed praktijkvoorbeeld: Beleidsmix Duitsland kan beschouwd worden als een goed voorbeeld van een uitgebalanceerd beleidspakket in de gebouwensector. Het pakket houdt o.a. ín het begrenzen van steeds strakker wordende minimum energieprestatienormen voor nieuwbouw en gerestaureerde gebouwen door federale wetgeving. Verder wordt energie efficiëntie aangemoedigd door voorzieningen voor het gebruik van duurzame energie voor verwarming. Financiële ondersteuning door subsidies en gunstige leningen zijn beschikbaar voor de gebouwen die ver boven de gestelde normen uitgaan. Ook worden controles op energieprestatie gesponsord. De aanwezige voorzieningen voor energieprestatie certificaten, mogen wel wat worden verstevigd.
Goed praktijkvoorbeeld: Minimum energiepresatienormen (MEPS) In Denemarken heeft de energie-efficiënte van gebouwen al jaren beleidsprioriteit. Als het gaat om de vaststelling van MEPS kan Denemarken beschouwd worden als een goed praktijkvoorbeeld. MEPS worden regelmatig aangescherpt en toekomstige normen worden vele jaren vooruit vastgesteld. Minimum normen worden aangevuld met strengere, vrijwillige normen. Denemarken heeft ook al snel de Energie Prestatie Certificatie ingevoerd.
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
11
Informatie middelen
Andere wetgevende maatregelen (bijv. slimme ruimtelijke planning)
Minimum energie prestatienormen en de naleving ervan
Demonstratieprojecten
Economische stimulans (bijv. belastingonderbre-kingen)
Fondsen (bijv. gunstige leningen, subsidies)
Onderwijs en training voor professionals
Energie Prestatie Certificaten
Energie advies en audits
Bouwstenen voor een uitgebreid beleidspakket voor de bouwsector
Energie-Efficiëntie: Bouwsector
12
Goed praktijkvoorbeeld: Estland
Goed praktijkvoorbeeld: Verenigd Koninkrijk
Op het gebied van energie efficiënt beleid voor de bouwsector kan Estland beschouwd worden als een van de beste Oost- en Centraal Europese landen. Sinds 2008 zijn minimum energieprestatie normen voor nieuwbouw en voor zeer uitgebreide renovaties ingevoerd en deze worden aanzienlijk strenger. Energie prestatiecertificaten moeten worden afgegeven voor gebouwen die verkocht of verhuurd worden. Om zeer uitgebreide renovaties te financieren heeft Estland een programma ingevoerd voor gunstige leningen. Er zijn subsidies beschikbaar voor de renovatie van appartementgebouwen tot wel 35 % van de projectkosten. De rente op de leningen voor gebouwrenovatie kan van de belastingen worden afgetrokken. De uitvoering van de energie-audits wordt ook financieel ondersteund. Veel maatregelen worden voorbereid om professionals bij te scholen en te trainen. Doelgroepen van deze maatregelen zijn architecten, bouwkundig ingenieurs and bouwvakkers. Onder de onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten die in Estland worden geïmplementeerd of gepland is de bouw van diverse openbare gebouwen in overeenstemming met de normen voor lage-energie gebouwen.
Het Verenigd Koninkrijk erkent het belang van het aanboren van het energiepotentieel in de bestaande bouw en in de nieuwbouw. Minimum energieprestatienormen zijn in de VK geïmplementeerd. Vanaf 2016 moeten nieuwbouw woningen voldoen aan de 0 emissie norm. Financiële ondersteuning voor verbeteringen in de energie efficiëntie wordt beschikbaar gemaakt. Een belangrijk kenmerk van het Britse beleidspakket is de speciale aandacht die wordt besteed aan brandstofarmoede. Voor huishoudens die meer dan 10 % van hun inkomen kwijt zijn aan verwarming ondersteunt de “Warm Front” subsidieregeling energieheffingen maatregelen zoals efficiëntere verwarmingssystemen, nieuwe isolatie en tochtwerende maatregelen. De regering beschouwt het onlangs vastgestelde “Green Deal” uitermate belangrijk voor de realisatie van energiebesparing de bouwsector. Binnen dit raamwerk zijn energiebedrijven in staat energie-efficiënte verbeteringen aan hun huiseigenaren aan te bieden, die geen investeringkosten met zich meebrengen, maar die zullen worden terugbetaald aan de hand van de financiële waarde van de energiebesparing.
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
Bron: Maggy W./ pixelio.de
Energie-Efficiëntie: Apparaten Energie efficiënte apparaten zijn een belangrijk middel om de energiedoelstellingen van de Europese unie te halen. De EU heeft twee belangrijke richtlijnen aangenomen die ervoor moeten zorgen dat apparaten steeds energie efficiënter worden. De Ecodesign Richtlijn vormt de legale basis voor verplichte minimum normen voor energiegebruikende en energiegerelateerde producten. De Energy Labelling Richtlijn is vernieuwd in 2010. Deze Richtlijn verplicht het aanbrengen van een label op energiegerelateerde producten. Op dit label moet de efficiency staan van elk product. Toch laat evaluatie van de NEEAP’s zien dat nationaal beleid voor deze sector flink verbeterd moet worden.
Goed praktijkvoorbeeld: Klima:aktiv: Met Klima:aktiv heeft Oostenrijk een programma ingevoerd dat gericht is op het voorzien in stimuli bij de vraag en aanbod van energie-efficiënte apparaten. Binnen dit programma worden diverse campagnes georganiseerd (bv. een Oostenrijkse Klimaatbeschermingsprijs). Daarbij host Klima:aktiv een online hulpmiddel en voert het bewustzijnsprojecten uit met studenten. De activiteiten van Klima: aktiv worden aangevuld door de website “topprodukte.at” die consumenten informeert over de meest energiezuinige apparaten.
Resultaten van het expert onderzoek: Een meerderheid van de experts eisen meer vastberaden actie met betrekking tot apparaten, vooral door de Europese Unie 87 % van de experts eisen strengere minimum normen voor apparaten 83 % van de experts ondersteunen een uitbreiding van verplichte labelling
Goed praktijkvoorbeeld: Energielabelling: Nederland heeft aanvullende maatregelen ingevoerd om de impact van de Europese Energielabelling Richtlijn te versterken en kan daardoor worden beschouwd als een goed praktijkvoorbeeld. Onder deze aanvullende maatregelen is de website Energieweter.nl die klanten informeert over de lifecylce kosten van verschillende apparaten en hen aanmoedigt de meest energiezuinige producten te kopen. Milieucentraal is een onafhankelijke organisatie die kennis verspreidt over energiezuinige apparaten. Zij hebben een website die lijsten aanbiedt van verschillende apparaten en de erbij behorende labels. MilieuCentraal heeft ook een klantenhelpdesk opgericht tot wie klanten zich kunnen wenden met hun vragen over energie efficiëntie en hernieuwbare energie.
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
13
Bron: PhotoDisc
Energie-Efficiëntie: Industrie en tertiaire sector De belangrijkste doelgroep van het Emission Trading System is de industriële sector. Toch zijn de effecten ervan met betrekking tot het stimuleren van investering in energie efficiency beperkt door de financiële crisis. Daarom is aanvullende beleid nodig. De eisen die gesteld worden aan bedrijven om concurrerend te blijven veroorzaken tegenzin tegen verplichte maatregelen, die het beleid bemoeilijkt. Huidig beleid moet beschouwd worden als ontoereikend, hoewel goede praktijkvoorbeelden een uitweg kunnen bieden.
Goed praktijkvoorbeeld: Carbon Reduction Commitment Het Verenigd Koninkrijk heeft een vrijwillig emission trading scheme ingevoerd voor bedrijven met een elektriciteitsverbruik van meer dan 6.000 MWh per jaar die zich niet hoeven te onderwerpen aan het European Emission Trading System. Deze regeling heet Carbon Reduction Inspanning (CRC) en is bedoeld om energie efficiënte investeringen stimuleren door financiële aanmoediging te verstrekken die de bedrijven dwingen hun energieverbruik te evalueren en mogelijkheden te onderzoeken om de energievraag te verminderen. Sinds de introductie van CRC in 2010 (pas) wordt de impact van dit systeem nog steeds zeer zorgvuldig gemonitord.
14
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
Resultaten van het expert onderzoek: Weinig experts beschouwen de industriële en tertiaire sector als een sector met de belangrijkste hiaten in beleid De industriële en tertiaire sector heeft in de volgende landen de belangrijkste hiaten in beleid: Tsjechië, Estland, Finland, Nederland, Roemenië
Goed praktijkvoorbeeld: PFE Zweden heeft het “Programmeer For improving energy efficiency in energy-intensive industry (PFE)” ingevoerd om vaart te zetten achter het doen van investeringen in energie efficiëntie. Bedrijven kunnen vrijwillige contracten afsluiten met het Zweedse Energie Agentschap. Als ze aan de voorwaarden voldoen krijgen ze ontheffing van de energiebelasting. Bedrijven nemen individuele maatregelen zoals de invoering van een energiemanagement systeem en het meenemen van energie efficiëntie in hun investeringen.
Bron: Rainer Sturm /pixelio.de
Energie-Efficiëntie: Transportsector 20% van de Europese uitstoot van broeikasgassen wordt veroorzaakt door de transportsector. Ondanks zijn hoge bijdrage aan deze uitstoot blijven beleidsmaatregelen om energie-efficiëntie in deze sector te stimuleren, onderontwikkeld. Op dit moment betreffen Europese richtlijnen vooral particulier vervoer. Energie-efficiënt vrachtvervoer blijft onderbelicht. Een ideaal beleidspakket voor de transportsector zou zijn analoog de “Avoid travel-Shift mode of transport-Improve fuel efficiency (ASI)” aanpak. Echter, hedendaags beleid is voornamelijk eenrichtingsverkeer in de poging brandstofzuiniger en minder koolfstofintensieve voertuigen voort te brengen. Slechts weinig beleidspakketten kunnen worden beschouwd als goede praktijkvoorbeelden in die zin dat ze pogen een volledige ASI-aanpak te implementeren. Er zijn talloze instrumenten om transport energie-efficiënter te maken. Planningsinstrumenten kunnen worden aangewend om minder, of niet te hoeven reizen. Bijvoorbeeld, slimme ruimtelijke planning kan bijdragen aan de reductie van de reisvraag. Regelkundige instrumenten kunnen worden gebruikt om zowel reizen te voorkómen als brandstofefficiëntie te verbeteren. Algemene snelheidsbeperkingen en voorzieningen voor de aankoop van auto’s horen ook tot deze categorie. Economische stimuli and informatie zijn nog manieren om de ASI-aanpak te implementeren.
Resultaten van het deskundig onderzoek: De transportsector wordt gezien als de sector met de belangrijkste hiaten in het beleid binnen de EU. • De transportsector wordt beschouwd als de sector met de belangrijkste hiaten in het beleid in: AT, BE, BG, DK, FI, DE, HU, IE, LU, MT, NL, PT, RO, SI, ES, SE, GB.
Goed praktijkvoorbeeld: verandering van reisgedrag Het Verenigd Koninkrijk onderneemt op het moment verschillende maatregelen om mensen te helpen met het maken van duurzamere keuzes wat betreft het kiezen van de manier van vervoer. Een voorbeeld is de Local Sustainable Transport Fund dat 560 miljoen pond verstrekt om lokale overheden te helpen om duurzamer vervoer op gang te brengen. Alle lokale vervoersbedrijven komen aanmerking voor financiering. Er wordt verwacht dat pakketten met verschillende maatregelen worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met gemeenten en lokale aandeelhouders. Een deskundig panel en het Ministerie van Transport zullen de aanbiedingen beoordelen. Concrete acties die gesteund worden door het Local Sustainable Transport Fund zouden lopen en fietsen kunnen stimuleren, aanzetten tot modale verandering, beter vervoersmanagement mogelijk maken of een combinatie ervan.
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
15
Planning middelen
Economische stimulans incentives
• Slimme ruimtelijke planning • Verbeteringen in de infrastructuur van fietsers en voetgangers • Verbeteringen in de infrastructuur van het openbaar vervoer • Afname van verkeer • Management systeem (controle, informatie, parkeerroute voor auto’s)
• Hervorming van voertuigenbelasting: CO2-gerelateerde registratiebelasting • CO2-gerelateerde belasting op brandstoffen • Subsidies openbaar vervoer • Afschaffing van reisvergoeding woon-werkverkeer • Financiële prikkels om alternatieve brandstoffen en technologieën te promoten
R&D steun
Fondsen voor openbaar of particulier R&D voor duurzaam vervoer: • Brandstoffen • Voertuigen • Gebruik, etc.
• Richtlijnen voor brandstofbesparing /CO2-uitstoot van voertuigen • Snelheidslimieten • Normen voor de brandstof kwaliteit • Less-Emission-Zones/autoluwe zones • Beperking van aanbod parkeerplaatsen voor privé auto’s
Regulerende instrumenten
• Mobility management offertes (voor bedrijven, lokale autoriteiten etc.) • Mobiliteitsadvies voor transportgebruikers • Informatie en imago campagnes voor duurzaam vervoer • Labelling van voertuigen (schaal van A tot G) • Mobiliteitsopleiding op scholen, binnen bedrijven, etc.
Elementen voor een ideaal beleidspakket voor de transportsector
Informatie, advies, opleiding
Energie-Efficiëntie: Transportsector
16
Goed praktijkvoorbeeld: openbaar vervoer
Goed praktijkvoorbeeld: beleidspakket
De Sloveense regering onderneemt momenteel verschillende activiteiten om de concurrentie in het openbaar vervoer te verbeteren. Een bijzonder innovatieve aanpak is het aanreiken van een stimulans om een maximum te stellen aan het aantal kilometers per passagier voor vervoersbedrijven. Dit wordt bereikt door subsidies afhankelijk te maken van het aantal kilometers per passagier en niet van het aantal kilometers dat het voertuig heeft afgelegd. Andere maatregelen die aanzetten tot een modale verandering in het openbaar vervoer zijn het op elkaar afstemmen van dienstregelingen, het verbeteren van toegankelijkheid, frequentie, stiptheid en gemiddelde snelheid evenals het ontwikkelen van intermodale terminals en het verhogen van parkeerkosten. Slovenië subsidieert ook de aanschaf van minder vervuilende voertuigen, zoals bussen die op cng rijden. Het gebruik van openbaar vervoer door forenzen wordt aangemoedigd door kaartjes voor werknemers te subsidiëren.
Finland heeft een beleidspakket ingevoerd voor de transportsector dat het complete set middelen gebruikt om energie-efficiëntie in de transportsector te bereiken. Een overkoepelend doel van het beleidspakket is het introduceren van een modale verandering door openbaar vervoer, fietsen en wandelen aantrekkelijker te maken. Finland maakt ook gebruik van regulerende maatregelen. Bijvoorbeeld de invoering van een algemene snelheidslimiet en verplichte controles van de bandenspanning twee keer per jaar. In Finland is de wegenbelasting afhankelijk van de uitstoot van de auto. De uitbreiding van openbaar vervoersystemen wordt financieel gesteund door bijvoorbeeld busstroken aan te leggen en kaartjes te subsidiëren. Verscheidene maatregelen zijn erop gericht om hulp te geven door informatie. Onder andere door energie-efficiënt rijden op te nemen in het lesprogramma van de rijopleiding.
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
Bron: Hartmuth Bendig / pixelio.de
Energie-Efficiëntie: De weg te gaan De belangrijkste energie-efficiëntie richtlijnen zijn herzien en aangescherpt wat betreft ambitie. Hierbij moeten met name de Richtlijn Energie-Efficiëntie (2012/27/EU), de Richtlijn Energie Prestatie in Gebouwen (2012/31/EU), de Richtlijn Energielabels (2010/30/EU) en de Richtlijn Ecodesign (2009/125/EC) genoemd worden. Belangrijke wetten van de Europese Unie die intussen aangenomen zijn, zijn de Verordening labeling van banden (1222/2009) en de Richtlijn over de Promotie van Schoon en Energie-Efficiënt Wegvervoer (2009/33/EC). Ook al is dit zeker een vooruitgang, de beoordeling van de NEEAPs en het deskundigen onderzoek laten zien, dat elk nationaal beleid verschilt in zowel ambitie als geschiktheid, wat ongunstig is, voornamelijk gezien de mogelijkheden die energie-efficiëntie biedt. De omzetting van Europese richtlijnen en verordeningen in nationale wet variëren sterk wat betreft doeltreffendheid en kwaliteit. Harmonisatie en integratie op een hoger niveau zouden het algemene beeld van het Europese energie-efficiëntie beleid kunnen verbeteren. Deze uitkomst is te verklaren door de heterogene posities die de Lidstaten innemen wat betreft energie-efficiëntie. Sommigen proberen actief de kansen te grijpen die voorbij komen op het gebied van energie-efficiëntie, terwijl anderen verplichte maatregelen om energie-efficiëntie te verbeteren nog steeds zien als een last voor klanten en bedrijven en daarom denken dat deze uit de weg gegaan moeten worden.
Om de doelstelling van extra energiebesparing van jaarlijks tenminste 1 procent te halen vergeleken met autonome energie-efficiëntie verbeteringen is een ambitieuzere en vastbesloten aanpak noodzakelijk. Bovendien zou een jaarlijkse additionele energiebesparing van 2 procent nog steeds kosten effectief zijn. Het is nu cruciaal dat de regering en beleidsmakers de noodzaak inzien van meer en betere maatregelen om energie-efficiëntie te steunen. Ideeën van goede toepassingen zijn te vinden in deze brochure, in 27 landenrapporten en in de Nationale Energie Efficiëntie Actie Plannen. Redenen om door te zetten zijn de volgende feiten: Energie-efficiëntie helpt de klimaatverandering te matigen. Energie-efficiëntie maakt het mogelijk om de energievoorraad veilig te stellen voor je kiezers zonder afhankelijk te zijn van buitenlandse export. Energie-efficiëncy zal de energiekosten voor je kiezers verminderen. Energie-efficiëntie verbeteren betekent ontwikkelen van technologieën voor de toekomst.
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
17
EUFORES European Forum for Renewable Energy Sources Coordinator van het Energy-Efficiency-Watch project
“Europarlementariërs op naar een Toekomst met Duurzame Energie” Wie is EUFORES en wat willen we? EUFORES… …is een Europees cross-party parlementair netwerk bestaande uit leden van het Europees Parlement en de 27 nationale parlementen van de EU. …wordt gesteund door een groot aantal niet-parliamentaire leden. …is in 1995 opgericht als een onafhankelijke, non-profit organisatie en is een vooraanstaand promotor van duurzame energie en energie-efficiëntie. …heeft tot doel de ontwikkeling van beide gebieden in de Europese Unie te ondersteunen en de omzetting van goede praktijkvoorbeelden in overeenkomstig beleid te ondersteunen. …erkent het belang van een verband leggen tussen duurzame energie en energie-efficïentie als voornaamste oplossing voor duurzame ontwikkeling. …probeert de uitwisseling van informatie tussen zowel Europese en nationale parlementariërs als tussen parlementariërs en betreffende stakeholders te bevorderen.
Wat doet EUFORES? EUFORES… … vergroot haar uitgebreid cross-party parlementair netwerk, verbindt leden van de Europese en van de 27 nationale parlementen van de EU die zich bezighouden met duurzame energievraagstukken. …brengt de belangrijkste spelers in de wetenschap, het bedrijfsleven en de maatschappij in haar netwerk bij elkaar, waardoor nieuwe communicatie kanalen worden gecreëerd. …organiseert allerlei evenementen (bijv. interparlementaire vergaderingen, parlementaire workshops, ontbijt voor leden van het Europees Parlement, adviescommissies) die de kans bieden om ideeën uit te wisselen. …geeft politiek en wetenschappelijk advies, verspreidt de meest relevante informatie. …faciliteert de kennisuitwisseling over EU wetgeving, ondersteunt wettelijke voorstellen en initiatieven. …beheert een verscheidenheid aan projecten die de nationale implementatie van EU wetgeving ondersteunen.
Voor meer informatie zie: www.eufores.org
18
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
De electronische versie van deze brochure staat op de Energy-Efficiency-Watch website: www.energy-efficiency-watch.org
Bron: Europees Parlement
“Good practice” manieren om uit de energieschuld te komen
19
Belangrijkste publicaties Overzichtsrapport: Voortgang in het energie-efficiëntie beleid van de EU lidstaten – standpunten van experts 27 landenrapporten Eindrapport met alle bevindingen van Energy Efficiency Watch Beschikbaar op de Energy-Efficiency-Watch website: www.energy-efficiency-watch.org
Contact: EUFORES a.i.s.b.l. European Forum for Renewable Energy Sources Dr. Jan Geiss Renewable Energy House Rue d’Arlon 63 – 65 B-1040 Brussels, Belgium Tel.: +32 (0) 25 46 19 48 Fax: +32 (0) 25 46 19 34
[email protected] http://www.energy-efficiency-watch.org Wuppertal Institute Dr. Ralf Schüle
[email protected]
Goud Sponsoren
Zilver Sponsoren