OM DICHTERBIJ TE KOMEN
Beleidsplan 2010-2013
Inhoud Woord vooraf
3
I. Inleiding 1. Voorgeschiedenis 2. Waarom en waartoe dit beleidsplan?
4
II. Aard en opdracht 1. Mission Statement 2. Mozaïek 3. Doelstelling 4. (Wijk)gemeenten van de PGA
6
III. De PGA in haar context 1. De stad, de mensen en hun overtuiging 2. De Protestantse Gemeente in de stad 3. Profiel van de wijkgemeenten
9
IV. Bestuur en Organisatie 1. Inleiding 2. Taak Algemene Kerkenraad (AK) 3. Bestuur 4. Organisatie
14
V. Beleidsterreinen 1. Vorming & Toerusting 2. Jeugd en jongeren 3. Ouderen 4. Pastoraat 5. Missionair werk en kerkelijke presentie 6. Diaconaat 7. Vrijwilligersbeleid 8. Interne en externe communicatie
22
VI. Externe relaties 1. Protestantse Gemeente Hoogland/Amersfoort-Noord 2. Samenwerkingsverbanden 3. Plaatselijke overheid 4. Maatschappelijke organisaties
30
VII. Financiën en beheer 1. Financieel beleid gericht op continuïteit en vernieuwing PGA 2. Financiële positie 3. Beleid inzake predikanten en personeel 4. Gebouwen 5. Boekhouding en beheer van middelen 6. Planning en controlecyclus/ bewaking meerjarenbegroting
33
VIII. Evaluatie
37
2
Woord vooraf Dit is het eerste beleidsplan van de Protestantse Gemeente Amersfoort (PGA), zoals deze gevormd wordt per 1 januari 2010. De bedoeling van dit document is dat het een proces van gemeenteontwikkeling in beweging zal zetten en bevorderen. Door de vorming van de PGA kan de onderlinge betrokkenheid en samenwerking verder gaan groeien. Het beleidsplan is ondersteunend voor het beleid van de wijkgemeenten, zoals deze dat hebben vastgelegd in hun eigen beleidsplannen. Voor een totaalbeeld verwijzen we naar deze plannen. In dit beleidsplan gaat het om een schets op hoofdlijnen. De verhouding tussen de gemeente als geheel en de wijkgemeenten wordt aangegeven. De werkvelden of thema’s die onder de Algemene Kerkenraad (AK) vallen komen aan de orde en zijn waar mogelijk van doelstelling, uitgangspunten en/of aanbevelingen voorzien. Nieuwe mogelijkheden, inzichten, sterke en zwakke kanten worden benoemd, evenals de wijze van besturen door de Algemene Kerkenraad.
3
I. Inleiding Vijf jaar geleden is de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) tot stand gekomen uit de fusie van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden. Deze fusie op landelijk niveau heeft de weg geëffend voor de fusie van de Hervormde Gemeente, de Gereformeerde Kerk en de Evangelisch-Lutherse Gemeente te Amersfoort. Aanvankelijk kwamen de moderamina van de drie kerkenraden gedurende een reeks van jaren bijeen om gemeenschappelijke zaken te bespreken. Begin 2007 werd de Voorlopige Algemene Kerkenraad (VAK) ingesteld, die het fusieproces ter hand nam. Dit samengaan ziet de Protestantse Gemeente Amersfoort (PGA) als haar opdracht. Het is niet een eindpunt, maar een begin om haar veelkleurigheid te ontdekken en haar krachten te bundelen om een plaats van betekenis in te nemen in de Amersfoortse samenleving. Dat vereist een duidelijk beleid op de diverse terreinen.
I.1. Voorgeschiedenis De vorming van de PGA is gericht op de toekomst, maar vindt plaats met besef van het verleden. De drie fusiepartners in Amersfoort hebben elk een bewogen geschiedenis in deze stad. Met respect voor elkaar realiseren zij zich de verschillende wegen waarlangs zij tot het punt van de vereniging gekomen zijn. Bij alle drie overheerst de dankbaarheid voor de door God geboden mogelijkheden om door de jaren heen in woord en daad van zijn evangelie te getuigen, de lofzang gaande te houden en de sacramenten te vieren op diverse plaatsen in de stad, waardoor vele generaties gesterkt en getroost zijn. En bij elk van de partners leeft het besef van het falen bij alle inspanning. Er waren hoogte- en dieptepunten, zaken om dankbaar voor te zijn en traumatische ervaringen. Het kerkelijk leven in Amersfoort kent in de vorige eeuw een snelle groei in de jaren ‘20 en ‘30. Nieuwe kerkgebouwen verrijzen (de Nieuwe Kerk, twee gebouwen in het Soesterkwartier) en een levendige betrokkenheid van gemeenteleden leidt tot nieuwe initiatieven. Voorbeelden daarvan zijn een gespreksgroep voor liturgische vernieuwing, die de oorsprong vormt van de Bergkerkgemeente, en actief evangelisatiewerk in het toen nog sterk verpauperde stadscentrum, dat de basis is van de gemeente van Gereformeerde Bondssignatuur in het centrum van de stad. In de jaren ‘40 wordt de Gereformeerde Kerk zwaar getroffen door de scheuring die vele jaren haar sporen trekt in het kerkelijk leven. Twee van de drie kerkgebouwen en meer dan de helft van het aantal gemeenteleden gaan over naar de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt. Na de oorlog volgt een explosieve groei in de naoorlogse nieuwbouwwijken en worden diverse nieuwe kerkgebouwen en wijkgemeenten gesticht, vaak met actieve ondersteuning van de bestaande gemeenten. Onderling contact tussen de Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk ontbreekt echter, zodat in eenzelfde nieuwbouwwijk binnen 500 meter twee kerkgebouwen verrijzen. Na de bloeiperiode tot in de jaren ‘60 keert het tij in de jaren ‘70 onder invloed van ontkerkelijking en secularisatie. Het laatste gebouw van de Gereformeerde Kerk in het centrum van de stad - aan het Onze Lieve Vrouweplein (het huidige filmhuis) - wordt verkocht, de gemeente wordt verspreid over de gereformeerde kerkgebouwen rond het centrum. Het is een pijnlijke ervaring die tot op de huidige dag door gemeenteleden gememoreerd wordt. Vergelijkbaar pijnlijk is de herinnering aan de verkoop van de Ontmoetingskerk (het huidige Monuta Uitvaartcentrum) van de Hervormde Gemeente. Ook hier raakt een gemeente in verstrooiing. De rond de opheffing van een wijkgemeente en sluiting van een kerk ervaren lastige verhouding tussen wijkgemeenten en kerkelijk bestuur voor het geheel van de stad heeft diepe sporen nagelaten. Deze beide gebeurtenissen
4
verklaren voor een deel, dat veel aarzeling moest worden overwonnen bij alle betrokkenen om te komen tot het inzicht dat de toekomst van de kerk in Amersfoort gediend is met een gezamenlijk optrekken van de drie fusiepartners. In het Soesterkwartier komen na een jarenlang proces de gereformeerde Rehobothkerk en de hervormde Emmakerk-gemeente in 1997 tot het besluit samen verder te gaan. Zij vormen onder de naam Emmaüskerk sinds die tijd de eerste gefedereerde Samen op Weggemeente in de stad. De in de jaren dertig wat ingedutte kleine Evangelisch-Lutherse gemeente beleeft na de Tweede Wereldoorlog tot aan het eind van de jaren ‘60 een bloeitijd door een zeer actief kinder- en jeugdwerk. Helaas kan deze actief betrokken groep in de vacaturetijd na het plotselinge overlijden van de predikant niet vastgehouden worden. Vanaf eind jaren ‘60 deelt de gemeente een predikant met de zeer kleine gemeente Baarn-Soest-Eemnes, die in 1989 wegens zeer sterke vergrijzing met Amersfoort wordt samengevoegd. Door de verkoop van de kapel in Baarn kan de predikantsplaats voor een aantal jaren veilig gesteld worden. In de tweede helft van de jaren ‘90 wordt de gemeente geconfronteerd met een zo sterk toenemende vergrijzing en terugloop in ledental, dat zelfstandig voortbestaan in het begin van de 21e eeuw niet meer mogelijk blijkt. Op de weg die voor ons ligt worden de vreugde en het verdriet uit het verleden gerespecteerd in het besef dat de geschiedenis niet kan worden ontkend of verloochend. Door het lange gescheiden optrekken zijn eigen verhalen en een eigen cultuur ontstaan. De waarde en de betrekkelijkheid daarvan zal blijken bij het zoeken naar antwoorden op de vragen aan de Protestantse Gemeente Amersfoort voor de komende 20 jaar. I.2. Waarom en waartoe dit beleidsplan? Zoals boven geschetst zien wij de PGA als een mozaïek van wijkgemeenten die elk hun sterke en zwakke kanten hebben. Als wij spreken van een samengaan, moet er ook een samenhang zijn in de activiteiten die door de wijkgemeenten worden uitgevoerd. Elke wijkgemeente legt eigen accenten, vanuit een herkenbare identiteit, maar het centrale in het geheel is de samenbindende factor. Dit beleidsplan is een document dat het proces van verdere gemeenteontwikkeling in beweging wil zetten en bevorderen. Het is geen statisch stuk, dat na vier jaar weer eens uit de kast wordt gehaald, maar een middel met behulp waarvan regelmatig wordt gekeken wat er van de voornemens terecht komt. Het beleidsplan is niet af en zal dat ook nooit zijn. Niet alles kan en hoeft direct. De PGA heeft tijd nodig om alle betrokkenen verder aan elkaar te laten wennen. Dit plan wil ondersteunend zijn voor het beleid van de wijkgemeenten zoals deze dat hebben vastgelegd in hun beleidsplannen. Voor een totaalbeeld verwijzen we naar deze plannen. Het beleidsplan wordt opgesteld voor de periode 2010-2013.
5
II. Aard en opdracht II.1. Mission Statement De vorming van de Protestantse Gemeente Amersfoort (PGA) is dus geen eindpunt, maar vormt een nieuw begin. Dit nieuwe begin bepaalt ons bij de vraag naar de identiteit. Hoe ziet de PGA zichzelf en wat is haar opdracht? Anders geformuleerd: waarvoor staat en gaat zij? Dat is vastgelegd in het ‘mission statement’: De Protestantse Gemeente Amersfoort (PGA) maakt deel uit van de Protestantse Kerk in Nederland. Ze staat in de eeuwenlange traditie van de algemene christelijke kerk, die belijdt dat Jezus Christus Heer en Verlosser van de wereld is. De Protestantse Gemeente Amersfoort is een veelkleurig mozaïek van negen geografische wijkgemeenten en een wijkgemeente van bijzondere aard. Elke gemeente legt eigen accenten, vanuit een herkenbare identiteit. Gelovigen met een heel verschillende achtergrond en geloofsbeleving vinden er een plek. Die verscheidenheid versterkt de solidariteit. We hebben elkaar nodig om kerk te zijn, in deze tijd, in deze stad. In de wijkgemeenten klopt het hart van de kerk. Daar houden we de lofzang gaande, daar wordt het Evangelie verkondigd en vieren we de sacramenten van doop en avondmaal. Deze geloofsgemeenschappen zijn inspirerende ontmoetingsplaatsen voor het gesprek over vragen van geloven en leven, voor de geloofsoverdracht aan nieuwe generaties en voor de roeping tot zending en diaconaat. In navolging van Christus heeft de kerk een scherp oog, een ruim hart en gulle handen voor de armen en kwetsbaren, dichtbij en ver weg. De PGA heeft haar Mission Statement als volgt op haar ‘visitekaartje’ verwoord: PROTESTANTSE GEMEENTE AMERSFOORT Inspirerend dichtbij II.2. Mozaïek De PGA ziet zichzelf als een mozaïek van wijkgemeenten, die een samenhangend geheel vormen. Zoals in een mozaïek geen enkel steentje kan ontbreken en elke steen een eigen plaats, grootte, kleur en functie heeft om een gezamenlijk beeld te vormen, zo vormt de diversiteit van wijkgemeenten één samenhangend geheel. Die onderlinge samenhang is ook een opdracht en een uitdaging. In bijbelse termen: de PGA wil lichaam van Christus zijn met vele leden, die hun diversiteit positief inzetten ten dienste van dat lichaam. Elk lid levert hieraan zijn eigen bijzondere bijdrage en daarin waarderen de leden elkaar en herkennen elkaar dusdanig, dat zij weten dat zij elkaar nodig hebben. Deze onderlinge samenhang en solidariteit zijn geen vraag maar opdracht, zodat de PGA gericht kan blijven op haar leven met God, met elkaar en in de samenleving waar zij deel van uitmaakt. Als kerk staan we in de traditie van belijden, vieren en dienen. Deze traditie willen wij binnen de PGA gestalte geven.
6
II.3 Doelstelling Met het beeld van een mozaïek drukt de Protestantse Gemeente met het oog op de concrete kerkelijke situatie uit hoe zij de verhouding ziet tussen het geheel en de delen. Doelstelling van de PGA: a. De Protestantse Gemeente Amersfoort, verzameld rond de Heilige Schrift, voert en stimuleert het geloofsgesprek met het oog op een krachtig geloof en een levendig getuigenis van haar leden, haar wijkgemeenten en de gemeente als geheel. b. De PGA ontwikkelt beleid en voert dat uit, opdat de PGA als geheel in de toekomst een zichtbare en aantrekkelijke gemeente van de Protestantse Kerk in Nederland in Amersfoort is en zo kan meewerken aan de inspirerende bijdrage van het protestantisme voor de Nederlandse samenleving. c. De PGA ontwikkelt beleid en voert dat uit, opdat de PGA een herkenbare en betrouwbare partner kan zijn van de stad Amersfoort en ieder die daarbinnen het goede zoekt voor de stad en haar bewoners. d. De PGA stelt de wijkgemeenten in staat om zich, in lijn met de eigen kleur en identiteit, te ontwikkelen als deel van de PGA en zo bij te dragen aan een vitale PGA. e. De PGA maakt de saamhorigheid tussen de wijkgemeenten mogelijk. f. De PGA versterkt de onderlinge samenwerking tussen de wijkgemeenten. Uitgangspunten bij de verhouding tussen het geheel en de delen: a. Ontwikkelingen in de wijken worden goed gevolgd om na te gaan of de vitaliteit van de betreffende wijk gewaarborgd blijft. Zodra deze vitaliteit in gevaar komt, wordt er gezamenlijk gekeken op welke wijze deze weer op niveau gebracht kan worden. b. Initiatieven van wijken om nieuwe vormen van kerk zijn te ontwikkelen worden waar mogelijk gesteund, zowel professioneel als met middelen (solidariteitsfonds). c. De AK draagt de verantwoordelijkheid voor de Centrumvieringen (waarover de VAK een notitie heeft vastgesteld). Verder ondersteunt de AK een aantal initiatieven. Op het moment van de fusie zijn dat onder andere de borging van de evangelischlutherse presentie in de stad, de zorg voor de kerstnachtdienst in de St. Joriskerk en voor andere activiteiten van diaconale of liturgische aard.
BELEIDSVOORNEMEN De AK geeft in samenwerking met het Ministerie van Predikanten in de periode die dit beleidsplan bestrijkt nadere aanzetten voor een verdere doordenking van de gewenste veelkleurigheid van de PGA en hoe deze in Amersfoort gestalte gegeven kan worden.
II.4. (Wijk)gemeenten van de PGA De volgende wijkgemeenten maken deel uit van de PGA: 1. Protestantse wijkgemeente Adventkerk 2. Protestantse wijkgemeente Bergkerk 3. Protestantse wijkgemeente De Brug 4. Protestantse wijkgemeente Emmaüskerk 5. Protestantse wijkgemeente Fonteinkerk 6. Protestantse wijkgemeente Nieuwe Kerk 7. Protestantse wijkgemeente De Bron (voorheen De Open Hof en Opstandingskerk) 8. Protestantse wijkgemeente De Hoeksteen
7
9. Hervormde wijkgemeente Sint Joriskerk 10. Protestantse wijkgemeente van bijzondere aard Johanneskerk, behorende tot het samenwerkingsverband DoReVp-Johanneskerk Zoals boven al genoemd leggen deze wijkgemeenten elk hun eigen accenten, vanuit een herkenbare identiteit.
8
III. De PGA in haar context III.1 De stad, de mensen en hun overtuiging Met 140.000 inwoners is Amersfoort een middelgrote stad, waarvan de laatste jaren het inwonertal aanzienlijk is gegroeid. Met de ligging in het centrum van het land, aan de rand van de Veluwe en aan de buitenrand van de Randstad, heeft Amersfoort te maken met invloeden uit vele richtingen. Godsdienst is in de stad een factor van betekenis, maar Amersfoort heeft niet een uitgesproken godsdienstige bevolking. Toch is op zondagmorgen de kerkgang nog te ‘zien’. Die kerkgang is heel divers. Sinds 1944 is in onze stad naast de Protestantse Gemeente de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt sterk aanwezig. Maar ook zien we - zeker de laatste jaren evangelische en pinkstergemeenten sterker groeien waardoor een heel gemêleerd beeld van godsdienstige binding bestaat, verdeeld over ongeveer 20 christelijke denominaties. Daarnaast is het relatief kleine deel van de bevolking met een allochtone achtergrond (14% van het totaal) te vinden in drie moskeeën, in de Russisch-Orthodoxe kerk, de evangelische en pinksterkerken, de Rooms-Katholieke Kerk, maar nauwelijks in de gemeenten van de PGA. Met haar ruim 8.000 leden is de PGA dus één van de christelijke geloofsgemeenschappen in de stad. Een geloofsgemeenschap die de laatste jaren wordt geconfronteerd met een daling (van 3% per jaar) van haar ledental. Hoewel cijfers ontbreken, is de indruk dat het de Protestantse Gemeente onvoldoende lukt om nieuwe mensen voor zich te interesseren, om mensen aan de rand te betrekken bij het hart van de gemeente en om jonge mensen uit eigen gelederen voldoende vast te houden. Dit geldt niet voor elke wijkgemeente in gelijke mate, maar dat op dit gebied over het geheel genomen behoefte is aan nieuw elan lijkt zeker. Als we over ‘dé stad’ spreken moeten we een duidelijk voorbehoud maken. In de wijken waarin de Protestantse Gemeente Amersfoort actief is wonen in totaal 81.000 mensen. De wijkgemeenten in Amersfoort-Noord behoren namelijk tot de Protestantse Gemeente Hoogland/Amersfoort-Noord (in wording). Daar liggen de nieuwste wijken (Vathorst, Kattenbroek, Nieuwland) met de jongste gezinnen, hoewel ook in het Soesterkwartier, Kruiskamp en Randenbroek sprake is van een zekere bevolkingsgroei door nieuwbouw. Amersfoort is een plezierige stad om te wonen en te werken, zo blijkt uit gegevens ontleend aan de ‘Atlas voor gemeente 2008’ *) (betreffende de 50 grootste gemeenten). Op de ranglijst voor woonaantrekkelijkheid staat Amersfoort op de 7e plaats. Een gunstige positie die vooral te danken is aan de goede bereikbaarheid van banen, nabijheid van natuurgebieden (3e plaats) en het culinaire aanbod. In de sociaal-economische index blijft Amersfoort hoog: op een 3e plaats. Met name dankzij een laag aandeel lage inkomens (6e), bijstandsontvangers (12e), werkloosheid (10e), weinig laag opgeleiden (9e) en een hoge participatiegraad van vrouwen (6e). Wel is er op dit gebied een speciaal aandachtspunt voor Amersfoort: de jeugdwerkloosheid. Daar zit Amersfoort op een gemiddelde (25e) plaats, maar in combinatie met een goed banenaanbod is dit juist ongunstig. De Atlas spreekt van een ‘kruitvatindicator’: veel jeugdwerkloosheid in een kansrijke omgeving betekent dat er een ‘explosieve situatie’ kan ontstaan. Qua inwonertal is Amersfoort de 16e stad van Nederland. De stad telt relatief weinig 65plussers (43e op de lijst van 50) en jongeren tussen 15 en 29 jaar (33), relatief veel 0-15 jarigen, dertigers en veertigers (de instroom in de nieuwe wijken). Relatief gezond mogen we ons weten: met ons huisartsenbezoek staan we 13e op de lijst (van weinig tot veel). Relatief veel antidepressiva worden gebruikt (40 op de schaal van weinig naar veel). Wat betreft onveiligheid (22) en ervaren overlast (27) zit Amersfoort rond het gemiddelde.
9
III.2 De Protestantse Gemeente in de stad In deze pluriforme en relatief rustige stad willen wij kerk zijn. Onze eigen-aardigheid is al benoemd in het Mission Statement en over onze wijze van relatievorming is te lezen in hoofdstuk V (onder missionair werk en diaconaat) en in hoofdstuk VI over externe relaties. . Hier is het goed om onze eigen aard nog op een andere manier uit te werken als we ons afvragen hoe wij protestant zijn ten opzichte van andere christenen, andere gelovigen en niet-gelovigen. Dit is van belang omdat drie ontwikkelingen intern en extern op ons inwerken: a) kerkverlating, b) afnemende betrokkenheid en verdamping van geloofsgoed en c) toenemende invloed van de evangelische stroming. In deze ontwikkeling dient de PGA haar protestantse eigenheid te doordenken. Die eigenheid vinden we in de kenmerken van onze traditie: 1) de nadruk op de bediening van Woord en Sacrament; 2) het (her)waarderen van het belijden; 3) de min of meer democratische organisatie van de kerk; 4) de inzet voor de samenleving en 5) de zorg om en betrokkenheid bij de bevordering van een rechtvaardige, duurzame wereldsamenleving waaraan allen kunnen deelnemen. Met het benoemen en oefenen van deze eigenschappen kan de PGA een plaats van betekenis hebben in de stad Amersfoort. *) Samenvatting door gemeente Amersfoort van Atlas voor gemeenten 2008 zie http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=189966
III.3 Profiel van de wijkgemeenten In het kader van de ontwikkeling van dit beleidsplan is een van de belangrijkste aandachtspunten het ondersteunen van de beleidsuitgangspunten van de negen geografische wijkgemeenten. Hiertoe is aan de wijkkerkenraden gevraagd zelf een opgave van prioriteiten, sterkten/zwakten, kansen en bedreigingen aan te geven. Dit conform het bestaande (geactualiseerde) beleidsplan. PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE ADVENTKERK Prioriteiten: Uitvoering geven aan herstel, na een moeilijke periode in de geschiedenis van de wijkgemeente. Speerpunten daarbij zijn: revitalisering van de zondagse eredienst naar vorm en prediking, onderlinge geestelijke vorming en (diaconale) betrokkenheid op elkaar en op de omgeving van de gemeente bevorderen bij de gemeentekringen, en een integraal jeugdbeleid. Sterk: duidelijke identiteit, veel jeugd, goede structuur jeugdwerk, veel kader. Zwak: leden wonen ver van de kerk en de wijk, begeleiding vrijwilligers. Kansen: nieuwbouw/herbouw in Kruiskamp, missionaire samenwerking in de wijk. Bedreigingen: predikantsvacature, moeilijk vrijwilligers te vinden in jonge carrière makende gezinnen. PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE BERGKERK Prioriteiten: een open, herkenbare en toegankelijke kerk zijn met zowel aandacht voor de eigen gemeente als voor de positie van de kerk in de samenleving. Sterk: aandacht voor liturgie, financieel gezond, beleidsmatig en organisatorisch goed op orde, een regionale en landelijke uitstraling, grote betrokkenheid van de leden. Staat open voor samenwerking en staat positief ten opzichte van de PGA. Gunstig gelegen gebouw. Zwak: gebouw en inrichting zijn aan renovatie toe. Kansen: door diverse activiteiten bredere groepen in de samenleving aanspreken. Bedreigingen: het wordt moeilijker vrijwilligers voor diverse functies te vinden.
10
PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE DE BRUG Prioriteiten: uitbreiding predikantsuren naar 1,4 fte, uitbreiding missionair werk en jeugdwerk, vasthouden identiteit, oplossen gebouwenvraagstuk. Sterk: open gastvrije gemeente, herkenbare identiteit, drive voor missionair werk. Zwak: geen affiniteit met andere bestuurslagen (onder andere ten opzichte van de PGA), twee hoofdstromen in visie, gebrek aan ouderlingen. Kansen: groei zowel in de wijk als daarbuiten mogelijk. Bedreigingen: te centraal beleid, vergrijzing, overstap van gemeenteleden naar bijvoorbeeld evangelische kerken. PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE EMMAÜSKERK Prioriteiten: zondagse diensten, vorming en toerusting, pastoraat. Sterk: onderlinge betrokkenheid, veranderingsgezindheid, koersvast. Zwak: gering aantal leden, jeugd 10-25 ontbreekt, te veel mensen gaan wijkkerk voorbij. Kansen: de nieuwbouw in het Soesterkwartier en de aantrekkelijkheid van de wijk voor starters op de woningmarkt maken dat de gemeente uit eigen wijk nieuwe leden kan werven. Uitdaging: het steeds weer opnemen van nieuwe jonge mensen in bestuur en beheer en het vasthouden van de kennis en ervaring van capabele ouderen daarbij. PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE FONTEINKERK Prioriteiten: groei in zelfontmoeting, in omgang met en zorg voor elkaar, in de omgang met God, in de dienst aan de samenleving. Sterk: tolerantie en bespreekbaarheid binnen de gemeente, jeugdbeleid, financiële draagkracht. Zwak: dilemma van de pluriformiteit, vinden van ambtsdragers, binden van de jeugd. Kansen: verdere ontwikkeling veelkleurigheid, hernieuwde samenwerking in Zuid (Nieuwe Kerk en Bergkerk). Bedreigingen: zeer geringe geografische wijk, mogelijke (financiële) belemmering bij realiseren van verbouwing bijgebouw. PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE NIEUWE KERK Prioriteiten: eredienst, jeugdwerk, kerk in de wijk, pastoraat, vorming en toerusting. Sterk: zorg en aandacht voor elkaar en voor de wijk, veel (nieuwe) activiteiten. Zwak: opvolging van het beleid, aansturen activiteiten. Kansen: aantrekkingskracht voor twintigers en dertigers, nieuwe bewoners in Leusderkwartier, profilering door middel van identiteit. Bedreigingen: toenemende kloof tussen leefwereld jongeren en geloofsbeleving in de kerk; opkomst evangelisch-charismatische gemeenten in Amersfoort. PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE DE BRON Prioriteiten: zondagse vieringen, gemeente zijn in breedste zin, pastoraat, diaconaat. Sterk: hechte actieve kern, veelkleurigheid, geefgedrag, betrokken predikanten, aandacht en zorg voor ouderen, zowel beleidsmatig als praktisch inhoudelijk. Zwak: jeugd redelijk aanwezig, krimpend ledental, moeilijker ambtsdragers te vinden. Kansen: samenwerking van de beide wijken (v/h Open Hof/Opstandingskerk), inzetten op jeugd. Bedreigingen: mogelijk vertrek van jonge gezinnen naar wijken met meer jeugd, ledenverlies door fusie, minder mogelijkheden kerk in de wijk te zijn. PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE DE HOEKSTEEN Prioriteiten: jeugdwerk, eredienst, pastoraat, kerk in de wijk zijn. Sterk: goede leeftijdsopbouw; veel jonge gezinnen; veel activiteiten voor heel verschillende doelgroepen; gemakkelijk omgaan met wisselende vormen en tradities in de eredienst; financiële rust; na dip in kerkbezoek voorzichtig herstel. Zwak: verbinding tussen de verschillende groepen in de gemeente; betrokkenheid op de wijk
11
Kansen: kerk in de wijk: naar buiten gericht, benutten potentieel in de wijk. Bedreigingen: vinden van voldoende ambtsdragers, vasthouden van lichte groei in kerkbezoek HERVORMDE WIJKGEMEENTE SINT JORISKERK Prioriteiten: eredienst, diaconaat/pastoraat, missionair gemeente zijn, jeugdwerk, uitbreiding predikantsplaats naar 1 fte. Sterk: onderling betrokken, gastvrij, goede opkomst in kerkgang, relatief veel jeugd, sterke groei in Actie Kerkbalans. Zwak: naar binnen gericht, doorvertalen eigen identiteit naar vandaag (is ook een kans). Kansen: benutten monumentaal kerkgebouw als ingang voor onkerkelijke stadgenoten. Bedreigingen: bereikbaarheid kerkgebouw, exploitatie gemeente in samenwerking met kerkgebouw, afnemende bewonersdichtheid in geografische wijk. EVANGELISCH-LUTHERSE GEMEENTE AMERSFOORT – BAARN - SOEST Prioriteiten: vormgeving lutherse traditie samen met de Bergkerk, presentie van het kerkgebouw in de stad. Sterk: kerk in centrum van de stad, sterke liturgische en kerkmuzikale traditie. Zwak: gebrek aan menskracht en kader; leeftijdsopbouw: geen jongeren actief; door sterke regionale spreiding van de leden geen mogelijkheden voor binding met een wijk; moeilijk bereikbaar kerkgebouw. Algemene kenmerken van de wijkgemeenten Prioriteiten. Eredienst, jeugdwerk, missionair werk, pastoraat. Sterk. Sterke identiteit dan wel ontwikkeling daarvan, jeugdbeleid, missionair beleid. Zwak. In een aantal wijkgemeenten ontbreekt de jeugd; hier en daar krimpt het ledental (soms fors); het vinden van ambtsdragers. In mentale gemeenten: het onderhouden van een relatie met de wijk. Kansen. Profilering door middel van identiteit. Samenwerking groei zowel in de wijk als daarbuiten mogelijk. Verdere ontwikkeling identiteit. Bedreigingen. De gemeenten die zich profileren als (geografische) wijkgemeente laten een afnemend ledental zien, terwijl wijkgemeenten die zich profileren qua modaliteit stabiel blijven of een (lichte) stijging in ledental laten zien. Wegtrekken jeugd naar andere kerken. Beleidskeuzes Voor de hand liggend is dat wijkkerkenraden inzetten op de hoofdprioriteiten van het beleid: eredienst, pastoraat, jeugdwerk en missionair werk. Verschillende wijkkerkenraden hebben hiervoor al beleid ontwikkeld, passend bij hun identiteit. Een tweetal wijkgemeenten wil uitbreiding van het aantal predikantsuren.
BELEIDSVOORNEMENS Het ontwikkelen van stimuleringsfondsen voor missionair werk en pastoraat moet waar mogelijk worden gerealiseerd. Voor jeugdwerk bestaat een fonds. De toekenning hieruit zal aan uitgangspunten moeten worden gekoppeld die nader vastgesteld dienen te worden.
12
Aandachtspunten voor wijkkerkenraden en Algemene Kerkenraad De hiervoor weergegeven kwalitatieve informatie, gekoppeld aan thans beschikbare informatie over de ontwikkeling van de ledentallen en de begrotingsresultaten, geeft aan dat vier wijken bijzondere aandacht nodig hebben. Hierbij wordt opgemerkt, dat de ‘thans beschikbare informatie’ niet op juistheid is getoetst. Onduidelijk is ook welke ontwikkelingen van incidentele aard zijn en welke van meer structurele aard. Beleidsvoornemen is daarom te komen tot goede feitelijke gegevens inzake ledentallen, ontwikkelingen in kerkelijke bijdragen en dergelijke. Goed bestuur dient gebaseerd te zijn op betrouwbare gegevens. Deze dataverzameling zal gekoppeld worden aan de verdere ontwikkeling van een ‘vitaliteitscan’, waarmee in 2009 al een begin wordt gemaakt. Voor wat betreft de zorg en verantwoordelijkheid van de PGA voor de afzonderlijke wijken, zal de komende vier jaar, op basis van de huidige kennis van de stand van zaken, de aandacht eerst geconcentreerd worden op vier wijken. In overleg met de afzonderlijke wijkkerkenraden zal verder onderzoek gedaan worden naar de gesignaleerde ontwikkelingen en de oorzaken daarvan en zal, in samenhang met het geheel van de PGA, gezocht worden naar beleid dat recht doet aan de opdracht van de kerk en aan de mogelijkheden en beschikbare middelen. Het gaat hierbij om: ADVENTKERK Door de langdurige vacature en de kerkplanting in nieuwe delen van Amersfoort en omgeving, waaraan actieve gemeenteleden een bijdrage leveren, is het aantal actief betrokken gemeenteleden dalende. De voortdurende instroom van nieuwe gemeenteleden weegt daar de afgelopen tijd niet tegenop. Aandachtspunt is om waar nog nodig verder te werken aan herstel van de wijkgemeente. De begroting is niet sluitend. Bekend is dat de kerkenraad en de vrijwilligers van de Adventkerk veel moeite doen om deze ontwikkeling in positieve zin om te buigen. EMMAÜSKERK Ondanks veel elan in deze wijkgemeente is er toch gemiddeld een ledenverlies van ruim 30 leden per jaar. Bij extrapolatie heeft de Emmaüskerk in 2013 nog 460 leden. De Emmaüskerk is financieel sterk, heeft nog een groot bedrag aan legaten. Er is veel nieuwbouw in de wijk. Onduidelijk is nog welke invloed deze zal hebben op het ledental van de wijkgemeente. FONTEINKERK Onder de door de wijkkerkenraad genoemde bedreigingen wordt ‘(bijna) geen geografische wijk meer over’ als aspect van mogelijk ledenverlies genoemd. Het geefgedrag per gever is in de Fonteinkerkgemeente hoger dan gemiddeld. Ledental daalde de laatste jaren met 40 leden per jaar. Wanneer deze trend zich doorzet, heeft de Fonteinkerk in 2013 nog 519 leden. DE BRON Het ledental van deze per 2 januari 2010 nieuw te vormen wijkgemeente (samengaan van de Opstandingskerk en De Open Hof) moet opnieuw bepaald worden. Ook dient onderzocht te worden welke tendens de afgelopen jaren is waar te nemen. De Opstandingskerk en De Open Hof geven beide in hun analyse weer vanwege demografische ontwikkelingen verder ledenverlies te verwachten. Van de vorming van de nieuwe wijkgemeente is synergiewinst te verwachten.
13
IV. Bestuur en Organisatie IV.1. Inleiding De Protestantse Gemeente Amersfoort heeft als opdracht het verkondigen van het evangelie van haar Heer, Jezus Christus. Daartoe heeft de PGA als bestuurlijke organen: de wijkkerkenraden, de Algemene Kerkenraad, het College van Kerkrentmeesters en het College van Diakenen. De verantwoordelijkheden van deze organen liggen vast in de Kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland. Ondersteuning wordt verleend door een kerkelijk bureau, terwijl er daarnaast beperkte administratieve ondersteuning is van KKA (Kantoor Kerkelijke Administraties). IV.2. Taak Algemene Kerkenraad (AK) De taak van de AK is het beleid van de PGA, zoals geformuleerd in dit beleidsplan, uit te voeren. Sommige punten zullen eerst om verdere doordenking vragen; andere vergen een snelle reactie. Het is aan het moderamen om de AK hierbij keuzes voor te leggen. Bij besturen hoort ook het stellen van prioriteiten en het nemen van soms impopulaire beslissingen. Doelstellingen a. De AK zal zich veel meer dan tot nu toe richten op de langere termijnvisie en het bewaken van een integrale aanpak en is derhalve terughoudend in het volgen van de ‘waan van de dag’. De planningshorizon voor deze lange termijn is acht jaar. Hiertoe stelt de VAK in het najaar van 2009 een jaarplanning van onderwerpen en thema’s op, waarbij de insteek is liever een thema of onderwerp op een vergadering echt uit te diepen dan in elke vergadering zoveel mogelijk punten af te handelen. b. Ontwikkelingen in de wijken worden in de AK gedeeld, onder andere met het oog op het in stand houden van de vitaliteit van de betreffende wijk in het licht van wat in II.1 en II.2 gezegd is over de PGA als een mozaïek, een eenheid in verscheidenheid. Met ingang van 2010 komt elke maandelijkse vergadering een wijkgemeente over het voetlicht. Op deze wijze kan ook van de sterke kanten van de verschillende wijken en de positieve ontwikkelingen daar geleerd worden voor het geheel van de PGA. Wanneer genoemde ontwikkeling in gevaar komt, wordt gezamenlijk gekeken op welke wijze deze weer op niveau gebracht kan worden. Uitgangspunten a. De verdeling van taken en bevoegdheden tussen AK en wijkkerkenraden is gebaseerd op ordinantie 4-9-4 van de Kerkorde. b. De samenhang van de wijkgemeenten zal bewaard en versterkt worden. c. De wijkgemeenten worden in staat gesteld de eigen identiteit in rapport met de tijd en de stedelijke ontwikkelingen te ontwikkelen met het oog op de vitaliteit van een veelkleurige PGA. d. Trends in de stad (bijvoorbeeld via relaties met plaatselijke overheid en maatschappelijke organisaties) en het land (bijvoorbeeld via het lidmaatschap van het Beraad Grote Steden) worden gesignaleerd en ingebracht bij het formuleren van beleid.
14
IV.3. Bestuur Verhouding Algemene Kerkenraad (AK) – wijkkerkenraden (WK) De PGA maakt deel uit van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en de AK is als zodanig gehouden de Kerkorde van de PKN als leidraad te nemen. Door de wijze van besturen worden kernfuncties in de wijkgemeente als eredienst, pastoraat, diaconaat en catechese ingevuld door de wijkgemeente zelf. De verdeling van taken en bevoegdheden van AK en WK is aangegeven in Ordinantie 4-9-4 en na overleg tussen AK en WK verder vastgelegd in de Plaatselijke Regeling. In de wijkgemeenten klopt het hart van de gemeente. Daar wordt het evangelie verkondigd, daar is de viering van het heilig Avondmaal en vindt de bediening van de heilige Doop plaats. Wijkkerkenraden maken beleid, passend bij hun identiteit, zorgen voor een sluitende begroting en onderhouden relaties met in hun gebied gevestigde maatschappelijke organisaties. Een bepalend punt in de relatie tussen de AK en de WK is daarom het treffen van voorzieningen om waar nodig recht te doen aan de binnen de gemeente voorkomende kerkelijke verscheidenheid. De rol van de AK ten opzichte van de WK is vooral faciliterend en stimulerend van aard. Deze rolverdeling tussen WK en AK past ook goed bij de organisatievorm. Belangrijke aandachtsgebieden De aandachtsgebieden die hieronder worden genoemd, en de wijze waarop zij zullen worden aangepakt, moeten gezien worden in het licht van hoofdstuk II Aard en opdracht. a. De AK draagt er zorg voor, dat de evangelieverkondiging in de stad gewaarborgd blijft. Uitgangspunt daarbij is, dat er goed verspreid over de stad plaatsen voor viering blijven, waarbij aan de verscheidenheid tussen wijkgemeenten recht wordt gedaan. b. Het voeren van het geloofsgesprek is van wezenlijk belang. De AK maakt daarvoor ruimte. c. De AK signaleert trends in de stad (bijvoorbeeld via relaties met de plaatselijke overheid en met maatschappelijke organisaties) en het land (bijvoorbeeld via het lidmaatschap van Beraad Grote Steden) en verdisconteert deze trends in zijn beleid. d. De AK bevordert de samenwerking tussen wijkgemeenten, evenals de uitwisseling van kennis. e. De AK toetst de meerjarenbegrotingen van de wijken met het oog op te signaleren trends en vanuit de zorg voor elkaar. In het bijzonder wordt gelet op het waarborgen van de pastorale zorg in de wijkgemeenten en het zonodig kunnen verkrijgen van een solvabiliteitsverklaring voor het beroepen van een predikant. f. De AK draagt er zorg voor, dat er tussen de verschillende wijkgemeenten ruimte voor verscheidenheid blijft. De verschillende stromingen vormen een belangrijke mogelijkheid om als PGA een zo breed mogelijke groep gelovigen aan te spreken en is uiting van het besef dat wijkgemeenten elkaar kunnen verrijken. g. De AK gaat samen met het College van Kerkrentmeesters het gesprek aan met wijkgemeenten die niet zelfstandig tot een sluitende begroting kunnen komen. Lutherse traditie Een apart aandachtsveld van de AK is de lutherse traditie. Bij de vorming van de PGA is de Evangelisch-Lutherse Gemeente Amersfoort - Baarn - Soest (ELG) een van de kerkelijke gemeenten die samengaan. De ELG is - in samenspraak met de Synodale Commissie van de Lutherse Synode in de Protestantse Kerk in Nederland en de classis Amersfoort - tot de conclusie gekomen, dat functioneren als een (wijk)gemeente (al dan niet van bijzondere aard) binnen de PGA niet tot
15
de reële mogelijkheden behoort. De kerkenraad van de ELG stelt het op prijs dat zijn taken ten aanzien van vieringen en pastorale verantwoordelijkheid voor de leden van de lutherse geloofsgemeenschap vanuit een kerkenraadscommissie worden vervuld op gelijkwaardige wijze als thans, overeenkomstig het bepaalde in Ordinantie 4-9-4. De Voorlopige Algemene Kerkenraad (VAK) van de PGA heeft uitgesproken, dat het van belang is om in Amersfoort de sinds 1685 gevestigde lutherse traditie te bewaren, levend te houden en vruchtbaar te maken. De AK rekent het tot zijn verantwoordelijkheid om hiervoor zorg te dragen, mede op basis van het in de VAK besproken ‘Kenmerken van de lutherse traditie’. De AK heeft de taak voorzieningen te treffen waar dat nodig is om recht te doen aan de binnen de gemeente voorkomende kerkelijke verscheidenheid. Wijze van besturen De werkwijze van de AK is vastgelegd in § 2 van de Plaatselijke Regeling. Hoofdlijn is dat er integraal en op afstand wordt bestuurd en dat er sprake is van besturen gericht op de lange termijn. De planningshorizon voor deze lange termijn is acht jaar. In het besturen zal een planmatige bespreking van belangrijke beleidsonderwerpen plaatsvinden. Deze worden tijdig door de AK vastgesteld. Ontwikkelingen in de wijkgemeenten worden in de AK gedeeld. Volgens een rooster komen alle wijkgemeenten regelmatig over het voetlicht. Door extrapolatie van voorliggend cijfermateriaal is het mogelijk vast te stellen wat - bij ongewijzigd beleid - de positie van de PGA is over acht jaar. Voor de wijkkerkenraden geldt, dat de planningshorizon gelijk loopt met de lopende periode van het beleidsplan van de wijkgemeente. Bij het besturen worden steeds kwalitatieve gegevens (visie, opdracht, gaven en mogelijkheden) in samenhang met kwantitatieve gegevens (ontwikkeling ledentallen, financiën, gebouwen enz.) bezien. Een goed samenspel tussen AK, College van Kerkrentmeesters en College van Diakenen en de wijkkerkenraden is hierbij onontbeerlijk. Samenstelling AK De samenstelling van de AK is vastgelegd in §1 van de Plaatselijke Regeling. De AK wordt samengesteld uit ambtsdragers die door en uit de wijkkerkenraden zijn aangewezen en ambtsdragers uit diverse geledingen van de PGA. Door middel van een rooster, waarin opgenomen de momenten van aftreden, wordt de samenstelling bepaald. Met het oog op de vorming van de PGA is in de Plaatselijke Regeling een rooster opgenomen voor de samenstelling van de AK vanaf 1 januari 2010. De AK vergadert ten minste zes maal per jaar. Samenstelling en rol van het moderamen Jaarlijks kiest de AK uit zijn midden een moderamen.1 Uitgangspunt bij deze verkiezing is, dat zoveel als mogelijk is, recht wordt gedaan aan de verscheidenheid van de wijkgemeenten. De taak van het moderamen is beleidsvoorbereidend en uitvoerend. Besluitvorming vindt plaats binnen de AK. De keuze van de AK om te besturen op hoofdlijnen, integraal en gericht op de lange termijn vraagt om een mandaat van de AK voor het moderamen om zoveel als mogelijk praktische zaken af te handelen. Hiervan legt het moderamen achteraf verantwoording af aan de AK. 1
De samenstelling van de AK per 1-1-2010, inclusief de samenstelling van het moderamen, vastgesteld door de VAK in het najaar van 2009.
16
Daarnaast is de rol van het moderamen beleidsvoorbereidend. Dat wil zeggen dat voor belangrijke beleidsonderwerpen het moderamen breed onderzoek doet en met informatie en argumenten ondersteund een voorstel ter goedkeuring aan de AK voorlegt. Moderamen en AK zullen in de tweede vergadering van 2010 aanvullende afspraken moeten maken welk mandaat aan het moderamen wordt gegeven. Voor de AK en zijn moderamen wordt een huishoudelijk reglement opgesteld waarin vergaderfrequentie, verslaglegging, verantwoording aan de AK en communicatie met de wijkkerkenraden en gemeenteleden is geregeld.
BELEIDSVOORNEMEN AK en moderamen maken in de tweede vergadering van 2010 afspraken omtrent het mandaat van het moderamen en de communicatie met leden van de AK en de wijkgemeenten.
IV.4. Organisatie De kernfuncties van de PGA worden onder en vanuit de verantwoordelijkheid van de wijken uitgevoerd. Verschillen tussen de wijken zijn groot, niet alleen wat betreft kleur, maar ook wat betreft de ontwikkeling in ledental en financiële bijdrage. In sommige wijken is sprake van een stabiel of licht stijgend ledental, terwijl andere wijken met een dalend ledental kampen. Dit zelfde kan gezegd worden van de bijdragen aan de Actie Kerkbalans. De PGA is niet in staat om uit levende gelden haar bedrijfsvoering volledig te bekostigen. Bovendien is er sprake van een gestaag dalend ledental. Bij de inrichting van de organisatie, maar ook bij het financiële beleid zal de AK hier in zijn beleid rekening mee dienen te houden. Bijzondere kenmerken a. Hoewel de PGA procentueel binnen de Amersfoortse bevolking weinig opvalt, hebben de wijkgemeenten toch een behoorlijke impact in de buurten op maatschappelijk en op cultureel gebied. Ook is de toenemende belangstelling voor het behoud van het religieus erfgoed een positief punt. Daarnaast kan de groeiende interesse voor religie worden genoemd. Uiting van het vorenstaande is bijvoorbeeld het aantal kerkleden dat een koninklijke onderscheiding mocht ontvangen; naast hun maatschappelijke betrokkenheid werden ook verschillende malen de kerkelijke activiteiten als criterium voor toekenning genoemd. Het is voor de wijkgemeenten dan ook van groot belang de relatie met de wijkorganen aan te halen, dan wel sterk te verbeteren. b. De wijkgemeenten zijn geen statische organisatieonderdelen. Er zijn verschillende ontwikkelingen die op hen inspelen. Allereerst is daar de al jaren voortgaande afname van het ledental, voor de PGA is dat gemiddeld 3% per jaar. Per wijk zijn er echter verschillen, van licht groeiend tot dalingen sterker dan gemiddeld. Ten aanzien van de opbrengsten bij de Actie Kerkbalans bestaan er ook grote verschillen. Enerzijds zien we wijken waar de opbrengst meer dan gemiddeld stijgt, anderzijds zijn er wijken die een dalende tendens vertonen.
17
c. Er kan onderscheid gemaakt worden in twee typen wijken. Er zijn wijken die sterk verankerd zijn in de eigen geografische wijk binnen de stad en er zijn wijken die een inhoudelijk profiel hebben ontwikkeld, waarmee zij leden aan zich binden over wijkgrenzen heen. Beide typen leveren op eigen wijze een bijdrage aan de presentie van de PGA in Amersfoort. De ontwikkeling van het ledental en van de kerkelijke bijdrage in beide typen van wijken is aan onderscheiden factoren onderhevig. De registratie en verwelkoming van nieuwe leden van buiten Amersfoort zal met beide typen wijkgemeenten rekening moeten houden.
BELEIDSVOORNEMENS 1. Versterken van de positie van goed lopende wijken. 2. Ondersteuning van de wijkgemeenten die te kampen hebben met een teruglopend ledental en teruglopende opbrengsten van de Actie Kerkbalans.
Opvallende functioneringskenmerken a. De wijkkerkenraden werken met veel elan en grote inzet aan het vorm en inhoud geven van hun gemeente zijn en het daardoor in stand houden van hun wijkgemeente. Door het neerleggen van meer verantwoordelijkheden in de wijken is - met aantoonbaar succes - een nieuwe motivatie ontwikkeld. Deze ontwikkeling moet worden vastgehouden en uitgebreid. In verschillende wijkgemeenten is er sprake van nieuwe initiatieven en wordt beleid ontwikkeld om het gemeente zijn nieuw leven in te blazen. Kortom, er is sprake van veel positieve ontwikkelingen. b. Een punt dat duidelijk verbetering behoeft, is de te sterke naar binnen gerichte oriëntatie van de meeste wijkgemeenten en ook van de PGA als geheel. Van de AK mag worden verwacht dat deze zich communicatief sterker profileert dan tot nu toe en zich onder andere ook bezighoudt met het onderhouden van contacten met overkoepelende organisaties. Van de wijkgemeenten mag worden verwacht, dat zij contact onderhouden met andere maatschappelijke en kerkelijke organisaties. De overkoepelende contacten met het gemeentebestuur zijn voorbehouden aan de AK, dan wel het College van Kerkrentmeesters of het College van Diakenen. c. De communicatie is voor verbetering vatbaar. Een goede aanzet is gemaakt door het aantrekken van een vrijwilliger als coördinator communicatie (zie ook V.8). Het uitoefenen van deze voor de PGA belangrijke functie zal allereerst leiden tot kwaliteitsverbetering van de communicatie. Daarnaast mag worden verwacht dat er sprake zal zijn van een betere effectiviteit. Onder formatie wordt een voorstel gedaan voor het in de begroting opnemen per 1 januari 2012 van 0,4 fte voor deze functie.
18
BELEIDSVOORNEMENS 1. Het ontwikkelen van een model waarmee wijkgemeenten kennis kunnen overdragen aan andere wijkgemeenten zonder allerlei overlegvormen. Overleg wordt gevoerd op het moment dat een wijkgemeente een idee van een andere wijkgemeente nader wil bekijken. 2. Het ontwikkelen van een model om de verdere toedeling aan wijken van verantwoordelijkheden en bevoegdheden gestalte te geven. 3. Het ontwikkelen van een kaart van maatschappelijke relevante organisaties voor de (wijkgemeenten van de) PGA, opdat hiermee contact kan worden gelegd.
Administratieve organisatie Allereerst speelt voor wat betreft de financiële administratie de KKA een belangrijke rol. Deze rol dient zich te beperken tot wat echt noodzakelijk is voor de continuïteit van de organisatie en van belang zijnde onderwerpen. Na de vorming van de PGA dient een aanvullende/nieuwe overeenkomst met de KKA te worden gesloten. Een tweede belangrijk orgaan is het Kerkelijk Bureau. Dit bureau wordt bemenst door een beroepskracht, gesteund door vrijwilligers vanuit de wijken. De taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in een protocol (zie bijlage). In de wijken worden allerlei administratieve werkzaamheden verricht. Deze dienen te voldoen aan de voorwaarden zoals door de accountant aangegeven. Daarnaast is de AK verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking van de, waar mogelijk en gewenst, op wijkniveau gevoerde administraties. Gemeenteleden kiezen steeds meer hun eigen kerk. De keuze voor de kerk om de hoek is dan ook niet meer vanzelfsprekend. De administratieve overgang van de ene naar de andere wijkgemeente is nogal omslachtig. Het zou goed zijn hierin een vereenvoudiging door te voeren.
BELEIDSVOORNEMENS 1. Ontwikkeling van een plan aan de hand waarvan wijkgemeenten die dat wensen hun administratie als hierboven omschreven zelf kunnen uitvoeren. Gelet op het al geruime tijd lopen van dit traject wordt voorgesteld in 2010 in de wijkgemeenten De Brug en de Fonteinkerk een pilot uit te voeren om dit punt concreet uit te werken. 2. Ontwikkeling van een vereenvoudigde procedure voor overschrijven van de ene naar de andere wijkgemeente. Ontwikkeling daartoe van een eenvoudig formulier.
Personeelsbeleid Zoveel mogelijk taken in de PGA worden door vrijwilligers uitgevoerd. Daar waar beroepskrachten moeten worden aangesteld gelden de regels zoals opgenomen in de Generale Regelingen behorende bij de Kerkorde van de PKN. Het sluiten van
19
arbeidsovereenkomsten geschiedt, voor zover van toepassing, op voordracht van de wijken door het College van Kerkrentmeesters. In gevallen waar dat van toepassing is doet de betrokken wijkkerkenraad een voordracht. De personeelscommissie – als adviesorgaan van het College van Kerkrentmeesters - speelt bij het vormgeven en uitvoeren van het personeelsbeleid een belangrijke rol. Jaarlijks worden met de beroepskrachten gesprekken gevoerd over hun functioneren door of namens de wijkkerkenraden of door de commissie die als eerste verantwoordelijk is voor het werk van betrokkenen. Deze gesprekken worden gevoerd in het licht van beleidsplannen, jaarwerkplannen en jaarwerkverslagen van betrokkenen. De AK zal beleid ontwikkelen met betrekking tot dossiervorming in het kader van het personeelsbeleid, rekening houdende met de wet- en regelgeving op dit punt. Het personeelsbeleid kan samen met het financiële beleid en het beleid ten aanzien van de gebouwen een sterk handvat zijn voor het integraal besturen van ontwikkelingen en processen van allerlei aard. Een goed personeelsbeleid leent zich eveneens voor het invullen van een lange termijnvisie, waarmee ook problemen worden voorkomen of tijdig worden opgelost. Een belangrijke mogelijkheid is zo min mogelijk contracten voor onbepaalde tijd te sluiten. Hiermee worden onnodige kosten op wat langere termijn voorkomen. De wettelijke bepalingen dienen hierbij in acht te worden genomen. Niettemin is het helaas goed denkbaar dat medewerkers ‘overcompleet’ raken. Met het oog hierop wordt door de AK beleid ontwikkeld. Formatie Onder formatie wordt verstaan het totaal aantal uren bezoldigde medewerkers conform de regelingen behorende bij de Kerkorde van de PKN. Ook kunnen vrijwilligers die een bepaalde vergoeding ontvangen tot de vaste formatie worden gerekend. 1. De predikantsformatie. Voor de PGA heeft de VAK voor het vaststellen van de predikantsformatie de criterianota als uitgangspunt genomen (zie bijlage). De nota zal door een in 2011 in te stellen commissie als uitgangspunt worden genomen. Deze commissie zal nog eens kritisch naar de in de nota gekozen criteria kijken, waarbij ze ook zwaar zal laten meewegen dat er in de wijken draagvlak moet zijn voor de door deze commissie voor te stellen criteria. Voor de planperiode geldt de meerjarenbegroting waarin de huidige formatie is verwerkt, dan wel voorstellen zijn opgenomen voor uitbreiding van de predikantsformatie in bepaalde wijken. De AK zal in nauwe samenspraak met het team van predikanten van de PGA beleid ontwikkelen over de inzet van predikanten voor taken die voortvloeien uit de kerkorde en het beleid van de AK. 2. De kostersformatie. De wijken hebben ieder voor zich op dit punt eigen beleid ontwikkeld. Door kosterswerkzaamheden over te dragen aan vrijwilligers kan de financiële positie van de wijk worden verbeterd. 3. De organisten. Ook hiervoor geldt dat de verschillende wijken - soms afhankelijk van de identiteit - een eigen beleid hebben ontwikkeld. 4. Coördinator communicatie. Deze functie wordt vanaf 1 mei 2009 door een vrijwilliger vervuld. Mogelijk eindigt deze inzet per 1 januari 2012. Daarna zullen functie en takenpakket geëvalueerd worden en kan in goed overleg beslist worden of de vrijwilliger doorgaat of dat een betaalde kracht moet worden aangetrokken. Ter wille van de noodzakelijke kwaliteit en
20
continuïteit is het verantwoord hiervoor in de begroting per 1 januari 2012 0,4 fte op te nemen. Wijkgrenzen De wijkgrenzen zijn vastgesteld en bekrachtigd door de wijken en de algemene kerkenraad GKA en HGA. (zie bijlage). Voor meerdere wijkgemeenten is hier sprake van een ernstig zorgpunt. Immers met deze veel kleinere geografische wijkgemeenten bestaat de vrees, dat er onvoldoende nieuwe leden zich zullen aanmelden. Door de AK zal nader geregeld worden hoe de zorg voor de inschrijving van nieuw ingekomen gemeenteleden zal plaatsvinden, in overeenstemming met ordinantie 2.5.
BELEIDSVOORNEMENS 1. De AK zal in nauwe samenspraak met het team van predikanten van de PGA beleid ontwikkelen over de inzet van predikanten voor taken die voortvloeien uit de Kerkorde en het beleid van de AK. 2. Twee jaar nadat de nieuwe wijkgrenzen binnen de SMRA functioneren en de nieuwe protocollen voor perforatie en nieuw ingekomen leden in werking zijn, zullen deze wijkgrenzen worden geëvalueerd. Hiermee zal het najaar van 2010 een begin worden gemaakt. De voorbereiding van de evaluatie wordt najaar 2009 ter hand genomen door de VAK. Van wijkgemeenten wordt verwacht dat ze zelf uiterst alert zijn op de ontwikkelingen en zo nodig eerder reageren. 3. Tevens is het zinvol voor alle wijken de ontwikkeling van het verloop van het aantal leden nog eens goed te analyseren. Dit geeft input voor gerichter beleid, maar geeft ook een basis om wijzigingen in het verloop van leden na doorvoering van de herindeling tijdig te signaleren. 4. Door de AK zal nader geregeld worden hoe de zorg voor de inschrijving van nieuw ingekomen gemeenteleden zal plaatsvinden, in overeenstemming met ordinantie 2.5.
21
V. Beleidsterreinen In onderstaande beschrijving wordt geprobeerd aan te geven waar de gemeenten elkaar bovenwijks op verschillende terreinen kunnen stimuleren, waarin zij kunnen samenwerken en waar de PGA eigen initiatieven neemt of ondersteunt om een stedelijke presentie te realiseren. V.1. Vorming & Toerusting Elke wijkgemeente heeft programma’s op het gebied van vorming en toerusting. Vaak gaat het daarin om activiteiten die gericht zijn op de eigen leden. Meer en meer wordt ook gezocht naar aanbod dat mensen van buiten trekt. Die kunnen op cultureel vlak liggen – film, exposities - maar ook door direct het christelijk geloofsgoed breed aan te bieden zoals in de Alpha-cursus. Uitgebreide programma’s op dit terrein vinden we in het samenwerkingsverband van De Hoeksteen en De Bron en tussen de Berg- en de Fonteinkerk. Om de gemeenschappelijke presentatie van toegankelijk aanbod te bevorderen, is een speciale website opgezet (www.kathedraalamersfoort.nl) waar alle activiteiten – van vooralsnog vooral PGA-gemeenten - op het gebied van vorming en toerusting staan weergegeven. Daarnaast wordt éénmaal per jaar de Kathedraal Amersfoort door een in het kerkblad Drieluik ingevoegde folder onder de aandacht gebracht. Deze folder wordt ook verspreid in bibliotheken en boekhandels. Op dit beleidsterrein is geen sprake van enige coördinatie. Ook zijn er weinig voorbeelden van kruisbestuiving. Door Kathedraal Amersfoort is mondjesmaat sprake van ‘kijken bij de buren’. Er is geen expliciete wens geformuleerd om hierin verandering te brengen. De gebondenheid aan de eigen gemeente lijkt groot. Vooralsnog lijkt een samenbrengen van al de betrokkenen bij dit beleidsterrein de eerst mogelijke stap. De inventarisatie die Kathedraal Amersfoort biedt, maakt een gesprek over inhoud, doelgroep, tijdstip, methode en schaal mogelijk. Daaruit kunnen nieuwe ontwikkelingen groeien waardoor meer doelmatige inzet van mensen en middelen te bereiken zou zijn.
BELEIDSVOORNEMENS 1. Verder gebruik en ontwikkeling van Kathedraal Amersfoort als medium van wederzijdse informatie op het gebied van vorming en toerusting. 2. Het bevorderen van het gesprek over het stedelijk aanbod op het gebied van vorming en toerusting waardoor een wederzijds leerproces op gang kan komen. 3. Onderlinge afstemming met het oog op communicatie over het gezamenlijke aanbod van activiteiten op het gebied van vorming en toerusting.
V.2. Jeugd en jongeren In een uitgebreid rapport van onderzoekster M.A. Berben-Schuring (Chillen in de kerk, 2008) wordt een inventarisatie gegeven van de aard, doelstellingen en methoden van het jeugdwerk in alle wijkgemeenten. De verschillen zijn groot en maken het formuleren van een
22
wijkoverstijgend beleid moeilijk. Recentelijk hebben wijkoverstijgende projecten laten zien hoe moeilijk dit te realiseren is: een paar gemeenten probeerden jongeren met de methode ‘Provider’ sámen op te laten trekken in deze vorm van catechese. Omdat er weerstand bestond bij het kader en vanwege de geringe belangstelling van jongeren is dit mislukt. Daarbij komt dat jongerenactiviteiten conjunctuurgevoelig zijn. De op evangelische leest geschoeide maandelijkse Heartbeat-diensten, die door vele honderden jongeren werden bezocht, zijn na bijna acht jaar gestopt door gebrek aan belangstelling. Dit geldt ook van de experimentele Young Thomas-diensten, die oorspronkelijk een kleine honderd jongeren twee maal per jaar aan zich wisten te binden. Toch is het blijven werken aan wijkoverstijgend jeugdaanbod van belang. In een aantal wijkgemeenten zijn te weinig jongeren om passend jeugdwerk te kunnen organiseren. Een aantal gemeenten heeft bij voorbeeld de inspanningen op het vlak van belijdeniscatechese gebundeld en ook is de organisatie van een gemeenschappelijke reis naar Taizé opgepakt. Niet alle wijken zullen op dit moment de urgentie tot samenwerken voelen. En niet alle wijken zullen vanwege hun kleur en identiteit elkaar automatisch vinden. Toch is het overleg van belang. Maandelijks ontmoeten de jeugdouderlingen en werkers uit diverse wijkgemeenten elkaar. Een uitbreiding daarvan naar het geheel van de PGA is gewenst, evenals het bevorderen van samenwerkingsprojecten tussen wijkgemeenten. De PGA dient zo spoedig mogelijk op dit terrein een beleidsplan te ontwikkelen waaraan een analyse van de jeugdculturen en een overzicht van methoden ten grondslag liggen, alsmede de op wijkniveau reeds ontwikkelde plannen. Ook worden de aanbevelingen in ‘Chillen’ verder in beraad genomen. Het inzetten van personele assistentie van buiten af is een overweging.
BELEIDSVOORNEMENS 1. Het bevorderen van stadsbrede deelname aan het jeugdwerkoverleg. 2. Bevorderen van samenwerkingsprojecten tussen gemeenten. 3. Ontwikkelen van beleid voor de besteding van de middelen uit het zgn. Jeugdfonds. 4. Ontwikkelen van beleid, gericht op jeugd en jongeren, onder meer gebruikmakend van de aanbevelingen uit het rapport ‘Chillen in de kerk’. 5. Beraad over het inzetten van professionele ondersteuning op dit beleidsterrein. Daarbij kan bijvoorbeeld contact worden gezocht met de Jongerenorganisatie van de Protestantse Kerk (JOP).
V.3. Ouderen Tot op hoge leeftijd nemen ouderen vandaag deel aan het maatschappelijk verkeer. Op ouderdom wordt men niet graag meer aangesproken. Vandaar dat vaak gesproken wordt van ‘senioren’. Of in onze maatschappij genoeg wordt gedaan met de ervaring en de wijsheid van ouderen valt te betwijfelen en of dat in de kerk voldoende gebeurt, is ook de vraag. Door verlies van leeftijdgenoten, snelle veranderingen in maatschappij en kerk, door de teruggang in lichamelijke en geestelijke capaciteit is ouder worden ook het leren leven met verdriet en ongemak.
23
Van oudsher krijgen ouderen in de kerk vanuit diaconie en pastoraat relatief veel aandacht. Vrijwilligerswerk wordt ingezet om de ouderen te bezoeken en ook in het kringwerk vinden we op deze doelgroep gerichte activiteiten. Toch staat dit reguliere ouderenwerk onder druk. Het bezoekwerk krijgt door de toegenomen groep tweeverdieners niet gemakkelijk nieuwe vrijwilligers en de ouderen zelf sluiten zich niet vanzelf aan bij de bestaande ouderengroepen in de kerk. Een nauwelijks echt serieus genomen probleem bij ouderen is de eenzaamheid van hen die aan huis gebonden zijn. Des te frappanter is het dat de meeste wijkgemeenten de ouderen als groep beleidsmatig nauwelijks tot niet serieus bespreken. Ook bovenwijks is het ontwikkelen van ouderenbeleid tot nu toe geen thema van gesprek geweest. Hoewel er in de praktijk dus relatief veel gebeurt, wordt deze praktijk niet kritisch doordacht en is er weinig of geen ontwikkeling. Gezien de voortgaande vergrijzing, de terugloop van het aantal vrijwilligers en de culturele omslag in de doelgroep is het van het grootste belang dat de PGA op dit vlak analyseert en centraal beleid maakt.
BELEIDSVOORNEMEN Het ontwikkelen van centraal beleid en het stimuleren daartoe op het niveau van de wijken (zie ook ‘pastoraat’ voor het beleid ten aanzien van ouderenbeleid in de zorginstellingen).
V.4. Pastoraat Het pastoraat vindt primair plaats in de wijkgemeenten. Deze zijn er dan ook in eerste instantie verantwoordelijk voor om naast het professionele pastoraat gemeenteleden aan te spreken op en te ontwikkelen in hun pastorale competentie. De AK ondersteunt dit door: a. De ledenadministratie, die informatie geeft over het ledenbestand en de mutaties daarin. b. Het afstemmen van het beleid met het oog op nieuw ingekomenen, alsmede een goede bewaking van de uitvoering van dit beleid omdat dit van groot belang is voor alle wijken. c. Het realiseren van samenhangend pastoraal beleid aan ouderen en aan bewoners van zorginstellingen. Het gaat hierbij zowel om beleid inzake de geestelijke verzorging van ouderen in de zorginstellingen als om beleid inzake de geestelijke verzorgers in de instellingen. d. Het onderhouden van een team van mensen die op een kwalitatief verantwoorde wijze uitvaartdiensten begeleiden. e. Het stimuleren van de toerusting en begeleiding van vrijwillige pastorale medewerkers
24
BELEIDSVOORNEMENS 1. De pastorale zorg aan hen die in een ziekenhuis of zorginstelling verblijven, en het beleid aangaande de geestelijke verzorging in en buiten de zorginstellingen, heeft hoge prioriteit. Een en ander met inachtneming van de Plaatselijke Regeling. Bijzondere aandacht verdient de relatie met Nijenstede. Zie hiervoor ook V.6, Diaconaat. 2. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor en het contact met hen die als predikant of geestelijke verzorger, gezonden door de PKN, in een zorginstelling of ziekenhuis werken, zal nader worden ingevuld. De pastorale en liturgische aanwezigheid in de zorginstellingen en ziekenhuizen zal worden benoemd. 3. In najaar 2009 wordt een werkgroep ingesteld van ouderlingen en kerkrentmeesters en een opdracht geformuleerd. Deze werkgroep legt een voorstel voor aan de AK over wat verwacht wordt van de wijken met betrekking tot het bezoek aan nieuw ingekomen leden en welke ondersteuning (vorming en training) er namens de AK plaats moet vinden voor het uitvoeren van dit beleid. 4. Er is een werkgroep benoemd met het oog op de ledenadministratie. Deze komt met voorstellen over: Opzet en pakketkeuze nieuwe ledenadministratie. De wijze waarop wijkgemeenten informatie krijgen en mutaties kunnen doorgeven. Het streven is om dit in principe geheel geautomatiseerd te laten verlopen. Op dit punt zal overleg met de wijkgemeenten plaats vinden over wat kan en wat moet. Een eenvoudige wijze van muteren, als een (nieuw) lid een nieuwe (definitieve) keuze heeft gemaakt ten aanzien van zijn/haar voorkeurswijk.
V.5. Missionair werk en kerkelijke presentie Onze samenleving laat zich typeren als enerzijds diep beïnvloed door de secularisatie en anderzijds door nieuwe religiositeit en door de aanwezigheid van (aanhangers van) andere religies. Enerzijds hechten burgers aan individuele vrijheid en heeft men een grote reserve ten aanzien van bindingen aan instituten, anderzijds is er een groot verlangen naar oude en vooral wellicht nieuwere vormen van gemeenschap. Ook de moderne mens kent het verlangen naar gemeenschap. In die samenleving staat de PGA. En dat wil zij. Het bovengenoemde vraagt om een missionaire en apostolaire presentie van de PGA in de samenleving van de stad. Getuigend en luisterend, vrijmoedig en dialogisch vertolkt brengt de PGA in gesprek wat haar beweegt vanuit het evangelie. Zij doet dat in oecumenische verbanden als de Raad van Kerken Amersfoort, door participatie in het Platform voor Levensbeschouwingen en Religies, in missionaire projecten en in voorkomende ontmoetingen met de burgerlijke overheid. Zij doet dit door de wijkgemeenten te bemoedigen in hun missionair en evangelisatorisch ondernemen en richt de aandacht op aansprekende voorbeelden (zoals bij voorbeeld de buurtmaaltijden in de Adventkerk en Pitstop in De Brug).
25
BELEIDSVOORNEMENS 1. Nadenken over de wijze waarop de actieve participatie in de Raad van Kerken Amersfoort wordt vormgegeven. 2. Versterking van de samenhang en de uitwisseling tussen de missionaire activiteiten vanuit de wijk en stad. 3. Ondersteuning van missionaire projecten van wijkgemeenten. 4. Waar mogelijk ontwikkelen of versterken van de relatie met migrantenkerken, in overleg met de wijkgemeenten. 5. Een werkgroep benoemen die – daartoe ondersteund door de gemeenteadviseur van de Classicale Zendingscommissie - in 2010 met voorstellen komt op de beleidsvoornemens 2, 3 en 4. 6. Met het oog op de bezinning op de missionaire en oecumenische roeping van de kerk belegt de AK in overleg met het Ministerie van Predikanten tweejaarlijks een vergadering van de gezamenlijke ambtsdragers. 7. Voortzetting en uitbreiding van een duidelijke relatie met de burgerlijke gemeente en het ontwikkelen van een dergelijke relatie met andere maatschappelijke organisaties in stad en regio.
V.6. Diaconaat Het diaconaat heeft zijn oorsprong en verankering in het breken van het brood en het delen aan de tafel van de Heer. De gemeenschap rond de Tafel komt ook tot uiting in het inzamelen en uitdelen van liefdegaven, als tekenen van bevrijding en verbondenheid. In het diaconaat komt de wereld met haar vragen en noden de kerk binnen en is de kerk zichtbaar aanwezig in de samenleving, in het bijzonder ten dienste van kwetsbare mensen en groepen, dichtbij en ver weg. De diaconie van de PGA is werkzaam in de stad als geheel, waarbij ze zich vooral richt op het ondersteunen en initiëren van samenlevingsgericht diaconaat. Daarnaast ondersteunt de Centrale Diaconie waar mogelijk en gewenst de wijkdiaconieën. De kerkenraadscommissie voor Woonzorgcentrum Nijenstede heeft een vertegenwoordiger in het College van Diakenen. Een belangrijke taak van de diaconie is de bewustwording van de gemeenteleden te bevorderen inzake ieders dienst aan de gerechtigheid en barmhartigheid De diaconie beschikt over middelen om haar beleid uit te voeren. Hierbij geldt het uitgangspunt dat het aanwezige vermogen in stand wordt gehouden om een voortdurende inkomstenstroom te hebben voor het te voeren beleid. Daarnaast wordt het levende geld direct bestemd ten behoeve van de betreffende diaconale doelen.
26
BELEIDSVOORNEMENS Op grond van het bovenstaande wordt het volgende bestaande beleid gecontinueerd en geïntensiveerd: 1. Toerusting en vorming van (nieuwe) diakenen inzake de betekenis van de diaconale roeping van de kerk. - Het College van Diakenen zorgt voor een opleidings-, c.q. trainingstraject dat elk jaar opgefrist wordt. 2. Toerusting en vorming van diakenen inzake hun rol in de eredienst. - Het College van Diakenen draagt er zorg voor dat de wijken jaarlijks de eigen diakenen voorzien van informatie ten behoeve van hun rol in de eredienst. 3. Ondersteuning van de wijkdiaconieën vooral ook door de diaconaal opbouwwerker. - Jaarlijks wordt door de diaconaal opbouwwerker een thema-avond ter toerusting van de diakenen gehouden. - De wijkdiaconieën worden minimaal eens in de twee jaar bezocht door de diaconaal opbouwwerker, ten einde ondersteuning te geven in wijkbeleid. 4. Ruimte voor decentraal beleid in de wijk. - Het College van Diakenen zal vóór 1 juli 2010 aangeven in hoeverre wijkdiaconieën hun wijkgebonden beleid, passend bij de wijkidentiteit, kunnen voeren – inhoudelijk en financieel – met behoud van het stedelijk beleid. 5. Het stimuleren van het Jeugddiaconaat. - De jeugddiakenen uit de diverse wijkgemeenten worden door het College van Diakenen, zo nodig, de noodzakelijke faciliteiten geboden. Onder andere zal actieve inzet van de diaconaal opbouwwerker een belangrijk onderdeel zijn. Ook de uitwisseling tussen de wijken wordt als belangrijk ervaren. Het doel is om ook aan jongeren hun dienstbaarheid aan de samenleving duidelijk te maken. 6. Het actief inspelen op problemen in de samenleving inzake armoede en zorg. Daarbij zal participatie in diverse overlegstructuren als de WMO een grote rol spelen. Daarnaast zal de individuele financiële zorg van mensen in de marge van de samenleving intensief worden begeleid. 7. Bijdragen aan het werelddiaconaat. - Het College van Diakenen zal jaarlijks een verdeling maken met betrekking tot locale, nationale en mondiale doelen. Hierbij wordt voor de mondiale doelen onder andere gebruik gemaakt van door Kerk in Actie en/of Luisterend Dienen voorbereide acties. 8. Het collecterooster zal jaarlijks voor het diaconale deel worden opgesteld door de Commissie Collecterooster, waarbij het College van Diakenen vaststelt. Aan de wijken wordt de mogelijkheid geboden om een aantal diaconale collecten een wijkgebonden draagvlak te geven. Zij kunnen dit aangeven middels de invulling van ‘vrije’ ingeroosterde collecten.
27
V.7. Vrijwilligersbeleid Een belangrijke opdracht voor de AK is vrijwilligersbeleid te formuleren en te stimuleren. De gemeente bestaat uit leden die ieder hun eigen talenten en mogelijkheden hebben. In de (wijk)gemeente vindt ieder lid de plaats waar zij/hij die talenten optimaal tot hun recht kan laten komen. Dit kan zijn ten behoeve van een kortdurend project dan wel voor een wat langere termijn in bestuur, pastoraat of diaconie. Eén van de belangrijkste taken van vrijwilligersbeleid is misschien wel het benadrukken van een goede mix van ‘oude getrouwen’ en ‘nieuwe kortverbanders’. Deze mix is nodig voor zowel het voortbestaan van als de ontwikkeling van nieuwe creativiteit in de gemeente. Alléén met nieuwe kortverbanders zal de continuïteit verdwijnen. Alléén met een oude kern van vrijwilligers lukt het ook niet meer: zij lopen de kans op te branden.
BELEIDSVOORNEMENS 1. De AK stimuleert en ondersteunt de (verdere) ontwikkeling van vrijwilligersbeleid in de wijkgemeenten. Het gaat hierbij zowel om de inzet van vrijwilligers als om werving, toerusting en begeleiding. 2. De AK formuleert begin 2010 een opdracht voor een kleine commissie die voorstellen doet voor de inzet van vrijwilligers op centraal niveau. Op welke plekken is dat vooral nodig? Welke strategie kan hierbij worden ontwikkeld?
V.8. Interne en externe communicatie De Protestantse Gemeente Amersfoort communiceert op een transparante en attractieve wijze met haar omgeving: professioneel en eigentijds. Daarbij richt ze zich niet alleen tot de betrokken leden, maar zoekt ze ook actief de communicatie met randkerkelijken en nietleden. Voor de verwezenlijking van deze doelstelling is een communicatieplan vastgesteld door de VAK. De uitvoering hiervan is neergelegd bij de coördinator communicatie van de PGA. De coordinator is verantwoordelijk voor de totale interne en externe communicatie van de Protestantse Gemeente Amersfoort. Met het oog hierop adviseert de coördinator gevraagd en ongevraagd in beleidszaken en treedt op als woordvoerder van de PGA naar landelijke en lokale media. De coördinator heeft een dienstverlende functie ten opzichte van de wijkgemeenten. De coördinator werkt onder verantwoordelijkheid van de AK. Hij/zij is bevoegd tot het nemen van beslisingen binnen de kaders van het vastgestelde communicatieplan. Hij/zij wordt ondersteund bij zijn/haar werkzaamheden door de Commissie Communicatie van de Algemene Kerkenraad, waarin deskundigen op het gebied van communicatie zitting hebben, als ook één lid van de Algemene Kerkenraad. De coördinator is als regel aanwezig bij de vergaderingen van de AK om de communicatielijnen zo kort mogelijk te houden. Het directe aanspreekpunt van de coördinator is de voorzitter van de AK. De coördinator brengt één keer per jaar schriftelijk verslag uit van zijn/haar werkzaamheden. Dit verslag wordt vooraf besproken in de Commissie Communicatie.
28
De coördinator kan gebruik maken van de faciliteiten van het Kerkelijk Bureau. Voor het vervullen van deze functie zal een toereikend budget beschikbaar gesteld worden vanuit de algemene middelen van de PGA. Na één jaar vindt een evaluatie van de werkzaamheden in de AK plaats.
29
VI. Externe relaties VI.1. Protestantse Gemeente Hoogland/Amersfoort-Noord Amersfoort telt nu zo’n 140.000 inwoners. In de wijken waarin de Protestantse Gemeente Amersfoort actief is wonen in totaal 81.000 mensen. De overige wijken vallen geografisch onder de Protestantse Gemeente Hoogland/ Amersfoort-Noord. De wijken in Amersfoort-Noord behoren tot de kerkelijke gemeente Hoogland. Daar liggen de wijken met de meeste woningbouw en de jongste gezinnen (Vathorst, Kattenbroek, Nieuwland), hoewel ook in het Soesterkwartier, Kruiskamp en Randenbroek sprake is van een zekere bevolkingsgroei door nieuwbouw. Deze situatie vraagt om overleg inzake een mogelijk gezamenlijke doordenking van aspecten die beide gemeenten raken, zoals rondom het nieuw ingekomenenbeleid en de gezamenlijke aanpak van diaconale, missionaire en pastorale activiteiten.
BELEIDSVOORNEMENS 1. Het moderamen van de AK treedt in 2010 in overleg met de Protestantse Gemeente Hoogland/Amersfoort-Noord om te inventariseren welke raakvlakken/ samenwerkingspunten er zijn. Daarbij is van belang na te gaan in hoeverre er wijkgemeenten zijn die al in een of andere vorm samenwerken met AmersfoortNoord. 2. Voorstellen formuleren op basis van deze inventarisatie tot een verder geformaliseerde samenwerking. Die kan variëren van een periodiek gezamenlijk overleg om concrete punten beter af te kunnen stemmen tot een voorstel om te gaan werken aan het samengaan van de Protestantse Gemeente Amersfoort en de Protestantse Gemeente Hoogland/ Amersfoort-Noord.
VI.2. Samenwerkingsverbanden In aansluiting op wat staat geschreven in paragraaf V.5 ‘Missionair werk’ gaan we hier wat meer gedetailleerd’ in op onze participatie in en medewerking aan enkele samenwerkingsverbanden. Raad van Kerken Amersfoort De PGA participeert samen met negen andere christelijke kerkgenootschappen in de Amersfoortse Raad van Kerken. De samenstelling is zeer heterogeen maar dat verhindert een goede samenwerking niet, omdat alle kerken het belang van een gemeenschappelijk adres naar de samenleving inzien. Naast contacten met de aangesloten kerken en wijkkerken in Amersfoort, heeft de Raad van Kerken contact met de burgerlijke overheid. Tweemaal per jaar is er een zogeheten Sociaal Platform. Dat platform van overheid en Raad van Kerken brengt ontwikkelingen ter sprake op sociaal terrein, zoals het minimabeleid, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), het integratiebeleid en nog veel meer. Via de werkgroep Kerk en Samenleving heeft de Raad van Kerken dan ook verbindingen met meerdere diaconieën. Ook over het vluchtelingenbeleid is er een goed contact tussen de werkgroep van de Raad, de locale overheid en met andere zich met vluchtelingen bezighoudende instanties. Soms vraagt de locale overheid advies aan de Raad als betrokken instantie bij zorg en welzijn en als deel van het maatschappelijk middenveld.
30
Vanuit de PGA nemen verschillende mensen deel aan de werkgroepen van de Raad op het gebied van liturgie, kerk en samenleving, kerkelijke ondersteuning vluchtelingen, kerk en omroep, levensbeschouwelijke en godsdienstige vorming en publiciteit. Wat hierbij in de PGA ontbreekt, is een overzicht van deze participatie en een onderling contact van de betrokkenen. Amersfoorts Platform voor Levensbeschouwingen en Religies Dit platform is een initiatief van de Raad van Kerken Amersfoort en verbindt organisaties en religieuze gemeenschappen van joodse, christelijke, islamitische, baha’i en humanistische origine. Het doel van het platform is binnen de regio Amersfoort aanspreekpunt en centraal meldpunt voor zijn leden en voor de gemeentelijke overheid te zijn en daar de solidariteit van de leden te bevorderen ten aanzien van de pluriformiteit inzake levensbeschouwingen en religies. Door goede contacten met de burgerlijke overheid heeft het platform een redelijk bereik. Kerinam - Kerken in Amersfoort Kerinam is een samenwerkingsverband van kerkgemeenschappen voor evangelisatiewerk. De doelstelling is het ‘meewerken aan het bekend maken van Gods liefde zoals betuigd in het evangelie van Jezus Christus, in Amersfoort, op eigentijdse wijze’. De doelstelling wordt gerealiseerd door: - wekelijkse middagpauzedienst - zaterdagmiddaginloop - kerstnachtdienst (St. Joriskerk); - pinksteropenluchtdienst (openluchttheater); - uitwisseling aangaande evangelisatieactiviteiten. Stichting Straatpastoraat Amersfoort De stichting is een interkerkelijk initiatief. Kerken die zich verenigd hebben in de Raad van Kerken Amersfoort, maar ook andere Amersfoortse kerken ondersteunen het werk van de stichting financieel en anderszins. Het straatpastoraat vindt zijn bedding in de christelijke traditie, maar de straatpastor respecteert de religieuze of levensbeschouwelijke achtergrond van ieder die zij ontmoet. In het bestuur en in de klankbordgroep zijn leden van de PGA actief. Stadsgebed Amersfoort De doelstelling van het Stadsgebed is door de initiatiefnemers als volgt verwoord: ‘In Stadsgebed Amersfoort komen mensen en kerken samen die hart voor de stad hebben, omdat zij geloven dat God hart voor de stad heeft. Hierbij staat het evangelie van genade door Jezus Christus centraal. Met een scherp oog voor de realiteit van zonde en met hoge verwachting van Gods genade verwacht het Stadsgebed echte verandering in Amersfoort: van mensen, van christelijke gemeenten en van de stad, haar wijken en buurten. In goede tijden en in moeilijke tijden wil men de stad opdragen aan God, in het geloof dat Hij zijn bedoeling uitwerkt.’ Per jaar beoogt men drie gebedsbijeenkomsten in wisselende wijken te organiseren. Achttien christelijke gemeenten scharen zich achter dit initiatief, waaronder uit de PGA de wijkgemeenten Adventkerk, De Brug en St. Joriskerk. Wie bovenstaande participaties overziet mag concluderen dat er een veelheid van relaties is met kerken, levensbeschouwingen en bewegingen van diverse pluimage. Het is op dit gebied – zo lijkt het – een kwestie van ‘laat duizend bloemen bloeien’. Van enige afstemming lijkt geen sprake. Dat hoeft gezien de diversiteit van doelstellingen en werkwijzen ook niet. Maar wederzijdse uitwisseling is ook nauwelijks te zien. Daar verliezen we de kans van elkaar te leren.
31
VI.3. Plaatselijke overheid Langs de lijn van de Raad van Kerken (zie boven) komen we de plaatselijke overheid een paar maal per jaar tegen. Maar ook de relatie met de overheid is breder: zo is de Diaconie in voorkomende gevallen in contact met de Sociale Dienst. Fondsen van kerkelijke oorsprong helpen waar de Sociale Dienst geen mogelijkheden heeft. Ook is de kerk soms gastheer voor bijeenkomsten op wijkniveau, waar de burgerlijke gemeente het voortouw in heeft. Dan komen we de overheid tegen als subsidieverstrekker (bij voorbeeld via de zogenaamde Buurtbudgetten). Gemeente en kerk zien elkaar als bondgenoten als het gaat om de sociale cohesie, integratie en de veiligheid in de stad. Samenwerking vindt plaats bij de realisatie van godsdienstonderwijs op openbare scholen. Bij de restauratie en het gebruik van de St. Joriskerk vinden kerk en overheid elkaar als het gaat om het behoud van dit monumentale gebouw. Met hulp van gemeenteambtenaren worden bijeenkomsten over kerk en duurzaamheid georganiseerd. Het klimaat tussen overheid en kerk is in Amersfoort goed te noemen. Dat de overheid samenwerking niet schuwt bleek ook onlangs bij het verstrekken van een subsidie van € 30.000 aan de christelijke vrijwilligersorganisatie Present Amersfoort. Desondanks zien wij dat de PGA nog veel meer moet leren op wijk- en stadsniveau de overheid als bondgenoot te zien om de leefbaarheid van de stad in de breedste zin van het woord te bevorderen. VI.4. Maatschappelijke organisaties Waar en hoe werkt de PGA samen met maatschappelijke organisaties als vakbonden, mensenrechtenorganisaties, ouderenbonden, milieuverenigingen, bewonersverenigingen, werkgeversorganisaties, ouderverenigingen? Hoe bevordert zij dat ervaringen van haar leden daarin worden gehoord en worden gelegd naast de lezing van de Schriften en de kerkelijke diaconale daad? We stellen de vraag om dit terrein niet ongenoemd te laten en weten dat we op dit vlak eigenlijk als PGA in een onbekende wereld stappen. Toch hebben we – in onze gemeenteleden – een rijke bron aan ervaringen. In werk en vrije tijd staan zij in alle bovenstaande maatschappelijke geledingen. Waar we mee kunnen beginnen – zoals onlangs in de Nieuwe Kerk is gedaan – is mensen samenbrengen en hen vragen naar hun maatschappelijke ervaringen en betrokkenheid om daarin bloot te leggen hoe het geloof voedt en levend maakt.
32
VII. Financiën en beheer In deze paragraaf komen de uitgangspunten van het beleidsplan van het College van Kerkrentmeesters (CvK) van de PGA aan de orde. VII.1. Financieel beleid gericht op continuïteit en vernieuwing PGA Uit de bijgevoegde meerjarenraming 2010-2013 blijkt dat de PGA financieel gezond is. Niet alleen is er sprake van een sluitende meerjarenbegroting, maar er is ook sprake van een vermogen van meer dan 2,6 miljoen euro per eind 2013, waarmee eventuele tegenvallers opgevangen kunnen worden. In de meerjarenbegroting is tevens een post onvoorzien opgenomen die gebruikt kan worden om tegenvallende inkomsten aan bijvoorbeeld de kerkelijke bijdragen op te vangen. Het vermogen zit voor een deel vast in fondsen, maar voor het opvangen van grote tegenvallers is in principe 1,7 miljoen beschikbaar. In dit beleidsplan wordt het algemene beleid worden geformuleerd. In de toelichting bij de meerjarenbegroting 2010-2013 zijn de specifieke beleidsvoorstellen toegelicht. Vanuit het algemene beleid om negen wijken te handhaven in de beleidsperiode is het van belang vast te stellen, dat de middelen beschikbaar zijn om de huidige formatie predikanten te handhaven. Er is ook financiële ruimte om de formatie bij een tweetal wijken nog wat uit te breiden. Zie voor een meer gedetailleerde beschrijving van het beleid VII.3, beleid inzake predikanten en personeel. In de beleidsperiode zullen we het aantal kerkgebouwen dat we in gebruik hebben naar alle waarschijnlijkheid verminderen met één. De wijk De Bron (Open Hof/ Opstandingskerk) heeft al uitgesproken dat men in één gebouw wil gaan kerken. Ten aanzien van het niet meer gebruikte gebouw zal worden bezien of dit wordt verhuurd dan wel verkocht. Het streven van de wijk is om een en ander in de komende anderhalf jaar te realiseren. De kostersformatie zal dan ook worden aangepast aan het niet meer gebruiken van een gebouw. In het kader van de fusie voorziet het College van Kerkrentmeesters een overgangsperiode van twee jaar. In deze periode zal hard worden gewerkt aan het volledig uniformeren van het beleid. Uiterlijk 1 januari 2012 moet er op alle punten uniform beleid zijn. VII.2. Financiële positie Het is van belang de goede financiële positie te behouden door: a. Het maximaliseren van de geldwerving. Dit betekent een gerichter beleid op doelgroepen en het uitwisselen van succesvol beleid tussen wijken wat betreft de Actie Kerkbalans, alsmede kennisnemen van succesvol beleid in andere gemeenten in het land. De Commissie Geldwerving zal worden gevraagd om medio 2010 met een notitie op dit punt te komen, ten einde tot een uniform beleid voor de PGA te komen. b. Het actiever werken aan potentiële nieuwe bronnen van geldwerving zoals legaten. c. Een actief verhuurbeleid, waarbij specifiek de St. Joriskerk en de Lutherse Kerk worden genoemd. De bestaande stuurgroep zal een nieuw mandaat van de AK en het CvK krijgen met een duidelijke opdrachtformulering en afspraken over de communicatie tussen deze stuurgroep en AK en CvK.
33
d. Het zorgvuldig bewaken van de financiële gang van zaken per wijk en het regelmatig nagaan van de vitaliteit van alle wijken, opdat signalen tijdig opgepakt kunnen worden als de vitaliteit van een of meer wijken achteruit gaat. e. Het instellen van een breed samengestelde commissie in 2011 die tijdig de meerjarenprognose 2014-2020 bekijkt en met voorstellen komt over het toekomstige beleid voor die periode. Hoe eerder kan worden bijgestuurd, hoe minder financieel risico wordt gelopen. De criterianota geldt hierbij als uitgangspunt. Aangezien er in ieder geval bij één wijk bezwaren leven tegen deze nota zal de commissie nog eens kritisch kijken naar de nota en zeer zwaar laten wegen dat er een zo breed mogelijk draagvlak gaat ontstaan voor de voorstellen van de commissie, ook op het punt van de criteria. Het ontwikkelen van een treasury/beleggingsbeleid, dat enerzijds recht doet aan het optimaliseren van de renteopbrengsten van het vermogen dat niet direct ingezet hoeft te worden en anderzijds niet te veel risico’s met zich meebrengt inzake (tijdelijke) beleggingsverliezen. Begin 2010 zal een werkgroepje een voorstel aan het CvK doen over het beleggingsbeleid binnen de PGA. Het door het CvK vastgestelde beleid zal vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan de AK. In het najaar 2009 wordt een werkgroep ingesteld om een vitaliteitscan te ontwerpen. Na vaststelling zal deze scan jaarlijks in september worden uitgevoerd en mede basis vormen voor beslissingen over de begroting voor het komende jaar. VII.3. Beleid inzake predikanten en personeel De predikanten spelen een zeer belangrijke rol in het kerk zijn in de wijk en in Amersfoort. In dat kader is het van groot belang dat er op basis van de meerjarenraming 2010-2013 voldoende financiële middelen zijn om de huidige formatie te handhaven. De predikant van de ELG gaat met emeritaat; de wijze en mate van eventuele vervanging binnen de beschikbare mogelijkheden staat nog niet vast. Gezien het dalende aantal leden kan er in de planperiode bij enkele wijken een overcapaciteit aan predikantsformatie ontstaan. Met het oog daarop zal - niet zonder overleg met het Ministerie van Predikanten beleid ontwikkeld worden door de AK. Dit beleid zal met ingang van 1 januari 2012 toegepast gaan worden. Bij enkele wijken is er sprake van ledengroei dan wel een zodanige groei van financiële middelen dat er sprake kan zijn van formatie-uitbreiding. Dit betreft de wijkgemeenten St. Joriskerk en De Brug. Zie hiervoor de specifieke toelichting bij de meerjarenbegroting 20102013. Wat betreft de secundaire arbeidsvoorwaarden (studiekostenregelingen, vergoeding huisvesting etc.) zal de Commissie Personeelszaken worden gevraagd de regelingen te inventariseren en in 2010 met een voorstel aan het CvK te komen voor uniformering. Ook voor de medewerkers - kosters, organisten en andere medewerkers - geldt dat de financiën het zonder meer mogelijk maken de huidige formatie te handhaven. Een uitzondering is de wijk De Bron (Open Hof/Opstandingskerk) waar de formatie teruggebracht zal worden in verband met het afstoten van een gebouw. Ook voor de groep kosters/organisten etc. zullen waar er sprake is van verschillen de arbeidsvoorwaarden worden geïnventariseerd en zal er een voorstel komen voor uniformering.
34
VII.4. Gebouwen Kerkgebouwen In relatie tot het financiële beleid is er in de komende meerjarenraming volledige dekking voor het handhaven van de huidige gebouwen. Op kortere termijn speelt het besluit in welk gebouw de wijkgemeente De Bron wil gaan kerken. Dit beleidsuitgangspunt wordt verder uitgewerkt in overleg met de wijkraad van kerkrentmeesters, het CvK en de AK. Bij de afweging gelden meerdere criteria zoals voorkeur van de wijk, de spreiding van gebouwen over de stad, de trekkracht van de wijk om nieuwe leden te trekken - ook gezien bouwplannen van de burgerlijke gemeente - en de financiële aspecten. Voor de middellange termijn zal op basis van de rapportage van de VAK-commissie Gebouwen het moderamen van het CvK in 2010 met een notitie komen over de beleidslijnen inzake de gebouwen voor de periode 2010-2014. Zoals reeds aangegeven zal een bredere commissie in 2011 het beleid 2014-2020 bezien, inclusief de gebouwensituatie. Pastorieën Kerkordelijk dient de PGA haar predikanten passende huisvesting aan te bieden. Het beleid inzake pastorieën is aan hervormde kant vastgelegd in de notitie ‘Huisvesting predikanten in (hervormd) Amersfoort’. Aan gereformeerde kant is de huisvesting geregeld in de Regeling Huisvesting die uit het Voltafonds wordt bekostigd. In het najaar van 2010 zal een beleid worden vastgesteld dat voor de gehele PGA geldt ten aanzien van de pastorieën. Dit moet ruim voor 2012 geschieden als de Regeling Huisvesting bekostigd uit het Voltafonds ten einde loopt. VII.5. Boekhouding en beheer van middelen In de Plaatselijke Regeling staat onder meer dat de kerkrentmeesters verantwoordelijk zijn voor de boekhouding, het beheer van de middelen, de ledenadministratie en het archief. Een en ander is geregeld in respectievelijk het Kerkelijk Bureau en het uitbesteden van de financiële en salarisadministratie aan een administratiekantoor (KKA). Kerkelijk bureau De PGA werkt met een kerkelijk bureau dat zowel de Diaconie als de Kerkrentmeesters ondersteunt. Een beheerscommissie bestaande uit twee kerkrentmeesters en twee diakenen stuurt het bureau aan. Het Kerkelijk Bureau verricht voor de Kerkrentmeesters de volgende taken: - ledenadministratie op PGA-niveau, inclusief doop-, belijdenis- en huwelijksregisters - bijdrageadministratie - administratie van het kerkblad - archief - loketfunctie inzake bovengenoemde zaken Uitgangspunten zijn: - Het Kerkelijk Bureau werkt kwalitatief en efficiënt en zorgt voor continuïteit in dienstverlening. - Er is een optimale afstemming tussen hetgeen de wijk doet en hetgeen het Kerkelijk Bureau doet. De beheerscommissie heeft het personeelsbeleid ten aanzien van de vrijwilligers opgesteld en de begroting vastgesteld. Deze begroting is door de colleges van kerkrentmeesters goedgekeurd en in de meerjarenbegroting 2010-2013 opgenomen.
35
De voorgestelde acties de komende jaren zijn: - Integratie van de ledenadministraties vanaf 1 januari 2010, inclusief verwerking herindeling van de wijken. - Goede afstemming met de wijkadministrateurs om tot zo efficiënt mogelijke procedures te komen. - Nader invullen van automatiseringsbeleid en beveiliging. Integratie financiële administratie en salarisadministratie De drie administraties zullen met ingang van 1 januari 2010 ondergebracht worden bij de KKA. Tevens zal een accountant worden benoemd die de jaarrekening van de gefuseerde organisatie gaat controleren. In het najaar 2009 zal nader onderzoek plaats vinden op welke punten de procedures beter op elkaar afgestemd kunnen worden om zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de KKA, in samenhang met wat de wijken zelf kunnen doen en wat centraal door penningmeester en andere bestuurders gedaan kan worden. Dit zal gebeuren door met de wijken De Brug en de Fonteinkerk in 2010 een pilot uit te voeren om deze procedures te testen. Op basis van de uitkomsten hiervan zal er algemeen beleid voor alle wijken worden geformuleerd, dat dan in 2011 voor alle wijken wordt doorgevoerd.
VII.6. Planning en controlecyclus/ bewaking meerjarenbegroting De vastgestelde meerjarenbegroting is de basis voor de beheersing van de financiën in de periode 2010-2013. Er zal echter op tijd nagedacht moeten worden over wat te doen bij positieve en negatieve afwijkingen van het vastgestelde beleid. Dit regardeert vragen als wat te doen met hogere overschotten dan begroot: mag de wijk deze extra opbrengst houden? En wat te doen als een wijk het afgesproken resultaat niet haalt? Er zal ook beleid worden geformuleerd en vastgesteld hoe om te gaan met de verschillende fondsen. Hierbij gaat het onder meer over het doel en het gebruik van het Garantiefonds en het Stimuleringsfonds. Uiterlijk begin 2010 zal er een notitie worden opgesteld die de spelregels formuleert hoe om te gaan met deze punten. Deze kunnen dan worden toegepast bij het opstellen van de begroting 2011 en bij de vaststelling van de jaarrekening 2010.
36
VIII. Evaluatie Hiervoor is al opgemerkt dat het beleidsplan een levend document is dat nooit af is. Hoe past evalueren daarbij? Het beleidsplan geldt de periode 2010-2013. Volgens de Kerkorde moet er telkens voor vier jaar een beleidsplan liggen. Een beleidsplan geeft de koers aan voor de middellange termijn en het ligt niet voor de hand - en is bestuurlijk zelfs ongewenst - om deze koers elk jaar drastisch te verleggen. Toch is het gewenst om in de vergadering van september 2010 stil te staan bij het beleid tot en met 2013. Dit is in feite het eerste evaluatiemoment. Een dergelijk moment doet zich vervolgens elk jaar voor. De uitkomsten van de discussies rond de gekozen thema’s die het afgelopen jaar zijn uitgediept, worden uiteraard bij deze evaluatie meegenomen en bepalen ook mede de accenten in het jaarprogramma van het komende jaar. Dit is zinvol, maar heeft ook het risico dat te gemakkelijk wordt doorgegaan op de ingeslagen weg. Derhalve wordt in het najaar 2010 een commissie ingesteld die wat diepgaander naar de langere termijn kijkt en in het voorjaar 2011 een advies uitbrengt over de periode 20122020. Daarmee wil de AK bewust wat verder kijken, zodat in 2011 een goede discussie gevoerd kan worden over de langere termijn. Het voordeel hiervan is dat er meer tijd is om de verschillende opties te bezien. Tevens is er meer tijd om op grond van deze beleidsanalyse beslissingen te nemen en tot nieuw beleid te komen. Op grond hiervan kan ook het beleidsplan 2014 -2017 worden geschreven. Hiermede wordt ook recht gedaan aan het punt dat de AK zich wat meer op de grote lijnen en op de toekomst moet richten. Het verdient aanbeveling om een dergelijke diepgaande analyse elke vier jaar uit te voeren.
BELEIDSVOORNEMENS 1. Elk jaar wordt in september het beleidsplan geëvalueerd en op grond daarvan wordt een jaarprogramma vastgesteld. 2. Voorjaar 2011 wordt een advies uitgebracht voor het langetermijnbeleid van de PGA tot en met 2020. Zo wordt steeds na vier jaar een advies uitgebracht voor de komende acht jaar. 3. Het beleidsplan, dat steeds na vier jaar wordt opgesteld, heeft genoemd advies als basis.
37