kenniscentra en lectoraten bij de han research centres and research groups at han
Praktijkgericht en innovatief Practice-based and innovative
research
interessegebied lectoraat
kenniscentra en lectoraten bij de han | research centres and research groups at han
Praktijkgericht en innovatief Practice-based and innovative
2
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Inhoud contents voorwoord| foreword 4 onderzoek bij de han: praktijkgericht en innovatief | research at han university of applied sciences: practice-based and innovative kenniscentrum kwaliteit van leren | research centre for quality of learning8
duurzaam beoordelen
Sustainable Assessment
10
goed bestuur en innovatiedynamiek in maatschappel ijke organisaties12
Governance and Innovation Dynamics in the Social Sectors
innovatie van leren in organisaties14
kenniscentrum technologie en samenleving | research centre for technology and society28
kenniscentrum het ontwikkelen van excellente organisaties | research centre for the development of excellent organisations50
kenniscentrum han sociaal | research centre for care and community70
kenniscentrum arbeid, sport en leefstijl | research centre for work, sport and lifestyle80
kenniscentrum zorg en revalidatie | research centre for health care and rehabilation86
ontwerpen
supply chain management
lokale dienstverlening vanuit klantperspectief72
arbeid en gezondheid
82
acute intensieve zorg
sport, voeding en leefstijl
84
neurorevalidatie90
Design
Data Architecture and Metadata Management
mens-computer interactie
Human-Computer Interaction networked applications
leren in veranderende organisaties16
zorgtechnologie
leren met ict
Learning with ICT
Designing Innovative Learning Arrangements
Developing Competences in the Workplace
24
52
36
leiderschap, hrm en communicatie
Care of People with Intellectual Disabilities
Leadership, HRM and Communication human communication development54
The Development of Professionalism and Leadership 56 human resource management 58 innovatie in de private sector
mobiliteitstechnologie38
Mobility Technology
Innovation in the Private Sector 60
Vehicle Mechatronics
Art, Culture and Economy
lean42
total quality management (tqm) in organisatienetwerken 62
Total Quality Management (TQM) in Organisational Networks
Sustainability
innovatie in de private sector 64
Innovation in the Private Sector
meet- en regeltechniek
44
industriële microbiologie
46
Enterpreneurship
duurzame energie
48
innovatie in de publieke sector
Control Systems Engineering Industrial Microbiology Sustainable Energy
ondernemerschap66
Innovation in the Public Sector innovatie in de publieke sector68
Innovation in the Public Sector
Planned Social Change
zorg voor mensen met een verstandelijke beperking
professional and leadership development
duurzaamheid
seksediversiteit in het onderwijs26
Gender Diversity in Education
Care-Oriented Construction
Logistics and Alliances
kunst, cultuur en economie voertuigmechatronica40
ontwikkelen van competenties op de werkplek 22
Pedagogic Quality of the Teacher
34
automotive
ontwerpen van innovatieve leerarrangementen20
pedagogische kwaliteit van de leraar
32
Health care technology zorggericht bouwen
18
logistiek en allianties
lectoraat data architectures en metadata management 30
Innovation of Learning in Organisations
Learning in Changing Organisations
6
74
levensloopbegeleiding bij autisme76
Autism through the Lifespan
werkzame factoren in de zorg voor jeugd 78
Key Factors in Youth Care
Occupation and Health
Sport, Nutrition and Lifestyle
Acute Care
88
Neurorehabilitation
musculoskeletale revalidatie 92
Musculoskeletal Rehabilitation langdurige zorg
Long Term Care
94
management van zorg en dienstverlening96
Management of Health Care and Services
sociale en methodische aspecten van psychiatrische zorg 98
Social Psychiatry and Mental Health Nursing
3
4
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Voorwoord foreword Uit een hedendaagse hogeschool is onderzoek niet meer weg te denken. Immers, de ‘h’ van hbo vraagt om de inbedding van onderzoek in het onderwijs opdat we toekomstige beroepsbeoefenaren opleiden die kunnen bijdragen aan innovatie. Daartoe moeten ze naast de vereiste beroepsgebonden competenties en vaardigheden ook beschikken over de meest actuele beroepskennis en over analytische en kritisch-reflectieve vaardigheden. Kortom, onderzoek aan hogescholen is noodzakelijk om de kwaliteitsagenda voor haar onderwijs te kunnen realiseren.
Kenmerkend voor onderzoek aan hogescholen is dat het aansluit op de vragen en behoeften van de beroepspraktijk. Het heeft concrete problemen en uitdagingen als aangrijpingspunt en levert oplossingen in de vorm van kennis, inzichten, methoden en concrete producten. Daarin ligt de maatschappelijke meerwaarde van haar onderzoek. Dat gebeurt naar wetenschappelijke maatstaven en is gericht op kennisontwikkeling binnen het beroepsdomein. Vaak vindt het onderzoek van de HAN plaats in een proces van co-creatie met de vragende partij(en). Onderzoeksvragen worden gebundeld, onderzoeksteams bestaan voor een deel uit professionals van de deelnemende organisaties en onderzoekers van de HAN. Op die manier vloeien de verworven inzichten en onderzoeksproducten terug naar zowel het beroepsonderwijs als de beroepspraktijk.
De HAN kiest nadrukkelijk voor een doorontwikkeling tot een University of Applied Sciences. Groei van het onderzoeksvolume is daarin een belangrijke bouwsteen. We zijn goed op weg om die ambitie te realiseren. Dit lectorenboek is daarvan een uitdrukking. Graag brengen we de onderzoekers en hun domein bij u onder de aandacht.
At HAN University of Applied Sciences, we strive to integrate research into the education we offer so that our graduates are able to contribute to innovation in their respective fields. To this end, they need to have the required professional competences and skills, the most up-todate professional knowledge, as well as critical, analytical and reflective skills. In short, research is essential for HAN to achieve the quality of education it is aiming for.
Research at a university of applied sciences is typically connected to the questions and needs of the professional field. Concrete problems and challenges form the pretext of the research, while results are delivered in the form of knowledge, insights, methods and concrete products. In this way, the research has an added social benefit. It is conducted according to academic standards and focuses on the development of knowledge within the professional field.
HAN expressly chooses to strengthen its research activities and thereby provide a stimulating academic environment for its students. An important building block in this respect is increasing the volume of research. We are making good progress towards this goal, as you will gather from this book. We are pleased to introduce you to the researchers and their domains.
Ik wens u veel inspiratie toe. Kristel Baele College van Bestuur
I wish you much inspiration. Research at HAN often takes place in a process of co-creation with the client organisation(s). Research questions are bundled and research groups include professionals from the participating organisations and HAN researchers. In this way, the acquired insights and research products flow back to both professional practice and education.
Kristel Baele HAN Governing board
5
6
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Onderzoek bij de HAN: praktijkgericht en innovatief research at han university of applied sciences: practice-based and innovative Nederland heeft de ambitie om op internationaal niveau een rol te spelen op het gebied van kennis en innovatie. Dit heeft directe consequenties voor het hoger beroepsonderwijs. De arbeidsmarkt vraagt om professionals met een innovatieve en ondernemende instelling. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) wil professionals afleveren die goede kennis van zaken hebben van het vak dat zij leren en beschikken over de noodzakelijke vaardigheden. Maar de HAN wil óók dat haar afgestudeerden in staat zijn elders ontwikkelde kennis te vertalen naar de eigen beroepspraktijk en zélf nieuwe kennis te ontwikkelen.
Onderzoekende houding Het uitvoeren van onderzoek heeft een belangrijke plaats gekregen in het curriculum. Het ontwikkelen van een onderzoekende houding en onderzoeksvaardigheden is ingebed in onze opleidingen. Docenten participeren in lopend onderzoek en borgen de inbreng van onderzoeksresultaten in het onderwijs.
The Netherlands has the ambition of playing an international role in the area of knowledge and innovation. This has direct consequences for higher education. The skilled labour market demands professionals with an innovative and enterprising attitude. HAN University of Applied Sciences strives to deliver graduates with a solid grounding in their subject and the skills necessary to enter the job market. But, at the same time, HAN aims to ensure that graduates are capable of developing knowledge themselves, and of translating knowledge accumulated elsewhere back to their own professions.
Research-oriented attitude Research has assumed a crucial position within the curricula at HAN. The development of a researchoriented attitude and the skills to support it are embedded in our courses. Our lecturers participate in ongoing research projects and HAN guarantees the inclusion of research results in the education we offer.
Practice-based evidence De HAN stelt zich tot doel de weerbaarheid en innovatieve kracht van de beroepspraktijk en de samenleving te versterken en een bijdrage te leveren aan duurzame economische groei en welzijn. Ons onder zoek is gericht op de opbouw van practice-based evidence om vandaar uit verbindingen te kunnen leggen tussen wetenschap en praktijk. De HAN heeft vanouds een sterke band met de regio en ziet zichzelf als samenwerkingspartner van overheid en regionale bedrijven en instellingen. We kijken steeds van buiten naar binnen: ‘Wat speelt er in de regio? Welke vragen
Practice-based evidence HAN’s central goals are best described as increasing the resilience and innovative strength of professional practice and society, and as contributing to sustainable economic growth and welfare. Our research is about accumulating practice-based evidence and using it to establish lasting links between research and practice. HAN has always had strong ties with the region, collaborating extensively with government bodies, regional businesses and institutions. We constantly evaluate our role in the region by looking
leven er in de beroepspraktijk en hoe kunnen wij daar het beste op inspelen? Motor achter netwerken Kleine en middelgrote organisaties beschikken veelal niet over een R&D-afdeling, maar hebben wel vragen op dat gebied. De HAN is graag de motor achter het ontstaan van netwerken. Onze kracht ligt in het bij elkaar brengen van partijen en het bundelen van vragen tot een gezamenlijke onderzoeksagenda. We analyseren trends, bundelen onderzoeksvragen en zetten deze vragen uit binnen de HAN. Organisaties kunnen daar op een zakelijke manier in meedraaien. Zij hebben toegang tot de onderzoeksresultaten en kunnen zelfs eigen medewerkers laten deelnemen in het onderzoek.
inwards and by asking ourselves: What is going on in the region? What are the current issues in profess ional practice and how can we best get involved? The engine behind the network Small to medium sized organizations often lack R&D departments, but they nevertheless have issues and questions in that area. HAN is the engine behind the building of networks. Our strength lies in the ability to bring different parties together and to gather issues into a collective research agenda. We analyse trends, gather research questions and incorporate them into our research and curricula at HAN. Organisations can participate in this research by both providing and/ or utilising new insights. Companies have access to the results and can even let their own employees participate in the research. To combine as much knowledge as possible and thereby create focus and depth in our research
Zes kenniscentra Om zoveel mogelijk kennis te bundelen en samenhang en ‘massa’ te creëren zijn de lectoraten gebundeld in zes kenniscentra: •• Kwaliteit van Leren •• Technologie en Samenleving •• Het Ontwikkelen van Excellente Organisaties •• HAN SOCIAAL •• Arbeid, Sport en Leefstijl •• Zorg en Revalidatie. Uitdagen Ieder kenniscentrum draagt met zijn onderzoek bij aan de ontwikkeling op drie domeinen: beroepspraktijk & maatschappij, opleiding & scholing en het kennisdomein zelf. Wij zoeken daarvoor een permanente wisselwerking met het werkveld. Enerzijds door aan te sluiten bij vragen en ontwikkelingen, anderzijds door uit te dagen en recente inzichten in te brengen.
a ctivities, HAN has bundled its research groups into six research centres: •• Quality of Learning •• Technology and Society •• Development of Excellent Organisations •• Care and Community •• Work, Sport and Lifestyle •• Care and Rehabilitation Continual exchange The research carried out by each of the research centres contributes to developments in three domains: professional practice & society, education & schooling and the domain of knowledge itself. To this end we strive for continual exchange with the professional field. We achieve this by responding to issues and developments that arise in the field, on the one hand, and by stimulating and contributing recent insights to the field, on the other.
7
8
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Kenniscentrum Kwaliteit van Leren research centre for quality of learning
goed bestuur en innovatiedynamiek in maatschappelijke organisaties Governance and Innovation Dynamics in the Social Sectors innovatie van leren in organisaties Innovation of Learning in Organisations leren in veranderende organisaties Learning in Changing Organisations
lectoraten | research groups
duurzaam beoordelen Sustainable Assessment
De kwaliteit van leren gaat ons aan het hart. Omdat kwaliteit van leren eigenlijk gaat over kwaliteit van leven. Omdat we zo veel tijd van ons leven al lerend doorbrengen. En omdat het onderwijs van vandaag uiteindelijk gaat over welvaart en welzijn in de toekomst. Het Kenniscentrum Kwaliteit van Leren ontwikkelt aan de hand van toegepast onderzoek kennis en instrumenten die bijdragen aan de kwaliteit van leren in de beroepspraktijk en in het bachelor- en masteronderwijs van de hogeschool. Eigen sturing De maatschappij verandert in een hoog tempo en stelt steeds nieuwe en hogere eisen aan iedereen in
leren met ict Learning with ICT ontwerpen van innovatieve leerarrangementen Designing Innovative Learning Arrangements ontwikkelen van competenties op de werkplek Developing Competences in the Workplace pedagogische kwaliteit van de leraar Pedagogic Quality of the Teacher seksediversiteit in het onderwijs Gender Diversity in Education
Quality of learning is at the heart of our approach. Because we spend much of our lives learning, quality of learning is actually about quality of life. Education today is inseparably linked to the welfare and prosperity of the future. The Research Centre for Quality of Learning uses applied research to develop knowledge and tools that contribute to the quality of learning in both profess ional practice and in HAN’s Bachelors and Masters courses. Self-direction Society is rapidly changing and continually placing higher demands on people. Teacher training courses and the educational field need to adapt to this trend.
de samenleving. Voor zowel de lerarenopleidingen als het onderwijsveld is het noodzakelijk om onderwijs en opleiden dusdanig te vernieuwen en vorm te geven dat het lerend vermogen optimaal wordt ontwikkeld. Het doen van praktijkgericht onderzoek levert hieraan een bijdrage. Het vertrekpunt is daarbij telkens de (toekomstige) praktijk. De actuele vragen in het werkveld en het tot stand brengen van een goede samenwerkingsrelatie staan centraal. Het onderzoek heeft ook tot doel (direct of indirect) de eigen sturing van de lerende, de opleider en/of de organisatie op het leren te bevorderen. Mensen en organisaties zijn daardoor beter in staat op eigen kracht te veranderen (praktijkontwikkeling). Micro, meso en macro Binnen het Kenniscentrum Kwaliteit van Leren werken lectoren, (docent)onderzoekers en een aantal promovendi samen. Met de lectoraten bestrijken we een breed expertiseterrein. Uniek is dat deze thema’s
Education and professional development training must therefore be constantly updated to optimally develop the learning capacity of student teachers. Contributing to this development is practice-based research, in which the starting point is always current or future professional practice. Focusing on current issues in the field and establishing a good collaborat ive relationship are of central importance. The aim of research (either directly or indirectly) should be the self-directed learning of the student teacher, educator and/or educating organisation. This enables people and organisations alike to change of their own accord, bringing about a development of practice. Micro, meso and macro The Research Centre for Quality of Learning consists of professors, research staff (teaching and nonteaching) and PhD students. The research groups within the centre cover a wide spectrum of expertise. What is unique about the research done at the centre
zowel het micro-, meso- als macroniveau (leerproces, organisatie en beleid) bestrijken. In het onderzoek worden de onderlinge relaties tussen deze niveaus nadrukkelijk gelegd. Op deze wijze doet het kennis centrum recht aan de complexiteit van onderwijs- en opleidingsvraagstukken en maakt het mogelijk maatwerk te leveren. Dat geldt niet alleen voor het type vraag (van micro tot macro), maar ook voor de context waarbinnen de vraag speelt; van basisonderwijs tot (non)profitorganisaties. Onderzoekscultuur Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van en samen met de beroepspraktijk. Het gaat hierbij zowel om opleidingsscholen die stages bieden aan onze studenten, als om andere onderwijsorganisaties. Op deze manier bevorderen wij de onderzoekscultuur en de onderzoekende houding in de beroepspraktijk. Zowel bij (ervaren) leraren, als bij leraren in opleiding.
is that themes are investigated at micro, meso and macro level (learning process, organisation and policy) and that the inter-relationships between these levels are made clear. In doing so, the research centre stresses the complexity of education and educational issues, enabling it to deliver tailored solutions. This not only applies to the type of issue (from micro to macro) but also to the context in which the issue is studied (from primary education to profit and nonprofit organisations). Research and culture Our research is carried out for and in collaboration with professional institutions, for example schools and other education providers that offer practical placements to our students. In this way we promote a research culture and research-oriented attitude within professional practice, i.e. among student teachers, qualified teachers and experienced educators.
9
10
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Duurzaam Beoordelen research group for sustainable assessment Het lectoraat richt zich op vormen van beoordelen gericht op duurzaam leren. Deze worden nader onderzocht in de dagelijkse praktijk van scholen, opleidingen en in het werkveld. De basisveronderstelling is dat duurzaam leren pas echt kans van slagen heeft, als in het onderwijsontwerp de beoordelingsmethoden hierbij aansluiten.
Kwaliteit van beoordelen Gezien de sturende kracht die beoordelen heeft op studenten is het de moeite waard te investeren in de kwaliteit van beoordelen. Deze kwaliteit wordt onvoldoende geborgd wanneer scholing in beoordelen alleen gericht is op de instrumentatie van beoordelen (het ‘wat’ en ‘hoe’ van beoordelen) en onvoldoende de betrokkenheid, de bekwaamheid en het bewustzijn van studenten en opleiders erkent als kernvoorwaarden. Het lectoraat onderzoekt het belang van betrokkenheid, bewustzijn en bekwaamheid in de context van beoordelen. Hedendaagse en toekomstige ontwikkelingen gelden hierbij als uitgangspunt. Het lectoraat kent drie speerpunten: een goed ontwerp van beoordelen, een heldere communicatie over beoordelen en een zelfsturende rol van de student in beoordelen. Met het onderzoek stimuleren wij een herbezinning op het ‘waarom’ van beoordelen en een kritische reflectie op de huidige wijzen van beoordelen.
This research group focuses on assessment for sustainable learning. These methods are investigated in the daily practice of schools, universities and workplaces. The basic premise is that sustainable learning can only succeed when assessments are fully aligned with the goals and design of the curriculum.
Quality of assessment Assessment drives students’ learning. From this perspective, it is worthwhile to invest in the quality of assessment. This quality cannot be guaranteed when schooling is predominantly focused on the instrumentation of assessment (‘what’ and ‘how’ to assess). It is important to acknowledge that students’ and teachers’ perceptions on assessment and their ability to assess and self assess are important factors for assessment quality. In our research projects, involvement and assessment competencies are investigated from a contemporary but also futureoriented perspective. A solid design of assessment programmes, transparent communication about assessment between teachers and learners and the involvement of learners in the assessment are the key themes within the research projects. The main goal is to foster a critical reflection on current assessment practice in school and its sustainability with respect to quality of learning.
dominique sluijsmans lector | professor
‘Kwaliteit van leren begint bij kwaliteit van beoordelen’
Professionalisering De lectoren van de Faculteit Educatie leveren gezamenlijk bijdragen aan het onderwijs en de onderwijsontwikkeling in de opleidingen. De lector Duurzaam Beoordelen is onder meer betrokken bij projecten gericht op de kwaliteit van beoordelen en professionalisering van docenten op toetsing en onderzoek. Tevens begeleidt zij docenten bij hun (promotie) onderzoek en verzorgt zij gastcolleges.
‘Quality of learning starts with quality of assessment’
Professionalisation The professors at the Faculty of Education collect ively contribute to developing the curriculum for the courses offered by the faculty. The research p rojects are focused on quality of assessment and the profess ionalisation of teachers with regard to their assessment and research skills. Professor Sluijsmans also supervises lecturers’ research (including PhD research), and gives guest lectures to student teachers.
Dominique Sluijsmans studeerde Onderwijskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 1997 begon zij als wetenschappelijk assistent bij het Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC) van de Open Universiteit. Daar promoveerde zij in 2002 op het proefschrift ‘Student involvement in assessment: the training of student teachers’ peer assessment skills’. Ze geeft veelvuldig workshops en trainingen over het ontwerpen van onderwijs en in het specifiek beoordelen en publiceert in internationale tijdschriften.
Professor Dominique Sluijsmans studied Education at Radboud University in Nijmegen. In 1997 she began as a research assistant in the Centre for Learning Sciences and Technologies Onderwijs technologisch Expertisecentrum (CELSTEC) of the Open University. In 2002 she defended her thesis entitled ‘Student involvement in assessment: the training of student teachers’ peer assessment skills’. She frequently gives workshops and courses in the design of curricula as sustainable assessment methods and publishes in national and inter national journals.
11
12
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Goed Bestuur en Innovatiedynamiek in Ma atschappelijke Organisaties research group for governance and innovation dynamics in the social sectors Het lectoraat verbindt praktische kennis en theoretische inzichten over goed bestuur en innovatie op het bredere terrein van maatschappelijke organisaties. Het bouwt voort op de opdracht die de lector vervulde tussen 2007 en 2011 – goed bestuur en innovatiedynamiek in het onderwijs – maar dan op een veel breder gebied. Het lectoraat draagt bij aan de vergroting van het beleidsvoerende vermogen van scholen. Ook ontwikkelt het lectoraat kennis over de kwaliteit van het besturen van onderwijs en over de mogelijkheden om innovatie van het Nederlandse onderwijs te bevorderen.
Zelfsturend vermogen Onderwijsinstellingen beschikken over onvoldoende zelflerend en zelforganiserend vermogen. Er is behoefte aan nieuwe vormen van professionaliteit. Kenmerkend hiervoor zijn het beleidsvoerend en zelfsturend vermogen en het kunnen innoveren op eigen kracht. Het lectoraat draagt bij aan de ontwikkeling van kennis over het concept van de professionele organisatie en de wijze waarop onderwijsorganisaties aan de maatstaf kunnen voldoen. Ook besteedt het aandacht aan de verdere ontwikkeling van maatschappelijk ondernemerschap: ‘Hoe geef je gestalte aan horizontale of meervoudige publieke verantwoording?’, ’Welke eisen worden er op de verschillende niveaus gesteld?’ en ‘Welke rollen vervullen de zogenoemde ‘stakeholders?’. Het lectoraat richt zich ook op de ordenende en ondersteunende rol van de overheid om innovatiedynamiek en innovatief handelen van instellingen en andere actoren in het onderwijs te bevorderen.
The research group links practical knowledge and theoretical insights about governance and innovation in the broader field of the social sectors. It builds on the research carried out by the professor between 2007 and 2011 on governance and innovation dynamics in education, but now in a broader context. It contributes to enlarging the policyforming capacity of schools. The research group also develops knowledge about the quality of management in education and the opportunities for promoting innovation within the Dutch educational system.
Self-managing capacity Educational institutes often lack sufficient selfteaching and self-organisational capacities. A new form of professionalism is required in schools. More specifically, schools need to develop their policy-forming and self-managing capacity and ability to innovate independently. The research group contributes to developing the concept of the professional organisation and the way in which educational organisations can meet this standard. It also focuses on the further development of social enterprise in education. How do you give shape to horizontal or multiple public responsibilities? Which requirements are established at the various levels? What are the roles of the stakeholders? We also direct our attention towards the organisational and supportive role of the government in promoting the innovative spirit of institutions and other players in education.
frans de vijlder lector | professor
‘Professional zijn betekent verantwoordelijk zijn.’ Simulatieschool De lectoren van de Faculteit Educatie leveren gezamenlijk bijdragen aan het onderwijs en de onderwijsontwikkeling in de opleidingen. De lector Governance en Innovatiedynamiek heeft samen met de lerarenopleidingen een simulatieschool ontwikkeld waarmee de thematiek een structurele plaats in het curriculum krijgt. De lector draagt bij aan de Master Management of Innovation en aan positionering van de lerarenopleidingen in het werkveld.
Frans de Vijlder werkte als Principal Consultant bij Capgemini en als adviseur bij het Max Goote Kenniscentrum. Op het ministerie van OCW was hij beleidsadviseur en hoofd van de strategische eenheid. Hij promoveerde aan de Universiteit Leiden op het boek ‘Natiestaat en onderwijs’. De Vijlder is geregeld docent in trainingen en opleidingen. Ook vervult hij meerdere bestuurlijke en adviesfuncties.
Over de lector
‘Being professional means being accountable.’ Simulation school The professors at the Faculty of Education collect ively contribute to developing the curriculum for the courses offered by the faculty. The research group for Governance and Innovation Dynamics has developed a simulation school in collaboration with the teachertraining course. Innovation dynamics and governance receive a structural place in the curriculum. We also contribute to the Masters course in Management of Innovation and to the positioning of teacher training in the work field.
Professor Frans de Vijlder has worked as the Princ ipal Consultant at Capgemini and as an advisor at the Max Goote Research centre. He has also been a policy advisor for the Ministry of Education Culture and Science, where he was Head of the Strategic Unit. He earned his PhD at the Univers ity of Leiden with his published dissertation ‘The Nation State and Education.’ Professor De Vijlder teaches regularly and fills several management and consultancy positions.
13
14
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Innovatie van Leren in Organisaties research group for innovation of learning in organisations Het Lectoraat Innovatie van Leren in Organisaties ontwikkelt kennis over vernieuwingsprocessen van mens en organisatie. Het werkt op het snijvlak van leiderschap en organisatieontwikkeling. Het lectoraat begeleidt organisaties in hun streven het lerend vermogen van hun mensen te vergroten om zelf innovatie te realiseren. Het gaat om vernieuwing van binnen uit. Ontmoetingen centraal Het lectoraat staat voor een duurzame ontwikkeling vanuit een holistisch perspectief. Ontmoetingen tussen mensen staan daarin centraal. Een duurzame schoolomgeving is bijvoorbeeld afhankelijk van
The research group for Innovation of Learning in Organisations develops knowledge about the renewal processes at the level of the individual and the organisation. It works at the cutting edge of personal and organisational development by helping organisations to increase the learning capacity of people so that innovation becomes part of the everyday process. Human encounters are central The research is about sustainable development from a holistic perspective. The ability to get in contact with one another in order to build constructive relationships is central to this. A sustainable school environment depends on the quality of the relationships in the classroom, amongst the teaching staff,
constructieve relaties in de klas, in het team tussen de docenten, in de school en in de omgeving. In organisaties is de vaardigheid om samen te leren of te werken even belangrijk als de individuele kennis van managers en professionals. Om dit te realiseren ontwerpt het lectoraat enerzijds nieuwe leerconcepten zoals ‘leerplatformen’. Deze platformen zijn duurzame leeromgevingen waarin managers en professionals elkaar ontmoeten om strategieontwikkeling, persoonlijk leren, samenwerken en organisatieontwikkeling te verbinden. Anderzijds heeft het lectoraat een methode ontwikkeld om met kleine innovatieteams van binnen uit diepgaande vernieuwing te realiseren. Deze methode: ‘Vonken van vernieuwing,’ is gebaseerd op o.a. het systemisch perspectief en presencing. Systemisch werken De lectoren van de Faculteit Educatie leveren geza-
with the rest of the school and with the environment. In addition, the skills to work and learn together in an organisation are equally as important as the theor etical knowledge of managers and professionals. To realise this sort of sustainability, the research group has d eveloped new learning concepts in organis ations (e.g. learning platforms), on the one hand, and a renewal methodology, on the other. The learning platforms are sustainable learning environments for managers and professionals that bring together strategy development, personal learning, collaboration and organisational development. The renewal meth odology, ‘Sparks of Renewal’, has been developed to achieve far-reaching and deeply impacting organisat ional change, starting from small groups within an organisation. It is based on systemic (in the sense of holistic) and presence-based methodologies. Working systemically The professors at the Faculty of Education work together to develop the education and curricula
jürg thölke lector | professor
‘De grootste uitdaging in organisaties is niet nóg meer kennis vergaren, maar juist om te leren het even niet te weten. Alleen wie kan verdwalen kan ook nieuwe dingen vinden.’
Jürg Thölke werkt ook als Senior Programma Manager Incompany aan de Nyenrode Business University. Hij heeft zijn eigen adviespraktijk, participeert in netwerken van systemisch werk en heeft een werkplaats rond organisatie- en familieopstellingen. In 1998 promoveerde hij op het gebied van innovatiemanagement aan de Technische Universiteit in Delft, Faculteit Industrieel Ontwerpen.
menlijk bijdragen aan het onderwijs en de onderwijsontwikkeling in de opleidingen. De lector Innovatie van Leren in Organisaties ondersteunt verschillende leerplatformen en vernieuwingsgroepen binnen de HAN en professionaliseert docenten en adviseurs in het (bege)leiden, lesgeven vanuit een systemisch perspectief. De lector is tevens betrokken bij de master Begeleidingskunde, de minor Interventiekunde en de minor Onderwijskundig Leiderschap.
‘The biggest challenge facing organisations is not accumulating more knowledge, but learning how not to know for a while. Only those who can lose their way can discover new things.’ offered by the faculty. Our research group supports various learning platforms and renewal groups, both inside and outside HAN. The systemic perspective helps teachers, managers and advisors to become more sensitive to human interactions and organis ational dynamics beneath the surface of everyday action. The research group is also involved in the Masters course Human and Organisational Behaviour, the elective unit on intervention methodology and the unit Leadership in Educational Organisations.
Professor Jürg Thölke also works as a Senior Incompany Program Manager at Nyenrode Business University. He participates in networks of systemic working and has a specialisation in organisational and family network structures. He gained his doctorate in 1988 in the area of innovation management at the Technical Univers ity of Delft in the Faculty for Industrial Design.
15
16
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Leren in Veranderende Organisaties research group for learning in changing organisations Het centrale vraagstuk van het lectoraat ligt in de relatie tussen rollenportfolio’s van medewerkers en personeelsontwikkeling. Doel is kennis te vergaren die de handelingscompetentie van mensen in organisaties versterkt, bij het schakelen tussen uitvoerende en vernieuwende rollen/processen. En die bovendien de handelingscompetentie van opleiders/adviseurs versterkt bij het ondersteunen daarvan.
Rollenportfolio Het lectoraat richt zich op verheldering van het rollenpalet en de ontwikkeling van het schakelvermogen van professionals. Het gebruikt een participatieve methodiek. Hiermee creëren betrokkenen zelf meer helderheid over de verschillende rollen die zij vervullen om de organisatiedoelen te realiseren, en over de leerprocessen die hierbij plaatsvinden. Op basis van handelingsvraagstukken uit de praktijk ontwikkelt het lectoraat interventies en onderzoekt deze op hun effect. Deze interventies betreffen onder meer het samenstellen van een rollenboek, het ontwerpen van een professionaliseringsarchitectuur en een action learning programma. Met het concept van de rollenportfolio kan de fit tussen individu en organisatie veelzijdig en precies worden besproken en onderhandeld. Ook het effect van expliciete afspraken tussen managers en medewerkers is onderwerp van
The central question for the research group lies in the relationship between the role portfolios of staff members and staff development. The aim of the research is to gather knowledge that first and foremost strengthens people’s ability to switch between the execution and renewal roles (processes) within organisations. We also aim to strengthen the ability of educators and advisors to support this process.
Role-portfolio The research group focuses on clarifying the ‘pallet’ of roles present within an organisation and developing the professional’s capacity to switch between these roles. A participatory methodology is used for this. In this way, those involved gain more clarity about the various roles they fulfil to achieve the organisation’s goals, and about the learning processes involved in this. The research group develops interventions based on the issues that arise in practice and then investigates their effect. The interventions include compiling a role portfolio and designing ‘professionalisation architecture’ and an actionlearning programme. The role portfolio allows the fit between individual and organisation to be discussed and negotiated in a precise and multi-faceted manner. Our research also investigates the effect of explicit agreements between managers and staff. The expect ation is that this process also enables and enhances the capacity to switch between roles.
‘Wie meerdere rollen vervult in zijn werk heeft meer invloed en een gelukkiger loopbaan.’
onderzoek. Verwacht wordt dat hiermee ook het schakelvermogen (tussen rollen) wordt ontwikkeld. Opleidingskunde De lectoren van de Faculteit Educatie leveren gezamenlijk bijdragen aan het onderwijs en de onderwijsontwikkeling in de opleidingen. De thematiek van het Lectoraat Leren in Veranderende Organisaties is sterk
verbonden met de afdeling Opleidingskunde. Zo is het lectoraat daar betrokken bij visieontwikkeling, het beroepsprofiel en de minor Interventiekunde. Met het Instituut voor leraar en School (ILS) is een rollenboek ontwikkeld en geïmplementeerd.
‘Anyone performing multiple roles in his or her work is able to exert more influence and has a more fulfilling career.’
Education The professors at the Faculty of Education work together to develop the education and curricula off ered by the faculty. The central theme of the research group for Learning in Changing Organisations is closely related to that of the Faculty of Education. The research group is involved in the development of vision, the professional profile and the elective
unit on intervention skills. It has also developed and implemented a role portfolio for HAN’s College of Education for Secondary School Teachers (ILS).
17
18
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Leren met ICT research group for learning with ict
marijke kral lector | professor
Het lectoraat doet onderzoek naar ICT-gebruik in het onderwijs ter ondersteuning van het leren. Het draagt bij aan de ontwikkeling van kennis over de manier waarop ICT het leren van leerlingen bevordert. Maar ook aan de wijze waarop (aankomende) leraren en scholen aan de benodigde competenties en randvoorwaarden kunnen voldoen.
Integratie Door praktijkgericht onderzoek worden ICT-rijke leerarrangementen ontworpen en beproefd. Opbrengsten hebben betrekking op de leerresultaten van leerlingen, de leerhouding en motivatie van leerlingen en het handelen en de motivatie van de leraar. Niet de ICT-vaardigheden van docenten zijn cruciaal voor de integratie van ICT in het onderwijs. Het hebben van een visie op leren met ICT is van groter belang. Evenals pedagogisch-didactische vaardigheden gerelateerd aan vernieuwende vormen van leren, en zaken zoals zelfvertrouwen en durven experimenteren. Ook kan de integratie niet los worden gezien van de organisatiecontext. Het lectoraat richt zich enerzijds op het in kaart brengen van de benodigde competenties en het ontwerpen van werkzame professionaliseringsscenario’s. Anderzijds is er aandacht voor innovatiestrategieën en factoren die de integratie van ICT bevorderen dan wel belemmeren.
The research group investigates the use of ICT in education as a means to support learning. It contributes to developing knowledge about the way in which ICT enhances the learning process of pupils. It also focuses on the way in which teachers, future teachers and schools can satisfy the necessary competences and preconditions.
actions and motivations. Teachers’ ICT skills are not the only element necessary for integrating ICT in educat ion. Of greater importance is that teachers possess a vision on learning with ICT. This also applies to the pedagogical/didactical skills relevant to new forms of learning and to factors such as self-confidence and the courage to experiment. Integration also has to be viewed within the organisational context. On the one hand, the research group focuses on mapping the necessary competences and designing effective scenarios for staff development. On the other hand, attention is paid to change strategies and factors that improve or hinder the integration of ICT.
Integration Learning arrangements with a large emphasis on ICT are designed and tested by practice-based research. The outcomes relate to pupils’ learning results, their learning attitude and motivation, and the teacher’s
Nationwide networks The professors at the Faculty of Education work together to develop the education and curricula offered by the faculty. Among other things, the Professor for Learning with ICT is involved in the Community
‘Het wordt hoog tijd dat multimediale geletterdheid in alle sectoren als onderwijsdoel serieus wordt genomen. We creëren op dit moment nieuwe achterstandsgroepen.’
Marijke Kral studeerde onderwijskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarna werkte ze als onderwijsonderzoeker bij het ITS. Het onderzoek naar de effectiviteit van combinatieklassen in het basisonderwijs leidde tot een promotie in 1997 (´Instructie en leren in combinatieklassen´). Na haar werkzaamheden voor BVEnet als (senior)adviseur keerde ze terug naar het ITS.
Landelijke netwerken De lectoren van de Faculteit Educatie leveren gezamenlijk bijdragen aan het onderwijs en de onderwijsontwikkeling in de opleidingen. De Lector Leren met ICT is onder meer betrokken bij het Community Learning Center Arnhem, de minor E-HRD en de educatieve masteropleidingen. Zij participeert in verschillende landelijke netwerken, stuurgroepen en adviesraden.
‘It is about time that multimedia literacy and digital citizenship are taken seriously as educational objectives at all levels of the educational system. We are currently creating a new digital divide.’ Learning Centre Arnhem, the elective course E-HRD and four Educational Masters courses. She also part icipates in various nationwide networks, committees and advisory boards.
Professor Marijke Kral studied educational sciences at Radboud University in Nijmegen. She sub sequently worked there as an educational research er within the Institute for Applied Sciences (ITS). Her research on the effectiveness of multigrade classes in primary education resulted in her PhD in 1997 (‘Instruction and learning in multigrade classes’). After her activities as a senior consultant for a project by the Dutch Ministery of Education aimed at the implementation of ICT in Vocational Education (BVEnet), she returned to ITS.
19
20
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Ontwerpen van Innovatieve Leerarrangem enten research group for designing innovative learning arrangements In het Lectoraat Ontwerpen van Innovatieve Leerarrangementen staat de bevordering van het ontwerpen, implementeren en evalueren van vraaggestuurde leerarrangementen in het onderwijs centraal. Het lectoraat ontwikkelt voor de leerling, leraar en school onderzoeksactiviteiten en -projecten die narratief, ontwerpgericht en/of vergelijkend zijn. Van impliciet naar expliciet Het lectoraat richt zich op de vormgeving en uitvoering van vraaggestuurd leren en de betekenis daarvan voor alle betrokken actoren. Door een toenemende
The research group for Designing Innovative Learning Arrangements focuses on improving the design, implementation and evaluation of demand-driven learning arrangements in education. The research group designs research activities and projects for pupils, teachers and schools, which are narrative, design-oriented and/or comparative. From implicit to explicit The research group focuses on the design and implementation of demand-driven learning and its consequences for all parties involved. Due to the increasing demand for adaptive learning materials,
behoefte aan adaptieve lesstof wordt de ontwerptaak steeds duidelijker zichtbaar als een van de beroeps taken van een docent. Het lectoraat voert ontwerp onderzoek uit in natuurlijke settings door nieuwe ontwerpen te ontwikkelen, implementeren en evalueren. Dit gebeurt met, en in bestaande leeromgevingen. Hierbij is meestal sprake van multidisciplinaire teams van leraren, ontwikkelaars en onderzoekers. Participanten aan het onderzoek worden uitgenodigd via narratief onderzoek hun impliciete en persoonsgebonden kennis expliciet te maken. Dit verhoogt de kans op succesvolle adoptie en implementatie van de vernieuwing. Het lectoraat doet ook vergelijkend onderzoek om factoren te vinden die keuzevrijheid bevorderen of belemmeren. Leerlijnen De lectoren van de Faculteit Educatie leveren gezamenlijk bijdragen aan het onderwijs en de onderwijs-
the design task has become ever more visible as one of the professional tasks of teachers. The research group carries out design research in natural settings by developing, implementing and evaluating new designs. This is done with and in existing learning environments and mainly involves multi-disciplinary teams of teachers, developers and researchers. Participants in the research are invited to make their implicit and personal knowledge explicit through narrative research. This increases the chance of successful adoption and implementation of the reform. The research group also carries out comparative research to establish the factors that improve or hinder freedom of choice. Learning pathways The professors at the Faculty of Education collect ively contribute to developing the curriculum for the courses offered by the faculty. The Professor
bregje de vries lector | professor
‘Onderwijs ontwerpen dat structuur biedt én ruimte laat. Aan leerlingen in alle soorten en maten. Dat is een enorme uitdaging waar ik graag met scholen aan werk.’ ontwikkeling in de opleidingen. De lector Ontwerpen van Innovatieve Leerarrangementen is onder meer betrokken bij diverse leerlijnen onderzoek, Opleiden in de School, het kenniscentrum Wetenschap en Techniek Gelderland en de generieke kennisbasis voor de beroepstaak Ontwerpen. Ook borgt het type onderzoek een nauwe betrokkenheid van studenten en docenten.
‘Designing education that offers structure and freedom - for pupils of all kinds and backgrounds. This is an enormous challenge that I am happy to face together with schools.’ for Designing Innovative Learning Environments is involved in learning pathways focused on research, Professional Development at the School, Science and Technology Research Centre Gelderland, and the generic knowledge base for the professional task of designing. Students and lecturers are closely involved in our research.
Bregje de Vries studeerde Onderwijskunde en Pedagogiek aan de Universiteit Utrecht. Daarna startte zij een promotieonderzoek bij de afdeling Instructietechnologie van de Universiteit Twente. De Vries onderzocht de toegevoegde waarde van informatie- en communicatietechnologie in lessen natuur en techniek op basisscholen. De rol van reflectie in het leerproces stond hierbij centraal. Vervolgens werkte zij als onderzoeker, eveneens aan de Universiteit Twente.
Professor Bregje de Vries studied Education and Pedagogy at the University of Utrecht. She sub sequently started doctoral research at the Instruct ion Technology Department of the University of Twente. Professor De Vries investigated the added value of information and communication technol ogy in science lessons at primary schools, with the role of reflection in the learning process as focal point. After gaining her PhD, she continued work ing as a researcher at the University of Twente.
21
22
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Ontwikkelen van Competenties op de Werk plek the research group for developing competences in the workplace In het lectoraat staat de werkplek als leerplek centraal. De vraag is of er op de werkplek geleerd kan worden en zo ja, onder welke voorwaarden dat beter of het beste gebeurt. Het onderzoek richt zich met name op opleidingsscholen van de lerarenopleidingen en de beroepspraktijkvorming in het mbo.
Kwaliteit in kaart Het lectoraat richt zich onder meer op de vormgeving en organisatie van leerrijke werkplekken. Zo wordt in samenwerking met scholen onderzoek uitgevoerd naar de ‘architectuur’ van stageprojecten (mbo/ hbo). Ook onderzoekt het lectoraat de eisen waar-
The workplace as learning place is the focal point of this research group. The question is whether it is possible to learn in the workplace and if so, under which conditions can this best be done? The research mainly focuses on teacher training colleges and the development of professional practice in vocational education. Mapping Quality The research group focuses on the design and organisation of workplaces that cultivate learning. Research is carried out, for instance, in collaboration with schools on the ‘architecture’ of work placement projects (intermediate and higher vocational
aan goede leer-werkarrangementen in opleidingsscholen (po) moeten voldoen. Met behulp van een nieuw ontwikkeld instrument (onderdeel van een promotietraject) wordt de kwaliteit in kaart gebracht. Speciale aandacht gaat uit naar de kwaliteit van de werkplekbegeleiding in het mbo en de relatie tussen voorbereiden-begeleiden en beoordelen. Het lectoraat besteedt daarnaast aandacht aan de kwaliteit van personeelsontwikkeling/ HRD. Door uit te gaan van praktijkvragen, leraren zelf onderzoek te laten doen en door onderzoek en ontwikkelingswerk direct op elkaar te laten aansluiten, ontstaat een vorm van praktijkonderzoek die tegelijkertijd relevante en werkzame resultaten oplevert. Opleidingsscholen De lectoren van de Faculteit Educatie leveren gezamenlijk bijdragen aan het onderwijs en de onderwijsontwikkeling in de opleidingen. De lector Ontwikkelen
education). The research group also investigates the requirements for good learning and the work arrangements in training colleges for primary and secondary school teachers. Quality is mapped with a newly developed instrument (part of a PhD project). Special attention is paid to the quality of workplace supervis ion in vocational education, and the relationship between preparation/supervision and assessment in workplace learning. Furthermore, we direct attention to the quality of personnel development/HRD. By starting with questions from professional practice, by having teachers carry out research themselves, and by directly matching research with development work, a type of practice-based research emerges that delivers relevant and effective solutions. Professional Development Schools The professors at the Faculty of Education collect ively contribute to developing the curriculum for the
ruud klarus lector | professor
‘Er valt nog veel te leren over werkplekleren. Door 25% van de huidige onderwijskundige onderzoeksenergie te steken in het verbeteren van werkplekleren, kan de leerwinst met 100% verbeteren.’
Ruud Klarus studeerde aan de Pedagogische Academie, aan de Academie Mens Arbeid en Andragologie/Onderwijskunde aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde bij de Radboud Universiteit op het onderwerp competentiebeoordeling. Hij werkte in het vormingswerk, bij CINOP en bij STOAS-onderzoek. Ruud Klarus bekleedt verschillende bestuursfuncties in onderwijsorganisaties.
van Competenties op de Werkplek heeft gezien het thema nauwe contacten met de opleidingsscholen. Hij adviseert en ondersteunt met name het ILS door middel van flankerend onderzoek, onderwijs en deelname in diverse commissies en werkgroepen.
‘There is still a great deal to learn about workplace learning. By investing 25% of current educational research efforts in the improvement of workplace learning, the learning yield could improve by 100%.’ courses offered by the faculty. Considering the theme, the professor for Developing Competences in the Workplace has close ties with professional development schools. In particular, he advises and supports the College of Education for Secondary School Teachers by developmental research, education and participation in various committees and communities of practice and research.
Professor Ruud Klarus studied at the College of Education for Primary School Teachers and at the Academy for Education and Labour. He has also studied adult educational theory and educational science at the University of Utrecht. He completed his PhD at Radboud University on the theme of competence assessment. He was also involved in innovation and research in vocational education and in liberal education (in the German sense of “Bildung”) and he worked for CINOP and STOASresearch. Professor Klarus holds various governance positions in vocational educational organisations.
23
24
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Pedagogische Kwaliteit van de Leraar research group for the pedagogic quality of the teacher Wat betekenen de diverse leefwerelden van kinderen en jongeren in hun wisselwerking met de nieuwe ontwikkelingen in onderwijsconcepten voor de pedagogische kwaliteit van het onderwijs? Deze vraag staat centraal binnen het lectoraat. Uitgangspunt daarbij is dat pedagogische kwaliteit niet kan worden nagestreefd en gerealiseerd zonder praktijkonderzoek door docenten. Leefwereld jongeren Leerkrachten hebben te maken met nieuwe generaties leerlingen. De grotere keuzevrijheden, de consump-
What roles do the social environments of children and teenagers play in the interaction with new developments in educational concepts for pedagogic quality? This question is central to the research group. Our point of departure is that pedagogic quality cannot be pursued and realised without practical research by teachers.
Social environment of youth Teachers are continually confronted with new generat ions of pupils. A greater freedom of choice, rapid developments in consumption and media culture, the digital revolution and the informal character of peer
tie- en mediacultuur, de nieuwe communicatiemiddelen, het informele netwerkkarakter leiden ertoe dat leerlingen met andere houdingen, oriëntaties en verwachtingen de school binnenkomen. Inzicht in de leefwerelden en identiteitsontwikkeling van jongeren is onmisbaar in het licht van de pedagogische opdracht van het onderwijs. Het lectoraat doet onderzoek om deze kennis te ontwikkelen. Daartoe behoort ook kennis over de manier waarop leerlingen in het kader van hun maatschappelijke en identiteitsontwikkeling een actieve bijdrage kunnen leveren aan schoolontwikkeling en de verbetering van het schoolklimaat. Ook richt het lectoraat zich op de gevolgen van onderwijsinnovaties voor de benodigde pedagogisch-didactische competenties van de leraar en op het bevorderen van onderzoeks- en implementatievaardigheden en een onderzoekende houding bij docenten.
grouping have resulted in pupils coming to school with different attitudes, orientations and expect ations. In terms of the pedagogic task of education, insight into the social environment and identity development of young people is essential. The research group works to develop this knowledge. This includes knowledge about the way in which pupils, within the framework of their social and identity development, can actively contribute to school development and improvements in the school climate. The research group also focuses on the consequences of educat ional innovations with respect to the required pedag ogic/didactic competences of teachers. Another focus is stimulating research and implementation skills and a research-oriented attitude among teachers. Professionalisation The professors at the Faculty of Education collect ively contribute to developing the curriculum for the
arjan dieleman lector | professor
‘Volwassenen hebben even veel te leren van jongeren als zij van hen.’
Professionalisering De lectoren van de Faculteit Educatie leveren gezamenlijk bijdragen aan het onderwijs en de onderwijsontwikkeling in de opleidingen. De lector Pedagogische Kwaliteit van de Leraar is onder meer betrokken bij de professionalisering van docenten in onderzoeksvaardigheden. Samen met pabodocenten is het studieboek ‘De eigen wereld van het Kind’ geschreven. Ook is de lector betrokken bij de Academische Pabo en bij opleidingsscholen.
‘Adults have as much to learn from the youth as the youth does from them.’
courses offered by the faculty. The research group for the Pedagogic Quality of the Teacher is involved in the professionalisation of teachers with regard to research skills. Together with lecturers from the coll ege of primary teacher training, we have written the textbook ‘De eigen wereld van het kind’ (The child’s own world), and we also have close ties with colleges of primary and secondary teacher training.
Arjan Dieleman studeerde klinische en industriële psychologie in Utrecht en cultuuren godsdienstpsychologie in Nijmegen. Als wetenschappelijk medewerker werkte hij bij de universiteiten van Utrecht, Amsterdam en Nijmegen. Dieleman combineert zijn lectorschap met een baan bij het Ruud de Moor centrum van de Open Universiteit, waaraan hij sinds 1984 verbonden is. Voorts heeft hij zitting in diverse adviescommissies.
Professor Arjan Dieleman studied clinical and industrial psychology in Utrecht and cultural and religious psychology in Nijmegen. He has been employed as a researcher and lecturer at the universities of Utrecht, Amsterdam and Nijmegen. Professor Dieleman combines his professorship at HAN with that of associate professor at the Ruud de Moor Centre of the Open University, where he has been active since 1984. He is also active in various advisory committees.
25
26
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Lectoraat Seksediversiteit in het Onderwijs research group for gender diversity in education
Seksediversiteit in het onderwijs is een breed terrein. Het lectoraat wil bijdragen aan onderwijs dat, mede op basis van kennis over bestaande sekseverschillen, het beste bij alle leerlingen en studenten naar boven weet te halen, ongeacht hun sekse.
Gender diversity in education is a broad field. The research group wants to contribute to education that gets the most out of its students, regardless of gender, and does this partly through knowledge of existing gender differences. Equal achievements More knowledge is needed in order to decrease or eliminate gender differences in performances and success rate with regards to education. Gender differences in success rate are especially prevalent in higher education. In all sectors, women complete their studies quicker and with a lower drop-out rate. In secondary education and the final years of primary education, there is a difference in attitude towards
Gelijkwaardige prestaties Er is behoefte aan meer kennis over het verkleinen of teniet doen van sekseverschillen in prestaties en rendement binnen het onderwijs. Vooral in het hoger onderwijs hebben we te maken met rendementsverschillen tussen mannelijke en vrouwelijke studenten. Vrouwen studeren binnen alle sectoren vaker en sneller af. In het voortgezet en in de laatste jaren van het primair onderwijs is er verschil in houding ten opzichte van het onderwijs. Jongens ontwikkelen tijdens de schooljaren een houding die maakt dat ze minder gemotiveerd lijken voor school dan meisjes. Binnen het lectoraat wordt onderzocht hoe het onderwijs (primair, voortgezet, mbo en hbo) vanuit een onderwijskundig en pedagogisch (vormend) perspectief betekenisvol kan omgaan met de bestaande sekseverschillen, zonder ze uit te vergroten. Op dit moment onderzoeken we binnen het hbo waarom mannelijke studenten minder dan de vrouwelijke studenten ‘profiteren’ van het geboden curriculum.
education. During their school career, boys develop an attitude that makes them appear less motivated about school than girls. The research group investigates how education (primary, secondary, vocational and higher education) can deal with the existing gender differences from an educational and pedagogical perspective without magnifying these differences. At the moment we are investigating why male students benefit less than their female counterparts from the curriculum offered in higher education. ‘Unnoticed and subconscious’ Current and future teachers and the lecturers of the teacher training programme have to learn to purposefully deal with gender differences from a pedagogical perspective. Because we constantly make an ‘unnoticed and subconscious’ distinction between men and women. By becoming involved in research
gerda geerdink associate lector | associate professor
‘Aandacht voor seksediversiteit binnen het onderwijs roept behalve veel instemming ook weerstand op. De maatschappelijke aandacht voor het rendement maakt dat er weer meer aandacht is voor sekseverschillen.
Gerda Geerdink heeft zich vanaf 1990 beziggehouden met het opleiden van leraren. Vanaf 2000 heeft ze onderzoek gedaan naar sekseverschillen in het onderwijs. Landelijk en internationaal is ze betrokken bij de organisaties van lerarenopleiders, zij is bestuurslid van de Vereniging voor Lerarenopleiders Nederland, hoofdredacteur van het Nederlands-Vlaamse Tijdschrift voor Lerarenopleiders en lid van de Association for Teacher Education in Europe.
‘Ongezien en onbewust’ (Toekomstige) Leraren en docenten van de lerarenopleiding moeten leren, vanuit een pedagogisch perspectief, doelgericht om te gaan met sekseverschillen. Omdat we voortdurend ‘ongezien en onbewust’ onderscheid maken tussen mannen en vrouwen is enkel bewustwording daarvan niet genoeg. Door onderzoek en ontwikkelprojecten samen met docenten te doen, ervaren zij dat anders handelen effect heeft en dat is voorwaarde voor ander gedrag.
‘Although there is acceptance for the attention given to gender diversity in education, it also arouses resistance. Society’s concern about the success rate of education means that there is more attention for gender differences again.’ and development projects carried out by the research group, lecturers are able to experience the effect of doing things differently, a necessary condition for changing behaviour.
Gerda Geerdink has been educating teachers since 1990 and began her research on gender differences in education in 2000. She is involved in national and international organisations of teacher educat ors, is a board member of the Dutch Association for Teacher Educators, the editor of the DutchFlemish Journal for Teacher Educators, and a member of the Association for Teacher Education in Europe.
27
28
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Kenniscentrum Technologie en Samenleving research centre for technology and society ontwerpen Design
mens-computer interactie Human-Computer Interaction networked applications zorgtechnologie
Healthcare technology zorggericht bouwen Care-Oriented Construction automotive mobiliteitstechnologie Mobility Technology voertuigmechatronica
Vehicle Mechatronics lean duurzaamheid Sustainability meet- en regeltechniek
Control Systems Engineering industriële microbiologie Industrial Microbiology duurzame energie Sustainable Energy
lectoraten | research groups
lectoraat data architectures en metadata management Data Architecture and Metadata Management
Het kenniscentrum Technologie en Samen leving werkt aan ondersteunende en inno vatieve projecten voor de beroepspraktijk in techniek en life sciences. Bedrijven krijgen in toenemende mate te maken met internationale concurrentie, steeds hoogwaardiger technologie en eisen op het gebied van duurzaamheid. De kennis over de beroepspraktijk draagt bij aan de ontwikkeling van studenten in de bacheloren masteropleidingen tot nieuwsgierige, op samenwerking gerichte, startende vakmensen met ambitie en vermogen om zich verder te ontwikkelen.
Innovatieve kracht professionals De HAN leidt beroepsbeoefenaren op met een innovatieve en ondernemende attitude. Onderzoek draagt bij aan de innovatieve kracht van de beroepspraktijk en aan een duurzame samenleving. Van startende professionals wordt verwacht dat ze zich snel inwerken, nieuwe uitdagingen oppakken en zich verder ontwikkelen in hun beroep en organisatie. Kenmerkend voor de moderne beroepspraktijk zijn vakmanschap, vakinhoudelijke vernieuwing en samenwerking met andere professionals.
The research groups of the Research Centre for Technology and Society work on supportive and innovative projects for professional practice in engineering and life sciences. Companies are increasingly confronted with international competition, higher-quality technology and demands with respect to sustainability. The research aims to contribute to a stronger competitive edge for the business sector. The knowledge gathered in professional practice contributes to the development of our Bachelors and Masters students into inquisitive, collaboration-oriented
starting professionals with the ambition and capacities needed for ongoing development.
Interdisciplinair De lectoraten zijn verankerd met het onderwijs door participatie van docent-onderzoekers uit instituten waarmee de lectoren zijn verbonden. De samenwerking in het kenniscentrum richt zich op de aanpak van gemeenschappelijke onderwerpen, zoals onderzoeksvaardigheden van studenten, professionalisering van docenten en actualisering van het onderwijs. Daarnaast versterkt het kenniscentrum de mogelijkheden voor interdisciplinaire onderzoeksprojecten en beoogt het de zichtbaarheid van praktijkgericht onderzoek te vergroten.
Het Kenniscentrum voor Technologie en Samenleving heeft vier programmalijnen: •• Ontwerpen •• Zorgtechnologie •• Automotive •• Duurzaamheid.
Innovative power of professionals HAN educates its students to become professionals with an innovative and entrepreneurial attitude. Research contributes to the innovative power of professional practice and to a sustainable society. The Research Centre for Technology and Society contributes to the quality and innovative competences of graduates in the broad fields of engineering and life sciences. Starting professionals are expected to settle in quickly, take on new challenges and further develop themselves in their profession and organisation. Characteristics of modern professional practice are expertise, renewal of the profession and collaboration with other professionals.
The Research Centre for Technology and Society has four programme outlines: •• •• •• ••
Design Health care technology Automotive engineering Sustainability
Interdisciplinary Lecturers from the institutes with which the profess ors are associated participate in the research, thus embedding research in the education at HAN. The various research groups within the research centre collaborate on shared themes, such as the research skills of students, the professionalisation of teachers, and the modernisation of education. The research centre also provides the opportunity for inter- disciplinary research projects and aims to increase the visibility of practice-based research.
29
30
interessegebied lectoraat ontwerpen | design
interessegebied lectoraat
Lectoraat Data Architectures en Metadata Manageme nt research group for data architecture and metadata management De Informatica Communicatie Academie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen speelt al 15 jaar een landelijke voortrekkersrol ten aanzien van innovatieve informatiesysteemontwikkeling. Het Lectoraat Data Architectures & Metadata Management biedt een platform voor onderzoek en expertise aan het hoger onderwijs en bedrijven.
HAN’s Academy for Communication and Information Technology has been a nationwide pioneer in innovative information systems development for 15 years. The research group for Data Architecture & Metadata Management offers a platform for research and provides expertise for higher education and the business community.
Brede samenwerking Het Lectoraat Data Architectures & Metadata Management houdt zich bezig met onderzoek naar en de toepassing van conceptuele informatiemodellering en innovatieve toolontwikkeling. Ook ontwikkelt en verzorgt het lectoraat onderwijs en trainingen. Het ondersteunt bedrijven bij innovatieve informatiesysteemontwikkeling (transactionele en business intelligence systemen) en integraal informatiemanagement. Hierbij werkt het lectoraat samen met onder meer Van der Lek Advies (conceptuele informatiemodelleringsmethode), de Radboud Universiteit (business intelligence frameworks), Atos Origin (framework voor metadatabeheer, innovatieve toepassing in projecten) en BCP Software (toolontwikkeling). Paradepaardjes van het lectoraat zijn de conceptuele informatiemodelleringsmethode Fully Communication Oriented Information Modeling (FCO-IM) en
Broad collaboration The research group for Data Architecture & Metadata Management is involved in the research and application of conceptual information modelling and innovative tool development. It also develops and provides education and training courses, and it plays a supportive role in innovative information system development (transactional and business intelligence systems) and integral information management. We collaborate with Van der Lek Advies (conceptual information modelling method), Radboud University (business intelligence frameworks), Atos Origin (framework for metadata management, innovative application in projects), and BCP Software (tool development). The showpieces of our research group include the conceptual information modelling method ‘Fully Communication Oriented Information Modelling’ (FCO-IM) and model and metadata-driven web-based application generation. Our contributions
‘De nadruk op elegante data architecturen en adequaat metadatabeheer is cruciaal voor het ontwerpen, realiseren, implementeren en beheren van efficiënte en onderhoudbare data-intensieve informatiesystemen.’ model en metadata driven Web-based applicatiegeneration. Voor het hoger onderwijs werden onder meer een minor Business Intelligence ontwikkeld en een internationale masteropleiding Information Systems Development. Nadruk op implementatie Het lectoraat legt grote nadruk op de implementatie van innovatieve informatiesysteemontwikkeling in
ICT-curricula van instellingen voor hoger onderwijs in binnen- en buitenland. Vanuit het lectoraat zijn inhoudelijk vormgegeven: twee propedeuse cursussen, twee bachelor semester courses, twee minoren en een Engelstalige masteropleiding. Ook speelt het lectoraat een actieve rol bij het begeleiden van studenten met afstudeerprojecten op bachelor- en masterniveau.
‘The emphasis on elegant data architecture and adequate metadata management is essential for the design, realisation, implementation and management of efficient and maintainable data-intensive information systems.’
to higher education include an elective course in Business Intelligence and an international Masters course in Information Systems Development. Emphasis on implementation The research group emphasises the implementation of innovative information system development in ICT curricula of institutions for higher education, both at home and abroad. It has designed two first-year sub-
jects, two semester units for the Bachelors course, two electives and an English-taught Masters course. The research group also plays an active role in super vising students with both Bachelors and Masters graduation assignments.
31
32
interessegebied lectoraat ontwerpen | design
interessegebied lectoraat
Lectoraat Mens-computer Interactie research group for human-computer interaction Het lectoraat Mens-Computer Interactie (MCI) richt zich op het bevorderen van de effectiviteit, efficiency en het gebruiksgemak van ICT-systemen. Bevindingen uit de psychologie, fysiologie en ergonomie worden toegepast in het technische ontwerp van ICT-middelen. Het onderzoek van het lectoraat is gericht op verdieping van inzichten die dit ‘mensgericht ontwerpen’ biedt.
Raakvlakken De doelstelling van het lectoraat wordt nagestreefd door het invoeren van MCI over de volledige breedte van het onderwijs en het uitvoeren van onderzoek op het raakvlak van informatica en communicatie. De doelgroep van het lectoraat omvat in principe iedereen die met ICT-middelen omgaat, maar is toegesneden op professionele gebruikers. Dat wil zeggen dat ICT-producten die typisch voor de algemene consumentenmarkt bestemd zijn buiten de onderzoeksfocus vallen. Ze worden echter wel in het onderwijs meegenomen. Daarnaast stimuleert het lectoraat dat kennis en vaardigheden op het gebied van MCI onder de aandacht worden gebracht bij producenten van ICT-middelen.
The research group for Human-Computer Interaction (HCI) focuses on improving the effectiveness, efficiency and userfriendliness of ICT systems. Findings from psychology, physiology and ergonomics are applied to the technical design of ICT products. Our research is focused on deepening the insights offered by ‘human-oriented design’.
ICT and communication The research group aims to implement HCI over the full spectrum of education and to carry out research on the common grounds of IT and communication. In principle, our target group consists of anyone dealing with ICT products. However, research is tailored towards professional users. This means that ICT products typically targeted at the general consumer market are not our research focus, although they are included in the education we provide. The research group also stimulates bringing knowledge and skills in the field of HCI to the attention of ICT product manufacturers. Analysis and design The research group is involved in first-year subjects and advanced and elective subjects of HAN’s Academy for Communication and Information Technology. It organises workshops with teachers to map and
dick lenior lector | professor
’De user interface is de verkeerde plek om te beginnen; mensen en taken komen eerst.‘ D. Norman
Analyse en ontwerp Het lectoraat participeert in de propedeuse, majors en enkele minoren van de Informatica Communicatie Academie van de HAN. Het organiseert workshops met docenten om het werkveld en de toepassing van MCI in het onderwijs in kaart te brengen en af te stemmen. Het onderzoeksthema is: analyse en ontwerp van ondersteunende middelen ter bevordering van de communicatie in professionele, operationele situaties.
‘The user interface is the wrong place to start: people and tasks come first.’ D. Norman
align applications of HCI in education with the work field. Our research theme is analysing and designing supportive products for improving communication in professional, operational situations.
Dick Lenior is sinds 2008 lector Mens-Computer Interactie. Hij studeerde in 1974 af in psychologische functieleer en mathematische psychologie. Aansluitend werkte hij 17 jaar als hoofd, docent en onderzoeker bij de ergonomiegroep van de Universiteit Twente. Daarnaast is hij mede-oprichter van ErgoS Engineering & Ergonomics dat inmiddels zo’n 25 jaar actief is in het mensgericht ontwerpen voor bedrijven en overheden.
Professor Dick Lenior has been the professor for the Human-Computer Interaction group since 2008. He graduated in experimental psychology and mathematical psychology in 1974. He subsequently worked for 17 years as a manager, teacher and re searcher in the ergonomics group of the University of Twente. He is also director at ErgoS Engineering & Ergonomics, which has been active in humanoriented design for companies and government departments for around 25 years.
33
34
interessegebied lectoraat ontwerpen | design
interessegebied lectoraat
Lectoraat Networked Applications research group for networked applications Het Lectoraat Networked Applications richt zich op good practices voor ontwerp, gebruik en beheer van sociale media en slimme webtoepassingen in organisaties. De speerpunten in extern gefinancierd onderzoek zijn onderwijs en zorg. Het lectoraat voert ook kleinschalig onderzoek uit in de vorm van stages, afstudeeropdrachten en quick scans.
rend komen nieuwe IT-toepassingen beschikbaar die snel worden geaccepteerd en gebruikt. Vlot kunnen inspelen op deze ontwikkelingen kan van belang zijn. Eisen aan IT-ontwikkelmethoden zijn dan ook dat deze inpassing, aanpassing en uitfasering van toepassingen ondersteunen. Ook is het van belang dat de methoden gericht zijn op interactie tussen gebruikers, ontwikkelaars en beheerders. Praktijkkennis met positieve en negatieve ervaringen over ontwikkeling en gebruik van Web2.0 en Web3.0 toepassingen in organisaties is van groot belang. Het lectoraat richt zich op good practices door literatuurstudie en eigen onderzoek in webontwikkeling en –gebruik op te zetten en uit te voeren.
Good practices Hoe dragen Web2.0 (social media) of Web3.0 (slimme toepassingen) bij aan organisaties? Dit is de centrale onderzoeksvraag in het lectoraat. Voortdu-
Actualisering en versterking Het lectoraat is betrokken bij de actualisering van de curricula van de Informatica Communicatie Academie
The research group for Networked Applications focuses on good practices for design, utilisation and management of social media and smart web applications in organisations. The key issues in externally financed research are education and health care. The research group also carries out small-scale research in the form of work placements, graduation assignments and quick scans.
newly available IT applications on the market, which are quickly accepted and utilised. Prompt anticipation of these developments can be important. IT development requires methods to support the quick integrat ion, modification and/or phasing out of applications. It is also important that these methods are focused on the interaction between users, developers and system managers. Knowledge of both positive and negative practical experience in developing and using Web 2.0 and Web 3.0 applications in organisations is crucial. Our focus on good practices involves studying the literature and initiating and carrying out our own research on web development and web use.
Good practices How do Web 2.0 (social media) or Web 3.0 (smart applications) contribute to organisations? This is our key research question. There is a constant flow of
Actualisation and enhancement The research group is involved in actualising the curricula of HAN’s Academy for Communication and Information Technology, enhancing the research line in the curricula, and linking work placements
rené bakker lector | professor
’…When ‘Semantic Webs’ emerge, the day-to-day mechanisms of trade, bureaucracy and our daily lives will be handled by machines talking to machines.‘
René Bakker werkt sinds 2008 als lector aan de HAN. Daarvoor werkte hij als decaan aan de Faculteit Informatica van de Open Universiteit, was hij oprichter en directeur van Travel Service International, en manager van het Telematica Instituut en hoofddocent Kennistechnologie aan de Universiteit Twente.
Tim Berners-Lee 1999
(ICA) van de HAN, versterking van de onderzoekslijn in de curricula en de koppeling van stages en afstudeeropdrachten aan het best-practices onderzoek van het lectoraat. Daarnaast worden Web2.0 workshops gehouden en opdrachten begeleid in de hoofdfase van de ICA opleidingen. De docenten in het lectoraat zijn intensief betrokken bij het ICA onderwijs.
‘…When ‘Semantic Webs’ emerge, the day-to-day mechanisms of trade, bureaucracy and our daily lives will be handled by machines talking to machines.’ Tim Berners-Lee 1999
and graduation assignments to our best-practices research. It also organises Web 2.0 workshops and supervises assignments during the 2nd, 3rd and 4th years of the academy’s educational programmes. The lecturers within the research group are closely involved in the courses offered by the academy.
René Bakker has been working as a professor at HAN since 2008. Prior to this, he was employed as the Director of Studies at the IT Faculty at the Open University. He was also founder and director of Travel Service International, manager of the Tele matics Institute and senior lecturer in Knowledge Technology at the University of Twente.
35
36
interessegebied lectoraat z o r g t e c h n o l o g i e | h e a lt h c a r e t e c h n o l o g y
interessegebied lectoraat
Lectoraat Zorggericht Bouwen research group for care-oriented construction In de samenleving bestaat grote behoefte aan het efficiënt bouwen en inrichten van ziekenhuizen en woonomgevingen in de zorg. Hierbij worden nieuwe technologieën gebruikt. Kenmerkend voor het Lectoraat Zorggericht Bouwen is de multidisciplinaire aanpak.
Behoefte aan vernieuwing Het lectoraat sluit aan bij ontwikkelingen die zich in Nederland voordoen en die verreikende betekenis hebben voor de bouw van de infrastructuur in de gezondheidszorg. Soms gaat het om veranderingen die hun oorzaak vinden in politieke keuzes. Soms betreft
There is a great need in society for efficiently designing and constructing hospitals and living environments in the health care sector. New technologies are used for this. The research group for Care-oriented Construction employs a multi-disciplinary approach.
het niet of nauwelijks te beïnvloeden omstandigheden als de samenstelling van de bevolking en de daling van de beroepsbevolking. In andere gevallen valt samenhang te ontdekken met bredere ontwikkelingen in de samenleving, zoals de toegenomen aandacht voor kwaliteit en voor nieuwe technologische mogelijkheden. Als gevolg hiervan bestaat een meer dan tot nu toe gebruikelijke behoefte aan vernieuwing van de infrastructuur. Tegelijkertijd roepen de ontwikkelingen een zodanige onzekerheid op dat vernieuwing dreigt te stagneren. Patiënten en cliënten zijn daar dan de dupe van. Studenten en docenten Het Lectoraat Zorggericht Bouwen wordt betrokken bij de onderwijsontwikkelingen en -vernieuwingen van bestaande curricula. Docenten kunnen zich verder professionaliseren bij het lectoraat. Ook betrekt
Need for modernisation The research group aligns itself with developments inside the Netherlands that have far-reaching consequences for the infrastructure of the health care branch. These developments may be political but can also be related to circumstances more difficult to influence, such as the composition of the population and/or a declining work population. Links can also be found with broader developments in society, such as the increasing demand for quality and new technol ogy. As a result of these trends, the demand for the renewal of infrastructure is more apparent than ever before. At the same time, these developments raise such uncertainty that modernisation threatens to stagnate. Patients and clients are the victims of such stagnation. Students and teachers The research group for Care-Oriented Construction is
tom vroon lector | professor
‘Ons onderzoek kenmerkt zich door een multidisciplinaire aanpak op het gebied van bouw en gezondheidszorg, met een accent op de gebouwde woon- en leefomgeving van ouderen.’
Het Lectoraat Zorggericht Bouwen heeft met Tom Vroon en Jarno Nillesen een duolectoraat. Vroon is naast zijn lectorschap lid van de Raad van Bestuur bij het College Bouw Zorginstellingen. Nillesen is architect en partner bij Wiegerinck Architecten in Arnhem.
het lectoraat studenten vanuit verschillende HANbacheloropleidingen in projectopdrachten. Zo wordt er gewerkt aan uiteenlopende projecten als: Viva Villa Domotica, Upgrading Serviceflat, C2C in de zorg, WoZo-atlas; Babylon, Kleinschalig Wonen TUIM en Ziekenhuis 2030.
‘Our research is characterised by a multi-disciplinary approach in the field of construction and health care, with a focus on the built living environment of the elderly.’
involved in the educational development and modernisation of existing curricula. Lecturers can professionalise themselves further within the research group. We also involve students from various HAN Bachelors courses in our projects. A variety of these projects are currently underway: Viva Villa Domotica, Upgrading Service Flat, C2C in health care, WoZo-atlas, Babylon, Small-scale living TUIM and Hospital 2030.
jarno nillesen lector | professor
Two professors are active in the research group for Care-Oriented Construction: Tom Vroon and Jarno Nillesen. Professor Vroon is a member of the Exec utive Board for the Construction of Health Care Institutions and Professor Nillesen is an architect and partner at Wiegerinck Architecten in Arnhem.
37
38
interessegebied lectoraat automotive engineering
interessegebied lectoraat
Lectoraat Mobiliteitstechnologie research group for mobility technology Het Lectoraat Mobiliteitstechnologie vormt samen met het Lectoraat Voertuigmechatronica het expertplatform HAN-Automotive. Dit expertteam garandeert de geïntegreerde inzet van autotechniek, meet- en regeltechniek, elektrotechniek, communicatietechnologie, en voertuigbestuurder interactie, gericht op een schoner, veiliger en efficiënter transportsysteem. Veiliger en efficiënter Het lectoraat houdt zich in de breedte bezig met alle aspecten die te maken hebben met veilig en efficiënt
Together with the research group for Vehicle Mechatronics, the research group for Mobility Technology forms the expert platform HAN Automotive Institute. This expert team guarantees the integrated deployment of automotive engineering, control systems engineering, electrical engineering, communication technology and vehicle-driver interaction, with the aim of creating a cleaner, safer and more efficient transport system.
joop pauwelussen lector | professor
gedrag en bestuurdersondersteuning bij personen- en vrachtwagens, en bij motorfietsen. Daarbinnen richt de aandacht zich vooral op: •• gedrag van vrachtvoertuigen, inclusief de zogenaamde modulaire roadtrains •• Voertuig-bestuurder interactie •• Driver-support’. Voor het eerste thema werkt het lectoraat samen met trailerbouwers, onderzoeksinstellingen, vrachtwagenfabrikanten en toeleveranciers. Het onderzoek is gericht op lichter bouwen, ontwerptechnieken, analyse-instrumenten voor, en het actief beheersen van gedrag; verbruik en veiligheid bij (langere en zwaardere) voertuigen. Bij voertuig-bestuurder interactie en driver-support gaat het om het waarderen van de toestand (werklast, attentie, e.d.) van de bestuurder, van het voertuig en haar omgeving, om te komen tot meer effectieve ondersteuning, en het beter inschatten van hoe de
chauffeur zijn voertuig waardeert. Onderdeel daarvan is actieve beheersing van voertuiggedrag. Achtergrond is dat nog altijd ruim 80 % van alle ongevallen het gevolg is van menselijke fouten. Het onderzoek draagt bij aan beter inzicht in de interactie tussen chauffeur, voertuig en omgeving.
Safer and more efficient The research group has a broad field of interest, touching on all aspects relating to safe and efficient behaviour and driver support in passenger cars, trucks and motorcycles. Within this broad scope, it focuses particularly on: •• Behaviour of trucks, including longer and heavier combinations (road trains) •• Vehicle-driver interaction •• Driver support
Vehicle-driver interaction and driver support is about appraising the driver’s condition (workload, attent ion etc.), the vehicle and the environment in order to achieve more effective support as well as better estimation of how the driver appraises his vehicle. This is important because over 80% of all accidents are still caused by human error. The research contributes to gaining a better understanding of the inter action between driver, vehicle and environment.
Regarding the first theme, the research group works together with trailer builders, research institutes, truck manufacturers and suppliers. The research is focused on lightweight design, design techniques, instruments for analysing and actively managing behaviour, fuel consumption and safety for longer and heavier vehicles.
Breed spectrum Het lectoraat biedt zijn samenwerkingspartners een breed spectrum van simulatietools, modelstudies en labfaciliteiten, van advies en contractonderzoek tot resultaatgerichte studentenprojecten, maatwerktrainingen en advisering over subsidieprogramma’s. Het lectoraat voert complexe metingen uit op de weg, en met een eigen rijsimulator.
Joop Pauwelussen studeerde toegepaste wiskunde en mechanica aan de Technische Universiteit van Eindhoven en promoveerde in 1981 in Leiden op de modelvorming rond prikkelgeleiding langs zenuwbanen. Na enige jaren actief te zijn geweest op het gebied van nucleaire installaties en offshore, trad hij in 1985 in dienst bij TNO, waarbij hij vanaf 1989 verantwoordelijk was voor de afdeling Voertuigdynamica. Van 1998 tot 2001 was hij parttime hoogleraar Voertuigtechniek bij de Technische Universiteit Delft. Hij is vanaf februari 2002 lector bij de HAN.
Het lectoraat is betrokken bij het bacheloronderwijs en is inhoudelijk verantwoordelijk voor de Engelstalige Master in Automotive Systems.
Broad spectrum The research group offers its partners a broad spectrum of products and lab facilities, from advice and contract research to result-oriented student projects, custom-made courses and consultancy on funding programmes. It carries out complex measurements on the road, also using its own driving simulator.
Professor Joop Pauwelussen studied applied mathe matics and mechanics at the Technical University in Eindhoven and earned his PhD in Leiden in 1981 on the modelling of nerve pulse propagation. After working in the field of nuclear and offshore installations for some years, in 1985 he began working at TNO, where he was responsible for the Department of Vehicle Dynamics. From 1998 to 2001, he held the position of part-time Professor in Automotive Engineering at the Technical Univers ity in Delft. He gained his professorship at HAN University of Applied Sciences in 2002.
39
40
interessegebied lectoraat automotive engineering
interessegebied lectoraat
Lectoraat Voertuigmechatronica research group for vehicle mechatronics
bram veenhuizen lector | professor
Het Lectoraat Voertuigmechatronica richt zich op de technische aspecten van duurzame weg-mobiliteit. Hierbij hoort de elektrificatie van de aandrijving voor elektrische, hybride en brandstofcelvoertuigen. Speciale aandacht is er voor brandstofceltechnologie en de toepassing van waterstof en andere gasvormige brandstoffen in de verbrandingsmotor.
Schoner, duurzamer Steeds meer bedrijven zijn bezig met de ontwikkeling van hybride, elektrische voertuigen en biobrandstoffen. Dit is het gevolg van een sterk toenemende behoefte aan automobiliteit die veel minder vervuilende stoffen uitstoot, minder brandstof verbruikt en minder afhankelijk is van fossiele brandstoffen. De HAN en het lectoraat willen de automotive-ingenieur van de toekomst hierop voorbereiden. Daarom wordt op dit terrein onderzoek uitgevoerd in nauwe samenwerking met studenten, docenten en het bedrijfsleven. Dit onderzoek richt zich met name op productontwikkeling en de ondersteuning van bedrijven door middel van theoretisch en experimenteel onderzoek. Voorbeelden zijn: energiemanagement van een brandstofcelaandrijving, besturing van een hybride aandrijving, realisatie van een elektrisch voertuig, en toepassing van alternatieve brandstoffen (ethanol, Jatropha, bio- en aardgas) in de verbrandingsmotor.
The research group for Vehicle Mechatronics focuses on the technical aspects of sustainable road mobility. This includes the electrification of engines for electric, hybrid and fuel cell vehicles. Special attention is paid to fuel cell technology and the application of hydrogen and other alternative fuels in the combustion engine.
Cleaner and more sustainable Increasingly more companies are focusing on developing hybrid and electric vehicles, and bio alternative fuels. This is a result of the strongly increasing demand for vehicles with less contaminating emission products, reduced fuel usage and less dependence on fossil fuels. HAN and the research group want to prepare the automotive engineer of the future for these developments. This is why our research in this field is carried out in close collaboration with students, teachers and the business community. Our main focus is product development and supporting companies through theoretical and experimental research. Examples of this include the energy management of the fuel cell system, the operation of a fuel cell hybrid driveline, the realisation of an electric vehicle, and the application of alternative fuels (ethanol, Jatropha, bio and natural gas) in the combustion engine.
‘Wij werken aan schone mobiliteit voor nu en in de toekomst.’
Verbinding Het onderzoek binnen het lectoraat staat voortdurend in verbinding met het onderwijs. Lectoraatmedewerkers begeleiden afstudeerders en stagiairs. Daarnaast verzorgt het lectoraat lessen en ontwikkelt minoren. Vele projecten uit het bedrijfsleven vinden via het lectoraat hun weg naar de HTS Autotechniek van de HAN. De lector begeleidt promovendi (tevens docenten) bij hun onderzoek. Docenten worden betrokken bij projectwerk van het lectoraat.
‘Vehicles that are climate-neutral: this is our goal for the future.‘ Connection The research group is constantly connected with the educational programmes at HAN. Members of the research group supervise students with their work placement and graduation assignments. We also lecture and develop elective units. Many commercial projects end up at HAN’s HTS Automotive Technol ogy Institute via the research group. The professor also supervises lecturers with their PhD research. Lecturers participate actively in projects of the research group.
Bram Veenhuizen werkt sinds 2005 als lector Voertuigmechatronica bij de HAN. Veenhuizen studeerde experimentele natuurkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkte voor SKF in Nieuwegein en voor Doorne’s Transmissie. In 2002 maakte Veenhuizen de overstap naar de TU-Eindhoven waar hij als universitair docent verantwoordelijk werd voor onderwijs en onderzoek op het gebied van voertuigaandrijvingen.
Professor Bram Veenhuizen has been employed as the Professor in Vehicle Mechatronics since 2005. Professor Veenhuizen studied experimental physics at VU University Amsterdam. He obtained his doc toral degree from the University of Amsterdam. He worked for SKF in Nieuwegein and for Doorne’s Transmissie. Veenhuizen switched to the TU Eind hoven in 2002, where he worked as a lecturer and was responsible for education and research in the field of vehicle propulsions.
41
42
interessegebied lectoraat automotive engineering
interessegebied lectoraat
Lectoraat Lean research group for lean Het lectoraat Lean is met hulp van het bedrijfsleven opgericht om ondernemingen te ondersteunen bij het versterken van de concurrentiepositie. Door de inzet van Lean, Six Sigma en Quick Response Manufacturing methoden verbeteren bedrijven de doorlooptijden, kosten en kwaliteit. Het lectoraat leidt bovendien studenten op tot vakmensen die óók verstand hebben van processen.
vincent wiegel lector | professor
Concurrentiekracht Het lectoraat ontwikkelt en verspreidt kennis over methoden en technieken van World Class Manufacturing & Servicing. Deze kennis wordt gebruikt om organisaties op gang te helpen in hun verbeteringsproces. Bovendien bouwen we aan blijvend Lean, SixSigma en QRM-vermogen zodat bedrijven zelfstandig door kunnen gaan met het verbeteren van processen. Onze aandacht richt zich op een breed scala van sectoren uit bedrijfsleven en overheid. Door deze andere manier van denken en werken kunnen bedrijven in Nederland de concurrentie aangaan met lagelonenlanden. Zo houden we werk en omzet in Nederland.
‘Onze passie: werken aan een concurrerend bedrijfsleven dat groeit, gezond is en zorgt voor werk.’
Vincent Wiegel is een van de leidende experts op het gebied van Lean in Nederland. Naast een brede algemene Lean kennis en ervaring ligt zijn bijzondere expertise op de gebieden van Lean productontwikkeling, Lean non-manufacturing en Lean gezondheidszorg.
ontwikkelen. Deze kennis wordt verwerkt in publicaties en in het onderwijs. Het lectoraat heeft onder meer het QRM Centrum opgericht en heeft de fysieke en virtuele lean gemeenschap LeanCircle.net opgezet. Het organiseert het jaarlijkse HAN Lean Event, workshops, masterclasses en themadagen. De kennis is toegankelijk via www.leancircle.net en www.qrm-centrum.nl
QRM Centrum Invoeren van nieuwe werkwijzen is niet makkelijk. Het Lectoraat Lean werkt samen met branche- organisaties en bedrijven om specifieke aanpakken te
The research group for Lean was founded with the aid of the business community to help businesses gain a competitive edge. The implementation of the Lean, Six Sigma and Quick Response Manufacturing methods has helped companies to improve quality and turnaround times and to reduce costs. In addition, the research group trains students to become professionals who are well grounded in these processes.
Competitive force The research group develops and disseminates knowledge on methods and techniques of ‘World Class Manufacturing’. This knowledge is used to aid organisations with the process of improving. Furthermore, we build on permanent Lean, Six Sigma and QRM capacities so that businesses can continue to improve their processes on their own. Our attent ion is focused on a broad range of commercial and government sectors. By implementing this alternat ive way of thinking and working, companies in the Netherlands can avoid low-cost country sourcing. In this way work and profits can be retained in the Netherlands. QRM Centre Implementing new processes is no easy task. The research group for Lean collaborates with sector
‘Our passion is working on a competitive and expanding business community that is healthy and provides jobs.’ organisations and companies to develop specific approaches. This knowledge is incorporated into publications and education. We have also founded the QRM Centre and the physical and virtual Lean community, LeanCircle.net. The research group also organises the annual HAN Lean Event, workshops, master classes and theme days. More information is available at www.leancircle.net and www.qrm-centrum.nl
Professor Vincent Wiegel is one of the leading experts in the field of Lean in the Netherlands. Apart from having broad Lean knowledge and experience, his particular expertise lies in the fields of Lean product development, Lean non-manu facturing and Lean health care.
43
44
interessegebied lectoraat d u u r z a a m h e i d | s u s ta i n a b i l i t y
interessegebied lectoraat
Lectoraat Meet- en Regeltechniek research group for control systems engineering Het kennisdomein van meet- en regeltechniek (control systems engineering) vindt zijn toepassing in een breed scala aan bedrijven en bedrijfstakken. Doel van het lectoraat is om een wezenlijke bijdrage te leveren aan verbetering van de concurrentiepositie van bedrijven. Het onderzoek richt zich dan ook op het brede terrein van procesautomatisering en mechatronica.
Procesautomatisering Meet- en regeltechniek is een ondersteunend vakgebied, dat inzetbaar is in een breed scala van toepassingen waar sprake is van technische automatisering. Het gaat hierbij om uiteenlopende sectoren en domeinen als de chemische en voedingsmiddelenindustrie, mechatronica, robotisering en domotica, energietechniek, energiebesparing en duurzaamheid, automotive en duurzame mobiliteitstoepassingen, en zelfs gebouwbeheerssystemen. Het ontwerpen van regelstrategieën vergt in alle gevallen een zelfde aanpak, met toepassing van geavanceerde technieken zoals systeemidentificatie, optimalisatie, non-lineair control en multivariate statistical procescontrol methodieken. Deze vormen object van onderzoek voor het lectoraat. Het vakgebied van de meet- en regeltechniek heeft een belangrijke ondersteunende rol bij de speerpunten duurzame energie en automotive.
The knowledge domain of control systems engineering is applied in a broad range of companies and sectors. The objective of the research group is to substantially contribute towards improving the competitive position of businesses. Our research is therefore focused on the broad field of process automation and mechatronics.
Process automation Control systems engineering is a supportive field of expertise that can be implemented in a broad range of applications involving technical automation. This concerns varying branches and domains, such as the chemical and food industry, mechatronics, robotisation and house automation, energy technology, energy saving and sustainability, automotive engineering and sustainable mobility applications, and even building management systems. Designing control strategies requires the same approach in all cases, using the application of advanced technologies such as systems identification, optimisation, non-linear control and methods of multivariate statistical process control. These technologies constitute the object of study for the research group. The professional field of control systems engineering plays an important supportive role in the key areas of sustainable energy and sustainable mobility. All projects have an applied
‘Een efficiëntere procesoperatie levert een wezenlijke bijdrage aan verbetering van de concurrentiepositie van bedrijven.’
Alle projecten hebben een toegepast karakter en worden uitgevoerd in samenwerking met verschillende industrieën en met lectoraten van de HAN. Snijvlak Het Lectoraat Meet- en Regeltechniek bevindt zich op het snijvlak van opleiden en het ontwerpen en ontwikkelen van procesbeheersingssystemen. Het draagt bij aan een aantrekkelijk en innovatief, toepassingsgericht onderwijs- en onderzoekprogramma op het
gebied van control systems engineering. Het lectoraat is betrokken is bij de Master in Control Systems Engineering en bij de curricula van de bachelor opleidingen Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde, Embedded Systems Engineering en Autotechniek. Deze integratie van onderzoek en onderwijs biedt een belangrijk fundament voor de doorgroei van de HAN naar een University of Applied Sciences.
‘A more efficient process operation delivers a substantial contribution towards improving the competitive position of businesses.’ character and are implemented in collaboration with various industries and research groups at HAN. Crossroads The research group for Control Systems Engineering is at the crossroads of education and the design and development of process management systems. We contribute to an attractive and innovative, applicationoriented programme of education and research in the field of control systems engineering. We are involved in the Masters course in Control Systems Engineering
and in the curricula of the Bachelors courses Electrical Engineering, Mechanical Engineering, Embedded Systems Engineering and Automotive Engineering. The integration of research and education is crucial for HAN, given its status as a university of applied sciences.
45
46
interessegebied lectoraat d u u r z a a m h e i d | s u s ta i n a b i l i t y
interessegebied lectoraat
Lectoraat Industriële Microbiologie research group for industrial microbiology Het lectoraat draagt bij aan de ontwikkeling en innovatie van bedrijven door middel van contractonderzoek en levert input aan het bachelor-master onderwijs van het Instituut Applied Sciences van de HAN. De focus van het lectoraat sluit goed aan op de ontwikkeling van de markt in de richting van de farmaceutische biotechnologie en duurzame energie.
Synergie Binnen het Lectoraat Industriële Microbiologie is uitgebreide kennis aanwezig op het gebied van moleculaire biologie, genetica en fermentatietechnologie. Dit zijn de belangrijkste disciplines binnen het vakgebied. Het lectoraat richt zich op het zo efficiënt mogelijk produceren van onder andere eiwitten, metabolieten, virusepitopen en antilichamen met behulp van micro-organismen. Ook onderzoekt het lectoraat de productie van microbiële olie die gebruikt wordt voor verschillende toepassingen zoals biodiesel productie. Het lectoraat stimuleert synergie tussen de verschillende opleidingen van het instituut. Docenten en studenten kunnen in samenwerking met het lectoraat actief bijdragen aan onderzoek en advies voor bedrijven. Andersom maken alle opleidingen vruchtbaar gebruik van de expertise van het lectoraat in hun onderwijs.
The research group contributes to the development and innovation of companies through contract research and provides input for the Bachelors/Masters courses at HAN University of Applied Sciences. The focus of the research group fits well with market developments in the field of pharmaceutical biotechnology and sustainable energy.
Synergy The research group for Industrial Microbiology poss esses extensive knowledge in the fields of molecular biology, genetics and fermentation technology. These are the most important disciplines within the profess ional field. We focus on the most efficient possible method of producing proteins, metabolites, virus epitopes and antibodies. We also investigate the production of microbial oil by yeast and its potential usage for various applications such as bio-diesel production. The research group stimulates synergy between the various study programmes at the institute. Lecturers and students can work together with the research group to actively contribute to research and advice for companies. This process is also r eciprocal: the study programmes profit from the expertise of the research group.
christien lokman lector | professor
‘Het lectoraat wil een prominente rol spelen als leer- en werkplek voor studenten en hét onder zoekscentrum zijn voor het bedrijfsleven op het gebied van industriële microbiologie.’
Christien Lokman is ervaren in contractresearch op het gebied van eiwitproductie door microorganismen. In 2003 stapte ze over van TNO naar de HAN voor de ontwikkeling en implementatie van de masteropleiding Molecular Life Sciences. In 2005 werd zij verantwoordelijk voor het contractonderzoek binnen het HAN BioCentre. Sinds januari 2011 zet zij haar werkzaamheden voort in de functie van Lector Industriële Microbiologie.
Verbinding Onderzoek en onderwijs zijn nauw met elkaar verbonden doordat de kennis die wordt opgedaan binnen het lectoraat ingebracht wordt in zowel het bachelor- als het masteronderwijs. Dit vindt plaats in de vorm van minoren, curriculumontwikkeling, lezingen, en (afstudeer)stages. Bovendien speelt het lectoraat een rol bij de professionalisering van docenten.
‘The research group wants to play a prominent role as a place of education and research activities for students and become the research centre for the community in the field of industrial microbiology.’ Connection Research and education are closely connected at HAN because the knowledge acquired within the research group is incorporated into both the Bachelors and Masters courses. This occurs through elective subjects, curriculum development, lectures, and work placements. We also play a role in the professionalisation of lecturers.
Professor Christien Lokman is experienced in contract research in the field of protein production by microorganisms. In 2003, she switched from TNO to HAN for the development and implement ation of the Masters course in Molecular Life Sciences. In 2005 she became responsible for contract research at HAN BioCentre. She has continued these activities in the role of Professor in Industrial Microbiology at HAN since January 2011.
47
48
interessegebied lectoraat d u u r z a a m h e i d | s u s ta i n a b i l i t y
interessegebied lectoraat
Lectoraat Duurzame Energie research group for sustainable energy Het lectoraat Duurzame Energie richt zich op kennisontwikkeling en kennisdeling van innovaties op het gebied van energie. Hiermee sluit het aan op het speerpunt duurzame energie van de HAN en op ontwikkelingen in de markt. Het lectoraat richt zich op de drie kritische succesfactoren bij de maatschappelijke transitie naar duurzame (elektrische) energie: decentrale opwekking, opslag en energienetwerken. Expertise bundelen Arnhem is de elektriciteitshoofdstad van Nederland. De regio heeft de potentie om uit te blinken in het ontwikkelen van duurzame energievoorzieningen. De HAN heeft een stevige expertise op het gebied van
The research group for Sustainable Energy focuses on developing and sharing knowledge about innovations in the field of energy. In this way, it supports one of HAN’s key issues, sustainable energy, and with developments in the market. We focus on three critical success factors for the social transition to sustainable electric energy: decentralised generation, storage and energy networks. Combining expertise Arnhem is the electricity capital of the Netherlands. The region has the potential to excel in developing sustainable energy supplies. HAN has solid expert ise in the field of energy technology and is closely involved in the regional energy business.
piet sonneveld lector | professor
energietechniek en een verankering in het regionale (energie)bedrijfsleven. De rode draad in het lectoraatsprogramma wordt gevormd door onderwerpen rondom decentrale opwekking, opslag en netwerken van vooral elektrische energie. De focus ligt in het onderzoek op het ontwerpen, ontwikkelen, testen en monitoren van deze energiesystemen. Het lectoraat verbindt verschillende domeinen zoals elektrotechniek, werktuigbouwkunde, technische bedrijfskunde, ICT, industrieel product ontwerpen, embedded systems engineering en autotechniek (duurzame mobiliteit). In samenwerking met de belangrijkste (regionale) stakeholders kan de HAN de regio Arnhem-Nijmegen verder profileren als hét kenniscentrum voor duurzame elektrische energie. Stormachtige ontwikkelingen De ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie zijn zo stormachtig dat toekomstige afgestudeer-
Our research programme focuses on issues related to decentralised generation, storage and smart grids. The main thrust of the research is designing, developing, testing and monitoring these energy systems. We combine various domains such as electrical engineering, mechanical engineering, industrial management, ICT, industrial product design, embedded systems engineering, built environment and automotive engineering (sustainable mobility). In collaboration with the most important regional stakeholders, HAN can further promote the ArnhemNijmegen region as the research centre par excellence for sustainable electrical energy. Booming developments The field of sustainable energy is booming to such an extent that future graduates will be working in a completely new field. The research group and its network are therefore focused on developing learning pathways in sustainable energy. The elective subjects
‘We willen de regio ArnhemNijmegen verder ontwikkelen tot hét kenniscentrum voor duurzame elektrische energie.’ den in een heel nieuwe wereld komen te werken. Het lectoraat is er dan ook op gericht om samen met andere partijen leerlijnen Duurzame Energie te ontwikkelen. Minoren hebben daarin een belangrijke rol, zoals de bestaande minoren ‘Design & Operation of Energy Systems’, de minor ‘Power’ en de minor ‘Wind’. Hierin wordt inhoudelijk samengewerkt met toonaangevende bedrijven en branches. Het lectoraat doet ook onderzoek naar toepassingen van duurzame energie bij de HAN zelf, onderzoekt de mogelijkheden van de HAN als ‘launching customer’ van technologieën en toepassingen voor duurzame energie en wil specialistische onderzoek- en testfaciliteiten ontsluiten voor onderwijs en kennisdeling.
‘We want to further develop the Arnhem-Nijmegen region into the research centre par excellence for sustainable electrical energy.’ we develop, such as ‘Design & Operation of Energy Systems’, ‘Power’ and ‘Wind’, play an important role in this. These electives have been developed in collab oration with leading companies and branches. The research group is also investigating sustainable energy applications on the HAN campuses. It is invest igating the option of using HAN as a pilot for technologies and applications for sustainable energy and hopes to open up specialist research and test facilities for educational purposes and for the dissemination of knowledge.
Piet Sonneveld heeft van 1981 tot 1986 natuurkunde gestudeerd in Leiden en is afgestudeerd in de richting halfgeleiderfysica. Na deze studie heeft hij op de TU-Eindhoven en bij Stork Screens gewerkt aan zink-lucht en zink-nikkel accu’s. Dit onderzoek heeft in 1991 geleid tot een promotie. Als senior onderzoeker bij Wageningen University heeft Piet Sonneveld gewerkt aan meetsystemen, hoog-transparante materialen voor kassen, windenergiesystemen en elektriciteit leverende kassen. In september 2011 is hij benoemd tot lector Duurzame Energie.
Piet Sonneveld studied physics (specialising in semiconductor physics) in Leiden from 1981 to 1986. He then worked at the Technical Univers ity of Eindhoven and Stork Screens, where he researched zinc-air and zinc-nickel batteries. He obtained his PhD on this topic in 1991. As a senior researcher at Wageningen University, Piet Son neveld has developed measurement systems, highly transparent materials for greenhouses, wind energy systems and electricity producing greenhouses. He was appointed Professor in Sustainable Energy in September 2011.
49
50
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Kenniscentrum Het ontwikkelen van Excellente Organisaties research centre for the development of excellent organisations
supply chain management
leiderschap, hrm en communicatie Leadership, HRM and Communication human communication development professional and leadership development the development of professionalism and leadership human resource management innovatie in de private sector Innovation in the Private Sector kunst, cultuur en economie Art, Culture and Economy total quality management (tqm) in organisatienetwerken Total Quality Management (TQM) in Organisational Networks innovatie in de private sector Innovation in the Private Sector ondernemerschap Enterpreneurship innovatie in de publieke sector Innovation in the Public Sector innovatie in de publieke sector Innovation in the Public Sector
lectoraten | research groups
logistiek en allianties Logistics and Alliances
De omvang, schaalgrootte, complexiteit en de mate van verwevenheid van bedrijven in de samenleving nemen in snel tempo toe. De dienstensector blijft groeien, ondernemingen zoeken naar nieuwe samenwerkingsverbanden en de belevingseconomie neemt een vlucht. Dit alles stelt hoge eisen aan bedrijven, instellingen en overheden bij het managen van bedrijfsprocessen. Het succesvol opereren van mens en bedrijf zal in toenemende mate afhangen van een hoog kennisniveau en een innovatieve, ondernemende houding.
De HAN wil als kennispoort een betekenisvolle partij zijn in de brede regio bij het ontwikkelen en uitdragen van nieuwe kennis op het gebied van: •• Supply chain management •• Leiderschap, HRM en Communicatie •• Innovatie in de private sector •• Innovatie in de publieke sector.
Companies are faced with new challenges every day. The complexity of business strategies and operations is increasing at the same time. The service industry continues to grow, businesses are searching for new forms of cooperation and the experience economy is booming. All of this puts high demands on companies, institutions and government bodies in the strategic management of their business processes. To be successful as individuals and companies we will increasingly depend on a high level of knowledge, and an innovative and enterprising attitude.
HAN offers its services at other organisations in the region by cooperating in the development and dissemination of new knowledge. It can function as a knowledge portal in the areas of: •• Supply chain management •• Leadership, HRM and communication •• Innovation in the private sector •• Innovation in the public sector
Supply chain management Gegeven de grote omvang van markten en de geografische schaal waarop bedrijven tegenwoordig genoodzaakt zijn te opereren, dienen zij zich veel sterker dan voorheen te profileren. In feite concurreren zij niet alleen als afzonderlijk bedrijf; hun contexten concurreren mee. De grote uitdaging voor ondernemingen is om: •• niet alleen binnen het bedrijf een consequente doorvertaling te organiseren van missie en strategie naar operatie en terug;
Supply chain management Given the large markets and the geographical scale in which companies are forced to operate, they have to create an even more distinct profile than they did in the past. Not only do they compete as an individual company; they also have to push their partners in the supply chain in the same direction. The great chall enge for businesses is to: •• Consistently translate their mission and strategy to operations and back again.
•• e en goede balans te creëren tussen enerzijds het ritme van de productie c.q. de dienstverlening, en anderzijds efficiënte klantgerichtheid; •• maar ook de omgeving - c.q. de keten - synchroon te laten lopen met de eigen bedrijfsstrategie. Deze ontwikkelingen vragen niet alleen vakkennis van ondernemers en toekomstige professionals in de logistiek, maar ook ondernemerschap en leiderschap. Het onderzoek richt zich niet alleen op het logistieke proces. Ook de verander- en leerprocessen om tot keten-denken en een ketenaanpak te komen, behoren tot het onderzoeksdomein. De focus ligt op wederzijdse kennisuitwisseling en inzichtvorming, samen met onderzoeksinstellingen en organisaties waarop supply chain management van toepassing is.
•• C reate a good balance between the rhythm of production or services on the one hand, and efficient customer orientation on the other. •• Ensure that the surrounding environment, or the chain, runs in synch with the business strategy. These developments require not only that entre preneurs and future professionals in the field of logistics can rely on professional knowledge, but also on ‘soft skills’ like entrepreneurship and leadership. Our research is not only about the process of logistics in technical terms – which is important – but also on change and learning processes that are required in order to learn to think in terms of chains and to develop a chain approach. The focus is very much on collaboration with research institutes and any organisation for which supply chain management applies: from primary education to the profit and nonprofit sector.
51
52
interessegebied lectoraat s u p p ly c h a i n m a n a g e m e n t
interessegebied lectoraat
Lectoraat Logistiek en Allianties research group for logistics and alliances Logistiek is slim plannen en organiseren. De meeste mensen denken bij logistiek aan de vrachtwagen, of aan de ‘dozen’ langs de snelweg. Voor het lectoraat staat het trapezewerk symbool voor de logistiek. Daarbij heeft het steeds aandacht voor de harde én de zachte factoren. Lector Weijers: ‘Dat helpt ons om onze studenten later te laten excelleren.’
lectoraat doet, dient de HAN logistieke opleidingen te helpen om studenten zo adequaat mogelijk op te leiden. Dáár gaat het om. Dit gebeurt via de ‘omweg’ van intensieve samenwerking met bedrijven, instellingen en de onderzoekswereld. Met behulp van praktijkonderzoek helpen we bedrijven aan tools en advies, en leveren we een aparte bijdrage aan het logistieke onderzoeksland. Want het ‘harde’ rekenen, en het ‘zachte’ veranderen, worden nog steeds gezien als twee heel verschillende werelden. Beide zijn nodig. Het lectoraat ontwikkelt tools voor studenten én bedrijven, geeft in-company trainingen en publiceert artikelen en boeken.
Top van Nederland De logistieke opleidingen van de HAN behoren in hun soort tot de top van Nederland. Alles wat het
Onderwijs en onderzoek Vanuit onderzoek bijdragen aan het onderwijs, dat staat voorop in het lectoraat. Daarom onderzoekt het lectoraat welke kennis, vaardigheden en houding
Logistics is all about intelligent planning and organisation. Most people associate logistics with lorries or with warehouse storage buildings along the motorway. For the research group, the symbol of logistics is the flying trapeze. Our focus continues to be on both the hard and soft factors. In the words of Professor Weijers: “Having good knowledge of logistics is not enough. Students who want to excel in their careers have to learn to create commitment as well!” Best in the Netherlands The courses in logistics offered by HAN University of Applied Sciences are the best of their kind in the
Netherlands. Everything we do as a research group is designed to help our teachers to educate HAN’s logistics students in the best possible manner. This is our main goal. We achieve this by making a ‘detour’ that entails extensive collaborations with companies, institutions and the research world. The practical research we carry out not only provides companies with tools and advice, it also delivers practical tools for our students, and a dedicated contribution to the world of logistical research. The concepts of “hard” calculations and “soft” reforms are still viewed today as two completely separate worlds. The truth is that both are necessary. We develop tools for students and companies, publish articles and books and provide in-company training courses. Education and research The research group’s primary objective is to contribute to education through research. This is why we investigate which type of knowledge, skills and
stef weijers lector | professor
‘Logistiek is net als trapezewerk vakmanschap. Beide vragen om goede timing en accuraat werken. Vakmanschap alléén is onvoldoende. Je maakt het samen waar met goede afspraken en absoluut vertrouwen in elkaar.’
Stef Weijers hoort bij de eerste lichting lectoren die bij de HAN startte. Hij geeft in-company trainingen, spreekt op diverse fora en heeft publicaties op zijn naam staan op diverse terreinen. In 2008 won hij met collega’s de HBO-Innovatieprijs voor het project ‘Méér halen uit de samenwerking tussen hogescholen en bedrijfsleven – de resultaten van het Kennis akkoord Logistiek’. Hij is de initiatiefnemer van het akkoord.
afgestudeerden later in de beroepspraktijk nodig hebben. Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek wordt bekeken of het curriculum wordt aangepast, of dat er nieuwe masters, minoren of studieonderdelen nodig zijn.
‘Like a flying trapeze act, logistics requires craftsmanship. Excellent timing and accuracy are absolutely necessary. But craftsmanship alone isn’t enough. You can only make it happen together, with clear agreements and absolute faith in one another.’ attitudes graduates will need later on in their profess ional lives. The research results tell us whether the curriculum needs adjusting, or whether new Masters courses, undergraduate courses or subjects need to be developed.
Professor Stef Weijers belongs to the first genera tion of professors at HAN University of Applied Sciences. He provides in-company training, is a guest speaker at various forums and has written many publications in a wide range of fields. In 2008, he and his research team won the HBO Innovation Prize for a project he initiated, entitled ‘Getting the Most out of the Collaboration between Universities and Businesses – the Results of the Logistics Research Agreement.’
53
54
interessegebied lectoraat l e i d e r s c h a p , h r m e n c o m m u n i c at i e
|
interessegebied lectoraat
l e a d e r s h i p , h r m a n d c o m m u n i c at i o n
Lectoraat Human Communication Development research group for human communication development Voor veel professionals, zoals juristen, accountants, ingenieurs en docenten, is communicatie een kritische succesfactor in hun werkzaamheden. Als er in de communicatie iets misgaat, werkt dat door in het primaire proces. Alhoewel iedereen dagelijks communiceert, leert de praktijk dat het niet altijd vanzelf goed gaat, zeker niet bij complexe situaties.
bedrijfsprocessen en (externe) dienstverlening? Deze vragen staan centraal binnen het Lectoraat Human Communication Development. Het lectoraat richt zich daarbij in het bijzonder op de communicatieve competenties van professionals in een zakelijke context of leeromgeving. Wat betekent die communicatieve competentie in de diverse beroepspraktijken en hoe kun je die competentie verder ontwikkelen? Op welke manier kunnen professionals (digitaal) ondersteund worden bij het verbeteren van hun communicatie? In de projecten werken we steeds vanuit de missie: Organisaties en hun medewerkers ondersteunen bij het maken van bewuste keuzes ín hun communicatie en door middel ván communicatie.
Focus op professionals Hoe kan professioneel communiceren bijdragen aan de corporate excellence van een organisatie? Hoe kunnen professionals door hun manier van communiceren de kwaliteit bevorderen van (interne)
Doorlopende leerlijn Het lectoraat doet, in nauw overleg met de opleidingen, onderzoek naar de communicatieve aspecten van het werk van professionals. De verkregen inzich-
Communication is a critical success factor in the activities of professionals such as lawyers, accountants, engineers and teachers. If something goes wrong at the communication level, this will filter down and have an effect on the primary processes. Everyone communicates on a daily basis, but experience shows that communication can go wrong, especially in complex situations.
service provisions by the way they communicate? These questions are central to the research group for Human Communication Development. More specific ally, we focus on the communication competences of professionals in a business context or learning environment. What does communication competence actually mean in the various professions and how can it be developed further? How can professionals be digitally supported in improving their communication techniques? Our projects are all based upon a central mission: to support organisations and their staff members in making conscious choices, both in their communication and by means of communication.
Focus on professionals How can professional communication contribute to the corporate excellence of an organisation? How can professionals improve the quality of internal and other company processes and external and other
Continuous learning paths The research group, in close association with the courses, carries out research into the communicative aspects of the work of professionals. The insights we gain from this form the basis for curricular adjustments that are better tuned to the demands
els van der pool lector | professor
‘Communiceren is maatwerk. Afstemmen op de ander. Je doel en de context vereist dat je strategische keuzes maakt. Hoe? Waarop baseer je die? Daar doen we onderzoek naar.’
Els van der Pool is sinds oktober 2002 lector Human Communication Development. Zij heeft zowel een academische als bedrijfsmatige achtergrond. Rode draad in haar werkzaamheden is de vraag hoe medewerkers in een zakelijke context professioneler kunnen communiceren én op welke wijze dat ontwikkelingsproces verankerd en ondersteund kan worden. De combinatie van theorie en praktijk staat daarbij steeds centraal.
ten vormen een basis om curricula nog beter af te stemmen op de eisen die aan een beginnend professional op hbo-niveau gesteld worden. Het lectoraat is ook betrokken bij een doorlopende leerlijn Communiceren en een doorlopende leerlijn Onderzoek doen.
‘Communication is precision work. Tuning in to each other. Your goal and the context demand strategic choices. How do you make these choices? What do you base them on? This is what our research is about.’
placed upon the graduating specialist entering his/ her professional career. We are also involved in the continuous learning paths Communication and Research.
Professor Els van der Pool has been a professor of Human Communication Development at HAN since October 2002. She received her PhD at Tilburg University in 1995. While having a thor ough background in business, she is at the same time an academic. The main thrust of her work is to investigate how employees can communicate more professionally in a business context, and in what ways these development processes can be established and supported. A combination of the ory and practice is central to her approach.
55
56
interessegebied lectoraat l e i d e r s c h a p , h r m e n c o m m u n i c at i e
|
interessegebied lectoraat
l e a d e r s h i p , h r m a n d c o m m u n i c at i o n
Lectoraat Professional and Leadership Development research group for the development of professionalism and leadership
Het belang van het managen van professionals kan niet worden onderschat. De mate waarin de organisatie en de professional in staat zijn om kennis voldoende actueel te houden, bepaalt immers de toegevoegde waarde van de professional. De ontwikkeling van de professional tijdens de hele loopbaan is daarmee cruciaal voor de organisatie.
‘Kritieke’ momenten De leidinggevende dient op de ‘juiste’ momenten stimulerend te zijn in het ontwikkelingsproces van een professional. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het moment dat de professional in de organisatie binnenkomt en zijn entree maakt (‘de startende professional’). Of het punt waarop de professional om wat voor reden dan ook in zijn ontwikkeling stagneert (‘de gestagneerde professional’). Deze ‘kritieke’ momenten in de loopbaan van professionals vormen de speerpunten voor de activiteiten van het lectoraat. Het lectoraat helpt de leidinggevende, maar biedt ook de professional handvatten om deze kritieke momenten onder ogen te zien en om deze zelfs te voorkomen. Zo kan de professional in de hele loopbaan met plezier werken en productief blijven voor de organisatie.
The importance of managing professionals should never be underestimated. The added value of the professional is determined by the level to which the organisation and the professional ensure up-to-date knowledge. The development of the professional during his/her entire career is in this sense crucial to the organisation.
Critical moments Management needs to be a stimulus in the development process of a professional at exactly the ‘right’ moment. The right moment could be, for example, the point at which the professional makes his/her entry into the organisation, the ‘starting professional’. It could also be at the point where the professional, for whatever reason, stagnates, the ‘stagnant professional’. These critical moments in a professional’s career form the crux of the activities of the research group. We assist management by offering professional tools to recognise and even prevent the onset of certain critical moments. The professional is thus able to work with enduring satisfaction during his/her entire career and remain productive for the organisation.
‘Aandacht voor het ontwikkelingsproces van professionals is essentieel voor het behouden van productieve en tevreden werknemers.’ Expertise brengen en halen Het lectoraat doet praktijkgericht onderzoek bij kennisintensieve bedrijven en ondersteunt deze met kennisoverdracht en advisering over het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Bedrijven die belang hebben bij een effectievere stijl van leidinggeven, kunnen kennis en ervaring halen en brengen bij het lectoraat. Zo wordt de samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven verbeterd en zoveel mogelijk benut.
‘Attention to the development processes of professionals is essential for maintaining productive and satisfied staff.’
Input and output of expertise The research team carries out applied research within knowledge-intensive companies and supports them by advising them, setting up and carrying out research. Knowledge transfer between the research team and the company is a continuous process.
57
58
interessegebied lectoraat l e i d e r s c h a p , h r m e n c o m m u n i c at i e
|
interessegebied lectoraat
l e a d e r s h i p , h r m a n d c o m m u n i c at i o n
Lectoraat Human Resource Management research group for human resource management Een goed personeelsbestand is voor bedrijven het middel bij uitstek om tot betere prestaties te komen en om zich van hun concurrenten te onderscheiden. Het Lectoraat Human Resource Management verwerft en verspreidt kennis op het gebied van personeelsmanagement bij kleine en grote commerciële bedrijven en nietcommerciële instellingen in de regio Arnhem en Nijmegen.
Toegevoegde waarde HRM De rol van HRM functies in organisaties verandert. Het ontwikkelen van een effectief personeelsbestand is dan ook geen eenvoudige taak. Personeelsmanagers worden steeds vaker geconfronteerd met vragen om het personeelsbeleid te herzien om meer toegevoegde waarde te creëren. De effectiviteit van HRM-praktijken verschilt bovendien. Het lectoraat onderzoekt deze ontwikkelingen. Het invoeren en toetsen van integrale concepten, benaderingen, methoden en instrumenten voor een optimaal functioneren van organisaties zijn hierbij centrale thema’s. Binnen de context van de HAN als opleidingsinstituut is HRM niet alleen van belang voor studenten met de ambitie om HRM-functionaris te worden. Kennis van HRM en de daaruit voortvloeiende vaardigheden zijn vooral van belang voor toekomstige algemeen managers die zijn belast met het omgaan en aansturen van personeel.
Having quality staff is the main way that businesses can improve their performance and distinguish themselves from their competitors. The research group for Human Resource Management accumulates and distributes knowledge in the area of staff management in small and large commercial enterprises, and non-commercial organisations in the Arnhem and Nijmegen region.
questions concerning the reform of staff policy to create more added value. The effectiveness of HRM practices is also highly variable. As a research group, we investigate these developments. The central themes in this research include the introduction and testing of integrated concepts, approaches, methods and instruments used to ensure optimal functioning of organisations. HRM is not only important for students with career ambitions in that area. In the broader context of HAN as an educational institute, HRM and the skills that flow from it are essential for future general managers who are going to be responsible for the contacts with and management of personnel.
The added value of HRM The role of HRM functions in organisations is changing. Developing an effective staff team is no easy task. Staff managers are more than ever confronted with
The effectiveness of HRM The role of HRM in organisations and the development of indicators for monitoring the effect of HRM interventions is one of the areas of focus for the
robert verburg lector | professor
‘Met werken is niets mis, dat doen mensen graag. Maar de manier waarop het werk georganiseerd wordt, bepaalt of werken tot voldoening of frustratie leidt.’
Robert Verburg studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Leiden en promoveerde in 1998 op onderzoek naar Human Resource Management (HRM) aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Sinds 2008 is hij aangesteld bij de HAN als lector Human Resource Management. Hij adviseert bedrijven en publiceert in diverse internationale bladen op het gebied van HRM, leiderschap, organisatie en management.
Effectiviteit HRM De rol van P&O in organisaties en de ontwikkeling van indicatoren voor het vaststellen van het effect van HRM-interventies is een aandachtsgebied van het lectoraat. Evenals de effectiviteit van HRM-praktijken voor professionals, leidinggevenden en management. Het lectoraat draagt bij aan de ontwikkeling van de master HRM en aan het curriculum van de opleidingen Personeel & Arbeid en Management, Economie en Recht.
‘There is nothing wrong with work. Most people like work. The problem is the way that work is organised. How work is organized is crucial to whether it leads to satisfaction or frustration.’
research group. Another is the effectiveness of HRM practices for professionals and supervision staff. We also contribute to the development of the Masters course in HRM and to the curriculum for the courses ‘Human Resources Management’ and ‘Management, Economics and Law’.
Professor Robert Verburg studied psychology at the Rijksuniversiteit in Leiden and received a PhD in 1998 for his research in Human Resource Manage ment (HRM) at VU University in Amsterdam. He has occupied the post of Professor of Human Resource Management at HAN University of Applied Sciences since 2008. He also works as a business consultant and writes for various internat ional journals on the topics of HRM, leadership, organisation and management.
59
60
interessegebied lectoraat i n n o vat i e i n d e p r i vat e s e c t o r
|
interessegebied lectoraat
i n n o vat i o n i n t h e p r i vat e s e c t o r
Lectoraat Kunst, Cultuur en Economie research group for art, culture and economy De HAN heeft samen met de gemeente Arnhem en ArtEZ hogeschool voor de kunsten het Lectoraat Kunst, Cultuur en Economie opgezet. Het lectoraat wil de bedrijvigheid binnen de creatieve sector stimuleren en versterken door verbindingen te leggen tussen de creatieve bedrijfstakken en andere delen van het bedrijfsleven.
Ambitieus Het Lectoraat Kunst, Cultuur en Economie heeft een kenniskring met leden van de HAN en van ArtEZ. Daarnaast wordt samengewerkt met het Lectoraat Modevormgeving bij ArtEZ en het Lectoraat Innovatie in de Private Sector bij de HAN. In het kader van ARCCI, het Arnhems Centrum voor Innovatie en Creatieve Economie wil dit lectoraat het onderzoek op het terrein van innovatie, vormgeving en creatieve economie in Nederland versterken. ARCCI heeft de ambitie uit te groeien tot een nationaal en internationaal kennis- en onderzoekscentrum op het genoemde terrein. De onderzoeksresultaten worden vertaald naar beleid en beleidsaanbevelingen voor verschillende overheden en andere geïnteresseerde organisaties. Hoewel het lectoraat en het kenniscentrum zich primair richten op de regio Arnhem, beogen ze een bredere (nationale, internationale) werking.
HAN University of Applied Sciences established the research group for Art, Culture and Economy in collaboration with the Arnhem Municipality and ArtEZ Institute of the Arts. The research group aims to stimulate and strengthen entrepreneurship in creative industries by establishing links between these and other sectors.
Ambitious The research group for Art, Culture and Economy consists of HAN and ArtEZ staff members. It also collaborates with ArtEZ’s research group for Fashion Design and HAN’s research group for Innovation in the Private Sector. Within the framework of ARCCI (Arnhem Centre for Innovation and Creative Economy), we seek to strengthen research in the areas of innovation, design and creative economy in the Netherlands. ARCCI’s ambition is to grow towards an international knowledge and research centre in this field. Research results have in fact already been translated into policy and policy recommendations for various authorities and other interested organis ations. Although the research group is primarily focused on the Arnhem region, the intention is to expand into broader national and international cooperation.
dany jacobs lector | professor
‘Pure creativiteit is mooi. Productieve creativiteit die leidt tot toegevoegde waarde bij afnemers is nog mooier.’ Vierjarig onderzoek Het lectoraat verzorgt incidenteel colleges over innovatie, strategie en creatieve verdienmodellen. De onderzoeksactiviteiten binnen het lectoraat gaan over innovatie, vormgeving en creatieve economie in bijvoorbeeld ondernemingen en culturele organisaties. Zo is in het najaar van 2008 een vierjarig onderzoek naar de Nederlandse mode-identiteit in internationaal perspectief begonnen.
‘Pure creativity is nice. Productive creativity that leads to added value for its recipients is even better.’
Four-year research project The research group provides occasional lectures on innovation, strategy and creative revenue models. Our research activities are in the areas of innovat ion, design and creative economics in, for example, businesses and cultural organisations. In 2008 we began a four-year research project investigating Dutch fashion identity in an international perspective.
Dany Jacobs studeerde sociologie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij was universitair docent aan het Instituut voor Politieke Wetenschappen in Nijmegen, waar hij ook promoveerde. Later werkte Jacobs als hoogleraar Strategisch Management aan de Rijksuniversiteit Groningen en was hij lector bij het Amsterdam Fashion Institute. Momenteel is hij bijzonder hoogleraar Industriële ontwikkeling en innovatiebeleid bij de Universiteit van Amsterdam.
Professor Dany Jacobs studied Sociology at the Catholic University of Leuven. He gained his PhD and taught at the Institute for Political Science in Nijmegen. Later on he assumed the position of Professor of Strategic Management at the Univers ity of Groningen and was also a professor at the Amsterdam Fashion Institute. He is currently also Professor of Industrial Development and Innovat ion Policy at the University of Amsterdam.
61
62
interessegebied lectoraat i n n o vat i e i n d e p r i vat e s e c t o r
|
interessegebied lectoraat
i n n o vat i o n i n t h e p r i vat e s e c t o r
Lectoraat Total Quality Management (TQM) in Orga nisatienetwerken research group for total quality management (tqm) in organisational networks Het lectoraat doet praktijkgericht onderzoek voor bedrijven en overheden naar de verbetermogelijkheden en het verbetervermogen van organisatienetwerken. Het lectoraat focust op verbeteringsprocessen die tot een kwaliteitstoename leiden van producten, productie- en productontwikkeling. Het gaat hierbij om onder andere high tech bedrijven, productiebedrijven, bouwbedrijven, gezondheidszorg en kennisintensieve dienstverlening.
TQM tools De concurrentie tussen individuele bedrijven verschuift steeds meer naar concurrentie tussen ketens en de daarmee samenhangende organisatienetwerken. Dit vraagt om onderlinge samenwerking. Het lectoraat richt zich op semi-stabiele en semiautonome samenwerkingsverbanden tussen organisaties in voortbrengingsketens en organisatie netwerken. Als de samenwerking er is dan is het belangrijk deze optimaal te benutten en de totale prestatie van alle participanten continu te verbeteren. Zowel voor kleine en stapsgewijze verbeteringen als voor radicale verbeteringen zijn specifieke methoden, technieken en instrumenten (TQM-tools) ontwikkeld. Deze tools leveren een substantiële bijdrage om te komen tot kortere doorlooptijden, lagere productiekosten, hogere productkwaliteit, stabielere processen en uiteindelijk meer tevreden eindgebruikers.
The research group carries out practicebased research for businesses and local authorities into the potential and capacity to improve organisational networks. Our research focuses on improvement processes that lead to increased quality of products, product development and production methods. These processes are relevant to high-tech businesses, production and construction companies, the health care sector and the service industry (where the services require a high level of knowledge).
TQM tools The competition between individual companies is shifting more towards competition between supply chains and their associated organisational networks. This requires intense levels of cooperation and collaboration. We focus on semi-stable and semi-autonomous organisational collaborations in supply chains and organisational networks. Once cooperation exists, it is important to optimise it and to continuously improve the total performance of all collaborators. Specific methods, techniques and instruments (TQM tools) have been developed for both minor and step-by-step improvements as well as for radical reforms and improvements. These tools contribute substantially to shorter turnaround times, lower production costs, higher product quality, increased process stability and, finally, more satisfied users. We carry out research into the added value of methods, techniques and instruments in the area of TQM within organisational networks.
gerard berendsen lector | professor
‘Business excellence door kwaliteit van ketens en netwerken.’ Het lectoraat verricht onderzoek naar de toegevoegde waarde van methoden, technieken en instrumenten op het gebied van TQM binnen organisatienetwerken. Succesfactoren Door het verrichten van studies en toegepast onderzoek krijgen studenten inzicht in wat er in het bedrijfsleven en in de samenleving speelt. Het onderzoek is gericht op het bepalen van de succesfactoren die bijdragen aan een succesvolle samenwerking in organisatienetwerken. Ook wordt gekeken naar de mate waarin TQM-instrumenten bijdragen aan het continu verbeteren van deze samenwerking.
‘Business excellence through the quality of chains and networks.’
Success factors By carrying out studies and applied research, students gain an insight into what is going on in the business world and in society. Our research is directed towards the determination of success factors that contribute to successful cooperation mechanisms within organisational networks. We also investigate to what extent TQM instruments contribute to contin uous improvement of this cooperation.
Gerard Berendsen brengt vernieuwing tot stand binnen en tussen organisaties. Hij is voorzitter van de Raad van Bestuur van HAN Smart Business Center. Ook is hij bestuurslid van KwaliteitsKring Twente, van de Vereniging voor Productbewaking in de Grafische Industrie en van Stichting Our Common Future 2.0. Als lid van de Dutch Academy for Quality is hij verbonden aan het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement.
Professor Gerard Berendsen is actively engaged in effecting change and renewal both within and between organisations. He is the Chairman of the Board of Directors at HAN Smart Business Centre. He is also a member of the Board of Directors of KwaliteitsKring Twente (KKT), of the Association for Product Control in the Graphics Industry (VPGI) and of the Our Common Future 2.0 Association. As a member of the Dutch Academy for Quality (DAQ), he is active for the Dutch Network for Quality Management (NNK).
63
64
interessegebied lectoraat i n n o vat i e i n d e p r i vat e s e c t o r
|
interessegebied lectoraat
i n n o vat i o n i n t h e p r i vat e s e c t o r
Lectoraat Innovatie in de Private Sector research group for innovation in the private sector Innovatie staat hoog op de agenda van private bedrijven. Klanten worden veeleisender. Ze willen creatievere producten en willen daar niet méér voor betalen; de productie moet goedkoop. Willen organisaties hieraan voldoen dan zullen zij meer moeten samenwerken met andere organisaties om zo (top) competenties samen te brengen. Denk maar aan Philips en Douwe Egberts en hun Senseo. Het lectoraat brengt bedrijven bij elkaar en ontwikkelt samen met hen kennis over succesvolle samenwerking bij innovaties.
Privaat én publiek Samenwerking is de laatste jaren steeds belangrijker geworden bij het tot stand brengen van nieuwe succesvolle producten. Dit denken moet geïntegreerd worden in het managementdenken van organisatie van bedrijfsprocessen. Belangrijk is dat ondernemers weten hoe en met wie zij kunnen samenwerken. Concurrentie geschiedt niet meer door bedrijven, maar door ketens of netwerken van bedrijven. Daarbij spelen niet alleen de bedrijven uit de private sector een rol maar ook instellingen en overheden. Deze laatste moeten steeds meer de randvoorwaarden invullen waarbinnen innovatie mogelijk wordt. Het lectoraat wil deze ontwikkelingen faciliteren maar ook, samen met deze organisaties, komen tot nieuwe kennis en hulpmiddelen. Producten groeien daarbij uit tot concepten en bedrijven tot clusters of regio’s van succesvolle bedrijven in een bepaald toepassingsgebied, zoals ‘health valley’.
Innovation is high on the list of priorities in the private sector. Consumers are becoming more and more demanding. They want increasingly creative products but don’t want to pay more for them. If organisations want to satisfy this demand they need to collaborate more with other organisations in order to bring the required competences together. As a case in point, consider the collaboration between Philips and Douwe Egberts that resulted in their successful product Senseo. We bring companies together to develop knowledge with them about successful cooperation in innovation projects.
Private and public In recent years, collaboration has become much more important in the development of successful products. This way of thinking needs to be integrated into the way management views organisational and company processes. It is important that entrepreneurs become aware of how and with whom they can form collab orative partnerships. Competition does not occur between companies anymore, it occurs between the chains and networks of companies. In this respect, it’s not just the private sector taking part: institutions and governments play a role as well and the latter are increasingly required to deliver the conditions that make innovation possible. Our goal is to facilitate these developments and to actively collaborate with the organisations involved to arrive at new knowledge and improvement mechan isms. In this way, products can grow into concepts and specialised companies can grow into clusters or regions of successful specialised companies.
jan jurriëns lector | professor
‘Bedrijven moeten creatiever en efficiënter werken, maar wel op het juiste moment.’ Eigen identiteit bewaken Het lectoraat richt zich op het vermogen succesvol te kunnen samenwerken, en de strategische en orga nisatorische aspecten hiervan. Ook sociale aspecten als vertrouwen zijn onderwerp van studie. Daarnaast wordt gekeken naar kenmerken van potentiële samenwerkingspartners. Met welke partner kan op welke punten samengewerkt worden, zonder de eigen identiteit of markt te verliezen? Maar ook: hoe contracteer je de samenwerking en de verdeling van opbrengsten en kosten?
‘Businesses have to become more creative and efficient, but this needs to happen at precisely the right moment.’ An example of this is ‘Health Valley’ in the Netherlands where you find clusters of health related businesses collaborating and exchanging expertise. Guarding your own identity We focus on the capacity of organisations to collab orate successfully, and on the strategic and organis ational aspects of this success. We also investigate social factors such as loyalty and reliability and we evaluate and define the characteristics of potential collaborative partners. Who are these partners and on what points can the collaboration be based without losing identity or market position? And how do you establish the contractual aspects and divide potential costs and profits?
Jan Jurriëns studeerde verkeer en vervoer aan de huidige NHTV, en bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij promoveerde in 1996 op innovatie aan Nyenrode Universiteit Breukelen. Daarvoor werkte hij in lijnfuncties en als partner bij enkele toonaangevende organisaties. Sinds 2010 is hij aangesteld bij de HAN als lector Innovatie in de Private Sector. Hij adviseert bedrijven en publiceert in diverse internationale bladen op het gebied van samenwerking in ketens en netwerken.
Professor Jan Jurriëns studied Transport and Logistics at the NHTV and Business Economy at the Erasmus University in Rotterdam. He gained his PhD with a dissertation on innovation in 1996 from the Nyenrode University in Breukelen. He has also worked in management and as a partner to several leading organisations. He gained the post of Associate Professor of Innovation in the Private Sector in 2010. He is a business consultant for several companies and regularly has articles published in international business magazines.
65
66
interessegebied lectoraat i n n o vat i e i n d e p r i vat e s e c t o r
|
interessegebied lectoraat
i n n o vat i o n i n t h e p r i vat e s e c t o r
Lectoraat Ondernemerschap research group for entrepeneurship Het Lectoraat Ondernemerschap doet onderzoek naar ondernemerschap en de ondernemersgeest, en de rol hiervan in het onderwijs. Het focust zich op gebieden van ondernemersexpertise die te trainen zijn. Gebieden die in de private sector nodig zijn in verschillende fasen van het ondernemerschap. Daarbij wordt een vertaalslag gemaakt van onderzoeksbevindingen naar onderwijsprogramma’s.
sharda nandram lector | professor
Trainbare expertise Voorspellen van succesvol ondernemen is niet mogelijk. Veel factoren spelen een rol bij de beslissing om te ondernemen. Ook zijn bepaalde persoonlijkheidskenmerken en competenties vaker van belang dan andere. Het lectoraat maakt de afbakening naar trainbare expertise en gaat ervan uit dat ondernemerschap een dynamisch en interactief proces is. Ook minder rationele processen zoals de rol van creativiteit of intuïtie worden daarbij bestudeerd. Wat is ondernemendheid of ondernemersgeest, ‘entrepreneurial spirit’, ‘entrepreneurial mind’, of ‘entrepreneurial attitude’? Het lectoraat richt zich onder meer op een nadere focus en definiëring. In de kinderschoenen Het Lectoraat Ondernemerschap doet onderzoek naar ondernemendheid en ondernemerschap en de
The research group for Entrepreneurship investigates entrepreneurship and entrepreneurial spirit, and their role in education. The focus is on areas of entrepreneurial expertise that are trainable. These include aspects that are necessary for the different phases of entrepreneurship within organisations and for the purpose of entrepreneurship itself in the private sector. We translate research results into educational programmes. Trainable expertise It is not possible to predict the success of a business undertaking. Many factors play a role in the decision
to enter an undertaking, and certain personality traits and competences are often more important than others. We mark out the trainable aspects of this and view entrepreneurship as a dynamic and interactive process in which not only rational processes but also less rational processes, such as intuition and creativity, deserve investigation. Concrete definitions of what entrepreneurship is, what its driving forces are, or the concepts that can be used for defining it, have not yet arisen from either business practice or the academic world. People often use terms such as ‘entrepreneurial spirit’, ‘entrepreneurial mind’, or ‘entrepreneurial attitudes’. One of our fields of study is on what these terms really imply and on arriving at a better defin ition of what entrepreneurship entails. Infant stages The research group for Entrepreneurship carries out research into entrepreneurship itself and its role in education. Although an important key issue in the
‘De praktijk van de ondernemer is onzeker en voortdurend in beweging. Reflectie, creativiteit en intuïtie bieden balans en inspiratie. Een holistische aanpak voorziet in materiële én sociale behoeften.’ rol ervan in het onderwijs. Dit onderzoeksgebied is een belangrijke speerpunt van het overheidsbeleid, van hogescholen en van universiteiten. Toch bevindt het zich nog in de kinderschoenen. Het onderzoek is grotendeels probleemgestuurd. Het vindt zijn oorsprong in de vragen die in het onderwijs leven.
‘The practice of the entrepreneur is often uncertain and constantly in a state of flux. Reflection, creativity and intuition provide balance and inspiration. A holistic approach caters for material needs while feeding social needs.’ policies of governments, educational institutions and universities, entrepreneurship as an area of study is still in its infancy. The research we carry out is largely problem oriented and has its origins in current issues in education.
Sharda Nandram werkt bij het Center for Entre preneurship van de Nyenrode Business Universiteit. Zij is gepromoveerd bij de vakgroep Sociale Psychologie van de Vrije Universiteit. Zij heeft ruime ervaring met academisch werk in combinatie met praktijkgerelateerde behoeften van bedrijven en maatschappij. Nandram bestudeert onderwerpen vanuit een toegepast perspectief en publiceert over persoonseigenschappen en competenties van ondernemers, groei van bedrijven en spiritualiteit in ondernemerschap.
Professor Sharda Nandram works at the Centre for Entrepreneurship at Nyenrode Business University. She gained her PhD in social psychology at VU University in Amsterdam and has vast experience in combining academic work with the practicerelated needs of business and society. Professor Nandram investigates her topics from an applied perspective. She also publishes articles on the personal characteristics and competences of entrepreneurs, business growth and spirituality in entrepreneurship.
67
68
interessegebied lectoraat i n n o vat i e i n d e p u b l i e k e s e c t o r
|
interessegebied lectoraat
i n n o vat i o n i n t h e p u b l i c s e c t o r
Lectoraat Innovatie in de Publieke Sector research group innovation in the public sector Sinds midden negentiende eeuw is een rijke onderzoekstraditie ontstaan die gericht is op innovatie. Met aandacht voor de organisatorische kant van innovatie, de opkomst van innovatieve regio’s en het belang van een goed georganiseerd innovatieproces. Men beperkte zich hierbij tot commerciële organisaties. Het lectoraat richt zich daarom op een onderbelicht thema: innovatie in de publieke sector.
Innovatievermogen De missie van het lectoraat is het ondersteunen van publieke organisaties bij het vergroten van hun innovatievermogen. Vernieuwers in overheidsorganisaties kunnen verder komen, als ze adequaat worden onder steund. Het lectoraat heeft een aantal onderzoekslijnen uitgezet. De thema’s hebben steeds te maken met het vergroten van het innovatieve vermogen van organisaties in de publieke sector. Voorbeelden van concrete projecten die het lectoraat uitvoert zijn o.a.: onderzoek naar innovatiemanagement in de zorg en analyse van regionale innovatiesystemen, zoals het Nederlandse innovatiesysteem rond sport. Toegepast onderzoek vanuit het lectoraat is gericht op het geven van advies aan publieke organisaties bij het inrichten van het innovatieproces en innovatiemanagement. Onderzoek en advies richt zich daarom op vier niveaus. De innovator, de organisatie, het innovatiesysteem en de omgevingsfactoren.
Since the mid-nineteenth century, there has been a rich research tradition on innovation, with attention for the organisational side of innovation, the emergence of innovative regions and the importance of a properly organised innovation process. Research has, nevertheless, been limited to commercial organisations. The research group is therefore focused on a neglected theme: innovation in the public sector.
Innovation capacity The mission of the research group is to support public organisations in increasing their innovative capacity. Modernisers in public service organisations can achieve more if they are supported adequately. The research group has set out several research paths. The themes are always related to increasing the innovative capacity of organisations in the public sector. Examples of concrete projects we carry out include: research on innovation management in health care and analysis of regional innovation systems (e.g. Dutch sport-related innovation systems). The research group advises public organisations on how to set up the innovation process and innovation management. Research and advice is therefore directed at four levels: the innovator, the organisation, the innovation system and the environmental factors.
frans nauta lector | professor
‘Succesvolle innovaties zijn geen toeval; innoveren is te leren.’
Innovatiemanagement Het lectoraat geeft innovatie een plaats in het curriculum via de minor Politiek, Beleid en Overheidsmanagement (PBO). Daarnaast biedt het een honoursprogramma voor excellente studenten en is een post-hbo cursus Innovatiemanagement opgezet. Onderzoeksprojecten waar het lectoraat aan werkt zijn o.a. ‘Innovatie in de Nederlandse Zorgsector’, ‘Sportinnovatie’ en ‘Excellent Government’. Het lectoraat werkt samen met de ministeries van VWS en Binnenlandse Zaken, InnoSportNL, zorginstellingen en gemeenten.
‘Successful innovations are not a coincidence; you can learn how to innovate.’ Innovation management The research group gives innovation a place in the curriculum via the elective subject Politics, Policy and Government Management. In addition, we offer an honours programme for excellent students and a post-graduate course Innovation Management. Research projects that we are working on include: ‘Innovation in the Dutch Health Care Branch’, ‘Sport Innovation’, and ‘Smart Government’. The research group collaborates with the Dutch Ministry of Care and Sport, Ministry of the Interior, InnoSportNL, health care institutions and municipalities.
Frans Nauta is sinds 2007 lector Innovatie Publieke Sector. Nauta was oprichter en voor zitter van denktank Stichting Nederland Kennisland. Ook was hij de eerste secretaris van het Innovatieplatform, onder voorzitterschap van de minister-president. Hij is de innovatiecolumnist van Business News Radio, schrijft voor Binnenlands Bestuur en blogt op het weblog Slimme Overheid.
Professor Frans Nauta has been part of the research group for Innovation in the Public Sector since 2007. He was founder and chairman of the think tank Stichting Nederland Kennisland (Netherlands Knowledge Foundation). He was also the first secretary of the Innovation Platform, un der the chairmanship of the Dutch prime minister. He is the innovation columnist for Business News Radio, writes for Binnenlands Bestuur (Domestic Government) and blogs on the weblog Slimme Overheid (Smart Authorities).
69
70
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Kenniscentrum HAN SOCIAAL research centre for care and community
zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Care of People with Intellectual Disabilities levensloopbegeleiding bij autisme Autism through the Lifespan
lectoraten | research groups
lokale dienstverlening vanuit klantperspectief Planned Social Change
Het kenniscentrum levert een bijdrage aan de kennisontwikkeling en kennisdeling op het sociaal-agogische domein.
Het Kenniscentrum HAN SOCIAAL wil: •• de deelname aan maatschappelijke voorzieningen op het gebied van zorg, welzijn en cultuur bevorderen; •• het vermogen tot zelfstandig functioneren van individuen en groepen in de samenleving versterken; •• de inzet van hulp- en dienstverlening effectiever maken. Het kenniscentrum besteedt bijzondere aandacht aan vraagstukken van participatie, diversiteit, probleemoplossing en zelfredzaamheid van burgers die gebruik maken van voorzieningen op het gebied van wonen, zorg, welzijn en cultuur.
werkzame factoren in de zorg voor jeugd Key Factors in Youth Care
The research centre contributes to the development and dissemination of knowledge in the area of social, cultural and personal welfare.
Its primary aims are to: •• Improve the participation in social facilities in the field of health care, welfare and culture •• Enhance the capacity of individuals and groups to function independently in society •• Make the deployment of aid and services more effective The research centre pays special attention to issues of participation, diversity, problem solving and the ability to cope with regard to citizens who make use of facilities in housing, health care, welfare and culture. Important partners in this are employees of social institutions, lecturers and students of social and community work as well as the knowledge institutes active in the professional field.
Naast de medewerkers van de maatschappelijke instellingen zijn de docenten en studenten van de sociaal-agogische opleidingen belangrijke partners in het onderzoek, evenals de kennisinstellingen die op het werkterrein actief zijn.
71
72
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Kenniscentrum Lokale Dienstverlening vanuit Klant perspectief research centre for planned social change Het Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief draagt met onderzoek bij aan innovatieve concepten, waarbij de samenhang tussen zorg, wonen, welzijn, werken, onderwijs en leefbaarheid in de wijk centraal staan. Het lectoraat werkt steeds vanuit het perspectief van de burger. Zijn vragen, mogelijkheden en bijdragen vormen het vertrekpunt in optimale dienstverlening. Het verhaal van de burger Het lectoraat ontwikkelt lokale dienstverlening. Hierbij besteedt het nadrukkelijke aandacht aan het
The research group for Planned Social Change aims to contribute to innovative concepts in the field of health care, welfare, work, education and quality of life in the local environment. The perspective of people as clients consistently forms the starting point of the research, with the articulation of the client’s needs and capacities eventually guiding the development of an optimal configuration of service provision. The client’s perspective In the research group new concepts are developed for local contexts with a marked emphasis on integral
martha van biene lector | professor
combineren van verschillende typen zorg, service en ondersteunende diensten. Deze diensten versterken elkaar. Voor de burger is het van belang dat er een herkenbare keten is waarin de verschillende zorg- en ondersteuningsvragen in elkaar overlopen. Het is een voorwaarde dat de burger de keten waar hij gebruik van maakt als zodanig herkent en ervaart. Trefwoorden in dit verband zijn: preventief, gecoördineerd, ondersteunend en flexibel. Het lectoraat werkt met het instrument vraaganalyse. Dit is een narratieve onderzoeksmethode. Het verhaal van de burger is mede leidend voor (her)inrichting van de dienstverlening. Narratief Het lectoraat onderzoekt sociale vernieuwingen zoals de Wmo, Welzijn Nieuwe Stijl, het inrichten van servicewijken en klantgestuurde dienstverlening. De verbinding tussen onderzoek en onderwijs draagt bij
a pproaches to care, services and support. As such, care and services will become mutually beneficial. For people as end users it is essential that the entire service chain supporting their quality of life is highly familiar, as recognisability is a precondition for people to benefit optimally from what is provided. Key concepts are thus prevention, coordination, support and flexibility. To gain the required insight into the client perspective, a need analysis is performed based on narrative research methods. Results of the analysis are used as guiding principles for the design and redesign of health care and social support services. Narrative Research is conducted on social change systems such as the WMO (Dutch legislation to stimulate participation of disabled and elderly people in so called Civil Society), Welzijn Nieuwe Stijl (government policy guidelines on supportive social services)
‘Belangrijk is dat mensen hun zelfrespect behouden. Ook als ze zorg nodig hebben. Dat zit hem in het gevoel: ‘Ik hoor erbij, ik heb mensen om mij heen.’ aan de professionalisering van docenten, studenten en het werkveld. Het lectoraat is expert op het gebied van narratief onderzoek en narratief werken. Er staan vier onderzoekslijnen centraal: 1. vraaganalyse en vraagpatronen, 2. geïntegreerde dienstverlening, 3. burgerinitiatieven en 4. het inschakelen van kansengroepen en onderzoekspracticum.
‘It is essential that people retain their self-respect, even if they are in need of care. They should have a sense of belonging and they should be surrounded by people who care.’ and the establishment of serviced neighbourhoods and client-centred services. Intensive collaboration between researchers and educators contributes to the professionalisation of lecturers, students and workers. The research group possesses expertise in the field of narrative research and methods of action learning. The four main research areas are: 1. Need analysis and need patterns 2. Integrated services 3. Public initiative and participation 4. Research practicum
In 2007 is Martha van Biene geïnstalleerd als lector Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief. Zij geeft leiding aan het onderzoek, begeleidt docentonderzoekers, projectleiders, studenten en promovendi. Ook is zij programmaleider van de Wmo werkplaats Nijmegen. erik jansen is in 2009 benoemd tot associate lector van het lectoraat. Hij ondersteunt en begeleidt het lectoraat met zijn kenniskringleden, studenten en het werkveld bij het uitvoeren van onderzoek.
Martha van Biene was appointed professor in the Research Group for Planned Social Change in 2007. She coordinates research projects and provides supervision for lecturer-researchers, project leaders, and undergraduate and doctoral students. She is also the project leader of the WMO Work place in Nijmegen. Erik Jansen was appointed associate professor in 2009. His tasks include supp orting the professor in coordinating projects and supervising members of the research group as well as students and professionals.
73
74
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking research group for care of people with intellectual disabilities De zorg voor mensen met een ver standelijke beperking wordt tegenwoordig gekenmerkt door individuele cliëntvragen. De dialoog tussen de cliënt en professional staat centraal. De professional verleent op verzoek zorg en ondersteuning aan de cliënt. Het is van belang de competenties van begeleiders die hiervoor nodig zijn duidelijk te formuleren. Cliënt centraal Het lectoraat richt zich op het verduidelijken van competenties die nodig zijn in het werken met verschillende doelgroepen binnen de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. De cliënt staat
Care of people with intellectual disabilities is characterised today by individual client needs. The dialogue between the client and the professional forms the main focus. The professional provides care and support to the client at the client’s request. The competences the professional requires for this must be clearly formulated. Client at the centre The research group focuses on clarifying the comp etences that are necessary for working with people with intellectual disabilities. The client is the main focus in this respect. We also develop training and coaching courses to educate current and future
hierbij centraal. Daarnaast worden trainings- en coachingstrajecten ontwikkeld om huidige, maar zeker ook toekomstige, begeleiders te scholen in competenties. De trajecten worden ingezet in de praktijk van de zorginstellingen en in de opleidingscurricula van de beroepsbeoefenaren (hbo pedagogen, sociaalpedagogisch hulpverleners en verpleegkundigen). De kenniskring van het lectoraat bestaat uit docenten van de belangrijkste opleidingen voor beroepskrachten, onderzoeksmedewerkers en vertegenwoordigers van de zorgaanbieders in de regio. Daarnaast kunnen externe deskundigen op het gebied van praktijkonderzoek, competentieontwikkeling en training en coaching van medewerkers geconsulteerd worden door de kenniskring. Competenties Het lectoraat werkt samen met beroepsopleidingen om curricula goed af te stemmen op de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Ook levert
professionals in these competences. The courses are utilised in practice in care institutions and in the course curricula of professional trainees (students of pedagogy, social pedagogy and nursing). The research group comprises lecturers from the main professional courses, researchers and representatives of care providers in the region. The research group also provides training and coaching for care profess ionals and consultation for external specialists in practical research and competence development. Competences The research group works with HAN and other professional training institutes to align their curricula more closely with the care of people with intellectual disabilities. We also contribute to designing and evaluating the elective unit in care for people with intellectual disabilities and investigate the competences necessary for the optimal care and guidance of these
petri embregts lector | professor
‘De echtheid van mensen met een verstandelijke beperking, maar ook hun kwetsbaarheid raken mij. Ik voel me verantwoordelijk om met andere professionals te voorkomen dat deze mensen beschadigd raken door slecht georganiseerde zorg.’
Petri Embregts (orthopedagoge en gz-psychologe) is sinds mei 2008 aangesteld bij de HAN als lector Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking. Daarnaast is zij directeur behandelinnovatie en wetenschap bij Dichterbij SZ. Ook is zij hoogleraar op twee bijzondere leerstoelen van Tilburg University waaronder ‘Mensen met een verstandelijke beperking: Psychopathologie en behandeling‘. lex hendrix is associate lector. Hij begeleidt leden van de kenniskring en studenten bij hun onderzoek.
het een bijdrage aan het vormgeven en evalueren van de gelijknamige minor. Onderzoeksmatig wordt in kaart gebracht welke competenties nodig zijn voor een optimale begeleiding van cliënten met een verstandelijke beperking. Onderzoeksthema’s zijn sociale netwerken, het versterken van relationele banden, ouder- en clientperspectief.
‘The integrity and vulnerability of people with a mental disability affects me deeply. I feel a sense of responsibility to ensure that they do not become damaged by poorly organised care.’ clients. Research themes include social networks, strengthening of relationships and the parent/client perspective.
Professor Petri Embregts (special education expert and mental health psychologist) is the Professor of Care of People with Intellectual Disabilities. She is also the Director for Innovation and Research at Dichterbij SZ, a national care institute. She holds two academic chairs at the University of Tilburg, one of which is ‘People with Intellectual Disability: Psychopathology and treatment’. Associate professor lex hendrix supports the professor and supervises other members of the research group and students in their research in the field.
75
76
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Levensloopbegeleiding bij Autisme research group for autism through the lifespan Het lectoraat levert een bijdrage aan de professionalisering van onderwijs en kennis op het gebied van hulpverlening aan normaalbegaafde mensen met autisme. Het hanteert hierbij de levensloopvisie. Deze is erop gericht de doelgroep in staat te stellen een zo volwaardig en zelfstandig mogelijk bestaan te leiden. Proactief Het lectoraat richt zich op normaalbegaafde mensen met een autisme-spectrum-stoornis (ASS) en hun naasten. Hulpverleners krijgen steeds vaker te maken met cliënten met een vorm van autisme. Autisme is een levenslange stoornis die in elke levensfase (kind,
volwassene, ouder) en op elk levensgebied (opleiding, werk, wonen, relatie, vrije tijd) op een eigen wijze tot uitdrukking komt. Vanuit deze gedachte is er een visie op levensloopbegeleiding bij autisme ontwikkeld. Hierbij wordt de cliënt proactief op naderende veranderingen in de levensomstandigheden voorbereid. Het lectoraat doet praktijkonderzoek naar inrichting en inhoud van de bijpassende levensloopgerichte ondersteuning. Centrale onderzoeksvragen hierbij zijn: ‘Hoe ziet een succesvolle transitieplanning bij mensen met ASS eruit?’ en ‘Hoe versterk je de autonomie van de persoon met ASS en zijn/haar omgeving (empowerment en zelfregie)?’.
jan - pieter teunisse lector | professor
‘In een complexer wordende maatschappij waarin meer flexibiliteit en communicatieve vaardigheden van mensen worden gevraagd, dreigen mensen met ASS buiten de boot te vallen.’
Naast zijn lectoraat is Jan-Pieter Teunisse werkzaam als neuropsycholoog en onderzoeker op het gebied van autisme in het Dr. Leo Kannerhuis en het UMC St Radboud. Deze combinatie van functies stelt hem in staat om verbindingen te leggen tussen de praktijk en de wetenschap. Zijn speciale interesse gaat uit naar voorspellers van behandelresultaat en maatschappelijk functioneren.
hij de vraag: ‘Wat hebben deze mensen, met hun eigen manier van denken en kijken, nodig om in de maatschappij optimaal te functioneren?’
‘Meekijken’ Autisme is voor veel studenten een boeiend onderwerp. Neuropsycholoog en HAN-lector Jan-Pieter Teunisse kan hen op inspirerende wijze laten ‘meekijken’ in het hoofd van een autist. Vervolgens stelt
The research group contributes to the professionalisation of education and knowledge in the area of care of people with a regular IQ who suffer from autism. We have adopted a vision based on lifelong care that is focused on enabling the target group to live as independently and rewardingly as possible.
vision for support for people with autism throughout the lifespan, in which the client is proactively engaged and prepared for the approaching changes in his/her circumstances as he or she becomes older. We carry out practice-based research into the content and setup of appropriate lifelong support. The main research questions in this respect are: What is involved in successful transition planning for people with ASD? How do you strengthen the autonomy of a person with ASD and his/her environment (empowerment or self-determination)?
Proactive We focus on people with a regular IQ who suffer from an autism spectrum disorder (ASD). Health profess ionals are increasingly confronted with clients with a form of autism. Autism is a lifelong condition that expresses itself in all phases of life (child, adult, aged) and areas of life (education, work, housing, relationships, spare time). We have therefore developed a
“Into the mind” Autism is a fascinating subject for many students. Neuropsychologist and HAN professor Jan-Pieter Teunisse has an inspiring way of allowing students to ‘look into’ the mind of a person with autism. The question he then asks is “What do these people, with their particular way of thinking and seeing the world, need to function optimally in society?”
‘In an increasingly more complex society that demands more and more flexibility and communicative skills, people with ASD can easily get left behind.’
Professor Jan-Pieter Teunisse is active as a neuro psychologist and researcher in autism in the Dr. Leo Kannerhuis (a centre for autism) and at the Radboud University Nijmegen Medical Centre. This combination of functions places him in the position of being able to link research to practice. His special interest is prognostic markers of treat ment results and of ability to participate in society.
77
78
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Werkzame Factoren in de Zorg voor Jeugd research group for key factors in youth care Het lectoraat onderzoekt de impact van algemeen werkzame factoren op de effectiviteit van jeugdhulp. Factoren die niet nadrukkelijk gekoppeld zijn aan specifieke interventies. Wat is bijvoorbeeld de invloed van persoonlijke kwaliteiten en kenmerken van hulpverleners, cliënten en hun leefomgeving? Wat is de invloed van hun werkalliantie, organisatiekenmerken en samenwerking tussen hulporganisaties? Drie thema’s Steeds nadrukkelijker dienen jeugdhulpinstellingen hun resultaten te verantwoorden en hun aanpak
The research group studies the impact of common factors on the effectiveness and efficacy of youth care. These are factors that are not specifically linked to interventions or treatment programmes. How do personal qualities and characteristics of professionals, clients and their environments affect youth care? Who and what works? What is the influence of work alliances, organisational characteristics, and inter agency collaboration on outcomes of professional youth and family care and support? Three themes Youth care institutions are under increasing pressure to justify their results and to make their approaches
evidence-based te maken. Deze positieve ontwikkeling leidt tot eenzijdige belangstelling voor bewezen effectieve interventies als bron van kwaliteitverbetering. Zij overschaduwt de aandacht voor interventienonspecifieke of algemeen werkzame factoren. Deze factoren zijn zeker ook bepalend voor het rendement van de geboden ondersteuning of behandeling. Het lectoraat heeft daarom drie thema’s gekozen die van belang zijn voor de kwaliteit van hulp en voor de ontwikkeling van professionele kerncompetenties van hbo-studenten: •• verkennend onderzoek naar algemeen werkzame factoren in de intersectorale jeugdzorg; •• ontwikkeling, monitoring en belang van de cliëntprofessional werkalliantie; •• evaluatie van innovatieve praktijkinitiatieven met een focus op contextuele factoren (vooral oplossingsgericht werken en samenwerking tussen professionele ondersteuners en vrijwilligers).
evidence based. A side effect of this positive develop ment is that it leads to a one-sided interest in interventions whose effectiveness has been proven as a source of quality improvement in the youth care sector. This overshadows attention for non-specific or common factors. Although more difficult to quantify, these factors undoubtedly contribute strongly to the effect of the offered support or treatment. Based upon this premise, the research group has defined three themes that are important for the quality of care and for the development of professional core compet ences of students: •• Investigative research into common factors in youth care •• Development, monitoring and importance of the client-professional work alliance •• Evaluation of innovative workplace initiatives with a focus on contextual factors (predominantly solution-oriented approach and collaboration between professional assistants and volunteers within client social networks).
huub pijnenburg lector | professor
‘De jeugdzorg moet meer inves teren in methodisch werken en professionalisering, maar het allermeest in de kracht van cliënten zelf en steun in hun eigen omgeving.’ Professionals inspireren Het lectoraat wil meer te weten komen over de invloed van algemeen werkzame factoren op de kwaliteit van geboden hulp. Door professionals en instellingen te betrekken bij projecten en onderwijs wordt onderzoek een structureel onderdeel van de praktijkvoering. Zo vergroot dit het vermogen van professionals en organisaties om op een inspirerende manier zelf te werken aan kwaliteitsverbetering.
‘The youth care sector needs to invest more in working methodically and professionally, but more importantly, in the client’s own ability and strength and in the sources of support in the client’s social environment.’ Inspire professionals The research group aims to gain more knowledge on the influence of common factors on the quality of the care offered. By involving professionals and institut ions in research projects and education, practicebased research becomes a structural component of professional practice. In this way, professionals and organisations are better able to work on continuously improving the quality of their own services in an inspiring manner.
Ontwikkelingspsycholoog Huub Pijnenburg is tevens docent Orthopedagogiek (RU) en docent Praktijkresearch (opleiding Gz-psycholoogspecialist Klinisch Psycholoog )en senior-onderzoeker bij Praktikon (onafhankelijk onderzoekscentrum voor jeugdzorg, onderdeel van het Academisch Centrum Sociale Wetenschappen van de RU). Zijn grootste uitdaging is het verbeteren van de kwaliteit van jeugdzorg en -welzijn. Met het lectoraat slaat Pijnenburg bruggen tussen praktijk, beleid, onderzoek en opleiding. marion van hattum is associate professor.
Professor Huub Pijnenburg is a developmental psychologist and lecturer in Special Education/ Orthopedagogy (RU) and Practical Research (Clinical Psychology ). He is also a senior researcher at Praktikon (an independent contract research centre, which forms a part of the Academic Centre for Social Sciences at Radboud University). He considers his foremost challenge the improvement of quality in youth care and welfare. Professor Pijnenburg is committed to building bridges between practice, policy, research and education. marion van hattum is associate professor.
79
80
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Kenniscentrum Arbeid, Sport en Leefstijl research centre for work, sport and lifestyle
sport, voeding en leefstijl Sport, Nutrition and Lifestyle
lectoraten | research groups
arbeid en gezondheid Occupation and Health
Het Kenniscentrum Arbeid, Sport en Leefstijl levert een bijdrage aan de kenniscyclus rond de mogelijkheden om de gezondheid van een individu te vergroten. De focus ligt hierbij op het vermogen te participeren en te presteren in de samenleving. Het domein van het kenniscentrum is de verbetering van omgevings- en persoonlijke factoren.
Kernthema’s zijn: •• gezondheidsbevordering •• vitaliteit van werknemers en arbeidsorganisaties •• werken met een chronische aandoening •• duurzame inzetbaarheid in arbeid •• kwaliteit van leven •• sporters en prestatie •• leefstijl van jongeren •• ouderen en kwaliteit van leven •• kwetsbare personen en hun weerbaarheid.
Het kenniscentrum werkt nauw samen met het praktijkveld (waaronder bedrijfsleven, sportwereld, zorg- en beroepsorganisaties), genereert en bundelt hoogwaardige kennis op het domein arbeid, sport en leefstijl en levert een bijdrage aan verspreiding en toepassing van deze kennis in onderwijs en beroepspraktijk.
The Research Centre for Work, Sport and Lifestyle contributes to the cycle of knowledge concerned with the improvement of people’s health. The focus is on the capacity of the individual to participate and perform in society. The domain of the research centre is the improvement of environmental and personal factors.
Core themes are: •• Health improvement •• The vitality of employees and work organisations •• Sustainable employability •• Working with a chronic disease •• Quality of life •• Athletes and performance •• Youth lifestyle •• Quality of life among the elderly •• Vulnerable members of society and their resilience
The research centre works closely with the field (e.g. the business world, the sports world, health care and professional associations), generates and assimilates high quality knowledge in the areas of occupation, sport and lifestyle, and contributes to the disseminat ion and application of this knowledge in education and professional practice. and application of this knowledge in education and professional practice.
81
82
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Arbeid en Gezondheid research group for occupation and health Het lectoraat is voor de hogeschool en externe partijen een herkenbare partner op het domein Arbeid & Gezondheid. Het lectoraat bundelt en genereert via praktijkgericht onderzoek kennis over gezondheid, risico’s, productiviteit en vitaliteit van werknemers én van organisaties. Ook draagt het bij aan het verspreiden, toepassen en implementeren van de kennis in de praktijk.
The research group is a recognisable partner for both HAN University of Applied Sciences and external organisations in the field of occupation and health. With practice-based research, it gathers and generates knowledge on public health, risks, and the productivity and vitality of employees and organisations. It also contributes to the dissemination, application and implementation of this knowledge.
josephine engels lector | professor
‘Gezond werken’ Participatie in arbeid is belangrijk voor mensen. Het is dus relevant om te weten welke factoren eraan bijdragen dat mensen gaan werken en blijven werken. De aandacht van de Nederlandse overheid is momenteel gericht op ‘work first’, waarbij gestreefd wordt dat zoveel mogelijk mensen tussen de 18 en 65 jaar aan het werk komen. Hierdoor krijgen diverse professionals een nadrukkelijke rol in de begeleiding van speciale – kwetsbare – groepen, zoals mensen met een chronische aandoening en ouderen, naar betaald werk. Ook voor paramedici in de eerste lijn is aandacht voor de relatie tussen gepresenteerde klacht en werk van belang. Preventie van arbeidsrisico´s en participatieproblemen moet in de aanpak voorop staan. Werkgevers en werknemers hebben zelf meer verantwoordelijkheid om ‘gezond werken’ te regelen. Dat vraagt om nieuwe inzichten in integraal gezondheidsmanagement. Adviseurs op dit terrein kunnen
‘Working in good health’ Work is important to people. For this reason it is relevant to know which factors contribute to people engaging and remaining in paid employment. Dutch law on this topic currently focuses on ‘work first’: striving towards paid employment for all people between 18 and 65 years. As a consequence, various professionals obtain an important role in coaching vulnerable groups of people to get back into paid employment. These groups include people with chronic diseases and the elderly. The research group also focuses on health professionals in primary care, who deal with the relationship between actual health complaints and work participation. The prevention of work risks and participation issues should be central to the approach. Increasingly more employers and employees take their own responsibility for achieving a state of ‘healthy working’. This demands new insights into integrated health management. Advisors
‘Het thema arbeid is nooit ”klaar.” Problemen verschuiven, net als de invalshoek die je kunt kiezen.’ werkgevers en werknemers bijstaan in het vormgeven van gestructureerd beleid. Twee onderzoekslijnen Er zijn twee onderzoekslijnen binnen het lectoraat: duurzame inzetbaarheid en werken met een chronische aandoening. Er is verbinding met alle instituten binnen de Faculteit Gedrag Gezondheid en Maatschappij, zowel in het onderwijs als in onderzoek. Binnen het Instituut Paramedische Studies is Arbeid & Gezondheid een speerpunt. Vanuit dit instituut wordt de minor Gezond Werken aangeboden.
‘There will never be a final word on the theme of health and work. Problems will always shift, and so will our perspectives.’
Het lectoraat heeft twee lectoren: Josephine Engels en Yvonne Heerkens. Engels is specialist op het gebied van (fysieke en mentale) arbeidsbelasting, arbeids-epidemiologisch onderzoek, arbo-curatieve samenwerking, gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (leefstijl) en arbobeleid. Heerkens is, naast lector, werkzaam bij het Nederlands Paramedisch Instituut. Zij is specialist op het gebied van Informatievoorziening in de zorg, terminologie, modelvorming, procesmatige richtlijnen, verslaglegging, indicatiestelling en technologie/hulpmiddelen. The research group has two professors. Professor Josephine Engels is a specialist in the areas of physical and mental workload, epidemiological occupational research, curative collaborations in Health and Safety Conditions, Health Consultancy and Education (lifestyle), and Health and Safety Policy. Professor Yvonne Heerkens also works for the Dutch Institute of Allied Health Care. She is a specialist in the areas of information management, terminology, model development, guidelines, and assistive technology.
in this area can help employers and employees to create structured policies (health in all policies). Two research themes The research group focuses on two themes: sustain able employability and working with a chronic disease. There is a connection with all of the departments within the Faculty of Behaviour, Health and Society, with respect to both research and educat ion. Work & Health forms a major focus within the Institute of Health Studies, which also provides an undergraduate subject, Health in Work.
yvonne heerkens lector | professor
83
84
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Sport, Voeding en Leefstijl research group for sport, nutrition and lifestyle Het Lectoraat Sport, Voeding en Leefstijl heeft als missie: gezondheidsbevordering in de samenleving en prestatiebevor dering in de sport. Deze missie wordt vormgegeven via vier praktijkgerichte kernthema’s: Sporters en prestatie, Leefstijl van jongeren, Ouderen en kwaliteit van leven en Kwetsbare personen en hun weerbaarheid.
Energiehuishouding centraal De kernthema’s van het lectoraat raken de uithoeken van het kennisdomein. Toch hebben ze ook een nauwe verwantschap. Deze kernthema’s hebben een duidelijke relatie met leefstijlfactoren in verschillende segmenten van de samenleving. Deze leefstijlfactoren hebben een duidelijke wisselwerking bij de aansturing van de energiehuishouding van het lichaam. Er is een voortdurende wisselwerking tussen de fysieke conditie van de persoon, het niveau van fysieke activiteit, de voedingstoestand en tal van andere omgevingsfactoren. De energiehuishouding van het lichaam is daarom niet alleen cruciaal voor het fysiek presteren maar ook voor andere, meer aan de gezondheid gerelateerde, situaties waarin het lichaam moet ‘presteren’. De kernthema’s van het Lectoraat Sport, Voeding en Leefstijl zijn daarom divergent in praktische toepassingen, maar convergent in onderliggende focus.
The research group for Sport, Nutrition and Lifestyle has the following mission: the promotion of health in society and the improvement of sport performance. Our mission is shaped by four core practice-based themes: Athletes and Achievement, Youth and Lifestyle, Quality of Life among the Elderly, and the Resilience of Vulnerable Individuals.
Energy balance as a central theme The core themes of the research group are highly diverse, but at the same time closely connected. They are all related to lifestyle factors in different segments of society. These lifestyle factors are interrelated with respect to the balance of energy within the body. There is a continuous interaction between a person’s physical condition, level of physical activity, state of nutrition and a host of other contextual factors. The energy balance of the body is therefore not only crucial for physical achievements but also for health-related situations in which the body is asked to ‘perform’. Our core themes are therefore divergent in terms of practical application but convergent in underlying focus.
‘Een goede leefstijl geeft gezonde energie.’
Eén noemer Het lectoraat werkt samen met het Instituut voor Sport- en Bewegingsstudies en het Instituut voor Paramedische Studies. Het speelt een belangrijke rol in de kenniscirculatie. Het lectoraat wil kennis opbouwen rond een energieconcept dat fysiek presteren, overgewicht, diabetes type 2, sarcopenie en strategieën voor herstel na een operatie onder één noemer brengt. Deze kennis onderbouwt waarom een bepaalde leefstijl gezond is of niet.
‘Positive energy through a healthy lifestyle’
A common denominator The research group cooperates with the Institute of Sport and Motion and the Institute of Health Studies. It plays a key role in the dissemination of knowledge. The research group intends to build up knowledge concerning an energy concept that brings physical performance, obesity, diabetes type 2, sarcopaenia and strategies for post-operative rehabilitation under a common denominator. This knowledge substant iates the designation of a certain type of lifestyle as healthy or unhealthy.
85
86
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Kenniscentrum Zorg en Revalidatie research centre for health care and rehabilitation
neurorevalidatie Neurorehabilitation musculoskeletale revalidatie Musculoskeletal Rehabilitation langdurige zorg Long Term Care
lectoraten | research groups
acute intensieve zorg Acute Care
Het Kenniscentrum Zorg en Revalidatie wil aantoonbaar bijdragen aan de kwaliteit en de innovatieve kracht van de door haar opgeleide studenten en daarmee aan de werkzaamheid en de kwaliteit van de zorg. De focus ligt op kennis over zorg voor het lichamelijk en geestelijk welbevinden van zorgvragers.
Kwaliteit en veiligheid De kennis moet bijdragen aan de kwaliteit en veiligheid van de zorg. De kwaliteit van zorg betreft: •• structuur •• proces en uitkomst •• de dimensies van de beroepsuitoefening •• attitude / bejegening •• technisch handelen •• coördinatie van zorg.
The Research Centre for Health Care and Rehabilitation is aimed at making a visible contribution to the quality and innovative strength of its students. In so doing, it aims to improve the function and quality of health care.
The focus is on gaining insight into the care of the physical and mental well being of clients. Such insight should contribute to the quality and safety of health care. Quality of health care concerns the following factors: •• Structure •• Process and result •• Dimensions of professional practice •• Attitude / treatment •• Technical performance •• Care coordination
management van zorg en dienstverlening Management of Health Care and Services
Veiligheid van zorg betreft het voorkómen van onbedoelde schade, zoals complicaties, met behulp van een veiligheidsmanagementsysteem.
sociale en methodische aspecten van psychiatrische zorg Social Psychiatry and Mental Health Nursing
Safety in the sector is concerned with the prevention of unintended harm, for example as a result of complications, through a safety management system.
87
88
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Acute Intensieve Zorg research group for acute care
joke mintjes lector | professor
Het Lectoraat Acute Intensieve Zorg wil een bijdrage leveren aan de kwaliteit van onderwijs en zorg in de keten van acute zorg. Met kenniscirculatie tussen onderzoek, praktijk en onderwijs werkt het lectoraat aan de wetenschappelijke onderbouwing van het praktisch handelen, bekend als ‘evidence-basedpractice’.
Keten acute zorg Onder de keten van Acute Intensieve Zorg verstaan we zorg in de ambulance, bij de spoedeisende hulp/ traumacentra, bij de intensive care/ verpleegafdelingen en bij afdelingen revalidatie. Het onderzoek richt zich op het professioneel handelen van verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten en andere professionals die werkzaam zijn in de keten van acute zorg. In en tussen schakels van die keten lopen een paar grote onderzoekslijnen, zoals het voorkómen van pijn, het voorkómen van complicaties zoals ziekenhuisinfecties en de behoefte aan ondersteuning van patiënten en hun naasten. Daarnaast is het lectoraat betrokken bij richtlijnontwikkeling en implementatieonderzoek. De nauwe samenwerking met zorginstellingen en beroepsverenigingen zorgt ervoor dat de onderzoeksresultaten relevant zijn voor de praktijk.
The research group for Acute Care aims at making a viable contribution to the quality of education and care in the chain of acute care. The research group works towards a scientific foundation for practice, otherwise referred to as ‘evidence-based-practice’, through circulation of knowledge between research, education and professional practice.
Chain of acute care The acute care chain includes care in ambulances, hospital emergency departments, intensive care units, and rehabilitation. Our research is focused on professionals in nursing, social work, physiotherapy and others in the chain of acute care. The main themes of research include pain management, prevention of complications (such as hospital acquired infections), triage and the need for psychosocial support of the patient and his/her family. The research group is involved in the development of guidelines and research on implementation. We always seek close collaborations with health care institutions and professional organisations to ensure that our research remains relevant for professionals in practice.
‘Laat kennis de zorg dienen.’
Perspectief patiënt De kenniskring van het Lectoraat Acute Intensieve Zorg neemt actief deel aan onderwijsvernieuwingen binnen de HAN. De lector en associate lector en zijn als docent betrokken bij de Masteropleiding Nurse Practitioner en als begeleider van afstudeeronderzoeken. Het lectoraat richt zich op onderzoek ter verbetering van de uitkomsten van de kwaliteit van zorg, gezien vanuit het perspectief van de patiënt.
‘Let care be served by knowledge and evidence.’
The patient’s perspective The research group for Acute Care is actively engaged in educational reforms within HAN University of Applied Sciences. The professor and associate professors lecture in the Masters course for Nurse Practitioner, the Bachelor of Nursing and also supervise Bachelors, Masters and PhD theses. Their research is focused on improvement of quality and safety in health care from the patient’s perspective.
Naast haar functie als directeur van het Landelijk Expertisecentrum Verpleging en Verzorging (LEVV) in Utrecht is Joke Mintjes sinds 2003 lector Acute Intensieve Zorg. Zij is opgeleid als verpleegkundige, ziekenhuishygiënist en kwaliteitsfunctionaris. Zij studeerde Gezondheidswetenschappen, afstudeerrichting Verplegingswetenschap, en promoveerde op het onderwerp ‘Surveillance and control of hospital-acquired infections in the Netherlands.’ lilian vloet en lisbeth verharen zijn associate lector.
Joke Mintjes has occupied the position of Professor of Acute Care at HAN since 2003. Until 2011 she was also Director of the Netherlands Centre for Excellence in Nursing (LEVV) in Utrecht. She began her professional career as a registered nurse, infection control practitioner, and quality manager. She studied health science, with a specialisation in nursing, and earned her PhD in the ‘Surveillance and control of hospital-acquired infections in the Netherlands’. lilian vloet and lisbeth verharen occupy the position of associate professor.
89
90
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Neurorevalidatie research group for neurorehabilitation Het Lectoraat Neurorevalidatie levert een bijdrage aan de optimalisering van de revalidatie en maatschappelijke integratie van mensen met fysieke en/of cognitieve beperkingen. De toevoeging ‘neuro’ geeft aan dat het lectoraat zich richt op patiënten met stoornissen in het spieren zenuwstelsel, de cognitie en/of het gedrag.
Sterke toename Als gevolg van vergrijzing en ontgroening is er de komende decennia een sterke toename van het aantal patiënten met één of meerdere neurologische
The research group for Neuro rehabilitation contributes to optimising the rehabilitation and social reintegration of people with physical or cognitive disabilities. The ‘neuro’ prefix indicates that our research focuses on patients who suffer from cognitive and/or behavioural disturbances, and disturbances of the muscular and nervous systems. Marked increase in neurological injuries A marked increase in the number of patients suffering from neurological injuries is predicted in the coming decades as a result of the sharp rise in the ageing population. This calls for new rehabilitation tech-
bert de swart lector | professor
aandoeningen. Dit vraagt om nieuwe revalidatietechnieken, behandelmethoden en goed opgeleide professionals. Door nieuwe ontwikkelingen worden patiënten steeds langer in hun eigen woonomgeving behandeld. In toenemende mate worden hogere eisen gesteld aan de kwaliteit, doelmatigheid en efficiency van de zorg. Ook evidence-based handelen en preventie krijgen steeds meer aandacht. Het lecto raat wil een bijdrage leveren aan het verwerven van nieuwe kennis. Maar ook aan het vertalen van theorie naar praktijk door het ontwikkelen van diagnostische instrumenten, behandelmethoden, protocollen en richtlijnen. Met een reeks onderzoeksprojecten en scholingsactiviteiten geeft het lectoraat een impuls aan kennisontwikkeling, -uitwisseling en -circulatie op het gebied van de neurorevalidatie.
niques, treatment methods and well-trained profess ionals. Recent developments have enabled patients to spend more time rehabilitating at home. Increasingly higher demands are being placed on quality, effectiveness and efficiency in the health care sector. Evidencebased methods and preventative strategies are also gaining more attention. The research group aims to contribute to the accumulation of new knowledge in this area. We also strive to translate theory into practice through the development of diagnostic instruments, treatment methods, protocols and guidelines. Finally, we organise various research projects and educational activities that stimulate the development, dissemination and exchange of knowledge in the area of neurorehabilitation. Continuous learning The research group carries out predominately practicebased and applied research. We also assume
‘Neurorevalidatie; de weg naar integratie en participatie.’ Doorlopende leerlijn Het lectoraat voert vooral praktijk- en toepassingsgericht onderzoek uit. Het verzorgt ook de opleiding en nascholing van (toekomstige) professionals. Het lectoraat brengt onderwijs, onderzoek en praktijk met elkaar in contact en zorgt ervoor dat onderzoeksresultaten gebruikt worden ter verbetering van onderwijs en zorgverlening. In samenwerking met het werkveld is een doorlopende (multidisciplinaire) leerlijn Neurorevalidatie ontwikkeld met onderzoeks- en onderwijsactiviteiten op verschillende niveaus.
‘Neurorehabilitation: the road to re-integration and participation.’
the responsibility of educating professionals and future professionals. We try to connect education, research and practice, thus ensuring that research results are used for the improvement of education and care. We also collaborate with the field to develop a continuous multidisciplinary learning path in neuro rehabilitation that utilises research and education activities at different levels.
Bert de Swart studeerde aan de Pedagogische Academie, volgde de opleidingen logopedie en pedagogiek en de doctoraalstudie spraak-/ taalpathologie aan de Radboud Universiteit. In 2006 promoveerde hij op het onderwerp ‘Speech therapy in patients with neuromuscular disorders and Parkinson’s disease’. Hij is als logopedist, spraak-/taalpatholoog en universitair hoofddocent verbonden aan de afdeling Revalidatie van het UMC St Radboud en actief binnen patiëntenzorg, management, onderzoek en onderwijs.
Professor Bert de Swart studied speech therapy and pedagogy before obtaining his Masters in speech and language pathology at Radboud University in Nijmegen. He obtained his PhD with his dissertat ion ‘Speech therapy in patients with neuromuscu lar disorders and Parkinson’s disease’ in 2006. As a speech therapist and language/speech pathologist, Professor De Swart is active at the department of Rehabilitation of the Radboud University Nijmegen Medical Centre in the fields of patient care, management, research and education.
91
92
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Musculoskeletale Revalidatie research group for musculoskeletal rehabilitation De druk op de gezondheidszorg wordt steeds groter. Het toenemend aantal ouderen en de stijgende hoeveelheid orthopedische, traumatologische, sporten arbeidsgerelateerde letsels brengt specifieke gezondheidsklachten met zich mee. Deze ontwikkeling vraagt gericht onderzoek naar efficiënte zorg en hulpverlening binnen de musculoskeletale fysiotherapie.
The health care sector is under even more pressure than ever. The increase in the number of elderly people and the growing number of orthopaedic, trauma, sport and work related injuries has resulted in specific health complaints. This development requires targeted research into efficient care and assistance within the cluster of musculoskeletal physiotherapy.
robert van cingel lector | professor
Onderzoek, onderwijs en patiëntenzorg Het Lectoraat Musculoskeletale Revalidatie richt zich op onderzoeksvragen in het domein van de musculoskeletale fysiotherapie. Het cluster musculoskeletale fysiotherapie bestaat momenteel uit de beroepsverenigingen voor sportfysiotherapie (NVFS), manuele therapie (NVMT) en orofaciale fysiotherapie (NVOF). Het werkveld speelt een actieve rol door het formuleren van praktijkvragen en het creëren van ‘werkplaatsen’ voor studenten. De inzet van een laboratorium voor bewegingsanalyse maakt het mogelijk via toegepast onderzoek nieuwe kennis op te doen. Hierover vindt op regelmatige basis afstemming plaats met beroepsbeoefenaren, kennisinstituten en beroeps organisaties. Het lectoraat wordt ondersteund door en werkt nauw samen met het UMC St Radboud en de Sint Maartenskliniek. Samen met deze twee partijen heeft de HAN het Musculoskeletal Research
Centre (MRC) Nijmegen opgericht. MRC Nijmegen is een centrum voor onderzoek op het gebied van het houdings- en bewegingsapparaat van de mens.
Research, Education and Patient Care The research group for Musculoskeletal Rehabilitation focuses on research questions in the area of musculoskeletal physiotherapy. At the moment, this cluster includes the professional unions for sport physiotherapy (NVFS), manual therapy (NVMT) and orofacial physiotherapy (NVOF). The professional field plays an active role by posing real questions from the field and creating ‘workplaces’ for students. New techniques in laboratory motion analysis and applied research have made it possible to accumulate new knowledge. To this end, regular cross-referencing with professionals in the field, knowledge institutes and professional organisations takes place. The research group is supported by and maintains close ties with UMC St. Radboud and Sint Maartenskliniek. Together with these two organisations, the Institute of Health Studies at HAN set up the Musculoskeletal Research Centre (MRC) in
Nijmegen. MRC Nijmegen is a centre for research in the field of clinical human movements.
Verrijking onderwijs Het lectoraat zet zich in voor verbetering van het bacheloronderwijs en de ontwikkeling van een masteropleiding musculoskeletale revalidatie met als uitstroomvarianten sportfysiotherapie, manuele therapie en orofaciale fysiotherapie. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre aansluiting op, of integratie van de studie Klinische Bewegingswetenschappen (Radboud Universiteit) kan plaatsvinden. Naast onderzoekers/ promovendi nemen studenten en docenten deel aan het onderzoek.
Robert van Cingel is directeur van het Sport Medisch Centrum Papendal. Wim Hullegie is directeur van FysioGym Twente en bestuurslid van NVFS (Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg). Beiden zijn gepromoveerd en zelf werkzaam als sport- en manueel therapeut. Hun drijfveer is een bijdrage te leveren aan de ontwikkelingen in hun vakgebied en aan het opheffen van de fragmentatie in de fysiotherapie.
Professor Robert van Cingel is director of the Papendal Sport and Medical Centre. Professor Wim Hullegie is director of the FysioGym in Twente and a board member of the NVFS (Dutch Association for Physiotherapy and Sports Med icine). Both are also active as independent sports and manual therapists. Their primary motivations are to contribute to developments and eliminate fragmentation in physiotherapy.
Enriching education The research group dedicates itself to improving undergraduate education and developing a Masters course in musculoskeletal rehabilitation with three streams: sport physiotherapy, manual therapy and orofacial physiotherapy. In addition, the research group is looking into the possible affiliation or integration of Radboud University’s Masters course Clinical Human Movement Science. Alongside researchers and PhD students, lecturers and students also participate in the research.
wim hullegie lector | professor
93
94
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Langdurige Zorg research group for long term care Centraal in de opdracht van het lectoraat staat de vraag: “Hoe kunnen verpleegkundigen en paramedici ouderen en mensen met chronische aandoeningen ondersteunen bij het zo goed mogelijk zelfstandig blijven functioneren en bij het zo lang mogelijk in handen houden van de regie over hun eigen leven?”
rob van der sande lector | professor
Meerdere programmalijnen Het lectoraat ontwikkelt onderzoek en onderwijs ten behoeve van de zorg voor langdurig zieken en ouderen. Het lectoraat helpt het ontwikkelen en implementeren van (technologische) innovaties In deze zorg. Het onderzoeksprogramma van het lectoraat richt zich op (evaluatie van) de beroepsuitoefening van verpleegkundigen en paramedici op het terrein van de langdurige zorg. Ook vragen over de organisatie van die zorg vallen onder het programma. Het Lectoraat Langdurige Zorg kent drie onderzoekslijnen. •• Eerstelijnszorg heeft betrekking op de zorg aan thuiswonende patiënten met een of meer langdurige aandoeningen.
The key question for the research group for Long Term Care is: ‘How can nurses and allied health professionals help the elderly and people with chronic disabilities to maintain quality of life and to maintain control over their own lives for as long as possible?’
Different research areas The research group studies interventions and methodologies in the care of the chronically ill and the elderly. It passes on the insights it has gained to nurses and allied health professionals and to its students via the curriculum. It also assists these professionals in developing and implementing both technological and other kinds of innovations. The Long Term Care research programme focuses on development and evaluation of the professional practice of nurses and allied health professionals within the field of long term care. It also investigates questions relevant to the structure and management of this care. The research programme currently consists of three research areas: •• Primary care relates to the home care of patients with one or more long term disability/illness
‘In langdurige zorg staat de kwaliteit van leven voorop.’ •• T echnologie en zorg gaat over de meest optimale methodiek om technologische innovaties te implementeren. •• Zorg voor de kwetsbare oudere richt zich vooral op de kwaliteit van de multidisciplinaire zorgverlening in of vanuit het verpleeghuis voor kwetsbare ouderen.
‘The overriding goal of long-term care is quality of life.’
•• T echnology and Care is concerned with the most optimal methods to implement technological innovations •• Care for vulnerable elderly is predominately direct ed at the quality of multidisciplinary care either within or from the nursing home.
Rob van der Sande was psychiatrisch verpleegkundige, wetenschappelijk secretaris bij de Raad voor Gezondheidsonderzoek, en wetenschappelijk stafmedewerker bij de Gezondheidsraad.Van der Sande vervult een aantal bestuurlijke functies. Marian Adriaansen was verpleegkundige en wijkverpleegkundige. Van 2000-2008 was ze directeur van het Instituut Verpleegkundige Studies van de HAN. Ze is gepromoveerd op verpleegkundig onderwijs in palliatieve zorg. Ze is coördinator van het Transferpunt Vaardigheidsonderwijs en hoofdredacteur van TvZ.
Professor Rob van der Sande’s background is in nursing and he has several years of experience in fields including the psychiatric sector. He was also the research secretary for the Advisory Council on Health Research as well as a research assistant for the Health Council of the Netherlands. Professor van der Sande currently fulfils a number of management functions within care organisations. Marian Adriaansen has a background in commun ity nursing. She was the Director of the Institute for Nursing Studies of HAN from 2000 to 2008. She gained her PhD on the topic of training for palliative care nurses and is also currently active as the coor dinator of the International Centre for Skills Training as well as editor of a health magazine.
marian adriaansen lector | professor
95
96
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Management van Zorg en Dienstverlening research group for management of care and services Het lectoraat richt zich op innovatie, kennisontwikkeling en kenniscirculatie in onderwijs en beroepspraktijk op het vlak van management in maatschappelijke organisaties en instellingen in zorg en dienstverlening. Het lectoraat draagt bij aan de ontwikkeling van ‘evidenced-based management’ in zorg en dienstverlening. Het werkt samen met het beroepsveld en kennisinstituten.
het reëel dat ook het management werkt volgens bewezen standaarden. Deze standaarden zijn nog maar beperkt voorhanden. En wanneer deze er wel zijn, worden ze niet altijd toegepast. Daarom ontwikkelt het lectoraat standaarden en toetst deze op hun waarde. Deze standaarden worden in de dagelijkse praktijk en in managementopleidingen verankerd. Uiteraard beginnen we hier niet vanuit een nulsituatie. Maar een situatie van ‘evidenced-based management’ is nog toekomstmuziek. Hierin ligt dé uitdaging van het lectoraat. Hierbij wordt samengewerkt met onder andere het IQ Health Care instituut van de Radboud Universiteit. Het onderzoek wordt waar mogelijk gekoppeld aan bachelor- en masteropleidingen.
Bewezen standaarden Voor professionals in de zorg en in dienstverlenende organisaties is het steeds belangrijker om de meerwaarde van hun handelen aan te tonen. Daarom is
Twee thema’s Onderwijs en onderzoek zijn met elkaar verbonden. Hiervoor zijn volop mogelijkheden. De thema’s voor het lectoraat zijn namelijk:
The research group focuses on innovation and acquiring and disseminating knowledge in the field of management of health care organisations and organisations in the social sector. We contribute to the development of ‘evidence-based management’ and work in collaboration with other research institutes and the professional field.
when they are, they are not always applied. For this reason, the research group develops standards and tests them on their suitability and applicability. These standards are firmly anchored in daily practice and in management courses. Although it is not a new field, ‘evidence-based management’ is still in its infancy, and therefore provides a serious challenge for the research group. One of the organisations we collab orate with is the IQ Health Care Institute of Radboud University. Our research, where possible, is linked to Bachelors and Masters courses.
Proven standards It has become increasingly important to quantify and establish the added value of the activities of profess ionals and organisations in the health care sector. It is therefore realistic to have management work in accordance with proven standards. However, such standards are not always readily available, and even
Two themes Making use of opportunities to connect research to education, the research group focuses on the following two themes: •• Effective management strategies •• The body of knowledge and skills that prospective managers must have. The results of research on the first of these two
hub hamers lector | professor
‘In zorg en dienstverlening zijn wellicht minder managers nodig, maar zij moeten wel beter worden toegerust en voorbereid op hun taken. En zorgprofessionals dienen meer dan nu in (zelf)management te worden geschoold.’
Hub Hamers werkt sinds 2010 voor de HAN en is al dertig jaar werkzaam in de gezondheidszorg. Hij promoveerde in Maastricht. Naast zijn inhoudelijk werk – als wetenschapper, en als beleids- en organisatieadviseur – vervulde hij diverse managementrollen. Op basis van beleidsondersteunend en praktijkgeoriënteerd onderzoek brengt hij rationaliteit in beleids- en managementprocessen. Als lid van de Orde van Organisatieadviseurs is Hamers ‘Certified Management Consultant’.
•• Welke managementstrategieën werken? •• Waarmee dient de gereedschapskist van de manager gevuld te zijn (‘Body of Knowledge & Skills’)? De bevindingen uit het eerste thema vormen input voor de opleidingen. In het kader van de master- thesis werken studenten aan het oplossen van managementvraagstukken.
‘There is probably less need for managers in the health care and services sectors, but prospective managers need to be better equipped and prepared for their functions. Now, more than ever, health care professionals need to be schooled in management and self management.’
themes are integrated into courses at HAN. Masters students also work on the solution of management issues such as these in their dissertations.
Professor Hub Hamers has worked for the HAN since 2010 and has over 30 years’ experience in the health care sector. He gained his PhD in 1987 in Maastricht. Besides his current activities as a researcher and as a professional management con sultant, he also filled several management roles. He delivers rationality to policy and management processes through policy supporting and practicebased research. As a member of the Order of Organisational Consultants, Professor Hamers is also a Certified Management Consultant.
97
98
interessegebied lectoraat
interessegebied lectoraat
Lectoraat Sociale en Methodische Aspecten van Psy chiatrische Zorg research group for social psychiatry & mental health nursing
Het Lectoraat Sociale en Methodische Aspecten van Psychiatrische Zorg ligt op het grensgebied van psychiatrie, verpleegkunde en sociale studies. De focus ligt op de wisselwerking tussen sociale factoren, sociale interventies en geestelijke gezondheid. Het lectoraat richt zich op de verbetering van geestelijke gezondheidszorg door hboprofessionals, vooral voor mensen met langdurige en ernstige psychiatrische problematiek. Drie kernthema’s Maatschappelijke veranderingen, professionele veranderingen en sectorale veranderingen vragen om
The research group for Social Psychiatry & Mental Health Nursing is positioned on the border of psychiatry, nursing and social studies. It focuses on the interaction between social factors, social interventions and mental health. The research group aims at improving the way higher educated professionals provide mental health care, especially to people with severe and long-term mental illness. Three core themes Due to societal changes, and changes in both the profession and the mental health field, knowledge and training must be tailored to the needs of broadly educated mental health professionals.
een bundeling van kennis en training voor een nieuwe generatie breed opgeleide GGZ-professionals. De kernthema’s van het onderzoek zijn: •• sociale factoren bij psychiatrische problematiek en psychiatrische zorg; •• vaststelling van de behoefte en noodzaak aan psychiatrische zorg; •• methodisch werken in de psychiatrische zorg. Het lectoraat wil nieuwe methodische zorgvormen ontwikkelen. Deze zorgvormen dienen maatschappelijker, cliëntgerichter, beter inhoudelijk verantwoord en duurzamer gefinancierd te zijn dan de huidige (langdurige) zorg. Kennis over sociale factoren – zoals bijvoorbeeld de invloed van de woonomgeving of het werk van de cliënt – is daarbij belangrijk. Innovatie psychiatrische zorg Het lectoraat wil een regionaal kennisinstituut zijn dat opleiding biedt aan verschillende typen professionals op verschillende niveaus. Het lectoraat staat met één
The core themes of our research are: •• Social factors in mental health problems and psychiatric care •• Establishing the need and necessity for psychiatric care •• Working systematically in psychiatric care. The research group will focus on the development of new systematic forms of care that should be more community-based, more client-oriented and better empirically founded. In addition, they should be financed more sustainably than current long-term care. Knowledge about social factors, such as the influence of the client’s environment and availability of work (paid or unpaid), is important in this respect. Innovation in psychiatric care The research group aims to function as a regional knowledge institute that offers training to different kinds of professionals at varying levels. It carries out
bauke koekkoek lector | professor
‘Hbo-professionals in de geestelijke gezondheidszorg werken met een beperkt arsenaal aan goed onderbouwde methoden. Samenwerking met patiënten is het meest veelbelovend om dit arsenaal uit te breiden.’
Bauke Koekkoek is verpleegkundige en epidemioloog en promoveerde in de sociale wetenschappen. Hij werkt tevens als verpleegkundige en opleider bij Pro Persona – een grote organisatie voor geestelijke gezondheidszorg in Gelderland. Hij hoopt dat de inspanningen van het lectoraat leiden tot nóg betere zorg voor mensen met ernstige en langdurige psychiatrische problematiek.
been in de praktijk en met één been in het onderzoek. Het wordt mede gefinancierd door vier grote instellingen voor geestelijke gezondheidszorg. Dankzij de synergie van het lectoraat, de onderwijssectie en het praktijkveld heeft de HAN de potentie uit te groeien tot een van de meest innovatieve kennisinstituten op het gebied van psychiatrische zorg.
‘Graduates of higher professional education working in mental health care have a limited repertoire of well-founded methods. Cooperating with patients seems the most promising way to build on this repertoire.’ research, but is at the same time involved in actual practice. The research group is partly funded by four large institutions for mental health care. Thanks to the synergy between the research group, the teaching faculty and the professional field, HAN has the potential to develop into one of the most innovative knowledge institutes in the field of psychiatric care.
Bauke Koekkoek is a nurse and epidemiologist and earned his PhD in social sciences. He also works as a nurse and training director at Pro Persona – a large organisation for mental health care in the province Gelderland. He hopes that the efforts of the research group will result in even better care for people with serious and long-term mental illness.
99
Colofon | Colophon Realisatie | Publishing HAN-MCV Vertaling | Translation HAN Talencentrum | HAN Language Centre Ontwerp | Design Bureau Ketel Fotografie | Photography Rob Gieling Druk | Printing Efficiënt Nijmegen Uitgave | Edition Oktober 2011 | October 2011