POSTOPERATIEVE VERWIKKELINGEN
Dr. Ives Hubloue Dienst Intensieve Geneeskunde Academisch Ziekenhuis V.U.B.
POSTOPERATIEVE VERWIKKELINGEN • • • • •
Pulmonale verwikkelingen Cardiovasculaire verwikkelingen Renale verwikkelingen Endocrinologische verwikkelingen Gastro -enterologische en urologische Gastro-enterologische verwikkelingen • Psychologische verwikkelingen
INLEIDING (1) • Postoperatieve verwikkelingen → primaire aandoening → ingreep zelf → andere factoren • Vaak onduidelijke symptomatologie zodat de diagnose vaak wordt gesteld als het « te laat » is ⇒ belang van juiste postoperatieve observatie
INLEIDING (2) • In de meeste gevallen is preventief ingrijpen in de preoperatieve periode aangewezen om het risico op complicaties te verminderen ((obesitas, obesitas, roken, hypertensie, ...)
• Preventieve interventies
→ korte preoperatieve hospitalisatie → respiratoire kinesitherapie → preventie van trombo -embolie ... trombo-embolie
ALGEMENE MAATREGELEN IN DE POSTOPERATIEVE PERIODE • •
Vroegtijdige mobilisatie Correcte respiratoire ondersteuning ((kine, kine, rechtopzittende houding, hoestreflex)
• • •
Correcte vocht vocht-- en elektrolietentoediening Correcte (zo snel als mogelijk) voeding Nauwkeurige observatie (ICU, PACU, zaal)
PULMONALE VERWIKKELINGEN (1) • Belangrijk ste postoperatieve verwikkeling Belangrijkste • Belangrijke doodsoorzaak bij pati ënten patiënten > 60 jaar • Predisponerende factoren : thoraxheelkunde hoge abdominale heelkunde chronisch obstructief longlijden hoge leeftijd
PULMONALE VERWIKKELINGEN (2) • • • • • •
Infectie → pneumonie Aspiratie Atelectase Pneumothorax Pleuravochtuitstorting Longembolie
PULMONALE VERWIKKELINGEN (3) PNEUMONIE (1) • Verminder de hoestreflex, activiteit van Verminderde het mucociliair ssysteem ysteem en alveolaire macrofagen • Endotracheale intubatie en mechanische ventilatie peroperatief en postoperatief is alles behalve fysiologisch
PULMONALE VERWIKKELINGEN (4) PNEUMONIE (2) • Gramnegatieve bacteria ((Pseudomonas, Pseudomonas, Klebsiella Klebsiella,, E. Coli ...) • Snelle toediening van de juiste antibiotica, juiste dosering en duur van de therapie • Follow -up van inflammatoire parameters ; Follow-up iconografie (RX -CT) (RX-CT) • Bronchoscopie (met cultuurafname) indien aangewezen
PULMONALE VERWIKKELINGEN (5) ASPIRATIE MAAGINHOUD (1) • Bevorder d door sondes, sedatie Bevorderd sedatie,, ... • Vaker bij thorax thorax-- en abdominale heelkunde en bij pati ënten met tracheostomie patiënten • Geeft aanleiding tot pneumonie (infectieus en chemisch) met soms evolutie naar ARDS (en MOF)
PULMONALE VERWIKKELINGEN (6) ASPIRATIE MAAGINHOUD (2) • Preventie :
- juiste positie - inductie anesthesi e anesthesie - correct uitgevoerde intubatie
• Behandeling : - endobronchiaal toilet - juiste antibiotica - corticotherapie : controversieel - mechanische ventilatie
PULMONALE VERWIKKELINGEN (7) ATELECTASE • • •
Vaak na abdominale heelkunde RX thorax : denk eraan ! Preventie : - vroegtijdige mobilisatie - respiratoire kine ! - preoperatieve training • Behandeling : - aspiratie (zo nodig bronchoscopie bronchoscopie)) - respiratoire kine - soms CPAP - IPV
PULMONALE VERWIKKELINGEN (8) PLEURAVOCHTUITSTORTING PNEUMOTHORAX(1)
• Na thoraxheelkunde → drains ! • Ook na abdominale heelkunde is vorming van kleine hoeveelheden reactioneel pleuravocht mogelijk • Geeft aanleiding tot atelectase → pneumonie
PULMONALE VERWIKKELINGEN (9) PLEURAVOCHTUITSTORTING PNEUMOTHORAX (2)
• Pleuravocht kan soms het onrechtstreeks teken zijn van subdiafragmatische abcedatie • Aanwezigheid van drains geeft soms een valse zekerheid → controleer de juiste werking van de drains
PULMONALE VERWIKKELINGEN (10) PLEURAVOCHTUITSTORTING PNEUMOTHORAX (3)
• Indien pleuravocht aanleiding geeft tot respiratoire insuffici ëntie moet het insufficiëntie gedraineerd worden. Kleine uitstortingen draineert men liefst niet ! • Pneumothorax is vaak iatrogeen na het plaatsen van diepe catheters catheters.. → belang van RX thorax (zonodig herhalen)
PULMONALE VERWIKKELINGEN (11) LONGEMBOLIE • Vaak miskend door vage symptomatologie • Preventie door : - vroegtijdige mobilisatie
- LMWH - TED -kousen TED-kousen - speciale matrassen matrassen,, andere • Behandeling : - Heparine – LMWH
- ““Thrombolyse” Thrombolyse”
CARDIOVAS CULAIRE VERWIKKELINGEN CARDIOVASCULAIRE • Ritmestoornissen • Postoperatief myocardinfarct • Hartfalen • Diep veneuze trombose • Acute arteri ële ischemie arteriële
CARDIOVAS CULAIRE VERWIKKELINGEN CARDIOVASCULAIRE RITMESTOORNISSEN • Supraventriculair – ventriculair • Vaak secundair tgv tgv.. medicatie, iionenstoornissen, onenstoornissen, hypoxie hypoxie,, pijn, ... • Meestal niet levensbedreigend, indien wel is directe actie nodig • Onderliggende oorzaken behandelen • Cardiologisch consult
CARDIOVAS CULAIRE VERWIKKELINGEN CARDIOVASCULAIRE POSTOPERATIEF MYOCARDINFARCT • Vaak na episode van hypotensie – hypoxie • In vele gevallen asymptomatisch • Manifesteert zich dan door ritmestoornissen en/of hartfalen • Diagnose : EKG -enzymen ((troponine) troponine) EKG-enzymen • Behandeling : individueel te bepalen
CARDIOVAS CULAIRE VERWIKKELINGEN CARDIOVASCULAIRE HARTFALEN • Na infarct • Gekend congestief hartfalen met vochto verbelasting, cardiale depressie door vochtoverbelasting, dde e anesthetica .... • Behandeling : zuurstof, vochtrestrictie, diuretica, nitraten, inotropica
CARDIOVAS CULAIRE VERWIKKELINGEN CARDIOVASCULAIRE DIEP -VENEUZE TROMBOSE DIEP-VENEUZE
• Soms moeilijke klinische diagnose : wordt vaak ontdekt na het longembool • Belang van de preventie : mobilisatie en LMWH mechanische compressie
CARDIOVAS CULAIRE VERWIKKELINGEN CARDIOVASCULAIRE ACUTE ARTERIELE INSUFFICIENTIE
• Soms iatroge en op arteri ële catheters iatrogeen arteriële • Juiste therapie in overleg met de vasculaire chirurg ((invasief invasief – medicamenteus medicamenteus))
RENALE VERWIKKELINGEN (1)
• Acute nierinsuffici ëntie nierinsufficiëntie • ““Acute Acute on chronic renal failure ” failure”
RENALE VERWIKKELINGEN (2) ACUTE NIERINSUFFICIENTIE
• Vaak ATN • Uitlokkende factoren : hypovolemie – hypotensie • Dialyse indien metabole acidose acidose,, anurie hyperkali ëmie hyperkaliëmie
ENDOCRINOLOGISCHE VERWIKKELINGEN (1)
• Glucose -homeostase Glucose-homeostase • Hypocalc emie Hypocalcemie • Schildklierpathologie
ENDOCRINOLOGISCHE VERWIKKELINGEN (2) GLYCEMIE
• Hypoglycemie → urgentie • Hyperglycemie → nieuwe trend oom m glycemie tussen 85 – 110 te houden in de postoperatieve periode (Leuven -studie). (Leuven-studie). • Vaste schema ’s in het ziekenhuis voor schema’s type I – II diabetes ( GI K-infuus ) GIK-infuus
ENDOCRINOLOGISCHE VERWIKKELINGEN (3) HYPOCALCIEMIE
Vaak na (bij -)schildklierheelkunde (bij-)schildklierheelkunde Vaak na polytransfusie Problemen met de stolling Levensgevaarlijke ritmestoornissen
ENDOCRINOLOGISCHE VERWIKKELINGEN (4) SCHILDKLIERPATHOLOGIE
• Hyper – hypothyro ïdie hypothyroïdie • Preoperatieve diagnose • Verderzetting thuismedicatie
GASTRO -INTESTINALE EN UROLOGISCHE GASTRO-INTESTINALE VERWIKKELINGEN (1) ILEUS
• Anesthesie – Mani pulatie Manipulatie • Transi ënt Transiënt • Maagsonde • Cisapride ?
GASTRO -INTESTINALE EN UROLOGISCHE GASTRO-INTESTINALE VERWIKKELINGEN (2) MAAGDILATATIE
• • • •
Pre -oxygenatie - Intubatie Pre-oxygenatie Urgente heelkunde Bemoeilijkt diafragmabeweging Risico op aspiratie
GASTRO -INTESTINALE EN UROLOGISCHE GASTRO-INTESTINALE VERWIKKELINGEN (3) GLOBUS
• Medicamenteus • Verstopte blaassonde • Pijn • Frequent e Frequentee oorzaak van postoperatiev postoperatieve (niet -levensbedreigende) hypertensie (niet-levensbedreigende)
PSYCHOLOGISCHE VERWIKKELINGEN (1) POSTOPERATIEVE PSYCHOSE
• Symptomen : aangst ngst - vverwardheid erwardheid - desori ëntatie desoriëntatie • Soms medicamenteus ge ïnduceerd geïnduceerd • Soms metabole oorzaken • Behandeling van de onderliggende ooorzaken orzaken • Psychiatrisch consult zo nodig
PSYCHOLOGISCHE VERWIKKELINGEN (2) ““HET HET ICU -SYNDROOM” ICU-SYNDROOM” ((Intensivitis) Intensivitis) Verwardheid – desori ëntatie – agitatie desoriëntatie Architecturale factoren Herstel dag -nacht-ritme, bezoek, ... dag-nacht-ritme,
PSYCHOLOGISCHE VERWIKKELINGEN (2) DELIRIUM TREMENS
Verwardheid – agitatie – tremor – transpiratie Behandeling :
--Valium Valium -V ocht Vocht - Vit amine B 1 Vitamine B1