Naam:
................................................................. Nr.:
.....................
Vak:
Nederlands
Vakleraar: Datum:
G. Hollebosch …………………………………………………… 2016 Klas:
6 aso
Mighty Aphrodite (kijk- en luistertaak): intertekstualiteit en postmodernisme
/ 20
Je leerde onlangs over het ontstaan van het westerse toneel n.a.v. Mamma Medea. Daarover legde je een toets af. Straks kijk je naar een fragment van een film. Lees eerst de vragen, bekijk dan het fragment en beantwoord ten slotte de vragen. Je mag (individueel) aantekeningen maken, maar het is vooral de bedoeling dat je kijkt. Schrijf dus niet meer op dan hier en daar een woord. Na het kijkfragment overloop je per groepje van 3 of 4 de vragen en schrijf je snel een antwoord uit. Vooraf hoor je in welk groepje jij thuishoort.
Kijktip Het gaat om een montage van de hele film. Telkens als het beeld wegschuift, betekent het dat we naar een nieuwe passage springen verderop in de film. Postmodernisme In je handboek (blz. 181) staat het volgende bij literatuur vanaf 1970: “Vanaf de jaren tachtig werd de term postmodernisme een modewoord. De postmoderne mens ervaart de wereld als uiterst complex. Hij heeft het gevoel dat alles relatief is. Overkoepelende structuren vallen weg, niemand heeft nog allesomvattende principes waar alles aan vastgeknoopt kan worden. Dé waarheid bestaat niet. We beleven ‘het einde van de grote verhalen’. Postmoderne kunst is een verzamelnaam voor allerlei vormen van moderne kunst. Postmoderne kunstenaars kiezen uit verscheidene stromingen wat ze bruikbaar vinden voor hun kunstwerk (eclecticisme). In de architectuur bv. combineert men hypermodern met klassiek.” (Frappant Basisboek, blz. 181) Intertekstualiteit. Een kenmerk van de kunststroming postmodernisme is het gebruik van intertekstualiteit. Dat is het “verwijzen naar andere teksten. Vele postmodernistische kunstwerken bevatten toespelingen op, knipogen naar en citaten uit andere werken met vaak ook een toon van parodie of pastiche.” (Nieuw Netwerk Nederlands 6A)
A. Ga op zoek naar voorbeelden van intertekstualiteit. De film zit immers vol verwijzingen en knipoogjes naar de Griekse tragedie. Nu je erover leerde, moet het eenvoudig zijn om het een en ander terug te vinden. 1. Bespreek kort hoe hybris een rol speelt in het verhaal. (2p) 2. Waarvoor staat Cassandra? Welke rol speelt zij in de klassieke Griekse mythologie? (2p) 3. Geef minstens 8 andere knipogen. Je vermeldt ze kort. (4p) B. Je vindt in deze film veel referenties aan de Griekse tragedie, en toch is dit geen tragedie. Wat is typisch voor een tragedie en wat vind je hier (dus) niet terug? (2p) C. Eén aspect uit de toneeltheorie is dramatische ironie. Dramatische ironie is, ondanks het woord, niet altijd komisch bedoeld. Hoe vind je hier een voorbeeld van dramatische ironie? (2p)
D. Mighty Aphrodite is duidelijk bedoeld als komedie. Geef een viertal voorbeelden van elementen die duidelijk humoristisch bedoeld zijn. (Tip: misschien is je de woordhumor opgevallen, karakterhumor of situatiehumor?) (4p) E. Geef twee goede redenen waarom je de film postmodern kan noemen. (4p)
OPLOSSING
Je leerde onlangs over het ontstaan van het westerse toneel n.a.v. Mamma Medea. Daarover legde je een toets af. Aansluitend kijk je straks naar een fragment van een film. Lees eerst de vragen, bekijk dan het fragment en beantwoord ten slotte de vragen. Het gaat om een montage van de hele film. Telkens als het beeld wegschuift, betekent het dat we naar een nieuwe passage springen verderop in de film.
Postmodernisme In je handboek (blz. 181) staat het volgende bij literatuur vanaf 1970: “Vanaf de jaren tachtig werd de term postmodernisme een modewoord. De postmoderne mens ervaart de wereld als uiterst complex. Hij heeft het gevoel dat alles relatief is. Overkoepelende structuren vallen weg, niemand heeft nog allesomvattende principes waar alles aan vastgeknoopt kan worden. Dé waarheid bestaat niet. We beleven ‘het einde van de grote verhalen’. Postmoderne kunst is een verzamelnaam voor allerlei vormen van moderne kunst. Postmoderne kunstenaars kiezen uit verscheidene stromingen wat ze bruikbaar vinden voor hun kunstwerk (eclecticisme). In de architectuur bv. combineert men hypermodern met klassiek.” (Frappant Basisboek, blz. 181) Intertekstualiteit. Een kenmerk van de kunststroming postmodernisme is het gebruik van intertekstualiteit. Dat is het “verwijzen naar andere teksten. Vele postmodernistische kunstwerken bevatten toespelingen op, knipogen naar en citaten uit andere werken met vaak ook een toon van parodie of pastiche.” (Nieuw Netwerk Nederlands 6A) A. Ga op zoek naar voorbeelden van intertekstualiteit. De film zit immers vol verwijzingen en knipoogjes naar de Griekse tragedie. Nu je erover leerde, moet het eenvoudig zijn om het een en ander terug te vinden. 1. Bespreek hoe hybris een rol speelt in het verhaal. Lenny lijdt aan hybris, overmoed, wanneer hij Linda’s leven wil controleren en regelen 2. Waarvoor staat Cassandra? Welke rol speelt zij in de klassieke Griekse mythologie?
Cassandra voorspelt dat het slecht zal aflopen (Cassandra wijst Apollo af, die haar een voorspellersgave schonk, maar omdat zij hem afwees, zorgde hij ervoor dat niemand haar voorspellingen geloofde). => zoek een aantal andere knipogen Je vermeldt ze hieronder. 1. titel verwijst naar een Griekse godin, de godin van de liefde: Mighty Aphrodite 2. Griekse muziek (begingeneriek) 3. een Grieks amfitheater 4. een koor 5. met maskers 6. het koor spreekt over Medea van Euripides (niet letterlijk) en verwijst naar Jasons vrouw die handelde uit blinde woede 7. in een volgende scène spreekt Laius, koning van Thebe, over de zoon die hem vermoordde en getuigt zijn vrouw Jokaste dat zij met hem trouwde. Je ziet de zoon Oedipus in beeld wankelen met bebloede ogen (Oedipus steekt zijn ogen uit op het einde van het stuk van Sophocles) 8. Oedipus draagt kothurnen 9. het koor spreekt met één stem, het verwoordt de vragen die het publiek zich moet stellen: bv. ik vraag me af hoe ze iemand als Oedipus noemen in Brooklyn? 10. de scène met het koor speelt zich af in Griekenland in het amfitheater, alsof het een koorzang betreft, een stasimon 11. het koor verwittigt Lenny om niet na te gaan wie de moeder is van Max – Lenny gaat er tegenin en gaat op onderzoek: hij slaat de goede raad in de wind < hybris? 12. De voorzanger waarschuwt hem nogmaals: doe het niet! Ook nu weer houdt Lenny vol en spreekt hij af met ‘Judy Cum’ / Linda Ash. 13. Na zijn afspraak met Linda Ash komt alweer het koor tussenbeide (met Cassandra die rampen voorspelt, en erger: advocaten!) 14. Plots komt een boodschapper, die vertelt over hoe Lenny meer wil ontdekken. Linda vindt hem een engerd en wil hem niet meer zien, maar Lenny wacht haar op voor haar appartement 15. Lenny lijdt aan hybris, overmoed, wanneer hij Linda’s leven wil controleren en regelen 16. Cassandra voorspelt alweer gevaar, fysiek gevaar (een kale man die Lenny’s knieschijven kapotslaat) 17. Lenny speelt voor God, het koor noemt het (alweer) hybris 18. Tireisias, blinde ziener 19. deus ex machina (Don, helikopterpiloot, man van Linda) B. Je vindt in deze film veel referenties aan de Griekse tragedie, en toch is dit geen tragedie. Wat is typisch voor een tragedie en wat vind je hier (dus) niet terug? ð geen catastrofe op het einde ð happy end: Lenny is terug bij Amanda, Linda heeft ook een man en is gelukkig bij haar kindje (niemand sterft hier)
C. Eén aspect uit de toneeltheorie is dramatische ironie. Dramatische ironie is, ondanks het woord, niet altijd komisch bedoeld.
Hoe vind je hier een voorbeeld van dramatische ironie? op het einde kent de toeschouwer het hele verhaal: dat Lenny een kind heeft van Linda en Linda van Lenny, maar zij weten dat niet van elkaar. Zij zegt bovendien hoe knap Max is, hoe hard Max moet lijken op zijn moeder, maar ze weet natuurlijk niet dat zij de moeder is van Max. Hij zegt hetzelfde, haar dochter heeft een knap gezichtje, de vader moet echt knap zijn. Hij weet niet dat hij dat is. => de ‘verteller’ / voorzanger noemt het zelf ‘ironie’. Het effect is tragi-komisch. Het is natuurlijk (eigenlijk) tragisch dat de personages hun lot niet kennen, maar tegelijkertijd is dat op een bepaalde manier grappig voor de kijker. Bovendien weet de kijker dat hij zit te kijken naar een fictieverhaal, van echte tragiek is hier geen sprake. D. Mighty Aphrodite is duidelijk bedoeld als komedie. Geef nog een viertal voorbeelden van elementen die duidelijk humoristisch bedoeld zijn. Tip: misschien is je de woordhumor opgevallen, karakterhumor of situatiehumor? vaak woordhumor: what’s wrong with his dick? (he’s dickin’ around) wampsville – whimpsville (whimp = idioot) is it (Linda) with ER or UR the Acropolis => Grieks restaurant heeft het paard van Troje een houten pik? Zeus zijn antwoordapparaat karakterhumor: Kevin is echt niet slim => WWII: joden tegen … hoe heten de slechteriken weer? situatiehumor: de koorleider die het papiertje vasthoudt wanneer Lenny het adres van Linda opschrijft het koor belt naar Zeus maar er is enkel een antwoordapparaat ironische montage: Lenny wil beslist geen kind adopteren, dat zegt hij aan de telefoon tegen Amanda. In de volgende scène houdt hij vertederd een baby in zijn armen E. Geef een goede reden waarom je de film postmodern kan noemen?
ð eclecticisme: voorbeelden van vermenging ‘high’ en ‘low culture’ (Schindler’s List, The Philadelphia Story), jazz muziek, pornofilms (The Enchanted … Salad, eigenlijk is het Pussy), bokscultuur (Kevin), kunstgalerijhouder (Amanda) ð intertekstualiteit: zie hoger, knipogen naar de Griekse tragedie ð het einde van de grote verhalen: Zeus neemt niet op. Er is geen god die de mens kan helpen als hij hem aanroept. ð letterlijk ook een combinatie van hypermoderne kunst (film) met klassieke kunst (oud Grieks toneel met alles erop en eraan) overbodig… Lees het volgende fragment uit een artikel over Woody Allen en beantwoord de vragen. Door de mix van slapstick, seks, Freudiaanse psychoanalyse en jazz met New York als decor, krijgen zijn films vaak het stempel "intellectualistisch" en hoewel ze door de jaren heen een trouw publiek bleven trekken, zijn het nooit monstersuccessen geworden. Het door DreamWorks geproduceerde Small Time Crooks bracht een bescheiden tien miljoen dollar op. Door critici - zijn films zijn altijd meer geliefd gebleken in Europa (vooral Frankrijk) dan in zijn thuisland - worden de tien jaar vanaf Annie Hall (1977, Oscars voor beste film en beste regie) als zijn creatieve piekperiode gezien. Het decennium erna sloeg hij meer de bittere toon van de door hem bewonderde Ingmar Bergman aan in relatiedrama's waardoor zijn op comedy en slapstick beluste publiek afhaakte. De laatste tien jaar worden zijn films weer wat lichter en meer verteerbaar. https://nl.wikipedia.org/wiki/Woody_Allen Vind je deze film “intellectualistisch”? Waarom (niet)?