POSTINTERVENTIE- DOSSIER

POSTINTERVENTIEDOSSIER In het kader van het K.B. betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen van 25 januari 2001 en 19 januari 2005

BOUWPLAATS

Bara - De Lijn

Adres:

Site Bara Mudrahoek 22-26 en Barastraat 103-109 1070 Anderlecht

Opdrachtgever:

Cityline Antoon Van Osslaan 1, bus 2 1120 Brussel

Coördinator-ontwerp:

Abesco – Patrick Luyten

Coördinator-verwezenlijking:

Abesco – Patrick Luyten

Esperantolaan 13/3 - 3300 Tienen Tel: (016)78 19 20 Fax: (016)78 19 21 [email protected]

1.

Omschrijving van het project

1.1.

Aard van het project

Bara De Lijn – Herinrichting van een industriële zone Nieuwbouw van blok 6&7 - appartementen 1.2 -

Projectomlijning Ruwbouwwerken Afwerkingswerken Technieken

De omgevingswerken zijn inbegrepen.

2.

Gegevens van de tussenkomende partijen

Opdrachtgever: Cityline Antoon Van Osslaan 1 bus 2 – 1120 Brussel Contactpersoon: Wim Straetmans Tel: 02 719 46 11 GOMB Gabrielle Petitstraat 6 – 1080 Brussel Contactpersoon: Youssef El Mimouni Tel: 02 422 50 76 Studiebureau Stabiliteit: Establis Beversesteenweg 612 – 8800 Roeselare Contactpersoon: Alexander Wullaert Tel: 051 43 12 03 Studiebureau Speciale technieken: R. Boydens Gossetlaan 28a bus 2 – 1702 Groot-Bijgaarden Contactpersoon: Davy Weckhuysen Tel: 02 468 11 58 Architect: DDS&Partners Louizalaan 251 – 1050 Brussel Contactpersoon: Christine Van Elewyck Tel: 02 340 32 24 Aannemer: CEI De Meyer Antoon Van Osslaan 1 bus 2 – 1120 Brussel Contactpersoon: Roan Van Boeckel Tel: 09 280 99 99 (Onder)aannemers: zie lijst bijlage 1. ABESCO - 2007030

Postinterventiedossier “Bara – B6 & B7”

2/13

3.

Structurele voorzieningen/maatregelen t.b.v. risicovolle werkzaamheden in de gebruiksfase (reinigingen, inspecteren, onderhoud en verbouw)

Structurele voorzieningen die werden aangebracht tijdens de uitvoeringsfase om in de gebruiksfase de risicovolle werken (reinigen, inspecteren, onderhoud, ...) veilig te kunnen uitvoeren. ONDERWERP

INFORMATIE EN VOORZIENINGEN 

1. Reinigen van ramen



Alle ramen zijn opengaand en kunnen van binnen uit gereinigd worden of van op het terras. Rondom de terrassen is er een borstwering voorzien conform NBN B03-103 en STS54.

B7 

Aan de buitenzijde van de opengaande ramen zijn leuningen voorzien conform NBN B03-103 en STS54.

B6

ABESCO - 2007030


3/13

2. Dak



Bij het betreden van het dak dient men steeds een veiligheidsharnas te dragen.



Op het dak zijn vaste ankers aanwezig. De werknemer kan zich hieraan zekeren bij het uitvoeren van werken in de buurt van de dakrand. Enkele ankerpunten (zwaardere uitvoering) zijn voorzien voor het gebruik van een werflevenslijn. Deze is te voorzien door de aannemer die de werken gaat uitvoeren. Voor de onderhoudswerken aan de technische installatie op het dak is een looppad aangebracht. Bij het betreden van de gevarenzone dient men steeds het veiligheidsharnas te gebruiken en zich te zekeren aan de aanwezige ankerpunten.



B6   

 B6

De toegang tot het dak gebeurt via een vaste schuifladder door de rookkoepel van traphal. De ladderboom is voorzien van een schuifgrendel. Hierdoor kan het onderste gedeelte van de ladder op het tussenbordes geplaatst worden. Eénmaal de dakkoepel open is, kunnen de twee geleiders aan de zijkant van de ladders ontgrendeld worden, en naar boven geschoven worden. Zo wordt de houvast tot op 1m boven de dakrand gebracht. Om de schuifladder terug in elkaar te schuiven, worden de verschillende delen met een kliksysteem weer vergrendeld.

B7 



De toegang gebeurt via de trapkern D. Op de bovenste verdieping is er een toegangsdeur tot het dak. Deze deur is enkel toegankelijk voor bevoegden. De deur is enkel te openen met sleutel. Van op dit dak is het hoger gelegen dak bereikbaar met een vaste kooilladder.

B7

ABESCO - 2007030


4/13

3. Elektrische huishoudelijke installatie



De huishoudelijke elektrische installatie in de appartementen is uitgerust met een differentieelschakelaar. Naast de algemene van 300 mA is er ook één van 30mA voor de gevoelige ruimten zoals de badkamer e.d.



Alle doorvoeren in de parking/ kelder naar de bovengrondse verdiepingen zijn gecompartimenteerd.



De meterlokalen bevinden zich op niveau -1. Er zijn aparte lokalen voorzien voor gas-, water en elektriciteitsmeters. Al deze lokalen zijn apart gecompartimenteerd met centrale sas waar ook de individuele kelders op uit geven.

4. Brand

B6

ABESCO - 2007030


5/13



Afvalberging: de toegang tot de afvalberging via de parking gebeurt via een sas. De toegangsdeuren zijn branddeuren.



Rookkoepel: in elke traphal is bovenaan een rookkoepel aanwezig. Deze kunnen bediend worden door de brandweer van op de gelijkvloerse verdieping, naast de toegang tot de traphal.



Blusmiddelen: op elke verdieping is een brandhaspel en brandblusser voorzien. Deze bevindt zich in een kast in de gemeenschappelijke hal. Op de deur staan de nodige pictogrammen.

B6

B6

ABESCO - 2007030


6/13

  

In de ondergrondse parking zijn er ook haspels, blustoestellen, waarschuwingsknoppen en sirene aanwezig. In de ondergrondse parking zijn er rookdetectoren aanwezig. Waarschuwingssirenes zijn zowel aanwezig op de ondergrondse verdiepingen als in de trapkernen op elke bovengrondse verdieping (appartementen).

B6 

Op niveau -1 bevindt zich de RWA-installatie. Zowel in blok B6 als in Blok B7.

B6 B7  

In de RWA ruimte van B7 is er een kooiladder aanwezig om het technisch verdiep te bereiken. Het vloerrooster in de ruimte is beloopbaar.

B7

ABESCO - 2007030


7/13



5. Stooklokaal

ABESCO - 2007030

De RWA bediening voor de brandweer bevindt zich aan de toegang tot de parking in blok 7 op straatniveau.

B6  In de parking op niveau -1 is er een stooklokaal aanwezig. Dit stooklokaal zorgt voor de verwarming van blokken B4, B5, B6 en B7.  Dit lokaal mag niet betreden worden behalve door hiertoe bevoegde personen.  In het sas bevindt zich de gasdetectie centrale. Deze kan de gastoevoer afsluiten alsook het bord HVAC 1. Ernaast bevindt zich de noodstopschakelaar verwarming en gastoevoer.



In dit lokaal bevindt zich ook de WKK installatie.



Het stooklokaal is gecompartimenteerd. doorvoeren zijn ook als dusdanig afgewerkt.


Alle

8/13

6.

Ondergrondse parking 

Er is een ondergrondse parking aanwezig onder blokken B6 en B7over 2 bouwlagen.



De toegang tot deze parking gebeurt via blok 7 via de Barastraat. Er is een aparte in- en uitgang voorzien. Aan de toegangshelling zijn stootbanden voorzien. Het is verboden voor voetgangers de toegangshelling tot de parking te betreden.

 

ABESCO - 2007030

  

Verboden toegang voor LPG-voertuigen Maximale beschikbare hoogte 2,10m Max. snelheid: 10km/u



Op niveau -2 zijn individuele garageboxen aanwezig. Op dit niveau is ook branddetectie aanwezig samen met de nodige blustoestellen, waarschuwingsdrukknoppen en sirenes. Er zijn ook sirenes aanwezig in de centrale hal van de verdiepingen (appartementen)


9/13



7. Voedingskabel Sibelga



4.

Door de parking -1 loopt er een voedingskabel van Sibelga voor de algemene stroomvoorziening van blok 7. Deze voedingskabel ligt in een afgedekte kabelgoot tegen het plafond van de parking. Op de kabelgoot is het logo van Sibelga aangebracht.

Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden tijdens de gebruiksfase

Instructies betreffende de uit te voeren inspecties en onderhoudswerkzaamheden aan het bouwwerk tijdens de gebruiksfase. 4.1

Inspecties en keuringen Omschrijving

BP

EKO

Periodieke controle

Personenliften

x

3m of 6m*

Elektrische laagspanningsinstallatie huishoudelijk gebruik

x

25j

Brandbaar gas verdeeld via openbaar leidingnet (aardgas)

x

3j

Toestellen werkend op brandbare gassen

x

regelmatig

Verwarming en klimaatregeling

x

1j

Draagbare snelblussers

x

1j

Muurhaspels

x

1j

BP EKO *

Bevoegd persoon Erkend Keuringsorganisme In functie van het onderhoudscontract

Zie volledige lijst in bijlage 6 4.2 -

Onderhoud De gebruiks- en onderhoudsvoorschriften van de installaties/ materialen zijn opgenomen in het asbuiltdossier. Het is aanbevolen de ventilatoren maandelijks te reinigen om de motor niet te zwaar te belasten. Het is aangeraden om de pompen 6-maandelijks op hun goede werking en waterdichtheid te laten controleren door de gebruikers. Bij problemen dient er contact opgenomen te worden met een installateur.

ABESCO - 2007030


10/13

-

-

-

5.

Van verwarmingslichamen zoals radiatoren, convectoren, verwarmingsplinten, ... moeten jaarlijks de goede werking en de bevestigingspunten nagekeken worden. De dichtheid, de spuien en de warmtemeters dienen eveneens een nazicht te ondergaan. De werking van de thermostaat kan men permanent in de gaten houden. Controleer jaarlijks de werking en de pakking van alle waterkranen. Controleer eveneens de dichtingen, de diverse bevestigingen en de dichtheid. Elektrische laagspanningsinstallaties voor huishoudelijk gebruik moeten om de 25 jaar aan een controle door en erkend organisme onderworpen worden. Hierbij wordt de doeltreffendheid van de bescherming tegen rechtstreeks en onrechtstreekse aanraking, het isolatie niveau en de bescherming tegen overstroom nagegaan. Controleer jaarlijks zelf de staat van de installatie en de beveiligingstoestellen. De meeste gebouwen zijn voorzien van een differentieelschakelaar. Deze extra beveiliging bevindt zich in de meterkast. Bij een storing, bijvoorbeeld in een huishoudelijk apparaat, schakelt de differentieelschakelaar automatisch de stroomtoevoer uit. Op iedere schakelaar zit een knop die een storing kan nabootsen. Als u die knop indrukt dan wordt de stroom direct uitgeschakeld. Blijft de stroom toch aan, dan moet u dit zo snel mogelijk melden aan een elektricien. Deze differentieelschakelaar moet dan zo spoedig mogelijk hersteld worden. Zie ook “Praktische gids voor het onderhoud van gebouwen”, publicatie van het WTCB.

Risico’s die kunnen optreden bij gebruik, onderhouds-, renovatie- en afbraakwerken

5.1 -

5.2

Risico’s bij gebruik Lees aandachtig de gebruikershandleidingen bijgevoegd bij de verschillende as-built dossiers. Blokken B6 en B7 maken deel uit van een herinrichting van een industriële binnenzone. In de beginfase zullen er aansluitend en in de onmiddellijke omgeving bouwwerken plaatsvinden. De afgebakende zones en de veiligheidssignalisatie moeten gerespecteerd worden. Risico’s bij onderhoud

-

Algemeen - Alvorens onderhoudswerken uit te voeren in de gemeenschappelijke delen, dient men een duidelijke signalisatie aan te brengen ten aanzien van de gebruikers van het gebouw. Bij werkzaamheden dient de gevarenzone afgebakend te worden. - Vloer : - Glijgevaar bij werken met nat. - Werkzone signaleren en afbakenen. - Het gebruik van gevaarlijke onderhoudsproducten: - Maatregelen vermeld op de MSDS-fiches te volgen.

-

Werken op het dak - Bij het betreden van het dak dient de werknemer een valharnas te dragen met verbindingslijn. Dit is niet aanwezig in het gebouw. De aannemer dient zelf voor de nodige PBM’s te zorgen. - Ankerpunten zijn aanwezig op de daken. - De toegang tot het dak: o Gebeurt via de rookkoepel in taphal B voor blok 6. Er is een vaste uitschuifbare kooiladder aanwezig op het tussenbordes.  Lees aandachtig de gebruiksvoorschriften van de brandkoepel. Na uitvoeren van de activiteiten op het dak, dient de brandkoepel correct terug geplaatst te worden. o Voor blok 7 kan men het dak betreden via de trapkern A. Op de bovenste verdieping is er een buitendeur aanwezig die toegang geeft tot het dak. Enkel hiertoe bevoegde personen mogen het dak op. De deur wordt bediend met sleutel. Vanop dit dak kan men het hoger gelegen dak bereiken via een vaste kooiladder.

ABESCO - 2007030


11/13

-

Onderhoud van ramen - Alle ramen zijn toegankelijk van binnen uit of van op een afgeschermd terras.

-

Bij werken aan elektrische installaties - Steeds de installatie eerst spanningsloos stellen. - Raadpleeg steeds de as-built schema’s van de elektrische installatie.

-

Wegenis - Het gemeenschappelijk stooklokaal en WKK is gelegen in blok 6. Er zijn ondergrondse verbindingen met blok 4 en blok 5 onder de wegenis. Zie as-built dossier Wegenis. De verbinding met blok 7 gebeurt via de ondergrondse parking.

-

Ondergrondse parking - In de ondergrondse parking zijn rookdetectoren aanwezig.

5.3 -

6.

Risico bij renovatie en afbraak Zie risico’s bij onderhoud. Bij uitbraak van onderdruk staande leidingen (gasleiding), dient men eerst de leiding af te koppelen en te spoelen en indien nodig vullen met inert gas. Afbraak kan pas gebeuren na vrijgave.

Allerlei

-

Gemeenschappelijke stookruimte met WKK. - De gemeenschappelijke stookruimte is gelegen in blok 6 op niveau -1. Van hieruit vertrekken de verwarmingsleidingen en elektrische leidingen naar de verschillende blokken (blok 4, blok 5, blok 6 en blok 7). - Voor de verbindingen te maken met blok 4 en blok 5 kruisen deze leidingen ondergrond de wegenis. Deze zijn terug te vinden op de plannen wegenis.

-

Zinkbekleding van de gevels: - In de niet toegankelijke delen (de lichtjes achteruitspringende delen in de daken) zal er geen volledige bebording zijn, maar om de 30 cm.

-

Numericable-aansluiting : - Numericable-aansluiting komt voor alle blokken binnen via de Barastraat. In elke blok zal er een versterker voorzien worden en van daaruit zal elke kern bediend worden. De wachtbuizen worden onder de wegenis voorzien. De juiste ligging wordt opgenomen in het uitvoeringsplan omgevingswerken

-

Onderhoudswerken terrassen + groenaanleg: - Tot 1 jaar na de voorlopige oplevering gebeurt het onderhoud door de aannemer. - Na deze periode gebeurt het onderhoud van de gemeenschappelijke delen en de buitenzijde van de tuinen, grenzend aan de gemeenschappelijke delen, door de syndicus van blok 6.

ABESCO - 2007030


12/13

7.

1 2

Bijlagen (-> zie dossier syndicus)

4 5 6

Lijst onderaannemers Genomen veiligheidsmaatregelen - Dakankers - Toegangsladders - Toegang rookkoepels - Signalisatie Attesten veiligheid - Valbeveiliging - Elektriciteit laagspanning - Getuigschrift openen gasmeter o Conformiteitsverklaring o Beproevingsverslag brandkleppen Lijst plannen Lijst technische fiches Lijst keuringen

7

Advies brandweer

3

ABESCO - 2007030


13/13

POSTINTERVENTIE- DOSSIER

Recommend Documents