Positioneren met kennis èn capaciteit Ontwikkelingen in 5 belangrijke deelmarkten van de Vakgroep Infratechniek van uneto-vni
uneto-vni is de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel
Positioneren met kennis èn capaciteit Ontwikkelingen in 5 belangrijke deelmarkten van de Vakgroep Infratechniek van uneto-vni
Frans Pleijster Nardo de Vries
Zoetermeer, juni 2008
Dit onderzoek is gefinancierd door uneto‑vni.
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van uneto‑vni. EIM bv en uneto‑vni aanvaarden geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of uneto‑vni. EIM bv and uneto‑vni do not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
2
© uneto-vni, juni 2008
Inhoudsopgave
Voorwoord
4
5 5.1
1 2 2.1
Management samenvatting
6
Maatschappelijke trends en speerpunten Inleiding
28
Markttypering
28
5.2 Marktontwikkeling
28
5.3 Inleiding
Energiedistributie (ED)
11
Kennisontwikkeling op het gebied van energiedistributie
30
5.4 Marktpositie
31
12
5.5
31
12
5.6 Belangrijkste bevindingen
32
34
Marktvooruitzicht
2.2 De demografische trends
12
2.3 Economische trends
14
6
2.4 Maatschappelijke trends
16
6.1
Markttypering
34
2.5
16
6.2 Marktontwikkeling
34
2.6 Trends, speerpunten en de infradomeinen
17
6.3 Kennisontwikkeling op het gebied van
2.7
18
Bestuurlijke trends
Conclusies
Telecommunicatiesystemen
telecommunicatiesystemen
36
6.4 Marktpositie
38
19
6.5
38
Markttypering
19
6.6 Belangrijkste bevindingen
39
3.2 Marktontwikkeling
19
7
41
3 3.1
3.3
Openbare verlichting (OV)
Kennisontwikkeling binnen de openbare
Marktvooruitzicht
Grote infrastructurele projecten (GIP)
20
7.1
Markttypering
41
3.4 Marktpositie
21
7.2
Marktontwikkeling
41
3.5
Marktvooruitzichten
21
7.3
Kennisontwikkeling op het gebied van GIP
42
3.6 Belangrijkste bevindingen
22
7.4
Marktpositie
43
7.5
Marktvooruitzichten
44
7.6
Belangrijkste bevindingen
45
verlichting
4 4.1
Verkeersregelinstallaties (VRI)
23
Markttypering
23
4.2 Marktontwikkeling
23
4.3
Kennisontwikkeling op het gebied van verkeersregelinstallaties
25
4.4 Marktpositie
26
4.5
Marktvooruitzichten
26
4.6 Belangrijkste bevindingen
27
Bijlagen
I
Rijksmiddelen MIRT 2008
46
II
Werkenpakket Rijkswaterstaat 2008-2010
47
3
Voorwoord
Zonder betrouwbare energievoorziening, hoogwaardige
In zijn algemeenheid kunnen we stellen dat het voor de
communicatie, veilige openbare verlichting, zekere ver-
leden van de Vakgroep Infratechniek om twee thema’s
keersregelinstallaties en grote infrastructurele projecten
draait:
zou onze maatschappij er heel anders uitzien!
1. kennis: proces, organisatie en techniek; 2. capaciteit: kwalitatief en kwantitatief over mensen
Deze deelmarkten van de leden van de Vakgroep
met de juiste kennis, kunde en opleidingen beschik-
Infratechniek zijn sterk in beweging. Van techniek, eco-
ken.
nomie en maatschappij gaan sterke nieuwe impulsen uit. Door de opkomst van nieuwe duurzame technieken
Het rapport ‘Positioneren met kennis èn capaciteit’
verandert de aard en de hoeveelheid van het installatie-
geeft in kort de stand van zaken en de te verwachte
werk. De vergrijzing en ontgroening hebben niet alleen
ontwikkeling van de belangrijkste deelmarkten van de
invloed op de beschikbare capaciteit, maar ook op de
Vakgroep Infratechniek weer.
vraag naar nieuwe diensten. Het toenemende belang dat gehecht wordt aan beheersbaarheid en veiligheid geeft een impuls aan de markten ICT en openbare verlichting. André Boumans, voorzitter Vakgroep Infratechniek
Bij de Vakgroep Infratechniek van uneto‑vni zijn elektrotechnische bedrijven aangesloten die zich richten op het ontwerp, de aanleg, het onderhoud van en de service aan: • distributie- en transportnetten voor energie (laag-, midden- en hoogspanning); • distributie- en transportnetwerken voor telecommunicatie; • kabeltelevisienetwerken van kopstation tot abonneeaansluiting; • openbare verlichting langs wegen, vaarwegen, terreinen, spoorwegen, emplacementen en perrons; • installaties voor verkeersmanagement, -regeling, -meting en wegsignalering; • grote infrastructurele projecten en voorzieningen zoals de Betuwelijn, HSL-lijn en voorzieningen op luchthavens. Belangrijke opdrachtgevers zijn onder andere Rijkswaterstaat, gemeenten, energiedistributiebedrijven, NS, kabeltelevisie-exploitanten, luchthavens, telecombedrijven en andere grote particuliere opdrachtgevers.
4
5
Management samenvatting
Het doel van het onderzoek
• de opdrachtverwerving/aanbesteding; • de marktontwikkelingen in de afgelopen jaren;
De markt voor infratechniek is een markt die veel spe-
• de toekomstige marktkansen.
cialismen verenigt, zoals ontwerp, aanleg, vernieuwing en onderhoud van openbare verlichting (OV), verkeersregelinstallaties (VRI), energiedistributienetwerken
De marktpositionering
(ED), telecommunicatienetnetwerken (ICT en CAI) en de verzorging van elektrotechnische installatie voor grote
Het beeld in 2003
industriële projecten (GIP). Binnen uneto‑vni zijn de
Een van de vaste aandachtspunten in de voorgaande
gespecialiseerde bedrijven op deze markten verenigd
besprekingen per markt is de positie van de installa-
binnen de Vakgroep Infratechniek.
tiebedrijven op de betreffende markten. In 2003 is dit thema ook nadrukkelijk aan de orde gesteld. Hierbij
In 2003 heeft EIM in opdracht van uneto‑vni een onder-
werd een onderscheid gemaakt naar bedrijven die zich
zoek gedaan naar de marktontwikkeling voor infratech-
profileren als uitvoerende onderaannemer (in figuur 2
niek en de positie van de gespecialiseerde elektro-
aangeduid als ‘handjesrelatie’), als proactieve onder-
technische installatiebedrijven op die markt. Dit heeft
aannemer (aangeduid met kennisrelatie’) en als proac-
geresulteerd in het rapport ‘Positioneren met kennis;
tieve vertegenwoordiger (van de opdrachtgever). Deze
Technologische en strategische marktverkenning voor
laatste positie is in figuur 1 aangeduid als ‘strategie-
bedrijven in infratechniek’. Inmiddels zijn vier jaren
partnership’.
verstreken en heeft uneto‑vni het wenselijk geacht een update te realiseren van dit rapport. De focus van deze
figuur 1 Marktpositionering
update ligt bij de actualisering van de markttrends die Ketenpositie Onderaannemer
Vertegenwoordiger
proactief
actief meedenkend uitvoering en service prijs en kwaliteit technici ‘kennis-relatie’
proactief ontwikkelaar systeemtechnologie planning and control management ‘strategie-partnership’
reactief
van betekenis kunnen zijn voor de marktpositie die
volgend uivoering prijs inkoper ‘handjes-relatie’
infratechiekbedrijven innemen in de bedrijfskolom/
In deze samenvatting komen de navolgende onderwerpen aan de orde: • de marktpositionering van de infratechniekbedrijven;
Marktopstelling
productie-distributieketen voor infratechniekprojecten.
• de technologische ontwikkelingen op de onderschei-
6
den deelmarkten;
Bron: EIM, 2003.
Omtrent die positie werd in de studie van 2003 het
Afgaande op deze zelfreflectie kan in ieder geval wor-
navolgende gesteld: ‘Voor menige grote installateur ver-
den geconcludeerd dat de infratechniekbedrijven veel
dient het aanbeveling om te streven naar de positie van
meer proactief handelen dan enkele jaren geleden.
strategisch partner. Kleinere installateurs zullen hun
Hierbij past wel de kanttekening dat deze bedrijven ook
expertise dusdanig moeten profileren dat zij niet alleen
veelal behoren tot de echt grote bedrijven uit de elek-
gezien worden als een gewaardeerde uitvoerende part-
trotechnische installatiesector. Van deze bedrijven mag
ner, maar ook als een krachtige kennispartner. In beide
een moderne proactieve benadering verwacht worden.
gevallen zal de installateur een meeromvattende functie
Wel is het zaak dat de bedrijven uiteindelijk ook de
gaan bekleden in de uitvoering van installatieprojecten.
opdrachtgevers die infratechniekbedrijven gaan zien en
De grote uitdaging voor de installatiebranche is dan ook
waarderen als kennispartners en als hoofdaannemers
om deze verzwaring waar te maken’.
voor complexe installatieprojecten.
Marktpositie anno 2007
De technologieontwikkeling
Terugblikkend op het advies uit 2003 kan nu de vraag
De ontwikkeling van de technologie op het gebied van
gesteld worden: zijn de installatiebedrijven erin
infratechniek lijkt duidelijker vormen aan te nemen.
geslaagd hun positie te versterken? Zijn zij nu meer dan
Van de vele richtingen waarop een aantal jaren geleden
voorheen bedrijven die worden ingeschakeld vanwege
geëxperimenteerd werd zijn enkele technieken duidelijk
hun toegevoegde kenniswaarde en strategische waarde
manifest geworden, zoals:
of zijn zij nog vooral bedrijven die worden ingeschakeld
• het gebruik van LED’s en dynamisch verkeersma-
voor een uitvoerende organisatorische waarde? Uit de voorgaande beschouwingen kan worden afgeleid dat de installatiebedrijven zelf steeds meer inzetten op hun waarde als technologisch en organisatorisch kennisbedrijf. Nadrukkelijk geven zij aan dat hun meerwaarde nu vooral ligt in de technologische kennis die zij kunnen
nagement bij verkeersregelinstallaties; • LED-techniek en dynamische verlichting in geval van openbare verlichting; • online bewaking en conditiebepaling bij de energiedistributienetten; • Fiber to the home/office, VDSL, Ethernet to the
bieden voor het gehele infratechnologische project van
home, Docsis 3, HPSDA, UMB en Wimax op het
ontwerp en projectontwikkeling (creatieve en initiële
gebied van telecommunicatie.
fase) tot uiteindelijke de turnkey afronding van het gehele project inclusief nazorg en maintenance. Daarbij
Deze ontwikkelingen zullen hun stempel zetten op de
schuwen zij niet projectrisico’s te dragen en te zorgen
kwaliteiten en kennis van het personeel van de infra-
voor de aansturing en realisatie van complexe orga-
techniekbedrijven in de komende jaren. De snelheid
nisatorische structuren die nodig zijn voor de grotere
waarmee de technologische ontwikkelingen zich voor-
technologische projecten. Daarbij geldt wel dat zij allen
doen bij verschillende deelsectoren maakt dat de infra-
aangeven de uitvoerende taken nog steeds als een van
techniekbedrijven continu zullen moeten investeren
de kerntaken van het bedrijf te zien. Zij dragen zorg voor
in aanwezige techniekkennis van het personeel en de
de juiste inzet van de juiste mensen, qua omvang, qua
productietechnieken waarover het bedrijf kan beschik-
kennis en qua beschikbaarheid in de tijd.
ken. Het is niet uitgesloten dat men voor sommige vraagstukken tevens aan de wieg zal moeten staan als het gaat om implementatie en afstemming van nieuwe innovaties en technologieën. De upgrading die de
7
bedrijven in de afgelopen jaren hebben ingezet tot kennisbedrijven zal in de komende jaren zeker nog verder
Marktontwikkeling in de afgelopen jaren
gestalte krijgen. Terugblikkend naar 2003 moet geconstateerd worden dat de periode 2003 tot en met 2007 voor veel bedrijven
De aanbesteding/ opdrachtverwerving
positiever is verlopen dan oorspronkelijk werd ingeschat. Met name de telecommarkt heeft voor de infratechniekbedrijven een duidelijke groei te zien gegeven.
De wijze waarop opdrachtgevers bedrijven aanzoeken
Wel is deze markt er niet eenvoudiger op geworden als
en selecteren voor opdrachtverlening is in de afge-
het gaat om verwerving van opdrachten, met name van-
lopen jaren duidelijk zakelijker geworden. Tekenend
wege de concentratie onder de opdrachtgevers, het feit
voor de toenemende zakelijkheid is het gebruik van de
dat zij steeds meer ‘in buitenlandse handen komen’ en
openbare en onderhandse aanbestedingsconstructies
de veranderingen in communicatietechnologie steeds
door steeds meer overheidsinstanties, grote bedrijven,
hogere eisen stellen aan design- en constructkwalitei-
instellingen e.d. Dit impliceert dat de contacten tussen
ten van de installatiesector. Ook de markt voor openba-
opdrachtgever en opdrachtnemer in de voorfase min-
re verlichting heeft zich duidelijk beter ontwikkeld dan
der vanzelfsprekend zijn. De opdrachtnemer zal meer
verwacht, mede door de opkomst van de dynamische
moeten investeren in wegen om die onpersoonlijkheid
verlichting en de impuls die de nieuwe Vinexlocaties
te doorbreken, wil hij op termijn slechts het instrument
hebben gegeven aan de aanleg van openbare verlich-
van de prijs ter beschikking hebben in de verkoop van
ting. Wel wordt op deze markt groeiende concurrentie
zijn diensten aan de potentiële klant. Juist door een
ervaren van de ‘OV-dochters’ van energiebedrijven.
goede communicatie vooraf, door het creëren van een
De markt voor energiedistributie heeft zich voor de
goed imago van zijn bedrijf bij potentiële opdracht
infratechniekbedrijven gestabiliseerd. Zij hebben geen
nemers, kan hij ervoor zorgen dat de waardeperceptie
duidelijke teruggang gemerkt, maar de druk op de markt
van zijn bedrijf het gaat winnen van het prijskeurslijf
is zeker aanwezig, met name ook door de toenemende
waarin veel bedrijven zich gedrongen voelen als het
mate waarin de energiebedrijven zelf aanleg, onder-
gaat om aanbestedingsprocedures.
houd etc. van stroomnetten ter hand nemen. De markt voor grote infrastructurele projecten lijkt zich in de afge-
In de aanbestedingsprocedures zelf van met name
lopen jaren gestabiliseerd te hebben. Wel wordt aange-
overheidsinstanties en grote projectontwikkelaars valt
geven dat deze markt kampt met een druk op de markt
op dat zij in toenemende mate kiezen voor een aanpak
vanwege de afbouw van grote projecten en het uitblij-
op basis van een uitgebreid programma van eisen,
ven van echt nieuwe grote infrastructurele projecten.
‘design-en-construct’ uitvoering en ‘turn-key’ oplevering. In principe komt het hierop neer dat de opdrachtgever steeds meer aanbesteedt op basis van harde
De vooruitzichten
kwalificaties voor het eindproduct en doorlooptijden,
8
dan dat zeer gedetailleerd wordt aangegeven hoe tot
De vooruitzichten in algemene zin
het eindresultaat gekomen moet worden. Het is aan de
Over het geheel genomen kan gesteld worden dat de
opdrachtnemer om dit in te vullen en wel dusdanig dat
marktvooruitzichten voor de installatiesector gunstig
aan het eind volledig is voldaan aan de in het bestek
zijn als het gaat om de kansen op opdrachten. De eco-
van aanbesteding vastgelegde programma van eisen
nomie ontwikkelt zich de komende jaren gunstig en
voor het eindproduct.
veel initiatieven en beleidsspeerpunten richten zich nu
op producten en diensten die juist door de installatie-
• de uitrol van Wimax (Telecom);
sector geleverd worden. Wel moet er gewaakt worden
• de veelheid aan nieuwe infraprojecten op het gebied
voor een te groot optimisme. Krachtige stimuli voor de branche gaan uit van het bedrijfsleven zelf (initiatiefnemers, investeerders op het gebied van telecom), centrale overheid (ICT, mainportontwikkeling, mobiliteit en bereikbaarheid), technologie (telecom), gemeenten (ICT, bereikbaarheid, veiligheid), kabelbedrijven (CAI, telecom), energiedistributiebedrijven (vervanging energienetwerken) en uiteindelijk (indirect) de consumenten als het gaat om hun behoeften aan mobiliteit, veiligheid
van bereikbaarheid en mobiliteit (GIP); • de verwachte start van de vervanging van verouderde stroomnetten (ED); • de vernieuwing van de verkeersmanagementsystemen (VRI); • de introductie van systemen op het gebied van rekeningrijden (VRI); • de verwachte grootschalige toepassing van LEDtechnologie;
en communicatie.
• etc. etc.
De installatiesector mag zich dan wel in groeikansen
Al met al lijken de bedrijven zich te mogen verheugen in
verheugen, de vraag is evenwel of de sector die markt-
een positieve ontwikkeling van de markt voor de komen-
kansen ook kan oppakken. De groeiende krapte op de
de jaren. Dit beeld steekt scherp af tegen de terughou-
arbeidsmarkt en de groeiende internationale concur-
dende verwachtingen die men in 2003 nog koesterde.
rentie zullen de sector zeker niet ongemoeid laten. Veel
Een en ander is tot uitdrukking gebracht in tabel 1.
hangt in de komende jaren af van de mogelijkheden van de sector om een voldoend groot en kwalitatief
Te verwachten werkvoorraad en capaciteit
volwaardig arbeidspotentieel aan zich te binden. Als
Uit de verwachtingen omtrent de opdrachten voor de
dat niet lukt, moet niet worden uitgesloten dat buiten-
komende jaren kan worden afgeleid dat de werkvoor-
landse aanbieders nadrukkelijker dan tot nog toe voet
raad op de lange termijn zich zeer gunstig lijkt te ont-
aan de grond krijgen op de Nederlandse markt voor
wikkelen. Voor de sector is het dan de uitdaging om
infrastructurele voorzieningen.
ervoor te zorgen dat deze kansen ook daadwerkelijk opgepakt kunnen worden. De groeiende krapte op de
De ontwikkelingen voor afzonderlijke deelmarkten
arbeidsmarkt en de groeiende internationale concur-
Tekenend voor de werkdruk die de komende jaren dreigt
rentie zullen de sector zeker niet ongemoeid laten. De
te ontstaan zijn wel de positieve verwachtingen die gel-
belangrijkste zorg is in dit verband dan ook of de sector
den voor vrijwel elke van de deelmarkten. Gewezen kan
op termijn ook over voldoende uitvoerende capaciteit
daarbij worden op projecten die voor de komende jaren
kan beschikken. Nu al heeft de sector immers te maken
al duidelijk in ontwikkeling zijn of naar verwachting een
met personeelskrapte als gevolg van teruglopende
duidelijk concrete aanzet krijgen, zoals:
instroom en versterkte uitstroom van ouder personeel
• de uitrol van Ftth en Ftto (Telecom);
in verband met (vervroegde) pensionering. De mogelijk-
• de realisatie van ethernet to the home (Telecom);
heid om tekorten op te vangen door personeel aan te
Tabel 1 Overall beeld van de marktontwikkeling infratechniek
Markt
toekomstverwachting in 2003
realisatie 2003-2007
verwachte omvang in 2007
toekomstverwachting komende jaren
Openbare verlichting
sterke daling
groei: 15%
ca. € 210 miljoen
gematigde groei
Verkeersregelinstallaties gematigde groei
groei: 15%
ca. € 170 miljoen
verdere groei
Energiedistributie
krimp
stabilisatie
ca. € 500 miljoen
sterke groei
Telecom
duidelijke groei
groei: > 150%
ca. € 600 miljoen
blijvend sterke groei
Grote infraprojecten
krimp
stabilisatie?
onduidelijk
stagnatie/krimp?
9
trekken uit andere sectoren en landen wordt beperkt geacht, enerzijds vanwege de hoge kwaliteitseisen waaraan het uitvoerend personeel moet voldoen, anderzijds vanwege de aantrekkelijkheid van andere sectoren voor technisch geschoold personeel. De te verwachten discrepantie tussen beschikbaar arbeidspotentieel op termijn en de benodigde arbeidscapaciteit om alle projecten uit te voeren baart de sector grote zorgen.
De installatiesector mag zich dan wel in groeikansen verheugen, de vraag is en blijft of de sector ook die marktkansen kan oppakken. Veel hangt in de komende jaren af van de mogelijkheden van de sector om een voldoend groot en kwalitatief volwaardig arbeidspotentieel aan zich te binden. Als dat niet lukt, moet niet worden uitgesloten dat buitenlandse aanbieders nadrukkelijker dan tot nog toe voet aan de grond krijgen op de Nederlandse markt voor infrastructurele voorzieningen.
De beschikking hebben over of verzekerd zijn van voldoende uitvoerende capaciteit kan op termijn wel eens de doorslaggevende factor zijn als het gaat om de verwerving van grote opdrachten. Positioneren met capaciteit is dan het motto voor de sector.
10
1 Inleiding
De markt van infratechniek is een markt die veel speci-
voordoen en hoe de marktpositie van gespecialiseerde
alismen verenigt, zoals ontwerp, aanleg, vernieuwing
elektrotechnische installatiebedrijven (aanbieders van
en onderhoud van openbare verlichting (OV), verkeers-
infratechniek) verandert.
regelinstallaties (VRI), energiedistributienetwerken (ED), telecommunicatienetwerken (ICT en CAI) en de
De managementsamenvatting geeft de belangrijkste uit-
verzorging van elektrotechnische installatie voor grote
komsten van het onderzoek alsmede een concluderen-
industriële projecten (GIP). Binnen uneto‑vni zijn de
de beschouwing over de huidige en toekomstige markt
gespecialiseerde bedrijven op deze markten verenigd
voor de infratechniekbedrijven. Een diepgaander beeld
binnen de Vakgroep Infratechniek.
van de afzonderlijke markten en de sociaal-economische technologische stimuli vindt u in de afzonderlijke
Al eerder, in 2003, heeft EIM in opdracht van uneto‑vni
hoofdstukken per deelmarkt en in hoofdstuk 2 waarin
onderzoek gedaan naar de marktontwikkeling voor
de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen voor
infratechniek en de positie van de gespecialiseerde
de sector als geheel worden belicht.
elektrotechnische installatiebedrijven op die markt. In het verlengde van dat onderzoek heeft de Vakgroep
Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de tweede
Infratechniek van uneto‑vni aan EIM opdracht gegeven
helft van 2007. Het is gebaseerd op deskresearch en
om opnieuw de ontwikkelingen van de diverse deel-
op gesprekken met de leidende functionarissen van de
markten in kaart te brengen. De focus is daarbij gericht
grote aanbieders van infratechniek. Het onderzoek is
op de markttrends die van betekenis kunnen zijn voor
begeleid door een commissie van deskundigen die op
de marktpositie die infratechniekbedrijven innemen in
voordracht van uneto‑vni is samengesteld uit:
de bedrijfskolom/productie-distributieketen voor infra-
• Henk Barentsen, Volker Stevin Telecom;
techniekprojecten.
• André Boumans, BAM Infratechniek Midden-West B.V. en BAM Infratechniek Zuid B.V.;
Dit rapport geeft de uitkomsten van het onderzoek.
• Wim de Kreek, A. Hak Telecom bv.;
Allereerst wordt ingegaan op de mogelijke implicaties
• Jon Pijnacker, Schuuring BV;
voor de aanbieders van infratechniek van de economi-
• Ybo Visser, Imtech Infra Nederland;
sche en maatschappelijke veranderingen die zich in
• Martien van Erp, Heijmans Techniek & Mobiliteit B.V.;
algemene zin hebben voorgedaan met betrekking tot
• Jan van der Spek, Gebr. vd Donk;
de ‘BV Nederland’. Vervolgens wordt per deelmarkt aan-
• Peter Helmink, Vakgroep Infratechniek van
gegeven welke belangrijke ontwikkelingen zich daarin
uneto‑vni.
11
2 Maatschappelijke trends en speerpunten
2.1 Inleiding
• demografische trends; • economische trends;
Installatiebedrijven hebben direct of indirect te maken
• maatschappelijke trends;
met de veranderingen in de maatschappij. Deze ver-
• bestuurlijke trends.
anderingen hebben uiteraard betrekking op zeer veel terreinen die lang niet allemaal tot het domein van het installatiebedrijf worden gerekend. In het kader van het
2.2 De demografische trends
onderzoek is op basis van gesprekken met de deskundigen en literatuuronderzoek nagegaan welke algemeen-
Als belangrijkste demografische trends die van invloed
maatschappelijk ontwikkelingen van belang geacht
kunnen zijn op de markt voor infratechniek en de instal-
mogen worden voor de onderscheiden deelmarkten en
latiesector zijn te noemen:
bedrijfssectoren. Daarbij zijn met name twee vragen
• de vergrijzing van de samenleving;
gesteld:
• de verkleuring van de samenleving;
1 Hebben deze ontwikkelingen betrekking op de exter-
• de individualisering.
ne marktpositie van de bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in infratechniek, waarbij met name de
2.2.1 De vergrijzing
vraag is ‘Verandert hierdoor het vooruitzicht van deze
Nederland vergrijst. Inmiddels is eenderde deel van de
branche om diensten te leveren aan de markt?’
bevolking ouder dan 50 jaar (in 1980: één op de vier).
2 Hebben deze ontwikkelingen invloed op de interne
Één op de tien personen is inmiddels ouder dan 70 jaar
organisatie en mogelijkheden van bedrijven om
(in 1980: één op de 15). Wat betreft de mogelijke impli-
opdrachten te verwerven en uit te voeren?
caties van deze ontwikkelingen voor de installatiesector zijn vier belangrijke zaken aan te geven:
Hierna wordt ingezoomd op de navolgende trends in de macro-omgeving van de gespecialiseerde bedrijven
samenhangend een groeiende noodzaak tot het tref-
op het gebied van elektrotechnische installatie voor
fen van veiligheidsvoorzieningen in het eigen huis
infrastructurele voorzieningen (hierna te noemen ‘de
(alarminstallaties) en in de woonomgeving (denk
installatiesector’):
12
• Een groeiende behoefte aan veiligheid en daarmee
aan de kwaliteit van de openbare verlichting, aan
ners. Inmiddels is 20 procent van de bevolking van
camerabewaking op straat, in een winkelcentrum of
allochtone herkomst. Met de ontwikkeling zijn voor de
op wijkniveau).
installatiesector twee belangrijke zaken aan te geven:
• Een groeiende vraag naar diensten op het gebied
• De groeiende instroom van allochtonen op de
van de gezondheidszorg. Hierbij gaat het niet alleen
arbeidsmarkt. De instroom van allochtonen op de
om de feitelijke zorg, maar ook om de kwaliteit
arbeidsmarkt neemt toe, maar verandert ook van
(capaciteit, snelheid, zekerheid) van de communica-
samenstelling. Waren het in het begin van de jaren
tie-infrastructuur die nodig is voor de uitvoering van
zestig vooral de ‘Zuid-Europeanen’ die aangetrokken
de zorgtaken op alle niveaus.
werden door de mogelijkheden in Nederland en in
• Een groeiende vraag naar mobiliteitsdiensten. Met
decennia daarna met name inwoners van Turkije en
het toenemen van de oudste leeftijdsgroep zal ook
Marokko, de huidige instroom betreft vooral de men-
het beroep op een hoge kwaliteit van mobiliteits-
sen uit de Oost-Europese landen die nu deel uitma-
diensten kunnen toenemen voor zowel lokale, regio-
ken van de EG. Ook voor de bedrijven zelf betekent
nale, nationale als internationale bestemmingen. Dit
dit een groeiende inzet om allochtone werknemers
kan leiden tot een groter beroep op hoogwaardige
te doen integreren in de samenleving en in het werk-
voorzieningen op het gebied van (bijzonder) open-
proces.
baar vervoer en daarmee een intensievere benutting
• Het ontstaan van achterstandswijken. Het merendeel van de personen van allochtone herkomst heeft
van de infrastructuur hiervoor. • Een toename in de leeftijdsgebonden uitstroom van
zich in de afgelopen jaren gevestigd in gebieden
personeel. Veel personeelsleden in de installatie-
met (verouderde) sociale woningbouw in de grote
sector zijn inmiddels de leeftijd van 50 gepasseerd.
steden. Deze wijken worden nu aangemerkt als
De installatiesector moet dan ook rekening houden
achterstandswijken of ‘probleemwijken. Deze ‘pro-
met een groeiende leeftijdsgebonden uitstroom van
bleemwijken’ worden niet alleen gekenmerkt door
personeel, met alle consequenties voor de beschik-
een slechte kwaliteit van de behuizing, verlichting en
bare arbeidscapaciteit van dien. In de rapporten
bestrating, maar ook door onvoldoende sociale voor-
‘Communicatienetwerken in
beweging’1
en ‘Stroom
zieningen en door een breed gedragen gevoel van
gegarandeerd!? 2’ wordt nader ingegaan op de moge-
onveiligheid door zowel de allochtone als de autoch-
lijke consequenties van deze ontwikkeling voor de
tone bevolkingsgroepen in deze wijken. Het behoeft
sectoren Telecommunicatie en kabeltelevisienetwer-
weinig betoog dat het streven van de overheid om
ken (TC/KTW) en Energiedistributienetwerken.
de ‘ergste’ achterstandswijken om te vormen tot prachtwijken door o.m. aanpassing van de voorzie-
2.2.2 De verkleuring
ning, verbetering van de woningen, verbetering van
Met de aanduiding verkleuring wordt gebruikelijk de
het stratenstelsel etc. etc. vele kansen biedt aan de
groeiende diversiteit van de Nederlandse samenleving
installatiesector.
aangeduid naar oorspronkelijke herkomst van de bewo2.2.3 De individualisering De individualisering kenmerkt zich vooral door het toenemen van het aantal huishoudingen, in het bijzonder 1
EIM in opdracht van OTIB en uneto‑vni, uitgebracht november 2007.
2
EIM in opdracht van uneto‑vni en EnergieNed, uitgebracht november 2007.
het aantal eenpersoonshuishoudingen. Daarnaast kan gewezen worden op de afnemende betekenis van sociale binding en controle die samenhangt met de groeiende betekenis van individuele zelfstandig-
13
heid. Inmiddels zijn van de 7.100.00 huishoudingen in
2.3 Economische trends
Nederland 2.100.000 huishoudingen aan te merken als een eenpersoonshuishouding. Belangrijk voor de instal-
Op macroniveau zijn de belangrijkste – voor de sector
latiesector zijn in dit verband:
relevante – economische trends weergegeven in figuur
• De bouw van nieuwe woonlocaties. De ontwikkeling
1. Daarin zijn onderscheiden: • De ontwikkeling van de bedrijvigheid. De bedrijvig-
van groeikernen en Vinexwijken e.d. zal nog jarenlang hoog op de agenda zal staan van het ministerie
heid wordt weergegeven door het volume van het
van VROM. Dat dit direct mogelijkheden biedt aan de
Bruto Binnenlands Product (BBP).
installatiesector op allerlei gebied (wegenaanleg in
• De ontwikkeling van het arbeidspotentieel. Deze
en naar de nieuwe woonlocaties, openbare verlich-
wordt weergegeven door de ontwikkeling van de
ting, aanleg van energiedistributienetten, aanleg van
beroepsbevolking en de werkloosheid daarbinnen. • De ontwikkeling van de investeringsbereidheid. Deze
communicatienetwerken) is evident.
wordt weergegeven door:
• Vergrote aandacht voor veiligheids- en communicatievoorzieningen. De individualisering van de
-- de ontwikkeling van de overheidsinvesteringen;
maatschappij brengt ook een grotere behoefte aan
-- de ontwikkeling van de investeringen van het bedrijfsleven totaal (excl. gebouwen);
vormen van telecommunicatie met zich mee. (Beeld)
-- de ontwikkeling van de overheidsinvesteringen in
telefonie (mobiel en vast) en internet zullen steeds
infrastructuur;
intensiever benut worden. Dit zal steeds hogere eisen stellen aan de kwaliteit van de telecommunica-
-- de ontwikkeling van de investeringen in gebouwen.
tienetwerken en daarmee aan de aanleg, het onderhoud en vervanging/upgrading van deze netwerken.
Figuur 1 Macro-economische ontwikkelingen 2002-2011 170 160 150 140 130 120 110 100 90 80 70 2002
2003
2004
Bruto Binnenlandse Product Werkeloosheid Investeringen bedrijfsleven (excl. woningen) Overheidsinvesteringen in infrastructuur
14
Bron: CBS, CPB, bewerking EIM 2008.
2005
2006
2007
2008
Beroepsbevolking Overheidsinvesteringen Investeringen in woningen
2009
2010
2011
2.3.1 De ontwikkeling van de bedrijvigheid
nen van bedrijven, overheid, gemeenten en corporaties
Na de moeilijke economische periode ‘2002 tot 2005’
om de communicatie-infrastructuur op een hoger peil te
is er nu sprake van een gezonde economische groei
brengen, spelen in het bijzonder de installatiebedrijven
met groeipercentages van het BBP met 2% of meer op
die actief zijn op de markten Telecommunicatie, VRI en
jaarbasis. Ook voor de jaren 2008 tot en met 2011 wordt
GIP in de kaart.
een duidelijke groei verwacht. In het algemeen duidt de groei van het BBP op een toenemende bedrijvigheid en
2.3.4 Verschuiving naar kennis- en diensteneconomie
vraag naar in Nederland geproduceerde goederen en
Naast deze kwantitatief georiënteerde trends geldt op
diensten. In zijn algemeenheid wordt ook verondersteld
economisch niveau ook dat de Nederlandse economie
dat het gehele bedrijfsleven hierin deelt. Of dit voor de
steeds meer verandert van een technische productie-
installatiesector ook het geval is, hangt sterk af van de
economie naar een kennis- en diensteneconomie. Deze
investeringsbereidheid van bedrijfsleven en overheid in
ontwikkeling betekent wel dat er een verdergaande
de gebieden die voor de sector interessant zijn (gebou-
verschuiving van primaire productie naar andere (lage-
wen, infrastructuur). Hierop zal worden ingegaan bij de
lonen)landen zal plaatsvinden en dat steeds vaker
bespreking van de ontwikkeling in de investeringsbe-
een beroep zal moeten worden gedaan op technisch
reidheid (zie derde aandachtspunt onder economische
geschoolde buitenlandse krachten om basis- en hoog-
trends) en de bespreking van de ontwikkelingen per
waardige productietaken uit te voeren. Ook de instal-
sector (zie hoofdstuk 3 en volgende).
latiesector zal hiermee in de breedte geconfronteerd worden.
2.3.2 De ontwikkeling van het arbeidspotentieel Het arbeidspotentieel (werkzame en niet-werkzame
2.3.5 Globalisering
beroepsbevolking) lijkt de komende jaren nog maar een
Een belangrijke economische trend is ook de globa-
beperkte groei door te kunnen maken. Deze groei blijft
lisering van de economie. De invloed van bedrijven
duidelijk achter bij de ontwikkeling van de bedrijvig-
op de economie en bedrijvigheid in andere landen en
heid. In samenhang hiermee zal de werkloosheid naar
continenten dan waar men is gevestigd, neemt steeds
verwachting dalen tot beneden het niveau van 2002.
grotere vormen aan. In samenhang daarmee worden
In dat jaar was er sprake van een duidelijke krapte, en
er steeds weer nieuwe, nog grotere allianties van
in samenhang daarmee grote spanning, op de arbeids-
bedrijven gevormd om internationale markten open
markt. Deze situatie lijkt zich dan ook de komende jaren
te breken of om een markt te verwerven. Op Europees
te herhalen. De installatiesector zal als geheel zeker
niveau wordt de internationalisering van de economie
geconfronteerd worden met deze oplopende spanning.
mede versterkt door de Europese aanbestedingsregels die gelden voor investeringen op overheidsniveau. Dit
2.3.3 De ontwikkeling van de investeringsbereidheid
impliceert dat het Nederlandse bedrijfsleven (en daar-
Uitgaande van de verwachtingen omtrent de bereidheid
mee ook de installatiesector) niet alleen in toenemende
van overheid en bedrijfsleven om de komende jaren
mate geconfronteerd wordt met zeer grote (internatio-
te investeren in het bijzonder in gebouwen en infra-
naal opererende) opdrachtgevers, maar ook met partij-
structuur, lijkt de vraag naar de diensten van de instal-
en buiten Nederland die meedingen voor de opdrachten
latiesector zich de komende jaren duidelijk positief te
van deze grote opdrachtgevers en de overheid. In het
ontwikkelen. Met name de plannen van de overheid om
bijzonder gelden deze ontwikkelingen op de markt voor
de mobiliteit te verbeteren (wegnemen verkeersconges-
de aanleg van telecommunicatienetwerken.
tie, aanleg spitsstroken, vernieuwing A2, aanleg laatste deel A4, rekeningrijden, ‘Randstad Urgent’) en de plan-
15
2.4 Maatschappelijke trends
2.4.3 Leefmilieu en duurzaamheid De bezorgdheid om het leefklimaat neemt grotere
Vele ontwikkelingen in de maatschappij kunnen als
vormen aan. Op vele terreinen en niveaus worden plan-
belangrijk worden aangemerkt voor de installatiesector.
nen gemaakt en wordt beleid ontwikkeld om te komen
In dit verband kunnen met name genoemd worden:
tot een CO2-reductie, grotere benutting van duurzame
• de groeiende behoefte aan veiligheid en risicobe-
energie, vernieuwing van het watermanagement etc.
heersing;
Ook van de bedrijven zelf wordt geëist dat zij de nodige
• het continu stijgende opleidingsniveau;
maatregelen nemen om te komen tot verbetering van
• de sterk toenemende aandacht voor leefmilieu en
het leefmilieu door gebruik van duurzame energie e.d.
duurzaamheid; • de technologisering van de samenleving.
Dit kan ertoe leiden dat in de toekomst vele nieuwe projecten zullen worden ontwikkeld op het gebied van stroomopwekking en distributie. In het bijzonder kun-
2.4.1 Veiligheid en risicobeheersing
nen hiervan op de langere termijn impulsen uitgaan
Geweld en criminaliteit drukken een sterk stempel op
voor de energiedistributiemarkt resulterend in nieuwe
veiligheidsbeleving. Bedrijfsleven en particulieren eisen
grote infratechnologische projecten.
van de overheid steeds meer maatregelen om de onveiligheid weg te nemen, in het bijzonder door preven-
2.4.4 Technologisering: connected any time any place
tieve maatregelen zoals verbeterde wijkverlichting en
GSM-communicatie, Home entertainment, ADSL,
camerabewaking van openbare gebouwen, terreinen,
Breedband, chips-entry-control, Home Installation,
winkelcentra e.d. Ook is er een groeiende behoefte aan
Domotica, E-commerce, steeds meer drukt ICT een
bestrijding van computercriminaliteit en in samenhang
stempel op de Nederlandse samenleving. In het bijzon-
daarmee de beveiliging van ICT- en communicatiesy-
der aanbieders van telecommunicatiediensten lopen
stemen in de bedrijfsomgeving en in de woon-, leef- en
voorop in de ontwikkeling van diensten die een zeer
werkomgeving. Met name voor de installatiebedrijven
hoge kwaliteit eisen van de datacommunicatienetwer-
op de markten OV en ICT-infrastructuren lijkt deze aan-
ken (mobiele en vaste telefoonnetwerken, kabeltelevi-
dacht voor veiligheid alom nieuwe mogelijkheden te
sienetwerken). Er zijn nu volop projecten en initiatieven
bieden.
om te komen tot een ingrijpende upgrading van de netwerkinfrastructuur. Deze ontwikkeling is met name van
2.4.2 Continu stijgend opleidingsniveau
belang voor de markten TC en KTW.
Toenemende vraag naar hoger opgeleide functies. Jongeren worden steeds meer gestimuleerd door te leren. Voor lagere functies zal steeds meer een beroep
2.5 Bestuurlijke trends
moeten worden gedaan op allochtone werknemers
16
(inwonend of uit het buitenland). Dit impliceert wel dat
Voor installatie op het gebied van infrastructuur kunnen
de arbeidsorganisatie, zeker voor bedrijven met een
de speerpunten in het overheidsbeleid – in het bijzon-
hoog aandeel technische functies waarvoor een beroep
der die op het gebied van mobiliteit, communicatie,
wordt gedaan op lager geschoold personeel, steeds
veiligheid, mededinging en werkgelegenheid – van
meer zal moeten zijn ingesteld op werving, inschake-
eminent belang zijn. De overheid is voor de installatie-
ling en integratie en van personeel van allochtone
bedrijven een zeer belangrijke externe factor als inves-
herkomst. Deze ontwikkeling zal zich sectorbreed voor-
teerder, initiator, stimulator en regulator. Vermindering
doen.
van de administratievelastendruk en versterking van de concurrentie zijn daarbij al langer geldende speer-
punten. In dit kader is het interessant kennis te nemen
• Veiligheid begint bij voorkomen
van huidige beleidsspeerpunten van de overheid. In het
Dit project richt zich met name op het voorkomen
regeerakkoord worden o.m. de navolgende speerpun-
van vormen van criminaliteit, asociaal gedrag en
ten/speerpuntprojecten genoemd:
fraude. De relatie tot de infratechniekbedrijven is
• Vermindering van de administratievelastendruk
wellicht niet direct aanwezig, maar aan de andere
De overheid streeft ernaar zowel voor bedrijven als
kant kunnen infratechniekbedrijven wellicht ook
particulieren de druk die uitgaat van de administra-
bijdragen tot een betere beveiliging door middel van
tieve lasten te verminderen. Dit leidt in de meeste
wijkvideosystemen, betere verlichting e.d.
gevallen tot het laten wegnemen van overbodige of tegenstrijdige regels en vereenvoudiging van processen. Dit is een ontwikkeling die van betekenis is voor alle bedrijven, ongeacht de sector.
2.6 Trends, speerpunten en de infradomeinen
• Versterking van de concurrentie Overheidsmaatregelen om machtsconcentraties,
In het onderzoek uit 2003 zijn de navolgende inframark-
misbruik van economische macht en concurrentiebe-
ten/domeinen onderscheiden:
perkende afspraken tussen bedrijven te bestrijden
• ICT/CAI/Telecom3 (hierna aangeduid als telecom(markt) of telecommunicatienetwerken);
worden steeds krachtiger en toezichthoudende instanties laten zich steeds meer gelden. Het is evi-
• Openbare verlichting (OV);
dent dat elke bedrijf en elke sector hiermee gecon-
• Verkeersregel- en verkeersmanagementsystemen (VRI);
fronteerd wordt of kan worden. • Nederland ondernemend en innovatief
• Energiedistributie (ED);
Van belang is hierbij dat ook innovatie in energie en
• Grote Infratechniek Projecten (GIP).
andere publieke voorzieningen (communicatie) een
In het volgende zullen met het nodige voorbehoud de
plaats krijgt in het innovatieplatform. Dit zou kunnen
verschillende maatschappelijke trends aan de markten
inhouden dat de grote infrastructurele bedrijven een
worden gekoppeld. Hierbij is de navolgende classifica-
plaats behoeven in dit platform.
tie aangehouden:
• Van probleemwijk naar prachtwijk De upgrading van deze probleemwijken kan natuur-
‘ + = duidelijke relatie met/van duidelijke betekenis voor ..’.
lijk ook voor extra werk zorgen voor infrastructurele projecten. • Schoner en zuiniger
Voor de onderbouwing wordt verwezen naar hetgeen besproken is onder 2.2 tot en met 2.5. Uiteraard geldt
Het streven is om Nederland te maken tot een van
voor de marktbenadering van de infratechniekbedrijven
de duurzaamste landen in Europa met de efficiënt-
dat naarmate de relatie als sterker wordt verondersteld,
ste energievoorzieningen. Dat hiervan implicaties
het zeker ook de moeite waard moet zijn om meer ener-
uitgaan voor de stroomvoorziening, -distributie en
gie te stoppen in het uitnutten van deze relatie.
-netten is evident. • Urgentieprogramma Randstad Dit urgentieprogramma voor de Randstad richt zich met name op de bereikbaarheid van de Randstad. Daar kunnen ook de infratechniekbedrijven een rol spelen.
3
Oorspronkelijk was er een scheiding tussen ICT-netwerken en CAI/Telecom-netwerken. Daar in de afgelopen jaren deze markten elkaar steeds meer zijn gaan overlappen worden ze nu als één markt aangemerkt.
17
Overzicht 1 Maatschappelijke trends en infradomeinen
Telecommunicatienetwerken
OV
VRI
ED
GIP
+
Demografische trends Vergrijzing
+
Verkleuring Individualisering
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
Economische trends Groeiende bedrijvigheid
+
Toenemende krapte arbeidsmarkt
+
Groeiende investeringsbereidheid
+
Naar kenniseconomie
+
Globalisering
+
+
+ + +
+
+
+ +
Maatschappelijke trends Veiligheid en risicobeheersing
+
+
Hoger opgeleid
+
+
Leefmilieu en duurzame energie Technologisering
+ +
+ +
+
+
+
+
+
+
Bestuurlijke trends Liberalisering/mededinging
+
+
+
+
+
Vermindering lastendruk/regeldruk
+
+
+
+
+
Nederland ondernemend en innovatief
+
+
+
+
+
Van probleemwijk tot prachtwijk
+
+
Schoner en zuiniger
+
+
Urgentieprogramma Randstad
+
Veiligheid begint bij voorkomen
+
+ +
+ +
+
2.7 Conclusies Infratechnologische bedrijven hebben te maken met
voor een te groot optimisme. De installatiesector mag
tal van ontwikkelingen in hun directe omgeving. Deze
zich dan wel in groeikansen verheugen, de vraag is
ontwikkelingen zijn enerzijds zeer algemeen van aard
evenwel of de sector ook die marktkansen kan oppak-
en gelden sectorbreed en voor het gehele bedrijfsleven.
ken. De groeiende krapte op de arbeidsmarkt en de
Andere ontwikkelingen gelden meer specifiek voor de
groeiende internationale concurrentie zullen de sector
installatiesector of voor bepaalde deelmarkten binnen
zeker niet ongemoeid laten. Veel hangt in de komende
de installatiesector. Daarnaast zijn er per sector nog bij-
jaren af van de mogelijkheden van de sector om een
zondere ontwikkelingen te onderscheiden die ingrijpen
voldoend groot en kwalitatief volwaardig arbeidspo-
op de marktpositionering en kansen van het bedrijfs-
tentieel aan zich te binden. Als dat niet lukt, moet
leven. Hierop wordt ingegaan in de hoofdstukken 3 en
niet worden uitgesloten dat buitenlandse aanbieders
volgende.
nadrukkelijker dan tot nog toe een voet aan de grond krijgen op de Nederlandse markt voor infrastructurele
Over het geheel genomen kan gesteld worden dat de marktvooruitzichten voor de installatiesector gunstig zijn als het gaat om de kansen op opdrachten. De economie ontwikkelt zich de komende jaren gunstig, en veel initiatieven en beleidsspeerpunten richten zich nu op producten en diensten die juist door de installatie-
18
sector geleverd worden. Wel moet er gewaakt worden
voorzieningen.
3 Openbare verlichting (OV)
3.1 Markttypering
Sinds 2003 hebben zich geen grote verschuivingen voorgedaan. Ook de beoogde fusie tussen Essent en
In dit hoofdstuk staat de markt voor openbare verlich-
NUON is van de baan. Aan de aanbodkant van de markt
ting centraal. De werkzaamheden omvatten voorname-
voor openbare verlichting gaat het om zo’n 30 tot 40
lijk het aanleggen van openbare verlichting. Hierbij gaat
installatiebedrijven. De ‘OV-dochters’ hebben zich ook
het behalve om installatie gewoonlijk ook om de leve-
ontwikkeld tot sterke concurrenten. Dit betreft vooral
ring van de lichtmasten. Daarnaast omvatten de werk-
onderhoud en beheer, maar zij verzorgen ook advies en
zaamheden ook onderhoud en storingswerkzaamhe-
engineering.
den. Verder wordt in toenemende mate om engineering (het ontwerpen van een verlichtingsplan) gevraagd. Dit gebeurt veel meer vanuit het Rijk (in de vorm van design
3.2 Marktontwikkeling
& constructbestekken) dan vanuit de lagere overheden. 3.2.1 Marktomvang De belangrijkste opdrachtgevers op deze markt zijn de
In Nederland staan momenteel 2,5 à 3 miljoen lichtmas-
‘OV-dochters’ van de energiebedrijven, de regionale
ten. Sinds 2003 is dit aantal ongeveer gelijk gebleven.
diensten van Rijkswaterstaat, gemeenten en provincies,
Het is moeilijk in te schatten hoe groot de marktom-
projectontwikkelaars (nieuwbouw) en waterschappen.
vang anno 2007 exact is. Volgens deskundigen zal de
19
marktomvang in 2007 licht zijn toegenomen ten opzich-
Van de uitrol van energiezuinige spaarlampen zoals het
te van 2003 (geschatte marktomvang 2003: € 184 mil-
kabinet voorstaat4 wordt niet veel extra installatiewerk
joen). Een voorzichtige schatting van de marktomvang
verwacht. Dit omdat de toepassing van spaarlampen
kwam uit op € 210 miljoen. Hiervan heeft circa 70%
(PL/PLC-lampen) op de rijks- en gemeentelijke markt al
betrekking op het materiaal, circa 15% op geleverde
veelvuldig plaatsvindt.
arbeid en nog eens 15% op werkzaamheden aan het net. Door technologische ontwikkeling en het feit dat er
3.2.3 Stuwende krachten
geen substantiële uitbreiding van het lichtmastenpark
De belangrijkste ‘driver’ voor deze markt is de overheid,
te verwachten is, is sprake van een licht krimpende
die als belangrijkste opdrachtgever bepaalt wat langs
markt (naar volume). De verwachte sterke daling vanaf
de weg wordt geplaatst. Vervolgens is de maatschap-
2003 (-25%) heeft zich echter niet voorgedaan. De LED-
pij (milieu, leefomgeving) ook een bepalende factor,
technologie in de openbare verlichting staat nog in de
omdat trends als energiebesparing en lichthinder
kinderschoenen en de toepassing is nog mondjesmaat.
belangrijke impulsen vormen voor nieuwe werkzaamhe-
Naar verwachting zal pas na 2010 het volume van LED-
den. Tenslotte is de technologie een stuwende kracht,
toepassingen toenemen, waarna de markt voor onder-
doordat bijvoorbeeld de opkomst van LED-technologie
houd en vervanging sterker zal krimpen.
een impuls vormt voor vervangingswerk. Technologie is ook een belangrijke ‘driver’, omdat dit enerzijds leidt tot
3.2.2 Werkzaamheden en projecten
vernieuwing en vervanging, maar anderzijds uiteindelijk
Op het gebied van installatie en aanleg is het volume
ook leidt tot een krimpende markt (minder onderhoud).
niet schokkend veranderd. Verwijdering van lichtpunten in natuurgebieden vindt slechts sporadisch plaats. Daar staat tegenover dat weinig wordt toegevoegd doordat het aantal nieuwe Vinex-locaties niet toeneemt. Het grootste gedeelte van de aanleg vindt plaats op uit-
3.3 Kennisontwikkeling binnen de openbare verlichting
breidingslocaties binnen bestaande woongebieden. Dit levert per saldo niet veel extra lichtpunten op, maar
3.3.1 Technologieën
betekent wel vervanging van bestaande lichtpunten.
De meeste technologieën die in 2003 als aankomend
Verder worden steeds meer ontwerpactiviteiten voor
zijn geïnventariseerd, spelen tot op heden een rol (zie
verlichtingsplannen gevraagd van de installatiebedrij-
tabel 1). Enkele technologieën hebben een sterkere
ven. Ook het onderhoud van de openbare verlichting en
ontwikkeling doorgemaakt. De toepassing van ICT
zelfs de daarbij behorende energievoorziening wordt
bij onderhoud en online beheer bijvoorbeeld is sterk
steeds meer in de bestekken ingebouwd. Deze ontzor-
toegenomen. Aan de hand van deze technologie is het
ging van de opdrachtgevers wordt in meerjarencontrac-
mogelijk om de kwaliteit van de lichtmasten op afstand
ten neergelegd. Een andere ontwikkeling die nu speelt
te bewaken. Er is dan sprake van een bewakings- en
op deze deelmarkt is de dynamische openbare verlichting. In de toekomst zal deze naar verwachting veel worden toegepast. Verder staat de vervangingsopgave van traditionele lampen door LED-verlichting voor de deur. Dit project zal omvangrijk zijn. Verwacht wordt dat de activiteiten hiervoor na 2010 goed op gang komen.
4
“Meer energiebesparing door spaarlampen en LED-verlichting”, 19-04-2007. Minister Cramer (milieu) wil meer energie besparen door spaarlampen en LED-verlichting. Zij wil dat uiterlijk in 2010 straatverlichting, kantoren en huizen op grote schaal gebruik maken van spaarlampen en LED-verlichting. Dit zei de minister donderdag 19 april toen zij een spaarlampkroonluch-
20
ter van Greenpeace in ontvangst nam”. Bron: www.vrom.nl
beheerssysteem, waarbij de beheerder online kan zien
voorbeeld LED-technologie) en procesbeheersing (snel-
in welke staat de openbare verlichting is en welke lamp
heid en kwaliteit van het werk) zijn goed verzorgd. De
vervangen moet worden. In het algemeen geldt dat het
ICT-vaardigheden van monteurs zijn zodanig dat men
onderhoud van openbare verlichting steeds meer ICT-
goed uit de voeten kan met ICT bij onderhoud en online
vaardigheden van de monteurs gaat eisen. Ook dyna-
beheer.
mische openbare verlichting is in belang toegenomen, voornamelijk langs rijkswegen. Bij deze technologie is het mogelijk de lichtintensiteit aan de weers- en ver-
3.4 Marktpositie
keersomstandigheden aan te passen. De investeringen zijn circa 30% hoger dan voor gangbare openbare ver-
3.4.1 Aanbestedingswijze
lichting, maar kunnen worden terugverdiend door de
De tendens op deze markt is nadrukkelijk openbare
lagere energiekosten.
aanbesteding, mede als uitvloeisel van de bouwfraude. Door de liberalisering van de energiemarkt vindt steeds
Van andere technologieën is de ontwikkeling iets trager
meer concurrentie plaats in de aanbestedingen (zowel
verlopen dan verwacht. De LED-technologie bijvoor-
onderling in de vakgroep, als tussen de OV-dochters
beeld bevindt zich met betrekking tot openbare ver-
en de installatiebranche). Bij de aanbesteding is
lichting nog in een ontwikkelingsfase (in tegenstelling
prijs de dominante factor, ofschoon kwaliteitsaspec-
tot de markt voor verkeersinstallaties). Het probleem
ten wel degelijk een rol spelen in de gunningsfase.
is gelegen in realisatie van de juiste hoeveelheid licht
Tegenwoordig is minder vaak sprake van klantrelaties
(luminantie) in verhouding tot de kosten en ook de
maar wordt alles aanbesteed. Hierdoor zijn de looptij-
lichtkleur. Daarnaast is de prijs van LED’s nu nog vele
den van de contracten echter niet korter geworden. Ze
malen hoger dan die van een gloeilamp. Zodra deze
beslaan nog steeds periodes van twee tot drie jaar met
problemen zijn overwonnen, biedt deze technologie
verlengingsopties tot vijf jaar.
enorme mogelijkheden. De onderhoudskosten voor ver-
Opdrachten die vanuit het rijk worden uitgezet, kennen
lichtingsinstallaties zullen dan sterk gereduceerd wor-
steeds vaker een integraal karakter. De werkzaamheden
den. Ook het energieverbruik van LED’s is vele malen
voor de installatiebranche vormen dan een onderdeel
lager dan van de traditionele lampen. De verwachting
van het grotere geheel, bijvoorbeeld het hele groen-
is dat LED’s pas na 2010 in grote hoeveelheden zullen
onderhoud, of het gehele wegonderhoud. Onderhoud
worden toegepast.
van de openbare verlichting vormt dan een onderdeel van een groot integraal bestek. Door deze constructies
Tabel 1 Overzicht van de technologieën op het gebied van OV
• ICT bij onderhoud en online beheer • Dynamische openbare verlichting • LED-technologie • Conditiebepaling lichtmasten
worden de installatiebedrijven evenwel gedwongen om in een positie van onderaannemer of combinant aan de aanbestedingen deel te nemen. Het is nog onduidelijk of deze trend zich verder door zal zetten.
• Betere lampen en armaturen • Lichtmasten op zonne-energie
Regionale contracten zijn geen trends, maar eerder afhankelijk van werkgebieden van de opdracht-
3.3.2 Kennispositie
gever (bijvoorbeeld landelijk of regionale afdeling
Binnen de deelmarkt bestaat een goede aansluiting
Rijkswaterstaat).
tussen het aanbod van kwalitatief goede knowhow door de installateurs en de gevraagde kennis vanuit de opdrachtgevers. Met name de technische kennis (bij-
21
3.4.2 Positie van de installatiebedrijven
andere vakgebieden vindt wel enigszins plaats, maar er
Ten opzichte van 2003 lijkt de positie van de instal-
is geen echte concurrentie vanuit andere grote projec-
latiebedrijven niet duidelijk te zijn veranderd. Destijds
ten binnen de technische-installatiebranche.
was men reactief met een gestage ontwikkeling richting een proactieve houding. Sindsdien vindt wel een verschuiving van het beheer en onderhoud plaats vanuit
3.6 Belangrijkste bevindingen
opdrachtgevers naar de technische-installatiebranche. Deze ontzorging van bijvoorbeeld de gemeenten is echter een gevolg van de veranderende bestekken en wordt contractueel vastgelegd. Het is de vraag of dit als reactief of proactief kan worden opgevat.
• De omvang van de markt voor openbare verlichting wordt voor 2007 geraamd op € 210 miljoen. • Ten opzichte van 2003 is de markt met ongeveer 15% in waarde gestegen. • De verwachting is dat de komende jaren (tot 2010) de vraag naar openbare verlichting (qua volume) zich
3.5 Marktvooruitzichten
zal stabiliseren tot licht stijgen. • De belangrijkste technologiestimulans voor het aan-
3.5.1 Termijn
bod van openbare verlichting wordt nu gevormd door
Verschillende projecten die op stapel staan zullen
de dynamische verlichtingssystemen.
niet echt een extrabeslag leggen op de capaciteit in
• Verwacht mag worden dat na 2010 LED zal door-
de branche. Het installatiewerk door meer gebruik van
breken als technologie (lichtbron) voor openbare
energiezuinige spaarlampen zal kleinschalig zijn. De
verlichting.
verwachting is dat de grootschalige toepassing van LED-
• De belangrijkste maatschappelijke stimuli voor
verlichting niet voor 2010 zal plaatsvinden. Grootschalig
uitbreiding, upgrading en vervanging van openbare
gebruik van het ‘slimmer verlichten’-concept 5 is nog
verlichting worden gevormd door de hang naar vei-
geen topic en zal nu nog geen grote klussen opleveren.
ligheid alsmede door het streven van de overheid
Wel zal het werk toenemen dat bij Rijkswaterstaat vrij
om prachtwijken te maken van probleemwijken.
zal komen op het gebied van dynamische openbare ver-
• In de verwerving van opdrachten gaat onpersoon-
lichting en verlichting in natuurgebieden. Dit zal dit in
lijke, zakelijke aanbesteding een steeds grotere rol
de nabije toekomst op gang komen.
spelen. • Op de markt van openbare verlichting worden de
3.5.2 Capaciteit
OV-dochters van de energiedistributiebedrijven in
Binnen het specialistische OV-vakgebied is nog vol-
toenemende mate concurrent van de infratechniek-
doende capaciteit. Hoogstens kan een piek kan ont-
bedrijven.
staan door nieuwbouwprojecten, maar dit wordt niet als
• In de positionering van de infratechniekbedrijven op
bedreigend gezien. Uitwisseling van arbeidskrachten uit
deze markt wordt een proactieve instelling belangrijker en krijgen bedrijven ook meer verantwoordelijkheid voor het beheer van openbare verlichting. Oorspronkelijke beheertaken van de gemeenten
5
Verlichtingsplannen, waarbij niet zozeer meer licht (hogere luminantie) het uitgangpunt is, maar wel een betere gelijkheid en een efficiëntere plaatsing van lichtpunten. Zodoende kan meer energiebesparing tot stand komen, of in ieder
22
geval betere verlichting zonder meer energieverspilling.
gaan dan over naar de installatiebedrijven.
4 Verkeersregelinstallaties (VRI)
4.1 Markttypering
Aan de aanbodzijde van de markt voor verkeers(regel) installaties gaat het om zo’n 10 tot 20 grote installatie-
De markt voor verkeers(regel)installaties bestaat uit
bedrijven en vele kleine bedrijven. Het aantal concur-
het installeren van reeds uitgewerkte ontwerpen van
renten dat actief is op deze deelmarkt is ongeveer het-
wegsignalering en verkeers(regel)installaties. Voor
zelfde gebleven. De concurrentie is altijd sterk geweest,
het hoofdwegennet gaat het daarnaast om de levering
maar niet sterker geworden. Wel is men selectiever
van signaleringssystemen, waaronder dynamische
geworden in de opdrachten waarop men inschrijft. Er
route-informatiepanels (drip’s). Voor het secundaire
wordt kritischer gekeken of een opdracht past bij het
wegennet gaat het met name om de installatie van
bedrijf. Deze houding levert een bepaalde mate van
verkeers(regel)installaties en verkeerslichten. Op dit
specialisatie op.
onderdeel van deze deelmarkt VRI vinden relatief veel engineeringactiviteiten plaats.
4.2 Marktontwikkeling De deelmarkt voor verkeersregelinstallaties is met name een overheidsmarkt. Alleen voor parkeersyste-
4.2.1 Marktomvang
men treden private partijen op als opdrachtgever. Ten
Nederland telt ongeveer 5.500 verkeers(regel)instal-
opzichte van 2003 is amper verandering opgetreden. De
laties (VRI’s), waarvan 5.000 geregelde kruispunten en
belangrijkste opdrachtgevers zijn de regionale directies
400 voetgangersoversteekplaatsen. Sinds 2003 heeft in
van Rijkswaterstaat, systeemleveranciers, gemeenten
totaliteit een lichte groei plaatsgevonden. De schatting
en provincies. Soms hebben systeemleveranciers een
van de marktomvang was destijds zo’n € 150 miljoen6.
aparte positie en fungeren zij zowel als uitvoerder als
Dit zal met maximaal 15% (tot circa € 170 miljoen) zijn
opdrachtgever. Bij verwerving van de totaalopdracht
toegenomen. Het aandeel van systeemcomponenten zal
besteden zij het installatiewerk uit aan de installatiebedrijven.
6
In dit bedrag zijn de tunnelinstallaties niet meegenomen omdat die onder de markt voor grote infrastructurele projecten vallen.
23
nu minder dan de helft zijn, vanwege een enorme prij-
Naast de uitvoerende werkzaamheden is er ook veel
zenslag die in de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden.
engineering bij de werkzaamheden gekomen. Met
Het verkeersaanbod is toegenomen, dus kruispunten
name op het gebied van de wegsignalering langs de
die in eerste instantie niet-ongeregeld konden functio-
rijkswegen is sprake van Design&Construct-bestekken
neren, zijn niet meer toereikend. De jaarlijkse groei van
en wordt in samenspraak met de systeemleverancier
het aantal VRI’s met ongeveer 2% geldt nog steeds.
een deel van het ontwerp gemaakt binnen aangegeven
Deze deelmarkt is voor het overgrote deel een vervan-
richtlijnen en kaders.
gingsmarkt. De levensduur van installaties is circa 15
Het heeft langer geduurd dan verwacht, maar de krimp
jaar, maar er is wel sprake van veranderende behoeften
in de standaardwerkzaamheden (als gevolg van minder
(verkeersdrukte, veiligheid, innovaties) waardoor er
storingswerkzaamheden en lagere vervangingsgraad
nog veel aanpassingen aan kruispunten nodig zijn.
door LED-technologie) zal nu werkelijkheid worden. Het
Daarnaast vindt nu veel substitutie plaats van halogeen
grootste deel van de lampvervanging is echter nodig
signaalgevers door LED-signaalgevers. Al deze verande-
door molest. Dit blijft natuurlijk bestaan, ongeacht
ringen vragen om een actieve opstelling van de instal-
nieuwe technologie.
lateur. Vanuit de nota ‘Mobiliteit’ gaat een duidelijke impuls Sinds 2003 heeft een enorme prijzenslag plaatsgevon-
uit ten gunste van de installatiebranche, maar het is
den op deze deelmarkt. De prijzen van installaties zijn
onduidelijk welk deel van de begrote € 225 miljoen al
substantieel naar beneden gegaan (wel 20%-25% op
uitgegeven is. De gebruikersbelasting (ook wel reke-
het automatendeel). Dus is het aanleggen van VRI’s op
ningrijden/kilometerheffing genoemd) is bijvoorbeeld
kruispunten goedkoper geworden. De prijsvoordelen
naar achter geschoven7. De infratechnische branche
die er eerst waren voor minirotondes zin afgenomen.
verwacht dat de eerste grootschalige werkzaamheden
Voor de komende tijd zal de groei van het aantal VRI’s
pas op gang komen na 2010. Bovendien is nog niet
op kruispunten, de afname van VRI’s (door vervanging
duidelijk met welke technische uitvoering de gebrui-
van geregelde kruispunten door rotondes) iets overstij-
kersbelasting zal worden gerealiseerd. In 2003 dacht
gen.
men nog aan systemen met tolpoorten of camera systemen. Daarmee was een behoorlijke installatieklus
4.2.2 Werkzaamheden en projecten
gemoeid. Nu gaan de ideeën meer in de richting van
Eén van de grootste opgaven voor de sector is de
GPS-achtige systemen waarbij de technische realisatie
vervanging van halogeen signaalgevers door LED-
gegoten zal worden in de vorm van een hooggeautoma-
signaalgevers. Een andere grote ontwikkeling die de
tiseerd systeem. Als dit doorgaat levert het per definitie
installatiewerkzaamheden voor de komende tijd zal
minder installatiewerk op. De implementatie van deze
bepalen zijn de bermdrips. Dit zijn dynamische route-
systemen met mobiele communicatie is afhankelijk
informatiepanelen in de zijberm. Daarnaast is er nieuwe
van de foutenmarge, controle en handhaving. Door
functionaliteit aan de systemen toegevoegd, zoals
Rijkswaterstaat worden opdrachten uitgegeven waarbij
dynamische route-informatie, gebruikersregistratie,
ook een deel van de uitvoeringswerkzaamheden voor
filesignalering, etcetera. Hierdoor is het wensenpakket
gebruikersbelasting in de bestekken verweven zit.
veranderd. Negen van de tien keren wordt dit meegenomen tijdens wegwerkzaamheden aan de weg, hetgeen ook het tempo van deze vervanging bepaalt.
24
7
Zie: www.verkeerenwaterstaat.nl, “Anders betalen voor mobiliteit”.
4.2.3 Stuwende krachten
opkomst. Hiervoor worden verschillende nieuwe syste-
Op de deelmarkt voor verkeersregelinstallaties zijn
men ingezet, zoals bijvoorbeeld: voertuigdetectiesyste-
een aantal krachten van invloed op de marktontwik-
men, dynamische borden, dynamische route-informa-
kelingen. De belangrijkste ‘drivers’ zijn de economie,
tiepanelen, toeritdoseerinstallaties en reistijdschatting.
de overheid, de maatschappij en de consument c.q.
Momenteel zijn systemen voor dynamisch verkeersma-
het bedrijfsleven. De economische voorspoed brengt
nagement in ontwikkeling, die zijn gebaseerd op draad-
een toenemende verkeersdrukte met zich mee. Vanuit
loze communicatie met voertuigen. Dit kan toegepast
de maatschappij bestaat een impuls tot meer mobi-
worden in het beprijzen van weggebruik (via GPS).
liteit (over de hele dag), als gevolg van veranderende
Uiteindelijk kan dit een concurrerende technologie wor-
huishoudensamenstellingen, individualisering en
den voor dynamisch verkeersmanagement gebaseerd
parttimewerk. Het bedrijfsleven en de consument
op een vaste infrastructuur.
uiten deze vraag naar meer mobiliteit, gekoppeld aan respectievelijk grotere betrouwbaarheid en meer veilig-
Enkele andere technologische ontwikkelingen die
heid op de weg. Eén deskundige formuleerde treffend:
voorzien waren in 2003 zoals slimme LED’s en onder-
“Toenemende economie geeft een toenemende wel-
grondse buisdetectie en robo-worms zijn in de afgelo-
vaart, geeft een toenemende behoefte aan mobiliteit:
pen jaren evenwel niet of amper van de grond gekomen.
en we slibben juist dicht!”. Vanuit de overheid kan
Ook de standaardisering van protocollen en platformen
gewezen worden op het beleid betreffende de bestrij-
heeft zich minder ontwikkeld dan verwacht.
ding van filedruk door de invoering van een systeem van gebruikersbelasting.
Tabel 2 geeft een overzicht van de technologieën en hun betekenis voor de VRI-markt. Daarbij is tevens aangege-
Resumerend is er de komende jaren vanuit verande-
ven welke technologieën in 2003 zijn gesignaleerd, die
rende behoeften en kostenafwegingen nadrukkelijk een
nu van geen of weinig betekenis blijken te zijn voor de
impuls voor vervanging en uitbreiding van de huidige
installatiewerkzaamheden op deze markt.
verkeersmanagementsystemen. Daarnaast bestaat er nog een impuls vanuit het totale project voor gebruikersbelasting.
4.3 Kennisontwikkeling op het gebied van verkeersregelinstallaties 4.3.1 Technologieën
Tabel 2 Overzicht van de technologieën op het gebied van VRI
Momenteel van grote betekenis
Van weinig/geen betekenis gebleken
Dynamisch verkeersmanagement
Slimme LED’s
Non-invasive detection systems en meer mobiele communicatie
Ondergrondse buisdetectie
Slimme tolheffingssystemen
Robo-worms
Automatische parkeersystemen
Glaskorrels voor verkeerssignalering
Andere vormen van snelheidscontrole
Standaardisering van hardware en communicatie
Afgezet tegen de inventarisatie in 2003 zijn een aantal veranderingen opgetreden. De LED-technologie is een
4.3.2 Kennispositie
van de belangrijkste technologieën gebleken. Ook de
Bij de verkeersregelinstallaties is de technische en ope-
toepassing van (mobiele) communicatie is een belang-
rationele kennis hoogwaardig bij de uitvoerende bedrij-
rijke technologische ontwikkeling. Mobiele communi-
ven, en de technische uitvoering is goed. Vanwege het
catie wordt momenteel vooral toegepast in tijdelijke
ontbreken van de standaardisatie is het voor de instal-
wegkantsystemen (detectoren, signaalgevers, servers).
lateurs moeilijk om in te schatten welke toekomstige
Verder is het dynamisch verkeersmanagement sterk in
kennis ingezet dient te worden. De kennis van project-
25
management en engineering is zeker verbeterd in de
De concurrentie vanuit het buitenland is niet duidelijk
branche. Dit blijkt ook uit de grotere betrokkenheid van
toegenomen. Dit heeft zich hoogstens in kleine mate
de opdrachtnemers tijdens de ontwerpfase en de uitbe-
voorgedaan op het terrein van systeemleveringen.
stede engineeringwerkzaamheden aan de zijde van de opdrachtgevers.
4.4.2 Positie van de installatiebedrijven. Ingegeven door de prijzenslag op materiaal en de fellere concurrentie is er een meer proactieve houding tot
4.4 Marktpositie
stand gekomen in de branche. Deze houding is er zeker ook ten opzichte van de systeemleveranciers. Hierdoor
4.4.1 Aanbestedingswijze
is ook de ontwikkeling richting strategisch partnerschap
Op deze deelmarkt worden opdrachten verworven via
ingezet. De activiteiten in de ontwerpfase zijn meer
openbare (publieke) aanbesteding, en is er vaak alleen
geworden en ook worden meer langdurige servicecon-
sprake van samenwerkingsconstructies/partnerschap-
tracten afgesloten.
pen met systeemleveranciers. Tevens bestaat een duidelijk onderscheid tussen de rijksoverheid en een gemeentelijke markt. Op rijksniveau is steeds meer
4.5 Marktvooruitzichten
sprake van Design & Construct-bestekken. In 2003 was dit de tendens en dat is nu werkelijkheid. De rijksover-
4.5.1 Termijn
heid kan en wenst steeds minder zelf in te vullen. Bij
De werkzaamheden rond de vervanging van de huidige
partijen als Rijkswaterstaat is de rol van de installa-
verkeersmanagementsystemen zijn voorzichtig begon-
teurs naar voren geschoven in de productieketen. Bij
nen. De verwachting is dat dit de komende jaren goed
gemeenten is dit nog niet het geval en is de positie niet
op gang komt. Zoals eerder aangegeven, zijn de werk-
echt veranderd.
zaamheden ten aanzien van de gebruikersbelasting opgeschoven en zullen deze pas na 2010 echt op gang
Zowel op rijksniveau als op gemeentelijk niveau is
komen. Het is ook nog onduidelijk hoeveel werk hier
de tendens dat servicecontracten worden afgesloten.
voor de installateurs in het verschiet ligt (afhankelijk
Steeds vaker wordt het beheer en onderhoud opge-
van het gekozen systeem). Tot die tijd leveren de ove-
nomen in de opdrachten/bestekken. De looptijd van
rige werkzaamheden, zoals uitbreiding en onderhoud
deze onderhoudscontracten varieert van 2 tot 5 jaar. Op
van de verkeersregelinstallaties, geen piek in de werk-
rijksniveau bestaan al heel lang servicecontracten over
zaamheden op.
langere tijd (10-15 jaar), maar dit is alleen bij de grotere contracten het geval (m.n. nieuwbouw op rijkswegen).
4.5.2 Capaciteit In het kader van enkele grote projecten die op stapel
Andere kenmerken van de aanbestedingen op deze
staan binnen de totale infratechnische branche (ook
markt zijn dat de totale procedures officiëler zijn gewor-
in concurrerende deelmarkten) is het de vraag of men
den. De procedures zijn juridisch complexer en worden
ook over voldoende capaciteit kan blijven beschikken
strakker geregisseerd en voorgeschreven. Hierdoor
om alle werkzaamheden uit te voeren. Uiteindelijk
zijn de periodes voor inschrijving en uitvoering korter
is de inschatting dat er op deze installatiemarkt wel
geworden. Meer dan voorheen sturen de opdrachtge-
voldoende capaciteit is, maar de haalbaarheid komt
vers aan via een systeem van beloningen en sancties.
wel in het geding door de korte uitvoeringstermijnen die gehanteerd worden. Steeds vaker moeten mensen
26
ingezet worden op projecten die tegelijkertijd en op
korte termijn gerealiseerd moeten worden. Daardoor
• In het kader van enkele grote projecten die op stapel
vindt steeds meer verschuiving plaats naar uitvoering
staan binnen de totale infratechniek (ook in concur-
in de nachten en weekenden (niet alleen op rijkswegen
rerende deelmarkten) is het wel de vraag of men ook
maar ook op secundaire wegen). Als deze verschuiving
over voldoende capaciteit kan blijven beschikken om
te ver doorvoert, loopt men het risico te duur te worden
alle werkzaamheden uit te voeren.
of over te weinig personeel tijdens de nachten en in het
• De belangrijkste technologiestimulans voor het aan-
weekend te beschikken. Daarnaast is het ook een zorg-
bod van verkeersregelsystemen wordt nu gevormd
punt of er op termijn wel voldoende mensen beschik-
door de dynamische verkeersmanagementsystemen
baar zijn die op de markt voor verkeersregelinstallaties
en door het gebruik van LED als belangrijkste licht-
willen werken.
bron.
Binnen de branche houdt men bij de inschrijving,
• De belangrijkste maatschappelijke stimuli voor uit-
planning en begroting terdege rekening met de haal-
breiding, upgrading en vervanging van verkeersregel-
baarheid van projecten. Op basis van een dergelijke
systemen worden (1) de economie, (2) de behoefte
afweging bepaalt men of er wel of niet wordt ingeschre-
aan verkeersveiligheid en verkeersinformatie en (3)
ven. Als het risico op het niet kunnen realiseren van de
het streven om te komen tot blijvende verbetering
benodigde bemanning te groot wordt ingeschat, is men
van de verkeersdoorstroming en afname van de file-
minder geneigd in te schrijven. Dit kan op termijn een
druk.
belemmerende factor worden voor de uitvoering van de verkeerstechnische plannen.
• Op de deelmarkt VRI worden opdrachten verworven via openbare (publieke) aanbesteding. Op rijksniveau is steeds meer sprake van Design &
De implementatie van gebruikersbelasting kan ook consequenties hebben voor de capaciteit. De systeem-
Constructbestekken. • Zowel op rijksniveau als op gemeentelijk niveau is
keuze is hierbij doorslaggevend en bepaalt de impact
de tendens dat servicecontracten worden afgesloten.
voor de infratechniek (de uitvoerende partijen). Als
Steeds vaker wordt het beheer en onderhoud opge-
gekozen wordt voor een systeem gebaseerd op GPS-
nomen in de opdrachten/bestekken.
technologie, dan is er waarschijnlijk geen probleem met de inzetbaarheid.
• Door de prijzenslag op materiaal en de fellere concurrentie is er een meer proactieve houding tot stand gekomen in de branche. Deze houding is er zeker ook ten opzichte van de systeemleveranciers.
4.6 Belangrijkste bevindingen
Hierdoor is ook de ontwikkeling richting strategisch partnerschap ingezet.
• De omvang van de markt voor verkeersregelsystemen wordt voor 2007 geraamd op € 170 miljoen. • Ten opzichte van 2003 is de markt met ongeveer 15%
• De activiteiten in de ontwerpfase zijn meer geworden en ook worden meer langdurige servicecontracten afgesloten.
in waarde gestegen. • De verwachting is dat de komende jaren (tot 2010) de vraag naar verkeersregelsystemen (qua volume) licht zal stijgen.
27
5 Energiedistributie (ED)
5.1 Markttypering
Aan de aanbodkant van de markt gaat het om zo’n 40 tot 60 aannemers. De installatiebedrijven voeren zowel
Op de markt voor energiedistributie voeren de leden
inpandig werk uit als werk aan het externe (‘buitenpan-
van de vakgroep Infratechniek vooral montagetechni-
dige’) netwerk. Het aantal installatiebedrijven is licht
sche activiteiten uit. De nadruk in deze studie ligt op
dalende door schaalvergroting. Meer en meer (grotere)
de stroomnetten, maar bij de meeste aannemersbe-
familiebedrijven worden overgenomen door de grotere
drijven worden gas- en waterinstallatie als een normale
bedrijven. De verwachte buitenlandse concurrentie op
bedrijfsactiviteit meegenomen omdat ze in het verleng-
het gebied van netwerkaanleg is minmaal gebleken.
de liggen van de aanleg van elektriciteitsnetwerken. Het betreft met name onderhoud, vervanging en nieuwe
Voor het onderhoud komt de concurrentie van de ener-
aanleg; geen engineeringactiviteiten. De belangrijkste
giebedrijven zelf. Deze concurrentie in onderhouds-
opdrachtgevers op deze markt zijn de grote energiebe-
werkzaamheden is sinds 2003 toegenomen, omdat
drijven, TenneT en de regionale netbeheerders. Door het
de energiebedrijven niet afhankelijk willen zijn van de
uitblijven van de fusie tussen NUON en Essent heeft er
installatiebedrijven en meer kennis en expertise aan
geen noemenswaardige verschuiving plaatsgevonden.
zich binden. Daar staat tegenover dat er ook meer toenadering is tussen de energiebedrijven en de installateurs om te komen tot vormen van samenwerking.
28
5.2 Marktontwikkeling
gemiddelde storingsduur voor elektriciteit bedraagt in Nederland 27 minuten per klant. Terwijl het Europese
5.2.1 Marktomvang
gemiddelde op bijna 200 minuten ligt.”9
De omvang van de markt voor installatiewerk met betrekking tot energiedistributie wordt door de vak-
5.2.2 Werkzaamheden en projecten
groepleden geschat op € 500 miljoen per jaar. Dit is
Gezien de leeftijd van het Nederlandse stroomnet mag
gebaseerd op een ondergronds netwerk van ongeveer
worden verwacht dat in de komende jaren een vervan-
325.000 kilometer in Nederland. Dit bedrag is inclusief
ging nodig is. Nu al is bijna 10% van het Nederlandse
de bijbehorende graafwerkzaamheden en de levering
stroomnet ouder dan dertig jaar. Nog eens 40% pas-
van de kabels. De markt bevindt zich in een behoorlijk
seert de komende tien jaar deze kritische grens. Daar
turbulente fase, want terwijl deze in 2003 nog aan
komt bij dat de vraag naar elektriciteit het komende
het krimpen was, zijn er in 2007 indicaties van een
decennium jaarlijks met 1,6% zal groeien, wat een
gigantische groei. Het werk dat op dit moment uitgezet
groei van de productie en het transport van elektriciteit
wordt overstijgt de capaciteit en specifieke kennis die
met zich meebrengt. Dit resulteert in een zwaardere
momenteel bij de opdrachtnemers in huis is. “De order-
belasting van het elektriciteitsnet. Doordat de nieuwe
portefeuilles zijn voor de komende twee à drie jaar al
opwekcapaciteit, veel meer dan nu het geval is, zal wor-
volgeboekt”, aldus een van de gesprekspartners.
den gerealiseerd met behulp van duurzame, decentrale kleinschalige opwekeenheden, wordt het elektriciteits-
Tot 2003 heeft een concentratie plaatsgevonden bij de
net complexer en zal het geleverde vermogen sterker
opdrachtgevers. Dit heeft geleid tot minder, maar gro-
gaan fluctueren. Dit alles betekent dat op de middel-
tere opdrachten. Een gevolg hiervan is een verhoogde
lange termijn flinke investeringen in het stroomnet
concurrentie tussen de installatiebedrijven onderling,
noodzakelijk zijn. Uit onderzoek10 naar de benodigde
hetgeen tot prijsdruk en marge-erosie heeft geleid.
capaciteit voor een eventuele vervangingsgolf blijkt dat
Dit kan wellicht een verklaring zijn voor het feit dat de
de nodige knelpunten kunnen ontstaan.
marktomvang sindsdien niet groter is geworden, terwijl het uitgezette werk wel is toegenomen.
Zover is het echter nog niet: een eventuele vervangingsgolf staat wel op de agenda, maar concrete signalen in
De kwaliteit van de Nederlandse stroomnetten is hoog.
de vorm van werk zijn nog niet merkbaar. De netbeheer-
Uit onderzoek van de KEMA blijkt dat de betrouw-
ders houden rekening met verschillende scenario’s,
baarheid van het Nederlandse netwerk nog steeds
maar spreken hun geloof uit in de technologie rondom
aanmerkelijk groter is dan die van de netwerken van
slimme detectiesystemen. Als deze technologie zich
andere Europese landen8. De gemiddelde uitvalduur in
verder ontwikkelt, zal de vervanging veel geleidelijker
Frankrijk is bijvoorbeeld een factor 2 hoger. In andere
tot stand kunnen komen. Op dit moment bestaan wel
Europese landen is al snel sprake van een factor 8-10
initiatieven, maar dit is eerder op het gebied van draag-
(Italië, Finland, Ierland, Noorwegen). Ook de bestuurs-
vlak creëren en het instellen van platforms en institu-
voorzitter van ENECO, Ronald Blom, beaamt dit: “De 9
Blom, R., 2006, ‘Krachten bundelen moet, splitsen niet’. In: Prospect ‘Hoogspanning op Europese energiemarkt’, uitgave van ENECO, jaargang 12, nr. 2, april 2006, blz. 18.
10 8
EIM, 2007, ‘Stroom gegarandeerd!?; Arbeidsproblematiek
KEMA, 2005, ‘Betrouwbaarheid van elektriciteitsnet-
rond de vervanging van de Nederlandse stroom-
ten in Nederland in 2004’. Arnhem: KEMA.
netten’. Zoetermeer, november 2007.
29
gen om de personele bezetting en uitvoerbaarheid.
5.3 Kennisontwikkeling op het gebied van energiedistributie
Het grootste deel van de toekomstige projecten betreft
5.3.1 Technologieën
civiele werkzaamheden. Onderhoud en vervanging wor-
Ten opzichte van 2003 is een aantal veranderingen
den steeds belangrijker, ook in verband met woonmi-
opgetreden. Rond een aantal technologieën zijn er
lieuzones. Op dit moment speelt bij de opdrachtgevers
actuele ontwikkelingen. De online bewaking en con-
het idee om de bovengrondse leidingen te verleggen
ditiebepaling is bijvoorbeeld een ontwikkeling waar
onder de grond in verband met straling. Het beheer (in
nu sterk de nadruk op ligt. Hierbij wordt met behulp
stand houden) van het netwerk is sinds 2003 sterk toe-
van digitale meet- en bewakingssystemen (SCADA-
genomen.
systemen) op afstand de conditie van het netwerk
ten, en niet op het gebied van capaciteitsvraagstukken. Binnen de installatiesector maakt men zich echter zor-
bepaald. Momenteel worden technieken ontwikkeld om 5.2.3 Stuwende krachten
diagnosesystemen voor elektriciteitskabels en –acces-
Op het gebied van de energiedistributie bestaat een
soires, turbogeneratoren en transformatoren op afstand
aantal stuwende krachten die een positieve dan wel
uit te lezen. Het onderhoud aan de netwerken kan dan
negatieve invloed hebben op de ontwikkelingen in de
effectiever en efficiënter worden uitgevoerd, met als
installatiemarkt. De economie heeft een sterk positieve
gevolg dat de levensduur van het netwerk kan worden
uitwerking op het werkaanbod van de installatiebe-
verlengd. Verder is de rendementsverbetering van
drijven. Door economische groei en een toenemende
kleinschalige opwekking een technologie in opkomst.
energievraag van bijvoorbeeld het bedrijfsleven daalt
Duurzame energie is een blijvende ontwikkeling
de levensduur van de netwerken. Hierdoor neemt
geweest en voor de Premium Power Parcs kan verwezen
de vervangingsvraag toe. Ten tijde van economische
worden naar het voorbeeld van de Eemsmond.
voorspoed vindt doorgaans meer nieuwbouw plaats en speelt duurzaamheid een belangrijkere rol. Ook dit zijn
Aan de andere kant zijn er ook technologieën die niet of
positieve impulsen voor de technische-installatiesector.
amper van de grond zijn gekomen, zoals de 1-buistech-
Daarentegen heeft de technologische vooruitgang een
nologie en het gebruik van flexibele elektriciteitskabels.
negatieve invloed op de werkvoorraad in de branche.
Ook van de opslag van elektriciteit viel tot op heden nog
De progressie van slimme detectiesystemen en online
weinig te merken.
conditiebepaling remt de investeringen voor het vervan-
Tabel 3 geeft een overzicht van de technologieën voor
gingswerk (specifiekere, lokale vervanging). Tenslotte
de EDB-markt. Daarbij is tevens aangegeven welke tech-
vormen de ontwikkelingen vanuit de overheid, zoals
nologieën in 2003 zijn gesignaleerd, die geen of weinig
energiebesparing en hogere veiligheidseisen, ook een
betekenis hebben voor de installatiewerkzaamheden
remmende factor voor de capaciteit en de investerings-
op deze markt.
groei binnen de sector.
30
Tabel 3 Overzicht van de technologieën op het gebied van EDB
Nu grote betekenis
Van weinig/geen betekenis gebleken
Online bewaking en conditiebepaling
1-buistechnologie
Rendementsverbetering kleinschalige opwekking
Flexibele elektriciteitskabels
Premium power parcs
Betere opslag van elektriciteit
5.4 Marktpositie 5.4.1 Aanbestedingswijze Op deze markt is de tendens openbare (publieke)
Opkomst UPS-systemen (Uninterruptible Power Supply) Duurzame energie
aanbesteding. Door het aantrekken van de markt is de positie van installatiebedrijven veranderd en dit leidt tot andere uitvoeringsconstructies. Zo is in toenemende mate sprake van samenwerkingsconstructies. Energiebedrijven willen graag allianties aangaan voor
5.3.2 Kennispositie
langere termijn. In de toekomst zal er naar verwachting
De uitvoerende partijen in deze branche beschikken
dus minder concurrentie plaatsvinden tussen de ener-
over technisch goed onderlegd personeel. Verder zijn
giebedrijven en de aannemende installatiebedrijven.
de bedrijven redelijk innovatief, beschikt men over een
Door de sterkere marktpositie is de prijsconcurrentie
hoog efficiëntieniveau en werkt men daardoor kosten-
verminderd en wordt door opdrachtgevers eerder
bewust. De technische kennis is momenteel nog voor
gekozen op basis van kwaliteit en dienstverlening. De
een groot deel in handen van de installateurs, maar in
(onderhouds)contracten kennen een gemiddelde loop-
toenemende mate zijn opdrachtgevers bezig met het
tijd van 3 tot 5 jaar.
binnenhalen van kennis en expertise. Bij de energiebedrijven vervliegt de uitvoeringskennis. Via kennisbor-
De activiteiten verschuiven voor een deel naar de uit-
ging pogen zij verantwoordelijkheden en continuïteit
voerende partijen. De installatiebedrijven schuiven
naar zich toe te trekken.
daardoor naar voren in de ketens. Dit houdt in dat werkzaamheden zoals engineering en processturing meer
Op deze markt spelen in toenemende mate strengere
en meer terechtkomen bij de installatiebedrijven. Ook
veiligheidseisen een rol. Dit is hoofdzakelijk op het
het commitment van uitvoerders wordt al in een vroeger
gebied van de middenspanning. De certificering wordt
stadium vastgelegd. Daarnaast verlangen opdrachtge-
belangrijker en daardoor wordt de groep (hoogopge-
vers steeds vaker een samenstel van elektrotechnische
leide) monteurs die inzetbaar zijn voor de projecten dus
en bouwkundige activiteiten en geven zij de voorkeur
kleiner (de capaciteit slinkt).
aan bedrijven waaraan zij ook andere installatieactiviteiten kunnen uitbesteden.
Aan de werkzaamheden aan de energienetwerken kleeft wel het nadeel dat gebiedsspecifieke kennis vereist is.
5.4.2 Positie van de installatiebedrijven
Elk netwerk heeft te maken met specifieke componen-
De marktpositie van installateurs wordt versterkt
ten en ander materiaal. Hiervoor zijn bedrijfs- en loca-
door de huidige marktwerking. Er ligt meer werk in
tiespecifieke opleidingen nodig. Derhalve is het niet
het verschiet (met name voor de beter opgeleide
eenvoudig om mensen vanuit andere regio’s binnen
stroommonteur) dan aan capaciteit aangeboden kan
Nederland of uit het buitenland in te laten stromen.
worden. Men heeft al een meer dan volle orderporte-
Dit geldt zeker voor montagewerkzaamheden (certi-
feuille. Daarentegen is de positie van de installatie-
ficaatgebonden) en in mindere mate voor civieltech-
bedrijven ten opzichte van de netbeheerders lastig.
nische werkzaamheden (graaf- en laswerk). Voor dit
Installatiebedrijven worden niet altijd tijdig ingescha-
laatste segment is het makkelijker om van buitenaf in
keld (als voorbeeld wordt vanuit de sector de vervan-
te huren.
gingsopgave van de stroomnetten genoemd). Daardoor is het voor de opdrachtnemende (grote) installatiebe-
31
drijven moeilijk om te plannen op de (middel)lange
5.5.2 Capaciteit12
termijn. Hoewel dit in zekere zin een luxepositie is (het
Op de deelmarkt energiedistributie heeft men te maken
werk zal wel komen), is het geen optimale invulling.
met hoge veiligheidseisen. Dit levert drempels op voor
Zonder de juiste afstemming tussen opdrachtgevers
toetreding van nieuwe arbeidskrachten. Ook als de ver-
en –nemers loopt men het risico dat op den duur nee
vangingsopgave geen uitgesproken piekmoment kent,
verkocht moet worden. Het probleem komt dan te liggen
is de kans groot dat er duidelijk te weinig gecertificeerd
bij de netbeheerders en/of Dte.
personeel zal zijn om de werkzaamheden uit te voeren. Volgens geconsulteerde deskundigen is een medewer-
Al met al is op deze deelmarkt een voorzichtige ver-
ker op de markt voor communicatienetten veel sneller
schuiving merkbaar van een reactieve houding naar
op te leiden dan voor installatieactiviteiten aan de
een proactieve tot strategische positie. Volgens een
stroomnetten. Dit is een gevolg van de extra veiligheids-
gesprekspartner: “…gaat de deur langzaam open, maar
eisen en gebiedsspecifieke opleidingen die benodigd
het verloopt nog wel moeizaam en bureaucratisch.”
zijn op deze deelmarkt.
In de midden-/hoogspanning is de arbeidspopulatie
5.5 Marktvooruitzicht
ook iets ouder dan bijvoorbeeld op de markt voor communicatienetten. De gemiddelde leeftijd varieert rond
5.5.1 Termijn
45 jaar en ouder, terwijl bij de communicatienetwerken
De standaardwerkzaamheden zoals uitbreiding en
een verjonging optreedt (dit vakgebied is ‘sexy’ en jon-
onderhoud van het stroomnet zullen naar verwachting
geren hebben daarmee meer affiniteit). Monteurs zijn
geen piek in de werkzaamheden opleveren. De gepro-
voor dat segment ook sneller inzetbaar, terwijl voor de
gnosticeerde vervangingsgolf is wel een enorm project.
stroomnetten nog additionele opleiding vereist is (vei-
Voorlopig lijkt het meest voor de hand liggende scena-
ligheidscertificeringen). Het duurt circa 2 jaar extra voor
rio een uitrol in de komende twee decennia met een
ze inzetbaar zijn.
piekmoment rond 2020. In de periode 2010 tot 2020 wordt dan ongeveer de helft van de klus geklaard. Maar
Wat de capaciteit betreft dient ook een onderscheid
alles is afhankelijk van de ontwikkeling van slimme
gemaakt te worden tussen het montagedeel (certificaat-
detectiesystemen en beleidsplannen van de netbe-
gebonden) en het civiele deel (makkelijker in te huren,
heerders. Dit is nochtans een groot vraagteken voor de
ook vanuit buitenland). De groei bij montagewerkzaam-
installatiesector. De installateurs kunnen in de huidige
heden zal tot grote tekorten leiden in de toekomst. De
positie pas echt actief worden als er daadwerkelijk een
verwachting is dat van de mogelijke vervanging van het
golf aankomt. De huidige onzekerheid evenwel inzake
energiedistributienetwerk een vraag naar arbeid zal uit-
de aanpak van de megaklus vervanging betekent dat
gaan die zeker het dubbele zal zijn van de nu beschik-
het voor de installatiebedrijven nu nog niet verantwoord
bare capaciteit.
is om ruim te investeren in dit project11.
11
32
Zie ook de studie ‘Stroom gegarandeerd’ (2007) van EIM, uitgevoerd in opdracht van uneto‑vni.
12
Idem.
5.6 Belangrijkste bevindingen
stroommonteur) dan aan capaciteit aangeboden kan worden. Men heeft al een meer dan volle orderpor-
• De omvang van de markt voor energiedistributienetwerken wordt voor 2007 geraamd op circa € 500 miljoen. • Ten opzichte van 2003 heeft de markt zich gesta-
tefeuille. • Al met al is op deze deelmarkt een voorzichtige verschuiving merkbaar van een reactieve houding naar een proactieve tot strategische positie.
biliseerd (in omvang van de werkzaamheden en waarde). • De verwachting is dat de komende jaren (zeker na 2010) de vraag naar werkzaamheden aangaande energiedistributienetwerken (qua volume) sterk zal stijgen mede in samenhang met de te verwachten vervanging van oude netten die dan geleidelijk vorm gegeven zal worden. • Op deze markt zijn geen ingrijpende technologische vernieuwingen aan te geven. Wel is duidelijk dat online bewaking van de conditie van netwerken en online detectie van problemen een steeds grotere impact zal krijgen. • De belangrijkste maatschappelijke stimulans voor de markt lijkt op de lange termijn uit te gaan van de wenselijkheid/noodzaak om oude netwerken te vervangen en om netwerken kwalitatief op een zeer hoog peil te brengen mede vanwege gevaren/schade die uit kunnen gaan van het uitvallen van energienetwerken. • De verwachting is dat van de mogelijke vervanging van het energiedistributienetwerk een vraag naar arbeid zal uitgaan die zeker het dubbele zal zijn van de nu beschikbare capaciteit. • Op deze markt is de tendens openbare (publieke) aanbesteding. Door het aantrekken van de markt is de positie van installatiebedrijven veranderd en dit leidt tot andere uitvoeringsconstructies. Zo is in toenemende mate sprake van samenwerkingsconstructies. Energiebedrijven willen graag allianties aangaan voor langere termijn. • De marktpositie van installateurs wordt versterkt door de huidige marktwerking. Er ligt meer werk in het verschiet (met name voor de beter opgeleide
33
6 Telecommunicatie systemen
6.1 Markttypering
20 grote installatiebedrijven en vele kleinere bedrijven actief. Bij de markt voor kabeltelevisienetwerken gaat
In dit hoofdstuk staat de markt voor telecommunicatie
het om zo’n 20 tot 40 bedrijven.
en kabeltelevisienetwerken centraal. De werkzaamheden op deze markt omvatten montage en steeds vaker
Ten opzichte van 2003 hebben zich enkele opvallende
ook engineering. Dit komt doordat netwerkbeheerders,
verschuivingen voorgedaan in de markt. Zo hebben
met name de telecombedrijven, meer en meer instal-
zich met name enkele concentraties voorgedaan onder
latiewerkzaamheden afstoten c.q. uitbesteden aan
opdrachtgevers (Casema/Essent Kabelcom, Tele 2/
installatiebedrijven om zich te concentreren op hun
Versatel), zijn meer gemeenten actief als aanstuurders/
corebusiness.
aanzwengelaars van Fiber to the home projecten, zijn er nu durfinvesteerders (Reggefiber) actief bij vergla-
De markt voor telecommunicatie en kabeltelevisienet-
zingsprojecten en treden ICT-bedrijven nu ook op als
werken wordt aan de vraagzijde gedomineerd door de
opdrachtgever aangaande de installatie van vaste en
grote telecombedrijven en kabeloperators. De belang-
mobiele netwerken (bijvoorbeeld KPN via de nieuw ver-
rijkste opdrachtgevers op deze markt zijn: KPN Telecom,
worven dochter Getronics).
T-Mobile, British Telecom, UPC, Ziggo, Tele 2/Versatel, BBNed en Eurofiber/Reggefiber. Daarnaast kunnen gemeenten genoemd worden (bijvoorbeeld Almere,
6.2 Marktontwikkeling
Amsterdam, Utrecht) als het gaat om de ontwikkeling
34
van lokale Fiber to the home netwerken. Verder zijn
6.2.1 Marktomvang
er ook ICT-bedrijven op deze markt als opdrachtgever
De waarde van de installatieactiviteiten op de markt
actief voor Wide Area Networks (WAN’s). Aan de aan-
voor telecommunicatie en kabeltelevisienetwerken
bodzijde van de markt voor telecommunicatie zijn zo’n
werd voor 2003 geschat op € 224 miljoen aan instal-
latiewerkzaamheden, inclusief arbeid en graven. De
een Programma van eisen of een Blauwdruk waaraan
huidige marktomvang (2007/2008) zal hier belangrijk
voldaan moet worden. Dit laatste geldt overigens meer
boven liggen met name als gevolg van de investerin-
voor telecombedrijven dan voor kabelbedrijven.
gen die nu plaatsvinden in nieuwe glasvezelnetten. In het bijzonder de verglazing van het telefoonnetwerk
Projecten
tot in het huis (Ftth) draagt bij aan een vergroting van
In 2003 werd het perspectief voor de installatiebe-
de installatieactiviteit. Op basis van de plannen van
drijven op deze deelmarkt nog als weinig gunstig
diverse gemeenten, Reggefiber en KPN (in het kader
aangemerkt. Door de recessie bleven investeringen
van het All IP-programma) mag verondersteld worden
in de infrastructuur achterwege en werd vooral door
dat in de komende 10 jaar minimaal € 5 miljard extra
de telecombedrijven en de kabelbedrijven werk
zal worden geïnvesteerd in de optimalisering van de
gemaakt van optimalisering van bestaande structu-
infrastructuur voor
telecommunicatiesystemen13.
Bij
ren. Inmiddels is het tij gekeerd en zijn verschillende
gelijke verspreiding over de jaren zou dit kunnen leiden
grote projecten opgestart of zullen de komende jaren
tot een verdubbeling van het jaarlijkse waardeniveau
ter hand worden genomen. Een uitgebreide beschrij-
aan installatieactiviteiten op deze deelmarkt (totale
ving van deze projecten is opgenomen in de studie
waarde anno 2007: € 500 tot 600 miljoen). De huidige
‘Communicatienetwerken in beweging’.
ontwikkelingen op de markt sluiten daarmee aan op de langetermijnverwachting die in 2003 werd afgegeven:
Belangrijke nieuwe projecten14 die de komende jaren
‘….De verwachting is dat deze markt - met name onder
een duidelijke claim zullen leggen op de kennis, het
invloed van gemeentelijke initiatieven en investeringen
organisatievermogen en de uitvoeringscapaciteit van de
(toelichting: in Ftth) - vanaf 2005 zal gaan groeien…’.
installatiebedrijven die actief zijn op deze markt, zijn: • Fiber to the home (Ftth) oftewel de verglazing van het
6.2.2 Werkzaamheden en projecten
netwerk tot aan de huisdeur. Hieronder vallen:
Werkzaamheden
-- de aanleg van nieuwe glasvezelnetwerken;
De kern van de werkzaamheden die installatiebedrijven
-- verglazing van de local loop;
verrichten op deze deelmarkt, wordt gevormd door
-- aanleg en voorbereiding van ‘glas’ bij nieuwbouwprojecten.
montage (graafwerk, lassen, binneninstallatie) en plaatsing van actieve componenten. Wel vormt engineering
• De opwaardering van het conventionele kopernet-
(ontwerp) in toenemende mate een vast deel van de
werk. Hieronder vallen:
activiteiten. Behalve voor deze activiteiten worden de
-- het All-IP-project van KPN;
installatiebedrijven steeds vaker ingeschakeld voor
-- de realisatie van Ethernet to the home (Etth) voor hybride glasvezel/coaxnetwerken.
onderhoud, zowel aan de buitenzijde als aan binneninstallaties (installeren van pc-kaart, router, plaatsen
• De aanvulling van het draadloze UMTS/GPS-netwerk met het nieuw aan te leggen WIMAX-netwerk.
van modems etc.). De indruk bestaat dat de onderhoudsmarkt duidelijk groeipotenties heeft. Hierbij is het kunnen traceren en plannen van het noodzakelijke
Verwacht wordt dat van deze projecten in de komende
onderhoud – het zogenaamde ‘Track and Trace’ – van
5 jaren een extra arbeidsbeslag zal uitgaan van zeker
essentieel belang. De opdrachtverlening aan de instal-
25.000 tot 30.000 personen (fte). Hierbij gaat het dan
latiesector gaat in toenemende mate gepaard met
op jaarbasis om 5.000 tot 6.000 personen extra. Dit
14 13
Voor een uitgebreide beschrijving van deze projecten wordt
Zie ook ‘Communicatienetwerken in beweging’ (EIM,
verwezen naar de studie ‘Communicatienetwerken in beweging’
2007 in opdracht van OTIB en uneto‑vni).
(EIM, 2007 een onderzoek in opdracht van OTIB en uneto-vni.
35
betekent dat een verdubbeling van de huidige inzetbare capaciteit (nu 5.000) nodig is om alle projecten uit te voeren (zie ook 6.5.1).
6.3 Kennisontwikkeling op het gebied van telecommunicatie systemen
6.2.3 Stuwende krachten Als belangrijkste stuwende kracht wordt het bedrijfs-
6.3.1 Technologieën
leven aangemerkt dat in verschillende hoedanigheden
In 2003 werd van verschillende technologische ontwik-
aan de basis staat van de ontwikkeling en uitrol van
kelingen verwacht dat zij voor een reeks van jaren hun
nieuwe projecten (als contentontwikkelaar, gebruiker,
stempel zouden drukken op de markt en de sector.
eigenaar van netwerken, durfinvesteerders,
Inmiddels is gebleken dat bepaalde technologieën al
installateur). Ook de gemeentelijke overheden en de
weer hebben afgedaan, terwijl weer andere, nog nieu-
centrale overheid kunnen duidelijk worden aangemerkt
were technologieën nu het beeld bepalen. Gezien het
als stuwende krachten. Illustraties hiervan vormen
tempo van de veranderingen op deze markt is in tabel 4
de Breedbandnota van de overheid, het EZ-actieplan
een overzicht gegeven van de technologische zwaarte-
Sectoren en ICT, het Lissabon-akkoord, initiatieven
punten anno 2003 en 2007.
die gemeenten hebben genomen voor uitrol van Ftthprojecten als investeerder (Amsterdam) dan wel als ‘wegvoorbereider participant’ (Deventer), dan wel door
Tabel 4 Overzicht van belangrijke technologieën op het gebied van TC anno 2003 en 2007
2003
2007
Fiber to the home (Ftth)
Fiber to the home (Ftth)/ Fiber to the office (Ftto)
Ethernet to the home (Etth)
Ethernet to the home (Etth), Docsis 3
Verglazing van de Coaxnetwerken
Verdere verglazing van de Coaxnetwerken
xDSL-technieken
Implementatie VDSL2, All-IP
Opkomst UMTS
Opkomst HPSDA & UMB
Opkomst WLAN
Geen toekomstvast alternatief
data snel en efficiënt over bestaande netwerken door
Opkomst WLL
Geen toekomstvast alternatief
te sturen naar de eindgebruiker, wordt de investering
Opkomst WAN
Opkomst Wimax
middel van inbreng van het eigen netwerk(Eindhoven), dan wel als investeerder in een PPS-model (Amsterdam). Uiteraard kan ook de technologie aangemerkt worden als een beïnvloedingsfactor, zij het dat die twee richtingen kan uitgaan. Door vergroting van de technologische mogelijkheden om steeds grotere hoeveelheden
op de korte termijn in nieuwe netwerken minder van-
Bron: EIM op basis van gesprekken met deskundigen.
zelfsprekend. Anderzijds wordt de aanleg van nieuwe netwerken gestimuleerd juist omdat nieuwe vormen
Duidelijk is dat verschillende technieken inmiddels
van bekabeling (Ftth) en mobiele transmissie (WIMAX,
grootschaliger worden toegepast (Ftth en Etth/vergla-
Ftth) geacht worden op termijn veel beter in staat te zijn
zing van de Coaxnetwerken) of zich inmiddels verder
om te voldoen aan de nog hogere eisen op het gebied
hebben ontwikkeld tot geavanceerdere vormen (Docsis
van snelheid en capaciteit van informatieverwerking.
3 voor upgrading van het Coaxnetwerk; VDSL2 binnen
Uiteraard moet ook de stand van de economie als
de xDSL-technieken). Op het gebied van draadloze
positief stuwende factor worden aangemerkt. Gezien
communicatiesystemen kunnen HPSDA en UMB gezien
de groei die verwacht wordt voor de economie in de
worden als vervolg op UMTS. WLAN en WLL worden
komende jaren, heeft de sector vooralsnog het tij mee.
niet gezien als toekomstvast alternatief voor de vaste netwerken. Wimax wordt gezien als een technologie in opkomst die binnen enkele jaren kan zijn uitgerold in Nederland.
36
Toelichting
het Ftth minder noodzakelijk. Wel moet voor VDSL een
Fiber to the Home/Fiber to the office
deel van de bestaande koperinfrastructuur worden ver-
Fiber to the Home (Ftth) en Fiber to the office (Ftto) zijn
glaasd. Op dit moment wordt de variant 2DSL door KPN
voor de installatiebranche duidelijk een grote potentiële
gebruikt om binnen het ALL-IP-project van KPN mogelijk
markt. Een positief punt is dat de overheid de uitrol van
te maken dat alle huishoudens die ADSL hebben via
een toekomstvast breedbandig aansluitnet ziet als een
het vaste telefonienetwerk de beschikking krijgen over
belangrijke voorwaarde voor een gezonde economische
internetverbinding met toekomstvaste, hoge transmis-
en maatschappelijke ontwikkeling. Grote investeringen
siesnelheid en -capaciteit voor upload- en download-
in een glasvezelaansluitnet worden op dit moment
verkeer.
voorzien van diverse partijen zoals gemeenten, kabelbedrijven, durfinvesteerders en consortia van bedrij-
Ontwikkelingen in de draadloze infrastructuur
ven. De investering voor een verglazing van bestaande
Op het gebied van breedband bestaan grofweg de vol-
netwerken naar de woning wordt voor de komende 5
gende draadloze varianten: WLL, WLAN en WiMAX of
jaar geschat op 2 tot 3 miljard euro. In de jaren daarna
UMB en satellietverbindingen.
zullen nog miljarden euro’s extra moeten worden uitge-
• WLL (Wireless Local Loop) is een straalverbinding
trokken om totale aansluiting van alle woningen op een
waarbij de gebruiker over een redelijk grote afstand
glasvezelaansluiting te realiseren.
(van punt tot punt), maar wel via een vast aansluitpunt in huis, wordt bediend. Mobiliteit is dan ook
Verglazing Coaxnetwerk/Etth en Docsis 3 De verglazing van het Coaxnetwerk is reeds ver door-
geen uitgangspunt van deze technologie. • WLAN (Wireless Local Area Network) biedt de capa-
gevoerd (tot verdeelpunten op zo’n 300 meter van de
citeit van een bedrijfsnetwerk met het comfort van
woningen). Hiervoor hebben de ‘kabelaars’ zich grote
mobiliteit. Door middel van hotspots zijn telkens
investeringen getroost. De investeringen in de verdere
kleine afstanden draadloos te ontsluiten. Hierbij is
verglazing zullen de komende jaren beperkt zijn. De
multipoint ontsluiting (meerdere gebruikers tegelij-
inspanningen zijn er in de komende jaren meer op
kertijd) goed mogelijk.
gericht om door middel van softwaretechnologie de
• De combinatie van bovengenoemde systemen zou
last mile toegankelijker te maken voor transmissie van
een prima oplossing zijn voor draadloze ontsluiting
data en ICT-diensten met de noodzakelijke hoge breed-
van de local loop. Dit kan met behulp van WiMAX,
bandkwaliteiten. Veel wordt in dit verband verwacht
breedbandige point-to-multipointverbindingen over
van Docsis 3, een transmissietechnologie voor het
grote afstand (40-50 km), of met behulp van Ultra
Coaxnetwerk die download- en uploadsnelheden van
Mobile Broadband (UMB), een nieuwe standaard die
veel meer dan 100 Mbps per aangesloten woning moge-
nog in ontwikkeling is (naar verwachting tot wel 280
lijk moet maken.
Mbps). • Tenslotte bestaat nog de ontsluiting via de satel-
xDSL-technieken (2 DSL)
liet. Nadeel is echter dat er bijna geen retoursignaal
Sinds 1999 wordt ADSL commercieel uitgerold.
mogelijk is, waardoor er geen symmetrische toepas-
Varianten op ADSL zijn SDSL en VDSL, waarmee gro-
singen over dit medium kunnen worden aangebo-
tere capaciteiten kunnen worden bereikt. Omdat xDSL
den.
gebruik maakt van bestaande telefoonkabels levert het nauwelijks outdoor installatiewerk op. Doordat
Als belangrijkste ontwikkeling op het gebied van de
ADSL, samen met kabel, nog geruime tijd in de breed-
draadloze netwerken kan Wimax genoemd worden. De
bandbehoefte van de consument kan voorzien, maakt
operationalisering van Wimax vereist wel de aanleg van
37
een compleet nieuw distributienetwerk. Door het grote
6.4 Marktpositie
zendbereik is de noodzakelijke mastdichtheid voor Wimax veel minder groot dan voor de bestaande GPS-
6.4.1 Aanbestedingswijze
systemen geldt. De uitrol van het Wimax-netwerk naar
In de wijze van aanbesteding c.q. in de zwaartepunten
minder dichtbevolkte gebieden zal aldus deskundigen
bij de verwerving van opdrachten is de laatste jaren
in de komende jaren geleidelijk plaatsvinden. De conse-
weinig veranderd. Belangrijke aspecten uit 2003 gaan
quenties voor de workforce in de installatiesector in de
ook nu nog op, zoals:
komende jaren zijn met name afhankelijk van de snel-
• Flexibiliteit, zowel in contractvorm als werktijden.
heid waarmee Wimax wordt uitgerold door de betrok-
• Werken met onderaannemers.
ken netwerkbedrijven (m.n. T-Mobile, KPN, Vodafone).
• Horizontale aansturing van meerdere partijen door
Deskundigen verwachten dat dit de komende jaren slechts een beperkte impact zal hebben op de installatiesector (wellicht een groei van de werkzaamheden met 20% in de komende jaren).
opdrachtgever. • Concurrentie per laag en samenwerking tussen de lagen. • Meer turn-key oplossingen (onderhoud en bouw worden uitbesteed).
6.3.2 Kennispositie
• Meer initiatieven vanuit andere partijen: kortere
De kennispositie van de gespecialiseerde installatie-
cyclustijden, minder loyaliteit, geen automatismen,
bedrijven is volgens deskundigen uit de sector redelijk
kortom een contract moet echt worden verdiend.
goed te noemen. Veel hands-on kennis is paraat. Het personeel in de bedrijven beschikt steeds meer over
• Openbare (publieke) aanbesteding, deelname aan consortia.
of heeft toegang (via digitale hulpmiddelen) tot brede
Aan deze opsomming kan het ontstaan van strategische
kennis die nodig is voor de verschillende installatie-
allianties tussen opdrachtnemende partijen worden
technologieën/netwerksystemen. Een zwak punt is
toegevoegd. Men wil zich aan elkaar binden en geza-
de afhankelijkheid van monteurs. Er wordt gestreefd
menlijk klanten binnenhalen. De trend is verder dat in
naar kwaliteitsbehoud, naar het robuuster maken van
een aantal segmenten opdrachtgevers nu meer willen
kennis, naar het verankeren van kennis van het instal-
betalen en dat er mogelijkheden ontstaan om het ren-
latieproces. Hiermee wordt eenzijdigheid in expertise
dement voorzichtig op te schroeven.
tegengegaan, alsmede gevoeligheid van projecten voor persoonsgebonden expertise. In dit verband kan
Het aantrekken van de markt betekent niet dat men kan
ook gewezen worden op de ontwikkeling van speciale
terugvallen op een reactieve houding. Installateurs zul-
opleidingen op het gebied van telecom/ICT door OTIB in
len proactief de markt moeten betreden en als eerste
samenwerking met uneto‑vni.
blijk moeten geven van hun ‘eagerness tot the market’.
‘Degene die als eerste komt gaat winnen!’ 6.4.2 Positie van de installatiebedrijven In 2003 werd aangegeven dat veel installateurs in deze sector nog primair de positie bekleedden van onderaannemers (installatie en onderhoud). Zij stelden zich daarbij veelal techniekvolgend en marktreactief op. Inmiddels hebben zich hierin wel wijzigingen
38
voorgedaan. Bedrijven ontwikkelen nu veel meer een
proactieve houding door deelname aan consortia,
6.5.2 Capaciteit
meer strategisch meedenken met de klant, kiezen voor
Volgens deskundigen is er nu al onvoldoende capaciteit
complexere opdrachten, turn-key oplossingen, meer
binnen de branche om de voorziene werkzaamheden
hoogwaardige kennis in de ontwerpfase en het afsluiten
op de korte termijn uit te voeren. Naar verwachting is
van langdurige servicecontracten. Aan de opsomming
er voor de komende jaren minstens een verdubbeling
kan nog worden toegevoegd dat bedrijven nu ook meer
nodig van de bestaande capaciteit om alle voorgeno-
inzetten op kennisverbreding en kennisverdieping. Om
men projecten uit te voeren. EIM heeft berekend dat in
kennisverdieping kan men niet heen (‘je wordt er bijna
de komende 5 jaar een extra arbeidsbeslag voor de aan-
toe gedwongen’), aldus geconsulteerde deskundigen en
leg van communicatie-infrastructuur mag worden ver-
inmiddels wordt dit in de praktijk dan ook ingevuld.
wacht van zeker 25.00 tot 30.000 personen (fte). Hierbij gaat het dan op jaarbasis om 5.000 tot 6.000 personen extra. Dit betekent dat een verdubbeling van de huidige
6.5 Marktvooruitzicht
inzetbare capaciteit (nu 5.000) nodig is om alle projecten uit te voeren aldus de uitkomsten van eerder onder-
6.5.1 Termijn
zoek EIM15. Wel ontstaan er nieuwe mogelijkheden door
In het voorgaande is al aangegeven dat er vele nieuwe
het aangaan van strategische (buitenlandse) allianties
projecten op stapel staan die de sector in de komende
bij het verwerven van opdrachten en het betrekken van
jaren een grote hoeveelheid werk zullen opleveren.
uitzendbureaus bij de arbeidsinvulling.
Zo wordt de aanleg van Ftth de komende jaren werkelijkheid voor enkele honderdduizenden woningen,
De verwachte krapte op de arbeidsmarkt biedt ook
vindt er een krachtige uitbreiding plaats van Ftto en
mogelijkheden voor buitenlandse aanbieders die onge-
geeft KPN de komende jaren uitvoering aan het All
bonden (d.w.z. niet in een alliantie met Nederlandse
IP-project. Verwacht wordt dat in 2008 mede door de
bedrijven) op de Nederlandse markt actief willen zijn.
uitrol van glasvezelprojecten (voorbereiding c.q. fei-
Zo biedt de winterstop in Duitsland (van november tot
telijke aansluiting) installatiewerkzaamheden zullen
maart) mogelijkheden voor Duitse bedrijven om op de
plaatsvinden voor zo’n 200.000 woningen (Deventer
Nederlandse markt te opereren gedurende die winter-
bijvoorbeeld 40.000 woningen). Grote gemeenten als
stop. De Nederlandse concurrentiepositie ten opzichte
Almere, Amsterdam, Eindhoven en Deventer lopen
van mogelijke buitenlandse aanbieders is volgens
voorop als het gaat om het planmatig realiseren van tot
deskundigen (nog) gunstig, vanwege de relatief kleine
Ftth in de komende jaren (2008/2009). Na 2008 zal dit
afstanden en de hoge dichtheid.
zich mogelijk in een nog hoger tempo doorzetten. Een en ander is wel afhankelijk van het succes van de eerste honderdduizenden aansluitingen. Na 2012 worden nog werkzaamheden verwacht met betrekking tot de verdere verglazing in de hybride glasvezel/coaxnetwerken. Dit is mede afhankelijk van de mate van succes van Ftth. Overige werkzaamheden, zoals uitbreiding en onderhoud van de bestaande netwerken (coax/telefoonnet) zullen naar verwachting geen piek in de werkzaamheden opleveren. 15
Zie ‘Communicatienetwerken in beweging’ (EIM 2007), een onderzoek in opdracht van uneto‑vni en OTIB
39
6.6 Belangrijkste bevindingen
• De komende jaren staan een groot aantal projecten op stapel. In het bijzonder betreft dit de uitrol van
• De omvang van de markt voor telecommunicatienetwerken wordt voor 2007 geraamd op € 500 miljoen
stadsdelen en de realisatie van het All IP-programma
tot € 600 miljoen.
van KPN.
• Ten opzichte van 2003 heeft de markt zich meer dan
• Volgens deskundigen is er nu al onvoldoende capa-
verdubbeld (in omvang van de werkzaamheden en
citeit binnen de branche om de voorziene werk-
waarde).
zaamheden op de korte termijn uit te voeren. Naar
• De verwachting is dat de komende jaren (zeker na
verwachting is er voor de komende jaren minstens
2010) de vraag naar werkzaamheden aangaande
een verdubbeling nodig van de bestaande capaciteit
telecommunicatienetwerken (qua volume) sterk zal
om alle voorgenomen projecten uit te voeren.
stijgen mede in samenhang met de aanleg van fiber
• Op de markt voor telecommunicatie is openbare aan-
to the home, fiber to the office, ethernet to the home
besteding de normale procedure om grootschalige
en de uitrol van het All IP-project door KPN.
projecten uit te zetten.
• Duidelijk is dat verschillende technieken inmid-
• De infratechniekbedrijven op deze markt ontwik-
dels grootschaliger worden toegepast (Ftth en Etth/
kelen nu een proactieve houding richting markt
verglazing van de Coaxnetwerken) of zich inmiddels
en opdrachtgevers door deelname aan consortia,
verder hebben ontwikkeld tot geavanceerdere vor-
meer strategisch meedenken met de klant, kiezen
men (Docsis 3 voor upgrading van het Coaxnetwerk;
voor complexere opdrachten, turn-key oplossingen,
VDSL2 binnen de xDSL technieken).
meer hoogwaardige kennis in de ontwerpfase en het
• Op het gebied van draadloze communicatiesystemen kunnen HPSDA en UMB gezien worden als vervolg op UMTS. WLAN en WLL worden niet gezien als toekomstvast alternatief voor de vaste netwerken. Wimax wordt gezien als een technologie in opkomst die binnen enkele jaren kan zijn uitgerold in Nederland. • De belangrijkste maatschappelijke stimulans voor deze markt gaat uit van de groeiende behoefte bij/wens van overheid, gemeenten, instellingen, bedrijfsleven en consumenten om te kunnen beschikken over hoogwaardige mogelijkheden van telecommunicatie (zeer snel, grote verwerkingscapaciteit, simultane beeld-, geluids- en datacommunicatie). • Uiteraard moet ook de stand van de economie als positief stuwende factor worden aangemerkt. Gezien de groei die verwacht wordt voor de economie in de komende jaren, heeft de sector vooralsnog het tij mee.
40
fiber to the home in een groot aantal gemeenten en
afsluiten van langdurige servicecontracten.
7 Grote infrastructurele projecten (GIP)
7.1 Markttypering
Op de markt voor grote infrastructurele projecten gaat het om zo’n 10 grote bedrijven die als opdrachtnemer
Op deze installatiemarkt komen alle andere deelmark-
optreden voor elektrotechnische installatie. Voor de
ten samen: openbare verlichting, energiedistributie,
écht grote projecten gaat het aantal aanbieders in de
telecommunicatie en verkeers(regel)installaties.
richting van vijf. Tegenwoordig worden projecten
Vanwege de omvang en complexiteit van grote infra-
geïntegreerd aanbesteed, waardoor een samenloop
structurele projecten is veel kennis vereist van risico-
ontstaat van bouwkundige activiteiten (asfalt, beton) en
analyse en van aanbestedingstrajecten. Een en ander
installatiewerk. Opdrachten worden dan ook verworven
betekent dat vooral de grote installatiebedrijven met
door grote concerns (in de sector ook wel aangeduid als
een aantoonbare staat van dienst bij dit soort grote
aannemerij) met veelal een eigen installatiedivisie of
projecten betrokken worden.
nauwe samenwerking met een extern installatiebedrijf.
Net als de installatiemarkt voor verkeers(regel)installaties hangt de markt voor grote infrastructurele projecten
7.2 Marktontwikkeling
af van de initiatieven die in politiek Den Haag genomen worden. De rijksoverheid, NS en Rijkswaterstaat zijn
7.2.1
Marktomvang
dan ook de belangrijkste opdrachtgevers. Door het
Het is niet eenvoudig om de marktomvang van grote
afronden van projecten als de Betuwelijn en de HSL-
infrastructurele projecten aan te geven. Dit komt
zuid is het belang van de NS op deze markt afgenomen.
doordat installatiewerkzaamheden vrijwel altijd deel
De opdrachten vanuit Rijkswaterstaat zijn weer iets toe-
uitmaken van grotere plannen. De vuistregel die
genomen. Anno 2007 worden ook meer grote projecten
hierbij gehanteerd wordt is dat circa 15-25% van de
geïnitieerd door de grote gemeenten zoals Amsterdam
totale werkzaamheden uitkomt bij de installatiesec-
en Rotterdam.
tor. Zoals eerder opgemerkt wordt het meeste werk
41
geïnitieerd door de rijksoverheid. Voor infrastructurele
kennis en kunde van risicoanalyse en aanbestedings-
projecten is een overzicht opgesteld in het program-
trajecten vereist. Dit heeft de nodige consequenties
maboek Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en
voor het niveau van het personeel.
Transport (MIRT 2008). Een overzicht van de beschikbare rijksmiddelen duidt op een investeringsbudget
Al met al is men binnen de installatiesector in staat om
van bijna € 30 miljard voor Verkeer en Waterstaat16 (zie
een geïntegreerd pakket van de installatiewerkzaamhe-
bijlage IA). Het werkenpakket van Rijkswaterstaat vanaf
den aan te bieden, van begin tot eind. Men is in staat
2008 (zie bijlage II) geeft een genuanceerder beeld
om de klant te ontzorgen, en dit vereist dat er in ketens
van de grotere projecten voor de installatietechniek (>
gedacht wordt. Op het gebied van GIP bieden de bedrij-
€ 2,5 miljoen), maar een duidelijke budgetindicatie
ven een ‘all-in-one’ benadering aan.
ontbreekt. Toch worden zeker 14 projecten genoemd
7.2.3 Stuwende krachten
met een projectgrootte van meer dan € 10 miljoen. Op
Zoals aangegeven in de eerste paragraaf zijn de investe-
basis van informatie uit het MIRT en het werkpakket van
ringen in grote infrastructurele projecten afhankelijk van
Rijkswaterstaat (zie bijlagen I en II) gaan enkele des-
initiatieven uit politiek Den Haag. De politieke agenda
kundigen uit van een GIP-werkvoorraad van ca € 350
wordt mede bepaald door het economisch klimaat.
tot € 400 miljoen voor de komende jaren. Op de lan-
Tijdens hoogconjunctuur en als er groeiende financiële
gere termijn mag voor de installatiebedrijven ook veel
reserves zijn is de investeringsbereidheid groter. De
verwacht worden van de aanleg van de Maasvlakte 2,
economie is dus een stuwende krachten en de overheid
waarvoor het contract getekend is op 27 februari 2008.
een sturende kracht. Indirect zijn ook de consument en het bedrijfsleven bepalende factoren, vanwege de vraag
7.2.2 Werkzaamheden en projecten
naar meer mobiliteit en bereikbaarheid. Door de filepro-
De voornaamste werkzaamheden op deze deelmarkt
blematiek en de economische schade die dit teweeg-
zijn uitvoerende installatiewerkzaamheden voor (zeer)
brengt neemt de vraag naar goede infrastructuur toe en
grote infrastructurele projecten. Dit is bijvoorbeeld op
dus ook naar het bijbehorende installatiewerk.
het gebied van: treinsignalering, wisselverwarming, installatie van voedingspunten, signaleringskasten, verlichting, brandblusinstallaties, datanetwerken en dergelijke. Specifiek voor de tunnelbouw voert men ook werk
7.3 K ennisontwikkeling op het gebied van GIP
uit op het gebied van pomp- en ventilatie-installaties en catacomben/vluchtroutes.
7.3.1
Technologieën
Wat betreft ophanden zijnde nieuwe technologieën op In 2003 werd het werk voornamelijk gedefinieerd in
het gebied van installeren is voor deze markt weinig
kant-en-klare bestekken. Maar tegenwoordig wordt door
echt specifieks te noemen, daar in feite alle eerder
opdrachtgevers in toenemende mate een eisenpakket
geschetste technologische ontwikkelingen in deze deel-
opgesteld, waar de installatiesector invulling aan geeft.
markt terugkomen. Het is de rol van de installatiewereld
De calculatie voor het eindproduct wordt uitgevoerd
om het voortouw te nemen bij het onderzoeken van
door de aannemers. Hierdoor zijn veel meer ontwerp-
mogelijkheden van nieuwe technologieën en de intro-
werkzaamheden terechtgekomen bij de installatiebe-
ductie ervan.
drijven. Voor de écht grote projecten is bijvoorbeeld ook Als er al iets nieuws te noemen is, dan betreft dat zaken die invulling zijn van een thematische benadering. 16
42
Totaal voor VenW/IF (35 mld.) minus de posten: ‘ruimte voor de rivier’ en verschillende ‘planstudies’.
Daarbij spelen zaken als de laatste verlichtingstechnologie, batterijtechnologie en draadloos communiceren
van verspreide subsystemen (ubiquitous computing,
7.3.2 Kennispositie
softwarematig uitgevoerde redundantie en fouttole-
De installatiesector komt van oudsher uit een uitvoe-
rantie) een rol. Het gaat dan om veilige en betaalbare
rende rol, maar deze is in de loop der tijd veranderd in
systemen. In de sfeer van onderzoek liggen nog: trans-
een procesmatige rol. Door het verschuiven van ont-
port met automatisch bestuurde voertuigen en aanpas-
werpwerkzaamheden richting de installatiesector en de
bare wegbelijning. Een en ander heeft tot gevolg dat
complexiteit van de integrale projecten is men binnen
de markt verschuift in de richting van de ingenieursbu-
de branche bezig om meer kennis aan zich te binden.
reaus. Er wordt meer hoogwaardige kennis gevraagd en
Hoogwaardige kennis en een vorm van integraal denken
een vorm van integraal denken van de installatiebedrij-
zijn belangrijk geworden. Hiermee is een andere bena-
ven. De state-of-the-art van bijvoorbeeld de hydraulica
dering van het werk nodig (procesdenken). Dit noopt
en onderliggende besturing is van een dusdanig hoog
de sector om (ook in de uitvoering) personeel met een
niveau dat alleen op extra’s als veiligheid of betrouw-
hoger opleidingsniveau aan te trekken. Deze ontwikke-
baarheid iets nieuws te vinden valt, en dat vraagt om
ling valt over de volledige breedte van de branche waar
specialisatie.
te nemen.
Thema’s die momenteel actueel zijn, zijn onder de opdrachtgevers van grote infrastructurele projecten ‘vei-
7.4 Marktpositie
ligheid’, ‘comfort’ en ‘service, onderhoud en beheer’. Deze thema’s hebben direct invloed op de keuze van
7.4.1
Aanbestedingswijze
implementaties en dientengevolge op de technologie-
Door de omvang en complexiteit van de opdrachten is
keuze (bijvoorbeeld brandvrije kabels en installaties).
immer sprake van openbare, publieke aanbesteding. Al
Men kan daarbij bijvoorbeeld denken aan de keuze
in 2003, maar zeker ook in 2007 zijn de aanbestedings-
voor draadloze communicatietechnologie in tunnels
vormen veranderd.
om bij brand de kans op uitval van de communicatie door doorgebrande leidingen te minimaliseren. De
Design & Construct (DC)-constructies komen nu vaak
technologie vernieuwt zich dus niet zozeer, als wel dat
voor (zie ook bijlage II). Hierbij is de installateur al in
nieuwe technologieën die elders zijn ontwikkeld, ook
een beginstadium betrokken bij een traject en zorgt hij
in grote infrastructurele werken worden geïmplemen-
ook voor de invulling binnen door de opdrachtgever
teerd. Implementaties en ontwerpen worden ook meer
geschetste kaders. Dit vraagt van de installateur een
en meer gedreven door de meer integrale aanpak die
creatieve invalshoek, waarbij veel meer manoeuvreer-
wordt bereikt door het toepassen van collaborative
ruimte is. Collaborative Engineering17 (CE) komt minder
engineering. Daarbij krijgt de installatiebranche de
voor, terwijl Marktconsultatie een meer toegepaste vari-
mogelijkheid om een meer leidende rol op te pakken en
ant is. Hierbij stelt een opdrachtgever een plan van aan-
derhalve een bepaalde implementatie af te dwingen.
pak voor en verlenen een aantal marktpartijen advies.
Men ziet dan ook dat grote installatiebedrijven naar het
Vanuit deze input komt een uitgewerkt voorstel dat
aanbieden van totaaloplossingen toewerken. Kennis
aanbesteed wordt. Ook contracten waarin de costs of
van het totale portfolio van verkrijgbare technieken, en
ownership (COO) worden meegenomen - dat wil zeggen,
denken in concepten zijn daarbij nog belangrijker dan kennis van een individuele technologie.
17
Dit is een engineeringmethode waarbij voorafgaand aan het ontwerp alle partijen die ooit bij de realisatie en het latere onderhoud betrokken zullen zijn, aan tafel zitten om hun inbreng te geven.
43
investeringskosten plus kosten van operatie en onder-
wil: een duurzaam en veilig havengebied dat uitstekend
houd over een langere periode - bestaan nog steeds,
bereikbaar is, en dat tijdens de aanleg tot minimale
maar nemen geen grote vlucht.
verstoring van milieu en scheepvaart leidt. Geheel in de geest van het design & construct hebben partijen
In de aanbesteding is een ontwikkeling zichtbaar naar
afgesproken dat optimalisaties in het ontwerp ook na
meer prestatiegerichte specificaties met bijbehorende
ondertekening van het contract kunnen worden doorge-
nieuwe vormen van opdrachtverlening. Opdrachtgevers
voerd, mits ze binnen het Programma van Eisen passen
letten bij de offertes tegenwoordig op meer zaken dan
en als er overeenstemming is over de optimalisaties.
alleen de prijs. Economische waarde of economisch voordeel is bijvoorbeeld ook een factor die bepaalt of
Publiek-private samenwerking komt op dit schaalniveau
de opdracht gegund wordt.
niet veel voor. Dit gebeurt eerder in regionaal verband (projecten met een kleinere schaalgrootte).
Een goed voorbeeld van de moderne aanbesteding
7.4.2 Marktpositie
vormt de aanbesteding van de Maasvlakte 2 op 27
Zoals eerder aangegeven, zijn er op deze markt maar
februari 2008. (zie onderstaand tekstkader)
een handvol partijen die meedingen naar de complexe projecten. Door de incorporatie binnen de grotere con-
Maasvlakte 2 Het Havenbedrijf Rotterdam NV, Koninklijke Boskalis Westminster NV en Van Oord NV, hebben het contract voor de aanleg van het eerste deel van Maasvlakte 2 vandaag getekend. Met het contract is ruim € 1 miljard gemoeid. Boskalis en Van Oord werken in dit project samen onder de naam PUMA, die staat voor Projectorganisatie Uitbreiding MAasvlakte. De twee Nederlandse waterbouwbedrijven gaan tussen 2008 en 2013 het eerste deel van Maasvlakte 2 aanleggen. Het contract omvat de aanleg van 2,4 km harde zeewering (stenen en blokken), 8,4 km zachte zeewering (strand en duin), de eerste circa 700 ha havengebied, 2 km deep sea kade (-20 m), 1 km barge/feeder kade (-11/-13 m), het op diepte brengen van de havenbekkens, en de aanleg van 11 km wegen (2x2 rijstroken en 2 secundaire wegen) en spoorwegen (dubbel spoor) die nodig zijn om Maasvlakte 2 te ontsluiten. Onderdeel van het contract is ook dat het consortium na oplevering de eerste vijf jaar onderhoud aan de zeewering van Maasvlakte 2 verzorgt.
44
cerns is het ook mogelijk voor installatiebedrijven om rechtstreeks aan tafel te komen bij de opdrachtgevers. Hierdoor is de marktpositie opgeschoven in de richting van proactief en in sommige gevallen al strategisch partnerschap. Een gevolg is dat verantwoordelijkheden nadrukkelijk zijn verschoven van de opdrachtgever richting de opdrachtnemer. Voor de kleinere bedrijven geldt dat hun positie reactief is en dat ze nog steeds in de rol van onderaannemers (installatie en onderhoud) acteren. Daarnaast is meer sprake van alliantievorming. Zowel aan de zijde van opdrachtgevers als opdrachtnemers worden afspraken gemaakt aan wie besparingen ten goede komen.
7.5 Marktvooruitzichten
De contractvorm is design & construct aangevuld met
7.5.1
Termijn
onderhoud voor de zeewering en kadeconstructies. Het
De tijdspanne van de werkzaamheden is puur project-
Havenbedrijf heeft geen ontwerp aanbesteed, maar een
gericht. Momenteel spelen bijvoorbeeld de tunnelwerk-
functioneel Programma van Eisen. Zowel bij de beoor-
zaamheden in Maastricht, de verbreding/reconstructie
deling van de biedingen als tijdens de realisatie van de
van de A2, de rondweg Den Bosch, de mainportontwik-
plannen let het Havenbedrijf vooral op de complexe en
keling (Maasvlakte 2) in Rotterdam etcetera. Voor een
risicovolle onderdelen, zoals de kademuren. Door deze
overzicht van toekomstige grote infrastructurele investe-
contractvorm heeft PUMA een grote mate van vrijheid in
ringsprojecten kan verwezen worden naar de bijlagen I
de manier waarop ze het project realiseert, en stuurt het
en II. Ook het overzicht in tabel 5 geeft een indicatie van
Havenbedrijf alleen op datgene wat het echt hebben
projecten (in de Randstad) die op stapel staan.
deze markt worden gevormd door de sterke politieke 7.5.2 Capaciteit
hang naar verbetering van mobiliteit, veiligheid en
Voor deze (geaggregeerde) markt gelden dezelfde
behoud/versterking van hoogwaardige industriële
capaciteitsvraagstukken als op de individuele deel-
bedrijvigheid. De huidige ontwikkeling van de eco-
markten. Volgens een van de geconsulteerde experts
nomie stimuleert investeringen in de infrastructuur
bestaat er een chronisch tekort aan geschikte mensen,
(zoals de plannen voor Maasvlakte 2).
op alle niveaus. Ook de instroom van nieuw technisch
• De marktpositie van de infratechniekbedrijven op
installatiepersoneel is klein. De verwachting is dat deze
de markt voor GIP is opgeschoven in de richting van
tekorten in de toekomst alleen maar zullen toenemen.
proactief en in sommige gevallen al strategisch part-
Hierdoor verloopt het adequaat invullen van de projec-
nerschap. Een gevolg is dat verantwoordelijkheden
ten moeizaam.
nadrukkelijk zijn verschoven van de opdrachtgever richting de opdrachtnemer.
Tabel 5 Overzicht UPR-projecten: bereikbaarheid en dynamische economie
Project Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere Project A4 Schiphol, De Hoek-Burgerveen
• Voor de kleinere bedrijven geldt dat hun positie reactief is en dat ze nog steeds in de rol van onderaannemers (installatie en onderhoud) acteren.
Discontinuïteiten A4 en A12 Project Mainportcorridor Zuid Project Planstudie A13/A16 Project OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad Project Uitbreiding capaciteit spoor Den Haag-Rotterdam Project Kortetermijnmaatregelen openbaar vervoer Project Eén Openbaar Vervoersautoriteit Project Hoeksche Waard * Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR)/ontsluiting mainport Project Containertransferium Project Transitie Greenports Project Den Haag Internationale stad Project Werkstad A4 Project Stadshavens Rotterdam Project Verkenning tweede ontsluiting haven Rotterdam Bron: Urgentieprogramma Randstad, ministerie van Verkeer en Waterstaat 2007.
7.6 Belangrijkste bevindingen • De omvang van de markt voor GIP wordt geschat op een paar honderd miljoen euro op jaarbasis. • Ten opzichte van 2003 is de markt gestabiliseerd. • Voor de komende jaren wordt eveneens rekening gehouden met een stagnatie van de markt. Dit beeld kan veranderen als duidelijk is wat de betekenis wordt van de realisatie van Maasvlakte 2 voor de branche in de komende jaren. • Investeringen in grote infrastructurele projecten zijn sterk afhankelijk van initiatieven uit politiek Den Haag. Belangrijke maatschappelijke stimuli voor
45
Bijlage 1 Rijksmiddelen MIRT 2008 A) Financieel overzicht beschikbare rijksmiddelen (x € 1.000) Artikel
Omschrijving
2008
2009
2010
2011
2012
later 4)
100.609
8.912
9.437
20.130
500
1.199
35.332
22.550
1.800
6.099
6.470
6.470
6.469
6.469
6.469
75.000
150.000
150.000
75.000
175.000
350.000
VROM (XI) 2
BIRK (FES)
2
Investeringsbijdrage Nieuwe S l e u t e l p ro j e c t e n ( F E S )
2
Bufferzones (via ILG)
2
Nota Ruimte
4
Bodemsanering
142.359
142.926
158.346
184.025
184.028
1.465.400
5
Verminderen van geluidshinder
27.110
25.526
27.056
27.852
27.852
221.864
AP
Waddenfonds
33.878
33.878
33.878
33.878
33.878
474.296
VenW/IF 11.02
Hoofdwatersystemen: Beheer en onderhoud
191.955
182.421
195.750
213.569
217.797
2.036.823
11.03
Hoofdwatersystemen: Aanleg
441.860
434.744
499.170
347.298
239.126
1.304.865
11.05.02/03
Hoofdwatersystemen: Planstudies
7.172
69.773
71.870
73.104
70.873
391.175
12.02
Hoofdwegennet: Beheer en onderhoud
858.320
780.181
838.683
733.141
707.219
8.050.407
12.03
Hoofdwegennet: Aanleg en planstudie na tracébesluit
1.245.342
1.235.341
1.069.912
449.934
365.708
277.394
12.04
Hoofdwegennet: Geïntegreerde contractvorming/PPS
204.376
157.512
111.133
111.603
112.222
908.229
12.05.02
Hoofdwegennet: Planstudies voor tracébesluit
760.868
841.561
1.090.749
246.325
412.740
14.657.005
13.02
Spoorwegen: Onderhoud en vervanging
1.510.069
1.505.056
1.566.515
1.249.269
1.203.860
12.922.019
13.03
Spoorwegen: Aanleg
760.973
825.639
793.300
697.404
404.530
624.951
13.04
Spoorwegen: Geïntegreerde contractvorming/PPS
137.701
138.183
139.071
139.979
141.289
1.178.039
13.05.01/02
Spoorwegen: Planstudies
14.01
Grote Reginale/lokale projecten
8.321
14.371
86.011
173.154
432.673
1.010.396
225.298
234.878
219.867
255.007
192.710
1.320.537
386.019
384.503
374.349
3.480.476
14.02
Regionale Mobiliteitsfondsen
15.02
Hoofdvaarwegennet: Beheer en onderhoud
347.979
29.127 392.959
15.03
Hoofdvaarwegennet: Aanleg en planstudie na tracébesluit
104.920
132.310
85.915
88.415
74.734
351.089
15.05.02
Hoofdvaarwegennet: Planstudies voor tracébesluit
13.279
25.916
104.590
168.787
171.597
1.779.415
16.01
Project Mainportontwikkeling Rotterdam
16.02
Ruimte voor de rivier
15.152
15.463
11.854
409.566
399.345
40.707
101.786
210.087
285.145
320.078
325.020
809.844
16.349
33.129
31.823
178.476
620.489
1.921.975
16.03
Maaswerken
60.845
53.266
17.02
B e t u w e ro u t e
96.186
10
17.03
Hogesnelheidslijn
17.05
Zuiderzeelijn
18.03
Intermodaal vervoer
5.784 31.018
153.849
305.112
122.686
2.168
1.778
3.930
2.620
Herstructurering oude bedrijventerreinen van nationaal belang
14.116
14.241
15.765
26.771
25.465
22.11
Ruimte voor grondgebonden landbouw
19.479
23.416
22.130
25.418
26.170
22.12
Ruimte niet grondgebonden landbouw
12.287
10.984
7.126
23.11
Verwerven EHS
81.843
87.523
91.229
77.198
79.936
79.936
23.12
Inrichten EHS
141.272
131.830
128.675
120.794
114.801
114.801 155.995
EZ (XIII) 3 LNV (XIV) 26.170
23.13
B e h e re n E H S
157.338
160.867
160.799
156.214
155.995
23.14
Beheer natuur buiten EHS
64.231
61.138
58.995
60.069
57.713
57.713
24.11
Nationale landschappen
18.851
24.376
22.609
22.156
23.138
23.138
24.13
G ro e n e n d e s t a d
79.125
79.503
79.760
48.860
49.310
49.310
24.14
R e c re a t i e
38.195
38.493
37.897
35.690
35.171
35.171
27.11
Reconstructie zandgebieden
44.221
43.445
51.103
35.187
41.271
41.271
8.251.844
8.471.376
8.944.020
7.175.282
2008
2009
2010
2011
2012
later
325.859
385.248
281.555
269.889
145.303
1.162.424
1.795.519
1.792.254
1.897.687
1.785.201
1.773.231
14.860.033
447.985
451.482
466.107
405.882
409.096
393.735
2.569.363
2.628.984
2.645.349
2.460.972
T O TA A L R I J K S I N V E S T E R I N G E N
7.534.801 56.346.555
Bron: MIRT projectenboek 2008.
B) Financieel overzicht doeluitkeringen (x € 1.000) Artikel
Omschrijving
WWI, XVIII 1
Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV)
VenW 39
Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU)
LNV divers
Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG)
T O TA A L B R E D E D O E L U I T K E R I N G E N
Bron: MIRT projectenboek 2008.
46
2.327.630 16.416.192
Werkenpakket Rijkswaterstaat 2008-2010 Tabel 7 Werkenpakket RWS 2008-2010 (> E 2,5 mln.)
Titel van het project
Hoofdcategorie
Variabel onderhoud, Dynamisch Wegen District (3)
Verkeerssystemen weginfra
Rotterdam-België/Zeeland (Impuls Noord (2))
Categoraal/ Integraal
Contractvorm/ type
Projectgrootte
C
E&C UAV
2,5 mio <> 10 mio
Onderhoud E&M
C
E&C UAV - GC
2,5 mio <> 10 mio
B&O Verkeersvoorzieningen A27 Signalering Eemnes-Stichtsebrug
Verkeerssystemen weginfra
C
E&C UAV
2,5 mio <> 10 mio
ZSM 1 A12 3
Verkeerssystemen weginfra
I
D&C
2,5 mio <> 10 mio
Variabel onderhoud, Kunstwerken Wegen District (11)
Verkeerssystemen weginfra
C
E&C UAV
2,5 mio <> 10 mio
Onderhoud elektrische installaties
Onderhoud E&M
C
Prestatiebestek (Vast onderhoud)
2,5 mio <> 10 mio
Onderhoud pompinstallaties
Onderhoud E&M
C
Prestatiebestek (Vast onderhoud)
2,5 mio <> 10 mio
B&O HVWN Vastverkeersvoorzieningen Radar ARK VAR
Verkeerssystemen weginfra
C
E&C UAV
2,5 mio <> 10 mio
A1 Watergraafsmeer - Diemen (incl. var OH)
Verkeerssystemen weginfra
I
D&C
2,5 mio <> 10 mio
Modernisering Object Bediening Zeeland (6)
Verkeerssystemen scheepvaart
C
D&C
2,5 mio <> 10 mio
Modernisering Object Bediening Zeeland (3)
Verkeerssystemen scheepvaart
C
D&C
2,5 mio <> 10 mio
Onderhoud VP Nijmegen/Tiel en Wolfheze
Verkeerssystemen scheepvaart
I
Prestatiebestek (Vast onderhoud)
2,5 mio <> 10 mio
Impulsgelden Noord (14)
Industriële automatisering
C
E&C UAV
2,5 mio <> 10 mio
TDI’s en VRI’s vervangen Zuid-Holland breed
Verkeerssystemen weginfra
C
Overige RWS overeenk. (inhuur en/of uitbesteding)
2,5 mio <> 10 mio
Flakkeesse spuisluis (aanleg)
Werktuigbouw (E-gerelateerd)
C
E&C UAV - GC
2,5 mio <> 10 mio
Vervangen verkeerssignalering 2010
Verkeerssystemen weginfra
C
D&C
2,5 mio <> 10 mio
ZH Directie breed onderhoud verkeersvoorzieningen nieuw VEVO-contract
Verkeerssystemen weginfra
C
Prestatiebestek (Vast onderhoud)
2,5 mio <> 10 mio > 10 mio
Peilbesluit Veerse Meer
Elektrotechniek
C
E&C UAV
A28 Zwolle-Meppel
Verkeerssystemen weginfra
I
D&C
> 10 mio
Radarcentrale Waddenzee
Verkeerssystemen scheepvaart
C
D&C
> 10 mio
Groot OH Velsertunnel
Onderhoud E&M
I
D&C
> 10 mio
A1/A6 Muiderberg - Almere Stad (benut- Verkeerssystemen weginfra ting)
I
D&C
> 10 mio
A1 ‘t Gooi: Techniek (BOR/Craag A1 ‘t Gooi, incl. B&O)
Verkeerssystemen weginfra
I
D&C
> 10 mio
A1 Diemen - Muiderberg (incl. var. OH)
Verkeerssystemen weginfra
I
D&C
> 10 mio
Vervangen signalering Zuid-Holland breed
Verkeerssystemen weginfra
C
Overige RWS overeenk. (inhuur en/of uitbesteding)
> 10 mio
Probabilistisch B&O Maeslandtkering en Onderhoud E&M Hartelkering incl. systeemvervangingen
I
Nog niet bekend
> 10 mio
Variabel onderhoud, Kunstwerken Wegen District (13)
I
D&C
> 10 mio
Probabilistisch B&O Maeslandtkering en Industriële automatisering Hartelkering 11
C
D&C
> 10 mio
WVA: Onderhoud DVM NH
Elektrotechniek
C
Prestatiebestek (Vast onderhoud)
> 10 mio
A4/A10 Badhoevedorp - Nieuwe Meer Amstel (Benutting)
Verkeerssystemen weginfra
I
D&C
> 10 mio
Aanleg investeringen SRK (Schelde RadarKeten) (3)
Verkeerssystemen scheepvaart
C
Overige RWS overeenk. (inhuur en/of uitbesteding)
> 10 mio
Verkeerssystemen weginfra
Bron: Rijkswaterstaat 2007.
47
48
Colofon Ontwerp & lay-out design@cetera B.V., Rijswijk
Drukwerk Koninklijke Broese en Peereboom, Breda
Productiecoördinatie Afdeling Communicatie uneto-vni
Artikelnr: 47603
© uneto-vni juni 2008
uneto-vni Bredewater 20 - 2715 CA Zoetermeer Postbus 188 - 2700 AD Zoetermeer T 079 325 06 50 - F 079 325 06 66
[email protected] - www.uneto-vni.nl