De Mare Populairwetenschappelijk geschiedenistijdschrift
2014|1
In dit nummer…. - Vormde de 80-jarige oorlog het begin van onze welvaart?
- social media rond 1600 - Van Nassau en terug, hoe een immigrant Vader des Vaderlands werd
- Hoe Maurits de 80-jarige oorlog won
€ 8,95
Voorwoord
Met deze uitgave benadrukken wij in onze vier hoofdartikelen onze focus op de periode rondom de Nederlandse Opstand. In chronologische volgorde worden achtereenvolgens door Joep Gloudemans de omstandigheden geschetst waarmee Willem van Oranje de politieke basis legde voor zijn toekomstige positie binnen de Lage Landen. Astrid de Bruin belicht vanuit haar onderzoek hoe politici in de 16e eeuw, net als vandaag de dag, al social media inschakelen om burgers politiek te beïnvloeden en aan hun zijde te krijgen. Vervolgens licht Rob Snijders de emigratie van een groot deel van de Antwerpse bevolking toe en met name de gevolgen van de Sefardische (Joodse) emigratie naar Nederlandse steden, die rond 1585 begon. Het laatste hoofdartikel, door Roland de Haas, gaat in op de strategische kwaliteiten van Maurits waardoor het mogelijk was om met een ‘zootje ongeregeld’ de zeer goed georganiseerde Spanjaarden in 1600 te verslaan. Graag maken wij u ook attent op de inhoud van onze vaste rubriek Recensies. Ook in de afgelopen periode heeft onze redactie weer drie zeer interessante boeken ontdekt en van commentaar voorzien. Astrid de Bruin legt de link tussen heden en verleden met haar bezoek aan de tentoonstelling Vormen van Verdraagzaamheid. En wie weet levert de betekenis van deze tentoonstellingstitel nog handvatten bij de zoektocht naar uw voorouders.
Colofon De Mare
Inhoudsopgave
Eerste jaargang januari 2014
2
Voorwoord
Eindredactie Joep Gloudemans
3
Willem kwam van Nassau en ging weer terug
6
Van de hoofdredacteur
7
Pamfletten, de social media van de Nederlandse Opstand
10
Verre verwanten
13
Van Antwerpen naar Amsterdam
17
Maurits van Nassau
20
Recensies
25
Agenda
26
Nieuws
28
Signaleringen
Redactie Astrid de Bruin Roland de Haas Rob Snijders Vormgeving Rob Snijders Uitgever UvA, Faculteit der Geesteswetenschappen De Mare is een onafhankelijk tijdschrift, geschreven voor iedereen die geïnteresseerd is in gebeurtenissen die hun oorsprong hebben in de Nederlandse Opstand. Reacties kunnen gestuurd worden naar
[email protected]
2
Willem kwam van Nassau en ging weer terug Hoe een immigrant weer moest vluchten .
Joep Gloudemans
Hij was een buitenlander en sprak vele talen vloeiend, maar het Nederlands beheerste hij niet goed. Het is opmerkelijk dat ons huidige koningshuis zijn wortels heeft in het vroegere Duitse rijk. Waar kwam Willem van Oranje vandaan en waarom ging hij ook weer terug? Willem van Oranje werd geboren in Nassau en was de oudste zoon en de belangrijkste erfgenaam van Willem de Rijke en Juliana van Stolberg. Aan het goede verloop van zijn carrière hoefde men daarom niet te twijfelen. Maar zijn loopbaan werd nog extra versterkt doordat Willem in 1544 het prinsdom Orange en de heerlijkheid Breda erfde van een neef. Aan het Brusselse hof kreeg Willem zijn verdere opleiding. Hier kwam hij in contact met de Spaanse vorst en zijn zoon en opvolger Filips II, maar werd hij ook geïntroduceerd bij de hoge edeWillem van Oranje, Gebrandschilderd Glas 25 in de Sintlen afkomstig uit de Lage Landen. Hij werd mede Janskerk in Gouda: "Het ontzet van Leiden" door zijn bezittingen in feite één van hen. Dit vormde de start van zijn tumulden opgevoed. Omdat dit hof tueus verlopende carrière, Het is bijzonder dat ons streng katholiek was, zou Willem waarbij hij op een bepaald moook katholiek moeten worden. ment voor zijn leven moest koningshuis zijn oorsprong Zijn Lutherse ouders stemden in vluchten en een tijd lang zijn heeft in het Duitse rijk en Willem, als lid van de hoge bezittingen verloor. adel, ging naar Brussel waar hij Het is toch eigenlijk bijzonder dat ons huidige kokennismaakte met de keizer. Ook kwam hij daar natuurlijk in ningshuis zijn oorsprong heeft in het vroegere Duitse rijk. contact met vele andere hoge edelen waaronder Filips II. Zij Menigeen verbaast zich er van tijd tot tijd over de tekst in ons werden op dat moment vrienden, maar dat zou later aanzienvolkslied “(…) ben ik van Duitse Bloed”. Maar hoe is dat zo lijk anders worden. ontstaan? Wij hadden toch al families van hoge adellijke afkomst aan het Spaanse hof in Brussel? Waarom dan een De vorsten in de vijftiende en de zestiende eeuw steunden op de diensten van deze hoge adel. Willem voldeed hieraan omDuitse prins? dat Filips II hem toeliet tot zijn hoogste adviescollege (de Raad van State) en in 1559 door zijn benoeming tot stadhouder (betekent plaatsvervanger van de vorst) van Holland, De voorgeschiedenis Zeeland en Utrecht. Op elfjarige leeftijd erfde Willem van Nassau in 1544 van een gesneuvelde neef het prinsdom Orange en de heerlijk Breda. Orange was een twistgebied tussen Frankrijk en de Spaanse bezittingen, en keizer Karel V vond het daarom noodzakelijk dat Willem verder door het Spaanse hof in Brussel zou wor3
Een conflict ontstaat en groeit Elke samenleving verandert. En in de tijd van Willem was dit natuurlijk ook het geval. Zo was het eerst gebruikelijk dat de heersende vorst met zijn onderdanen overlegde hoeveel geld zij aan hem afstonden om een oorlog mee te kunnen voeren. Onder Karel V veranderde dit al, maar Filips II wilde dit overleg niet langer en probeerde gewoon een bedrag aan het volk op te leggen. Ook wilde hijzelf op belangrijke posities zijn eigen mensen aanstellen zoals bijvoorbeeld in de Raad van State en vroeg hij dit orgaan niet langer om advies. Door deze veranderingen werden de invloed van de hoge edelen aanzienlijk verminderd. Ook werd de macht van de lagere adel en die van de Staten-Generaal (de bijeenkomst van alle vertegenwoordigers van alle staten onder voorzitterschap van de landvoogd) zeer beperkt en werden hun belangen niet meer gehoord. Het is goed te begrijpen dat de edelen en de vertegenwoordigers uit de grote steden met al deze veranderingen en het verlies van invloed veel moeite hadden. En omdat Filips II ook nog erg traag en verschillend reageerde op verzoeken uit de Nederlanden ontstond er nog meer wantrouwen. In feite paste Filips het verdeel-en-heersprincipe toe. Beeldvorming kreeg de vrije hand en veroorzaakte tussen de edelen onderling onrust. In het begin van het conflict waren de hoge edelen nog loyaal aan hun koning, maar later namen zij steeds meer afstand van zijn beleid.
Nog een conflict groeit Ook in de samenleving veranderde het nodige. De reformatie kreeg invloed op het geloof van de bevolking. Het katholieke geloof was niet langer de enige en ware godsdienst. In het begin konden verschillende opvattingen nog naast elkaar bestaan, maar Filips bepaalde dat er maar één geloof mocht zijn en dat was het katholieke. Hij eiste van alle bestuurders dat zij streng tegen de ketters optraden. Heel veel weigerden dit door òf een saboterende houding aan te nemen òf zich openlijk tegen deze vervolgingen te keren. Soms waren de bestuurders zelf aanhangers van het nieuwe geloof, soms ook gedoogden zij deze. En waar wel werd vervolgd, leidde dit tot verzet bij de bevolking. Hierdoor kwamen lokale bestuurders als vertegenwoordigers van hun eigen bevolking in een spagaat terecht. Aan wie moesten zij nu trouw zijn?
Wat deed Willem van Oranje? De prins was een van de hoogste edelen. Hij was enerzijds trouw aan zijn vorst, aan de andere kant werd hij sterk in zijn positie aangetast. Daarbij kwam hij ook nog in conflict met zichzelf. Hij had in 1559 namelijk gehoord dat Filips II van plan was de ketters zeer streng te gaan vervolgen. Willem vreesde een inquisitie in de Lage Landen en had medelijden met de 4
weerlozen, die meer heil zagen in het nieuwe geloof. Door de plannen van Filips ging de prins anders tegen zijn vorst aankijken en nam hij meer afstand. Daarbij kwam ook nog dat de prins hertrouwde met de lutherse (!) Anna van Saksen. Voor Filips was dit huwelijk een klap in zijn gezicht en werd Willem ook nog een soort bedreiging, omdat hij met geld van de Duitse vorsten nu een leger kon gaan vormen of die vorsten zelfs staatsgeheimen meedelen. Hoe kon Willem van Oranje nog langer worden vertrouwd? Deze situatie zorgden aan Spaans/ Brusselse zijde voor onrust. Over en weer waren er dus spanningen en groeide het wantrouwen. In het begin stelde de prins zich zoveel mogelijk neutraal op. Maar hij werd steeds moediger en nam steeds meer het initiatief. Filips gaf bevel tot nog strengere vervolging van de ketters.
Wat deden de andere edelen? Oranje en Bergen namen hierop ontslag als stadhouder. Egmond, Horn, Montigny, Mansfelt, Megen en Arenberg deden dit in eerste instantie ook, maar kwamen later hierop terug. In eerste instantie koos de prins nog steeds een middenpositie, al steunde hij wel het zogeheten Verbond der Edelen. Dit verbond bestond voornamelijk uit lage edelen die zich als een soort actiegroep ging ontwikkelden. Binnen de groep van de hoge edelen trokken Oranje en Egmond tot in 1566 nog een tijdlang gezamenlijk op. Samen met Horn, Bergen en Montigny probeerden zij de lagere edelen in toom te houden. En dit lukte vrij goed. In plaats van een gewelddadige opstand, vertrok het Verbond van circa tweehonderd edelen onder leiding van Hendrik van Bredero in het voorjaar van 1566 met een smeekschrift naar Brussel. Maar vanaf die tijd namen de hagenpreken(kerkdiensten van niet-katholieken in de open lucht) toe en werd het verzet van de protestanten heftiger. Na de Beeldenstorm (zomer 1566) waren de hoge edelen het nog enige tijd met elkaar eens. De prins wilde volledige geloofsgelijkheid en ook Egmond en Horne weken van het beleid van Brussel af. Maar eind september 1566 namen de spanningen in hoog tempo toe. Oranje stelde aan Egmond en Horne voor een driemanschap te vormen om de landsvoogd onder druk te zetten, maar deze wezen dit af. Ondertussen was Margaretha van Parma (de landvoogdes) in staat was om legers samen te stellen waarmee zij de vervolgingen kon gaan afdwingen. Arenberg en Megen schoven op naar het kamp van de landvoogdes, terwijl Egmond nog met Oranje instemde om tussen de partijen te bemiddelen. Op een bepaald moment haakte ook Egmond af. Hij geloofde niet meer in de vreedzame oplossing van Oranje en trok zich in 1567 terug. De scheiding was hiermee definitief en de overige leden van de hoge adel speelden ook niet langer een rol van betekenis.
De lage en protestantse adel nam het verzet verder in handen en werden door het volk als hun natuurlijke beschermers en leiders gezien. Bredero werd gevraagd als leider op te treden. Het verzet leidde niet tot de massale en succesvolle opstand waarop was gehoopt en Margaretha hernam de macht. Oranje, Bredero, Hoogstraten vluchtten voor hun leven naar Duitsland, waarbij Willem terugging naar zijn kasteel in Nassau. Egmond en Horn bleven achter. Zij meenden dat zij de koning en het land naar beste weten hadden gediend. Beiden hebben echter deze opvatting op 5 juni 1568 met de dood moeten bekopen. Het overgrote deel van het Verbond ging weldra overstag en was weer gehoorzaam en toegewijd aan de landvoogd.
VERDER LEZEN
Deursen, Arie Theodorus van, Willem van Oranje. Een biografisch portret (Amsterdam 1995). Klink, H., Opstand, politiek en religie bij Willem van Oranje 1559-1568. Een thematische biografie (Heerenveen 1998).
Zo gaan de dingen soms. Hij groeide naar een mooie positie en had goede contacten. Hij had echter ook een eigen overtuiging. Deze probeerde hij eerst nog op basis van overleg met zijn vorst te delen. Toen dit niet lukte koos hij partij, kwam hij in verzet en moest ten slotte vluchten. Vanuit Nassau leidde hij verder dit verzet. Na nog vele teleurstellingen zou hij jaren later uiteindelijk naar de Lage Landen terug kunnen keren.
Nierop, Henk van, Van ridders tot regenten. De Hollandse adel in de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw (Amsterdam 1990). Nierop, Henk van, ‘Willem van Oranje als hoog edelman: patronage in de Habsburgse Nederlanden?’, Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden 99 (1984) 651-676. Swart, Koenraad Wolter, Willem van Oranje en de Nederlandse Opstand 1572-1584 (Den Haag 1994). Woltjer, Jan Juliaan, Op weg naar tachtig jaar oorlog. Het verhaal van de eeuw waarin ons land ontstond. Over de voorgeschiedenis en de eerste fasen van de Nederlandse Opstand (Amsterdam 2011).
IETS GOED TE MAKEN? Puccini Bomboni met de pure smaak van years-gone-by
Singel 184— Staalstraat 17 5
Amsterdam
Van de Hoofdredacteur
Dinsdag 14 januari 2014. Een verlengde donkerblauwe limousine met op de achterbank een alleengaande oudere dame rijdt door de Raadhuisstraat in Amsterdam. De auto valt op omdat deze vergezeld wordt door een groot aantal motoragenten, met zwaailicht maar gelukkig zonder sirene. Want tumult was er al die jaren tenslotte al genoeg. Met een draai naar rechts en direct naar links rijdt het gezelschap de stoep op en stopt het voor de deur die ik altijd als de dienstbode- en leveranciersingang van dat klassieke gebouw heb gedacht. De dame stapt zonder boodschappen uit en bestijgt de treden. Vlak voordat zij daadwerkelijk door die deur gaat wordt zij geroepen. Het lijkt of zij dan pas beseft dat zij weer even moet zwaaien. Zij toont wat vermoeid. Het is dan ook wel een last om te dragen geweest. Met al die terugkerende verplichtingen. Geleidelijk aan raken wij in de stemming om 200 jaar monarchie te vieren. Wordt het echt een feest of een reeks aan herdenkingen? Ik denk het laatste. Wij hebben een koning omdat dat wel handig is. Je moet toch wat. Het is misschien wel wat duur, maar het voorkomt ingewikkelde verkiezingen en voor de romantici onder ons levert het toch leukere beelden op dan een grijze, soms overspelige en naïef-kijkende president in een zwart pak. In de parlementaire democratie als de onze stelt de positie van de koning in feite niets voor. Dit heeft de alleengaande oudere dame moeten ondervinden toen de Tweede Kamer haar buitenspel zette bij de vorming van een coalitie. Interessant hoe machtsposities toe- en afnemen. De wijze waarop in deze tijd de adviesfuncties aan het kabinet worden afgebouwd deed mij denken aan het buitensluiten van de Raad van State en de Staten-Generaal ten tijde van het bewind van Margaretha van Parma. Dit toenmalige gedrag was een van de stenen in de muren van het zich versterkende Spaanse fort in Brussel. Na vele frustraties, jaren en bloedvergieten werden deze muren weer geslecht. Onze huidige regering en politiek leiders schijnen niet te beseffen dat adviesorganen, inclusief die vanuit dat klassieke gebouw, deel uit maken van onze democratische samenleving. Efficiency van bestuur is de huidige term voor centralisatie van de macht. Hoe lang na het aantreden beseft een gekozen regering nog dat zij het volk vertegenwoordigt? Onze voormalige koningin kende haar grenzen en wist wanneer haar tijd gekomen was. In haar taakopvatting stak ze haar ministers daarmee ver naar de kroon. Het blijft boeiend, Geschiedenis.
6
Pamfletten De social media van de Nederlandse Opstand
Astrid de Bruin
noemd tot landvoogdes ontstaat steeds meer ontevredenheid bij zowel edelen als bevolking. De edelen werden niet meer dia. Beide willen invloed uitoefenen op de algemebetrokken bij het bestuur van de Nederlanden en morden. De ne opvattingen. Allebei vragen zij de burgers zich burgers wilden eindelijk af van de duizenden slecht betaalde bij hun politieke partij aan te sluiten. De één doet Spaanse soldaten die in hun steden en dorpen gestationeerd dat in 1573, de ander in 2008. Zullen zij het publiek waren. Maar de katholieke gelovigen waren vooral ontstemd over hun vorst, die volgens hen een te strenge geloofsvervolovertuigen? ging instelde. Hierdoor werden ineens familie, vrienden en ‘Laat zien dat jullie echte mannen zijn en niet kaal geplukt wil- bekenden, die open stonden voor de nieuwe protestante relilen worden door vreemden. Alle onheil en destructie in Holland gieuze ideeën, vervolgd en gedood. wordt veroorzaakt door hen die voor de Spanjaarden kiezen.’ Willem van Oranje en de andere edelen stonden voor ‘Het is terecht dat zoveel mensen klagen over hoge belastin- een dilemma. Begonnen zij een opstand tegen hun rechtmatigen en boos zijn over de Marokkaanse intifada die ons land ge koning? Er bestond wel een traditie die zei dat burgerlijk teistert.’ verzet mogelijk was tegen een heerser die zich despotisch geDe eerste uitspraak is van Willem van Oranje, gericht aan de droeg. Echter de Liga, een protestverbond opgericht door Wilburgers van Amsterdam. Het tweede citaat is van Geert Wil- lem van Oranje, Lamoraal van Egmond en Filips Horn, wilde ders die, rechtstreeks op tv, de leden van de Tweede geen gewapende opstand beginnen. Zij probeerden via de publieke opinie het rechtmatige kamer adresseert. Beide hebben gezag te beïnvloeden. De Liga een propagandistisch doel en Hij geloofde in de kracht van startte geen gewapende, maar proberen via populaire media pamfletten een Papieren Opstand. het publiek politiek te beïnvloe-
Twee politici doen gewaagde uitspraken in de me-
den. Willem van Oranje maakte in 1573 zeer bewust gebruik van het pamflet, de social media van die tijd. Deze ‘mare’ bracht zeer actueel nieuws in de Nederlandse taal. Willem van Oranje wilde met deze toen zeer moderne media de bevolking overhalen de kant van de Geuzen te kiezen. Toch liep het publiek in eerste instantie niet warm voor zijn zaak.
Papieren Opstand In de zestiende eeuw was Nederland, zoals wij dat nu kennen, een deel van het Habsburgse Rijk onder keizer Karel V. De bevolking was katholiek en onder invloed van de Renaissance ontstond er kritiek op de misstanden binnen de Katholieke Kerk. Erasmus, Luther en Calvijn hadden openlijk commentaar op de geestelijk leiders. Dat was tot die tijd ongehoord. Openlijk discussiëren over geloof en politiek was een zwaar misdrijf en werd beschouwd als ketterij. In 1555 volgt Filips II zijn vader op als Heer der Nederlanden. In de beginjaren van zijn koningschap was de bevolking hem vanuit het geloof trouw. Hij was immers aangesteld was door God.
Margaretha van Parma door Anthonie Mor
Als echter in 1559 Margaretha van Parma wordt be7
heroveren. Hij realiseerde zich dat hij daarvoor de steun van de lokale bevolking hard nodig had. Hij geloofde in de kracht van pamfletten en liet zich omringen door een groep uitstekend schrijvers. Zo schreven Filips van Marnix van St.Aldegonde (vermeend schrijver van het Wilhelmus), Dirk Volkertsz. Coornhert (schrijver en humanist) en Jacob van Wesembeke (schrijver en uitgever) voor hem. De inhoud van de pamfletten bestond in eerste instantie uit kritiek op de Spaanse overheid. De Spaanse overheid reageerde ook met pamfletpropaganda, waarbij zij juist kritiek uitten op de opstandelingen. Zoals uit de bovengenoemde uitspraak blijkt, werden naast argumenten ook dreigementen geuit in pamfletten. Via de pamfletmedia werd het grote publiek direct bij het politieke en religieuze debat betrokken. De bedreigingen van zowel de Spaanse autoriteit als de rebellen maakte het voor de gewone bevolking bijzonder lastig kiezen tussen de reguliere autoriteiten en de rebellen.
Succes Pamfletten werden al lange tijd gebruikt om de algemene opvattingen te beïnvloeden of om als propaganda te dienen. Net voor de Nederlandse Opstand woedde in Duitsland een pamfletoorlog en Willem van Oranje liet zich er graag door inspireren. Verspreiding van pamfletten, wist hij, was eenvoudig, via land- en waterwegen. De Lage Landen waren een massaproducent van pamfletten en boeken. Er waren vergeleken met andere landen veel drukpersen beschikbaar. De Nederlanden stonden bekend als plek waar alle vrijheid bestond om teksten te laten drukken. Overigens bestond er wel degelijk censuur, maar het lukte de Spaanse overheid maar niet om deze ook daadwerkelijk te effectueren. Drukwerk was commercieel interessant, pamfletten leverden geld op, de eventuele censuur en vervolging namen de drukkers op de koop toe.
In die tijd had het gewone volk geen stem in een reVóór de Papieren Opstand was er geen sprake van geringsorgaan. Alleen de hoge edelen konden de belangen politiek bewustzijn bij de bevolking. Met de opkomst van van de burgers dienen in onder andere de Raad van State. protestantse ideeën en het wrede beleid van de koning hierDe edelen namen dat zeer serieus en al in 1561 werd een tegen, konden de gelovige burgers zich niet meer afzijdig eerste protestbrief aan de houden van het publieke debat. koning gestuurd. Als de koning Kiezen voor het protestante geNa zijn nederlaag blijft hij blijft volharden in zijn beleid loof betekende gebrandbewust propaganda houdt Van Oranje op 31 merkt worden als ketter en bedecember 1564 zijn bekende dreigd worden met de dood. verspreiden. pleidooi voor gewetensvrijheid Kiezen voor het katholieke gein de Raad van State. Het haalde niets uit, Filips II bleef het loof, betekende een onbarmhartige koning die familie en katholieke geloof als enige geloof fel verdedigen. Onder lei- vrienden liet ombrengen. De opstandelingen zorgden met ding van de Liga besloot een groot deel van de edelen zich hun pamfletten voor religieuze en politieke argumenten in collectief uit te spreken tegen de geloofsvervolging. In april dat debat, die duidelijk maakten dat kiezen voor Willem van 1566 werd het beroemde Smeekschrift der Edelen aan Mar- Oranje godsdienstvrijheid gaf. garetha van Parma aangeboden. Hierin werd gevraagd de plakkaten, de strenge godsdienstverordeningen om het protestantisme uit te roeien, te verzachtten. Tegelijkertijd rie- Invloed social media pen duizenden pamfletten de burgers op dit initiatief te steunen. Dit is achteraf het hoogtepunt in de propaganda- Koos de bevolking nu onverwijld voor de opstandelingen? campagne van de Liga. Het protest had succes. Parma be- Absoluut niet. Amsterdam bijvoorbeeld bleef lang tijd trouw aan de Spaanse vorst. Hadden de pamfletten hier invloed sloot om de inquisitie op te schorten. op? Dat is lastig vast te stellen. Duidelijk is dat de Papieren Nederlaag Opstand uiteindelijk de gewapende opstand niet voorkomt. De Nederlandse Opstand gaat in 1568 echt van start. Van De koning stelde in reactie hierop de Hertog van Alva aan Oranje is echter geen groot veldheer en lijdt zware verliezen. om het groeiend verzet te breken. Binnen een half jaar lukte Na zijn nederlaag blijft hij bewust propaganda verspreiden, het hem orde op zaken te stellen. Margaretha van Parma opnieuw om politieke steun te verwerven, nu tot gewapend verliet het land en Alva werd aangesteld als landvoogd. Hij verzet. In 1572 doet hij opnieuw een poging tot een inval in toonde zich in eerste instantie fatsoenlijk. De graven van de Lage Landen. Er is een succes als de inname van Den Egmond en van Horn lieten zich naar Brussel lokken, maar Briel. Vlissingen liet echter pas na veel overleg en beraad de bekochten dit in 1568 met hun dood. De Grote Geus Hendrik Geuzen toe in de stad. Haarlem wilde zich niet overgeven van Brederode en Willem van Oranje vluchtten berooid en aan de Spanjaarden, maar werd ondanks de hulp van de verslagen naar respectievelijk Kleef en Dillenburg. Geuzen ingenomen. Alkmaar werd weer veroverd door de Van Oranje had grote schulden en wilde zijn positie Geuzen, net als Hoorn. 8
Achteraf bezien kun je vast stellen dat angst voor plundering, moord en verkrachting door beide partijen en het behouden van de eigen autonomie een belangrijker argument waren voor de bevolking om een partij te kiezen dan de pamfletten.
Het publiek overtuigen van je zaak met alleen politieke argumenten via de social media, blijkt nog geen sinecure. Andere omstandigheden als geloof, economie, oorlogsdreiging en armoede blijken een belangrijke factor te zijn in de politieke keuze van burgers. Zo kan naast de belofte van vrijheid, angst voor rampspoed een belangrijke een raadgever zijn. Op dat laatste speelt Geert Wilders handig in. Willem van Oranje heeft uiteindelijk zijn burgers overtuigd, wij zingen allen het Wihelmus.
Natuurlijk kunnen we niet vast stellen wat de invloed van de pamfletten precies was op de persoonlijke opvattingen van de burgers. Duidelijk is wel dat met de verspreiding van de enorme hoeveelheid pamfletten een groot deel van de bevolking, waarvan zo’n 60% kon lezen, in aanraking kwam met de politieke en religieuze opvattingen van de strijdende partijen. Uit de reacties die in pamfletten werden gegeven op de inhoud van andere pamfletten, blijkt dat er een heftig debat plaats vond. Ook gezien het feit dat burgers zelf pamfletten schreven, laat zien dat zij actief betrokken waren bij de discussies.
VERDER LEZEN
Deen, Femke, Moorddam. Publiek debat en propaganda in Amsterdam tijdens de Nederlandse Opstand (1566-1578) (ongepubliceerd proefschrift, Universiteit van Amsterdam 2012). http://dare.uva.nl/ document/444305 De Tachtigjarige oorlog. Website van de Universiteit van Leiden; http:// www.dutchrevolt.leiden.edu Overheid en internet; http://www.adviesorgaanrmo.nl/Projecten/Overheid_en_internet Pollmann, Judith, Catholic identity and the revolt of the Netherlands, 1520 –1635 (Oxford 2011).
Don Fernando Álvarez de Toledo (Hertog van Alva), door Titiaan
9
Verre verwanten Iemand van toen verbonden met iemand van nu.
redactioneel
In deze uitgave staat het verhaal over de Sefardim die van Antwerpen naar Amsterdam vertrokken. In Amsterdam konden zij rond 1600 terugkeren naar het Joodse geloof, nadat hun voorouders aan het einde van de 15e eeuw gedwongen bekeerd waren tot het christendom. De Nederlanden boden voor meer geloofsstromingen een veilig onderkomen. De Hugenoten zijn hier een voorbeeld van. “Hugenoten” is de benaming die de Franse protestanten, vaak aanhangers van Calvijn, kregen. Vooral na de Batholomeusnacht in 1572 werd het voor deze protestanten duidelijk dat ze niet welkom waren in het katholieke Frankrijk. Vanaf dat moment, en gedurende de hele 17e eeuw, vluchtten grote groepen Hugenoten uit Frankrijk naar gebieden met een zekere godsdienstvrijheid, vooral naar de Nederlanden. We volgen in deze rubriek het spoor van een familie, de familie Cortillion.
Abraham trouwde op jonge leeftijd, met een Marie, en het paar kreeg rond 1587 hun zoon Jacques. Waarschijnlijk is JacDe stamvader uit ons verhaal is Abraham Pascali Cortillion. Hij ques in St. Sulpice Faremoutier geboren. De geloofsovertuiwerd geboren in de plaats waar zijn familie al eeuwen woonging van de ouders maakte echter dat ze rond de geboorte de, St. Sulpice Faremoutier. Een klein boerendorpje, tegenbesloten om te vluchten naar de Noordelijke Nederlanden. woordig bekend als Faremoutier, in het departement Seine et Marne nabij Parijs. Hij werd daar geboren rond 1560. Al voor 1600 kwamen ze in de Nederlanden aan en ze vestigden zich niet, zoals de meeste geloofsgenoten, in Amsterdam. Het gezin Cortillion trok naar Utrecht. Ze waren daar niet de enige “Walen”, zoals de Hugenoten in de Nederlanden genoemd werden, want al in 1583 werd de Waalse gemeente van Utrecht gesticht. Het gezin is blijven wonen in Utrecht, waar vader Abraham in 1633 overleed .
Stamvader
Jacques en Elsken
Kaart van de omgeving van Parijs, 2014. A = Faremoutiers Het was onrustig in het Frankrijk van zijn jeugd. De godsdienstoorlogen die tegen de protestanten gericht waren, begonnen al vanaf 1562 en volgden elkaar in hoog tempo op. Het gezin waarin Abraham opgroeide, geloofde meer in de overtuigingen van Calvijn en zij waren het leven niet zeker, ook niet in het kleine boerendorp.
Jacques vond in Utrecht zijn liefde. Zij was Elsken Hendricks. Ze trouwden in Utrecht op 14 april 1612 en Jacques en Elsken kregen 8 kinderen. Al snel na het huwelijk kwam hun eerste kind Abraham. Een jaar later Sebastien (overleden 1666), in 1615 Jeanne, in 1616 nog een Abraham, in 1617 Jennecken, in 1620 Judith, in 1624 Anne en in 1625 Jacques (overleden 1693). De oudste zoon, Abraham, overleed op jonge leeftijd aangezien in 1616 wederom een kind Abraham genoemd werd. Dat deed men niet wanneer er een kind was dat al zo heette, wel als dat kind overleden was. Dit om het vernoemen, in dit geval naar de grootvader, in stand te houden.
10
Het ging de familie Cortillion economisch goed. Elsken kon, toen zij overleed op 7 december 1663, begraven worden in de Nicolaikerk. Om in de kerk begraven te worden had men geld nodig en de familie was rijk genoeg.
Carrière De jongste zoon Jacques maakte snel carrière. Hij studeerde wiskunde en werkte als landmeter. Hij trad in dienst van de West Indische Compagnie en kwam in 1652 terecht in Nieuw Amsterdam. Daar werkte hij in eerste instantie als leraar voor de kinderen van Cornelis van Werkhoven. Al snel kreeg hij een benoeming als Algemeen Landmeter en werkte direct onder Peter Stuyvesant, de gouverneur van Nieuw Amsterdam. De nieuwe nederzetting had een landmeter De Nicolaikerk in Utrecht door Jan Hendrick Verheyen (1778-1846) nodig en Jacques was op de juiste plaats op het juiste moment. Niet alleen dat, hij trouwde er met Neeltje van Duyn, een vrouw uit de Nederlandse geVerre verwanten? meenschap van Nieuw Amsterdam. Jacques Cortelyou heeft zijn voetsporen achtergelaten in dit Binnen zijn loopbaan stichtte hij twee nederzettingen, Nieuw deel van de Verenigde Staten. Een bekende Amerikaan van Utrecht op het Lange Eylandt (Long Island) in 1657 en de toen, is hij te verbinden met een onbekend persoon van nu? plaats Bergen. Op de locatie van Bergen ligt nu Jersey City in Zeker, dat staat in de beknopte stamboom en loopt via SeNew Jersey. Jacques, die in de geschiedschrijving nu Corbastien, een andere zoon van Jacques Cortillion en Elsken telyou genoemd wordt, kocht samen met compagnons zo’n Hendriks. Een verre verwant is een van de redacteuren van 12000 morgen land in dit gebied van de Indianen. dit tijdschrift. Behalve het stichtten van deze nederzettingen ontwierp Jacques plannen voor de bebouwing van plaatsen. Zijn bekendste plan werd het ontwerp voor Nieuw Amsterdam, dat bekend staat als het Castello Plan uit 1660.
Jacques Cortelyou bleef in Nieuw Amsterdam toen deze stad in 1665 door de Engelsen veroverd werd en de naam New York kreeg. Zijn zoon Jacques trouwde er met een vrouw van Nederlandse afkomst, Marretje Hendrickse Smock. De Cortelyou’s van Nieuw Amsterdam werden de stamouders van veel families uit dit deel van de Verenigde Staten, waaronder president George B. Cortelyou (1907-1909). Cortelyou's kaart van Nieuw Amsterdam (Castello Plan). 11
Wanneer u zelf met genealogie begint, volg dan deze eenvoudige stappen: 1 Ga langs bij oudere familieleden en verre familie en vraag informatie, 2 Verzamel familiedocumenten, 3 Rangschik, 4 Ga het werk na van andere genealogen, 5 Gebruik goede software om uw resultaten bij te houden..
12
Van Antwerpen naar Amsterdam Sefardische emigratie naar de Noordelijke Nederlanden
1585, Antwerpen. Een metropool verloor haar economische toppositie en de helft van haar inwoners vertrok binnen een paar jaar. De stad aan de Schelde moest zich na veertien maanden van beleg, van 3 juli 1584 tot 17 augustus 1585, overgeven aan de Spanjaarden, met economisch desastreuze gevolgen en een bevolking die in armoede achterbleef. Antwerpen was in 1500 het economische centrum van Europa. Deze metropool gonsde van de internationale handelaren, uit landen als Duitsland, Portugal, Italië en Engeland. De bevolking van de stad was in 1560 tot boven de 100.000 gegroeid en de Scheldestad was daarmee de tweede Europese stad in grootte ten noorden van de Alpen.
Rob Snijders
Vooral de handelaren vertrokken. Een flink deel was van Spaans/Portugese afkomst, aangeduid als de “Portugese Natie”. Dit waren de inwoners van Antwerpen van Joodse afkomst, een groep met geweldige handelscontacten. Zij vertrokken en zagen nieuwe kansen in andere steden, waaronder Rotterdam en Amsterdam. Wat betekende hun komst voor de Nederlandse steden?
De “Portugese Natie” in Antwerpen
De gebeurtenissen in 1585 zijn verbonden met de gebeurtenissen in Spanje in 1492, toen Granada als laatste Islamitisch bolwerk viel. Het koningspaar Ferdinand en Isabella besloot het katholieke geloof te versterken. De islamieten moesten vertrekken en de Joden kregen een keus om te vertrekken, óf zich te bekeren tot het christendom. Zo’n 80.000 Joden verIn 1568 begon de Nederlandse Opstand en Antwerpen was trokken, een groot deel naar Portugal. daarvan het belangrijkste centrum. Op het moment dat de Nederlanden zich te autonoom gingen gedragen, wilde de In Portugal voegden zij zich bij de Joodse gemeenschap. KoSpaanse machthebber de opstand neerslaan. In 1584 begon ning Emanuel I van Portugal wilde met Isabella, de oudste het beleg van de stad. Op 17 augustus 1585 resulteerde dat dochter van de Spaanse koningen, trouwen. Een huwelijk werd toegestaan, maar één van de voorwaarden was dat de in de overgave. Joden Portugal moesten verlaten of zich moesten laten doHet katholicisme werd, zoals vóór de opstand, de enig toegepen. Onder dwang werden de Joodse Portugezen gedoopt. stane godsdienst in de stad. De ‘ketters’ kregen vier jaar de De zogenoemde Cristãos Novos (nieuw christenen) waren tijd om zich te bekeren of om te vertrekken. In een paar jaar een feit. Deze gemeenschap ontwikkelde zich verder binnen tijd vertrok de helft van de bevolking en de grote economide handel, zowel in Portugal als in haar koloniën. sche bloei van Antwerpen kwam ten einde.
Antwerpen 16e eeuw samengevoegd met Amsterdam 16e eeuw. Gravure: Georg Braun. 13
De Spaanse Furie, de vernietiging van Antwerpen in 1576 door Spaanse troepen— Jan Collaert (c. 1530 – 1580/1581)
Het welgestelde Antwerpen lokte veel armere Cristãos Novos aan. Op 30 maart 1526 kregen zij van Koning Johan III van Spanje toestemming om zich in Antwerpen te vestigen. Deze Cristãos Novos gingen niet (zichtbaar) terug naar het Joodse geloof. Veertig jaar nadat de eerste Cristãos Novos Portugal verlieten begonnen in Antwerpen de religieuze veranderingen, met op 20 augustus 1566 de Beeldenstorm. Tussen 1566 en 1585 kreeg het protestantisme de overhand.
nam de Portugese Natie in bescherming, de regering wilde ze weren. Al voor 1585 kwam er een kentering in de steeds groeiende welvaart van Antwerpen. Op 4 november 1576 werd Antwerpen door muitende Spaanse troepen geplunderd. Veel handelaren vertrokken daarna naar een rustiger omgeving, waaronder zo’n 25% van het ledental van de Portugese Natie.
De Portugese Natie herstelde zich tot juli 1584. De stad kwam in economisch zwaar weer Op 4 november 1576 werd De handel terecht tijdens het beleg dat toen Antwerpen door muitende De handelswaar van de Porbegon. De handel kwam stil te tugese Natie was divers. Ze liggen. Na de Val van Antwerpen, Spaanse troepen geplunderd. bracht onder meer edelstenen, op 17 augustus 1585, kwam de droogwaren uit India, en suiker handel niet meer op gang omdat en wijn uit Madeira naar de Scheldestad. Uit Antwerpen werd toen de Noordelijke Nederlanden de Schelde én de havens zilver, andere metalen, Vlaamse- en Engelse lakens geëxpor- van Vlaanderen blokkeerden. Deze blokkade werd bij het teerd. De Portugese Natie had een uitstekend zakelijk net- twaalfjarig bestand (1609) en de Vrede van Münster (1648) werk. niet opgeheven. In de jaren na 1585 liep het inwonertal van De Portugese Natie in Antwerpen ondervond veel pro- Antwerpen van 100.000 naar ca. 50.000 terug en ook een blemen en werd in de economische ontwikkeling geremd. groot deel van de Portugese Natie emigreerde. Door keizer Karel V werden maatregelen afgekondigd die tegen hen gericht waren en hij wilde zelfs een groot deel van de Portugese Natie verbannen. Ze waren van groot economisch belang voor de stad en rond de maatregelen ontstond een voortdurend kat-en-muis spel tussen de regering en het stadsbestuur. Het stadsbestuur 14
ren.
Waarheen?
In Rotterdam was er sprake van tegenwerking. In 1604 De gevolgen van het beleg en de blokkade waren desastreus. dienden enkele Sefardim uit Antwerpen een vestigingsverzoek Een massale uittocht van de bewoners volgde in de jaren 1585 in. Dit verzoek werd geweigerd. In 1610 werd wel een vesti-1589. gingsvergunning afgegeven. Deze overeenkomst werd echter De circa 50.000 vertrekkende Antwerpenaren vonden in 1612 door het stadsbestuur geannuleerd aangezien de reeen nieuwe woonplaats. Men kon zich echter niet zomaar monstranten aan de macht waren gekomen, zij waren de Seergens vestigen. Een vergunning was nodig, en daarvoor fardim niet gunstig gezind. Door de weigering in 1604, het moesten sociale voorzieningen geregeld zijn. Die voorzienin- intrekken van de overeenkomst in 1612 en de ‘concurrentie’ gen vielen vaak onder de verantwoording van de kerk. De van Amsterdam, groeide de gemeenschap in Rotterdam langSefardim waren een ‘nieuwe’ geloofsgroep en zij hadden nog zaam. De Joodse gemeenschap in Rotterdam kwam nooit bogeen sociale structuur in de nieuwe woonplaatsen. Het stads- ven 3% van de totale stadsbevolking. bestuur moest dus overtuigd raken van het economisch beOok Middelburg had de interesse van de Portugese lang van deze mogelijke nieuwe bewoners. Natie uit Antwerpen. Het lag dichtbij en had een goede haven. De Sefardim (in de decennia vanaf 1585 ging de Portu- In 1591 probeerde Don Samuel Palache woonvergunningen te gese Natie openlijk over tot het Jodendom, vandaar vanaf nu krijgen. Dat stuitte op felle weerstand van de protestante pre‘Sefardim’) gingen naar plaatsen met ‘de beste papieren’. dikanten in Middelburg. Zij hadden een grote invloed op het Daarbij werd gekeken naar verschillende factoren; een goede stadsbestuur en woonvergunningen werden niet verleend. De haven was essentieel, het stadsbestuur moest toestemming Sefardische gemeenschap in Middelburg bleef, in de eeuwen verlenen voor de vestiging en de vrijheid van godsdienst ging die volgden, klein. een rol spelen. Zowel in Middelburg, Rotterdam als in Amsterdam verDe eerste emigratiegolf was gericht op Engeland en liep de immigratie van de Sefardim niet zonder problemen. In Duitsland. Na deze eerste golf gingen emigranten uit Antwer- Middelburg en Rotterdam was de invloed van de religie op het pen vooral naar Zeeland en Holland. Het aantal emigranten stadsbestuur zo groot dat de immigratie vrijwel verhinderd was zo groot dat rond 1625 42% van de bevolking van de werd. In Amsterdam bestond deze terughoudendheid ook, grootste steden in Zeeland en Holland uit Vlaamse en Bra- maar er was een verschil. De Alteratie (overgang tot het probantse migranten van de eerste en tweede generatie bestond. testantisme) van de stad, op 26 mei 1578, had de weg vrij De Sefardim raakten geïnteresseerd in de Nederlandse gemaakt voor nieuwe, protestante, regenten. Zij voerden een steden, maar vestigen zich er tot 1590 niet. Na 1590 trokken liberale politiek waarbij de economie voorop stond. Er keerze wel naar de Noordelijke Nederlanden en de verhalen van den veel kooplieden uit ballingschap terug, met een positieve drie havensteden; Amsterdam, Middelburg en Rotterdam, zijn invloed op de economie. Katholieken, lutheranen, doopsgete achterhalen in de archieven en geschiedkundige literatuur. zinden en Joden konden de handel vrij uitoefenen zolang zij hun geloof niet openlijk beleden. Deden zij dat wel, dan kwam men in de problemen zoals rabbijn Uri haLevi.
Vestiging in Holland en Zeeland Op 31 maart 1596 werd de eerste Sefardische poorter van Amsterdam geregistreerd, Emanuel Rodrigues Vega. Hij had handelsactiviteiten over de hele wereld. Zijn economische belang voor de stad was groot en al snel vestigden zich meerdere Sefardim in Amsterdam en gingen zich organiseren. Waarschijnlijk al in 1602 vormde men de eerste Joodse gemeente van Amsterdam, Beth Jacob.
In Amsterdam waren de omstandigheden voor de immigratie zo goed dat de Joodse bevolking, dus Sefardisch en Asjkenazisch, aan het einde van de negentiende eeuw uitgroeide tot ruim 10% van de Amsterdamse bevolking. Het op religieus gebied restrictieve beleid van het begin van de zeventiende eeuw veranderde en werd vrijer, met als overduidelijk voorbeeld de Portugese synagoge op het Mr. Visserplein. Dit gebouw werd gewijd in 1675 en was eeuwenlang de grootste synagoge ter wereld.
Er was geen sprake van echte godsdienstvrijheid. Zo werd in 1603 rabbijn haLevi gearresteerd tijdens een godsdienstoefening in een huissynagoge aan de Jonkerstraat. Het verzoek aan het stadsbestuur om een Joodse begraafplaats in te mogen richten werd niet gehonoreerd. Men moest in 1604 uitwijken naar Groet bij Schoorl en pas in 1614 werd de Sefardische begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel gewijd en de houding van het Amsterdamse stadsbestuur leek te verande15
De Sefardim en hun economische rol Amsterdam was na de Alteratie een enorm snel groeiende stad. Een stad waar verschillende religies een plaats vonden en waar in religieus opzicht de Sefardim één van de velen waren. De Val van Antwerpen had door de massale uittocht die daarna volgde, onder andere naar Amsterdam, gezorgd voor een grote toename van de handel. De Sefardim hadden daar een belangrijke aandeel in. Zij kregen voet aan de grond in Amsterdam omdat hun economische belang onderkend werd, en hun vestiging niet belemmerd werd. Hun economische contacten met de Spaans- en Portugeessprekende wereld waren van groot belang voor de handel. Nieuwe afzetgebieden werden bereikbaar en de Amsterdamse economie profiteerde daarvan, de stad werd mede hierdoor een van de economische centra van de wereld in de Gouden Eeuw. Van alle plaatsen in de Noordelijke Nederlanden toonde Amsterdam het minst restrictieve beleid in de toelating van deze nieuwe medelanders. Hieruit blijkt dat deze toevloed van “anderen” en een open vestigingsbeleid in onze geschiedenis tot een grote bloei van de welvaart heeft geleid. Een les voor het heden?
VERDER LEZEN
Blom, J.C.H. red., Geschiedenis van de Joden in Nederland (tweede druk; Amsterdam 2004). Fuks-Mansfeld, R. G., De Sefardim in Amsterdam tot 1795. Aspecten van een joodse minderheid in een Hollandse stad (Hilversum 1989). Israel, Jonathan Irvine red., Dutch Jewry: Its History and Secular Culture (1500-2000) (London 2002). Israel, Jonathan, Empires and Entrepots. Dutch, the Spanish Monarchy and the Jews, 1585-1713 (Londen 1990). Kuijpers, Erika, Migrantenstad. Immigratie en sociale verhoudingen in 17e-eeuws Amsterdam (Hilversum 2005). Michman, Jozeph red., Pinkas, Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland (Ede/Antwerpen 1992). Verberg, J.S. en J. M. Droogendijk, Langs Rotte, Maas en Schie. Schetsen uit de geschiedenis van Rotterdam (Project Gutenberg 2010).
WWW.JOODSAMSTERDAM.NL Meer weten over de Joodse geschiedenis van Amsterdam en Rotterdam?
www.joodsamsterdam.nl en www.joodserfgoedrotterdam.nl 16
Maurits van Nassau Hoe de klassieke oudheid Maurits van Nassau hielp de Tachtigjarige Oorlog te winnen
Roland de Haas
In het jaar 1600 versloeg Maurits van Nassau bij het Vlaamse kustplaatsje Nieuwpoort het gevreesde Spaanse leger. Hoe was het mogelijk dat het ongeorganiseerde zootje opstandelingen er in slaagde de onoverwinnelijk geachte Spanjaarden in het open veld te verslaan? Toen Maurits in 1591 de hoogste militaire bevelhebber van het Staatse leger werd was de militaire situatie voor de opstandige Nederlandse gewesten verre van rooskleurig. Het Leger van Vlaanderen, zoals het Spaanse leger in de Nederlanden toentertijd genoemd werd, stond bekend als de sterkste strijdmacht in West-Europa. Toch slaagde Maurits er in betrekkelijk korte tijd in om de troepenmacht van de rebellen om te vormen in een strijdmacht die dit leger van Vlaanderen partij kon bieden. Als eerste Hollandse generaal slaagde hij er in de Spanjaarden succesvol tegenstand te bieden. Hij wist ze zelfs in een veldslag te verslaan. En anders dan voorheen hoefde hij hiervoor het land niet onder water te zetten. Hij bereikte dit door de invoering van een aantal militaire vernieuwingen die van het Staatse leger het meest gedisciplineerde leger van zijn tijd maakten. Samen met zijn neef Willem Lodewijk, die stadhouder van Friesland was, bestudeerde Maurits gretig de geschriften uit de klassieke oudheid. De Romeinen waren immers meesters in de oorlogsvoering en hadden in hun tijd bijna de hele bekende wereld onderworpen. Van zulke types moest toch iets nuttigs te leren zijn als het om oorlog voeren ging. Maurits van Nassau, prins van Oranje
Discipline
Michiel Jansz. Van Mierevelt (1567—1641)
Maurits begreep al snel dat de superioriteit van de Romeinen niet lag in hun grote aantallen of in hun uitzonderlijke fysieke kracht, maar in hun strakke organisatie en strikte discipline. De straffen voor overtredingen van de krijgsregels waren bij de oude Romeinen zeer streng. Op in slaap vallen tijdens de wacht stond de doodstraf, en zelfs voor de lichtste vergrijpen werd de zweep van stal gehaald. Maurits heeft dit strenge systeem van de Romeinen overgenomen. Er is een geval bekend waarbij Maurits een soldaat liet ophangen omdat hij een hoed van een burger gestolen had. Omdat het wel duidelijk was dat de huursoldaten die het leger vormden (er bestond geen dienstplicht) dit niet zonder meer zouden accepteren, zorgde Maurits er voor dat de betaling voor de troepen uitste-
kend geregeld was. Dit in tegenstelling tot de Spanjaarden, waar geldtekort er regelmatig voor zorgde dat de soldaten aan het muiten sloegen. Toen Maurits aldus zijn leger gedisciplineerd had werd het tijd voor de volgende stap. Alweer in navolging van de Romeinen liet hij zijn soldaten oefenen in het marcheren. En dan niet iedere soldaat afzonderlijk maar hele eenheden tegelijk. Als de soldaten namelijk goed samenwerkten waren ze veel effectiever op het slagveld. .
17
In die tijd vochten soldaten in grote formaties en dat ging na- Spanjaarden vochten in massieve vierkanten, ook wel carrés tuurlijk veel beter als iedereen tegelijkertijd naar voren of opzij genoemd. Deze waren natuurlijk een stuk minder wendbaar bewoog. Maurits begon zijn soldaten hier dus in te trainen dan de nieuw bedachte formaties van Maurits. Hoewel je zou verwachten dat dit toentertijd gebruikelijk was, is dit niet het geval. Samen met zijn neef Willem Lodewijk heeft Maurits op een grote tafel veldslagen uit de oudheid nagespeeld met tinnen soldaatjes. Op deze manier konden ze uitproberen welke manoeuvres succesvol waren op het slagveld. De soldaten werden vervolgens op een veld aan het werk gezet om deze manoeuvres na te doen. Dit tot grote hilariteit van het toekijkende publiek, dat aan dit soort legeroefeningen niet gewend was. Om zijn soldaten efficiënt te kunnen laten manoeuvreren heeft Maurits ook de eenheden waarin ze vochten verkleint. Het is natuurlijk makkelijker om tweehonderd man in pas te houden dan tweeduizend. Bovendien had hij gelezen dat de Romeinen hun legers ook altijd opdeelden in een groot aantal kleine eenheden. Dit maakte het leger veel flexibeler. Net als de Romeinen dat in lang vervlogen tijden deden stelde Maurits zijn leger dus op in een groot aantal kleine eenheden die elkaar kond helpen. Deze opstelling werd ook wel de Quincunx genoemd, naar het cijfer vijf op een dobbelsteen. De
Musketten en speren In de tijd van Maurits waren de voornaamste wapens van de soldaten de piek, een lange speer, en het musket. Musketten waren de voorlopers van het moderne geweer. Een musket kon echter maar een kogel tegelijk afvuren en het laden duurde wel een minuut of drie. Er is weinig voorstellingsvermogen voor nodig om te begrijpen dat het herladen van zo’n musket geen fijne klus is als er iemand met een piek op je af komt rennen. De oplossing die Willem Lodewijk hiervoor bedacht was gebaseerd op een oude Romeinse methode waarbij boogschutters zich terugtrokken achter hun medesoldaten om te herladen. De eerste rij boogschutters schoot zijn pijlen af, marcheerde vervolgens terug naar achteren om te herladen terwijl een nieuwe rij boogschutters naar voren kwam om op hun beurt hun pijlen af te schieten. Willem Lodewijk bedacht dat zoiets met musketschutters ook moest kunnen en de keermars was geboren.
Slag bij Nieuwpoort 1600 gravure van Pieter Bast
18
Deze nieuwe methode van vechten vroeg natuurlijk de nodige oefening van de musketiers en hierbij bleek de reeds eerder ingevoerde dril en discipline een grote hulp. Maar toen de keermars eenmaal goed geoefend was bleek het een uitstekende manier om door middel van een continu aanhoudend musketvuur de vijand van het lijf te houden. Wie de boeken over het voorgaande onderwerp er op na leest, komt enigszins verrassend tot de conclusie dat vrijwel alle bovenstaande vernieuwingen uit de koker van Willem Lodewijk kwamen. Hij was het, die de credits voor de hervormingen in het Nederlandse leger in de tijd van Maurits verdiend. Een mooi voorbeeld hiervan is de bewaard gebleven brief die Willem Lodewijk naar Maurits stuurde en waarin hij de werking van de keermars aan zijn neef uitlegt. We kunnen rustig stellen dat Willem Lodewijk hiervoor in de populaire geschiedschrijving niet de waardering heeft gehad die hij, gezien zijn inbreng, had moeten krijgen.
Belegeringen Anders wordt het, als wij ons gaan richten op het belegeren van steden. Hierbij is het toch voornamelijk de wiskundeknobbel van Maurits geweest die zorgde voor een hele nieuwe aanpak. Al kunnen wij misschien beter spreken van een herontdekking van een hele oude aanpak. Ook bij het belegeren van steden en forten, toentertijd schansen genoemd, speelde de klassieke oudheid namelijk een grote rol als inspiratiebron. Als jonge student in Leiden had Maurits Justus Lipsius als leermeester. In die tijd de grootste kenner van de klassieke oudheid in de Nederlanden. Hij maakte Maurits wegwijs in de belegeringstactieken die de Romeinen gebruikten.
opgerichte geniekorps. Ook de lokale bevolking werd voor deze graafwerkzaamheden ingezet. Speciaal geschoolde ingenieurs hadden de leiding. Nog een vernieuwing die Maurits ingevoerd had was namelijk het oprichten van een speciale opleiding in Leiden voor het trainen van ingenieurs. “Achtendertig steden en vijfenveertig sterkten heeft hij met geweld veroverd, vijf steden en tien sterkten bij verrassing, twaalf belangrijke plaatsen ontzet; een veldslag gewonnen, en drie aangeboden.” Dit schrijft de historicus A. Th. Van Deursen in zijn boek: Maurits van Nassau. Het door Maurits en Willem Lodewijk hervormde leger boekte spectaculaire successen met als gevolg dat de strategische situatie voor de jonge Republiek der verenigde Nederlanden in 1600 een stuk rooskleuriger was dan bij Maurits’ aantreden in 1591. Het meest in het oog springend is tegenwoordig natuurlijk de “slag bij Nieuwpoort” waar het leger van Maurits een onverwachte overwinning wist te behalen. Echter, de hele campagne, die bedoeld was om Duinkerken te veroveren in verband met de kapers die vanuit de haven daar opereerden, waar deze slag deel van uitmaakte was een strategische mislukking. Maurits’ was echter door al zijn overwinningen uitgegroeid tot de meest succesvolle veldheer van zijn tijd. In de Duitse rijksdag gingen stemmen op om hem te benoemen tot opperbevelhebber van het leger (van het Heilige Roomse Rijk) dat op de Balkan tegen de Turken vocht. Over zijn status en prestige onder zijn tijdgenoten zegt dit genoeg. Maurits was een groot generaal zonder wie de geschiedenis een andere wending genomen zou hebben. Ook deze historische reus stond echter op de schouders van anderen. Voornamelijk op die van Willem Lodewijk.
Zo leerde Maurits dat het buitengewoon effectief was om een stad volledig af te sluiten van de buitenwereld door middel van een uitgebreid netwerk van loopgraven en kleine forten. Dit systeem van omsingelen wordt ook wel een circumvallatielinie genoemd. Hierna werd het de vijand onmogelijk gemaakt om van buitenaf de bedreigde stad hulp te verlenen door het aanleggen van een contravallatielinie; een systeem van loopgraven en forten gericht tegen een eventuele ontzettingsmacht die de belegerde stad te hulp wou komen. Bovenstaande methodiek suggereert dat er bij een belegering door Maurits meer gegraven dan geschoten werd, en dat lijkt ook te kloppen. Een garnizoenscommandant van een door Maurits belegerde stad zou bij zijn overgave klagen dat “ze als vossen uit hun holen gegraven waren.” Er werden bij belegeringen ook zeer veel mensen ingezet om al dit graafwerk te verrichten. Al was Maurits bereid soldaten die graafwerkzaamheden wilden verrichten hiervoor extra soldij te betalen, werd het grootste gedeelte van deze arbeid toch verricht door gespecialiseerd personeel van het door Maurits 19
VERDER LEZEN Deursen, A. Th.van, Maurits van Nassau. De winnaar die faalde (Amsterdam 2000) . Nimwegen, Olaf van, ‘Deser landen crijchsvolck’ Het Staatse leger en de militaire revoluties 1588-1688. English edition (Woodbridge 2010). Swart, Erik , Krijgsvolk. Militaire professionalisering en het ontstaan van het Staatse leger, 1568-1590 (Amsterdam 2006).
Recensies redactioneel
De Hollandse Schouwburg Rob Snijders
De Hollandse Schouwburg is een van de meest beladen plekken in Nederland. In het geheugen van de gemiddelde Nederlander is de schouwburg de plek vanwaar tussen 20 juli 1942 en 19 november 1943 tienduizenden Joodse Nederlanders werden samengebracht. Vervolgens werd men gedeporteerd naar Westerbork en vanaf daar naar de kampen in het oosten. Voor de overgrote meerderheid van de gedeporteerden volgde daar de dood. De schouwburg is echter méér dan het voorportaal van de vernietigingskampen. Het gebouw werd aan het einde van de negentiende eeuw gebouwd als schouwburg en is in 2014 een ming met de bevolkingssamenstelling van de Plantage. “plek van herinnering”. In het in november 2013 gepubliceerJoosje Lakmaker sluit met haar hoofdstuk over Herman de boek “De Hollandse Schouwburg” wordt een compleet Heijermans hier naadloos op aan. Heijermans was een van de beeld geschetst van de schouwburg vanaf de opening op 5 grootste Nederlandse toneelschrijvers, en was een tijd direcmei 1892 tot 2013. teur van dit theater. Verder in het boek schrijft Lakmaker over Het boek is samengesteld als een bundel. Het staat Esther de Boer-van Rijk. Deze toneelspeelster staat bekend als onder de redactie van Frank van Vree, Hetty Berg en David “Kniertje” uit het stuk “Op hoop van zegen” van Herman HeijDuindam. Van Vree is hoogleraar mediastudies en decaan van ermans. De Boer – van Rijk speelde vele rollen, en de Hollandde faculteit geesteswetenschappen aan de UvA. Hetty Berg is se Schouwburg is het theater waar haar naam het meest aan manager Museale Zaken bij het Joods Historisch Museum in verbonden is. Amsterdam en David Duindam studeerde wijsbegeerte en Na deze hoofdstukken over de geschiedenis van voor literatuurwetenschappen aan de UvA. Hij werkt nu aan een de oorlog volgen er een aantal over de geschiedenis tijdens de promotieonderzoek over de Hollandse Schouwburg als plek oorlog. Zo gaat het volgende hoofdstuk over de eerste jaren van herinnering. Naast de redactie hebben negen schrijvers van de bezetting. De naam van het theater werd door de nagewerkt aan deze bundel. Zij hebben allen hun sporen verzi’s gewijzigd in “Joodsche Schouwburg” en mocht vanaf dat diend op het gebied van de geschiedenis van de Holocaust. moment uitsluitend door Joods publiek worden bezocht. De Het boek is chronologisch opgebouwd. Zo gaat het eer- kwaliteit van de Joodse artiesten zorgde ervoor dat de ste hoofdstuk over de geschiedenis van de Plantage, de wijk schouwburg hét centrum van cultureel en sociaal leven werd. waar de schouwburg is gevestigd. Het gebouw werd als “Artis Hierna wordt het verhaal over Bernard van Leer verSchouwburg” geopend en al in 1894, twee jaar na de opening, teld. Van Leer was een Joods industrieel, en hij zorgde ervoor werd de naam gewijzigd in “Hollandse Schouwburg”. Daarna dat het theater financieel kon blijven draaien. Na de oorlog wordt de geschiedenis van het gebouw gevolgd de programzorgde hij voor financiën om het gebouw aan te kopen, waarmering van het theater, waarbij opvallend is dat de programdoor er een herdenkingsplaats gemaakt kon worden. mering vaak een Joods karakter had. Dat was in overeenstem20
Dan volgt een hoofdstuk over de zestien maanden dat het gebouw als verzamel- en deportatieplaats fungeerde. De beschrijving is gedetailleerd en er wordt ook verteld over de rol van de crèche tegenover de schouwburg, die voor veel zuigelingen en kleuters de redding bleek. De persoon die daar een grote rol in had was Walter Süsskind, en over hem gaat het volgende hoofdstuk. David Duindam en Esther Göbel schreven het hoofdstuk over hoe het theater, waar men eerst nog ná de oorlog opnieuw theateruitvoeringen wilde organiseren, tot herdenkingsplaats werd. Bart Wallet tekende voor het volgende hoofdstuk, waarbij wordt verteld over de positie van dit gedenkteken in de huidige (Joodse) samenleving. In de laatste hoofdstukken wordt geschreven over Sam de Wolff en zijn inzet voor deze herdenkingsplaats, de architectuur van de huidige herdenkingsplaats en de positie van de Hollandse Schouwburg als plek van herinnering. De bundel is bijzonder zorgvuldig geschreven met veel aandacht voor details, personen en de geschiedenis. Er is gekozen voor een populairwetenschappelijke stijl en de verhalen zijn goed leesbaar. Het boek is door de diepgang, de volledigheid en de professionele uitstraling een standaardwerk voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging. Frank van Vree, Hetty Berg en David Duindam (redactie)De Hollandse Schouwburg, theater – deportatieplaats – plek van herinnering . ISBN 978 90 896 4560 9 Amsterdam University Press; 272 pagina’s; € 29,95 Uitgever: Amsterdam University Press. Verschenen nov 2013.
Saoedi-Arabië. De revolutie die nog moet komen Joep Gloudemans
Voorjaar in Saoedi-Arabië? En dan? Twee deskundigen met betrekking tot de Arabische wereld, Paul Aarts en Carolien Roelants, hebben recent bij Nieuw Amsterdam een informerend boek laten verschijnen over Saoedi-Arabië. Beiden hebben uitgebreide kennis van deze regio. Aarts is als docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, Roelants was jarenlang NRC-journaliste en is thans columniste bij deze uitgever. Gezamenlijk geven zij in dit boek inzage in de complexe Saoedi-Arabische samenleving. Vanuit elf verschillende invalshoeken schetsen de auteurs de actuele situatie in dit vooralsnog relatief rustige koninkrijk. Zij plaatsen de beschrijvingen in het licht van de hedendaagse ontwikkelingen in deze spanningsvolle regio en de Arabische lente. Nadeel van deze benadering is dat de actualiteit snel de neiging heeft het geschrevene in te halen. Daarnaast laat het boek het beeld achter dat het vluchtig en anekdotisch tot stand is gekomen. En dat is jammer, want zeker bij herlezing blijkt dat de auteurs weten waarover zij schrijven. Het oppervlakkige beeld wordt nog eens benadrukt doordat de indruk ontstaat dat de verschillende hoofdstukken los van elkaar geschreven lijken te zijn. Zo ontbreken onderlinge verbanden of verwijzingen naar eerder geschreven hoofdstukken.
ATTITUDE ADVIES Voor een gedegen gesprek en resultaatgericht gedrag. Astrid de Bruin is uw coach bij levensen loopbaanvragen. Te bereiken via 0 6446 545
21
En waar onderwerpen eerder werden beschreven, wordt bij een herhaling van feiten in een volgende hoofdstuk aanvullende verdieping gemist. Daarbij had deze uitgave aan een strakkere eindredactie onderworpen mogen worden. De opgenomen, weliswaar beperkte, stamboom van de koninklijke familie is in eerste instantie interessant, maar voegt in de praktijk weinig toe. Voor de niet-ingevoerde westerling lijken de namen van koningen en prinsen te sterk op elkaar om snel inzicht in 'wie is wie’ te krijgen. Daarnaast is het onvergefelijk dat de redactie de ongetwijfeld uit het Engels overgenomen tekst "... vers water..." zo geschreven laat staan, waar "... zoet water...." veel meer op zijn plaats en inhoudelijk zou zijn. Het voorgaande neemt echter niet weg dat een heldere inkijk wordt gegeven in deze voor ons zo onbegrijpelijke samenleving. Uit de verschillende hoofdstukken samen wordt langzaamaan duidelijk waaruit de complexiteit van deze samenleving bestaat. Hoe de eeuwenoude - soms gespannen - coalitie tussen wereldlijke en geestelijk macht uit kan pakken. Overigens een fenomeen dat als sinds het begin van de mensheid bestaat. Als westerling zijn wij met onze eigen dualistische posities vertrouwd, maar zijn wij onbekend met de Arabische stratificaties. Duidelijk wordt gemaakt hoe de hogere geestelijkheid zich geregeld heeft gecommitteerd aan het koningshuis, maar dat de brede basis van lagere en zeer conservatieve geestelijkheid gebruik maakt van een andere macht, namelijk Twitter. Herhaaldelijk hebben deze gremia verschillende meningen die openlijk worden uitgesproken. Repressie in de vorm van arrestaties of ontslag is dan het gebruikelijke vervolg. Zeer inzicht gevend zijn de pagina's die de omstandigheden schetsen waaronder Al-Qaeda kon ontstaan en waarom het religieus-conservatisme zich zo kan handhaven. Zij maken onder meer duidelijk hoe sterk de kracht van een onderwijssysteem kan zijn onder het motto “Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst”. Voor ons land trouwens ook interessant, maar dit terzijde. Verder wordt helderheid verschaft omtrent de invloed van en de rol van de olie-inkomsten op de economie van dit land. Ook wordt aangegeven hoe het mogelijk is dat in dit land met 29 miljoen inwoners naast een hoge (jeugd-) werkeloosheid sprake kan zijn van ruim negen miljoen buitenlandse arbeidskrachten. Boeiend daarnaast zijn die situaties waarin meer-liberale vrouwen uitkomen voor hun opvattingen in de context van vaak ongeschreven religieuze regels en hoe zij proberen een plaats in het openbare leven te heroveren. Het boek sluit in hoofdstuk twaalf af met een blik op de toekomst. Duidelijk wordt dat de positie van de hervormingsgezinde koning niet valt te benijden. Niet in zijn relatie tot zijn volk, niet in relatie tot de geestelijkheid en ook niet in relatie tot zijn eigen, zeer grote familie. Want hierbinnen staan de vele prinsen onderling zeer strijdvaardig klaar om hem op te volgen.
Naast informerend en inzicht gevend in de religieuze omstandigheden en de cultuur van dit land kan dit boek ook een spiegeleffect hebben. Ook in die samenleving gaat het om - behoud - van macht, angst voor chaos, honger en niet te vergeten verandering. Ook in Saoedi-Arabië verlangen heel veel mensen naar het vertrouwde van het verleden en wordt dit door extremen aangewakkerd. Conservatisme heeft in ons land een wit kapsel en wordt daar gehandhaafd door (de door de mutawwa opgelegde) verplichting een abaya te dragen. Paul Aarts en Carolien Roelants Saoedi-Arabië. De revolutie die nog moet komen ISBN 978 90 468 1507 6 Nieuw Amsterdam; 176 pagina’s; € 18,95 Genre: Non-fictie; Midden-Oosten Uitgever: Nieuw Amsterdam Formaat: Paperback
Vormen van verdraagzaamheid Astrid de Bruin
Verschenen november 2013
‘Je mag denken wat je wilt, maar niet doen wat je wilt’. Deze zin geeft precies weer waar de tentoonstelling ‘Vormen van verdraagzaamheid’ over gaat. In de Gouden Eeuw betekende vrijheid van geweten immers nog geen vrijheid van religie. Deze tentoonstelling probeert door middel van verschillende kunstwerken te laten zien dat verschillende stromingen van het geloof in de Lage landen getolereerd werden. Niet uit idealisme, maar uit bittere noodzaak.
Het lukt het Catharijneconvent in Utrecht niet dit te laten zien enkel aan de hand van de tentoongestelde werken, wel met de zeer uitgebreide achtergrondinformatie. De bijeen gebrachte topstukken vormen de kapstok waarmee aangetoond wordt dat er pure noodzaak tot tolerantie was. Het zijn de achtergrondinformatie en de moderne media die antwoord geven op de vraag hoe tolerant Nederland was en is. In de zestiende eeuw ontstonden vijf hoofdstromen binnen het christelijke geloof, namelijk de gereformeerden, de remonstranten, de lutheranen, de doopsgezinden en de katholieken. Al deze gelovigen vonden dat zij het ware geloof aanhingen. Zij moesten er maar voor zorgen dat zij met elkaar konden leven. Dat de burgers ook daadwerkelijk door één deur konden, werd toegeschreven aan het vrijheidsideaal van de inwoners van de Lage Landen.
22
formatie. Meer informatie kan de bezoeker vinden per wand en soms per kunstwerk uitgediept. Briljant zijn de audio-cirkels. Als een bezoeker in de getekende cirkel op de grond staat, krijgt deze gesproken tekst te horen. Zoals bijvoorbeeld van Anna Bijns, een katholiek schrijfster die zich fel afzet tegen ieder ander geloof. Het is deze achtergrondinformatie die het werkelijke verhaal vertelt over de (in)tolerantie. Hier hoor je de hun gal spuwende tegenstanders van een geloof vechten. Hier lees je dat het bestuur van Gilden uit leden van verschillende geloven bestond. Dat een niet tot een geloof behorend schilder als Rembrandt, geen gebrek had aan clientèle. Of over de Onder leiding van hoofdconservator Ruud Priem zijn historigereformeerde Frans Hals, die vele katholieken portretteerde. sche documenten, voorwerpen en kunstwerken verzameld, Daarmee krijgt het begrip verdraagzaamheid vorm. De moderdie de worsteling met dit ideaal zouden moeten ondersteune religiestresstest op de computer legt dan de wat ver genen. zochte de link naar het heden. Echter maar een klein aantal werken geeft het gevecht van de Het is juist de tentoongestelde rijkdom en welvaart, die gelovigen met deze vrijheid van geloof weer. De meeste weretaleert dat er vooral een economische noodzaak was voor ken zeggen op zichzelf niets over de (on)buigzaamheid van de tolerantie. Een tolerantie die voortkwam uit commerciële en burgers ten opzichte van medeburgers met een ander geloof. politieke overwegingen. Precies die verschillende vormen van De stukken die getoond worden bestaan uit schilderij- informatie maakt dat de bezoeker geboeid wordt en een inen, kunstvoorwerpen en historische documenten. De afbeel- druk krijgt van de verdraagzaamheid in de Republiek. Daarmee dingen laten vooral één geloof of een staatkundige mening is een bezoek aan de tentoonstelling voor de geïnteresseerde zien. Zoals de politiek getinte werktekening van Joachim Wtte- liefhebber zeker de moeite waard. wael, waarop de vrijheid de tirannie overwint. Of het prachtige ‘luthers kistje’ dat verborgen protestante afbeeldingen aan de binnenkant van de lades heeft. Dat laat vooral zien dat de Vormen van verdraagzaamheid schilderes Susanna van Steenwijck zich niet vrij voelde om de Religieuze (in)tolerantie in de Gouden Eeuw hervormers openlijk af te beelden. De indrukwekkend nage- Museum Catharijneconvent Utrecht maakte schuilkerk geeft een impressie van de religieuze bij- 6-9-2013 5-1-2014 eenkomsten die de katholieken in het geheim moesten hou- Hoofdconservator Ruud Priem den. Net als het schilderij met de afbeelding van een katholie- Gastconservator Xander Eck ke processie die in de kerk plaatsvond en niet zoals daarvoor www.catharijneconvent.nl gebruikelijk, buiten op straat. Veel schilderijen zijn portretten van invloedrijke hervormers als Erasmus, Luther, Calvijn, Van Oldenbarneveldt en Hugo de Groot. Verder portretten van katholieke families die zich lieten schilderen door protestante schilders. Deze schilderijen zeggen niets over de verdraagzaamheid van de maker of geportretteerde. Op een paar schilderijen staan vertegenwoordigers van de verschillende geloven samen afgebeeld. Uit de manier waarop de spot wordt gedreven met de geschilderde geestelijken, blijkt dat het in de praktijk nog niet zo goed gaat met de onderlinge tolerantie. Er is een vijftal zalen ingericht aan de hand van thema’s. De rondleiding start met ‘Vrijheid van geweten’, gaat door naar ‘Veel geloven op één kussen’, vervolgens naar ‘Gedoogbeleid’, gevolgd door ‘Een beetje bij elkaar’ om te worden afgesloten door ‘Kunstenaar en opdrachtgever’. Aan het begin van iedere zaal staat een bord met achtergrondin23
stantijn verkregen godsdienstvrijheid voor Christenen, een gevolg van Constantijn’s visioen voorafgaand Roland de Haas aan de slag bij de Milvische brug, veranderde de positie van Christenen binnen het Romeinse rijk ingrijpend. In een relatief kort tijdsbestek De Opkomst van Constantinopel, groeide het christendom van een gemarginaliseerde en vervolgde stroneergang van Rome (330/608). ming uit tot de officiële religie van Het nieuwste boek van Fik Meijer vertelt het het Romeinse rijk. Fik Meijer schenkt verhaal over het langzame verval van Rome en uitgebreid aandacht aan deze ontde even gestage opkomst van Constantinopel, wikkeling en aan de interne strubbelingen die de vroege kerk het huidige Istanboel, in de nadagen van het kenmerkten. Deze strubbelingen culmineerden uiteindelijk in West-Romeinse Rijk. Fik Meijer is, als emeritus het “Grote Schisma” en resulteerden in een blijvende scheihoogleraar van de Universiteit van Amsterdam, ding tussen een oosters en westers christendom. Ook is er uitgebreide aandacht voor de soms gecompliceerde verhoueen erkent historicus die de oudheid voor de dingen tussen kerk en staat in die dagen. Met de enorme uitgeïnteresseerde leek beeldend tot leven weet breiding van het aantal Christenen binnen het rijk konden biste brengen. schoppen en pausen soms de verleiding niet weerstaan hun Twee Steden sluit naadloos aan bij zijn eerdere werken, die de toegenomen geestelijke invloed door te trekken naar de poliklassieke oudheid tot onderwerp hebben. De verdiensten van tiek. De belangenconflicten die dit tot gevolg had zouden nog de schrijver met betrekking tot het onder de aandacht bren- eeuwen hun sporen in West-Europa na laten. gen van de klassieke geschiedenis voor een breed publiek verNaast deze religieuze zaken schetst Fik Meijer een dradienen dan ook alle lof. De snelle verkoop en herdruk! van matisch beeld van het langzame verval van het (West) Twee Steden toont aan dat het grote publiek zijn werk weet te Romeinse rijk dat definitief ophield te bestaan toen de Gerwaarderen. maan Odoaker de laatste West-Romeinse keizer afzette en In een fraaie, beeldende, stijl neemt Fik Meijer ons mee zichzelf tot koning van Italië uitriep. Rome was toen reeds vernaar vervlogen tijden. Het Romeinse Rijk is over zijn hoogte- scheidene malen geplunderd en afgezakt tot de status van een punt, de druk op de grenzen neemt hand over hand toe en de provinciehoofdstad. Het Oost-Romeinse rijk, met Constantisenatoriale elite is vooral met zichzelf bezig. Rome is nog nopel als hoofdstad zou zich nog tot 1453 handhaven maar steeds het middelpunt van de wereld maar parasiteert op de zover reikt Fik Meijer niet. Hij laat het verhaal eindigen met de belastingopbrengst en graaninvoer uit de provincies, waar de opkomst van de Islam en een scherpe analyse omtrent de defibelastingdruk onhoudbaar wordt. De meeste keizers uit de nitief veranderde machtsverhoudingen in het Oosten. latere periode waren door de legioenen op het schild gehesen Twee Steden geeft een uitgebreid overzicht van een en afkomstig uit de provincies en niet uit Rome zelf. Hierdoor interessante periode uit het verleden. Het boek is voorzien van nam de band met de stad af. Ook de eens toonaangevende veel treffende anekdotes die een mooi inzicht bieden in hoe Senaat verloor hierdoor aan invloed. het nu eigenlijk was in de nadagen van het (West)Romeinse Tevens zorgde de druk op de rijksgrenzen ervoor dat rijk. De teloorgang van Rome is indringend beschreven en de het regeringscentrum van het rijk verschoof naar de grensge- geschiedenis van de opkomst van het vroege christendom bieden. Keizer Diocletianus deelt het Romeinse rijk uiteindelijk word helder en overzichtelijk uiteen gezet. Ook heeft de schrijin twee delen op en het machtcentrum voor het oostelijk deel ver een goed oog voor de ontstaansgeschiedenis van de archikomt onder zijn opvolger, Constantijn, in Byzantium te liggen. tectonische hoogtepunten in zowel Rome als Constantinopel. Deze, strategisch aan de Bosporus gelegen, stad wordt Misschien dat Fik Meijer nog een nieuwe invalshoek op het hernoemd tot Constantinopel en een uitgebreid bouwpro- oog heeft maar dit boek is een waardige afsluiter van zijn imgramma neemt een aanvang. posante oeuvre met betrekking tot de klassieke oudheid.
Twee steden
Naast de uitgebreide aandacht voor de belangrijke politieke gebeurtenissen die deze woelige periode van de geschie- Twee Steden denis van het Romeinse rijk kenschetsen, laat Fik Meijer in zijn Auteur Fik Meijer boek nog iets anders zien: De opkomst van het Christendom 360 pag, Uitgeverij Atheneum-Polak en Van Gennep als dominante religie binnen het Romeinse rijk. De onder Con- ISBN 9789025301248 Prijs: € 19,95 24
Agenda In deze rubriek aandacht voor tijdschriften, tentoonstellingen, publicaties e.d. die binnenkort uitkomen
Boeken Misdadige vrouwen Criminaliteit en rechtspraak in Holland 1600-1800 Manon van der Heijden Januari 2014, Prometheus Bert Bakker, € 24,95
Van toen en nu Opinies en observaties over politiek, geschiedenis en cultuur Henk Wesseling Januari 2014, Prometheus Bert Bakker, € 19,95
Jubileum 200 jaar landmacht zie: http://www.defensie.nl/landmacht/200jaar/
Lezingen 21 januari 2014. 20.00 uur. Amsterdam, Spui25 http://www.spui25.nl
Deel 2 in de reeks ‘Digital Humanities’. De Gouden Eeuw: de ontsluiting van een schatkamer aan informatie. Met Julia Noordegraaf (UvA) en Inger Leemans (VU). Moderator: Sandra Rottenberg. 6 februari 2014; 20.00 uur Amsterdam, Spui25 http://www.spui25.nl
Tentoonstelling 23 januari 2014 tot 19 mei 2014 Leiden, universiteitsbibliotheek www.bibliotheek.leidenuniv.nl/bijzondere-collecties/ Strijd om de herinnering. Verhalen over de Opstand 1566 – 1700 De tentoonstelling laat zien dat al in de zeventiende eeuw wrede, beschamende, eervolle en heldhaftige verhalen over de Opstand het onderwerp waren van een strijd om de herinnering. Op 23 januari vindt een symposium plaats met o.a. Judith Pollmann.
Nog tot en met 2 maart 2014 Hoorn, Westfries museum wfm.nl/wat-wonders-wat-nieuws/ Prachtige tekeningen met het zeventiende-eeuwse leven en werken. Bakkers, bezemmakers, metselaars en wevers in een Hollandse stad door Leonard Bramer geportretteerd.
Tot voorjaar 2014 Rotterdam, maritiem museum www.maritiemmuseum.nl/ Geen zee te hoog. Samen met vooraanstaande maritiem historici geformuleerd, naar voorbeeld van de Canon van de Nederlandse geschiedenis de 50 belangrijkste momenten uit de waterrijke historie van Nederland
Tot en met 2 maart 2014 Antwerpen, Fotomuseum www.fotomuseum.be/tentoonstellingen/ Editing the news. De bril van de fotoredacteur. Met deze tentoonstelling plaatst het FoMu vraagtekens bij de selectierondes van redacties.
Deel 3 in de reeks ‘Digital Humanities’. Het gezicht Medio mei 2014 verwacht van de sociale media. Met: Richard Rogers en Erik Borra (UvA), Wieneke van Vucht en Herman Meijer (P & W). Moderator: Sandra Rottenberg.
Delft, Prinsenhof www.prinsenhof-delft.nl Willem van Oranje
De nieuwe tentoonstelling over Willem van Oranje zal, naast het verhaal over zijn leven èn zijn dood, ook ingaan op wat de Vader des Vaderlands Nederland heeft nagelaten.
25
Nieuws AMSTERDAM , 2 JANUARI 2014 Het
Anne Frank Huis in Amsterdam heeft vorig jaar een
bouw omvat zo'n 4000 werken, die sinds vorig jaar door een expert worden onderzocht.
München recordaantal van 1.195.456 bezoekers getrokken. Dat zijn er Zo'n vier jaar geleden heeft de Bondsdag een kunstwerk terugruim 42.500 meer dan in 2012, toen ook al een recordaantal geven aan de rechtmatige eigenaars, nadat was vastgesteld mensen langskwam in het Achterhuis, waar Anne Frank tijdens dat het werk door de nazi's was gestolen. de Tweede Wereldoorlog zat ondergedoken. Afgelopen najaar ontstond opschudding over roofkunst, na het Verreweg de meeste bezoekers kwamen uit het buitenbericht dat in een appartement in München ruim 1400 kunstland. Slechts 12 procent van de bezoekers kwam uit eigen werken waren ontdekt, die hadden toebehoord aan joodse land, liet de Anne Frank Stichting donderdag weten. kunstverzamelaars. Justitie in Duitsland kwam onder vuur te De stichting coördineert ook de reizende tentoonstel- liggen omdat de vondst twee jaar lang is stilgehouden. ling 'Anne Frank - een geschiedenis voor vandaag', die het afgelopen jaar wereldwijd in meer dan 30 landen was te zien. De expositie bereikte daarmee ongeveer een half miljoen jonge- AMSTERDAM, 8 JANUARI 2014 ren. Willem Bijleveld vertrekt als directeur bij Het Scheepvaart-
museum in Amsterdam. Per 1 mei wordt hij directeur van
BRUSSEL, 10 JANUARI 2014
het Openluchtmuseum in Arnhem. Dat heeft het AmsterdamDe
Belgische frietcultuur wordt erkend als immaterieel se museum woensdag bekendgemaakt.
cultureel erfgoed. Vlaams minister van Cultuur Joke SchauBijleveld (1952) trad in 1997 aan als directeur van Het vliege heeft besloten dat het hele wereldje rondom de zogeScheepvaartmuseum. heten frietkoten, Belgische friettenten, uniek is in de wereld. Hij werd speciaal aangetrokken om de ingrijpende reDe frietkoten zijn echter niet het enige goede wat Belnovatie van het pand te leiden, aldus een woordvoerster. In gië op cultureel erfgoed heeft voortgebracht. Eerder werd 2007 ging Het Scheepvaartmuseum dicht. In oktober 2011 onder meer de biercultuur al aan de lijst toegevoegd. werd het heropend. Sindsdien hebben al meer dan 900.000 Minister-president Kris Peeters vindt het goed dat er het museum bezocht. Het is nog niet bekend wie Bijleveld gaat meer aandacht is voor dit belangrijke ambt: "Er is meer waar- opvolgen. dering nodig voor de frituren", aldus Peeters. "Om in aanmerking te komen moet immers een dossier worden ingediend DEN HAAG, 3 JANUARI 2014 waarin wordt aangetoond dat de traditie terdege wordt voortgezet. De frituristen hebben daaraan voldaan", vertelt hij te- Het verlies van subsidie heeft geleid tot het verdwijnen van 41 culturele instellingen. Zij hebben hun activiteiten definitief genover De Standaard. beëindigd, blijkt uit een brief die minister Jet Bussemaker BERLIJN, 30 DECEMBER 2013 (Cultuur) aan de Eerste Kamer heeft geschreven. In de kunstverzameling van de Duitse Bondsdag in Berlijn zijn . twee roofkunstwerken gevonden, bericht de Duitse krant Bild. De Bondsdag wil alleen kwijt dat het hooguit gaat om "verdachte gevallen" die door een kunsthistorica verder geïnspecteerd zullen worden. Volgens Bild gaat het om een olieverfschilderij van Georg Waltenberger en een krijtlithografie van de impressionist Lovis Corinth. De kunstverzameling van het Duitse parlementsge26
LOEVESTEIN, 10 JANUARI 2014 Slot Loevestein heeft nieuwe beheerders. Kunstenaars Renate Vos en Tim Schrijver werden gekozen uit honderden kandidaten. De twee nemen hun intrek in een voormalige soldatenwoning op het terrein van het afgelegen slot. Ze kunnen daar niet zomaar weg, want er moet dag en nacht iemand aanwezig zijn. Als ze op vakantie willen, of een avondje uit, moeten ze vervanging regelen. De 37-jarige Vos en 38-jarige Schrijver kijken ernaar uit, zei Schrijver tegen Omroep Brabant. "Heerlijk in de natuur, heel veel uitdagingen. Het wordt knoerthard werken, maar dat vind ik heerlijk. En op de momenten dat het misschien lastig is, zijn we samen." Overdag runnen de beheerders de bed & breakfast op het terrein. Ook onderhouden ze de apparatuur en zijn ze verantwoordelijk voor de veiligheid. Wonen op het slot kan eenzaam zijn. In de winter loopt het terrein soms onder water en raken de beheerders volkomen geïsoleerd.
G+C
Schrijver beseft dat het wennen wordt. "Vooral aan de stilte. Nu wonen we midden in de stad. Het werken, het wonen, het leven: alles gaat anders worden."
G + C is een onafhankelijk organisatieadviesbureau. Sinds 1971 verrassen wij onze opdrachtgevers met nieuwe en pragmatische visies en maken deze toepasbaar. Opdrachtgevers kiezen voor G + C omdat onze adviezen hen op een voorsprong zetten. G + C is gevestigd in Rhenen (het centrum van het van het land) en is ook buiten
Toen het vorige beheerdersechtpaar bekendmaakte te vertrekken, ging Slot Loevestein op zoek naar vervangers. Daarvoor was veel animo; honderden stellen meldden zich aan. De vorige beheerders hielden het 2,5 jaar vol op het slot. Schrijver weet nog niet hoe lang Vos en hij er zullen blijven. "Je stapt erin met het idee dat je het lekker lang gaat doen natuurlijk."
ben de besturen van de kerk en het museum vrijdag bekendgemaakt. Het centrum van Arnhem werd op 19 en 20 september 1944 kapotgeschoten bij een poging van de geallieerden om de Rijnbrug in handen te krijgen. De stad lag zo zwaar in puin, dat de inwoners moesten evacueren. Pas na afloop van de Tweede Wereldoorlog keerden zij terug in een stad die deels opnieuw moest worden opgebouwd. Wat er in die tijd met Arnhem is gebeurd, zal in het museum in de kerktoren te zien zijn.
ARNHEM, 3 JANUARI 2014 De toren van de
Eusebiuskerk in Arnhem wordt ingericht
als een museum over de Slag om Arnhem in september 1944. Daarvoor is een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek, zo heb27
Signaleringen pamflet van de Mare 2014 | 1
In deze rubriek brengt De Mare een aantal publicaties die binnenkort verschijnen onder uw aandacht. David Beck
1650.
Uit de periode 1450-1650 zijn er zo’n dertig reisverslagen van Nederlandse Jeruzalemgangers overgeleverd, opgetekend in de volksArnhems dagboek van 1627-1628. taal. In de inleiding wordt aandacht besteed Het dagboek van David Beck uit 1624 is één aan de ontwikkeling van de pelgrimage naar van de bekendste zeventiendeeuwse dagboe- het Heilig Land en de reisverslagen. ken. Beck werd in 1594 in Keulen geboren. 256 blz, € 27,—. Isbn 978-90-8704-422-0. Enige tijd geleden dook er van hem nóg een Verschijnt in april 2014. dagboek op, geschreven in 1627 en 1628, toen hij in Arnhem was aangesteld als Franse Martine Veldhuizen schoolmeester.
Mijn voornaamste daden en ontmoetingen
Het dagboek sluit naadloos aan op het voorgaande dagboek. De dagboeken van Beck vormen een uniek bron voor het sociaalcultureel leven van de vroege zeventiende eeuw.
De ongetemde tong Opvattingen over zondige, onvertogen en misdadige woorden in het Middelnederlands (1300-1550).
Liegen, lasteren en schelden doet pijn. Mid256 blz, € 25,—. Isbn 978-90-8704-436-7. delnederlandse teksten besteden veel aandacht aan de schadelijke potentie van gesproken Verschijnt in mei 2014. woorden. De ‘zonden’ van de tong worden door sommige auteurs zelfs als achtste hoofdBen Wasser zonde beschouwd. Een schets van de contouren Dit is de pelgrimage van het Heilig van een overkoepelend ‘discours van de ongetemde tong’ in de late Middeleeuwen.
Land en daaromtrent
224 blz, € 25,—. Isbn 978-90-8704-410-7. Bloemlezing uit de reisverslagen van de Je- Verschijnt in januari 2014. ruzalemvaarders uit de Nederlanden, 145028