POM Oost-Vlaanderen
Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
referentie
projectcode
status
BELA362-1/zekn/014
BELA362-1
concept 02
projectleider
projectdirecteur
datum
ir. Peter Van den bossche
ir. Stefan De Roos
24 september 2013
autorisatie
naam
paraaf
goedgekeurd
ir. Peter Van den bossche
Witteveen+Bos Belgium N.V. Posthoflei 5-1 2600 Antwerpen-Berchem België
Het kwaliteitsmanagementsysteem van Witteveen+Bos Belgium N.V. is gecertificeerd op basis van ISO 9001.
telefoon +32 (0)3 286 75 75
© Witteveen+Bos Belgium N.V.
fax +32 (0)3 281 86 01
Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt in enige vorm, hetzij elektronisch, mechanisch dan wel met digitale technieken door fotokopieën, opnamen, internet of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Witteveen+Bos Belgium N.V. noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
www.witteveenbos.be
INHOUDSOPGAVE
blz.
SAMENVATTING 1. INLEIDING
1
2. INVENTARISATIE STORTPLAATSEN IN OOST-VLAANDEREN 2.1. Aantal 2.2. Eigenschappen 2.2.1. Type stortplaatsen 2.2.2. Oppervlakte 2.2.3. Ouderdom 2.3. Ligging en gebruik stortplaatsen op of nabij bedrijventerreinen
3 3 3 3 4 4 5
3. POTENTIEELBEPALING EN PRIORITERING STORTPLAATSEN 3.1. Inleiding 3.2. Overzicht doelstellingen 3.3. Overzicht criteria 3.4. Resultaten 3.4.1. Doelstelling 1 - Hernieuwbare Energie 3.4.2. Doelstelling 2 - Ruimtelijke bestemming 3.4.3. Doelstelling 3 - Landfill Mining
7 7 7 9 1 1 8 9
4. HERONTWIKKELING VAN STORTPLAATSEN 4.1. Algemeen 4.2. Stortgas 4.2.1. Productie en winning 4.2.2. Kosten en baten 4.2.3. Voorbeelden 4.3. Windenergie 4.3.1. Kosten en baten 4.3.2. Aandachtpunten 4.3.3. Voorbeelden 4.4. Zonne-energie 4.4.1. Installatie en opbrengst 4.4.2. Kosten en baten 4.4.3. Aandachtspunten 4.4.4. Voorbeelden 4.5. Energiegewassen 4.5.1. Teelt van gewassen voor bio-energie of groene grondstof 4.5.2. Kosten en baten wilgenteelt (korte omloophout) 4.5.3. Kosten en baten vezelhennep 4.5.4. Aandachtspunten 4.5.5. Voorbeelden 4.6. Ruimtelijk herbestemmen 4.6.1. Kosten en baten 4.6.2. Aandachtspunten 4.6.3. Voorbeelden 4.7. Landfill mining 4.7.1. Kosten en baten 4.7.2. Aandachtpunten 4.7.3. Voorbeelden
19 19 19 19 19 21 23 24 26 26 26 26 26 27 27 29 29 30 31 31 32 32 34 34 34 35 35 37 37
5. ACTIEPLAN STORTPLAATSEN 5.1. Inleiding 5.2. Actieplan case 1: Stort Kronos 5.2.1. Beschrijving stort Kronos 5.2.2. Doelstellingen actieplan 5.2.3. Zonne-energie 5.2.4. Hergebruik materialen 5.2.5. Conclusies 5.2.6. Vervolgstappen 5.3. Actieplan case 2: Stort Alsberghe te Gent 5.3.1. Beschrijving stort Alsberge te Gent 5.3.2. Doelstellingen actieplan 5.3.3. Conclusie 5.3.4. Vervolgstappen 5.4. Case 3 - Stort ILVA 5.4.1. Beschrijving stort ILvA te Vlierzele 5.4.2. Doelstellingen actieplan 5.4.3. Conclusie 5.4.4. Vervolgstappen 5.5. Case 4 - In exploitatie zijnde slib stortplaatsen Gentse Kanaalzone 5.5.1. Doelstellingen actieplan 5.5.2. Conclusies 5.5.3. Vervolgstappen 5.6. Actieplan case 5: Stort Land van Waas te Sint-Gillis-Waas 5.6.1. Beschrijving stort Land van Waas te Sint-Gillis-Waas 5.6.2. Doelstellingen actieplan 5.6.3. Vervolgstappen
39 39 39 39 40 41 41 42 42 43 43 43 44 44 45 45 46 47 48 48 48 49 50 50 50 50 51
laatste bladzijde
52
BIJLAGEN aantal blz. I Database stortplaatsen in Oost-Vlaanderen en Rekentool potentieel en prioritering stortplaatsen in Oost-Vlaanderen (opgenomen in CD-ROM) II Overzichtskaarten stortplaatsen in Oost-Vlaanderen gekoppeld aan bedrijventerreinen III Overzichtskaarten top 10 stortplaatsen per doelstelling IV Nota koppeling rekentool naar GIS
SAMENVATTING De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Oost-Vlaanderen ontwikkelt, ondersteunt en voert projecten uit ter bevordering van de sociaaleconomische ontwikkeling van de provincie Oost-Vlaanderen. Deze projecten vloeien voort uit het beleid van de Provincie, en richten zich in onder andere op de ontwikkeling en revitalisering van bedrijventerreinen, het beheer van bedrijvencentra en doorgangsgebouwen en de uitbouw van duurzaam bedrijven terreinmanagement. Via het Europees ondersteunde project "ECO2PROFIT" wil de POM een bijdrage leveren aan de CO2-reductie op de Oost-Vlaamse bedrijventerreinen. In het kader van het project ECO2PROFIT wenst de POM Oost-Vlaanderen zicht te krijgen op het potentieel van de (oude) stortplaatsen op of nabij bedrijventerreinen met aandacht voor het potentieel van hernieuwbare energie van deze oude stortplaatsen. mapping stortplaatsen Tijdens deze eerste fase worden de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen in kaart gebracht. Van de in totaal 216 stortplaatsen wordt relevante informatie in een databank geplaatst. De beschikbare gegevens worden gekoppeld aan een GIS-applicatie. Door deze GISapplicatie kunnen de verschillende stortplaatsen visueel op kaart weergegeven worden waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan stortplaatsen die gelegen zijn nabij de huidige en toekomstige bedrijventerreinen. Daarnaast is het vanuit de visie van de POM belangrijk om de voorraad aan beschikbare oppervlakte voor bedrijventerreinen uit te breiden, gezien deze schaars (en zelfs een tekort aan) is in de Provincie Oost-Vlaanderen. Vanuit deze optiek wordt het optimaliseren van ruimtelijke herbestemming van stortplaatsen in het kader van de uitbreiding van beschikbare industrieterreinen eveneens als een belangrijke doelstelling gezien. potentieelbepaling en prioritering stortplaatsen Vervolgens wordt ten behoeve van de potentieelbepaling en prioritering van de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen een methodologie ontwikkeld. Hierbij worden volgende doelstellingen voor elke stortplaats onderscheiden: 1. (hernieuwbare) energie: ontwikkeling en revitalisering van de stortplaatsen ten behoeve van windenergie, zonne-energie, biogas en/of energiegewassen. 2. Ruimtelijke herbestemming: Stortplaatsen worden vaak niet betrokken bij ruimtelijke ontwikkeling, omdat men denkt dat nieuwe functies niet mogelijk zijn. Dit is vaak onterecht. Stortplaatsen kunnen zeer goed worden herbestemd tot natuur- en recreatiegebied, energiewinning (zon, wind, energieteelt), maar ook als bouwlocatie of ten behoeve van ondersteunende infrastructuur (parking, weging, leidingen, etc.). Dit is vaak onterecht. Stortplaatsen kunnen zeer goed worden herbestemd als (industriële) bouwlocatie of ten behoeve van ondersteunende (industriële) infrastructuur (ontsluiting, parking, wegen, kabels en leidingen, etc.), energiewinning (zon, wind, energieteelt), maar ook bv. tot natuur- en recreatiegebied. 3. Enhanced landfill mining (ELFM): het ontginnen van stortplaatsen om zo de aanwezige materialen te valoriseren naar energie enerzijds en gerecycleerde materialen anderzijds. Aansluitend kan het deel van het stortmateriaal dat met de huidige technieken nog niet optimaal kan gevaloriseerd worden terug gestockeerd worden in afwachting van nieuwe technologieën. Op deze manier wordt een stortplaats een tijdelijke opslag van nog niet optimaal herwinbare afvalstoffen en dus een grondstoffenvoorraad op langere termijn.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Vervolgens wordt per doelstelling aan de hand van vastgelegde criteria (bv, type stortplaats, ouderdom, oppervlakte, potentieel windmolen en bestemming) en bepaalde wegingsfactoren de prioritering berekend van de stortplaatsen. Zo wordt een prioriteringslijst verkregen van de stortplaatsen per beoogde doelstelling. Op basis van deze prioriteringslijst wordt in een volgende stap bijvoorbeeld van de top 5 van de stortplaatsen een actieplan uitgewerkt per beoogde doelstelling. Actieplan stortplaatsen Ten behoeve van het actieplan wordt voor elke geselecteerde stortplaats de financiële haalbaarheid van de verschillende doelstellingen ingeschat, de ROI (Return of Investment). Aansluitend wordt per geselecteerde stortplaats gekeken wat de noden zijn van de bedrijvenontwikkelaars en de stortplaatsexploitanten om een specifieke stortplaats te herontwikkelen en te valoriseren. Hierbij wordt ook stilgestaan bij de mogelijke knelpunten die kunnen optreden. Per beoogde doelstelling worden goede voorbeelden aangehaald van reeds uitgevoerde projecten met betrekking tot oude stortplaatsen en hun potentieel.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
1.
INLEIDING Algemeen Het voorwerp van deze opdracht is het opmaken van geografische kaarten voor de (oude) stortplaatsen in Oost-Vlaanderen die zich situeren op of nabij bedrijventerreinen. Aansluitend dient een potentieelstudie uitgevoerd te worden waarbij wordt nagegaan of deze een rol kunnen spelen in het ‘energieneutraal’ maken van Oost-Vlaamse bedrijventerreinen tegen 2050. Dit hoofdstuk beschrijft het plan van aanpak. De POM wil via de opdracht 'Oude stortplaatsen: ruimte voor economie in OostVlaanderen?': 1. Zicht krijgen op de omvang en ligging van de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen en het daaraan gerelateerde ruimtepotentieel voor bedrijventerreinen. 2. De goede voorbeelden met betrekking tot valorisatie van stortplaatsen in de kijker zetten. 3. Een actieprogramma opstellen met het oog op het benutten van kansen voor duurzame energieproductie, materiaalrecuperatie en ruimtevalorisatie. Ambities De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Oost-Vlaanderen ontwikkelt, ondersteunt en voert projecten uit ter bevordering van de sociaaleconomische ontwikkeling van de provincie Oost-Vlaanderen. Deze projecten vloeien voort uit het beleid van de Provincie, en richten zich onder andere op de ontwikkeling en revitalisering van bedrijventerreinen, het beheer van bedrijvencentra en doorgangsgebouwen en de uitbouw van duurzaam bedrijven terreinmanagement. Via het Europees ondersteunde project "ECO2PROFIT" wil de POM een bijdrage leveren aan de CO2-reductie op de Oost-Vlaamse bedrijventerreinen. Dit wordt gedaan door ontwikkelaars en beheerders van terreinen te stimuleren tot het nemen van energiebesparende maatregelen en over te schakelen op groene energie. Deze doelstellingen worden onder meer verwezenlijkt door het onderzoeken en stimuleren van duurzame openbare verlichting, duurzaam materialengebruik en lokale opwekking van duurzame energie en het in de kijker zetten van goede voorbeelden uit eigen regio (www.eco2profit.eu). Daarnaast is het vanuit de visie van de POM belangrijk om de voorraad aan beschikbare oppervlakte voor bedrijventerreinen uit te breiden, gezien deze schaars (en zelfs een tekort aan) is in de Provincie Oost-Vlaanderen. Vanuit deze optiek wordt het optimaliseren van ruimtelijke herbestemming van stortplaatsen in het kader van de uitbreiding van beschikbare industrieterreinen eveneens als een belangrijke doelstelling gezien. Situatieschets In het project ECO2PROFIT wenst de POM Oost-Vlaanderen zicht te krijgen op het potentieel voor duurzame energieproductie in onze provincie met focus op onze bedrijventerreinen. De opdracht beschouwt specifiek het potentieel van (oude) stortplaatsen op of nabij bedrijventerreinen. Het uiteindelijke doel is om deze gegevens, verwerkt onder vorm van geografische kaarten, als hulpmiddel te gebruiken voor het identificeren van belangrijke actiepunten voor het beleid in de provincie. En dit met aandacht voor het hernieuwbare energie-potentieel van deze oude stortplaatsen.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
1
Intussen werkt het provinciebestuur aan een provinciaal klimaatplan om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, zowel vanuit het oogpunt van adaptatie (aanpassen aan de gevolgen van de klimaatverandering) als vanuit het oogpunt mitigatie (vermijden van de uitstoot van broeikasgassen). Deze opdracht wordt mogelijk gemaakt met middelen beschikbaar via het project ECO2PROFIT. Dit valt onder de uitvoering van het INTERREG IVa-programma Grensregio Vlaanderen-Nederland, met cofinanciering van de Provincie Oost-Vlaanderen. Daarnaast is er vanuit de opdracht van de POM ook focus op de potentieelbepaling voor ruimtelijke herbestemming van stortplaatsen naar terreinen geschikt voor uitbreiding van bedrijventerreinen. Doel van de opdracht Het doel van de opdracht is om via de opmaak van geografische ondersteunende kaarten en een potentieelstudie voor de (oude) stortplaatsen een insteek te geven voor de bedrijventerreinen in Oost-Vlaanderen, met name: kunnen deze terreinen een rol spelen in het ‘energieneutraal’ maken van de Oost-Vlaamse bedrijventerreinen tegen 2050 en is er potentieel om het tekort aan bedrijventerreinen aan te vullen vanuit de ruimtelijke herbestemming van stortplaatsen. Leeswijzer In hoofdstuk 2 van dit rapport zijn de resultaten weergegeven van de inventarisatie van de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen waarbij een overzicht is gegeven van hun belangrijkste eigenschappen. In hoofdstuk 3 is het potentieel en de prioritering weergegeven van de stortplaatsen op basis van vooropgestelde criteria en doelstellingen. In hoofdstuk 4 zijn de kosten & baten, aandachtspunten en praktijkvoorbeelden beschreven van de beoogde doelstellingen voor duurzame benutting en herbestemming van stortplaatsen, zoals beschreven in hoofdstuk 3. Hierbij is aandacht besteed aan het belang van de herontwikkeling van (oude) stortplaatsen ten aanzien van hernieuwbare energie en CO2-balans voor bedrijventerreinen en het belang van de herontwikkeling van (oude) stortplaatsen na ruimtelijke herbestemming voor bedrijventerreinen.
2
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
2.
INVENTARISATIE STORTPLAATSEN IN OOST-VLAANDEREN In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de aanwezige stortplaatsen in OostVlaanderen. Om de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen te inventariseren, zijn alle beschikbare data verzameld vanuit de verschillende databases van de POM Oost-Vlaanderen en de database van stortplaatsen van de OVAM. Met deze data is een uitgebreide database gemaakt van de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen, die opgenomen is in bijlage I van dit rapport.
2.1.
Aantal In totaal werden 216 stortplaatsen geïnventariseerd. De lijst van POM Oost-Vlaanderen bevat gegevens van 196 verschillende stortplaatsen en 11 verwerkingscentra. Deze lijst werd uitgebreid aan de hand van een aanvullende GIS-analyse waarbij gegevens zijn teruggevonden voor 9 overige storten die zich bevinden in de provincie Oost-Vlaanderen.
2.2.
Eigenschappen
2.2.1.
Type stortplaatsen Van de 216 geïnventariseerde stortplaatsen bevatten 97 stortplaatsen huishoudelijk afval (45%). 32% of 69 stortplaatsen bevatten inert materiaal. Van de 216 stortplaatsen zijn er 25 stortplaatsen met industrieel afval, 26 stortplaatsen met baggermateriaal, 29 slibstortplaatsen en 10 stortplaatsen die assen bevatten. Slechts 3 stortplaatsen zijn stortplaatsen met giftig afval. Gezien 14 stortplaatsen gemengde storten betreffen, is de som van de percentages voor het geheel meer dan 100%. In afbeelding 2.1 is de verdeling weergegeven van de stortplaatsen in de provincie Oost-Vlaanderen per type. Afbeelding 2.1. Verdeling van aantal stortplaatsen per type
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
3
2.2.2.
Oppervlakte De oppervlakte van de 216 geïnventariseerde stortplaatsen varieert tussen 0,7 are en 85 hectare. De oppervlakte is gebaseerd op de grootte van het betreffende kadastraal perceel/percelen, welke kan verschillen van de werkelijke oppervlakte van de effectieve stortzone. De totale oppervlakte van de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen bedraagt circa 834 ha1. De oppervlakteverdeling is gevisualiseerd in afbeelding 2.2. Afbeelding 2.2. Oppervlakteverdeling stortplaatsen
2.2.3.
Ouderdom De meeste stortplaatsen uit de database dateren uit de periode tussen 1950 en 1985. Dit is de periode waarin door de veranderende industriële activiteiten en de veranderende consumptiepatronen in de maatschappij de grootste hoeveelheid aan niet-geselecteerd huishoudelijk afval werd gestort: - vóór 1950 bevatten de stortplaatsen meestal weinig afval van economische waarde (verbrandingsassen, …); - na 1985 werd door de invoering van de Vlarem-wetgeving en het toenemend selectief inzamelen van afval de afvalverwerking t.h.v. stortplaatsen grondig gewijzigd (o.a. voorwaarden voor uitbating van stortplaatsen). Twaalf stortplaatsen uit de lijst zijn nog steeds in gebruik als verwerkingscentra van materialen en baggerspecie. Ter plaatse van 10 bedrijven wordt het productieafval in depot geplaatst.
1
Hierbij is geen rekening gehouden met de stortplaatsen waarbij de oppervlakte van de stortplaatsen onbekend is.
4
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
2.3.
Ligging en gebruik stortplaatsen op of nabij bedrijventerreinen Aansluitend is de ligging van de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen gekoppeld aan de GISlayer van de bedrijventerreinen in Oost-Vlaanderen. Voor de bedrijventerreinen is zowel rekening gehouden met de huidige bedrijventerreinen als de toekomstige bedrijven. Hiervoor zijn volgende GIS-lagen gebruikt: - huidige bedrijventerreinen; - toekomstige bedrijventerreinen: ⋅ Gewestplan; ⋅ RUP’s en GRUP’s. Door de GIS-layers (1. Stortplaatsen en 2. Bedrijventerreinen) te koppelen aan elkaar kan de afstand berekend worden tussen een stortplaats X en een bedrijventerrein X ligt. Van de in totaal 216 stortplaatsen liggen 54 stortplaatsen in een industrieterrein (< 5 m), en 165 stortplaatsen binnen een straal van 1000 m rondom een industrieterrein. In de database opgenomen in bijlage I wordt een overzicht gegeven van deze stortplaatsen. De stortplaatsen op of nabij een bedrijventerrein (< 5 m) zijn ‘in het vet en onderlijnd’ aangeduid. Voor zowel de stortplaatsen binnen een straal van 5 m en binnen een straal van 1000 m is in de database een kolom opgenomen met aanduiding van ‘Y’. Van de 54 stortplaatsen die gelegen zijn binnen een straal van 5 m is in tabel 2.1 een overzicht opgenomen van het huidig gebruik. Het huidig gebruik is bekomen door de evaluatie aan de hand van Google Earth. Op basis van tabel 2.1. wordt vastgesteld dat de meeste oude stortplaatsen gelegen op bedrijventerrein reeds ontwikkeld zijn als bedrijventerrein met bedrijfsgebouwen. Ook liggen de operationele stortplaatsen op bedrijventerreinen. Tabel 2.1. POM
Overzicht huidig gebruik stortplaatsen op en nabij bedrijventerrein (op basis van Google-Earth
naam
huidig gebruik
nr. 1. stortplaats in ontwikkeling en revitalisering 1
kruising E17/E40
kruising E17/E40
207
Eiland Zwijnaarde
bedrijventerrein
34
Twaal Roeden in Desteldonk
bedrijventerrein
2. opslag productieafval op bedrijventerrein 13
uitbreiding olieraffinaderij
bedrijventerrein
23
Beaulieu Kunststoffen N.V. (voorheen Fabelta Indus
bedrijventerrein
26
Havenbedrijf Gent
bedrijventerrein
28
Annabel P.V.B.A.
bedrijventerrein
29
Stadsbestuur Gent
bedrijventerrein
31
Bell Telephone Manufacturing Company N.V
bedrijventerrein
32
Texaco Belgium N.V.
bedrijventerrein
33
Texaco Petroleum N.V
bedrijventerrein
35
Beaulieu Kunststoffen N.V. (voorheen Fabelta N.V.)
bedrijventerrein
39
Sidmar Maritieme Staalnijverheid N.V.
bedrijventerrein
3. Oude stortplaatsen (gesloten) 3
stort OVAM
braakliggend
47 /180
gemeentestort Beveren
braakliggend
48
MOW Rabotwijk
zonnepark
55
Stort Kortrijksesteenweg te Sint-Martens-Latem
braakliggend
63
Eeklo stort Uneklo
braakliggend
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
5
70
Eeklo stort Ramaco
bedrijventerrein
73
Ronse stadsstort C. Snoecklaan
bedrijventerrein
127
Stadsslibstort
bedrijventerrein
148
Gemeentestort Doornstr. te Temse
bedrijventerrein
152
Gemeentestort Gavere
bedrijventerrein
169
Stort VPK Dendermonde
bedrijventerrein
170
Stadsstort M. Van Lierdelaan Geraardsbergen
braakliggend / bos
171
Stort Van den Nest te Aalst
bedrijventerrein
172
Stadsstort Albrechtlaan te Aalst
bedrijventerrein
173
sluikstort te Gavere
50% braakliggend, 50%bedrijventerrein
175
Stadsstort Kanaal van Schipdonk te Eeklo
bedrijventerrein
177
Stadsstort V. Bocqustr te Aalst
bedrijventerrein
178
Stort Slachthuisstr te Ronse
bedrijventerrein
179
Stadsstort dijkstraat te Lokeren
bedrijventerrein
181
STORT DESSEAUX-R. RAMLOTSTR. te Dendermonde
braakliggend
182
Stort Kl Frankrijk te Ronse
braakliggend
183
Stadsstort industriepark te Ronse
braakliggend
4. stortplaats met toepassing van hernieuwbare energie 201
Terranova
stortplaats
48
Stort MOW Rabotwijk
stortplaats
214
Stort DDS-Verko
stortplaats
45
OVMB
stortplaats
44
INDAVER - Hooge Maey
stortplaats
43
ILVA te Vlierzele
stortplaats
216
ILVA te Voorde
stortplaats
5. operationele stortplaatsen en stortplaatsen tijdelijke opslagplaats of verwerkingscentrum 203
verwerkingscentrum Ghent Dredging
verwerkingscentrum
205
verwerkingscentrum Shanks
verwerkingscentrum
204
verwerkingscentrum Envisan
verwerkingscentrum
211
stort site Argex
verwerkingscentrum
212
stort Ekosto
verwerkingscentrum
44
stort INDAVER - Hooge Maey
verwerkingscentrum
17
Recybeton De Paepe P.V.B.A.
verwerkingscentrum
18
Verstraete-Van Hoorebeke
verwerkingscentrum
21
De Meyer NV
verwerkingscentrum
36
Wawebo N.V.
verwerkingscentrum
38
J.M. Gent N.V.
41
6
Verstraete-Van Hoorebeke
verwerkingscentrum bedrijventerrein
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
3.
POTENTIEELBEPALING EN PRIORITERING STORTPLAATSEN
3.1.
Inleiding Dit hoofdstuk geeft een onderbouwing weer van de database en de rekentool die ontwikkeld werd voor de bepaling van de prioritering van stortplaatsen volgens potentieel. In bijlage I is de rekentool (incl. database) opgenomen. Vanuit de vastgestelde set criteria is een methodologie ontwikkeld om de prioritering van een bepaalde stortplaats te bepalen volgens potentieel. Deze set criteria worden gekoppeld aan de verschillende doelstellingen (in totaal 3) waarbij het potentieel van een stortplaats bepaald kan worden. Hoe groter de score, hoe hoger de het potentieel en de prioriteit van deze stortplaats voor de ontwikkeling en revitalisering. De bekomen totaal score is geen absoluut oordeel over het potentieel van een stortplaats, enkel relatief, waarbij de stortplaatsen ten opzichte van elkaar worden vergeleken.
3.2.
Overzicht doelstellingen Ten behoeve van het potentieelonderzoek van een stortplaats in Oost-Vlaanderen worden drie doelstellingen onderscheiden, namelijk: 1. (hernieuwbare) energie: 1. biogas uit stortgas; 2. windenergie; 3. zonne-energie; 4. energiegewassen; 2. ruimtelijke herbestemming; 3. (enhanced) landfill mining (ELFM): 1. hergebruik van materialen; 2. energie uit afval/materialen; 3. tussentijdse opslag van materialen. De eerste twee doelstellingen betreffen voornamelijk het hergebruik van het terrein zonder de stortplaatsen te ontginnen. Bij doelstelling 3 (enhanced landfill mining) wordt de stortplaats ontgonnen afhankelijk van de beoogde doelstellingen. Een combinatie tussen doelstellingen 1, 2 en 3 is mogelijk. In tabel 3.1 is een overzicht opgenomen van de verschillende doelstellingen gekoppeld aan een logo om de herkenbaarheid doorheen het rapport te garanderen.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
7
Tabel 3.1. Overzicht doelstellingen met logo Doelstelling
logo
D1 Hernieuwbare energie D1.1.
Stortgas
D1.2.
Windenergie
D1.3.
Zonne-energie
D1.4.
Energiegewassen
D2 Bestemming D2
Bestemming
D3 Landfill Mining D3.1.
hergebruik
van
materialen
D3.2.
energie
uit
afval/materialen
D3.3.
tussentijdse opslag
van
materialen
8
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
3.3.
Overzicht criteria Eénmaal de doelstellingen vastgesteld te hebben, wordt aansluitend vanuit een vastgestelde set criteria een methodologie ontwikkeld om een potentieelonderzoek (en nadien een prioritering) van een bepaalde stortplaats uit te voeren. Deze set criteria worden gekoppeld aan de verschillende doelstellingen. In tabel 3.2 op de volgende pagina’s is een overzicht opgenomen van de criteria gekoppeld aan de beoogde doelstellingen, evenals vanuit welke informatie het criterium wordt vertaald.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
9
Tabel 3.2. Overzicht criteria potentiebepaling stortplaatsen in Oost-Vlaanderen Doelstelling
Criterium
Omschrijving
Vertaling informatie
1. Hernieuwbare energie 1.1. Stortgas winning
C1. Type stortmateriaal C2. Ouderdom stort C3. Oppervlakte / Omvang stort
Met welk materiaal is de stortplaats opge-
Uit de databank (POM Oost-Vlaanderen) van de betreffende
vuld
stortplaats
In welke tijdsperiode werd of wordt de
Uit de databank (POM Oost-Vlaanderen) van de betreffende
stortplaats uitgebaat
stortplaats
Wat is de oppervlakte van het kadastrale
Uit kadastergegevens in GIS
perceel waarop de stortplaats zich bevindt. 1.2. Windenergie
C1. Type stortmateriaal
C3. Oppervlakte / Omvang stort
Met welk materiaal is de stortplaats opge-
Uit de databank (POM Oost-Vlaanderen) van de betreffende
vuld, heeft een invloed op stabiliteit
stortplaats
Wat is de oppervlakte van het kadastrale
Uit kadastergegevens in GIS
perceel waarop de stortplaats zich bevindt. C4. Potentie (Waar mogelijk)
Potentieel op basis van:
Potentieelkaarten windenergie uit “Windplan Oost-Vlaanderen”
- gebieden vogel- en habitatrichtlijnen;
in GIS
- nabij woonzone; - reeds bestaande windmolenparken 1.3. Zonne-energie
C3. Oppervlakte
Wat is de oppervlakte van het kadastrale
Uit kadastergegevens in GIS
perceel waarop de stortplaats zich bevindt.
1.4. Energiegewassen
C3. Oppervlakte
Wat is de oppervlakte van het kadastrale
Uit kadastergegevens in GIS
perceel waarop de stortplaats zich bevindt.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
1
2. Ruimtelijk herbestemmen C3. Oppervlakte
Wat is de oppervlakte van het kadastrale
C5. Bestemming
Indeling volgens bestemmingstype (natuur,
Uit kadastergegevens in GIS
perceel waarop de stortplaats zich bevindt. Gewestplan en RUP in GIS
woonzone, industrie, etc.) C6. Gemeente
Eenheidsprijs / m²
Databank grondprijzen per gemeente
3. Landfill Mining 3.1. Gebruik van materialen
C1. Type stortmateriaal C3. Oppervlakte / Omvang stort
Met welk materiaal is de stortplaats opge-
Uit de Excel-file (POM Oost-Vlaanderen) van de be-
vuld
treffende stortplaats
Wat is de oppervlakte van het kadastrale
Uit kadastergegevens in GIS
perceel waarop de stortplaats zich bevindt C7. Afstand tot overige stortplaatsen
Welke afstand is er tussen nabijgelegen
Stortplaatsen in GIS
stortplaatsen om stortplaatsen te clusteren 3.2. Energie uit materialen
C1. Type stortmateriaal C2. Ouderdom stort C3. Oppervlakte / Omvang stort
Met welk materiaal is de stortplaats opge-
Uit de databank (POM Oost-Vlaanderen) van de be-
vuld
treffende stortplaats
In welke tijdsperiode werd of wordt de stort- Uit de databank (POM Oost-Vlaanderen) van de beplaats uitgebaat
treffende stortplaats
Wat is de oppervlakte van het kadastrale
Uit kadastergegevens in GIS
perceel waarop de stortplaats zich bevindt 3.3. Tussentijdse opslag van materialen
C1. Type stortmateriaal
C7. Afstand tot overige stortplaatsen
Met welk materiaal is de stortplaats opge-
Uit de databank (POM Oost-Vlaanderen) van de be-
vuld
treffende stortplaats
Welke afstand is er tussen nabijgelegen
Stortplaatsen in GIS
stortplaatsen om stortplaatsen te clusteren
2
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
3.4.
Resultaten In dit hoofdstuk zijn de resultaten opgenomen van de prioritering van de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen per beoogde doelstelling. Per doelstelling is zowel in grafiekvorm, als in tabelvorm de top 10 weergegeven van de stortplaatsen, behalve voor doelstelling D1.3. (zonne-energie) en D1.4. (energiegewassen) waar er meer dan 10 stortplaatsen de maximale score hebben en D1.2. (windenergie) waar in Oost-Vlaanderen in potentie 6 stortplaatsen interessant zijn. Aansluitend dient opgemerkt te worden dat geen rekening is gehouden of de betreffende stortplaats operationeel is of niet meer in gebruik is (historisch). In bijlage III worden voor de verschillende doelstellingen verschillende kaarten weergegeven waarop de locaties van de stortplaatsen met het grootste potentieel zijn aangeduid.
3.4.1.
Doelstelling 1 - Hernieuwbare Energie Doelstelling 1.1. - Stortgas Algemeen Stortgas wordt gegenereerd door de natuurlijke afbraak van het biologisch afbreekbaar afval door anaerobe (zonder zuurstof) micro-organismen. Als het gas eenmaal is geproduceerd, kan het gas worden verzameld door een systeem, die typisch bestaat uit een reeks boringen in het gestorte afval en verbonden door een kunststof leidingsysteem (zie afbeelding 3.1). De eerste stap van de behandeling van het gas is het afscheiden van water, gevolgd door filtering voor onzuiverheden. Daarna zorgt een pomp voor een correcte zuig- en persdruk, en volgt de reiniging en droging van het stortgas. Het stortgas kan rechtstreeks worden geleverd of onder andere worden omgezet in elektriciteit en warmte. Warmte, die niet direct kan worden gebruikt, kan opgeslagen worden in een buffervat. Het stortgas dat niet kan worden benut, kan ook worden opgeslaan. Het onbenutte stortgas kan worden afgefakkeld. Afbeelding 3.1. Schematische principeschets omzetten van stortgas naar elektriciteit (bron: http://www.clarke-energy.com/gas-type/landfill-gas/)
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
1
criteria De criteria die bepalend zijn voor de doelstelling stortgaswinning zijn: - type stortmateriaal; - ouderdom van de stortplaats en; - de oppervlakte van de stortplaats. Het potentieel van energieopwekking uit afval met betrekking tot het type stortmateriaal hangt meer specifiek af van het gehalte organisch stof in het afval. Zowel voor huishoudelijke als industriële stortplaatsen, alsook voor gemengde stortplaatsen bestaat er een hoog potentieel voor energie-recuperatie. Ook voor slibstortplaatsen is er een toenemende trend naar een energetische valorisatie van waterzuiveringsslib in Vlaanderen. In dit opzicht wordt de inzet van anaerobe vergisting als zeer positief beschouwd. Tijdens de slibvergisting wordt een energierijk biogas geproduceerd (55-75% methaan) dat kan gevoed worden aan gasmotoren voor de productie van warmte en elektriciteit. Gezien stortplaatsen die baggermateriaal bergen een beperkte hoeveelheid organisch materiaal bevatten, zijn ook baggerstortplaatsen interessant voor energieopwekking, zij het in mindere mate. De overige typen stortplaatsen (vliegassen, inert afval en giftig afval) bevatten geen organisch materiaal en vormen daarom geen stortgas. Bijgevolg zijn zij niet interessant voor energieopwekking vanuit methaangas Met betrekking tot ouderdom van een stortplaats geldt in principe dat hoe ouder het stort, hoe meer organisch materiaal zal zijn afgebroken en hoe lager het potentieel voor energieopwekking. In de exploitatiefase is het winningsrendement voor stortgas eveneens minder hoog. Dit komt doordat gaswinning tijdens exploitatie moeilijker te capteren is. Zodra een stortplaats definitief afgedicht is, wordt veelal een winningsrendement van 95-100 % aangenomen. De hoeveelheid stortgas aanwezig in een stortplaats en de energie die wordt verkregen uit afval is evenredig met het volume van de stortplaats, en specifiek met de hoeveelheid organisch materiaal. Hoe hoger het koolstofgehalte, hoe meer stortgas er op termijn vrijkomt Resultaten Op basis van bovenstaande drie criteria blijken de drie stortplaatsen met het grootste potentieel met betrekking tot herwinning van stortgas in Oost-Vlaanderen de stortplaats 48 (Rabot Evergem) en stortplaats 189 (Land Van Waas-kattest Sint-Gillis) te zijn. Ter hoogte van stortplaats 48 Rabotstort, MOW bevinden zich momenteel zonnepanelen (bron: gemeente Evergem). In een volgende fase kan geëvalueerd worden of stortgaswinning technisch uitvoerbaar is. Stortplaats 43 ILVA Vlierzele en Stortplaats 44 Indaver, Hooge Maey die uit deze analyse naar voren komt als één van tien stortplaatsen met het grootste potentieel voor stortgaswinning, worden reeds gebruikt voor stortgaswinning. Eind 2013 worden deze activiteiten stopgezet. Er zal wel nog aanvoer zijn van verontreinigde grond tot 2018 (bron: http://www.ilva.be/afvalverwerking/vlierzele/). Ook ter hoogte van stortplaats 216 ILVA Voorde wordt sinds 2006 aan stortgaswinning gedaan. De stortplaats werd gesloten in 2010. Deze stortplaats kan interessant zijn voor andere beoogde doelstellingen zoals herbestemming, hernieuwbare energie op langere termijn of landfill mining.
2
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
In afbeelding 3.2 en tabel 3.3. worden de tien stortplaatsen met het grootste potentieel voor de doelstelling stortgaswinning weergegeven. Afbeelding 3.2. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 1.1 stortgas
Tabel 3.3. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 1.1 stortgas POM - nr. naam 43 ILVA 44 INDAVER BEVEREN 48 STORT MOW-RABOTWIJK 189 STORT I. LAND VAN WAAS-KATTEST 84 STORT BERCHEM-BALLOOY 73 STADSSTORT-C. SNOECKLN. 129 STORT MOW-OUD KLOOSTER 216 ILVA 1 GENT STADREINIGING 82 STORT SPORTVELDEN 1960-OSBROEK
Gemeente VLIERZELE BEVEREN EVERGEM SINT-GILLIS TEMSE RONSE DENDERMONDE VOORDE ZWIJNAARDE AALST
Doelstelling 1.2. - Windenergie Het potentieel van een stortplaats voor de doelstelling windenergie wordt bepaald door de criteria: - potentieel windenergie; - stabiliteit en; - oppervlakte. Het criterium potentieel windenergie voor het toepassen van windenergie in OostVlaanderen is gebaseerd op de potentieelkaart ontwikkeld door de provincie OostVlaanderen (rapport Energiescan hernieuwbare energie, april 2013), zoals weergegeven in afbeelding 3.3. De provincie Oost-Vlaanderen heeft sinds 2009 een duidelijke visie op de ruimtelijke ontwikkeling van groot- en middenschalige windturbines op haar grondgebied. Deze visie gaat er van uit dat het wenselijk is windturbines in specifieke zones te concentreren (concentra-
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
3
tiegebieden) en andere zones van windturbines te vrijwaren (landschappelijke rustzones) om de landschappelijke impact van deze grootschalige constructies te beperken.1 Op basis van een GIS-analyse werd een theoretisch potentieel van 737 windturbines in Oost-Vlaanderen vastgesteld. Dit theoretisch potentieel van 737 windturbines werd herrekend naar een meer realistisch aantal van 300 windturbines op basis van een beleidsmatige analyse waarbij op basis van de reeds ingediende, vergunde en/of geweigerde vergunningsaanvragen een inschatting gedaan van het windpotentieel in Oost-Vlaanderen. Van het totaal windpotentieel (300 windturbines) is ongeveer 33% gerealiseerd. De havengebieden hebben het grootste potentieel voor windenergie in Oost-Vlaanderen: hier kunnen in totaal 130 turbines geplaatst worden, waarvan 32 reeds gerealiseerd (25%). Op de tweede plaats komt de zone E17, waar plaats is voor 60 turbines. In het oostelijk deel (gebied tussen Gent en Antwerpen) zijn er reeds 30 turbines vergund; in het westelijk deel (gebied tussen Gent en Zulte) zijn nog geen turbines geplaatst omwille van de nabijheid van de radar van Semmerzake. Heel wat potentieel is er ook in de zone Eeklo-Maldegem en E40 waar in beide gebieden ongeveer 45 turbines geplaatst kunnen worden. In tegenstelling tot Eeklo-Maldegem waar 50% van het potentieel is ingevuld, is het realisatiepercentage van de zone E40 laag (10%). Dit heeft grotendeels te maken met de radarzone van Semmerzake die een belangrijke impact heeft op het centrale deel van de zone E40, anderzijds is ook het potentieel buiten de invloedzone van Semmerzake nog helemaal niet benut. Tenslotte zijn er nog belangrijke zones met potentieel in de kleinstedelijke gebieden en economische knooppunten. Onder meer in Geraardsbergen, Ninove, Wetteren, Dendermonde, Ronse, Oudenaarde, Kluisbergen en Zottegem kunnen in totaal 20 turbines gerealiseerd worden, waarvan 6 reeds gerealiseerd zijn (30%).
1
Hernieuwbare energiescan voor Oost-Vlaanderen - Rapport april 2013
4
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Afbeelding 3.3. Windpotentieel in Oost-Vlaanderen (bron: Hernieuwbare energiescan voor Oost-Vlaanderen, Rapport april 2013)
In de rekentool die gebruikt wordt in voorliggende studie werd het potentieel van 737 windturbines in Oost-Vlaanderen in rekening gebracht. Er werd dus geen rekening gehouden met de beleidsmatige analyses op basis van reeds ingediende, vergunde en/of geweigerde vergunningsaanvragen. Een tweede criterium voor de bepaling van het potentieel voor de doelstelling windenergie in Oost-Vlaanderen is stabiliteit. Windmolens staan in theorie stabieler op een stortplaats met inert afval dan op een stortplaats met huishoudelijk afval. Ook de oppervlakte van een stortplaats is belangrijk voor de bepaling van het potentieel voor windenergie. Hoe groter de oppervlakte, hoe meer windmolens geplaatst kunnen worden en hoe meer energie geproduceerd kan worden. Opdat een stortplaats in aanmerking komt voor de toepassing van windenergie, dient de oppervlakte minimum 10.000 m² te bedragen, en bij voorkeur 50.000 m². Zoals weergegeven in paragraaf 2.2.2 zijn er 47 stortplaatsen van de in totaal 216 geïnventariseerde stortplaatsen met een oppervlakte groter dan 5 ha. In afbeelding 3.4 en tabel 3.4 worden de stortplaatsen met het grootste potentieel voor de doelstelling windenergie weergegeven. Ter hoogte van stortplaats 43 (ILVA Vlierzele) vindt stortgaswinning plaats. Eénmaal het stortgas is verdwenen kan op lange termijn de stortplaats ingericht worden als een windmolenpark. De stortplaatsen 204 (Stort Envisan) en 206 (Stort Chr. Colombus) zijn momenteel verwerkingscentra. Op langere termijn kunnen deze stortplaatsen ingericht worden als windmolenparken.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
5
Afbeelding 3.4. Top stortplaatsen voor doelstelling 1.2 windenergie
Tabel 3.4. Top Stortplaatsen voor doelstelling 1.2 windenergie POM nr.
naam
Gemeente
43
ILVA
VLIERZELE
204
STORT ENVISAN
HULSDONK
206
STORT CHR. COLOMBUS
EVERGEM
21
DE MEYER NV
WONDELGEM
26
STORT HAVENBEDRIJF GENT
GENT
32
TEXACO BELGIUM
GENT
Doelstelling 1.3. - Zonne-energie Voor de prioritering van de stortplaatsen met als doelstelling zonne-energie, geldt als enige criterium een minimale oppervlakte van 0,2 ha om de investering rendabel te maken. In totaal zijn dit 158 stortplaatsen. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar de situatietekening in bijlage III. Ter hoogte van stortplaats 48 (Rabotstort, MOW) bevinden zich momenteel reeds zonnepanelen. Deze stortplaats scoort ook hoog voor de doelstellingen stortgaswinning, hernieuwbare energie in het algemeen, gebruik van materialen, landfill mining in het algemeen en voor de verschillende doelstellingen samen. Ook op de zuidelijke flank van stortplaats 45 (OVMB) bevinden zich sinds 2011 zonnepanelen. Deze stortplaats heeft op basis van de rekentool ook een groot potentieel voor ruimtelijke herbestemming, hergebruik van materialen, tussentijdse opslag en voor de drie doelstellingen samen. Stortplaats 201 (DEC gipsstort Rieme (zuid)) en stortplaats 214 (DDS-Verko) komen uit de rekentool naar voren als stortplaatsen met een groot potentieel, en bevinden zich ook hier reeds zonnepanelen. In de eerste afwerkingsfase van stortplaats 214 DDS-Verko werden drainagesystemen voor percolaatwater en oppervlaktewater geïnstalleerd, alsook een ontgassingssysteem voor de aanwezige biogassen. Meer dan 10 jaar werd het water uit de stortplaats gehaald en gezuiverd op het terrein zelf. Met de biogassen werd elektriciteit geproduceerd via een gasmotor. Na deze definitieve en milieuvriendelijke afwerking van de stortplaats werd er één van de grootste zonnepanelenparken in Vlaanderen gebouwd. (bron: http://www.dds-verko.be/verko/).
6
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Dergelijke reeds uitgevoerde projecten kunnen dienst doen als referentieprojecten bij de inrichting van nieuwe stortplaatsen voor zonne-energieproductie. Doelstelling 1.4. - Energiegewassen Voor de prioritering van de stortplaatsen met als doelstelling energiegewassen, geldt als enige criterium een minimale oppervlakte van 5 ha. Zoals weergegeven in paragraaf 2.2.2 zijn er 47 stortplaatsen van de in totaal 216 geïnventariseerde stortplaatsen met een oppervlakte groter dan 5 ha (bron: Stichting Probos). In Wielsbeke, net over de grens in West-Vlaanderen, worden twee grote vergistingsinstallaties geïnstalleerd. Stortplaatsen in de omgeving van Deinze kunnen gezien de korte afstand interessante aanleverlocaties voor biomassa zijn. Doelstelling 1 - Totaal In afbeelding 3.5 en tabel 3.5 worden de tien stortplaatsen die het meest in aanmerking komen voor de toepassing van hernieuwbare energie (globaal gezien voor de 4 toepassingen) weergegeven. De stortplaats met het grootste potentieel voor de toepassing van hernieuwbare energie is stortplaats 43 (Ilva Vlierzele). Ter hoogte van deze stortplaats wordt dan ook reeds aan stortgaswinning gedaan. Eind 2013 wordt de exploitatie van de stortplaats stopgezet. Afbeelding 3.5. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 1 hernieuwbare energie
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
7
Tabel 3.5. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 1 hernieuwbare energie nr. naam Gemeente
3.4.2.
43
ILVA
VLIERZELE
204
STORT ENVISAN
HULSDONK
206
STORT CHR. COLOMBUS
EVERGEM
44
INDAVER BEVEREN
BEVEREN
48
STORT MOW-RABOTWIJK
EVERGEM
189
STORT I. LAND VAN WAAS-KATTEST
SINT-GILLIS
84
STORT BERCHEM-BALLOOY
TEMSE
73
STADSSTORT-C. SNOECKLN.
RONSE
129
STORT MOW-OUD KLOOSTER
DENDERMONDE
216
ILVA
VOORDE
Doelstelling 2 - Ruimtelijke bestemming Het potentieel van een stortplaats voor de doelstelling ruimtelijke bestemming wordt bepaald door de criteria - het bestemmingstype van het perceel volgens het Gewestplan of RUP/GRUP - oppervlakte van de stortplaats, - de prijzen van de grond in de gemeente waarin de stortplaats gelegen is. Met de ruimtelijke bestemming wordt de huidige waarde bedoeld van de locatie waar de stortplaats gelegen is in relatie tot de waarde die de locatie kan hebben als deze locatie gevaloriseerd wordt. Om het potentieel aan winnen van land of ruimte in te schatten, is de huidige en toekomstige bestemming van het perceel waarop de stortplaats gelegen is volgens het Gewestplan of de van toepassing zijnde RUP’s of GRUP’s het belangrijkste criterium. Voor de POM zal een terrein met industriële bestemming het grootste potentieel vertegenwoordigen inzake ingebruikname. Deze percelen krijgen in de rekentool een hogere score dan percelen met een andere bestemming. De doelstelling ruimtelijke herbestemming is onder meer bepaald door het criterium oppervlakte. Hoe groter de oppervlakte, hoe groter de ruimte die kan worden gewonnen bij een herbestemming. De minimumoppervlakte om de investering rendabel te maken bedraagt 0,5 ha. Verder is ook de eenheidsprijs van de grond van belang voor de bepaling of een stortplaats al dan niet in aanmerking komt voor ruimtelijke herbestemming. Immers hoe hoger de eenheidsprijs, hoe interessanter het wordt om de aanwezige stortplaats te herontwikkelen. De eenheidsprijs van de grond varieert van €73 tot €229 per m² in de provincie OostVlaanderen. Hierbij wordt benadrukt dat voor de prioritering van de stortplaatsen de relatieve verhouding van de gemiddelde grondprijzen tussen de verschillende gemeentes is gebruikt om de interessante locaties te bepalen. In tabel 3.4 en afbeelding 3.6 worden de 10 stortplaatsen die het meest in aanmerking komen voor de doelstelling ruimtelijke herbestemming weergegeven.
8
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Afbeelding 3.6. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 2 ruimtelijke bestemming
Tabel 3.6. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 2 ruimtelijke herbestemming nr. naam Gemeente 204 STORT ENVISAN HULSDONK 205 SLIBSTORT SHANKS GENT 207 SITE EILAND ZWIJNAARDE ZWIJNAARDE 198 STORT VERLEE / BALEGRO BALEGEM 45 OVMB GENT 203 SLIBSTORT GHENT DREDGING GENT 211 EILAND ZWIJNAARDE ZWIJNAARDE 213 CALLEMOEIEVIJVER, W&Z NAZARETH 90 STORT DE PAEPE- EEKLO VROMBAUTSTR. 127 STADSSLIBSTORTNIEUWEN- NIEUWENDORP DORP 176 STORT I.V.M.-GROOT BURKEL- MALDEGEM KALSE 3.4.3.
Doelstelling 3 - Landfill Mining Enhanced Landfill Mining (ELFM) is gedefinieerd als het “veilig conditioneren, ontgraven en geïntegreerd valoriseren van (historisch en/of toekomstig) gestorte afvalstromen in zowel materialen als energie, door het gebruik van innovatieve transformatie technologieën, terwijl de meest strenge sociale en ecologische criteria gerespecteerd worden”.1 Het potentieel aan materialen en energie van een stortplaats wordt door het toepassen van Enhanced Landfill Mining op een efficiënte manier gevaloriseerd. Afvalstromen waarvoor door technische of economische redenen nog geen valorisatie mogelijk is, kunnen veilig gescheiden opgeslagen worden in een "Tijdelijke opslagplaats" tot de meest efficiënte technologie beschikbaar is.
1
bron website: http://www.elfm.eu/Default.aspx
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
9
Doelstelling 3.1. - Hergebruik Materialen Door scheiding van het aanwezige afval in verschillende deelstromen (plastic, metaal,…), kunnen deze hergebruikt worden als grondstof voor nieuwe materialen. Dit proces wordt aangeduid met ‘hergebruik van materialen’. In afbeelding 3.7 wordt een algemeen overzicht gegeven van de verschillende afvalstromen die kunnen vrijkomen uit de verschillende type stortplaatsen, de behandelingstechnieken en de eindproducten. Afbeelding 3.7. Algemeen overzicht afvalstromen en eindproducten (hergebruik materialen)
Het potentieel van een stortplaats voor de doelstelling hergebruik van materialen binnen het concept van landfill mining wordt bepaald door de criteria: - type stortmateriaal; - oppervlakte van de stortplaats, en; - afstand tot de overige stortplaatsen. Zoals weergegeven in paragraaf 2.2.1 zijn de verschillende typen stortmateriaal die werden geïnventariseerd ter hoogte van de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen huishoudelijk afval, industrieel afval, gemengd afval, inert afval, baggermateriaal, slib, assen en giftig afval. Huishoudelijk afval bevat verschillende materiaal- en afvalstromen. Een aanzienlijk deel van deze materialen kunnen worden teruggewonnen door het afval op te graven en te scheiden in verschillende fracties (grond, metalen, plastic, minerale delen, etc.). Het percentage dat kan worden teruggewonnen en zuiverheid van de verschillende fracties hangt af van fysische en chemische samenstelling van het afval en de scheidingsmethoden. Op basis van eerder uitgevoerde LFM projecten kan 85% - 95% van de grond worden terug-
10
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
gewonnen, 70% - 90% van de (ferro) metalen en 50% tot 75% van het plastic. De zuiverheid van deze fracties varieert tussen de 70% tot 95%.1 Het gangbare industriële afval, zal net als huishoudelijk afval, bestaan uit een mengsel van steen, hout, metalen, plastic, textiel en papier/ karton. Voor het terugwinnen van deze materialen zal het afval, zoals beschreven bij huishoudelijk afval, moeten worden gescheiden en eventueel aanvullend worden bewerkt. Net zoals voor huishoudelijke en industriële stortplaatsen bestaat er voor gemengde stortplaatsen een hoog potentieel voor materiaal-recuperatie. Conform de VLAREM is inert afval, afval dat geen significante fysische, chemische of biologische veranderingen ondergaat. Dit materiaal kan opnieuw gevaloriseerd worden voor de productie van cementhoudende materialen of als substituut voor primaire bouwmaterialen. De huidige afzetmogelijkheden voor bagger- en ruimingsspecie zijn zeer beperkt. De zandige bagger- en ruimingsspecie (die voldoet aan de normen voor hergebruik als bodem) kan op dezelfde markt worden afgezet als uitgegraven bodem. Gezien de technische karakteristieken van het materiaal kan het echter moeilijk concurreren met deze bodemmaterialen. Na ontwatering van waterzuiveringsslib kan de zogenaamde slibkoek verder verwerkt worden, bijvoorbeeld via vergisting voor de productie van biogas of bijvoorbeeld via verbranding. Uit de assen van slibverbranding kunnen opnieuw grondstoffen worden gegenereerd, zoals fosfaat voor de productie van kunstmest of het gebruik van het verbrandingsas in asfalt van wegen. Voor giftig afval wordt het potentieel voor hergebruik als materialen laag ingeschat. Verder wordt het potentieel voor het hergebruik van stortmateriaal als materialen ook bepaald door de oppervlakte van de stortplaats. Algemeen geldt dat hoe groter de oppervlakte en dus het volume afval ter hoogte van een stortplaats, hoe groter de kans dat de investeringskosten voor het terugwinnen van materialen terugverdiend worden. Een derde criterium voor de bepaling of een stortplaats als dan niet in aanmerking komt voor het terugwinnen van materialen is de afstand tot overige stortplaatsen. Idealiter zou zijn dat stortplaatsen van hetzelfde type bij elkaar liggen. Zodoende kan het materiaal in de stortplaats herschikt worden en getransporteerd worden naar een stortplaats met dezelfde samenstelling. Dit kan ervoor zorgen dat het minen van kleinere stortplaatsen toch kostenefficiënt kan zijn door kleinere stortplaats met dezelfde samenstelling samen te voegen tot één grote stortplaats. Een secundaire baat is het winnen van ruimte door stortplaatsen samen te voegen. Er wordt bij de bepaling van de prioritering geen rekening gehouden met de afstand van de stortplaats tot bepaalde verbindingswegen, spoorwegen of vaarwegen gezien er vanuit wordt gegaan dat alle stortplaatsen gelegen zijn ter hoogte van industrieterreinen met een behoorlijke ontsluiting. Voornamelijk de industrieterreinen ter hoogte van Dendermonde, Oudenaarde, Gavere en ten oosten van Nazareth hebben een zeer goede ontsluiting.
1
Bron: Technical Brief from the World Resource Foundation
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
11
In afbeelding 3.8 en tabel 3.7 worden de tien stortplaatsen die het meest in aanmerking komen voor de doelstelling hergebruik van materialen weergegeven. Geen enkele van deze top 10 stortplaatsen bevinden zich ter hoogte van de industrieterreinen met een zeer goede ontsluiting. Stortplaats 43 (ILVA Vlierzele) wordt reeds gebruikt voor de onttrekking van stortgas. Deze stortplaats komt echter ook in aanmerking voor het hergebruik van materialen. Afbeelding 3.8. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 3.1 hergebruik van materialen
Tabel 3.7. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 3.1 hergebruik van materialen POM nr. naam Gemeente 45 OVMB GENT 1 GENT STADREINIGING ZWIJNAARDE 12 GENT - AFVALWERKING GENT 4 GEMEENTESTORT POEKSTR DRONGEN 7 STORT ALBERGE & VAN OO GENT 43 ILVA VLIERZELE 83 STORT ELECTRABEL-OSBROE AALST 2 STADSSTORT KONINGSDONK GENTBRUGGE 44 INDAVER BEVEREN 82 STORT SPORTVELDEN 1960- AALST OSBROEK
Doelstelling 3.2. - Energie uit materialen Het afval afkomstig van een stortplaats kan op een dusdanige manier verhit worden dat het afval in brandstof wordt omgezet. Het produceert nieuwe energie met een rendement afhankelijk van de kwaliteit van het afval (calorische waarde). Het potentieel van een stortplaats voor de doelstelling energie uit materialen binnen het concept van landfill mining wordt bepaald door de criteria: - type stortmateriaal; - ouderdom van de stortplaats en; - oppervlakte van de stortplaats.
12
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Zoals weergegeven in paragraaf 2.2.1 zijn de verschillende typen stortmateriaal die werden geïnventariseerd ter hoogte van de stortplaatsen in Oost-Vlaanderen huishoudelijk afval, industrieel afval, gemengd afval, inert afval, baggermateriaal, slib, assen en giftig afval. Er zijn verschillende methoden om energie op te wekken uit afval. De meest gangbare methode is de opwekking van elektriciteit bij verbranding van huishoudelijk afval in afvalcentrales. In de verbrandingsoven wordt de vrijkomende warmte gebruikt om water te verhitten tot stoom. De stoom gaat vervolgens onder hoge druk naar de elektriciteitsproductie of wordt gebruikt als warmtebron (zie afbeelding 3.9). Bij de verbanding komt CO2 vrij, maar deze CO2-uitstoot is vele malen lager dan de uitstoot van broeikasgassen (voornamelijk methaan) vanuit afval dat ligt opgeslagen in een stortplaats. Bij de verbranding komen ook vliegas en bodemas als afvalstromen vrij. Het rendement van energie-opwekking uit afvalverbranding is niet alleen afhankelijk van de fractie biomassa, maar ook van het vochtgehalte, de homogeniteit en de calorische waarde van het afval. Naast (directe) verbranding zijn er een aantal (opkomende) technieken waarmee uit afval energie of andere (bio)brandstoffen kunnen worden geproduceerd. Met de technieken kan in principe meer energie per ton afval worden opgewekt in vergelijking met (directe) verbranding. Doordat corrosieve materialen (as) worden gescheiden van de brandstof, kan het afval met een hogere temperatuur worden verbrand. Enkele voorbeelden van thermische technieken zijn vergassen en pyrolyse. Daarnaast zij er ook niet-thermische technieken waarbij biobrandstoffen kunnen worden geproduceerd, zoals anaerobe vergisting en fermentatie. Afbeelding 3.9. Schematische weergave energie uit afval http://www.pinellascounty.org/utilities/wte-diagrams.htm)
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
(bron:
13
Indien industrieel afval een organische fractie bevat, kan ook uit industrieel afval energie worden opgewekt. Of dit haalbaar en rendabel is, hangt van de samenstelling van het industriële afval. Net zoals voor huishoudelijke en industriële stortplaatsen bestaat er voor gemengde stortplaatsen een hoog potentieel voor energierecuperatie. Een tweede criterium voor de bepaling van de doelstelling energie uit materiaal is de ouderdom van de stortplaats. Het potentieel van energieopwekking uit afval hangt af van het gehalte organische stof in het afval. In principe geldt dat hoe ouder het stort, hoe meer organisch materiaal zal zijn afgebroken en hoe lager het potentieel voor energieopwekking. Een derde criterium is de oppervlakte, en daarmee gerelateerd de omvang van het stort. De energie die wordt verkregen uit afval is evenredig met het volume van de stortplaats, en specifiek met de hoeveelheid organisch materiaal. In afbeelding 3.10 en tabel 3.8 worden de tien stortplaatsen die het meest in aanmerking komen voor de doelstelling energie uit materialen weergegeven. Afbeelding 3.10. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 3.2 energie uit materialen
Tabel 3.8. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 3.2 energie uit materialen POM nr. Naam Gemeente 1 GENT STADREINIGING ZWIJNAARDE 7 STORT ALBERGE & VAN OO GENT 43 ILVA VLIERZELE 44 INDAVER BEVEREN BEVEREN 48 STORT MOW-RABOTWIJK EVERGEM 189 STORT I. LAND VAN WAAS SINT-GILLIS 84 STORT BERCHEM-BALLOOY TEMSE 73 STADSSTORT-C. SNOECKLN. RONSE 129 STORT MOW-OUD KLOOSTER DENDERMONDE 216 ILVA VOORDE
14
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Doelstelling 3.3. - Tussentijdse opslag van materialen In de praktijk komt het voor dat nieuw afval ofwel gestort wordt ofwel verbrand wordt. De reden hiervoor is dat er op dit moment nog geen geschikte technieken zijn om dit afval te valoriseren. Zodoende kan dit leiden tot suboptimaal gebruik van dit afval. Doelstelling 3.3 betreft het tijdelijke opslaan van afval waarbij aan voorraadbeheer wordt gedaan. De terminologie in het Engels is “Temporary Storage” of “Resource Management”. Het afval wordt niet gestort, maar wordt tijdelijk opgeslagen met het oog op de latere valorisatie van deze afvalstoffen op het ogenblik dat hiervoor geschikte technieken ter beschikking zijn. Kortom, een stortplaats wordt een grondstofmijn van morgen. Twee criteria zijn van belang voor de bepaling van het potentieel van een stortplaats voor de tussentijdse opslag van materialen, i.e.: - het type stortmateriaal en; - de afstand tot de overige stortplaatsen. Het type stortmateriaal bepaalt in eerste instantie op welke manier aan voorraadbeheer kan gedaan worden. Huishoudelijk, industrieel en gemengd afval Er kan gekozen worden om op locatie de verschillende afvalstromen te scheiden en in compartimenten op te delen of er kan gekozen worden om één bepaalde afvalstroom (bv. het hoofdbestanddeel) uit te bouwen en de overige afvalstromen te verplaatsen naar overige stortplaatsen die voorraadbeheer uitvoeren. Monostortplaats In theorie bestaat deze uit één hoofdbestanddeel waarbij met deze afvalstroom aan voorraadbeheer gedaan kan worden. Een tweede criterium voor de bepaling van het potentieel voor voorraadbeheer is de ligging ten opzichte van omliggende stortplaatsen. Idealiter zou zijn dat stortplaatsen van hetzelfde type bij elkaar liggen. Er wordt bij de bepaling van de prioritering geen rekening gehouden met de afstand van de stortplaats tot bepaalde verbindingswegen, spoorwegen of vaarwegen gezien er vanuit wordt gegaan dat alle stortplaatsen gelegen zijn ter hoogte van industrieterreinen met een behoorlijke ontsluiting. Voornamelijk de industrieterreinen ter hoogte van Dendermonde, Oudenaarde, Gavere en ten oosten van Nazareth hebben een zeer goede ontsluiting. In afbeelding 3.11 en tabel 3.7 worden de 20 stortplaatsen die het meest in aanmerking komen voor de doelstelling tussentijdse opslag van materialen weergegeven.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
15
Afbeelding 3.11. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 3.3 tussentijdse opslag van materialen
Tabel 3.9. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 3.3 tussentijdse opslag van materialen nr. naam Gemeente 1 GENT STADREINIGING ZWIJNAARDE 7 STORT ALBERGE & VAN OO GENT 65 STORT MOW-STATIONSSTR GAVERE 45 OVMB GENT 12 GENT - AFVALWERKING GENT 4 GEMEENTESTORT POEKSTR DRONGEN 103 STORT METALAF-BOSSTR WAARSCHOOT 9 STORT DIERICKX GENTBRUGGE 32 TEXACO BELGIUM GENT 17 RECYBETON DE PAEPE GENT 40 STADSBESTUUR GENT ZWIJNAARDE 83 STORT ELECTRABEL-OSBROE AALST 2 STADSSTORT KONINGSDONK GENTBRUGGE 16 SMET ENGELBERTUS SINT-DENIJS 30 GHENT DREDGING GENTBRUGGE 33 TEXACO PETROLEUM GENT 43 ILVA VLIERZELE Doelstelling 3. - Totaal In afbeelding 3.12 en tabel 3.8 worden de 10 stortplaatsen die het meest in aanmerking komen voor de doelstelling landfill mining weergegeven.
16
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Afbeelding 3.12. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 3 landfill mining
Tabel 3.10. Top 10 stortplaatsen voor doelstelling 3 landfill mining POM nr. naam Gemeente 1 GENT STADREINIGING ZWIJNAARDE 7 STORT ALBERGE & VAN OO GENT 45 OVMB GENT 43 ILVA VLIERZELE 83 STORT ELECTRABEL-OSBROE AALST 44 INDAVER BEVEREN BEVEREN 82 STORT SPORTVELDEN AALST 130 STORT STADSPARK-OSBROEK AALST 125 STORT I. SCHELDE & LEIE-MEERSW MERELBEKE 48 STORT MOW-RABOTWIJK EVERGEM
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
17
18
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
4.
HERONTWIKKELING VAN STORTPLAATSEN
4.1.
Algemeen In dit hoofdstuk zijn de kosten & baten, aandachtspunten en praktijkvoorbeelden beschreven van de vijf doelstellingen voor duurzame benutting en herbestemming van stortplaatsen, zoals beschreven in hoofdstuk 3. Hierbij is aandacht besteed aan het belang van de herontwikkeling van (oude) stortplaatsen ten aanzien van hernieuwbare energie en CO2balans voor bedrijventerreinen en het belang van de herontwikkeling van (oude) stortplaatsen na ruimtelijke herbestemming voor bedrijventerreinen.
Let op! Geen enkele stortplaats is hetzelfde, dus de sanering, herbestemming en benutting van stortplaatsen voor duurzame energie is per definitie maatwerk. De in dit hoofdstuk beschreven kosten en baten zijn ruwe indicaties gebaseerd op praktijkvoorbeelden en expert judgement. De genoemde bedragen zijn nadrukkelijk niet geschikt voor het maken van kostenramingen of investeringsplannen. Daarbij wordt aanbevolen om te allen tijde (veld)onderzoek te doen naar de aard en samenstelling van het stort.
4.2.
Stortgas
4.2.1.
Productie en winning Het winnen van stortgas wordt op veel nieuwe (vergunde) locaties toegepast. Enkele voorbeelden in Vlaanderen zijn stortplaatsen Depovan, IGEAN, ILVA, Interleuven, IOK en REMO (VITO, 2004). Stortgas wordt gevormd door de afbraak van organisch afval in de stortplaats. De gasproductie en de kwaliteit van het gas verschilt sterk per stort. De gasproductie hangt af van de samenstelling (hoe meer huisvuil, hoe beter), de ouderdom, de grondwaterstand (aerobe afbraak), het volume en de compactheid van de stortplaats (een compacte hoge stortplaats heeft meer potentieel dan een dun stortpakket). De gasproductie bij huisvuilstorten kan variëren van 25 tot 10.000 m 3/uur bij stortvolumes variërend van 100.000 tot 10.000.000 m 3. De productie van stortgas verloopt via een 1orde vergelijking in functie van de tijd. Oude stortplaatsen (>10 - 15 jaar) zijn hierdoor vaak minder interessant voor stortgaswinning. Stortgaswinning kan interessant worden bij een gasproductie vanaf circa 100 m 3/uur (vuistregel). Voor de schatting van stortgasproductie zijn enkele rekentools beschikbaar. Bijvoorbeeld het ‘Afvalzorg Simple Methane Generation and Emission Model’ (www.afvalzorg.nl) of de landfill methane conversion tool van USA EPA (http://www.epa.gov/lmop/projectscandidates/interactive.html). Deze rekenmodellen geven een eerste indicatie van het potentieel aan gasproductie. Aanbevolen wordt om modelberekeningen te verifiëren met veldmetingen.
4.2.2.
Kosten en baten Voor de opvang van stortgas moet een gasonttrekkingsysteem worden geïnstalleerd bestaande uit een gasdrainage en een gasonttrekking (passief of actief) en moet een afschermende (luchtdichte) afdeklaag aanwezig zijn. De aanlegkosten van gasonttrekkingsystemen liggen in de orde van 5 tot 10 € per m 2. De onderhoud- en beheerkosten bedragen per jaar circa 1 € per m² (project Volgermeerpolder, Witteveen+Bos).
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
19
Het stortgas kan op verschillende manier worden benut. Het stortgas kan via een gasmotor en WKK worden om gezet in elektriciteit (groene stroom) of het stortgas kan direct worden benut als biogas (groengas). Gasturbines hebben een minimale input van 1300 m³/minuut nodig en kunnen 1 tot 10 MW leveren. De aanschafkosten voor een gasturbine (> 3 MW) zijn circa 1100 € per kW en de jaarlijkse onderhoudskosten zijn circa 130 € per kW. De aanschafkosten van een kleine gasturbine (< 1 MW) bedragen circa 4000 € per kW en de jaarlijkse onderhoudskosten zijn circa 285 € per kW. De geproduceerde elektriciteit kan op verschillende manier ten gelde worden gemaakt. Het meest lucratief is direct gebruik van de geproduceerde elektriciteit door de producent, in dit geval de eigenaar van de stortgasonttrekking. Indien niet alles voor eigen verbruik kan worden ingezet, dan kan het overschot worden geleverd aan het elektriciteitnet. De tarieven voor teruglevering aan het net zijn relatief laag en veelal ontoereikend om de kosten van de productie van groene stroom te dekken. Om de productie van groene stroom te stimuleren zijn daarom Vlaamse Groenestroomcerticaten (GCS) ingevoerd (zie kader). De minimumprijs voor elektriciteit geproduceerd op basis van stortgas is €60,00 per GSC (= 1.000 kWh). Vlaamse Groenestroomcertficaten (GSC) Eigenaars van installaties die elektriciteit produceren in Vlaanderen op basis van hernieuwbare energiebronnen (wind, zon, biomassa, …) kunnen gratis via de VREG groenestroomcertificaten (GSC) verkrijgen per 1.000 kWh netto-elektriciteitsproductie. Deze GSC kunnen verkocht worden aan een onderhandelde prijs aan de elektriciteitsleveranciers in Vlaanderen of aan een vastgelegde minimumprijs aan de distributienetbeheerders indien aangesloten op het elektriciteitsnet. De vastgelegde minimumprijzen per GSC zijn te vinden op www.vreg.be/minimumsteun. De minimumprijs per certificaat hangt af van de gebruikte technologie en datum waarop de installatie in dienst gaat. De datum in dienst kan ten vroegst gelijk zijn aan de datum van AREI-keuring.
(Bron:http://www.agentschapondernemen.be/maatregel/vlaamsegroenestroomcertificaten-gsc) Return on Investment (ROI) Zoals beschreven hangt de gasproductie sterk af van de ouderdom en samenstelling van het afval in de stortplaats. Het bepalen van een ROI voor stortgaswinning is sterk stortplaatsafhankelijk. Het opgeven van een algemene ROI is niet mogelijk. Het is lastig om een ROI voor stortgas af te geven. Reductie broeikasgassen Naast de winning van duurzame energie levert de benutting van stortgas een belangrijke bijdrage in het terugdringen van broeikasgassen. Ter illustratie: in 1999 bedroeg de methaanemissie uit (oude) stortplaatsen 6% van de totale broeikasgasemissie in Nederland en was daarmee de grootste bron van methaanemissies in Nederland. Aandachtspunten Het belangrijkste knelpunt voor de winning van stortgas uit oude stortplaatsen is dat de productie van stortgas afneemt in de loop van de tijd. Daarbij komt dat voor de installatie van de gasonttrekking eerst de deklaag, en eventuele aanwezige beschermende lagen (folies, etc.), van de stortplaats moeten worden verwijderd. Na installatie van gasdrainage zal
20
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
de stortplaats opnieuw moeten worden afgedekt met een folie. Dit is een vrij ingrijpende en kostelijke operatie. Dit betekent dat de winning van stortgas met name interessant is voor stortlocaties, of delen van stortlocaties, waar recentelijk de stortoperatie is gestopt en waar nog geen definitieve eindafwerking is aangebracht. 4.2.3.
Voorbeelden Stortplaats de Hooge Maey (Antwerpen) als energiecentrale (www.hoogemaey.be) Stortgas Op de stortplaats Hooge Maey is gestart met een proefopstelling geplaatst op 1 ha van de totale bovenoppervlakte. De stortgaswinning is sindsdien uitgebreid naar de volledige oppervlakte (3,5 ha). Bij aanvang werd 1.200 m³ gas per uur via gascollectoren en -leidingen naar gasmotoren gepompt. In afbeelding 4.1 staat de gasprognose van de stortplaats Hooge Maey weergegeven. Afbeelding 4.1. Prognose stortgasproductie Hooge Maey
Om het methaangas maximaal te valoriseren, worden gefaseerd 5 gasmotoren geplaatst. De eerste twee gasmotoren werden geïnstalleerd in 2004 en 2005. Vanaf midden 2007 kon de Intercommunale Vereniging Hooge Maey over 3 motoren van elk 943 kW beschikken. In 2008 produceerde de Intercommunale Vereniging Hooge Maey 15.833 MWh aan duurzame energie. In 2009 werd een 4de motor geplaatst worden met een vermogen van 1.260 kW. Vandaag komt de elektriciteitsproductie overeen met een elektriciteitsverbruik van ongeveer 14.400 inwoners. In de toekomst zal de productie verdubbeld worden. Volgens prognoses zal in 2020 nog één gasmotor in bedrijf zijn. Energiecentrale De opgewekte groene stroom wordt deels gebruikt voor de eigen behoeften en deels aan het net geleverd. De restwarmte van de motoren wordt gebruikt om de nabijgelegen buren te verwarmen. Door de herprofilering van de taluds hebben deze nu een perfecte hellingsgraad voor een bijkomende nuttige toepassing, namelijk zonnepanelen, die eveneens groene stroom produceren (afbeelding 4.2).
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
21
Afbeelding 4.2. Hooge Maey Energiecentrale
Zonnepanelen leveren stroom voor 20 gezinnen Op 19 januari 2011 werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor de bouw van een installatie met zonnepanelen. De werken werden gestart op 19 mei 2011 en op 27 januari 2012 kon de installatie in dienst genomen worden. De zonnepanelen zijn gemonteerd op een helling van de stortplaats en hebben een oppervlakte van circa 550m². De opbrengst bedraagt 68,475MWh per jaar. Aangezien een doorsnee gezin jaarlijks een verbruik heeft van 3,5MWh, betekent dit dat deze zonnepanelen voldoende stroom leveren voor ongeveer 20 gezinnen. Windmolens De locatie van de Hooge Maey, te midden van het uitgestrekte Antwerpse havengebied, is uiterst geschikt om via wind energie op te wekken. Met het gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen werd een overeenkomst afgesloten voor de uitbouw van een windmolenpark in het havengebied. Afvalstortplaats ’t Rikkerink in Ambt Delden (NL) (http://www.bioWKK.eu) De woonwijk Windmolenbroek wordt verwarmd met groene warmte. De wijkverwarming draait grotendeels op biogas, dat via 10 km leiding aangevoerd wordt uit Ambt Delden. Met dit gas wordt in de warmtecentrale ook groene stroom opgewekt. De warmtecentrale krijgt biogas via een meer dan 10 kilometer lange kunststofleiding van afvalstortplaats ’t Rikkerink in Ambt Delden. De afvalstortplaats ’t Rikkerink, die op een oppervlak van 25 hectare 2,5 miljoen ton afval herbergt, is al sinds 1984 gesloten. De winning van het gas is dus pas na de sluiting begonnen. Inmiddels heeft men al het equivalent van 40 miljoen m³ aardgas gewonnen. De gasproductie neemt geleidelijk af; er wordt nu nog ca. 250 m³ biogas per uur onttrokken. Al het gas wordt volledig benut. Er is zelfs geen fakkel meer aanwezig op ’t Rikkerink.
22
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Vanheede Environment Group en Volvo Trucks lanceren 1ste hybride-vuilniswagen (26 ton) in België Op 14 juni 2012 lanceerden het Belgische milieubedrijf Vanheede Environment Group (Roeselare) in samenwerking met Volvo Trucks, Nebim nv en Geesinknorba de eerste hybride-vuilniswagen (26 Ton) in België. De energie voor deze plug-in opbouw is afkomstig van de energie opgewekt uit stortgas uit de stortplaats te Roeselare. Iedere nacht zal het voertuig in zijn thuisbasis Roeselare opgeladen worden met groene energie afkomstig van stortplaats te Roeselare. (Bron: http://www.vmx.be/vanheede-environment-group-en-volvotrucks-lanceren-1ste-hybride-vuilniswagen-26-ton-belgie) 4.3.
Windenergie Het potentieel voor windenergie is met name afhankelijk van de ligging, gemiddelde windkracht en de ruimtelijk bestemming van een locatie en directe omgeving. Een windmolen, met 2 of 3 wieken, met een diameter van 40 m en een masthoogte van 50 m, kan bij een optimale windsnelheid (windkracht 6) 500–750 kW leveren. Een windmolen met een rotordiameter van 60 m en een masthoogte van 70 m kan een vermogen hebben van 1 tot 1,5 MW. Een windmolen met een masthoogte van 70 tot 108 m kan een generator vermogen leveren van 2 tot 3 MW. Deze laatste categorie windmolen wordt het meest toegepast. Bij het plaatsen van windmolens is ook de fundering van de windmolen een belangrijk aandachtspunt. Om problemen met instabiliteit van het stortpakket te voorkomen worden windmolens vaak aan de rand van een stortplaats geplaatst. Maar bij diverse projecten is gebleken dat met de juiste maatregelen het goed mogelijk is om een windmolen te funderen op een stort. Een goed voorbeeld zijn de windmolens bovenop de Georgwerder Landfill in Hamburg zie afbeelding 4.3. (Bron: www.iba-hamburg.de/en/themesprojects/energieberg-georgswerder/projekt/energy-hill-georgswerder.html)
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
23
Afbeelding 4.3. Windmolens bovenop de Georgwerder Landfill in Hamburg
4.3.1.
Kosten en baten Door AgentschapNL wordt jaarlijks de kostprijs berekend voor de productie van duurzame energie. De kostprijs voor de productie van hernieuwbare energie wordt verrekend in het basisbedrag voor de technologie. Dit is een gemiddelde: de som van investerings- en exploitatiekosten, plus een redelijke winstmarge (7,8%), gedeeld door de te verwachten hoeveelheid geproduceerde duurzame energie. Dit basisbedrag wordt gebruikt voor de berekening van subsidie op duurzame energie (SDE+-regeling). In tabel 4.1 staan de kosten voor vijf categorieën van windenergie op land plus wind- energie in meren. De investeringskosten zijn inclusief de kosten voor fundering (inclusief heipalen), elektrische infrastructuur, grondverwervingskosten, bouwrente en Construction AllRisk (CAR)-verzekering tijdens de bouw. Deze kosten vormen 29% van de totale investeringskosten. De variable kosten bestaan uit garantie- en onderhoudscontracten en worden geraamd op ongeveer 1 €ct/kWh, waar bovenop 2% inflatie is gerekend. Daarbij komen de grondkosten die geraamd zijn op 0,53 €ct/kWh. De vaste jaarlijkse kosten zijn 15,3 €ct/kWh voor kosten als Aansprakelijkheidsverzekering, machinebreukverzekering, stilstandverzekering, netinstandhoudingskosten, eigenverbruik, ontroerendezaakbelasting (OZB), opstalvergoeding, beheer- en wegenonderhoud.
24
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Tabel 4.1. Technische en economische parameters voor windenergie (ECN, 2013)
In tabel 4.2 staan de berekende basisbedragen op basis van de kosten en verwachte opbrengsten voor een installatie van 15 MW. De energieopbrengst is bepaald middels een vermogenskromme per windturbine en een gegeven jaargemiddelde windsnelheid. Voor weinig windrijke gebieden is een gemiddelde windsnelheid van 7 m/s op 100 meter ashoogte aangehouden. Voor windrijke gebieden is dit 7,25 m/s, voor zeer windrijke gebieden 7,5 m/s en voor uiterst windrijke gebieden 8,0 m/s. Er is rekening gehouden met een opbrengstverlies van 10 %. Voor een nadere toelichting op de kosten en baten berekening voor windenergie wordt verwezen naar ‘Basisbedragen in SDE+2013 eindadvies, ECN 2013’. Tabel 4.2.
Basisbedrag (€ct/kWh) voor wind op land en wind op meren van de bestaande categorieën binnen SDE+ voor installatie van 15 MW (ECN, 2013)
Groene stroom certificaten (GSC) Voor windenergie op land is de GSC minimumprijs €90,-- per 1.000 kWh, oftewel 9 €ct/kWh. Als we aannemen dat de Nederlandse en Vlaamse kostprijs voor windenergie op land vergelijkbaar is, dan zijn de kosten en opbrengsten voor wind op land voor categorie ‘windrijk’ gelijk. Voor de categorieën ‘zeer windrijk’ en ‘uiterst windrijk’ zijn de opbrengsten respectievelijk 1 €ct/kWh of 2€ct/kWh hoger dan de kostprijs (uitgaande van de Nederlandse kostprijs en prijs voor levering van elektriciteit aan het net). Bovenstaande kostprijs is gebaseerd op een installatiegrootte van 15 MW, dit komt overeen met een vermogen van circa 5-7 windmolens met een ashoogte van 100 meter. Verder zijn extra kosten voor aanvullende maatregelen voor fundering in een stort niet meegenomen. Daar staat tegenover dat kosten voor bijvoorbeeld grondverwerving zijn meeberekend. Indien een (stort)eigenaar zelf windmolens bouwt vervallen de kosten voor grondverwerving.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
25
4.3.2.
Aandachtpunten -
-
-
4.3.3.
het rendement van een windmolen is sterk afhankelijk van windsterkte en eventuele obstakels in de buurt. Indien meerdere windmolens worden geplaatst is het belangrijk ook om rekening te houden met interferentie tussen windmolens; de plaatsing van windmolens is gebonden aan diverse omgevingsfactoren, zoals effect op radarstations, vogels, verkeer, scheepvaart, slagschaduw, landschap en geluid. Voor eventuele plaatsing van windmolens zal eventuele effecten moeten worden getoetst (omzendbrief LNE/2009/01 – RO/2009/01 Beoordelingskader voor de inplanting vankleine en middelgrote windturbines; bij plaatsing van windmolens op stortplaatsen is de fundering van windmolens een (extra) belangrijk aandachtspunt; de initiële investeringskosten voor windenergie zijn ten opzichte van andere duurzame energie (zon, stortgas, biomassa) relatief hoog.
Voorbeelden Wind Power Plant landfill Autobahn/Rennstrecke (Dld) In kader van het Sufalnet4eu project is in County of Böblingen de haalbaarheid van windenergie op stortplaats Autobahn/Rennstrecke onderzocht. De locatie is geschikt voor maximaal twee windmolens met een hoogte van 130 meter en een rotordiameter van 100 meter en een capaciteit van 2 tot 3 MW. De verwachte investering is circa €9.900.000,--. De kosten voor onderhoud, hen reparaties zijn circa €5.400.000,--. De verwachte opbrengsten in 20 jaar zijn circa €17.500.000,-- uitgaande van een productie van 9.600 MWh per jaar en een prijs van 8,58 €ct per MWh. De terugverdientijd komt hiermee neer op 20 jaar. (www.sufalnet4.eu)
4.4.
Zonne-energie
4.4.1.
Installatie en opbrengst Voormalige stortplaatsen lenen zich goed voor het realiseren van grootschalige toepassing van zonnepanelen. Deze kunnen geplaatst worden op ondersteuningsconstructies die gefixeerd worden in de ondergrond. De maximale productie met zonnepanelen wordt bereikt bij een oriëntatie tussen zuidoost en zuidwest en bij een hellingshoek tussen 20 en 50 graden, Bij optimale plaatsing bedraagt de jaarlijkse opbrengst circa 120-135 kWh/m² per jaar. Het vermogen van gangbare zonnepanelen bedraagt circa 150 Wp/m² (bij standaard omstandigheden).
4.4.2.
Kosten en baten Voor de geproduceerde elektriciteit kunnen in Vlaanderen groenstroomcertificaten worden verkregen die verhandeld kunnen worden. Mogelijke verhandelmethoden zijn bilateraal (afspraak tussen twee partijen), via certificatenbeurs en via verkoop aan netbeheerder tegen wettelijke minimumprijs. De investeringskosten bestaan uit kosten van panelen, omvormers, aansluitmaterialen, draagconstructie en installatiekosten. Voor de investeringskosten voor een grootschalig systeem kan tussen circa 1,25 tot 1,50 €/Wp aangenomen worden.
26
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Return on Investment Bij levering van elektriciteit aan het openbare net bedraagt de terugverdientijd bij de huidig geldende standaardtarieven en subsidieregelingen voor grote projecten circa 15 jaar, uitgaande van circa € 41,- per MWh voor levering aan het net en een GSC van € 53,- per jaar. Bij gedeeltelijke levering aan derden of bij eigen gebruik kan de terugverdientijd aanzienlijk korter zijn (afhankelijk van de elektriciteitstarieven). 4.4.3.
Aandachtspunten -
4.4.4.
bij de installatie van de zonnepanelen is het belangrijk dat eventuele afdekconstructies en/of gasdrainage systemen niet worden beschadigd; nadeel van zonnepanelen is dat de stroomproductie varieert door het jaar heen (hoog in de zomer en laag in de winter); indien geen hoogspanningsnet aanwezig is nabij de stortplaats zullen extra kosten voor extra leidingwerk tot dichtstbijzijnde hoogspanningsnet moeten worden gemaakt voor het leveren van groene stroom aan het net.
Voorbeelden Zonnepark Moervaart BeauVent CVBA en OVMB NV slaan in 2011 de handen in elkaar onder de vorm van een tijdelijke handelsvennootschap met als doel het creëren van een zonnepark met een vermogen van 1 MW op de taluds van een deponie. Deze terreinen grenzen aan de Moervaart. Vandaar ook de toepasselijke naam: "Zonnepark Moervaart" (zie afbeelding 4.4.). Op de zuidoost en zuidwest georiënteerde flanken van de deponie worden op de 3 bovenste hellende stukken 4400 zonnepanelen geplaatst. Alle geproduceerde stroom wordt op het net gezet en verkocht aan een elektriciteitsleverancier. Er wordt hier zo'n 850.000 kWh aan groene stroom op het net gezet. Dit is goed om zo'n 250 gezinnen te voorzien van groene stroom. De installatie levert vanaf 2011 zijn stroom aan het net (www.beauvent.be.).
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
27
Afbeelding 4.4. Zonnepark Moervaart
Zonnepanelen op stort in Appels (bron: Het Laatste Nieuws,14 april 2011) Afvalintercommunale Verko heeft in 2011 in Appels één van de grootste zonnepanelenparken van Vlaanderen gebouwd (zie afbeelding 4.5.). Dat park is aanlegd op de voormalige stortplaats, die na tien jaar ‘nazorg’ veilig werd verklaard door de hogere overheid. Dit zonnepark moet genoeg energie opwekken om zowel Verko als intercomunale DDS van stroom te voorzien. Dit park bestaat uit ruim 16.000 vierkante meter van het bijna 62.000 vierkante meter grote gebied innemen. De panelen zullen twintig jaar lang ruim 2.000.000 kWh elektrische stroom per jaar produceren. Die stroom zal vooral gebruikt worden voor de nabijgelegen afvalverwerkingsinstallaties van Verko. De overschotten van de groene stroom worden ter beschikking gesteld op het hoogspanningsnet van Eandis. Concreet komt het erop neer dat het zonnepark ongeveer 50% van de jaarbehoefte van Verko aan stroom kan leveren, een hoeveelheid die te vergelijken is met het jaarverbruik van 570 gezinnen.
28
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Afbeelding 4.5. Zonnepanelen stort in Appels
4.5.
Energiegewassen
4.5.1.
Teelt van gewassen voor bio-energie of groene grondstof Stortplaatsen kunnen benut worden voor het teelt van korte omloophout (bijv. wilgen) en energiegewassen (bijv. Myscanthus). Een belangrijk voordeel van de teelt van energiegewassen op stortplaatsen is dat deze terreinen veelal niet geschikt zijn voor reguliere landbouw, waardoor geen concurrentie optreedt met voedselgewassen. Belangrijke criteria voor de teelt van energiegewassen is het oppervlak (minimaal 5 hectare) en de dikte en kwaliteit van de deklaag. In Scandinavië en Duitsland is veel ervaring met wilgenplantages. In Nederland is onderzoek gedaan door Stichting Probos naar de mogelijkheden van wilgenteelt op stortplaatsen ‘Kansen voor wilgenteelt in Nederland’ (Boosten en Oldenburger, juni 2011). In 2011 is bij een bedrijventerrein in Zevenaar (NL) een wilgenplantage aangelegd. Het wilgenhout zal in de toekomst worden gebruikt om de houtgestookte verwarmingsinstallatie van het bedrijf BKC te stoken. Ook in Vlaanderen is ervaring met teelt van energiegewassen, bijvoorbeeld in de Kempen op met metalen verontreinigde grond (INBO, UGent).
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
29
Afbeelding 4.6.
Wilgenplantage kort na de aanplant (links) en na twee groeiseizoenen (rechts)
Naast energiegewassen kunnen stortplaatsen ook gebruikt worden voor de teelt van groene grondstoffen, zoals vlas en vezelhennep. In Duitsland, Frankrijk en recentelijk ook in Nederland is de teelt van vezelhennep in opkomst. Het stro kan verwerkt worden tot vezels en scheven (houtig materiaal). De sterke vezel wordt gebruikt als groene grondstof in isolatiemateriaal, versterking in composieten, agro-/geotextiel, enz. De scheven zijn uitermate geschikt als stalstrooisel of voor productie van spaanplaten. In 2011 is in West-Vlaanderen door Provinciaal Onderzoekscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT) een pilot gedaan met 9 hectare vezelhennep (Bron: Inargo). Pantanova, Universiteit Twente en Witteveen+Bos doen samen onderzoek naar hoogwaardige teelt en toepassingen van vezelhennep in Nederland. Afbeelding 4.7.
4.5.2.
Oogst van vezelhennep
Kosten en baten wilgenteelt (korte omloophout) Stichting Probos heeft in de publicatie ‘Kansen voor wilgenteelt in Nederland’ (Boosten en Oldenburger, juni 2011) de kosten en opbrengsten van wilgenteelt beschreven. In tabel 4.3 wordt de uitkomsten van hun analyse samengevat. Bij de berekening van de kosten is ervan uitgegaan dat het terrein redelijk egaal is en dat met enkel hoeft te ploegen en te eggen om het terrein gereed te maken voor de aanplant. De dikte van de leeflaag op de stortplaats moet minimaal 1,5 meter zijn. Voor de berekening van de opbrengsten is uitgegaan van een houtsnipperprijs van € 60,-- per ton droge stof. Voor een uitgebreide toelichting op de teelt, kosten en opbrengsten wordt verwezen naar de publicatie van Stichting Probos (Boosten en Oldenburger, juni 2011).
30
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Tabel 4.3.
Opbrengsten van wilgenplantages van 1 hectare groot met verschillende levensduur in vergelijking tot de kosten (Stichting Probos)
Return on Investment Uit tabel 4.3 blijkt dat na periode van 15 jaar (5 oogstcycli) de wilgenplantage winstgevend wordt. De berekening is gebaseerd op 1 hectare wilgen en Nederlandse prijzen. De prijzen in Duitsland voor houtsnippers liggen aanzienlijk hoger, namelijk 79 tot 80 € per ton (DS) houtsnippers. Bij een groter aantal hectares kunnen de kosten voor met name oogsten en verwerking ook lager worden. Secundaire baten Planten en bodem op een stort dragen bij aan (versnelde) verdamping van neerslag. Vermindering van infiltratie van regenwater in de stort zorgt ervoor dat eventuele kans op verspreiding van verontreinigingen kleiner wordt. 4.5.3.
Kosten en baten vezelhennep De gemiddelde opbrengst van vezelhennep is circa 8-9 ton/ha, waarvan 3 ton vezels, 5 ton stro en 1 ton oliehoudend zaad. De marktprijs van hennepstro is circa 130 ton/ha en de marktprijs van hennepzaad is 800 € per ton. De opbrengst van de pilot in West-Vlaanderen in 2011 was gemiddeld 9,5 ton/ha. De netto winst was 400 - 600 € per ha. In 2012 is de pilot uitgebreid naar 14 hectare en zijn naast stro ook de zaden geoogst. De netto winst in 2012 was 800-900 €/ha (Bron: Inargo). Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een pilot met als doel een eerste aanzet te geven tot ontwikkeling van lokale vezelhennep industrie in Vlaanderen. Voor deze pilot zijn oogstmachines gebruikt uit Nederland, waar ook de verwerking heeft plaatsgevonden. Indien in Vlaanderen daadwerkelijk een lokale hennepketen tot ontwikkeling komt dan kunnen oude stortplaatsen zeker interessant locaties zijn voor de teelt.
4.5.4.
Aandachtspunten -
-
de dikte van de deklaag moet voldoende dik zijn voor beworteling van gewassen. Voor wilgen moet de deklaag minimaal 1,5 meter zijn, ervan uitgaande dat de stortplaats sterk verontreinigd is en bestaat uit ondoordringbare lagen. Indien de stort voornamelijk bestaat uit grond en/of slib kan een deklaag van kleiner dan 1,5 meter mogelijk ook volstaan; de groei van bomen en gewassen is sterk van afhankelijk van de beschikbaarheid van water en de bodemkwaliteit, zoals vochtvasthoudend vermogen, beluchting, doorworteling en beschikbaarheid van nutriënten.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
31
-
4.5.5.
de locatie moet toegankelijk zijn voor landbouwmachines. Steile hellingen kunnen de aanplant en oogst van gewassen bemoeilijken; op dit moment zijn in Vlaanderen geen oogstmachines beschikbaar voor de oogst van vezelhennep en wilgen.
Voorbeelden In paragraaf 3.4.1 is voorbeeld genoemd van wilgenteelt op een bedrijventerrein in Zevenaar en een pilot met teelt van industriële hennep in West-Vlaanderen. Onderstaand een voorbeeld van Wilgenteelt op een stortplaats in Duitsland. Korte omloophout op Froschgraben-landfill in Ludwigsburg (D) Van 2009 tot 2011 is op 1,8 hectare op de stortplaats Frosch-gaben een pilot uitgevoerd met drie diverse boomsoorten zoals els, robinia en populier. De pilot is goed verlopen. Er waren geen grote verschillen in opbrengst tussen de boomsoorten. Wel bleek de grondsoort en met name het vochtvasthoudend vermogen belangrijk voor de opbrengst. Op basis van de kosten en opbrengst is berekend dat na 15 jaar de energieplantage winstgevend wordt (www.sufalnet4.eu).
4.6.
Ruimtelijk herbestemmen Stortplaatsen worden vaak niet betrokken bij ruimtelijke ontwikkeling, omdat men denkt dat nieuwe functies niet mogelijk zijn. Dit is vaak onterecht. Stortplaatsen kunnen zeer goed worden herbestemd tot natuur- en recreatiegebied (indoor skibaan, golfbaan, etc.), energiewinning (zon, wind, energieteelt), maar ook als bouwlocatie. Er zijn diverse voorbeelden waarbij op stortlocaties is gebouwd. Natuurontwikkeling Een bekend voorbeeld waarbij een stortplaats is herontwikkeld tot een zeer bijzonder en waardevol natuur- en recreatiegebied is de stortplaats Volgermeerpolder te Amsterdam. In een voormalige veenafgravingsput met een oppervlakte van 100 hectare, is eerst huisvuil en later ook chemisch afval gestort. Het afval is geïsoleerd door afdekking van het afval met grond en een folielaag (2 mm HDPE-folie). Bovenop de afdeklaag is waterrijke natuur ontwikkeld, waarin de randvoorwaarden worden gecreëerd voor veenontwikkeling (afbeelding 4.8). Met de ontwikkeling van veen wordt getracht een natuurlijk afdeklaag te creëren die op termijn de functie van de folie als beschermende laag kan overnemen, het zogenaamde Natural Cap concept. In 2011 is de sanering en herontwikkeling afgerond en is het gebied weer opgesteld voor recreatie (www.naturalcap.eu).
32
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Afbeelding 4.8.
Luchtfoto van waterrijke natuur op de stort Volgermeerpolder
Bouwlocatie Een bekend voorbeeld is de bouw van het hoofdkantoor Afvalzorg op stortplaats Nauerna in Assendelft in Nederland (zie afbeelding 4.9). Een ander voorbeeld is de herontwikkeling tot bedrijventerrein van de voormalige stortlocatie aan de Schonenvaardersstraat te Deventer (Witteveen+Bos, 2004). Het terrein heeft een oppervlak van 5,5 hectare. Voor de sanering en bouwrijp maken van de voormalige huisvuilstort en gemeentewerf is gekozen voor functiegerichte aanpak. De sanering bestond uit het herschikken en afvoeren van afval en verontreinigde grond om zo een veilige leeflaag te creëren. Door slim herschikken kon afvoer van verontreinigde grond en aanvoer van schone grond tot het minimum worden beperkt. Voor het tegengaan van ophoping van stortgas zijn twee voorzieningen getroffen: 1) de aanleg van een goed doorlatende grindlaag onder het maaiveld en 2) de vloeren van de gebouwen zijn boven het maaiveld aangebracht zonder kruipruimte waardoor natuurlijke beluchting kan plaats vinden onder de bebouwing. Verder zijn de gebouwen gefundeerd op palen in verband met zetting van het stortpakket. In de afgelopen jaren is de locatie in gebruik genomen en hebben diverse bedrijven zich hier gevestigd. Het beheer en de nazorg, waaronder jaarlijkse monitoring van de voormalige stort is overgedragen aan Nazorgbodem B.V, een overheids BV die de complete (na)zorg van verontreinigde bodem van bedrijven en overheden kan overnemen. Afbeelding 4.9. Hoofdkantoor van Afvalzorg op stort Nauerna (links) en een bedrijfspand op de voormalige stort Schonenvaarderstraat (rechts)
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
33
4.6.1.
Kosten en baten De kosten van een herbestemming van een stortplaats hangen sterk af van de karakteristieken van de stortplaats en de aanwezige verontreiniging en daarmee de omvang van de sanering, beheer en nazorg. De kosten voor sanering kunnen variëren van €10 per m 2 wanneer enkel grondverzet kan volstaan om de locatie bouwrijp te maken, tot €100 per m 2 wanneer een uitgebreide sanering (afvoer en reiniging van verontreinigde grond, afdekkende constructie, stortgasdrainage, etc.) noodzakelijk is. Daarbij komen nog de jaarlijkse kosten voor nazorg- en beheer, welke uiteen kunnen lopen van 5 tot 30 € per m 2. In steeds meer gevallen wordt nazorg van de stortlocatie overgedragen (en/of afgekocht) aan hiervoor speciaal toegelegde organisaties, zoals bijvoorbeeld is gedaan bij stort Schonenvaarderstraat. De opbrengsten van een herbestemming zijn sterk afhankelijk van nieuwe functies. Ter indicatie zijn onderstaand de kosten en baten weergegeven van de sanering en herbestemming van de Volgermeerolder en Schonervaarderstraat. Natuurontwikkeling op stortplaats Volgermeerpolder De kosten voor het totale Volgermeerpolder project is €100.000.000,-, waarvan ongeveer 2/3 was voor isolatie en herinrichting en 1/3 voor nazorg en beheer. Gezien de ernst en de omvang van de verontreinigingen was het primaire doel om een veilige situatie te creëren. De herbestemming tot natuur- en recreatiegebied heeft geen directe opbrengsten, maar het terrein heeft wel bijzondere landschaps- en natuurwaarden gekregen. Op dit moment wordt bekeken of het gebied in de toekomst ook onderdeel kan uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In dat geval zou je kunnen zeggen dat de ontwikkeling van natuur op de Volgermeerpolder een waarde heeft vergelijkbaar met de aanleg van 100 hectare nieuwe natuur. Dit komt neer op een waarde van circa €5.000.000, uitgaande van aankoopprijs van €50.000,- per hectare landbouwgrond voor natuurontwikkeling (kosten voor natuurontwikkeling en beheer niet meegenomen). Ontwikkeling bedrijventerrein op stort Schonenvaarderstraat te Deventer De kosten en opbrengsten van de herontwikkeling van stort Schonenvaarderstraat zijn grofweg: - sanering en bouwrijp maken: €350.000,00; - afkoop nazorg en beheer: €225.000,00; - opbrengst (bruto) verkoop kavels industrieterrein: €3.500.000 - €5.500.000 (schatting).
4.6.2.
Aandachtspunten -
-
4.6.3.
het is lastig om een goed beeld te krijgen van de samenstelling en aard van de stortplaats. Het is belangrijk om de theorie altijd te toetsen met proefsleuven en pilotsaneringen; de organisatie en financiering van nazorg en beheer van stortplaatsen is een belangrijk aandachtspunt voor de kansen op herbestemmen; het saneren en bouwrijp maken van stortplaatsen kunnen tot (tijdelijke) overlast leiden voor de omgeving als afval wordt blootgelegd (stank, verwaaiing, etc.). Intensieve en vroegtijdige communicatie en afstemming met de omgeving is hierin cruciaal.
Voorbeelden In paragraaf 4.6 zijn enkele voorbeelden van herbestemmen beschreven.
34
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
4.7.
Landfill mining De vraag naar grondstoffen en energiebronnen is groot en stijgt nog steeds. Het opnieuw inzetten van materialen die tijdelijk uit de materialenkringloop verdwenen waren is dan ook een belangrijke uitdaging. De Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij (OVAM) ziet stortplaatsen als een mogelijke nieuwe bron van materialen of energie. Deze zouden via Enhanced Landfill mining ontgonnen kunnen worden. Enhanced Landfill Mining (ELFM) is een concept dat de valorisatie van materialen en energie uit een stortplaats zo duurzaam mogelijk uitvoert met zowel een maximalisatie van materiaalrecyclage als een optimale energieproductie. In deze studie worden drie doelstellingen voor landfill mining onderscheiden: - hergebruik van materialen (Waste to Materials); - energie uit materialen (Waste to Energy); - tussentijdse opslag (temporary storage).
4.7.1.
Kosten en baten Van alle (voorgaande) besproken functies zijn de kosten en baten van landfill mining het meest afhankelijk van locatiespecifieke omstandigheden. In het algemeen kan gesteld worden dat tot op heden enkel het terugwinnen van materialen uit oude storten niet rendabel is. Met uitzondering van enkele bijzondere gevallen, zoals monostorten met metalen (bijv. mijnafval of staalslakken). Enerzijds zijn de kosten voor het ontgraven, scheiden, reinigen en verwaarden van afval hoog en anderzijds zijn de directe opbrengsten van gangbare afvalmaterialen (plastic, grond, hout, ijzer, papier, etc.) laag. Echter, landfill mining kan in combinatie met andere functies zoals herbestemmen weldegelijk interessant zijn. Door het verwijderen van de stort kan herbestemming aantrekkelijker worden en komen kosten voor nazorg en beheer te vervallen. Op dit moment wordt in Vlaanderen veel onderzoek gedaan naar nieuwe technieken voor het ontginnen van stortplaatsen (zie voorbeeld in paragraaf 4.7.3). Hergebruik van materialen (WtM) De kosten voor terugwinnen en hergebruik van materialen bestaan met name uit het ontgraven, scheiden, reinigen, transporteren en eventueel nabehandeling van afval en grond. De kosten voor het ontgraven van een stort is circa 2 - 3 € per m 3. De kosten voor het scheiden van afval kunnen variëren van €3 (zeven) tot €15 per m 3. De transportkosten binnen een straal van 30 km zijn circa 10 tot 15 € per m3. De opbrengsten van materialen hangt sterk af van in hoeverre sprake is van bijmeningen en/of verontreinigingen van het materiaal. Schoon ijzerschroot heeft een waarde van circa 20 €cent per kg. Schoon elektronisch afval (e-waste) heeft een waarde van 8 €cent per kg. De overige materialen zoals plastic, papier, kleding en hout hebben nagenoeg geen marktwaarde. Een ander belangrijk materiaal uit stortplaatsen is grond. Veel oude stortplaatsen bestaan voor een belangrijk deel uit licht tot sterk verontreinigde grond. Het percentage zand in een stort kan wel oplopen tot 70 procent. Het scheiden van grond en afval kan dus al resulteren tot een forse volumereductie. Sterk verontreinigde grond zal moeten worden gereinigd. De kosten voor het reinigen van sterk verontreinigde grond is circa €30 tot €50 per ton. De licht verontreinigde grond kan onder bepaalde voorwaarden direct worden hergebruikt. De uitgegraven bodem die concentraties van stoffen bevat die hoger zijn dan de waarden vermeld in bijlage V van het VLAREBO kan ook in aanmerking voor bouwkundig bodemgebruik of voor het gebruik in een vormvast product, indien de uitgegraven bodem voldoet
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
35
aan de voorwaarden opgenomen in bijlage VI en VII van de VLAREBO. De kosten en opbrengsten van hergebruik van licht verontreinigde grond is sterk van de lokale vraag en aanbod afhankelijk. Maar in sommige gevallen kan lichtverontreinigde grond een waarde hebben van 1 tot 2 € per m 3. Energie uit materialen (WtE) De energie die geproduceerd wordt door afvalverbrandingsoven wordt gezien als vorm van duurzame energie. De kosten voor het verbranden van afval bestaan uit de kosten voor ontgraven en transport naar een verbrandingsoven en liggen in de orde van 12 tot 18 € per m 3. Daarbij komen de kosten voor het verbranden. Het tarief voor verbranding van 1 ton laagcalorische bedrijfsafvalstoffen was in 2011 gemiddeld €115,64/ton, exclusief milieuheffingen. Voor hoogcalorische bedrijfsafvalstoffen bedroeg het tarief gemiddeld €96 /ton (bron: OVAM). Indien veel hoogcalorische materialen (papier-, karton-, plastic-, rubber-, en houtresten) in een stort aanwezig kan het interessant zijn om dit te scheiden en in te zetten als (vervangende) brandstof RDF (Refuse Derived Fuel) voor energiecentrales of industriële processen. Dit kan als RDF-fluff ofwel los gedroogd materiaal die vervolgens tot balen worden geperst. Of het maken van RDF-pellets. De prijs voor RDF-pellets is circa €50 per ton. Materialen tijdelijk opslaan (Temporary storage) In afwachting van gunstige marktomstandigheden en/of technologische vooruitgang van ontginnings- en verwaardingstechnieken kan het interessant zijn om bepaalde specifieke afvalstromen (bijv. metaalhoudende materialen) samen te brengen en tijdelijk op te slaan (zie afbeelding). De voorwaarden en voorzieningen die moeten worden getroffen voor een tijdelijke opslag zijn sterk afhankelijk van het type materiaal en de mate van verontreiniging. Indien de tijdelijke opslag kan plaatsvinden op de voormalige stortlocatie zonder extra voorzieningen te treffen dan kunnen de kosten beperkt blijven tot circa €1 per m 3. Als extra voorzieningen moeten worden getroffen zoals de aanleg van een onder- en/of bovenafdichting dan kunnen de kosten oplopen tot €5 per m 3. Secundaire baten Het weghalen van een stort kan de mogelijkheden voor herbestemmen vergroten en daarmee tot extra inkomsten leiden bij de grondverkoop. Het definitief verwijderen van een stort kan ook bijdragen aan een waardestijging van direct aangrenzende percelen. Bij operationele stortplaatsen kan het reduceren van de hoeveelheid opgeslagen afval weer extra stortcapaciteit opleveren en daarmee nieuwe inkomsten genereren bij opslag van nieuwe afvalstromen. Wanneer het volume van het stort blijvend wordt gereduceerd vallen kosten voor nazorg en beheer gedeeltelijk weg of komen (gereserveerde) budgetten vrij. De kosten voor nazorg en beheer van stortplaatsen zitten in de orde van 5 tot 30 € per m². Met terugwinnen en hergebruik van materialen uit stortplaatsen wordt ook milieudruk en kosten van grondstoffenwinning elders beperkt. Verder draagt het bij aan de ontwikkeling van lokale recyclage-industrie en het sluiten van kringlopen, wat bijdraagt aan de ontwikkeling richting een meer circulaire economie. Bijvoorbeeld de Ellen MacArthur Foundation heeft berekend dat de ontwikkeling van een circulaire economy in de EU 630 miljard dollar kan opleveren in 2025 (Towards a circular economy, Ellen MacArthur Foundation, Vol1, 2012).
36
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
4.7.2.
Aandachtpunten -
4.7.3.
het is lastig om een goed beeld te krijgen van de samenstelling en aard van de stortplaats. Het is belangrijk om de theorie altijd te toetsen met proefsleuven en pilots; Landfill mining is erg in ontwikkeling en er is sterk de behoefte om nieuwe concepten en technologieën in de praktijk te testen; de aanwezigheid van verontreinigingen zoals asbest kan landfill mining zeer bemoeilijken ten gevolge van/door veiligheids- en gezondheidsrisico’s; Landfill mining activiteiten kunnen tot (tijdelijke) overlast leiden voor de omgeving als afval wordt blootgelegd (stank, verwaaiing, etc.). Het treffen van beschermende maatregelen en communicatie met de omgeving is hierin cruciaal. Martkprijzen voor materialen gelden voor schone materialen. Het scheiden en reinigen van materialen uit stortplaatsen is een grote uitdaging.
Voorbeelden Closing the Circle - Groep Machiels Closing the Circle (CtC) is het Enhanced Landfill Mining project van Group Machiels dat de totale valorisatie voorziet van het huishoudelijke en industriële afval opgeslagen in de Remo stortplaats in Houthalen-Helchteren, door het recupereren van materialen en het energetisch valoriseren van het brandbare residu. Uiteindelijk wordt het hele gebied getransformeerd in duurzaam natuurgebied. Het CtC project wordt ontwikkeld door Group Machiels en het ELFM onderzoeksconsortium, dat zowel technische als niet-technische aspecten onderzoekt. Het Closing the Circle project werd geïnitieerd in 2007. Haalbaarheidsstudies werden uitgevoerd door het ELFM onderzoeksconsortium om de aannames, die tijdens de conceptfase opgemaakt waren, te valideren. De nodige vergunningen voor de materiaal- en energierecuperatie installaties (Waste-to-Material, WtM en Waste-to-Energy, WtE) worden in 2015 verwacht waardoor de installaties in 2017 in gebruik genomen kunnen worden voor een periode van 20 jaar. Gedurende die periode wordt het hele gebied omgevormd tot duurzaam natuurgebied. De Remo stortplaats is reeds operationeel sinds het begin van de jaren 70. De stortplaats beslaat een oppervlakte van 130 ha en is gelegen in de directe omgeving van de gemeentes Heusden-Zolder, Houthalen en Helchteren. De CtC site is omgeven door een oude koolmijn terril, een militair trainingskamp en één van de belangrijkste natuurreserves in Vlaanderen. Dit laatste verklaart de sterke interesse om het gebied nadien volledig als natuur te herstellen. De hoeveelheid, type en locatie van de verschillende afvalstromen, opgeslagen in deze stortplaats zijn goed gedocumenteerd. Op de Remo-site werd sinds de jaren zeventig meer dan zestien miljoen ton afval verzameld, waarvan de helft huishoudelijk afval en de rest industrieel afval zoals staalslakken, materiaal uit de auto-industrie, bouwafval en slib. Concreet komt het project neer op vier resultaatgebieden. Zo zou ongeveer de helft van het afvalmateriaal, zoals slakken, staal, koper en bepaalde metalen kunnen gerecycleerd worden tot secundaire grondstoffen. Met de rest van het materiaal met hoge calorische waarde zal via een nieuwe plasmatechnologie groene energie worden geproduceerd. Dat zou naar schatting voldoende energie opleveren voor 200.000 gezinnen gedurende 20 jaar. Met klassieke verbrandingstechnologie hou je van honderd kilo afval nog ongeveer dertig kilo restafval over. Met de nieuwe plasmatechnologie realiseer je zo’n hoge temperatuur dat het materiaal uiteenvalt in elementaire onderdelen. Van honderd kilo hou je dan nog maximum 20 kilo zogenaamde plasmarok over. Maar dat kan je gebruiken als hoogwaardig bouwma-
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
37
teriaal. Ten derde is het de bedoeling klimaatneutraal te werken. Nadat alle afvalstoffen zijn opgegraven en verwerkt, moet de stortplaats tenslotte evolueren naar een duurzaam natuurgebied, het vierde resultaatsgebied. Het moet worden omgevormd tot een hoogwaardig biodiversiteitsgebied. De eerste fase van het CtC project start in 2014 met de inrichting van de "Tijdelijke opslagplaats". Hier worden afvalstromen gescheiden opgeslagen in functie van hun latere valorisatie. Hierdoor kunnen afvalstromen op de meest efficiënte manier gevaloriseerd worden als materialen of energie.
38
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
5.
ACTIEPLAN STORTPLAATSEN
5.1.
Inleiding In dit hoofdstuk zijn de actieplannen voor 5 cases beschreven. De actieplannen zijn opgesteld op basis van (openbaar) beschikbare informatie en de in hoofdstuk 4 beschreven opbrengsten, kosten en baten en aandachtpunten. De in dit hoofdstuk beschreven kosten en baten zijn grove indicaties gebaseerd op praktijkvoorbeelden en expert judgement. De genoemde bedragen zijn nadrukkelijk niet geschikt voor het maken van kostenramingen of investeringsplannen. De kosten voor financiering van een project en eventuele belastingen zijn hierin niet meegenomen, tenzij expliciet vermeld. Daarbij wordt aanbevolen om te allen tijde (veld)onderzoek te doen naar de aard en samenstelling van de stort.
5.2.
Actieplan case 1: Stort Kronos
5.2.1.
Beschrijving stort Kronos De informatie in deze paragraaf is verzameld door een interview dat werd gehouden met Kronos op 23 september 2013 en het rapport “Reststromen in de Gentse Kanaalzone Onderzoek naar mogelijkheden voor uitwisseling en valorisatie”(initiatief van MilieuAdviesWinkel en het Gents Milieufront), december 2008. Opbouw stort Kronos Europe bezit een stortplaats voor de stockage van het geperste residu afkomstig van de productie van titaandioxide. DEC kreeg de opdracht op de stortplaats af te dekken, conform de Vlarem II-wetgeving. De totale oppervlakte van de stortplaats (deponie 3, zie afbeelding 5.1.) omvat 24 500 m², waarvan 4 500 m² bestaat uit plat bovenoppervlak en 20 000 m² talud met een helling van 34° (= 6/4 talud). Na profilering is het bovenvlak afgewerkt met kleimat, HDPE-folie 2,5 mm, drainagemat en 1,5m afdekgrond. De taluds worden na profilering bedekt met een drainagemat, ½ meter afdekgrond, geogrid en 1 meter bewortelingslaag. 37 500 m³ afdekgronden worden aangevoerd en aangebracht met een dikte van 1,5 meter. Het geheel wordt ingezaaid. Afbeelding 5.1. Deponie 3 - Kronos
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
39
Productie, vaste reststromen en reststromen Kronos Europe produceert jaarlijks zo’n 75.000 ton titaandioxide, een product dat vooral als pigment wordt toegepast. Daarnaast verkoopt Kronos een aantal bijproducten van de productie van titaandioxide. Kronos levert Kronocarb, dit zijn ongereageerd erts en cokes, onder andere aan de baksteenindustrie. Zoutzuur (HCl) is een bijproduct en wordt verkocht als technisch zoutzuur. De voornaamste reststroom is filterkoek, zo’n 30.000 ton/j. De filterkoek bestaat voornamelijk uit metaalhydroxiden, waarvan ijzerhydroxiden de voornaamste is, 50 tot 60% vocht, 2 tot 5% cokes, 3 tot 6% TiO2 en 4 tot 6% CaCl2. Kronos Gent zoekt constant naar afzetmarkten. Een studie is lopende samen met het VITO voor het hergebruik van de filterkoek. De fliterkoek wordt afgevoerd naar een stortplaats op het eigen bedrijventerrein. Verder doet Kronos studie naar mogelijkheden voor benutting van restwarmte van koelwater. Het energie verbruik van Kronos is niet bekend. 5.2.2.
Doelstellingen actieplan Op basis van locatie, afwerking en samenstelling van de stortplaats zijn doelstellingen uitgewerkt. Hierbij is onderscheid gemaakt in korte en lange termijn doelstellingen. Tabel 5.1. Doelstellingen stort Kronos Korte termijn
Lange termijn
Korte termijn Voor de korte termijn is plaatsing van zonnecellen interessant. De stortplaats is afgedekt en gelegen direct bij industrie met een hoog energieverbruik. Tevens wordt onderzoek gedaan naar hergebruik van het opgeslagen residu (filterkoek). Gedurende dit onderzoek kan de stortplaats worden beheerd als ‘temporary storage’. Lange termijn Voor de lange termijn is herbestemmen tot bedrijventerrein interessant omdat de locatie is gelegen op een bedrijventerrein met goede aan- en afvoer voorzieningen (over weg en water). Het grenst direct aan de productielocatie van Kronos en het zou een belemmering kunnen vormen voor eventuele toekomstige uitbreiding van het bedrijventerrein. Belangrijke voorwaarde voor herbestemmen is dat een toepassing wordt gevonden voor hergebruik van de opgeslagen filterkoek. Omdat enkel filterkoek is opgeslagen (monostort) zal bij een geschikte toepassing de gehele stort kunnen worden verwijderd, wat de mogelijkheden voor herbestemmen extra interessant maakt.
40
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
5.2.3.
Zonne-energie Installatie en opbrengst De stortplaats Kronos lijkt geschikt voor de plaatsing van zonnepanelen. De stort is afgedekt met 1,5 meter grond, waarin de ondersteuningsconstructies voor de panelen gefixeerd kunnen worden. Zover op basis van de beschikbare informatie kan worden beoordeeld zijn aanvullende voorzieningen voor het plaatsen van de zonnepanelen niet noodzakelijk. In eerste instantie lijkt de zuidhelling en de platte bovenvlak (20.000 m²) geschikt voor plaatsing van panelen. De zuidhelling heeft een helling van 34 graden. De zonnepanelen kunnen hierdoor direct op de helling worden geplaatst. Op het platte bovenvlak zullen de zonnepanelen op een constructie moeten worden geplaatst om de panelen de optimale hellingshoek te geven (20 tot 50 graden). Aangenomen wordt dat er geen sprake is van schaduw op de stort als gevolg van hoge bomen en/of gebouwen in de nabije omgeving. In totaal kan in principe een totaal oppervlak van 21.000 m² voor zonnepanelen worden benut. Bij optimale plaatsing bedraagt de jaarlijkse opbrengst circa 120-135 kWh/m² per jaar. Dit betekent dat op de stortplaats Kronos in potentie 2.520 - 2.835 MWh per jaar kan worden opgewekt. Dit is circa 6 procent van de totale jaarlijkse elektriciteitverbruik (48.000 MWh/j) van Kronos. Kosten en baten Het vermogen van gangbare zonnepanelen bedraagt circa 150 Wp/m² (bij standaard omstandigheden). Voor de investeringskosten voor een grootschalig systeem kan tussen circa 1,25 tot 1,50 €/Wp aangenomen worden. De kosten voor aanleg van 21.000 m² aan zonnepanelen ligt tussen de €3.937.500,- en €4.725.000,-. Return on Investment De opbrengst bij de geldende standaardtarieven (circa 53,- €/MWh GSC en circa 41 €/MWh voor levering aan het net) voor grote projecten is €236.880,-- tot €266.490,-- per jaar, uitgaande van levering aan het elektriciteitsnet. Dit komt neer op een RoI van circa 17 jaar. Hierbij wordt opgemerkt dat bij gedeeltelijke levering aan derden of bij eigen gebruik de terugverdientijd aanzienlijk korter kan zijn (afhankelijk van de elektriciteitstarieven). Aandachtspunten - bij de installatie van de zonnepanelen is het belangrijk dat eventuele afdekconstructies en/of gasdrainage systemen niet worden beschadigd; - indien geen hoogspanningsnet aanwezig is nabij de stort zullen extra kosten moeten worden gemaakt voor het leveren van groene stroom aan het net; - als gevolg van schaduw van de panelen kan onderliggende gras minder goed tot ontwikkeling komen, wat eventueel erosie van de deklaag tot gevolg kan hebben.
5.2.4.
Hergebruik materialen De stortplaats bestaat uit het geperste residu (filterkoek) afkomstig van de productie van titaandioxide (TiO2). Op dit moment wordt titaadioxide geproduceerd op basis van het chlorideprocedé. De filterkoek bestaat voornamelijk uit metaalhydroxiden, waarvan ijzerhydroxiden de voornaamste is, 50 tot 60% vocht, 2 tot 5% cokes, 3 tot 6% TiO2 en 4 tot 6% CaCl2. Aangenomen wordt dat de filterkoek dat in het verleden is gestort dezelfde samenstelling heeft als filterkoek dat op dit moment wordt geproduceerd.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
41
Op dit moment is er geen rendabel hergebruik van het residu. VITO doet namens Kronos onderzoek naar hergebruikmogelijkheden van het residu. Het is niet bekend op welke toepassing dit onderzoek gericht is. Mogelijk kan de filterkoek worden hergebruikt bij de productie van cement. De ENCI (onderdeel van Heidelbergcement) heeft recent een nieuw type duurzaam beton geïntroduceerd, zogenaamd TIOCEM®. TIOCEM bevat nanodeeltjes van TiO2. De TiO2 zorgt ervoor dat anorganische en organische stoffen in de lucht en aan het betonoppervlak door fotokatalytische reactie worden afgebroken. De combinatie van titaandioxide met de UVstralen van het zonlicht stellen een natuurlijk oxidatieproces in werking dat zich telkens opnieuw kan herhalen. Of dit een interessant toepassing is zal nog nader moeten worden uitgezocht. Ten aanzien van hergebruik van materialen kan worden geconcludeerd dat op dit moment geen interessant hergebruik mogelijk zijn. Echter er is een kans aanwezig dat de komende jaren wel hergebruikmogelijkheden worden gevonden voor de filterkoek. Kortom, de stort heeft een potentiële waarde voor hergebruik in de toekomst. In afwachting van het onderzoek naar geschikte hergebruikmogelijkheden zou het stort kunnen worden beheerd als ‘temporary storage’. 5.2.5.
Conclusies De eerste schatting van kosten en baten laten zien dat de benutting van stortplaats Kronos voor zonne-energie een interessante optie is. De stortplaats is reeds afgedekt en er is grote energievraag van Kronos en omliggende bedrijven. De geschatte ROI van circa 17 jaar kan nog stuk positiever uitvallen als de geproduceerde stroom door Kronos zelf wordt gebruikt. Kortom, het is zeker de moeite waard om de mogelijkheden voor zonne-energie op deze stort verder uit te werken. Op dit moment zijn er geen rendabele hergebruikmogelijkheden voor het residu (filterkoek) van titaanoxide productie. Er wordt op dit moment wel onderzoek gedaan naar hergebruikmogelijkheden. Aanbevolen wordt om in afwachting van het onderzoek naar geschikte hergebruikmogelijkheden zou de stortplaats te beheren als ‘temporary storage’. De productie van zonne-energie zou gecombineerd kunnen worden met temporary storage. Zonnepanelen hebben een levensduur van circa 20 jaar. De komende 20 jaar zou de locatie kunnen worden ingezet als tijdelijke opslag in afwachting van onderzoek naar interessante hergebruikmogelijkheden.
5.2.6.
Vervolgstappen Voor het verder concretiseren van het actieplan worden de volgende vervolgstappen aanbevolen: - nader onderzoek van de stortplaats ten aanzien van technische geschiktheid voor plaatsing zonnepanelen (eventuele schaduw uit de omgeving, deklaag, etc.); - nader uitwerking van kosten en opbrengsten (RoI) voor zonnepanelen; - onderzoek doen naar hergebruikmogelijkheden van de opgeslagen residu (o.a. verkennen mogelijkheden verwerking in beton); - stortplaats beheren als tijdelijke opslag en op ook als tijdelijke opslag beschouwen bij toekomstige ruimtelijke plannen (uitbreiding, etc.) voor het bedrijventerrein.
42
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
5.3.
Actieplan case 2: Stort Alsberghe te Gent
5.3.1.
Beschrijving stort Alsberge te Gent Opbouw stort Het stort is zowel boven- als ondergronds gelegen en heeft een totale oppervlakte van 85.000 m². Het totale volume is onbekend. Het stortmateriaal bestaat uit voornamelijk industrieel afval, dat gestort geweest is in de periode van 1975 tot en met 1978. Het stort is vandaag grotendeels braakliggend. In afbeelding 5.2. is de ligging van het stort weergegeven en in afbeelding 5.3. is het huidig gebruik van het stort weergegeven. Afbeelding 5.2 Ligging stortplaats Alsberge te Gent
Afbeelding 5.3. Stort Alsberghe en Van Oost te Gent
5.3.2.
Doelstellingen actieplan Van de stort is zeer beperkte informatie beschikbaar. Het is hierom lastig om concrete doelstellingen te formuleren. Het is alleen bekend dat het terrein niet geschikt is voor windenergie omdat het terrein dicht bij een woonzone gelegen is.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
43
Gezien ligging van de stort aan een kanaal op een bedrijventerrein lijkt herbestemming van de stort tot bedrijventerrein het meest interessant. De samenstelling van de stort en de aard van de verontreiniging is op dit moment niet bekend. Om de kansen voor herbestemmen zal eerst nader onderzoek moeten worden gedaan naar de aard en samenstelling van het stortmateriaal. Belangrijk is dat bij dit onderzoek ook gekeken wordt naar kansen voor hergebruik. De ervaring leert dat realisatie van een herbestemming van een stortplaats vaak een proces van meerdere jaren is. Het is daarom interessant om te bekijken of deze locatie tijdelijk benut kan worden. Het terrein is redelijk vlak en toegankelijk. De teelt van energiegewassen lijkt dus interessant, mede gezien de relatief lage investeringskosten. Maar ook een zonnepark kan interessant zijn als tijdelijk bestemming. Een zonnepark is wel wat minder flexibel in geval toch een bestemming wordt gevonden in vergelijking met energieteelt. Tabel 5.2. Doelstellingen stort Alsberghe Gent Korte termijn Lange termijn
5.3.3.
Conclusie Van de stort is zeer beperkte informatie beschikbaar. Het is hierom lastig om concrete doelstellingen te formuleren. De locatie lijkt in potentie geschikt voor herbestemmen, maar dit zal eerst nader onderzocht moeten worden. Als tijdelijke bestemming is mogelijk energieteelt of zonne-energie interessant. Beide opties zijn met een relatief beperkte onderzoeksinspanning te verkennen.
5.3.4.
Vervolgstappen Voor het verder concretiseren van het actieplan worden de volgende vervolgstappen aanbevolen: - verkenning van mogelijkheden van tijdelijke bestemming voor energieteelt en/of zonneenergie (dikte en kwaliteit deklaag, eigendom situatie, etc.); - nader onderzoek van de milieuhygiënische aspecten en de potentie voor landfill mining; - verder mogelijkheden voor herbestemmen.
44
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
5.4.
Case 3 - Stort ILVA
5.4.1.
Beschrijving stort ILvA te Vlierzele (http://www.ilva.be/afvalverwerking/vlierzele/) Sinds begin jaren 80 baat ILvA te Vlierzele een stortplaats uit. Aanvankelijk voor de verwerking van alle huishoudelijk afval. Gaandeweg evolueerde de stortplaats mee met verschillende trends en wetgeving. Zo werd in 2004 de laatste ton huishoudelijk afval gestort en wordt momenteel nagenoeg enkel nog bedrijfsafval verwerkt. De stort is en wordt gefaseerd geëxploiteerd en afgewerkt (zie onderstaande afbeelding). De totale oppervlakte van de stort is circa 29 hectare, waarvan circa 22 hectare reeds is afgewerkt en 5 hectare nog in gebruik is. De aanvoer van afval is de afgelopen jaren sterk gedaald tot circa 40.000 ton per jaar. De voornaamste afvalsoorten die worden aangevoerd op de stortplaats zijn onder meer ‘gesorteerd bedrijfsafval’, bouw- en sloopafval, bodemassen van huisvuilverbrandingsinstallaties, inerte materialen, recyclageresidu’s uit papier- en textielrecyclage en cementgebonden asbest. Het is niet bekend tot wanneer de stort in exploitatie zal zijn. Er is reeds een plan voor de onttrekking van stortgas. In totaal zijn voor de fase A, B, I, II, III en IVa 37 gasonttrekkingbronnen voorzien. Bij afsluiting van de stortplaats zal de deklaag geschikt worden gemaakt voor begrazing door schapen. Naar verwachting kunnen in de zomermaanden zo’n 500 schapen grazen op de stort.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
45
Afbeelding 5.4. Faseplan stort ILvA te Vlierzele
5.4.2.
Doelstellingen actieplan Op basis van locatie, afwerking en samenstelling van de stortplaats zijn doelstellingen uitgewerkt. Hierbij is onderscheid gemaakt in korte en lange termijn doelstellingen. Korte termijn Men heeft al het voornemen om stortgas te winnen op deze stort. Omdat de stort voor het grootste deel (circa 22 ha) is afgedekt is het goed mogelijk om stortgaswinning te combineren met andere vormen van duurzame energie. De deklaag heeft een dikte van 1,5 meter en is daardoor direct geschikt voor energiegewassen. Maar ook benutting voor zon en wind zijn ook interessant om nader te onderzoeken. Windenergie kan goed samen met energieteelt en zonne-energie, maar is ook interessant in combinatie met herbestemming op de lange termijn. De ligging direct langs de snelweg E40, maakt de locatie interessant voor windenergie. Aan de andere kant ligt de stort niet direct aan zee, waardoor met hoge en grote molens moet worden gewerkt om voldoende wind te vangen.
46
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Lange termijn In de directe omgeving van de stort is geen bedrijventerrein aanwezig. Desondanks kan het wel interessant zijn om de locatie op termijn voor bedrijfsactiviteiten te benutten. De locatie ligt direct langs de E40 en is goed bereikbaar. Dit kan interessant zijn voor logistieke dienstverleners. Maar ook de huidige functie van recycling, waterzuivering en/of energiewinning biedt kansen voor uitbreiding in de toekomst. Om de kans op herontwikkeling in de toekomst te vergroten is interessant om te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om het volume van de stort te verkleinen door hergebruik van materialen. Van de oude stortvakken is de kans reëel dat een relatief groot deel van het stortmateriaal uit grond bestaat. Als dit het geval is, zou middels zeven grond en afval kunnen worden gescheiden. Lichtverontreinigde grond zou vervolgens kunnen worden hergebruikt. De recente stortvakken bestaan veelal uit een geconcentreerde stroom van één type materiaal, zoals bijvoorbeeld bodemas. Bodemas bevat metalen en kan daarom interessant zijn voor terugwinnen van metalen. Tabel 5.3. Doelstellingen stort ILvA te Vlierzele Korte termijn/huidig gebruik Lange termijn
5.4.3.
Conclusie De stort is nog gedeeltelijk in bedrijf en men is al voornemens te investeren in stortgasonttrekking. De stortgasonttrekking geeft de locaties al een tijdelijke bestemming als groene energievoorziening. Het ligt dat ook voor de hand om de reeds afgedekte delen van de stort met een oppervlak van circa 22 hectare ook tijdelijk te benutten voor energieteelt, zonne- en/of windenergie. Welke vorm(en) de voorkeur hebben zal nader onderzocht moeten worden.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
47
Ondanks dat de stort niet direct is gelegen nabij een bedrijventerrein kan de locatie wel interessant zijn voor ontwikkeling van bedrijfsactiviteiten in de toekomst. De locatie ligt aan de E40 en locatie is daarmee interessant voor logistieke dienstverlening en/of voorzetting en/of uitbreiding van de bestaande activiteiten, zoals recycling, waterzuivering en (groene) energiewinning. De kans op herbestemmen wordt groter als een deel van het stortvolume kan worden gereduceerd. Aanbevolen wordt om de mogelijkheden voor landfill mining verder te onderzoeken. 5.4.4.
Vervolgstappen Voor het verder concretiseren van het actieplan worden de volgende vervolgstappen aanbevolen: - verkenning van mogelijkheden van tijdelijke bestemming voor energieteelt, zonneenergie en/of windenergie op de reeds afgedekte delen; - nader onderzoek van de potentie voor landfill mining; - verder mogelijkheden voor herbestemmen.
5.5.
Case 4 - In exploitatie zijnde slib stortplaatsen Gentse Kanaalzone In de Gentse Kanaalzone zijn twee in exploitatie zijnde slibstorten gelegen. Beide zijn verwerkingscentra van baggerspecie in de haven van Gent. De ene slibstort heeft een oppervlakte van 30 ha (POM nr. 204) en de andere een oppervlakte van 20 ha (POM nr. 206).
5.5.1.
Doelstellingen actieplan Van de slibstorten is beperkte informatie beschikbaar. Het is hierom lastig om concrete doelstellingen te formuleren. De slibstorten zijn nog in bedrijf. Een tijdelijke bestemming voor de slibstorten zou energieteelt kunnen zijn. Energieteelt op baggerspecie is vaker toegepast. En in bepaalde situaties kan energieteelt op baggerspecie ook nog een bijdrage leveren aan de vermindering van de verontreiniging in de baggerspecie, door opname van stoffen door planten (fytoremediatie). Indien er al delen van de slibstorten zijn afgewerkt kan ook zonne-energie als tijdelijk functie interessant zijn. Ook windenergie is mogelijk interessant. Gezien het grote oppervlak en ligging in het havengebeid zijn er geen belemmeringen voor windenergie. In afbeelding 5.5. is een visualisatie opgenomen van de windmolens in de haven van Gent. Op de lange termijn kan ook herbestemmen interessant zijn. Maar dit is wel sterk afhankelijk van de samenstelling, draagkracht en profilering van het slib.
48
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
Afbeelding 5.5. Windmolens Haven van Gent
Tabel 5.4. Doelstellingen slibstorten Gentse Kanaalzone Korte termijn/huidig gebruik Lange termijn
5.5.2.
Conclusies Van de slibstorten is zeer beperkte informatie beschikbaar. Het is hierom lastig om concrete doelstellingen te formuleren. De locatie lijkt in eerste instantie voor interessant voor energieteelt of zonne-energie, eventueel in combinatie met windenergie. Herbestemming van de locatie op de lange termijn is interessant. Echter, de haalbaarheid hiervan is lastig te boordelen omdat de samenstelling, draagkracht en profilering van de slibstorten niet bekend zijn.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
49
5.5.3.
Vervolgstappen Voor het verder concretiseren van het actieplan worden de volgende vervolgstappen aanbevolen: - verkenning van mogelijkheden energieteelt (dikte en kwaliteit deklaag, etc.); - verkenning van mogelijkheden van windenergie en zonne-energie op reeds afgewerkte delen (indien aanwezig); - nader onderzoek samenstelling, draagkracht en profiel van slibstorten; - verder mogelijkheden voor herbestemmen.
5.6.
Actieplan case 5: Stort Land van Waas te Sint-Gillis-Waas
5.6.1.
Beschrijving stort Land van Waas te Sint-Gillis-Waas Opbouw stort Het stort is zowel boven- als ondergronds gelegen en heeft een totale oppervlakte van 103.000 m². Het totale volume is onbekend. Het stortmateriaal bestaat uit voornamelijk huishoudelijk afval, industrieel afval, vliegas en inert afval dat gestort geweest is in de periode van 1973 tot en met 1977. Het stort is vandaag grotendeels braakliggend en begroeid met bomen en grassen. In afbeelding 5.6 is het stort weergegeven (Google Earth). Afbeelding 5.6. Stort braakliggend en begroeid met bomen en grassen
5.6.2.
Doelstellingen actieplan Van de slibstorten is zeer beperkte informatie beschikbaar. Het is hierom lastig om concrete doelstellingen te formuleren.
50
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
In eerste instantie lijkt tijdelijke bestemming voor energieteelt het meest kansrijk. De locatie is al begroeid met bomen, dus dit zou kunnen worden opgevormd tot bijvoorbeeld een wilgenplantage. Een zonnepark zou ook mogelijk interessant kunnen zijn, maar hiervoor is het wel van belang om in de directe omgeving van de stort een afnemer van de energie te vinden. Voor de lange termijn wordt geadviseerd om eerst nader onderzoek te doen naar de aard en samenstelling van het stortmateriaal. Aangezien de stort in bedrijf was in de jaren zeventig, bestaat de kans dat er materiaal aanwezig is met een hoogcalorische waarde. Indien dat het geval is zou verbranding van een deel van het afval in een afvalverbrandingsoven mogelijk interessant kunnen zijn. Eventueel voorafgegaan door scheiden van grond en afval. Echter, het verbranden van afval is relatief duur, dus dit is alleen interessant als ook daadwerkelijk een nieuwe bestemming voor de locatie kan worden gevonden. Verder is het ook interessant om te kijken of een deel van de stort kan worden gereduceerd door hergebruik van materialen en/of herschikken van de stort. Tabel 5.5. Doelstellingen stort Land van Waas te Sint-Gillis-Waas Korte termijn Lange termijn
5.6.3.
Vervolgstappen Voor het verder concretiseren van het actieplan worden de volgende vervolgstappen aanbevolen: - verkenning van mogelijkheden energieteelt (dikte en kwaliteit deklaag, etc.); - verkenning van mogelijkheden van zonne-energie (o.a. energiebehoefte in directe omgeving); - nader onderzoek samenstelling en aard stortmateriaal en potentie voor hergebruik en/of verbranding; - verder mogelijkheden voor herbestemmen.
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1 concept 01 d.d. 18 augustus 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in OostVlaanderen?
51
52
Witteveen+Bos Belgium N.V., BELA362-1/zekn/014 concept 02 d.d. 24 september 2013, Rapportage Oude stortplaatsen: Ruimte voor economie in Oost-Vlaanderen?
BIJLAGE I
OVERZICHTSLIJST STORTPLAATSEN OOST-VLAANDEREN
Witteveen+Bos Belgium N.V., bijlage I behorende bij rapport BELA362-1/zekn/014 d.d. 24 september 2013
Witteveen+Bos Belgium N.V., bijlage I behorende bij rapport BELA362-1/zekn/014 d.d. 24 september 2013
BIJLAGE II
REKENTOOL POTENTIEEL EN PRIORITERING STORTPLAATSEN IN OOST-VLAANDEREN (OPGENOMEN IN CD-ROM)
Witteveen+Bos Belgium N.V., bijlage II behorende bij rapport BELA362-1/zekn/014 d.d. 24 september 2013
Witteveen+Bos Belgium N.V., bijlage II behorende bij rapport BELA362-1/zekn/014 d.d. 24 september 2013
BIJLAGE III
OVERZICHTSTEKENINGEN TOP 10 STORTPLAATSEN
Witteveen+Bos Belgium N.V., bijlage III behorende bij rapport BELA362-1/zekn/014 d.d. 24 september 2013
Witteveen+Bos Belgium N.V., bijlage III behorende bij rapport BELA362-1/zekn/014 d.d. 24 september 2013
BIJLAGE IV
NOTA KOPPELING REKENTOOL NAAR GIS
Witteveen+Bos Belgium N.V., bijlage IV behorende bij rapport BELA362-1/zekn/014 d.d. 24 september 2013
Witteveen+Bos Belgium N.V., bijlage IV behorende bij rapport BELA362-1/zekn/014 d.d. 24 september 2013