afvalforum jaargang 13 • juni 2009
2
English summary included
Herinrichting oude stortplaatsen stimuleren Kamer legt hergebruikslat (te) hoog
Criteria voor ‘einde afval’-status Criteria for end-of-waste status
Gft-vergister VAR geopend Op 10 juni heeft Jacqueline Cramer, minister van Milieu, de gft-vergistingsinstallatie van VAR in Wilp-Achterhoek officieel geopend. De installatie verwerkt gft-afval tot groene stroom. ‘’VAR heeft z’n innovatieve nek uitgestoken en vindt in het land hopelijk veel navolging’’, aldus de minister. De installatie bestaat uit vier reusachtige vergistingstanks waarin jaarlijks 60.000 ton gft-afval wordt vergist tot biogas. Met een warmtekrachtkoppeling wordt dit biogas omgezet in warmte en groene stroom. De biologische restproducten worden omgezet in schone compost. Met de realisatie van deze installatie is VAR overeenkomstig een eerder uitgesproken ambitie energieneutraal. Dat wil zeggen dat VAR alle energie die zij gebruikt voor haar installaties en kantoren zelf op duurzame wijze opwekt. Daarnaast wordt een groot deel doorgegeven aan het elektriciteitsnet. In feite wordt gft-afval van 300.000 gezinnen omgezet in stroom voor 7.000 huishoudens.
2
afvalforum juni 2009
Verduurzaming transportsector Op 24 maart heeft de logistieke sector een CO2-meetlat gelanceerd waarmee logistieke dienstverleners en transportbedrijven hun CO2-uitstoot eenvoudig en snel in kaart kunnen brengen. De meetlat is één van de initiatieven die door het programma Duurzame Logistiek worden ontwikkeld om de gehele logistieke keten te verduurzamen en kosten te besparen. Duurzame Logistiek is een innovatieprogramma van het ministerie van Verkeer & Waterstaat in samenwerking met EVO, TLN, KNV, VNO-NCW, Stichting Natuur en Milieu en de ministeries van LNV en VROM. De meetlat, een website waar met behulp van een aantal indicatoren kan worden bepaald hoeveel CO2-uitstoot een bedrijf veroorzaakt, zorgt voor inzicht en een verhoogde bewustwording. Aan de hand van de uitkomsten kunnen bedrijven reductiemaatregelen treffen. In de loop van het jaar worden ook een handreiking over het meten van emissies in de logistiek gepresenteerd en een uitgebreider emissie-instrument, met name gericht op verladers.
Dreigend dogma…
afvalforum biedt nieuws, ontwikkelingen, feiten en meningen over afval. Het behandelt zowel het beleid als de praktijk van afvalbeheer. afvalforum wordt uitgegeven door de Vereniging Afvalbedrijven.
Bij de behandeling van het nieuwe Landelijk Afvalbeheerplan door de VROM-commissie van de Tweede Kamer zijn vele moties ingediend. Dat is vrij gebruikelijk bij dit soort langlopende, brede sectorplannen. Wel zijn er enkele opmerkelijke moties ingediend én aangenomen. Bijvoorbeeld: ‘asbest moet via thermische verwerking worden verwijderd’. En ook: ‘materiaalhergebruik zou de minimumstandaard voor huishoudelijk afval moeten zijn’. Het gebruik van de Ladder van Lansink - een door de hele sector zeer geaccepteerd principe - begint dogmatische trekken aan te nemen. Op basis van jarenlange ervaring en verschillende ontwikkelingen hebben we in Nederland vele verantwoorde verwerkingsmogelijkheden ontwikkeld. En die vormen een samenhangend geheel. Nu ontstaat het beeld dat slechts één bepaalde methode zaligmakend is. Terwijl we juist de mogelijkheid moeten behouden om - uiteraard degelijk onderbouwd - een andere methodiek te kiezen.
De Vereniging Afvalbedrijven behartigt de belangen van afvalbedrijven die actief zijn in de gehele keten: van inzameling, recycling, hergebruik en rioleringsbeheer tot en met de verwerking van afval. De Vereniging Afvalbedrijven steunt haar leden bij de groei naar één Europese afvalmarkt en maakt zich hard voor optimale randvoorwaarden voor een milieuhygiënische en kosteneffectieve afvalverwijdering en -verwerking.
Laten we de kosten trouwens ook goed in de gaten houden. De Nederlandse huishoudens betalen al 1,5 miljard euro per jaar aan afvalstoffenheffing of reinigingsrechten! Ook doelmatigheid en flexibele bedrijfsvoering maken het uiterst gewenst om te kiezen voor ‘en, en , en…’in plaats van voor ‘of, of ,of…’. Een ladder met maar één trede is trouwens geen ladder… Asbest kan op verantwoorde wijze worden gestort, en dat is vaak goedkoper dan thermische verwerking. En vergisting met energieterugwinning en compostering van delen van het huishoudelijk afval is, wat we nu steeds vaker zien, is feitelijk ook geen materiaalhergebruik. Maar toch een alleszins verantwoorde werkwijze.
Leden van de Vereniging ontvangen afvalforum gratis, evenals bestuurders, politici en ambtenaren bij overheden.
Streven naar hergebruik van afval tegen elke prijs is niet doelmatig en ook niet verstandig. Laten we blij zijn dat we in Nederland een stelsel van verwerkingstechnieken kennen en dat we daarmee, en met de Ladder van Lansink, in Europa een vooraanstaande positie innemen. Dat brengt me op het laatste punt: de sturing in afvalland moeten we primair plaatsen in een internationaal en Europees kader. Realisatie van een gelijk en eerlijk speelveld is voor ons een basisvoorwaarde. Daarom bepleiten we een spoedige en goede invoering van de Europese Kaderrichtlijn.
Colofon afvalforum juni 2009 jaargang 13 nummer 2 verschijnt vier keer per jaar
hoofdredactie Vereniging Afvalbedrijven Daniëlle van Vleuten ’s-Hertogenbosch redactieadres De redactie van afvalforum is geïnteresseerd in afvalnieuws. Persberichten en ideeën voor artikelen kunt u sturen naar: Redactie afvalforum Postbus 2184 5202 CD ’s-Hertogenbosch
[email protected]
Ir. Pieter H. Hofstra Voorzitter Vereniging Afvalbedrijven
engelse teksten Derek Middleton, Zevenaar opmaak Ontwerpburo Suggestie & illusie, Utrecht foto cover Fred Icke, Haarlem Voormalig Afvalzorg-stortterrein Schoteroog in Haarlem is nu een recreatiegebied. Lees verder op pagina 7 drukker USPbv, Utrecht abonnement € 35,- per jaar (4 nummers) Meer informatie bij Vereniging Afvalbedrijven, t. (073) 627 94 44 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1386-4378 adverteren in afvalforum afvalforum wordt verspreid naar (inter)nationale bestuurders, politici, directeuren, managers, technici en andere deskundigen in de afvalsector (controlled circulation). Meer informatie bij Recent BV, telefoon (020) 330 89 98
Inhoud 4
Tweede Kamer wil scherpere minimumstandaarden
7
Sanering oude stortplaatsen stuit op stortbelasting en regelgeving
10 Duurzame energie krijgt voorrang op overvol elektriciteitsnet 12 ‘Einde afval’-status in zicht voor handvol afvalstromen 14 ‘End-of-waste’ status in sight for a handful of waste streams 17 Misverstand: “Gft-afval scheiden is zinloos” 18 Afvaltransport steeds schoner, efficiënter en duurzamer 20 Overheid moet het gebruik van avi-bodemas in de bouw stimuleren 22 Overheid publiceert regels op allerlaatste moment En verder: Korte berichten 2, 9, 16 en 24
English summary 25
www.verenigingafvalbedrijven.nl
De Tweede Kamer wil extra inspanningen om meer materiaalhergebruik te realiseren van grof huishoudelijk afval zoals meubels (foto: Vereniging Afvalbedrijven)
Tweede Kamer wil scherpere minimumstandaarden
Een trede te hoog? Iedereen is enthousiast over de ketenaanpak in het tweede Landelijk Afvalbeheerplan. Sterker nog, de Tweede Kamer gaat zelfs over de milieuambities van minister Cramer heen en wil een aantal afvalstromen nog hoger de Ladder van Lansink op duwen. Lovenswaardig maar weinig realistisch, vindt de afvalsector. Minister Cramer dubt intussen al weken over hoe zij met de verschillende Kamermoties om moet gaan. Diederik Samsom (PvdA):
‘Gemeenten zullen moeten kiezen voor de gescheiden inzameling van gft, als dat de enige weg is.’
4
afvalforum juni 2009
‘Bodem is geen vuilnisvat’ Tijdens de behandeling van het LAP-2 heeft de Kamer in meerderheid gekozen voor het vrijwaren van de ondergrond voor elke vorm van afvalberging. “Ik heb problemen met het loslaten van het principe zoals dat in het vorige LAP is geborgd”, verklaart Samsom. Het op het eerste oog wel erg rigide verbod zal echter allerlei ontwikkelingen in de kiem smoren. Zo wil Akzo Nobel een proef houden met het inzetten van afvalstoffen, zoals pekelzuiveringsslib, om de zoutcavernes die zij in eigendom heeft, te vullen en zo voor instorten te behoeden. “Duidelijk is dat we bij de meest enge uitleg van deze motie een probleem hebben”, laat een woordvoerder van het chemieconcern weten. Samsom licht toe dat er geen probleem is, “zolang Akzo maar voor een procédé kiest waarbij het afval weer terugneembaar is. De bodem is geen vuilnisvat.” Vietsch ziet het anders. “Het doel van Akzo is niet afval op te slaan, maar het te gebruiken als constructiemateriaal. Zolang dat maar veilig gebeurt, is daar niets op tegen.” Hoogendoorn zou het betreuren als dit soort onderzoeksprojecten geen ruimte meer krijgen. “Volgens Europese jurisprudentie is sprake van nuttige toepassing. Die uitleg kun je hier ook kiezen.”
Antoinette Vietsch (CDA): Door Pieter van den Brand
Het tweede Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) toont ambitie. ‘Ketenambitie’ welteverstaan. Het materiaalketenbeleid heeft zelfs een eigen hoofdstuk gekregen. Bij zeven afvalstromen wil milieuminister Cramer de basis leggen voor ketengericht afvalbeleid, namelijk papier en karton, textiel, bouw- en sloopafval, organisch afval/voedselresten, aluminium, PVC en grof huishoudelijk restafval. Zo’n honderd afvalstromen passeerden de revue, maar bij dit zevental valt op basis van levenscyclusanalyses de meeste milieuwinst te behalen. Het ‘ketenprogramma’ in LAP-2 schetst een algemeen doel van twintig procent minder milieudruk. Hiervoor wil Cramer met haar medeoverheden en de industrie concrete afspraken gaan maken over bijvoorbeeld scheidingspercentages, preventie en andere inspanningen – van besparing tot kringloopsluiting, afhankelijk van om welke afvalstroom het gaat. De ketenaanpak blijkt ook de leden van de Tweede Kamer te prikkelen. In een aantal Kamerbreed aanvaarde moties werden de recyclingambities veel scherper gesteld dan de voorstellen in het LAP. Allereerst wil de Kamer meer inspanningen verricht zien als het gaat om het grove deel van het huishoudelijk restafval (denk aan matrassen, tapijt en afgedankte meubels, jaarlijks zo’n 0,6 Megaton). “Veel hiervan wordt niet apart van de straat opgehaald, maar verdwijnt linea recta in de verbrandingsoven. Dat afval kun je letterlijk beetpakken als het de bunker van de avi ingaat”, zegt Diederik Samsom. Een meerderheid in de Kamer eist dat er sorteerstappen komen om dit afval eruit te halen. Sorteren en bewer-
‘De verbrandingsbelasting is een zinloze regel die geschrapt kan worden.’
ken, niet verbranden moet de minimumstandaard zijn. “Hoe de afvalverwerkers dat gaan inrichten, dat is aan hen. Met meer materiaalhergebruik win je al heel veel”, stelt het immer wakkere PvdAkamerlid. “De minimumstandaard is niet de bodem waar je doorheen mag zakken, maar het basissturingsinstrument om afvalstoffen hoger de Ladder van Lansink op te duwen.”
Gemeenten Volgens zijn collega-parlementariër Antoinette Vietsch valt er ook op de gemeentelijke milieustraten nog veel winst te behalen. “Een aantal gemeenten scoort een substantieel hoger scheidingspercentage.” De woordvoerder afval van het CDA zou ook graag zien dat er beter wordt samengewerkt met de kringlooporganisaties. “Bij de ontruiming van een huis willen mensen snel van hun spullen af en bellen ze de grofvuillijn van de gemeente. Ik zie liever dat geregeld wordt dat het door kringloopbedrijven wordt opgehaald.” Wat het ‘gewone’ huishoudelijk restafval betreft heeft de Kamer zich in meerderheid uitgesproken voor nog steviger ambities. Nog voor 2015 zou voor al het afval uit de grijze container niet verbranden maar materiaalhergebruik de mini-
mumstandaard moeten zijn. “Daar is nu nog amper sprake van, op een paar experimenten met kunststof en toepassingen in Wijster en Vagron na. Waarom? De minimumstandaard dwingt daar niet toe”, zegt Samsom. Het CDA heeft weliswaar vóór deze motie gestemd, maar heeft deze niet mede ondertekend. “De gevolgen voor de praktijk zijn niet te overzien”, legt Vietsch uit, “maar de gedachte erachter is goed, en daarom hebben we vóór gestemd. Vooral als je ziet dat de grote steden Amsterdam en Rotterdam hun afval voor honderd procent willen blijven verbranden. De minister heeft al aangegeven dat het in strijd met de wet is om recyclebaar afval te verbranden. En als we steeds meer stromen uit het restafval halen om te recyclen, is het de vraag of verbranding als minimumstandaard overeind moet blijven. Want wat blijft er dan nog over? Weinig.”
Tevreden Meer hergebruik? Directeur Dick Hoogendoorn van de Vereniging Afvalbedrijven juicht de extra stappen die de Kamer wil maken alleen maar toe. “Wie kan daar nou tegen zijn? Ook ben ik het ermee eens dat er voor grof huishoudelijk afval op de milieustraten nog veel te verbeteren valt. De milieustraat van Cure in Eindhoven bijvoorbeeld haalt het fantastische scheidingsresultaat van 86 procent. Laat dat eens een eerste richt- »
afvalforum juni 2009
5
punt zijn voor alle milieustraten. Maar ik vind ook dat je op een bepaald punt tevreden moet zijn. Het kost veel geld om de resterende veertien procent in Eindhoven ook nog eens over de sorteerband te trekken. Het is twijfelachtig of dat nog veel oplevert.” Hoogendoorn vindt de doelstelling van honderd procent materiaalhergebruik voor huishoudelijk afval nog voor 2015 van weinig realiteitszin getuigen. “Het is niet verkeerd de lat hoger te leggen, maar dit is volstrekt irreëel. Neem gft-afval. Ondanks de jarenlange inspanningen om de burger tot het gescheiden aanbieden van gft aan te zetten, bestaat bijna een derde van het restafval nog steeds uit gft. Slechts vijftig procent van alle gft belandt in de groenbak. Je blijft afhankelijk van het gedrag van de burger om dit percentage op te kunnen voeren. Bovendien wordt niet aan alle burgers de mogelijkheid geboden gft-afval gescheiden aan te bieden. Gemeenten kunnen goede argumenten hebben om dat niet overal binnen hun grondgebied te doen. Gft-afval
nascheiden en alsnog een goede kwaliteit compost produceren is technisch gezien niet mogelijk.” Omdat de minimumstandaard materiaalhergebruik ook voor gft-afval gaat gelden, verzekert Samsom, “zullen we met het opkrikken van de minimumstandaard meer hergebruik van gft-afval bereiken. Gemeenten zullen moeten kiezen voor de gescheiden inzameling van gft, als dat de enige weg is.”
Belasting De Tweede Kamer vreest dat het huidige overschot aan verbrandingscapaciteit een aanzuigende werking op afval zal hebben en hergebruik in de weg staat. Samsom vindt dat minister Cramer de capaciteit moet blijven monitoren maar ook de instrumenten moet behouden om de markt te kunnen sturen, waaronder de reeds midden jaren negentig ingevoerde verbrandingsbelasting. Deze is echter altijd op een nultarief blijven staan, waarom dan toch dit instrument behouden? “Ik geef toe dat dit minder zuiver is”, zegt Samsom,
Dick Hoogendoorn (Vereniging Afvalbedrijven):
Asbest: niet storten maar verbranden
‘De lat hoger leggen is goed, maar 100% materiaalhergebruik voor huishoudelijk afval is volstrekt irreëel.’
Een meerderheid van de Kamer wil thermisch verwerken als minimumstandaard voor asbestafval. “Het storten van asbest is verwerpelijk, omdat het in principe altijd weer vrij kan komen. Verbranden is de enige manier om asbest ècht op te ruimen en verdient een steuntje in de rug”, zegt Vietsch. Navraag leert dat er in ons land nog geen enkele thermische verwerkingsinstallatie voor asbest staat. Aannemer Heijmans en de Twee ‘R’ Recycling Groep hebben plannen een installatie in Moerdijk te bouwen. Desgevraagd vertelt een woordvoerder van laatstgenoemd bedrijf ‘dicht voor het definitief aangaan van investeringen te staan’. De installatie in Moerdijk zou het volledige aanbod van circa 80 duizend ton asbestcement aankunnen dat jaarlijks in ons land vrijkomt (behalve de tussen de vijf en tien procent niet-hechtgebonden asbest). Notoir nadeel van verbrandingstechnieken is dat ze veel energie slurpen. De initiatiefnemers zijn verplicht, zodra de installatie operationeel is, onderzoek te doen naar besparende maatregelen en technieken. Ook moeten ze onderzoeken of alternatieve brandstoffen een optie zijn. Hoogendoorn vindt dat de Kamer te hard van stapel loopt. “Bouw eerst een proefinstallatie en zie dan hoe ver je kan komen. Om deze keuze te kunnen maken, is een levenscyclusanalyse essentieel. Pas dan kun je beoordelen of, gezien het hoge energieverbruik, verbranden vanuit milieuoptiek beter is dan storten. Wat is de milieuwinst als je er heel veel energie in moet stoppen?”
6
afvalforum juni 2009
“maar geef geen instrumenten weg in een ingewikkelde markt als deze. In de ideale wereld kun je met de minimumstandaard goed afvalbeheer afdwingen, maar daar is geen sprake van.” Vietsch was tegen deze in haar woorden overbodige motie. “De belasting is nu nihil en blijft nihil. Dat heeft de minister besloten. Dus is er sprake van een zinloze regel die geschrapt kan worden.” Toch schikt Vietsch zich in het in de Kamer bereikte compromis de verbrandingsheffing te laten voortbestaan. “In de praktijk maakt het nu toch niet uit. Wat er op de lange termijn gebeurt is aan de politiek en is dus altijd onzeker. In dat opzicht is er ook geen verschil tussen Nederland en andere Europese landen. Duitsland kan ook een verbrandingsbelasting invoeren.” Weinig waarschijnlijk dat de Duitsers dit doen, betoogt Hoogendoorn. Maar tot die tijd is er een verschil in Europees speelveld en is een afvalvlucht naar met name Duitsland, dat over veel verbrandingscapaciteit niet denkbeeldig als de inzameling en verwerking in ons land duurder worden. “Dit is een overbodig en verkeerd instrument om het afval te sturen. Vanuit de markt komt er voldoende sturing om hergebruik te stimuleren, vooral als de economie aantrekt en er weer meer afval wordt geproduceerd.”
DOOR Addo van der Eijk
Voormalige stortterreinen bieden ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, zoals het recreatiegebied Schoteroog bij Haarlem (foto’s: Afvalzorg)
Sanering oude stortplaatsen stuit op stortbelasting en regelgeving
Tweede leven voor oude stortplaatsen Nederland telt zo’n 4000 oude vuilnisbelten. De braakliggende belten aan de rand van steden of dorpen zijn goud waard. Het zijn perfecte locaties voor woningbouw, kantoren of bedrijventerreinen. Verwarrende en multi-interpretabele regelgeving zit de herinrichting in de weg. Probleem is onder meer de stortbelasting, die kansrijke projecten onrendabel maakt. VROM moet het voortouw nemen.
Een woonwijk, een golfbaan, energiegewassen, kantoorgebouwen: er liggen tal van kansen om de schaarse en kostbare ruimte te benutten. Van de 4000 oude stortplaatsen liggen er 400 op potentiële bouwgrond, vaak dichtbij steden of dorpen. Toch komen projecten moeizaam van de grond. Ze zijn op één hand te tellen. Bert Krom, directeur van Afvalzorg, weet waarom: de stortbelasting. “Sommige voormalige stortplaatsen zijn dermate vervuild, dat delen moeten worden afgegraven. Afgraven is ook nodig als de ondergrond ongeschikt is om op te bouwen of als er emotionele drempels zijn om er te wonen of te werken.” Wat te doen met het afgegraven afval? Krom verwijst hiervoor naar de ‘Ladder van Lansink’, dus eerst hergebruik, dan verbranden en het resterende deel storten. “Slechts een klein deel van de stortplaatsen, ik schat zo’n tien procent, is gedeeltelijk herbruikbaar. Deze stortplaatsen bevatten grofweg zestig procent herbruikbare grondstoffen, zoals grondige stromen, puin en metaal. De verbrandbaarheid van het overige materiaal neemt door het storten af en verbranden is kostbaar. De rest van het afgegraven materiaal moet naar een reguliere stortplaats. De stortbelasting maakt deze route echter onrendabel.”
Voorstel Ondersteund met rekenmodellen en een uitgebreid onderzoek lanceerde de afvalbranche al in 2007 een oplossing. “We hebben het voorstel samen met de recyclingbranche opgesteld”, zegt Krom, om het belang van hergebruik te benadrukken. De conclusie van het onderzoek: verlaag de hogere belastingheffing naar het lagere tarief van 14,81 euro per ton en schrap het lage tarief. Het voorstel is alom positief ontvangen. VROM, VNG en IPO; iedereen juicht belastingverlaging toe, behalve het Ministerie van Financiën, dat er financieel niet op achteruit wil gaan. Intussen belanden diverse compromissen op de onderhandelingstafel. Krom wijst dergelijke compromissen resoluut van de hand. “Daar hebben we in de praktijk niets aan. Het is een dooie mus. Onrendabele projecten gaan niet door. Financiën gaat ervan uit dat veel oude stortplaatsen worden opgeruimd. Gaat de belasting voor oude stortplaatsen omlaag, dan willen ze de gederfde inkomsten gecompenseerd zien in een reguliere verhoging van de stortbelasting. De hele »
afvalforum juni 2009
7
Bert Krom (Afvalzorg):
‘De rest van het afgegraven materiaal moet naar een reguliere stortplaats.’
sector krijgt dan te maken met lastenverzwaring én de oude stortplaatsen worden niet aangepakt.”
Creatieve oplossingen Vanwege de kosten zoeken gemeenten naar creatieve oplossingen. Eén van de u-bochten om de stortbelasting te omzeilen, is het ophopen van het vrijgekomen afval elders op de locatie. In Drachten maakte de gemeente van het afval een geluidswal, gevuld met autobanden, stukken plastic en ander afval. In Tilburg lag een plan op tafel voor de voormalige stortplaats Kempenbaan, dat de gemeente wil transformeren tot dé Brabantse kantorenlocatie. Net als in Drachten dient een deel van het niet-bruikbare materiaal als vulling van een geluidswal. “Dergelijke constructies is de afvalsector een doorn in het oog”, vertelt advocaat Aaldert ten Veen van Stibbe advocaten, die de Vereniging Afvalbedrijven onlangs bijstond in het bezwaar tegen de verleende beschikking van de provincie Noord-Brabant. Bij de Raad van State voerde Ten Veen aan dat voor deze geluidswal dezelfde regels moeten gelden als voor een bestaande stortplaats, inclusief alle voorzieningen met folies en drainage. “Gewoon conform het Stortbesluit, anders is het niet in het belang van het milieu en doe je de huidige stortplaatsen oneerlijke concurrentie aan.
Aaldert ten Veen (Stibbe advocaten):
‘De sanering en de geluidswal zijn een inrichting op grond van de Wet Milieubeheer.’
8
afvalforum juni 2009
De sanering en de geluidswal zijn mijns inziens een inrichting op grond van de Wet Milieubeheer, waarvoor de gemeente een milieuvergunning moet aanvragen en een milieueffectrapportage moet laten opstellen.”
Andere aanpak Dat vond ook de Raad van State, die de Tilburgse sanering voorlopig stillegde. Tot een definitieve uitspraak kwam het niet, omdat de gemeente de beschikking twee dagen na de uitnodiging voor de zitting in hoofdzaak begin maart 2009, liet intrekken. Evert-Jan Roelofsen, namens de gemeente Tilburg ad interim directeur van PPS Kempenbaan i.o., zag de ingeslagen weg met een provinciale beschikking als een doodlopend traject. Hij legt uit: “De provincie Noord-Brabant stelde een paar jaar geleden een ambitieuze beleidsnota ‘Hergebruik van stortplaatsen’ op. Kempenbaan werd één van de pilots, en wij kregen op grond van ons hergebruikplan een beschikking. Dit provinciale beleid houdt blijkbaar geen stand bij de Raad van State. We kiezen nu voor een andere aanpak. Met z’n drieën - Tilburg, de Vereniging Afvalbedrijven en de provincie Noord-Brabant - zoeken we nu gezamenlijk naar een oplossing.” Wat volgens Roelofsen ontbreekt, is een helder landelijk beleid. “Wij lopen aan tegen leemten in het beleid. De regelgeving is niet altijd eenduidig. Elke provincie formuleert haar eigen beleid, waardoor in iedere provincie de situatie anders is. Wat in de ene provincie kan, mag in een andere niet. Er moet landelijke helderheid komen, en VROM moet hierin het voortouw nemen”, zegt hij.
Wet Bodembescherming Roelofsen gooit het nu over een andere boeg, namelijk de Wet Bodembescherming. “Deze wet is van toepassing omdat de vuilstort voor zeventig procent uit grond
bestaat. Het gaat dan om een bodemsanering van vervuilde grond. Het grootste deel laten we liggen, de rest schuiven we naar de geluidswal.” Afvoeren naar een stortplaats, zoals Krom aangeeft, is volgens Roelofsen voor de Kempenbaan onbetaalbaar. “Doordat het materiaal op locatie blijft is er geen sprake van stortbelasting, dit is ook zo afgesproken met de Belastingdienst.” De stortbelasting blijft daarmee een geschilpunt, net als de aanmerking als inrichting. “Wij kunnen geen stortplaats worden omdat er een moratorium geldt voor nieuwe stortplaatsen”, zegt Roelofsen daarover. Het illustreert volgens hem de waslijst open einden, waar geen afdoende antwoord op is te geven. Is er sprake van een nieuwe stortplaats of niet, is het afgegraven materiaal grond en/of afval, moet er stortbelasting worden betaald of niet, hoe schoon moet de oude stortplaats worden: het beleid is volgens Roelofsen multi-interpretabel.
Evert-Jan Roelofsen (PPS Kempenbaan i.o.):
‘VROM moet met eenduidige regelgeving komen.’
VROM onderschrijft in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 het probleem, maar de oplossing reikt niet verder dan ‘samen met betrokkenen tot een aanpak komen’. Het lijkt er voorlopig niet op dat VROM het voortouw gaat nemen. Volgens het ministerie zijn de provincies aan zet. Milieuminister Cramer riep de provincies begin dit jaar dan ook op de regie te nemen over de reconstructie van oude stortplaatsen. De provincies pakken de handschoen op. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) startte recent een werkgroep, die na de zomer met een gezamenlijke visie naar buiten komt. Dit najaar verschijnt ook een rapport van Oranjewoud, dat momenteel in opdracht van VROM de knelpunten rond de wet- en regelgeving in kaart brengt. “VROM moet met eenduidige regelgeving komen”, zegt Roelofsen, “zodat niet elke gemeente net als wij hoeft te pionieren.”
Arbocatalogus voor afvalsector in finaal stadium Op 3 juni hebben alle betrokken partijen de brief voor de aanbieding van de Arbocatalogus Afvalbedrijven aan de Arbeidsinspectie ondertekend. De onderdelen Algemeen, Milieustraat en KCA-depot, Bewerken, Composteren, Verbranden en Storten van de arbocatalogus, inclusief de bepalingen over dieselmotorenemissies in omsloten ruimten, zijn gereed voor de marginale toetsing door de inspectie.
Twence bereikt met besparing aardgas forse reductie CO 2-uitstoot Twence beperkt het gebruik van aardgas door in de rookgasreiniging van de afvalverbrandingsinstallatie gebruik te maken van de stoom uit de eigen installatie. Jaarlijks gaat het om een hoeveelheid van 2,7 miljoen ton aardgas. Dat is een vermindering van CO2-uitstoot van ruim 5.000 ton per jaar. Hiermee levert Twence een grote bijdrage aan de doelstelling van de provincie Overijssel om de CO2-uitstoot in 2020 met dertig procent terug te dringen. Op 4 juni hebben gedeputeerde Theo Rietkerk en Henk Holterman, lid van het dagelijks bestuur van het waterschap Regge en Dinkel, de gastoevoer voor de eerste verbrandingslijn buiten werking gesteld en de stoomleiding geopend. Tijdens de jaarlijkse onderhoudsbeurt dit najaar wordt de tweede verbrandingslijn ook op deze manier aangepast. Het in werking stellen van de stoomverwarming is onderdeel van het officieel overhandigen van de nieuwe milieuvergunning voor de locatie Boeldershoek van Twence. Deze vergunning komt in de plaats van de negen oude vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren voor de afzonderlijke onderdelen van het bedrijf. De nieuwe vergunning bespaart zowel Twence als de provincie veel tijd. Er komen ook meer verantwoordelijkheden bij het bedrijf te liggen. Directeur Jan Rooijakkers: “De nieuwe vergunning is meer doelgericht. Dat biedt Twence de ruimte zich verder te ontwikkelen als duurzaam bedrijf en te zoeken naar verbeteringen van werkprocessen en methodes.” De verbetering van de rookgasreiniging is daar een voorbeeld van.
Partijen Bij de totstandkoming van de Arbocatalogus is gewerkt aan het bereiken van overeenstemming tussen werknemers (Abvakabo FNV, CNV Publiek, Het Zwarte Corps, LPMA) en werkgevers (WENb). Initiatiefnemer Vereniging Afvalbedrijven heeft naast deze partijen samengewerkt met de brancheorganisaties BRBS, BVOR en NVRD. Tevens is overleg gevoerd met BGZ Wegvervoer. Deze organisatie maakt een eigen arbocatalogus, waarvan het vervoeren en inzamelen van afvalstoffen onderdeel uitmaakt. Het streven is dat de inhoud van dit onderdeel van gelijke strekking is als het onderdeel Inzamelen van de Arbocatalogus Afvalbedrijven.
Inhoud De Arbocatalogus Afvalbedrijven is gebaseerd op de expertise bij afvalbedrijven. De catalogus gaat vooral in op de maatregelen die nodig zijn om risico’s bij afvalactiviteiten zoveel mogelijk te beperken. De catalogus heeft een overkoepelend hoofdstuk ‘Algemeen’ waarin wordt ingegaan op de wettelijke eisen, arbomanagementsystemen en de communicatie met niet-Nederlandssprekende werknemers. Volgens de arbeidshygiënische strategie - een wettelijke eis - is er een vaste volgorde bij het oplossen van risico’s. De arbocatalogus hanteert de volgende volgorde: bronmaatregelen, andere (technische) maatregelen, organisatorische maatregelen en tot slot persoonlijke beschermingsmiddelen. In sommige gevallen kunnen organisatorische maatregelen voor gaan op technische maatregelen. De arbocatalogus is opgedeeld naar activiteiten: milieustraat en KCA-depot, Bewerken, Composteren, etc. Deze hoofdstukken zijn ingedeeld naar risico’s en elk risico is opgebouwd uit een aantal aspecten: aard, wettelijk kader, oplossing en bijlagen met relevantie informatie. De catalogus is een digitaal document dat online te raadplegen is. Hierdoor is en blijft hij in ontwikkeling. Aan de onderdelen Inzamelen en Rioleringsbeheer wordt nog gewerkt. Naar verwachting volgt in september over deze onderdelen overeenstemming.
Inspectie De Inspectie bekijkt of het helder is waar het om gaat en of de deelnemers een goede afspiegeling zijn van de sector. Verder wordt er gekeken naar de beschikbaarheid van de catalogus en of het bedrijf met het volgen van de aanpak uit de catalogus voldoet aan de wet. De verwachting is dat de Inspectie tien weken nodig heeft om de catalogus te kunnen beoordelen. De Arbocatalogus Afvalbedrijven is te raadplegen op www.arbocatalogus.net/afval
afvalforum juni 2009
9
Het grote aanbod elektriciteit zet het net onder druk. Groene initiatieven mogen hier niet het slachtoffer van worden (foto: Essent Milieu)
Duurzame energie krijgt voorrang op overvol elektriciteitsnet
File op het elektriciteitsnet Het Nederlandse elektriciteitsnet staat op springen. Nieuwe kolencentrales, windmolenparken op zee, gft-vergistingsinstallaties, mestvergistingsinstallaties: gaan alle plannen door, dan biedt het elektriciteitsnet onvoldoende capaciteit om de stroom te transporteren. Een nieuwe wet geeft ‘groene’ initiatieven voorrang op het overvolle net.
Michael Sanders (Essent Milieu):
‘De regelbaarheid van een installatie moet worden meegenomen in de ranking.’
10
afvalforum juni 2009
DOOR René Didde
Nederland wekt meer en meer stroom op. Nu al is er op enkele plaatsen meer productie- dan transportcapaciteit. Er ontstaat kortom congestie op het net. De huidige economische recessie maakt het probleem nog groter. Menig bedrijf draait immers op halve kracht. Bedrijven kunnen een groot deel van hun stroombehoefte oplossen met de eigen productie aan warmtekrachteenheden die de laatste tien jaar met succes zijn geïnstalleerd. Ook bij conventionele afnemers zonder eigen productiefaciliteiten is de vraag naar stroom afgenomen. Recent werd bekend dat wereldwijd de vraag naar stroom voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog daalt. De vrees bestaat nu dat tal van groene initiatieven voor stroomproductie uit biomassa en secundaire grondstoffen straks het slachtoffer zullen worden van een te krap transportnet. Deze tekortschietende transportcapaciteit zal mogelijk ook de afvalbranche raken. Afvalverbrandingsinstallaties (avi’s) produceren sinds jaar en dag een fikse hoeveelheid stroom door de warmte die vrijkomt bij de verbranding. Mede gedreven door de ambitieuze klimaatdoelstellingen zijn er bovendien tal van initiatieven voor gft-vergistingsinstallaties en bio-elektriciteitscentrales, die de nodige kWh aan stroom zullen opwekken. Bij Essent Milieu komt energiespecialist Michael Sanders met een mooie metafoor. “Je hebt een abonnement bij de NS, maar elke dag zit de trein vol. NS blijft maar abonnementen verkopen en zet ondertussen bussen in. Sommige mensen kiezen vrijwillig voor de bus, maar op een gegeven moment zijn ook de bussen op. En dan moet er per dag worden geloot. En dan zal jij als avi – wanneer je wordt uitgeloot maar net de scholier zijn die op die dag eindexamen moet doen.” Op dit moment treden al problemen op. In de Eemshaven, de Maasvlakte en in het Sloegebied wordt zoveel stroom opgewekt dat landelijk netbeheerder TenneT en regionale netbeheerders als Liander (Nuon) en Enexis (Essent) niet kunnen garanderen de stroom ook daadwerkelijk af te nemen. In het Westland hebben kassentelers zoveel geïnvesteerd in grootschalige warmtekrachtkoppeling dat niet zelden enkele kassen moeten worden ‘afgeregeld’. “Bij grote congestie vinden er zelfs biedingen plaats door tuinders op het niet laten draaien van hun wkk-installatie”, legt Klaas Hommes van TenneT de
fijne kneepjes van het zogeheten congestiemanagement uit.
Congestiemanagement De systematiek van dit congestiemanagement moet ertoe leiden dat de dagelijkse files op het net in het Westland worden opgelost. Momenteel wordt onderzocht of netbeheerder TenneT de meest aangewezen partij is om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, of dat marktpartijen het zelf oplossen. Had de netbeheerder niet beter kunnen anticiperen op alle nieuwe plannen? “Nee, we staan te trappelen om aan de slag te gaan en elk nieuw plan aan te sluiten”, zegt Hommes. TenneT is volgens hem druk bezig om te investeren in nieuwe hoogspanningsleidingen. “Vooral in de drukke delen van de Randstad vergt dat meer tijd dan in een desolate polder”, zegt Hommes. Vergunningen, inspraak en andere administratieve verplichtingen, zoals een toetsing door de Energiekamer, maken dat de aanleg van een leiding tussen de drie en zes jaar tijd neemt. TenneT denkt overigens dat het elektriciteitsnet binnen vijf tot tien jaar op orde is. “We doen daarnaast onze uiterste best om noodmaatregelen te treffen. In mei hebben we nog 70 MW aan trafocapaciteit in het Westland geplaatst en volgend jaar nemen we daar een nieuw station in gebruik waardoor het probleem met de tuinders definitief voorbij is.” Hommes voegt er aan toe dat niemand kon voorzien dat de economische recessie de laatste maanden voor een significante terugval van de energievraag zou zorgen. “Als Corus zijn productie beperkt, daalt de energievraag en kunnen we minder door derden geproduceerde energie het net op loodsen.”
Voorrang voor duurzaam Maar dan gaan ‘groene’ initiatieven met windmolen, vergisting, bio-energie en thermische recycling van afval toch zeker wel boven ‘grijze’ energieproducenten als kolencentrales? Daar wordt hard aan gewerkt, meldt het Ministerie van Economische Zaken. Er ligt een nieuwe wet ter behandeling bij de Tweede Kamer met de veelbelovende titel ‘Wet voorrang voor duurzaam’. Op het Ministerie van Economische Zaken wordt benadrukt dat de nieuwe wet waarborgt dat groene initiatieven voorrang krijgen boven grijze plannen. Welke systematiek precies wordt gekozen is nog een punt van nader onderzoek, aldus het ministerie. De mogelijkheid van een nadere
Klaas Hommes (TenneT):
‘We doen daarnaast onze uiterste best om noodmaatregelen te treffen.’
rangorde tussen lichtgroene, olijfgroene en 100 procent donkergroene initiatieven is nog een hangijzer. Een kolencentrale die 45 procent aan biomassa bijstookt, scoort bijna net zo hoog als een avi die gezien de energieproductie uit het organisch deel van afval bijna voor vijftig procent als ‘groen’ mag worden aangeslagen. En avi’s die ook nog eens restwarmte nuttig aanwenden, bijvoorbeeld voor stadsverwarming of als laagwaardige stoom voor een nabij gelegen productiebedrijf, zouden extra punten kunnen krijgen. De rangorde voor de beoogde voorrang is dus nog niet zonder slag of stoot vastgelegd. Zonder twijfel zullen deze discussiepunten aan de orde komen in de brede consultatie van de markt die het ministerie nog vóór de zomer wil plegen. Daarbij zullen ook de toerekening van de kosten van het congestiemanagement een rol spelen. Ook daarvoor worden momenteel voorstellen onderzocht. Michael Sanders van Essent Milieu wijst er op dat avi’s hun energie en warmte niet kunnen opslaan. “Evenmin kunnen wij vanwege de wettelijke plicht en de maatschappelijke taak tot afvalverwerking afval opslaan. De buffercapaciteit is daar in het geheel niet op berekend”, aldus Sanders. “De afvalverbrandingsinstallatie is van nature een slecht regelbare installatie, heel anders dan een warmtekrachtinstallatie of een elektriciteitscentrale met hun goede vermogensregelingen. En biomassafeedstock in de vorm van houtsnippers is zelfs beter bufferbaar dan afval. De regelbaarheid van een installatie moet dus worden meegenomen in de ranking”, aldus Sanders. Ook de compensatie voor het afregelen moet de prikkels op de goede plek leggen. “Een elektriciteitscentrale die moet worden afgeregeld, hoeft geen kolen of gas in te kopen en vermijdt dus kosten. Een avi blijft echter met de IPCC-verplichting zitten om het afval met een zo hoog mogelijk energetisch rendement te verwerken. Ik hoop dat dit probleem in de nieuwe wet wordt meegewogen.”
afvalforum juni 2009
11
‘Einde afval’-status in zicht voor handvol afvalstromen
Van afval naar product Europa heeft de ambitie een recyclingsociety te worden, zo stelt de Kaderrichtlijn afvalstoffen. Alle kaarten worden gezet op hoogwaardige recycling. Eén van de kansen biedt de zogeheten ‘einde afval’-status, waarvoor momenteel in Brussel de voorwaarden worden besproken.
DOOR Han van de Wiel
In Brussel is één van de vele technische comités momenteel druk doende met het bepalen onder welke voorwaarden een aantal prioritaire afvalstromen ophouden afval te zijn. Het gaat om ijzer/staal, aluminium, koper, papier en glas - afvalstromen waar grote economische winst valt te behalen omdat er een internationale markt voor bestaat. In 2010 hakt de Europese Commissie de knoop door over enkele afvalstromen. Afval met een ‘einde afval’-status (End of Waste, EoW) ‘verandert’ in een product, en dat heeft als plezierig gevolg dat de afvalstoffenwetgeving niet meer geldig is. Producten kunnen zonder veel belemmeringen en administratieve lastendruk worden geëxporteerd naar landen buiten de Europese Unie. In de unie geldt zelfs een vrij verkeer voor producten. Door de EoW-status worden bedrijven van afval-
Hans Koning (MRF/FNOI):
‘Onze branche strijdt al dertig jaar om onder het predicaat afval uit te komen.’
12
afvalforum juni 2009
verwerker tot producent van secundaire grondstoffen, waardoor ze stijgen in de waardeketen. Het zal er ook toe leiden dat het vertrouwen in recyclaten toeneemt. “Onze branche strijdt er al dertig jaar voor om onder het predicaat afval uit te komen voor papier en metaal”, zegt directeur Hans Koning van zowel de Metaal Recycling Federatie (MRF) als de Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie (FNOI). “Met de EoW-status gaat dat eindelijk lukken.” Ook Martin van Tuyl, directeur van SITA Paper Recycling & Trading, is opgetogen. “De oudpapierindustrie kijkt al jaren reikhalzend uit naar het moment dat papier geen afval meer is maar als product wordt gezien. Dan zijn we af van de administratieve lasten die horen bij internationale regelingen als EVOA.” Nu moeten bedrijven voor ieder afvaltransport documenten invullen en bijleveren, waaronder het beruchte begeleidingsdocument Bijlage VII. Daarmee geven ze concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie prijs. De export naar diverse landen buiten de Europese Unie is nog altijd verboden. Dit verbod heeft een curieuze achtergrond. De Europese Commissie heeft in het verleden vragenlijsten naar alle landen buiten de EU gestuurd met de vraag of ze afval uit Europese landen wilden ontvangen. “Veel landen begrepen die vragen niet, of de lijsten kwamen bij het verkeerde ministerie terecht en zijn nooit ingevuld”, zegt Hans Koning licht ironisch. “Met name landen uit het Midden-Oosten begrepen er niks van en lieten niks van zich horen. Gevolg: naar die landen is de export van afvalstromen als metaalafval en oudpapier
verboden. Voor onze concurrenten uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten bestaat die restrictie niet.”
Droomscenario Voor oudpapier is export een must, zegt Van Tuyl. “Het is een commodity met een krimpende afzetmarkt in Europa, terwijl we steeds grotere volumes inzamelen. Tien tot twaalf procent wordt geëxporteerd naar landen buiten de EU, met een zwaar accent op de groeimarkt China.” Als oudpapier de EoW-status krijgt zijn vele, vaak administratieve, belemmeringen opgeheven. Natuurlijk hebben landen als China, India en Indonesië hun eigen eisen waaraan voldaan moet worden, “maar nu gebeurt alles dubbel, in de EU én in het exportland”, zegt Koning. Mogelijk conformeren landen als China hun importeisen aan de Europese normen. “Het zou niet voor het eerst zijn dat Europese milieucriteria wereldwijd effect hebben, omdat ze als goed gefundeerd worden beschouwd”, meent Andreas Versmann van de Europese Commissie. “Veel landen buiten de EU hanteren een meer restrictieve definitie van afval dan de EU. Die kunnen we niet beïnvloeden, maar er zal wel invloed van het EoW-regime uitgaan. Met name de Europese kwaliteitscriteria zullen de markt gaan beïnvloeden. De EU is wat betreft volumes namelijk een belangrijke speler.” Tot zover het droomscenario. Dat kan veranderen in een rampscenario als de stoffenrichtlijn REACH een onbedoelde invloed krijgt op afvalstoffen. Tot nu toe
Afval met een ‘einde afval’-status (End of Waste, EoW) ‘verandert’ in een product. Brussel onderzoekt de voorwaarden, ook voor oudpapier (foto: Vereniging Afvalbedrijven)
Andreas Versmann (Europese Commissie):
‘Zodra de EoW-criteria zijn bepaald, zijn ze voor alle EU-lidstaten bindend.’
valt afval niet onder REACH, maar dat verandert zodra gerecyclede materialen ophouden afval te zijn. “Dan moeten we de exacte chemische samenstelling van het materiaal kennen”, zegt Van Tuyl van SITA. “Denk aan papier, inkt en vulstoffen. Dat is volstrekt onmogelijk, vanwege het grote aantal bronnen waar we ons papier van betrekken.” Koning (FNOI) wijst erop dat de Europese Commissie er tot nu toe niet in is geslaagd precies duidelijk te maken welke stoffen wel en welke niet onder REACH vallen. “In Brussel zegt men al gauw: begin maar voor de zekerheid met preregistratie.” Illustratief in dit verband is dat in plaats van de verwachte 150.000 preregistraties het er ongeveer twee miljoen zijn geworden. Versmann van de Europese Commissie denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen, integendeel. “De Commissie erkent de noodzaak tot een extra leidraad en heeft daartoe in het najaar van 2008 een voorstel gepubliceerd. De Commissie kiest voor een
pragmatische benadering die de zorgen van de sector wegneemt. Dat is wat ik hoor van de Europese brancheorganisaties.” De Europese Chemische Autoriteit werkt op het ogenblik de leidraad uit.
Lidstaten Andere mogelijke spelbedervers zijn de lidstaten van de EU. De nieuwe Kaderrichtlijn afvalstoffen geeft ze beleidsvrijheid om zelf de EoW-criteria vast te stellen, totdat Europa een gezamenlijke standaard heeft opgesteld, en dat kan jaren duren. Als dat gebeurt komt er geen gelijk speelveld. Van Tuyl maakt als verantwoordelijke voor SITA Benelux en Duitsland nu al dagelijks mee wat dat betekent. “Het hanteren van verschillende criteria leidt tot chaos aan de grenzen en een ongelooflijke administratieve lastenverzwaring. In een mondiale markt moet je nationale oplossingen uitbannen.” Versmann erkent het probleem, maar volgens hem hoeft de sector zich geen zorgen te maken. “Zodra voor een stroom afval de EoW-criteria zijn bepaald, zijn ze voor alle EU-lidstaten bindend en moeten ze onveranderd worden overgenomen. Lidstaten moeten dan voldoen aan deze criteria.” De meeste politieke strijd gaat voorlopig zitten in het bepalen van het transitiepunt: het moment dat een afvalstof product wordt. Koning legt uit. “Momenteel is de regel dat secundair metaal geen afvalstof meer is zodra het gesmolten wordt. Voor oudpapier geldt dat het ophoudt afval te zijn zodra het uit
de pulper komt. Als deze transitiepunten niet naar voren verschuiven, schieten we er niets mee op.” Dan blijven de stromen namelijk als afval behandeld en geldt het regime van de afvalvergunningen. En ontbreekt een stimulans om te evolueren naar een echte recyclingmaatschappij. Koning en Van Tuyl pleiten daarom voor een transitiepunt dat zo hoog mogelijk in de keten ligt, maar ná bewerking of sortering door een erkend recyclingbedrijf. Koning: “Dat is van belang om aan de kwaliteitsnormen te kunnen voldoen.” De Europese oudpapierbranche heeft met het oog op de kwaliteit een standaardsoortenlijst opgesteld voor negentig soorten oudpapier, met een omschrijving per soort wat er in mag zitten. In een responsible sourcing document is vastgelegd welk soort oudpapier na recycling voor welke doeleinden geschikt is. Om er alles aan te doen om te voorkomen dat oudpapier uit ziekenhuizen opduikt in de voedingsmiddelenindustrie.
Martin van Tuyl (SITA):
‘Het hanteren van verschillende criteria door lidstaten leidt tot chaos.’
afvalforum juni 2009
13
by Han van de Wiel
One of the many European technical committees is now busy deciding the criteria for determining when a number of priority waste streams cease to be waste. These waste streams are iron/steel, aluminium, copper, paper and glass – from which significant profits can be made because there is an international market for these materials. In 2010 the European Commission will come to decisions on several waste streams. Waste that has reached end-ofwaste status (EoW) ‘becomes’ a product, the agreeable consequence of which is that the waste legislation no longer applies to these materials. Products can then be exported to countries outside the European Union without much hindrance or excessive paperwork. Within the EU there is even free movement of products. The EoW status turns waste processing companies into producers of secondary materials, moving them up the value chain. It will also lead to increased confidence in recyclates.
Waste which has reached ‘end-of-waste’ status (EoW) ‘becomes’ a product. The EU is working on the criteria, including those for waste paper (photo: Dutch Waste Management Association)
‘End-of-waste’ status in sight for a handful of waste streams
From waste to product The Waste Framework Directive states that Europe aims to become a recycling society. All hopes are pinned on high-grade recycling. One of the opportunities is the ‘end-of-waste’ status, the details of which are currently being discussed in Brussels.
14
afvalforum juni 2009
‘For thirty years our industry has been fighting to have the waste designation on paper and metal lifted,’ says Hans Koning, director of both the Metal Recycling Federation (MRF) and the Federation of the Netherlands Waste Paper Industry (FNOI). ‘The EoW status will finally make this happen.’ Martin van Tuyl, director of SITA Paper Recycling & Trading, is also delighted. ‘For many years the waste paper industry has been eagerly looking forward to the time when paper is no longer classified as waste, but is seen as a product. Then we will finally be relieved of the administrative burden imposed by regulations like the WSR.’ At the moment companies have to fill in and supply documents for every waste shipment, including the notorious Annex VII document that has to accompany the shipment, forcing them to release sensitive information to their competitors. Exporting to various countries outside the European Union is still prohibited. This ban has a curious history. In the past the European Commission sent questionnaires to all countries outside the EU asking them whether they wish to receive waste from European countries. ‘Many countries did not understand the questions, or the questionnaires were sent to the wrong ministry and were never filled in,’ says Hans Koning, with a hint of irony. ‘Middle Eastern countries in particular were completely confused and made no reply at all. The consequence: exporting
waste streams such as metals and waste paper to these countries is prohibited. There are no such restrictions on our competitors in countries like the United States.’
Dream scenario Exporting waste paper is an absolute necessity, says van Tuyl. ‘It is a commodity with a shrinking market in Europe, but we are collecting growing volumes each year. Ten to twelve per cent is exported to countries outside the EU, with much of it going to the growth market in China.’ If waste paper is given EoW status, the numerous, often administrative, obstacles to exporting it will be removed. Of course, countries like China, India and Indonesia have their own requirements that have to be met, ‘but now everything has to be done twice, in the EU and in the importing country,’ says Koning. It is possible that countries like China will bring their import requirements into line with European standards. ‘It would not be the first time that European environmental criteria have an effect across the world, because they are considered to be wellfounded,’ declares Andreas Versmann of the European Commission. ‘Many countries outside the EU work with more restrictive
Hans Koning (MRF/FNOI):
‘For thirty years our industry has been fighting to have the waste designation lifted.’
definitions of waste than the EU. We cannot change these, but the EoW regime will definitely have some influence. The European quality criteria in particular will influence the market. After all, the EU is an important market player in terms of volumes.’ That is as far as the dream scenario goes. But this can turn into a doom scenario if the REACH regulation on chemicals has unintended consequences for wastes. So far, waste is not covered by REACH, but that will change as soon as a recovered material ceases to be waste. ‘Then we have to know the exact chemical composition of the materials in question,’ says van Tuyl of SITA.
Andreas Versmann (European Commission):
‘As soon as the EoW criteria have been decided on, they are binding on all EU member states.’
‘Take paper, ink and fillers, for example. It is totally impossible to determine the exact composition of these materials because we collect paper from a large number of sources.’ Koning (FNOI) points out that so far the European Commission has not been successful in making it absolutely clear which substances do or do not fall under REACH. ‘In Brussels they all too easily say: to be on the safe side, start with preregistration.’ A revealing fact is that instead of the expected 150,000 pre-registrations, there were about two million. Versmann of the European Commission thinks that it will not be too much of a burden in the end; in fact, quite the reverse. ‘The Commission recognises the need for additional guidance and published a proposal in autumn 2008. It has chosen to take a pragmatic approach that will dispel the sector’s concerns. That’s what I hear from the European trade and industry associations.’ The European Chemical Authority is currently refining and detailing the guidelines.
Member states Other possible stumbling blocks may be thrown up by the EU member states themselves. The new Waste Framework Directive gives them the freedom to set national EoW criteria until a common Europe-wide standard has been drawn up – and that could take years. Until that happens, there will be no level playing field. Van Tuyl, responsible for SITA Benelux and Germany, already experiences what this means on a daily basis. ‘Working with different criteria leads to chaos on the borders and an unbelievable increase in red tape. In a global market you have to get rid of national regulations.’ Versmann acknowledges the problem, but believes the sector should not be worried. ‘As soon as the EoW criteria have been decided on for a waste stream, they are binding on
all EU member states, which will have to comply with these criteria.’ For the time being, the biggest political battles will be about the transition point: the point at which a waste becomes a product. Koning explains. ‘At the moment the rule is that secondary metal is no longer a waste once it is smelted, and waste paper ceases to be waste as soon as it comes out of the pulper. If these transition points don’t move forward, we will not make any progress at all.’ The streams will continue to be treated as wastes and fall under the waste management licensing regime. And there will be no stimulus to evolve into a real recycling society. Koning and van Tuyl therefore argue for a transition point as high up in the chain as possible, but only after treatment or sorting by an approved recycling company. Koning: ‘That is important for meeting the quality standards.’ In the interests of quality control, the European waste paper industry has drawn up a list of ninety standard types of waste paper, with a description of what each type may contain. A document on responsible sourcing sets out what type of waste paper is suitable for what purposes following recycling. Every effort is being made to ensure that waste paper from hospitals, for example, does not end up in the food industry.
Martin van Tuyl (SITA):
‘Member states working with different criteria leads to chaos.’
afvalforum juni 2009
15
De Nationale Sloopregeling oude auto’s van start Minister Jacqueline Cramer van Milieu heeft 29 mei het startschot gegeven voor De Nationale Sloopregeling. Het doel van de sloopregeling is tweeledig. Enerzijds komt De Nationale Sloopregeling het milieu ten goede. Moderne auto’s zijn minder belastend voor het milieu door lagere uitstoot van schadelijke stoffen. Anderzijds hoopt het kabinet de autobranche door de regeling een impuls te geven. Bijkomend voordeel is dat moderne auto’s veiliger zijn dan hun voorgangers. De Nationale Sloopregeling, een initiatief van RAI Vereniging, BOVAG, STIBA en ARN (Auto Recycling Nederland) in samenwerking met het ministerie van VROM, is één van de maatregelen die het kabinet heeft genomen om de kredietcrisis het hoofd te bieden. De sloopregeling moet het financieel aantrekkelijker maken om oudere personen- en bestelauto’s versneld aan te bieden voor sloop en met een premie om te ruilen voor jongere, schonere auto’s. De hoogte van de slooppremie varieert van 750 tot 1750 euro. Deze premie wordt in mindering gebracht op de aanschafprijs van een jonger en schoner exemplaar. De ingeleverde auto wordt milieuvriendelijk verwerkt door de contractpartners van ARN. Gemiddeld wordt 85% van elke sloopauto gerecycled. Naar verwachting zullen 80.000 auto’s door deze regeling worden gesloopt.
Afvalconferentie 2009 op 7 oktober in Den Haag
Inzamelbox voor spaarlamp
Net als lege batterijen moeten kapotte spaarlampen in de toekomst kunnen worden ingeleverd bij de supermarkt. Stichting LightRec, verantwoordelijk voor de inzameling van oude spaarlampen en tl-buizen, is dit overeengekomen met de belangrijkste retailers van Nederland, waaronder Blokker, Hema en Gamma. Er komt een aparte inzamelbox waarin de consument kapotte spaarlampen kan achterlaten zonder tussenkomst van het winkelpersoneel. LightRec inventariseert samen met de retailorganisaties de functionele specificaties van het inzamelmiddel, dat geschikt moet zijn voor zowel food- als non-foodretailers en voor zowel kleine als grote winkeloppervlakten. De keuze voor de leverancier van een nieuw inzamelmiddel is niet over een nacht ijs gegaan. Via een openbare tenderprocedure werd uiteindelijk het ontwerp van SITA geselecteerd als meest veelbelovende. De stichting en de foodretailers stellen hoge eisen aan het ontwerp. LightRec werkt inmiddels met SITA de details uit. Nog voor de zomer verwacht LightRec de Meer informatie en aanmelden op www.afvalconferentie.nl eerste inzamelbox te presenteren aan retailers in Nederland. Doel is om de box rond de uitfasering van de gloeilamp komend najaar in zo’n duizend winkels te hebben staan. LightRec verwacht dat in de loop van 2010 de inzameling bij de Afvalzakken voor plastic bestellen consument meetbaar zal toenemen. In gemeenten waar het plastic verpakkingsafval gescheiden in zakken wordt ingezameld, is het van groot belang dat bewoners altijd voldoende zakken in huis hebben. Sinds 1 mei 2009 kunnen bewoners van gemeenten die gebruik maken van de inzamelservice van SITA gebruikmaken speciale zakken bestellen voor plastic verpakkingsafval. SITA en Inclusief Gresbo nemen gemeenten de distributie van deze zakken uit handen. Hierdoor tonen bewoners een grotere bereidheid om plastic afval te scheiden. Op zakkenbestellen.nl of via een gratis 0800-nummer kunnen burgers pakketjes van twaalf zakken bestellen die kosteloos binnen tien dagen worden opgestuurd. Hoe hoger de deelname aan deze vorm van afvalscheiding, hoe groter het milieueffect. En hoe hoger de kostenbesparing voor een gemeente is. De gemeenten kunnen de kosten dekken uit de (inzamel)vergoedingen die zij uit het Afvalfonds via Stichting Nedvang ontvangen. Zoals elk jaar vindt op de derde woensdag van oktober de Afvalconferentie plaats. De organisatoren - het ministerie van VROM, de Koninklijke vereniging voor afval- en reinigingsmanagement NVRD en de Vereniging Afvalbedrijven - hebben gekozen voor het World Forum in Den Haag als locatie voor de Afvalconferentie 2009. Onder leiding van dagvoorzitter Inge Diepman laten prominenten verschillende ontwikkelingen op de afvalmarkt de revue passeren, waaronder duurzaam ondernemen en de rol van de producenten in het afvalketenbeleid. Zoals altijd komt ook de laatste stand van zaken binnen het (inter)nationale afvalbeleid aan bod. Tijdens het avondprogramma gaat milieuminister Jacqueline Cramer in op de rol van verschillende partijen in Nederland bij het bereiken van het Kyoto-protocol en het nieuwe klimaatverdrag waarover in december in Kopenhagen wordt gesproken. Hierbij is er speciale aandacht voor de bijdrage van de afvalsector in de strijd tegen de klimaatverandering.
16
afvalforum juni 2009
Nieuwe rubriek: misverstanden over afval
Misverstand: “Gft-afval scheiden is zinloos” Er bestaan van die storende misverstanden, die telkens weer de kop opsteken. Neem het onuitroeibare gerucht dat de groene gft-bak zinloos is, omdat alles later toch bij elkaar wordt gegooid. Deze rubriek wil dergelijke uitspraken voor eens en altijd de wereld uithelpen. Een deskundige legt het nog één keer uit. Aflevering 1: Ger de Jong, directeur van De Meerlanden en voorzitter van de verenigde composteerders in Nederland, over het scheiden van gft.
DOOR Marieke Vos
“Het misverstand dat het scheiden van gft-afval zinloos is, duikt regelmatig op. Ik denk dat het komt omdat de wet Milieubeheer verplicht tot het apart inzamelen van groente-, fruit- en tuinafval. En als iets een verplichting is, dan levert dat al snel weerstand op. Daarbij komt dat mensen zich waarschijnlijk niet kunnen voorstellen wat er met het afval gebeurt. Het hergebruik van gft-afval is een fantastische vorm van cradle-to-cradle, van het omvormen van afval tot grondstof. We maken er compost van. In Nederland staan 23 installaties, die samen anderhalf miljoen ton gft-afval per jaar verwerken. Dat is ongeveer 100 kilo per inwoner per jaar. Zo’n 30 tot 40 procent van dat afval bestaat uit groente en fruit, de rest is tuinafval. Van die anderhalf miljoen ton gft-afval maken we 500.000 ton compost. Bij verwerking blijft dus éénderde over, de rest is water en gassen. Het afval wordt met behulp van bacteriën omgezet in compost, er wordt lucht doorheen geblazen of getrokken zodat de temperatuur oploopt tot 60 à 70 graden Celsius. Na ongeveer twaalf weken is het verteerd
Ger de Jong (De Meerlanden):
‘Hergebruik van gft-afval is een fantastische vorm van cradle-to-cradle.’
tot compost. Deze wordt als bodemverbeteraar gebruikt in de akkerbouw en door potgrondbedrijven als veenvervanger aan potgrond toegevoegd. Als u een zak compost koopt bij het tuincentrum, dan is die hoogstwaarschijnlijk afkomstig van één van onze installaties. Compost is een prima bodemverbeteraar. Het geeft voeding aan de planten, zodat die beter groeien. Bovendien scoort het maken van compost positief op CO2emissie. Als je gft-afval verwerkt tot compost, dan blijft die CO2 in het materiaal vastzitten, omgerekend 60 kilo CO2 per ton gft. En dat is goed om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Overigens krijgt het verwerken van gft-afval in de
(foto: De Meerlanden)
nabije toekomst nog een milieuvoordeel: we zullen binnen vijf tot zeven jaar de meeste van onze installaties ombouwen tot vergistingsinstallaties. Dat betekent dat we de vrijkomende gassen gaan omzetten in groen gas, of in elektra en warmte. Eén ton gft-afval levert 100 kuub biogas op, in totaal praat je dan over 150 miljoen kuub biogas. Daar kunnen we 100 miljoen kuub aardgas van maken, voldoende om 50.000 huishoudens, een stad als Zwolle, een heel jaar van energie te voorzien. Een enorme bijdrage aan de CO2-reductie. Om kort te gaan: het scheiden van gft-afval is een heel eenvoudige manier om een relatief grote bijdrage te leveren aan een beter milieu.
afvalforum juni 2009
17
Afvaltransport steeds schoner, efficiënter en duurzamer
“Groen rijden is mooi, minder rijden is beter” De afvaltransportsector investeert in schoner, efficiënter en duurzamer vervoer. Goed voor milieu en klimaat, maar ook voor het uiteindelijke bedrijfsresultaat. Een rondgang langs drie afvalvervoerders en hun initiatieven.
DOOR Cees ter Stege
Met de inzet van een geluid- en emissieloze elektrische vrachtwagen heeft Van Gansewinkel een wereldprimeur in de afvalsector. Het project is samen met het Rotterdam Climate Initiative (RCI) en Roteb opgezet. Het voertuig haalt bij ongeveer 200 bedrijven in de milieuzone brandbaar restafval en papier op. Het afval gaat naar de afvalenergiecentrale en wordt daar verbrand en omgezet in elektriciteit, die het voertuig aandrijft. Zo is de kringloop rond. De wagen vermijdt ongeveer 15 ton CO2emissie. Wanneer de proef succesvol blijkt, gaat Van Gansewinkel meer elektrische afvalwagens inzetten. Ton François, directeur Logistiek bij Van Gansewinkel Groep: “Zonder emissies van gassen en geluid mag je gebieden in die anders afgesloten blijven. Met dit kleinere voertuig kun je dus toch productief zijn, ook in binnensteden. Gemeenten, klanten en bedrijven hechten
Ton François (Van Gansewinkel Groep):
‘Grote constante stromen vervoeren we inmiddels in gigantische hoeveelheden per schip.’
18
afvalforum juni 2009
waarde aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zij willen geen ronkende, vervuilende vrachtwagens voor hun winkelpand.” Onder de noemer “schonere vloot” heeft Van Gansewinkel tal van maatregelen genomen om het wagenpark te verduurzamen. Op meer dan honderd voertuigen zijn inmiddels roetfilters gemonteerd. Ook heeft het afvalbedrijf vorig jaar 140 EEVwagens (Enhenced Environmental Vehicles) aangeschaft, die overal de milieuzone van binnensteden in mogen. “EEV-wagens zijn nog schoner dan Euro5, de Europese emissiestandaard voor voertuigen. Wij kiezen bij investeringen altijd voor de laatste, schoonst mogelijke technologie, omdat we er minstens tien jaar lang voordeel van willen hebben”, verklaart François.
Water Van Gansewinkel kiest bewust voor een zo efficiënt mogelijke benutting van de infrastructuur, bijvoorbeeld bij de lokalisering van vastgoed. Zo is voor vlakglasrecycling gekozen voor de locatie in Lommel, dat per schip bereikbaar is. “Grote constante stromen vervoeren we inmiddels in gigantische hoeveelheden per schip.” Door transport over water en rails heeft het bedrijf in 2008 ongeveer zeven miljoen wegkilometers bespaard. Verder loopt een project om transport zoveel mogelijk naar de avond en nacht te verplaatsen. Op jaarbasis slaagt Van Gansewinkel erin om 300.000 ton brandbaar bedrijfsafval uit de filegevoelige spitsuren te houden.
Shanks Nederland, dat veertig locaties hoofdzakelijk in de Randstad heeft, kiest vooral voor logistieke optimalisatie. “Dat doen we uit kostenoverwegingen, maar het spaart natuurlijk ook het milieu en aantallen kilometers”, betoogt Jan Robert van Veen, directeur Reststoffen en Logistiek bij Shanks. Het bedrijf heeft Nederland als een lappendeken opgedeeld in postcodegebieden. Dochterondernemingen van Shanks kunnen weliswaar wel klantrelaties onderhouden in naburige gebieden, maar de inzameling kan ook door het collegabedrijf in het betreffende gebied worden verzorgd. “We zamelen grondstoffen in rondom de kerk”, aldus Van Veen. “Door dichter bij huis in te zamelen, kunnen we meer load per vrachtwagen realiseren, dus ook volstaan met minder vrachtwagens op de weg.” Inmiddels voldoen vrijwel alle nieuwe vrachtwagens die de laatste twee jaar zijn aangeschaft aan de Euro5-norm. Dochterbedrijf Icova werkt met een vijftal partners via stichting Mokum Mariteam samen aan een initiatief om in Amsterdam bouwstoffen over water te vervoeren. Bij verbouwingen gaan goederen als steen, hout en isolatiemateriaal heen en afvalstoffen retour. “Daardoor hoeven veel minder vrachtwagens door de lastig bereikbare en kwetsbare straten te rijden. Ook blokkeren minder lossende vrachtwagens de straatjes in de binnenstad. In plaats van een container voor de deur kunnen we een container op de boot
aanbieden. Bijkomend voordeel is dat we grotere volumes verwerken.” Shanks vervoert steeds meer afval over water, vorig jaar al 220.000 ton. “Dat scheelt enorm”, aldus Van Veen. Hij rekent uit dat daardoor minstens 9500 vrachtwagenritten (à 23 ton max.) uitgespaard zijn. “We kijken wel naar lichter en zuiniger, maar het grootste voordeel halen we toch uit het reduceren van transportbewegingen”, stelt Van Veen. Ook de inzet van boven- en ondergrondse perscontainers helpt het aantal ritten te beperken. De perscontainers kunnen het afval tot zeven keer comprimeren. Daardoor hoeven vrachtwagens ook zeven keer minder langs te komen.
Pilaren “Groen rijden is mooi, minder rijden is beter”, stelt Wieger Droogh, operationeel directeur van SITA. Het SITA-beleid steunt op drie pilaren: minder, beter en groen rijden. Met logistieke modellering worden alle routes tussen klanten en locaties optimaal ingepland, wat zowel kilometers als tijd bespaart. Lege retourritten worden zo voorkomen. Het bedrijf is in het kader van ‘beter rijden’ onlangs gestart met een bewustwordingstraject voor chauffeurs. Een tachograaf meet structureel toerentallen, schakelgedrag, remmen en optrekken. De focusgroep wist al snel 13 procent te besparen. Droogh: “Wat begon als duurzaamheidsproject voor brandstofbesparing, blijkt ook heel gunstig voor de schade- en onderhoudskosten. Ik verwacht een enorm besparingspotentieel.” Rondom ‘groen rijden’ betreedt SITA meerdere sporen. Samen met de gemeente Arnhem en enkele andere partijen ontwikkelt SITA een waterstofwagen. De testcase moet duidelijk maken ‘hoever waterstof ons kan brengen’. Nadelen als beperkte actieradius, ontbreken van tankstations en een te lage energiecapaciteit voor kraak-
Jan Robert van Veen (Shanks):
‘We zamelen grondstoffen in rondom de kerk.’
Transport per spoor beperkt het aantal wegkilometers en daarmee de uitstoot van CO2 (foto: Vereniging Afvalbedrijven)
perswagens moeten overwonnen worden. Vergelijkbare nadelen gelden voor honderd procent elektrisch vervoer. Meer kansen ziet Droogh voor hybride voertuigen, bijvoorbeeld voor huisvuilvoertuigen die vaak moeten stoppen en optrekken. Bestaande hybride technieken halen slechts dertig procent reductie van emissies en kunnen niet tijdelijk geheel emissieloos inzamelen. SITA vindt dat onvoldoende en werkt met meerdere partijen aan de ontwikkeling van een geheel nieuw hybride inzamelvoertuig dat wel voldoet aan de gestelde eisen. “We verwachten op korte termijn met een prototype te komen.”
Roetfilters SITA investeert ook samen met Pirelli Eco Technology in innovatieve, zogenaamde full-flow filters. Droogh: “Wij willen een effectieve, gesloten roetfilter. Vuilniswagens hebben door het discontinue rijden een lagere warmte dan vrachtwa-
Wieger Droogh (SITA):
‘Wij willen een effectieve, gesloten roetfilter’
gens, waardoor de bestaande roetfilters niet effectief werken. Wij streven naar filters met een lagere uitstoot en nog betere bescherming van onze werknemers.” SITA heeft er inmiddels 150 voertuigen mee uitgerust. Begin 2010 moet het overgrote deel van het wagenpark de innovatieve filtersystemen hebben. “Dat is goed nieuws voor de SITA-medewerkers, onze klanten en het milieu.”
Boordcomputers Veel afvalbedrijven investeren in boordcomputers, die ritregistratie eenvoudiger en de aansturing efficiënter maken. Ton François van de Van Gansewinkel Groep: “Dankzij ‘tracking en tracing’ zijn ritten dynamischer bij te stellen. Als een klant belt, kunnen wij snel bepalen of een rit is in te passen of dat we in overleg met de klant een goed alternatief voorstellen.” Boordcomputers bieden chauffeurs bovendien meer rust en veiligheid: “We hoeven ze niet onnodig te storen in drukke verkeerssituaties.” Wieger Droogh van SITA: “Nu kunnen we niet alleen data verzamelen, maar ook ter plekke en ‘real time’ door de computer aangestuurd inplannen, zodat we de routes kunnen verdichten en hoeveelheden afval maximaliseren. Door beide systemen te combineren kunnen we zelfs grafisch plannen en gereden routes grafisch evalueren.” Ook Shanks heeft bijna alle duizend voertuigen inmiddels voorzien van ‘onboard’ computers.
afvalforum juni 2009
19
DOOR Joop Hazenberg
Avi-bodemas is een bewezen bouwstof en wordt onder meer toegepast in de wegenbouw (foto: Vereniging Afvalbedrijven)
Overheid moet het gebruik van avi-bodemas in de bouw stimuleren
Avi-bodemas verdient beter imago Al twintig jaar wordt avi-bodemas toegepast in de bouw, waarbij meer dan 20 miljoen ton is gebruikt door de grond-, weg- en waterbouwsector. Avi-bodemas heeft zich alom bewezen, maar kampt desondanks met een imagoprobleem. “De overheid moet het gebruik stimuleren in plaats van de handen vrij te houden.”
20
afvalforum juni 2009
Voor tal van werken in de grond-, weg- en waterbouwsector bestaat sinds de jaren tachtig een mooie secundaire bouwstof: avi-bodemas. Het residu uit de avi’s is mede dankzij de stabiliteit beter bruikbaar dan ophoogzand. Bovendien wordt het franco geleverd met bijbetaling, terwijl zand franco werk juist geld kost. De grondstof wordt onder meer gebruikt bij het aanleggen van wegen en geluidswallen, voor het maken van bepaalde funderingen en als steunlaag van stortplaatsen. Mits goed geïsoleerd, zijn er nauwelijks risico’s aan de toepassing verbonden. De firma Mourik is net klaar met het aanbrengen van 374.600 ton avi-bodemas bij het knooppunt A50/A58, ten noorden van Eindhoven. Het bedrijf is de eerste aannemer geweest die avi-bodemas onder de nieuwe Besluit Bodemkwaliteit (Bbk) - voorheen het Bouwstoffenbesluit - heeft toegepast. “We zijn absoluut tevreden met het gebruik van het materiaal. Bodemas is een mooie bouwstof, waarmee je snel resultaat ziet. Het is makkelijk te verwerken en laat zich goed verdichten”, laat het projectteam A50/A58 weten. Nadat Mourik het werk gegund kreeg, verliep de aanloop - goedkeuring krijgen op werkplannen - niet geheel soepel. “De nieuwe regelgeving is een complex document dat uiteindelijk vertaald is naar het juiste werkplan met de juiste risicoanalyse.” Door op de juiste wijze de nieuwe regelgeving na te leven zijn er uitvoeringstechnisch weinig problemen te verwachten. Avi-bodemas is een IBC-bouwstof (Isoleren, Beheersen en Controleren) wat betekent dat het ook na het werk gecontroleerd moet blijven worden. Het Bbk schrijft voor met welke frequentie controles uitgevoerd moeten worden. Het projectteam: “Als je al die regels en controles niet wilt, pas je avi-bodemas niet toe. Maar voor wegenbouw is het een mooie grondstof. Mourik zal het in de toekomst niet nalaten om wederom in te schrijven op een werk waarin de toepassing van avi-bodemas is toegestaan of wordt voorgeschreven.”
Imagoprobleem Ondanks de goede ervaringen, wordt de 1,5 miljoen ton avi-bodemas die in Nederland jaarlijks wordt geproduceerd niet massaal afgenomen. Overheden zijn huiverig de grondstof in te zetten, aannemers zuchten bij de isolatiemaatregelen en de specialistische kennis die met het gebruik
Wat is avi-bodemas?
Wil Sierhuis (HVC Groep):
‘Het milieuhygiënisch gedrag van deze grondstof is overbekend.”
van bodemas gemoeid gaat. Ook zingen allerlei spookverhalen rond: het goedje zou erg gevaarlijk zijn en het grondwater kunnen verontreinigen met zout en zware metalen. Met name sinds het weghalen van bodemas uit een tracé bij Breda in 2001 is de grondstof ‘besmet’ geraakt, ondanks het feit dat de verkeerde toepassing in Breda niet leidde tot milieuschade. En zo dreigen grote zwarte bergen avi-bodemas in opslagplaatsen te belanden in plaats van het duurzaam toepassen ervan. “Het is een echt servet-of-tafellaken onderwerp”, stelt Jos van Beurden, directeur van Feniks Recycling. Zijn bedrijf werkt avi-bodemas op tot secundaire grondstof. “Het gebruik van bodemas is een te klein onderwerp voor veel wegenbouw- en afvalbedrijven, maar heeft wel een grote exposure. Discussies over de grondstof worden heel snel beïnvloed door emotie. Aannemers denken dan: laat maar zitten, ik haal mijn prijsverschil liever met besparing op betonwerk of damwanden.” Volgens Van Beurden is het met name het imagoprobleem dat avi-bodemas parten speelt. Ook de terugtrekkende overheid is oorzaak van een beperkte populariteit bij uitvoerders. “De regelgeving is helder en dankzij goede isolatie kan bij de toepassing van bodemas vrijwel niets misgaan. Maar er doen allerlei negatieve scenario’s de ronde over het gebruik en de risico’s. De overheid laat dit soort zaken tegenwoordig vooral aan de markt over, terwijl die door de onbekendheid met het materiaal het gebruik van avi-bodemas juist veel voorzichtiger inschaalt.”
Complexe materie De populariteit van bodemas staat tevens onder druk door de complexiteit van de toepassing. In essentie is het ontwerp van bijvoorbeeld een oprit van een snelweg hetzelfde bij zowel bodemas als ‘normaal’ zand. Maar de secundaire grondstof dient altijd minstens een halve meter boven
Bodemas is het niet-brandbare materiaal dat overblijft bij het verbranden van afval in een afvalverbrandingsinstallatie (avi). Ruwe bodemas is steenachtig materiaal, dat bestaat uit gesmolten en samengeklonterde verbrandingsproducten, zand, steen, glas, porselein en metalen. Na het scheiden van de metalen en het breken van grotere delen wordt de ruwe bodemas verwerkt tot gecertificeerde avi-bodemas, een zwart, zandachtig materiaal.
het maaiveld te liggen, na zetting van het materiaal. Verder moet de ophoging afgedekt worden met 2 millimeter dik HDPEfolie om indringing en dus uitloging van regenwater tegen te houden, en dient de aannemer onder het bodemas een drainerende laag te leggen. En als al het werk is gedaan, dan volgen jaarlijkse monitoring en onderhoudscycli. Alle regels en voorzorgsmaatregelen leiden tot argwaan bij overheid en aannemers. Maar is dat wel nodig? “Natuurlijk moet avi-bodemas zorgvuldig worden toegepast”, vindt Wil Sierhuis van de HVC Groep en tevens voorzitter van de werkgroep Reststoffen van de Vereniging Afvalbedrijven. “Maar het milieuhygiënisch gedrag van deze grondstof is overbekend, het wordt al tientallen jaren toegepast en bovendien wordt bodemas door veroudering vanzelf steeds beter van kwaliteit. Ik begrijp daarom niet dat de overheid in haar eigen berichtgeving ongenuanceerd en negatief over avi-bodemas spreekt.”
Voorbeeldfunctie Zou de overheid meer moeten doen om het gebruik van de secundaire grondstof te stimuleren? De kenners vinden van wel en hebben een aantal suggesties.
Jos van Beurden van Feniks: “Er is zeker meer kennis nodig over het gebruik van bodemas, een expertisecentrum kan daarvoor worden opgestart. Daarnaast zou de rijksoverheid avi-bodemas als duurzaam inkopen kunnen beschouwen voor de spoedprojecten die op de agenda staan.” Wil Sierhuis van de HVC Groep: “Vroeger had met name de rijksoverheid een voorbeeldfunctie. Die is nu helemaal verdwenen. De aannemer moet het zelf maar uitzoeken met bodemas. Hoe kan de overheid nu zeggen dat ze duurzaamheid wil stimuleren, terwijl secundaire grondstoffen als bodemas in bouwbestekken niet expliciet worden voorgeschreven? Het is hoog tijd dat de staat de voorhoedepositie op nuttige toepassing van secundaire grondstoffen weer op zich neemt.” Heeft tenslotte de economische crisis een impact op het gebruik van bodemas? “Er is dan nu misschien wel een tijdelijke hick-up”, constateert Van Beurden nuchter, “maar in 2002 is precies hetzelfde gebeurd in de toepassing van avi-bodemas. Laten we elkaar dus nu geen crisis aanpraten, maar met name de spoedwetprojecten en het duurzame karakter van avi-bodemas als een kans zien waarin het materiaal zich zowel financieel, technisch als duurzaam kan bewijzen.”
Jos van Beurden (Feniks Recycling):
‘De regelgeving is helder.’
Nieuw: www.avi-bodemas.nl
Om de argwaan weg te nemen op het gebied van complexiteit en ontbrekende kennis heeft de Vereniging Afvalbedrijven een speciale website opgezet, zodat er meer transparantie komt over het gebruik van avi-bodemas. De site www.avi-bodemas.nl biedt informatie over de toepassing, de huidige wet- en regelgeving, de veiligheidsvoorschriften en de kwaliteitsgaranties die de producenten van bodemas bieden. “Wat is bodemas, hoe gedraagt het zich, hoe wordt het verantwoord toegepast”, zijn volgens Wil Sierhuis van de HVC Groep de kernpunten van de site. “Als sector proberen we zoveel mogelijk informatie te geven.”
afvalforum juni 2009
21
Overheid publiceert regels op allerlaatste moment
Te weinig tijd voor implementatie nieuwe stortregels Vanaf 16 juli aanstaande moeten ontdoeners en stortplaatsexploitanten voldoen aan Europese eisen, als ze hun afval aanbieden bij stortplaatsen. Maar de precieze inhoud van die eisen, opgenomen in Bijlage II bij Europese richtlijn storten, zijn nog onduidelijk. De krappe deadline maakt een goede voorbereiding lastig.
Door Harry Perrée
Meer papierwerk aan de poort van de stortplaats: vanaf 16 juli treedt Bijlage II van de Europese richtlijn storten in werking. Dat betekent dat er andere en deels strengere eisen gelden voor de ontdoener: wat de inhoud van de vrachtwagen is, zal de ontdoener moeten aantonen met testen die zijn uitgevoerd door gecertificeerde monsternemers en zijn geanalyseerd door geaccrediteerde laboratoria. De stortplaatsexploitant zal daar op moeten toezien. De afvalstoffen die worden aangeboden, moeten vanaf 16 juli zijn voorzien van een basiskarakterisering en volgens nieuwe regels worden gecontroleerd. Tijdens de basiskarakterisering (ook wel omschrijving genoemd) vindt een volledige karakterisering van de afvalstof plaats, waarbij onder meer type, herkomst, samenstelling en uitloogbaarheid worden bepaald. Hiermee dient te worden aangetoond dat een afval-
Otto Feenstra (Afvalzorg):
‘Het is zeker voor ontdoeners waarschijnlijk niet mogelijk om op 16 juli aan alle eisen te voldoen.’
22
afvalforum juni 2009
stof op een bepaalde stortplaatsklasse geaccepteerd mag worden. Omdat de nieuwe regels op zijn vroegst eind juni worden gepubliceerd (bij het ter perse gaan op 16 juni is het nog niet gebeurd, red.), is het onmogelijk om al vanaf 16 juli geheel aan de nieuwe eisen te voldoen. De bemonstering moet plaatsvinden door een onafhankelijk bureau volgens het nog vast te stellen nieuwe VKB-protocol 1004. Voor de eis dat dit moet plaatsvinden door een bureau dat hiervoor gecertificeerd en erkend is door SenterNovem wordt uitstel gegeven tot 1 januari 2010. Al in december 2002 is Bijlage II in Brussel vastgesteld. De vereiste verankering in nationale regels laat nu al meer dan zes jaar op zich laat wachten. Het ministerie van VROM wil geen antwoorden geven op vragen over Bijlage II, zolang het in overleg is met de Vereniging Afvalbedrijven. Deze probeert te komen tot een overgangsregeling voor de inwerkingtreding van de regels, omdat de tijd tussen bekend worden van de definitieve regels en 16 juli bijzonder kort is geworden en de implementatie enige studie, organisatie en voorbereiding vergt. Zodra de regels definitief zijn, moet de overheid in sneltreinvaart actie ondernemen. Ze zal vijfduizend ontdoeners van afval, negentien stortplaatsen, een aantal monsternemingsbureaus en zes laboratoria op de hoogte moeten brengen van de nieuwe regels. Ook de provincies - het bevoegd gezag voor stortplaatsen - moeten
Jan Schets (SITA):
‘De extra kosten dragen weinig bij aan de bescherming van het milieu.’
in de touwen. Zij zullen de vergunningen tegen het licht moeten houden en, indien nodig, aanpassen.
Onduidelijk Stortplaatsexploitanten breken zich het hoofd over naleving van de nieuwe regels. Zo moeten bijvoorbeeld de accountmanagers en controleurs nieuwe acceptatiecriteria hanteren, de controle op het afval op een andere manier vormgeven en moet de weegsoftware zijn aangepast. Om dat te kunnen doen moeten de regels bestudeerd zijn en zijn omgezet in nieuwe instructies voor het personeel. “Het is zeker voor ontdoeners waarschijnlijk niet mogelijk om op 16 juli aan alle eisen te voldoen”, stelt Otto Feenstra, adviseur afval en bodem van Afvalzorg. De poort op slot gooien voor ontdoeners die niet aan de regels kunnen voldoen, is het laatste alternatief. “Milieuhygiënisch is storten veilig, en dat blijft het ook. Alleen de methode om te storten afval te beoordelen, wordt aangepast.” Ook ontdoener Jan Schets, manager veiligheid en milieu bij SITA, heeft met de onduidelijke regels te maken. “In het kader van Bijlage II zijn er bepaalde stoffen waarvoor je analyses moet overleggen. Dat
Met de implementatie van Bijlage II van de Europese richtlijn storten op 16 juli gaan er andere en deels strengere eisen gelden voor ontdoeners (foto: Essent Milieu)
zijn er niet zo heel veel. En op dit moment is vaak ook een analyse verplicht om te mogen storten.” Het gaat niet alleen om de vraag voor welke stromen basiskarakterisering nodig is, maar ook om de informatie die deze bevat en de wijze waarop de stortplaatsexploitant dat controleert. “Bijvoorbeeld het aantal monsters per partij kan meer of minder zijn. Dat hangt af van de constantheid van de stroom. Als de stroom constant is, hoef je straks minder monsters te nemen dan vroeger. Als het incidenteel is, moet je meer monsters nemen.” De SITA-manager schat dat het zeker drie maanden duurt om gecertificeerde monsternemers op te leiden. Hoe die certificering er precies uit moet zien, is nog onduidelijk. Het normdocument daarvoor is nog niet klaar. De eis dat het bemonsteren alleen door gecertificeerde en erkende monsternemers mag gebeuren, is recent uitgesteld naar 1 januari 2010. “Dat moet haalbaar zijn”, stelt Schets. Hij heeft moeite met de certificering an sich. “De extra kosten dragen weinig bij aan de bescherming van het milieu. Meer zekerheid? Nou nee. Je kunt zeggen dat certificering zekerheid geeft, maar dat wil niet zeggen dat de huidige manier van monstername zoveel slechter is. De Europese regels schrijven certificering en erkenning niet voor. Per land wordt het verschillend ingevuld. In België bijvoorbeeld, waar wij als SITA werken, wordt geen certificering vereist.”
Marktverstoring Feenstra van Afvalzorg ziet marktverstoring op de loer liggen. “Als het op 16 juli
nog niet mogelijk is om je aan de regels te houden, dan kan het zijn dat de ene stortplaats zegt: ik accepteer het afval toch en we zien wel waar het schip strandt, en de andere: ik accepteer niks, totdat helemaal duidelijk is wat er moet gebeuren. Zo wordt er druk uitgeoefend op zowel ontdoeners als afvalbedrijven om de rek in de regels op te zoeken en dat is onwenselijk. Als de basiskarakterisering niet geheel conform de regels is, wat ga je dan doen? Ga je klanten zeggen: je mag hiermee niet komen? En wat als de één geheel volgens de regels controleert en de ander de organisatie daarvoor nog niet op poten heeft?” Dat afval geweigerd moet worden, zal in een aantal gevallen aan de orde zijn, vermoedt vergunningverlener Ruurt Heijsman van DCMR Milieudienst Rijnmond. “Wij verwachten dat er voor bepaalde afvalstromen veranderingen plaatsvinden. Dat het afval bijvoorbeeld niet naar de stortplaats kan gaan of dat er een voorbehandeling moet plaatsvinden”, legt hij uit. “Er komt bijvoorbeeld een uitloogtest voor Dissolved Organic Carbon. Bij een te hoog DOC-gehalte moet het afval worden voorbehandeld.” Maar hoewel Heijsman, net als Schets en Feenstra, in de VROM-begeleidingscommissie heeft gezeten ter voorbereiding van de nieuwe regels, tast ook hij in het duister over de precieze inhoud van die regels. “Welk soort uitloogtesten zijn bijvoorbeeld nodig? Na zes jaar voorbereiding publiceert de nationale overheid de definitieve regels nauwelijks een maand voor implementatie. Pas bij de publicatie van het definitieve besluit ligt alles vast.
Daarom kan de afvalwereld zich slechts tot op zekere hoogte voorbereiden.” Zelf heeft hij zich zo goed mogelijk voorbereid. “Wij hebben hier te maken met één stortplaats, waarvoor wij de vergunning maken voor de provincie Zuid-Holland. Zodra de definitieve regelgeving van kracht is, moeten wij die vergunning wijzigen,
Ruurt Heijsman (DCMR Milieudienst Rijnmond):
‘Na zes jaar voorbereiding publiceert de nationale overheid de definitieve regels nauwelijks een maand voor implementatie.’
want de stortplaatsexploitant moet werken volgens de nieuwe regels en daarvoor moet de vergunning worden aangepast. Ik heb daar natuurlijk op geanticipeerd: de ontwerpvergunning ligt al klaar. Niettemin loopt de proceduretijd tot na 16 juli 2009.” De nieuwe regels voor acceptatiecriteria kan de vergunningverlener er straks zo inschuiven. Maar dan nog zal de vergunning niet op tijd klaar zijn. En in de tussentijd? “Dan heb je nog de oude vergunning. Je krijgt twee stelsels met rechtskracht: de oude vergunning en een rechtstreeks werkend systeem.”
afvalforum juni 2009
23
Recycling oudpapier overeind Dankzij afspraken tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Stichting Papier Recycling Nederland (PRN) kan de inzameling en de kringloop van oudpapier en karton op grote schaal doorgaan. De overeenkomst garandeert de afname en vergoeding onder alle marktomstandigheden. Ook bij te lage marktprijzen, een zogenoemd ‘ketendeficit’. PRN heft tijdens een ketendeficit bijdragen bij de bedrijven en importeurs die halffabricaten en kant-en-klare producten van papier en karton op de Nederlandse markt afzetten ondernemingen, zoals drukkerijen, uitgeverijen, fabrikanten van kantoorartikelen. De bijdragen komen in een verwijderingsfonds, hieruit krijgen de bij PRN aangesloten gemeenten de kosten van het inzamelen van oudpapier en karton vergoed. 321 gemeenten zijn aangesloten bij PRN. Als eerste ontvangt gemeente Sittard-Geleen een vergoeding uit het verwijderingsfonds. De hoogte van het tekort wordt maandelijks objectief vastgesteld aan de hand van de totale omvang van het ketendeficit.
Inzameling elektrische apparatuur opkrikken Het bedrijfsleven en de gemeenten hebben eind mei een principeakkoord bereikt over de inname en opslag van op de gemeentelijke milieustraten afgedankte elektr(on)ische apparatuur. Gemeenten ontvangen hiervoor met terugwerkende kracht per 1 januari van dit jaar een vergoeding van 79 euro per ton. Ook is afgesproken dat alle gemeenten wordt gevraagd om vanaf dat moment de afgedankte apparaten en spaarlampen af te geven aan de inzamelsystemen van het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven richt een fonds op waaruit de komende jaren projecten voor e-waste en communicatie worden gefinancierd om de inzameling van wit- en bruingoed, spaarlampen en ICT-apparatuur te verhogen. De VNG, in samenwerking met de NVRD, en de producenten en importeurs verenigd in de NVMP en ICT~Milieu zijn verheugd over de uitkomst van de onderhandelingen. De onderhandelaars werken voor de invulling van de afspraken een modelovereenkomst uit, die zij met een positief advies voorleggen aan hun bestuur en/of leden.
Vertrouwelijkheid bedrijfsmilieugegevens Minister Jacqueline Cramer van Milieu heeft een circulaire vastgesteld over vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens. De circulaire is toegestuurd aan alle provincies en gemeenten en heeft een puur informatieve strekking. Met de circulaire wordt beoogd de relevante weten regelgeving toe te lichten waarover in de praktijk veel onduidelijkheid bestaat. Binnen het bredere thema openbaarheid van milieu-informatie richt de circulaire zich specifiek op de vraag hoe om te gaan met verzoeken van bedrijven om vertrouwelijke behandeling of verzoeken van derden om openbaarmaking van bedrijfs-, fabricage- en NAW-gegevens.
Balkenende plaatst afvalbak bij supermarkt Op 3 juni heeft minister-president Jan-Peter Balkenende samen met directievoorzitter van het CBL Theo Roos de nieuwe Nederland Schoon-afvalbak geplaatst bij het filiaal van Albert Hein op het Spui in Den Haag. De plaatsing van de bak is het officiële startsein van de campagne Super-Schoon van het CBL. Hiermee stimuleert het CBL supermarktondernemers hun winkelomgeving nog schoner te houden. “De supermarkten ontvangen dagelijks zo’n vier miljoen klanten”, zegt Roos. “De campagne is gericht op het voorkomen van zwerfafval. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen geconfronteerd worden met de boodschap dat afval in de afvalbak hoort.” “Een schone winkelomgeving is heel belangrijk”, aldus Balkenende, “Schoon trekt schoon aan en bovendien trekt een schone omgeving minder criminaliteit aan.” De bak is gemaakt van ruim 400 gerecyclede Pet-flesjes. Er worden 20.000 bakken van dit duurzame materiaal in geheel Nederland geplaatst, een uitbreiding met 30% van de huidige stalen bakken. Super-Schoon is onderdeel van Zwerfafval 2007-2009, een initiatief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het bedrijfsleven, het Ministerie van VROM en de uitvoeringsorganisaties SenterNovem en de stichting Nederland Schoon.
Kern van de circulaire is dat emissiegegevens vrijwel altijd openbaar zijn. Het argument van concurrentiegevoeligheid van bedrijfs- en fabricagegegevens vormt geen grond om emissiegegevens vertrouwelijk te behandelen. Voor andere soorten milieu-informatie speelt dit aspect in bepaalde gevallen wel een rol en moet het worden afgewogen tegen het belang van openbaarheid. Voor de uitvoering van het milieubeleid is het noodzakelijk dat bestuursorganen beschikken over informatie van bedrijven, onder andere voor vergunningverlening, toezicht, monitoring van milieuconvenanten en milieuverslaglegging. Daarbij kan een spanningsveld ontstaan tussen de belangen van bedrijven en het belang van openbaarheid van milieu-informatie.
24
afvalforum afvalforum maart juni 2009 2009
wasteforum The Dutch Waste Management Association (Vereniging Afvalbedrijven) serves both the national and international interests of waste-processing companies throughout the entire waste chain. This involves Dutchbased companies that collect, recycle, reuse, compost and incinerate waste, as well as those that process waste for landfill and sewage treatment companies.
Parliament wants more stringent recycling standards The proposed new National Waste Management Plan (NWMP) contains an ambitious materials recycling policy, starting with seven waste streams with the greatest recovery potential: paper and board, textiles, building and demolition waste, organic/food waste, aluminium, PVC and bulky household waste. The goal is a 20% reduction in the environmental burden. Environment minister Cramer is seeking firm agreements with regional and local government and industry on waste prevention, separation percentages, closing recycling loops and other measures. Parliament has passed several motions to raise the bar even further. It wants sorting and reuse, not incineration, to be the minimum standard for bulky household waste, and materials recycling to be the minimum standard for residual household waste before 2015. DWMA director Dick Hoogendoorn welcomes the proposals for bulky household waste, as much more can be separated and reused, but argues that 100% recycling of household waste is unrealistic. Much depends on the public’s willingness to cooperate. For example, households still separate only 50% of all VGF waste. Parliament fears the current overcapacity at incinerators will frustrate recycling efforts and sees an incineration tax as a possible option, given the ‘complicated’ market situation. The waste sector argues that this would disrupt the European level playing field and combustible waste would simply go to Germany instead. Once the economy picks up, market forces will support recycling.
Green electricity will have priority on congested national grid Rising electricity production in the Netherlands is causing congestion on the national grid in some areas, a situation exacerbated by falling demand due to the recession. There are fears that numerous green electricity projects may be denied access to the grid, including wasteto-energy plants and planned anaerobic digestion and bioelectricity generating plants. Grid operator TenneT is working on structural expansions to the grid and says the problem should be fully resolved within five to ten years. Meanwhile, a bill is before parliament that will give green electricity priority access to the grid. But how green is green? How will a waste-toenergy plant that also supplies heat to industry or a district heating system score against
a coal-fired power station with biomass co-incineration? A consultation round will be held on the method for ranking different generation sources. Waste incineration companies argue this should take account of the fact that waste-to-energy plants, unlike conventional power plants and combined heat and power plants, cannot regulate their capacity, and are obliged under the IPCC to incinerate waste at the highest possible energetic efficiency.
Landfill tax and environmental legislation hold up landfill reclamation About 400 old landfill sites in the Netherlands are ideal locations for housing, business estates or recreational uses. But just a few redevelopment projects go ahead. Most sites have to be excavated because they are too polluted or the subsoil is unsuitable for building. The material that cannot be recycled or incinerated must be landfilled again, but the landfill tax on this material makes most projects uneconomic. Following an extensive study, the waste and recycling sectors proposed lowering the landfill tax on this material as the only way to release these sites for redevelop»
afvalforum juni 2009
25
using modelling techniques to optimise routes and reducing journey numbers. Driving techniques are being improved to raise vehicle performance, cutting fuel consumption and reduce damage and maintenance costs. All vehicles will be fitted with an innovative full-flow particulate filter by 2010. SITA is also developing a new generation hybrid vehicle and an experimental zero-emission hydrogen vehicle.
MSWI bottom ash deserves a better image
ment. This was rejected by the finance ministry because it would reduce revenue. Compensating for this by raising standard landfill taxes will increase costs across the whole sector, while still not resolving the problem. The search for creative solutions is being thwarted by the confusing and multi-interpretable mix of waste management and environmental legislation that may apply. While responsibility for regenerating old landfills formally lies with the provincial councils, who will publish a joint vision in the autumn, all concerned look to the environment ministry to clear up the legislative confusion and propose a clear national policy.
Waste transport becoming cleaner and more efficient The Dutch waste transport sector is investing in cleaner, more efficient and more sustainable transport – good for the environment as well as the bottom line. Some examples from three waste companies. Van Gansewinkel, Roteb and the Rotterdam Climate Initiative have developed the world’s first noiseless, zero-emission electric refuse collection vehicle. The combustible residual waste and paper it collects goes to a waste-to-energy plant, which in turn powers the vehicle, saving 15 tonnes CO2 emissions. Van Gansewinkel also has 140 Enhanced Environmental Vehicles, which are cleaner than the Euro5 standard, and transports waste by rail and water to avoid vehicle emissions. Shanks Nederland is pursuing a logistical optimisation collection strategy by dividing the country into postal code zones. More localised collection results in greater loads per vehicle. Water transport (220,000 tonnes last year) avoids about 9,500 road journeys. SITA is
26
afvalforum juni 2009
MSWI bottom ash is a stable material and more useful than bedding sand as a foundation material in civil engineering works. It is also much cheaper. It has good handling properties, improves in quality with age, and poses little or no risk if used properly. Despite the complex set of regulations for its use under the new Soil Quality Decree, including risk analysis, isolation measures and monitoring, the contractor for the first project to fall under these regulations is upbeat about the material. After more than 20 years use in construction projects, MSWI bottom ash has proved its worth. Nevertheless, the 1.5 million tonnes produced each year in the Netherlands are not all being reused. Commissioning parties and contractors alike are too easily put off by unfounded rumours of pollution risks and negative scenarios about the prescribed technical and environmental measures. Its proponents feel the government should do more to set an example and stimulate its use, such as including it in the government’s list of sustainable procurement materials. The DWMA has launched an informative Dutch website about the material.
Last-minute regulations pressurise landfill sector From 16 July discarders and landfill operators must comply with the stricter requirements set out in Annex II of the EU Landfill Directive, adopted in 2002. But the details have still not been transposed into national implementing regulations. These will be published at the end of June at the earliest. Only then will the waste sector know exactly what is required. The regulations concern the ‘basic characterisation’ of waste deliveries, which will require tests of certified samples by accredited laboratories. The documents must be presented by discarders for each waste delivery and checked by the landfill operator. The biggest concern is meeting the certification requirements – which are not demanded by the directive and only required by the Dutch government. Landfill operators will have to apply new waste acceptance criteria and inspection procedures, adapt weighing software and prepare the necessary paperwork. Disruption of the waste market is feared while confusion remains about how to operate until all parties are fully equipped to comply with the regulations. Both discarders and landfill operators will be under pressure to stretch the rules to the limit – and that benefits no-one.
Smink Afvalverwerking BV
De Meerlanden NV
DELTA, nuttig voor u
Postbus 2527 3800 GB Amersfoort T 033 – 455 82 82 F 033 – 456 26 60 E
[email protected] W www.smink-groep.nl
DELTA Milieu Finlandweg 19 Havennummer 1249 4538 BL Terneuzen T: 0115 - 67 88 00 F: 0115 - 67 88 80
5
Postbus 391 1430 AJ Aalsmeer T 0297 - 381 777 W www.meerlanden.nl
www.DELTA.nl
[email protected]
De Meerlanden is actief op het gebied van afvalinzameling van gemeenten en bedrijven, reiniging, het composteren van GFT en overslag en transport van afval.
• Composteren • Biomassa • Afvalinzameling • Recycling • Afvalverwerking • Milieudienstverlening
Postbus 72 4780 AB Moerdijk T 0168 - 38 20 60 F 0168 - 38 20 61 E
[email protected] W www.snb.nl
Vooruitstrevend in slibverwerking
De Meerlanden verzorgt de inzameling van huisvuil en bedrijfsafval in Haarlemmermeer, Aalsmeer, Heemstede, Bennebroek, Noordwijkerhout, Diemen, Teylingen en Haarlemmerliede en Spaarnwoude.
9
Regio Zuid-West Nederland
5
9
Regio Schiphol en omstreken VO-10539 24-02-2009 10:24
11
Pagina 1
1 2 3 4 12
K
Jadestraat 1 1812 RD Alkmaar T 072 - 541 13 11 F 072 - 541 13 44 E
[email protected] W www.hvcgroep.nl
KOEWEIT OLIEHANDEL KOEWEIT BV
HET ADRES VOOR AL
HVC DUURZAAM IN AFVAL
UW AFGEWERKTE OLIE
Extra tekst en of foto
inzamelen, composteren & recyclen, verbranden & energie, overslag & transport
Postbus 163 3880 AD Putten
11 HEROS SLUISKIL BV Oostkade 5 4541 HH Sluiskil Postbus 1 4540 AA Sluiskil Tel: 0115-471258 Fax: 0115-472749 Website: www.heros.nl E-mail:
[email protected]
REINIGING EN RIOOLBEHEER
Logo
Inname, op- en overslag en/of bewerking van
Rioolreiniging Rioolinspectie
�
Drainage-reiniging
�
Hogedruk-reiniging
�
� �
Kolkenreiniging
�
Rioolrenovatie
�
Zandverwerking (RKGV): HERU, Uw adres voor
Faciliteiten: � � � � � �
Heru B.V. - Statenweg 33, 5428 GD Venhorst T (0492) 321 405 - F (0492) 324 375 - E
[email protected]
www.heru.nl
Logo Kromme Gat 15 3372 DH Hardinxveld-Giessendam T 0184 - 61 84 11 F 0184 - 61 85 07 E
[email protected] W www.jansenrioolreiniging.nl
Rioolreiniging - Rioolinspectie Relining - Kolkenreiniging - Straatvegen
Avi-bodemas en Avi-schroot Secundaire bouwstoffen Industrieel afvalwater Bulk / silogoederen Biomassa Schroot Hout
Ook voor uw machinaal veegwerk van groot tot klein. het storten van veegvuil, kolken-, gemalen- en rioolslib.
T 0341 36 99 50 F 0341 35 68 14 E
[email protected] www.oliehandelkoeweit.nl
34 ha terrein 412 m kade aan kanaal van Gent – Terneuzen Los- en laadinstallaties Waterzuivering Bewerkingsinstallaties Opslagsilo (30.000 m3)
10
Teeuwissen Rioolreiniging Huizen BV postbus 117 1270 AC Huizen T 035-525 23 19 F 035-524 09 82 E
[email protected] W www.teeuwissen.com
Heru B.V. is ISO 9001 en VCA* gecertificeerd.
8
9
Verhuur van mobiele kranen
Werkzaam voor: horeca, gemeente, industrie en particulier.
Voor meer informatie over adverteren op de regiopagina kunt u contact opnemen met Recent BV, telefoon (020) 330 89 98.
5
advertentie remondis 190x133 5 lPage 1 23-2-2007 10:20:15
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
AZ_Delfzijl_185x134mm_2:Layout 1
29.05.2009
11:42
Seite 1
Brandende ideeën voor ons milieu Moderne afvalverbranding is een bewezen systeem voor de toekomst. De in het afval opgeslagen energie wordt in stroom en warmte omgezet. Een uiterst moderne rookgasreiniging voorkomt het vrijkomen van schadelijke stoffen voor de omgeving. Daardoor werken onze technologisch hoogwaardige installaties als luchtreiniging en dragen bij aan de klimaatbescherming. E.ON Energy from Waste bouwt een verbrandingsinstallatie in Delfzijl en verwerkt afval op het hoogste technologisch en ecologisch niveau. Profiteert u van onze jarenlange ervaring en kennis.
E.ON Energy from Waste Delfzijl b.v. Oosterhorn 38 9936 HD Farmsum T 05 96 – 68 68 80 www.eon-energyfromwaste.com
E.ON Energy from Waste