PM.05.011 Transitie naar een Integraal Collectief Personenvervoer Jaarrapportage 2005
Jaarrapportage Jaar Projectnummer Projectnaam Datum Penvoerder Projectleider
2005 IP.05.011 Transitie naar een Integraal Collectief Personenvervoer Februari 2005 NEA Pieter Hilferink
1. Projectuitvoering (max. 1 A4) Het project is op 1 augustus 2005 officieel van start gegaan. Onderdeel van de eerste werkzaamheden was het afmaken van het voorstel, het op een lijn krijgen van alle partijen, het goed afstemmen van de doelstellingen binnen het project met de TRANSUMO organisatie en de beschrijving van de werkzaamheden. Het projectteam is inmiddels 2 maal bij elkaar gekomen. De eerste keer is voornamelijk gesproken over het verder vormgeven van de projectdoelen en hoe dit concreet verwoord moet worden. Tijdens de tweede bijeenkomst is er meer inhoudelijk over het project gesproken. Vanuit de provincie Gelderland is aangegeven welke pilot projecten er (gaan) lopen en hoe deze op een wetenschappelijke wijze bekeken dienen te worden. Daarbij is er gesproken over de noodzaak van monitoring en op welke wijze dit moet gebeuren, ook in het kader van het door TU Delft te ontwikkelen simulatie model. Hierover zijn vervolgens de eerste afspraken gemaakt. Inhoudelijk zitten de projectteam leden erg op 1 lijn: iedereen is van zeer goede wil en bereid om veel input te leveren. Er spelen in Gelderland een aantal zeer interessante projecten. Het is zeer de moeite waard om dit in een bredere context te bekijken. Ook het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft grote interesse getoond in dit project en volgt het project nauwkeurig. Waarschijnlijk dat het ministerie VWS zal volgen. Naast de inhoud komt er toch ook wel enige administratie bij het project kijken. Het contract moet worden getekend, kosten moeten op een juiste wijze worden verantwoord. Dit levert nog wel eens wat vragen op. Iedereen is wel van goede wil in deze, desalniettemin is er nog wel eens wat onduidelijkheid over wat wij moeten verantwoorden en op welke wijze dit moet gebeuren. De penvoerder heeft de taak om dit uit te leggen, hetgeen ook gebeurt. Dat dit veel tijd kost wisten wij vooraf. De totstandkoming van het project is geanalyseerd. Eind 2005 is een begin gemaakt met de verslaglegging hiervan. Deze zal begin 2006 worden afgerond. .
Transumo Format jaarrapportage
versie herzien: december 2005 beheer: J. Klinkenberg
1
De planning voorloopt voorspoedig. Het is vooral belangrijk om de monitoring van de projecten direct mee te laten lopen met de start van de pilot projecten zelf. Hiervoor is intensief contact geweest tussen diverse partijen. Het contract laten tekenen kost meer tijd dan verwacht. Dit weerhoud partijen echter niet om volop aan de slag te gaan met de projectuitvoering. 2. Projectconsortium (max. 1 A4) Het consortium bestaat uit een werkgroep en een projectgroep. De werkgroep is onderdeel van de projectgroep en bereidt de projectgroepvergaderingen voor. In de werkgroep nemen deel NEA, TUD en AGV. TRANSUMO is zelf ook enige malen aanwezig bij de werkgroep of projectgroep geweest. In de projectgroep nemen verder deel KNV (namens taxi en OV branche), Provincie Gelderland en de vervoerbedrijven Arriva, Vijfstromenland en Syntus. De samenwerking binnen het consortium is zeer goed. Iedereen is zich bewust van zijn rol. De onderlinge communicatie voorloopt ook goed. Er zijn veel directe contacten. Het ministerie van V&W (DGP) heeft veel interesse in het project en men is erg positief over het project. We gaan nu gezamenlijk (TRANSUMO en V&W) de indicatoren benoemen voor monitoring van de pilots, waarbij nauwkeurige afstemming hierover met de diverse pilot projecten plaatsvindt. Voor V&W zal AVV (Peter Bakker) namens V&W deelnemen in de projectgroep. Ook het ministerie van VWS kan een rol gaan spelen bij het project, aangezien dit ministerie inhoudelijk (doelgroepenvervoer) met het project van doen heeft. 3. Kennisverspreiding en communicatie (max. 1 A4) Kennis verspreiding en afstemming heeft vooral intern en met V&W plaatsgevonden. Dit omdat het project pas sinds kort van start is gegaan. Datum
Activiteit
15-8-05 18-8-05 25-8-05 17-11-05 8-12-05 14-12-05
Afstemming penvoerder en MT 1e vergadering projectconsortium Afstemming penvoerder MT 2e vergadering projectconsortium Presentatie project door Pieter Hilferink op bijeenkomst TRANSUMO/V&W Overleg met Marcel Otto (DGP) over afstemming project met pilot programma doelgroepenvervoer
Draagt bij aan mijlpalen SenterNovem (zie bijlage 1) M1 M1 M1 -
4. Inhoudelijke focus (max. 0,5 A4) Problematiek en maatschappelijke relevantie project Naast het traditionele openbaar vervoer bestaan er diverse vormen van doelgroepenvervoer, ieder met zijn eigen organisatie en financiering. De financiering van deze vormen van collectief vervoer staat onder druk. Samen met het openbaar vervoer vormt dit collectief vervoer een bont geheel. Door de versnippering Transumo Format jaarrapportage
versie herzien: december 2005 beheer: J. Klinkenberg
2
is er geen optimaal aanbod en is de bijdrage van collectief vervoer op het platteland aan de oplossing van de mobiliteitsproblemen beperkt. Tevens leidt dit versnipperde systeem tot stigmatisering van doelgroepen en wordt niet optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden om in landelijke gebieden ook vormen van collectief vervoer voor iedereen aan te bieden. Naar verwachting zal door de vergrijzing en de veranderingen in de welzijnssector deze problematiek alleen maar toenemen. Een aanzet tot een integraal collectief vervoersysteem is geadviseerd als één van de oplossingen van de problematiek van het collectief vervoer op het platteland door het Openbaar Vervoerberaad. Kennisvragen en wetenschappelijke relevantie De kennisvragen voor het project zijn met name gericht op de wijze waarop het doelgroepenvervoer op dit moment tot stand komt en hoe dit aansluit bij het openbaar vervoeraanbod. Dit is in Nederland zeer lastig en complex georganiseerd. De vraag is: kan dit niet beter, efficiënter, effectiever. Om hier achter te komen wordt enerzijds onderzoek gedaan naar een optimalisatie van de vervoerstromen, m.b.t. monitoring-instrumenten en een simulatiemodel. Anderzijds zal onderzoek worden gedaan naar de financiële en organisatorische aspecten van het doelgroepenvervoer in Gelderland en de overige delen van Nederland op microniveau. Hierdoor kan ook gekomen worden tot een procesbeschrijving of zaken en zo ja hoe, deze beter op elkaar kunnen worden afgestemd
5. Bijdrage aan vernieuwing kennisinfrastructuur (max. 0,5 A4) Beschrijf de bijdrage van uw project aan de vernieuwing van de kennisinfrastructuur voor duurzame mobiliteit. Aspect Nieuwe partijen
Nieuwe disciplines Nieuwe netwerken
Bijdrage van het project Het komt zelden voor dat de genoemde partijen uit het consortium gezamenlijk kijken naar een optimalisatie van het netwerk. Dat dit nu wel gebeurt is zeer vernieuwend. Afstemming van verschillende vervoersstromen waarbij gekeken wordt naar een betere aansluiting op de behoefte van gebruikers en een betere efficiency afstemming tussen welzijn en verkeer en vervoer. Door een afstemming van het OV met doelgroepenvervoer ontstaan nieuwe netwerken waarbij deze disciplines aan elkaar worden gekoppeld.
6. Bijdrage aan internationalisering (max. 0,5 A4) Beschrijf de bijdrage van uw project aan de internationalisering van Transumo. Aspect Relatie met de volgende netwerken
Transumo Format jaarrapportage
Bijdrage van het project
Internationale seminars: Railways operations modelling and analysis Internationale congressen: IFAC, INSTR, ECOMM, UITP congres, AET congres versie herzien: december 2005 beheer: J. Klinkenberg
3
Relatie met de volgende projecten vanuit het consortium
METEOR - evaluatiemethodiek 6KP-DG-TREN, CIVITAS 1 OPTIMUM2 – project over mobiliteitsmanagement (NEA zit in de klankbordgroep) SAMPLUS, VIRGIL, FAMS – projecten over vraaggestuurd OV
7. Bijdrage aan output Transumo (max. 0,5 A4) Het afgelopen jaar zijn nog geen concrete deliverables opgeleverd, aangezien pas in Augustus 2005 van start is gegaan met het project en de partijen eerst een goed voorstel moesten afstemmen. Wel is een begin gemaakt met een rapportage over de totstandkoming van het voorstel en is een eerste aanzet gegeven voor de rapportage over de financierings- en organisatorische aspecten van collectief vervoer.
8. Bijdrage aan mijlpalen Transumo (max. 1 A4)
Mijlpalen M1 Meer-partij, interdisciplinaire onderzoekstrajecten W4 Activiteiten die aansluiten bij internationale programma’s en netwerken (publieke en private initiatieven zoals de EU KP’s, National Science Foundation etc. M4 Ontwikkelde concepten (nieuwe diensten, optimaliseringsprocessen e.d.);
Bijdrage van het project Projectteam is tripartiet
M6 Kennis van gebruikers (alleen als er expliciet onderzoek wordt gedaan naar gebruikerswensen/behoeften).
Er wordt een gedegen monitoring systeem ontwikkeld in overleg met de pilot projecten. Deze zal meer inzicht moeten geven in het gebruik. Dit systeem wordt afgestemd met het ministerie van V&W
M8 Praktijkcases (waar concepten/ideeën in de praktijk worden getoetst en op basis van bevindingen van praktijkcases worden aangepast); M10 Bijdragen aan of benutten van transitiekennis (projecten waarin expliciete aandacht aan het verwerven/toepassen van transitiekennis wordt gegeven).
In het project worden twee praktijk project gevolgd die op een wetenschappelijke wijze worden vergeleken verdiept.
Transumo Format jaarrapportage
Samenwerkingsrelatie met UITP wordt opgebouwd vanuit NEA
Mbv een simulatiemodel wordt getracht inzicht te krijgen in het optimaliseren van het (OV) netwerk
De kennis die wordt opgedaan in dit project kan voor heel Nederland toepasbaar zijn. Het simulatiemodel en de financiële en organisatorische structuren zijn ook voor andere projecten toepasbaar versie herzien: december 2005 beheer: J. Klinkenberg
4
9. Financieel/administratief (max. 0,5 A4) De kosten die gemaakt zijn in 2005 zijn kosten in het kader van de opstart en de eerste projectwerkzaamheden. Diverse werkzaamheden zijn uitgevoerd door alle partijen. De kosten overstijgen het budget. Hieronder is in de tabel een overzicht gegeven.
Transumo Format jaarrapportage
versie herzien: december 2005 beheer: J. Klinkenberg
5
Financieel overzicht realisatie:
1: Loonkosten:
€ 96 548,-
2: Opslag:
€ 14.427,-
6: Kosten arbeid (geen loonkosten), kosten accountant:
€ 4.250,-
Totaal projectkosten:
€ 115.225,-
Accountantsverklaring Dien na afloop van elk jaar een goedkeurende accountantsverklaring in, over de cijfers in het samenvattend financieel overzicht projecten. (Zie format ‘BSIK Bijlage Financieel overzicht’, in Excel.)
Transumo Format jaarrapportage
versie herzien: december 2005 beheer: J. Klinkenberg
6
10. Ondertekening Ondergetekenden verklaren hierbij dat zij akkoord zijn met weergave van de activiteiten en financiën van het afgelopen jaar, als omschreven in deze jaarrapportage. Projectleider Organisatie E-mail contactpersoon Postadres organisatie
Pieter Hilferink NEA
[email protected] Postbus 1969 2280 DZ Rijswijk
Handtekening
________________________
Themamanager Organisatie E-mail contactpersoon Postadres organisatie
Pieter Hilferink NEA
[email protected] Postbus 1969 2280 DZ Rijswijk
Handtekening
________________________
Transumo Format jaarrapportage
versie herzien: december 2005 beheer: J. Klinkenberg
7