Ploum Lodder Printen ádl/ÖCátèh
notarisseh
_I..
'~r;-in
NOTITIE Aan
Gemeenteraad Utrecht, de Griffie T.a.v.: de heer A. Smits en mevrouw A. Berghuizen
Van
Maayke Maas-Cooymans en Cornelis van der Sluis
Inzake
Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht
Dossiernummer
538.09.055
Datum
29 oktober 2009
Samenvatting . Het ALU is niet geregeld in de wet- oflagere regelgeving. Het ALU is de door de gemeente Utrecht gekozen vorm om mede invullng te geven aan de wettelijke verplichting van het College om de Minister van VROM te informeren over projecten, ontwikkelingen en maatregelen in de gemeente Utrecht, met het oog op het bereiken en het blijven voldoen aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Het ALU bevat informatie die in het kader van voornoemde wettelijke verplichting is opgenomen in het NSL (de 'NSL-informatie'). Het ALU bevat ook nog informatie die na vaststelling van het NSL aanvullend is opgenomen in het ALU ('aanvullende informatie') en dus geen onderdeel uitmaakt van het NSL. Uw College heeft de eigenstandige bevoegdheid om de NSL-informatie aan de Minister van VROM aan te leveren. Uw Gemeenteraad heeft in deze geen wettelijke taak ofbevoegdheid gekregen. Wat betreft de aanvullende informatie uit het ALU geldt dat hiervoor geen directe bevoegdheid van enig bestuursorgaan is aan te wijzen. De aanvullende informatie is - simpelweg - in het ALU opgenomen om alle maatregelen en projecten die effect hebben op de luchtkwaliteit te bundelen in één document. . Daarom is de beïnvloedingsmogelijkheid voor uw Gemeenteraad op dit moment beperkt ten aanzien van het gehele ALU. Uw Gemeenteraad kan wat betreft de
NSL-informatie wel
haar politieke beïnvloedingsmogelijkheden inzetten om uw College te bewegen de Minister van VROM te verzoeken in te stemmen met (door uw Gemeenteraad gewenste) wijzigingen van de Utrechtse inbreng in het NSL. Ten aanzien van alle onderdelen van het ALU kan uw Gemeenteraad nog invloed uitoefenen bij nadere besluitvorming over maatregelen ofprojecten uit het ALU. Uw Gemeenteraad kan een maatregel ofproject 'blokkeren' door gebruik te maken van de desbetreffende bevoegdheden in die besluitvormingsprocedures. Wat betreft de NSL-informatie wijzigt het NSL niet door een dergelijke 'blokkade'. Het College blijft in zo'n geval verplicht jegens de Minister van VROM die maatregelen uit te voeren (die ook een aanwijzingsbevoegdheid heeft als de gemeente een maatregel niet uitvoert). Dit levert dus lastige uitvoeringsproblemen op.
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
Ploum Lodder Princen ¡idv(lt¡iten - ~
not¡irissen ..t"t.T\.
. In Rotterdam is de Gemeenteraad geïnformeerd over de Rotterdamse inbreng. In Amster-
dam is het actieplan na vaststelling in de Gemeenteraad besproken en kon het worden geamendeerd. In DenHaag wordt na vaststelling van de Haagse inbreng in het NSL, het defi-
nitieve maatregelpakket goedgekeurd en aan de Gemeenteraad voorgelegd.
. Het ALU in zijn geheel is niet referendabel nu geen sprake kan zijn van een concreet besluit wat aan de bevolking kan worden voorgelegd als bedoeld in de Utrechtse Referendumverordening. De aard van het ALU (een omvangrijk samenstel van projecten en maatregelen) verzet zich hier tegen.
het NSL (de NSL-informatie) blijft geldend, ondanks wijzigingen in het ALU als gevolg van lokale besluitvorming. Pas wanneer de Minister van VROM instemt met die wijzigingen zijn die wijzigingen juridisch verankerd in het NSL. Bij een verzoek tot wijziging aan de Minister van VROM dient het College aan te tonen dat de wijzigingen in projecten eu/of maatregelen een vergelijkbaar effect of een per saldo positiever effect op de luchtkwaliteit hebben. Ten aanzien van de aanvullende informatie kan uw College het argument van de procedurele bemoeienis van de Minister van VROM overigens niet gebruiken.
. De Utrechtse inbreng in
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
2
Ploum Lodder Princen ¡idvocalen . .~
notarissen ""nT\ 1. Inleidjng
Onderzoeksvragen
1.1. Op 16 oktober 2009 is ons gevraagd de volgende onderzoeksvragen betreffende het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht ( "ALU") te beantwoorden:
(a) Wie is bevoegd om het ALU vast te stellen (kijk naar de Gemeentewet en de milieuwetgeving en -richtlijnen, EU regelgeving en het NSL). Is er een verschil tussen AGU (geluid) en ALU (lucht) voor wat betreft de besluitvorming. Wat is een "Actieplan" in het licht van de vele medebewindstaken die een gemeente heeft? (onderdeel 2)
blijkt te zijn, hoe kan de raad dan nog maximaal zijn invloed doen gelden, mede gelet op de toezegging van de vm. wethouder Luchtkwaliteit dat het ALU aan de raad ter vaststellng zal worden aangeboden? (on-
(b) Als het college bevoegd
derdeel3) (c) Hoe hebben andere G4 steden het besluitvormingsproces rondom het Actieplan luchtkwaliteit vorm gegeven en welk orgaan heeft het Actieplan Luchtkwaliteit vastgesteld? (onderdeel 4)
(d) Is het ALU besluit referendabel gelet op de Utrechtse Referendumverordening? (onderdeel 5)
fors wijzigt, blijft dan het bij het rijk ingediende ALU als onderdeel van het NSL van kracht? Er moet immers aangetoond worden dat met het ALU aan de normen voldaan gaat worden in forse wijzigingen op het ALU, 2011/2015. Is het zo dat er bij niet aannemen of eerst een alternatief voor het halen van de normen moet zijn, voordat het nu in het NSL opgenomen ALU gewijzigd kan worden? (onderdeel 6)
(e) Als de raad het ALU niet goedkeurt of
1.2. De onderzoeksvragen worden als bijlage.l aan dit advies gehecht en worden hieronder beantwoord.
2. StatusALlJenll~v()~gdheidsye.rde.iing
Wat is het ALU nu precies?
2.1. Voordat de vraag kan worden beantwoord welk bestuursorgaan bevoegd is om het ALU vast te stellen, moet de vraag worden beantwoord wat de (wettelijke) status van het ALU is.
(Europese) achtergronden en wettelijk kader 2.2. Op grond van dekaderrchtlijn luchtkwaliteit1 en de daarop gebaseerde dochterrchtlijnen2
(PM10), maar haalde het die datum niet. De implementatie in nationale wetgeving was voorzien in het Bemoest Nederland op 1 januari 2005 voldoen aan grenswaarden voor fijn stof
i De kaderrichtlijn luchtkwaliteit (96/62/EG) van 27 september 1996. 2 Met name de eerste dochterrichtlijn (1999/30IEG) van 22 april
1999, die zag op grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht.
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
3
Ploum Lodder Princen advociien . .~ notarissen ""tTfl. sluit luchtkwaliteie, het Besluit luchtkwaliteit 20054 en uiteindelijk de Wet milieubeheer ('Wm,)5.
2.3. Van belang is datop Europees niveau per 11 juni de (nieuwe) richtlijn luchtkwaliteit ('de richtljn') geldt6. Kort samengevat voorziet die richtlijn o.a. in uiterste tijdstippen waarop de Lidstaten aan bepaalde grenswaarden en streefwaarden voor luchtverontreinigende stoffen in de lucht moeten hebben voldaan. De richtljn biedt tevens het Europese kader voor plannen en programma's die moeten waarborgen dat die grenswaarden worden gerespecteerd. Deze richtlijn is verwerkt in de reeds bestaande titel 5.2 van de Wm en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen. 7
2.4. De richtlijn voorziet tevens in de mogelijkheid voor Lidstaten om bij de Europese Commissie vrijstelling en uitstel te vragen van de data waarop aan de grenswaarden moet zijn voldaan (vrijstellng en uitstel worden ook wel aangeduid als 'derogatie'). Daaraan is als voorwaarde verbonden dat die Lidstaat een luchtkwaliteitplan opstelt. Nederland heeft op 15 juli 2008 een dergelijk verzoek om derogatie gedaan. Het 'luchtkwaliteitplan' om dit verzoek te kunnen onderbouwen was het toenmalige kabinetsstandpunt NSL (de ontwerpversie van het nu vigerende NSL).8
2.5. Op 7 april 2009 heeft de Europese Commissie het verzoek om uitstel bijna volledig gehonoreerd (m.u.v. de zone rondom Kerkrade en Heerlen).9 Dit besluit van de Europese Commissie is bij AMvB (het Besluit derogatie luchtkwaliteitseisen) in ons nationale recht omgezet en van kracht per 1 augustus 2009.10 Gelet hierop geldt voor o.a. de agglomeratie Utrecht per 1 augustus 2009 dat de normen voor PM10 en N02 pas per 11 juni 2011 respectievelijk 1 januari 11 2015 gehaald moeten worden.
Het NSL en de regionale inbreng
2.6. In artikel 5.12 Wm is bepaald dat de Minister van VROM een programma opstelt dat is gericht op het (tijdig) bereiken van de grenswaarden. Dit is het (inmiddels definitieve) Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit12 ('NSL'). Hierin zijn niet alleen nationale (generieke) maatregelen en projecten opgenomen, maar ook projecten en maatregelen van decentrale overheden in de gebieden waar de normen vanaf 2005 werden overschreden en de gebieden
3 Stb. 2001, 269. 4 Stb. 2005,316. 5 Stb. 2007,414.
6 Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en
schonere lucht voor Europa, 11 juni 2008 gepubliceerd en in werking getreden. 7 Wet van 12 maart 2009 tot wijziging van de Wet milieubeheer (implementatie en derogatie luchtkwaliteiteisen), Staatsblad 2009, 158.
8 Bijlage bij Kamerstukken 112008-2009,30175, nr. 58. 9 Beschikkng van 7 april 2009 betreffende de kennisgeving van Nederland inzake uitstel van het tijdstip waarop aan
de grenswaarden voor N02 moet worden voldaan, en de vrijstelling van de verplichting de grenswaarden voor PMlO toe te passen, C(2009)2560 def. 10 Stb. 2009,366.
11 Hierbij dient in de tussentijd wel rekening te worden gehouden met maximale overschrijdingsmarges. Ditbetekent
dat de concentraties nooit meer mogen zijn dan een bepaald percentage van de gestelde grenswaarden. 12 De Minister van VROM, 'Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), Kabinetsbesluit' d.d. 10 juli
2009, bijlage bij Kamerstukken 112008-2009,30 175, nr. 88.
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
4
Ploum Lodder Princen Mvoc.aten .. .~ notarissen '- t"tT\
waar in de toekomst overschrjdingen kunnen worden verwacht als er geen maatregelen worden getroffen. Daarom bestrijkt het NSL onder andere
de
provincie Utrecht.
2.7. Voor de provincie Utrecht is ten behoeve van het NSL een Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit ('RSL') opgesteld, het "Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Utrecht; Dat lucht op!" (vastgesteld op 15 april 2008 door GS). Dat is vervolgens verwerkt in het NSL. In het voorjaar van 2008 heeft de bestuurlijke besluitvorming over de 13 Als input voor dit RSL, dat dus onderdeel is geworden van het NSL, is RSL's plaatsgehad.
door uw College aangeleverd het 'Ontwerp Actieplan Luchtkwaliteit 2008' ('ontwerp ALU 2008,).14 Het ALU merkt op (op p. 7) dat het ALU zoals nu voorgelegd aan uw Gemeenteraad niet leidt tot wijziging van de inbreng van Utrecht (via het RSL) in het NSL. Gelet op de onderzoeksvragen is niet nader onderzocht of die bewering klopt. Voor de gevolgen van eventuele wijzigingen tussen een later vast te stellen ALU en het ALU dat als inbreng heeft gediend, via het RSL Utrecht, voor het NSL wordt verwezen naar (onderdeel 6). Wat zegt het ALU zelf 2.8. Het ALU geeft op pagina 25 een indruk van het karakter: "Het ALU schetst de hoofdlijnen van het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit 2010-2030. Het geeft aan welke investeringen we de komende decennia wilen doen om de bereikbaarheid van de stad ook op langere termijn te garanderen en de luchtkwaliteit te verbeteren en daarmee een bijdrage te leveren aan een gezonde en leefbare stad met een aantrekkelijk economisch vestigingsklimaat. Met name voor de maatregelen die na 2015 worden uitgevoerd heeft het beeld van de kosten nog een globaal en indicatief
karakter en moet een aanzienlijk deel van de dekkng nog gevonden worden, uit regionale,
provinciale of nationale programma' s."
2.9. Het ALU stelt op p. 7 dat het een plan is als bedoeld in artikel 5.9 Wm. Dat is ons inziens niet .. 15
JUISt.
2.10. Om vast te kunnen stellen ofhet ALU een plan als bedoeld in artikel 5.9 Wm is, is van
belang wanneer het voorliggende ALU is vastgesteld. Uitgaande van de titel en de datum van 16 stellen toezending ervan, zijnde oktober 2009, en de voorgestelde procedure tot 'vaststelling'
wij vast dat het ALU is (of wordt) vastgesteld na 1 augustus 2009.17 Dit wordUevens onderbouwd door het gestelde op p. 22, waar staat dat het NSL per 1 augustus 2009 in werking is getreden. Deze constatering is van belang nu met de wijziging van de Wm per die datum en de inwerkingtreding van het verkregen uitstei18 de verplichting tot het opstellen van een '5.9plan' is beperkt tot gebieden of plaatsen waarop het uitstel van de verplichting om aan de grenswaarden voor stikstofdioxide te voldoen niet van toepassing is. In Utrecht is het uitstel 13 NSL, p. 7 van 158. 14 RSL, p. 2.
is Ook wanneer het ALU wel zou kwalificeren als een dergelijk plan luidt onze conclusie dat het College bevoegd is
tot vaststellng daarvan. 16 htt://ww.utrecht.nl/smartsite.dws?id=12564&persberichtID=320498&tye=pers. Het persbericht stelt: "Het college heeft het aangepaste Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht op 9 oktober naar de gemeenteraad gestuurd. Op 3 november is er een Raadsinformatieavond over het ALU. Op 10 november wordt het actieplan besproken inde raadscommissie Stad en Ruimte. De gemeenteraad behandelt het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht op 3 december." Wij gaan ervan uit dat het college vervolgens het plan 'vast stelt' .
17 Zie ondermeer de beschrijving van het proces van het ALU (par. 1.2, p. 6-7 van het ALU) in combinatie met het
gestelde op p. 19 en 20 van het ALU. 18 Stb. 2009,366.
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
5
Ploum Lodder Princen ¡idvocaien ......~
notarissen ""t"R
5.9 Wm geen sprake kan zijn. op stikstofdioxide maar tevens op fijn stof.
wel van toepassing, zodat van een plan als bedoeld in artikel Bovendien ziet het ALU niet enkel
Geen wettelijke grondslag als zodanig
2.11. Het woord 'Actieplan' zult u in het wettelijk kader niet (meer) tegenkomen.19 Indirect is hetALU (wat betreft de NSL-informatie2o) wel te herleiden tot artikel 5.12 Wm, hoewel het ALU daar niet met zoveel woorden is genoemd. Artikel 5.12 Wm is vanwege het belang voor 2 aan dit de beantwoording van de onderzoeksvragen en de leesbaarheid daarvan als bijlage. advies gehecht.
2.12. Het NSL gaat uit van een programmatische aanpak waarbij het Rijk en betrokken bestuursorganen (van gebieden waar de grenswaarden worden overschreden) nauw samenwerken om te borgen dat de grenswaarden op tijd worden gerealiseerd. Zowel op Rijksniveau als op decentraal niveau moeten maatregelen worden genomen. 2.13. In artikel 5.12 Wm is daarom ook bepaald dat in het NSL - kort samengevat - moet zijn
beschreven de door het Rijk te treffen generieke maatregelen (lid 2) en de door de betrokken bestuursorganen in overschrjdingsgebieden (waaronder Utrecht) te treffen maatregelen en verwachte ontwikkelingen (lid 3 en 4). Artikel 5.12 lid 7 Wm geeft de Minister van VROM daarom de bevoegdheid om van de betrokken bestuursorganen, waaronder die van Utrecht, te vragen hem binnen een bepaalde termijn gegevens te verstrekken over o.a. de te treffen maatregelen als bedoeld in de leden 3 en 4. Uw College heeft aan dat verzoek gevolg gegeven in de vorm van het ontwerp ALU 2008. het nu voorliggende ALU) echter niet een wettelijke status. Een plan of programma als het ALU is immers niet expliciet benoemd in de wet noch is de vorm van ALU wettelijk voorgeschreven. Het is in feite 'slechts' een overzicht van (ruimtelijke) projecten en maatregelen (met bijbehorende kosten en effecten op de luchtkwaliteit) in de gemeente Utrecht teneinde de Utrechtse bijdrage vast te stellen aan het voldoen aan de grenswaarden.21 Dit is echter niet vrijblijvend.
2.14. Dit geeft het ontwerp ALU 2008 (of
2.15. Als sluitstuk van samenwerking tussen de Minister van VROM en de betrokken bestuurs-
organen, bepaalt artikel 5.12 lid 9 namelijk dat de betrokken bestuursorganen, waaronder die van Utrecht, ook verplicht zijn de maatregelen die zij in het NSL hebben laten opnemen, ook daadwerkelijk en tijdig uit te voeren. De Minister van VROM heeft bovendien een aanwijzingsbevoegdheid om de gemeente te dwingen uitvoering te geven aan de verplichtingen zoals het geldende NSL (art. 5.23 Wm). opgenomen in
19 In artikel
9 van het inmiddels vervallen Besluit luchtkwaliteit 2005 kwam de term 'actieplan' nog wel voor. Wanneer uit vaststelling van de luchtverontreiniging ingevolge artikel 26 van dat besluit of een verslag ingevolge artikel 32 van dat besluit blijkt dat een plandrempel als bedoeld in de artikelen 16, 17 en 24 van dat besluit wordt overschreden, dienden burgemeester en wethouders een actieplan vast te stellen, waarin werd aangegeven op welke wijze op die plaatsen voldaan zal worden aan de grenswaarden voor de betreffende stof, binnen de voor die waarden gestelde termijnen. 20 Dit onderdeel ziet enkel op de NSL-informatie. 21 De mogelijkheid om het NSL nog aan te vullen in het ALU zonder dat dit opgenomen wordt in het NSL ilustreert en onderstreept dit.
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
6
Ploum Lodder Princen Mvoi;¡iten .. .... ~
notarissen ""t"R
2.16. Van die plicht kan de gemeente alleen maar worden ontheven als de Minister van VROM
nemen van die maatblijven voldoen (via art. 5.12 lid 11 Wm). Op deze korte termijn lijkt dat geen aannemelijk scenario. (overeenkomstig de wens van uw Gemeenteraad) van oordeel is dat het
regelen niet (langer) is vereist om de grenswaarden te bereiken of daaraan te
2.17. Tot slot dienen de betrokken bestuursorganen op grond van artikel 5.14 Wm elk
jaar voor
1 juli aan de Minister van VROM te rapporteren over de voortgang en uitvoering van de in het NSL opgenomen maatregelen, ontwikkelingen
en besluiten.22
2. I 8. Overigens merken wij - ter informatie - nog op dat iedere betrokken overheid bij het NSL, dus ook de gemeente Utrecht, de vrijheid heeft (gehad) in de keuze welke maatregelen en projecten in het NSL moesten worden opgenomen. De eis was dat de totale informatie (bestaande uit projecten en maatregelen) van een regio (opgenomen in een RSL) aantoonde dat aan de grenswaarden wordt voldaan. Een stimulans om projecten op te nemen in het NSL was en is dat bij de individuele besluitvorming geen specifiek luchtkwaliteitsonderzoek meer nodig is, maar dat kan worden verwezen naar hetNSL. Vandaar dat in het nu voorliggende ALU ook aanvullende informatie (ook wat betreft projecten) kan zijn opgenomen. Bevoegdheidsverdeling - 'betrokken' bestuursorganen? 147 juncto 108 Gemeentewet worden 'overige bevoegdheden' (niet zijnde regelgeving) waaronder bestuursbevoegdheden aan uw Gemeenteraad toegekend indien het gaat om het bestuur van de huishouding: autonome bestuursbevoegdheden. Bestuursbevoegdheden die worden gevorderd bij ofkrachtens een andere wet (medebewind) berusten bij uw College, tenzij die bevoegdheid expliciet aan uw Gemeenteraad of de Burgemeester is toebedeeld. Nu het ALU wat betreft de NSL-informatie (in de vorm van informatievoorziening) is 'gevorderd' door de Minister van VROM op grond van artikel 5.12 Wm, moet worden geconcludeerd dat het hier een (uitvoerings)bevoegdheid in medebewind betreft die berust bij uw College. Ook wat betreft de aanvullende informatie is wat ons betreft sprake van een eigen bevoegdheid van uw College om tot dergelijke 'bestuursdaden' over te gaan.
2.19. Op grond van artikel
2.20. Uw Gemeenteraad heeft derhalve direct noch indirect van de wetgever een rol in de vorm van enige bevoegdheid of anderszins toebedeeld gekregen in dit verband. 2.21. Dat betekent niet dat Uw Gemeenteraad geen enkele rol speelt. De algemene (vooraf en
achteraf) controlerende rol van uw Gemeenteraad blijft bestaan. Voor het uitvoeren van het ALU zijn substantiële investeringen noodzakelijk die in de begroting moeten worden verwerkt. Daarnaast dienen veel projecten, ontwikkelingen en maatregelen zoals opgenomen in het voorliggende ALU, en wat betreft de NSL-informatie ook in het NSL, nog besluitvorming te doorlopen. Zo dienen bepaalde maatregelen te worden verankerd in een bestemmingsplan. Zie uitdrukkelijk de overwegingen van de Ministervan VROM in haar brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 20 maart 2009:23 "Ik kan u allereerst geruststellen. De gemeenteraad van Utrecht heeft natuurlijk de mogelijkheid om wijzi-
gingen aan te brengen in het maatregelenpakket zoals opgenomen in het ALU Het budgetrecht en de plano-
22 Zie ook
5 en 80 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. artikel 23 Kamerstukken II 2008-2009, 30 175, nr. 80 (bi¡ll';g£3).
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
7
Ploum Lodder Princen advotatèn ... .~
notarissen ""t"T\
logische bevoegdheden van de gemeenteraad worden niet beknot. Daarover wil ik geen misverstand laten bestaan."
2.22. Wat betreft de NSL-informatie blijft de rol van uw Gemeenteraad meer beperkt dan ten
opzichte van de aanvullende informatie. Zou uw Gemeenteraad in dat geval bijvoorbeeld een project wilen 'blokkeren' door deze niet op te nemen in een bestemmingsplan, dan heeft dat tot gevolg dat uw College op zoek moet naar projecten eu/of maatregelen die een vergelijkbaar of per saldo positiever effect hebben op de luchtkwaliteit. Die alternatieve maatregel of dat alternatieve project zal dan weer moeten worden voorgelegd aan de Minister van VROM. Zie hierover uitgebreider onderdeel 6.
maatregel of
Verschilen en parallellen AGU (geluid) versus ALU(1ucht) 2.23. Gevraagd is nog naar een vergelijking met het Actieplan geluid voor wat betreft de besluitvorming.
2.24. Het NSL heeft wel raakvlakken met het op grond van § 3 van hoofdstuk ix van de Wet
geluidhinder op te stellen' Actieplan geluid'. Voor belangrjke wegen en spoorwegen, alsmede voor agglomeraties worden dergelijke actieplannen opgesteld ter implementatie van de Europese richtlijn omgevingslawaai24. Deze verplichting rust op de Minister van Verkeer en Waterstaat (voor rijkswegen en hoofdspoorwegen), provincies (voor provinciale wegen) en op 122 Wet geluidhinder) gelegen bingemeenten (meer specifiek het College ingevolge artikel nen daartoe aangewezen agglomeraties. Deze agglomeraties zijn gelijk aan die voor luchtkwaliteit. 2.25. Het Actieplan geluid bevat tenminste een beschrjving van het beleid om de geluidsbelas-
ting te beperken, alsmede de voorgenomen in de eerstvolgende vijf jaar te treffen maatregelen om de overschrijding van bepaalde geluidwaarden te voorkomen of ongedaan te maken. Het Actieplan geluid wordt voor het eerst in 2008 opgesteld en daarna tenminste elke vijf jaar opnieuw overwogen en zonodig aangepast. Het ligt voor de hand, aldus de Minister van VROM, het NSL en het Actieplan geluid zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen. Het zal immers veelal gaan om dezelfde bronnen, terwijl er ook bij het treffen van maatregelen een samenloop te verwachten is.25 Verplicht is de afstemming evenwel niet. 2.26. Wat de besluitvormingsprocedure betreft kennen beide planvormen een geheel eigen re-
geling. Voor het Actieplan geluid zij verwezen naar artikel 123 lid 2 van de Wet geluidhinder (voor specifieke actieplannen van gemeenten), waar te zien is dat de Gemeenteraad expliciet een rol heeft toebedeeld gekregen26: Burgemeester en wethouders stellen een actieplan niet vast dan nadat de gemeenteraad een ontwerp van het actieplan is toegezonden en deze in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en zienswijze ter kennis van burgemeester en wethouders te brengen.
24 Richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189).
25 Kamerstukken //2005-2006,30489, nr. 3, p. 25-26.
26 Ondanks het ontbreken van een wettelijke grondslag voor het ALU en daarmee ook een besluitvormingsprocedure is
het aan te bevelen ook in dit geval aan te sluiten bij de procedure zoals opgenomen in het weergegeven artikel uit de Wet geluidhinder.
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
8
Ploum Lodder Princen Mvociten .... ~ notarissen ""t" n
2.27. Voor het ALU is geen bijzondere vaststellingsprocedure opgenomen in de wet. De Wm bepaalt niet meer dan dat uw College de Minister moet informeren over de ontwikkelingen inzake luchtkwaliteit en voorgenomen maatregelen e.d. Niet is voorgeschreven in welke vorm deze informatie de Minister moet bereiken. De wet schrjft zelfs geen 'vaststellng' voor..Bepaald is slechts dat de gevraagde informatie binnen een bepaalde termijn wordt verstrekt. 3. RQleU.lleïnvlQedingsllQgeUjkhedeu gemeenteraad
3.1. Uit het ALU zelflijkt te volgen dat uw College van mening is dat het ALU voor besluitvorming aan uw Gemeenteraad moet worden voorgelegd. Dit suggereert een 'vrjwilige' afhankelijkheid van uw College ten aanzien van de wensen van uw Gemeenteraad.27 Gelet op het voorgaande en met name vanwege het tijdstip waarop het ALU aan uw Gemeenteraad is voorgelegd, is de beïnvloedingsmogelijkheid van uw Gemeenteraad wat betreft inhoud en totstandkoming van het voorliggende ALU en daarmee de Utrechtse inbreng in het NSL beperkt en misschien zelfs wel nihiL. Immers, het ALU en de Utrechtse inbreng zijn al vastgelegd in
het NSL. Zoals in onderdeel 6 van dit advies is uitgelegd is het niet eenvoudig om wijzigingen doorgevoerd te krjgen in het NSL. 3.2. Wel speelt uw Gemeenteraad een belangrijke rol bij het vaststellen van de begroting. Met die kanttekening dat uw College zich jegens het Rijk reeds heeft gecommitteerd aan de in het NSL via het ALU opgenomen maatregelen en is uw College wettelijk verplicht die maatregelen uit te voeren. Daarvoor dient budget beschikbaar te zijn.
juridische vraag, dit is een kwestie van politieke verhoudingen en de beïnvloeding door uw Gemeenteraad zal in die verhoudingen moeten plaatsvinden. Met name zal daarin, naar wij aannemen, voor uw Gemeenteraad een rol spelen dat toezeggingen niet zijn nagekomen.
3.3. Kortom,
en dat is niet zozeer een
4. Besluity()rllngsJJtoces RQUerdam. JleuUaag eUA.!lsterdam
4.1. In het hiernavolgende wordt getracht inzicht te geven in de gang van zaken in de overige G4gemeenten. Gelet op de beperkte tijd die ons ter beschikking stond, die samenviel met de herfstvakantie, is het niet mogelijk gebleken contact te zoeken met alle relevante partijen om sluitende informatie te verkrjgen. Wanneer gewenst kunnen wij dit alsnog voor uw Gemeenteraad navragen. Rotterdam
4.2 Uit de bijdrage van de stadsregio Rotterdam en de gemeente Rotterdam aan het Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Zuid-Holland (hierna: "RSL Zuid-Holland") valt op te maken dat dit op 8 april 2008 is vastgesteld door het College?8 In het stuk zelf
wordt opge-
merkt dat op 1 november 2005 eveneens het College het actieprogramma Rotterdamse Aanpak luchtkwaliteit heeft vastgesteld, met daarin concrete maatregelen, onderzoeken en acties om de uitstoot van fijn stof (PMI 0) en stikstofdioxide (N02) terug te dringen en zo bij te dragen aan de verbetering van de Rotterdamse luchtkwaliteit. Het actieprogramma is in mei 2007 geactua27 ALU, p. 25.
28 Stadsregio Rotterdam en Gemeente Rotterdam, DAT LUCHT OP! NAA SCHONE LUCHT IN RlJNOND,
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
9
Ploum Lodder Princen Mvocaten ... . ~ not¡irissen ..t"T\
liseerd.29 Het is een dynamisch maatregelpakket en sinds mei 2007 zijn weer maatregelen toe-
gevoegd.
4.3 Wat betreft de bijdrage aan het NSL, informeert het College per brief van 10 april 2008 (kenmerk 08/1721, onderwerp: Rotterdamse bijdrage aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)) de Gemeenteraad over de Rotterdamse bijdrage aan het RSL ZuidHolland. Enige informatie omtrent de betrokkenheid van de Gemeenteraad op een andere wijze hebben wij niet kunnen achterhalen op deze termijn. Ook is ons geen plan bekend van na 1 augustus 2009, zoals het ALD. Amsterdam
4.4 Een vergelijkbaar plan voor Amsterdam is het "Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam 2006", versie van 20 april 2006. Opp. 174 van dat plan is vermeld op welke wijze de gemeenteraad wordt betrokken: "Op 8 februari 2006 is de Inspraaknota en het ontwerp Actieplan behandeld in de raadscommissie Milieu (MORG) en op 1 maart 2006 in de gemeenteraad. Daarbij zijn ook de raadsenquête luchtkwaliteit en twee alternatieve actieplannen (Noodplan Luchtkwaliteit van Amsterdam Anders/De Groenen en Beloon Schoon van de VVD) aan de orde gekomen. De gemeenteraad heeft op 1 maart kennis genomen van zowel de raadsvoordracht met betrekking tot de Inspraaknota (Gemeenteblad afd. 1, nr. 91) als van de reactie van het College van Burgemeester en Wethou-
ders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 92) op het rapport - Is de lucht in Amsterdam te vies? (Gemeenteblad afd. 1, nr. 138) - van de raadscommissie die zich bezig heeft gehouden met de enquête luchtkwaliteit. De gemeenteraad heeft op 1 maart ingestemd met de preadviezen van het College van Burgemeester en Wethouders op de twee alternatieve actieplannen: Noodplan Luchtkwaliteit van Amsterdam Anders/De Groenen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 90) en Beloon Schoon van de VVD (Gemeenteblad afd. 1, nr. 93)."
4.5 Vervolgens wordt melding gemaakt van voorgestelde amendementen (p. 174 tot en met 180). Het actieplan is derhalve na inspraak door het College vastgesteld en behandeld in de Gemeenteraad. Van een goedkeuring lijkt geen sprake. Ons is geen plan bekend van na I augustus 2009, zoals het ALU. Den
Haag
4.6 Een vergelijkbaar plan voor Den Haag is het "Actieplan luchtkwaliteit Den Haag 2007 2015", dat als bijlage ging bij het Collegebesluit van 6 november 2007 (kenmerk DSB/2007.922). Dit actieplan is de bijdrage van Den Haag aan het NSL. 4.7 Op p. 7 vermeld het actieplan dat, na de inspraak, door de Gemeenteraad moet worden goedgekeurd en voor zover uitvoering niet al in ander verband gebeurt, wordt de uitvoering ter hand genomen (p. 7). Van nadere besluitvorming op dit punt is ons vooralsnog niets gebleken. 4.8 Overigens hebben wij ook de hand gelegd op een niet ondertekende versie van het Collegebesluit van 8 april 2008 (kenmerk DSB/2008.268 RIS 154079) met als titel "HAAGSE INZET IN HET NATIONAAL SAMENWERKINGSPROGRAMMA LUCHTKWALITEIT (NSL)". Uit dat besluit is op te maken dat het College vaststelt en enkel een definitief maatregelpakket, aanvullend op het actieplan voor eind 2008, wordt uitgewerkt en na bestuurlijke goedkeuring 29 'Actualisatie actieprogramma Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit 2007-2010', mei 2007.
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
10
Ploum Lodder Prîncen .¡idvoc¡iten ..AI
notarissen .. t"T\
door het College aan de Gemeenteraad zou worden voorgelegd. Ook dit plan is van voor 1 auCollege het heeft vastgesteld. Ons is geen plan bekend gustus 2009 hetgeen verklaart dat het van na 1 augustus 2009, zoals het ALU.
5. ALU .referendabel? 5.1. Zoals hiervoor beschreven is uw Gemeenteraad geen wettelijke bevoegdheid toegekend waar het betreft het opstellen, 'vaststellen' en uitvoeren van het ALU met uitzondering van. Tevens hebben wij geconcludeerd dat uw Gemeenteraad uiteraard wel een politieke rol vervlt en bovendien een grote rol speelt bij de vaststelling van de begroting en bij de besluitvorming ter uitvoering van het ALU. Maar al met al is die rol beperkt en zijn er relatief
beperkte beïnvloe-
dingsmogelijkheden op de inhoud van het ALU (zie ook reeds onderdeel 3 en voor de gevolgen van wijzigingen onderdeel 6).
5.2. Gevraagd is te onderzoeken ofhet 'ALU besluit' referendabel is gelet op de Utrechtse Referendumverordening ('UR'). 5.3. Het UR biedt slechts de mogelijkheid om een referendum te houden over een door de raad te nemen besluit. Blijkens de toelichting is het begrp 'besluit' niet beperkt tot een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarvoor is niet gekozen omdat andersover besluiten die op zichzelf geen rechtsgevolgen hebben (bijv. de keuze tussen plan 1 of plan A voor het Stationsgebied), geen referendum gehouden kan worden.3o
5.4. Zoals beschreven is het 'ALU besluit' geen besluit. Het bevat een beschrjving van maatregelen die de gemeente Utrecht zal treffen om de grenswaarden te halen en waaraan de gemeente zich heeft te houden. Van een concreet besluit in de zin van de UR van uw Gemeenteraad (of van uw College) is geen sprake. Dat betekent dat het ALU als zodanig niet referendabel is. 5.5. Hierbij is vooral het karakter en de inhoud (een veelheid aan projecten een maatregelen) van het ALU van belang. Gelet daarop is het immers niet goed voorstelbaar hoe een duidelijke referendabele keuze kan worden geïdentificeerd die aan de burgers kan worden voorgelegd. De keuze "wel of geen ALU" is te veel omvattend en kan dan ook niet worden voorgelegd. Specifieke onderdelen uit het ALU, moet weg X in variant 1 of2 worden gerealiseerd, zijn mogelijk wel referendabeL. 5.6. Dit geldt te meer bij de situatie dat uw Gemeenteraad bijvoorbeeld wijzigingen wenst aan te brengen in de door uw College voorgestelde maatregelen, dan geldt daarvoor dat dit uiteindelijk pas met toestemming van de Minister van VROM in het NSL verwerkt kan worden, zoals hierna toegelicht. Kortom, de uitkomst van een eventueel referendum over projecten of te nemen maatregelen, voor zover dat kwalificeert als een 'raadsbesluit', kan wat betreft de NSLinformatie ilusoir zijn wanneer de Minister van VROM dit niet accepteert. 6. Recllts~exol~entallds!içsh.itinb()..~enfJe 2~$h;o!!dinggoedkeiiring.af 'Yij;iighig
6.1 Ter beantwoording van deze vraag zijn twee situaties te onderscheiden:
30 Toelichting UR onder artikel
3.
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU OEF 291009 - 23 oktober 2009
11
Ploum Lodder Princen ~~r~;:¿:~ ~ 1. Uw College stemt niet in met de voorstellen van uw Gemeenteraad 2. Uw College stemtwelin met de voorstellen tot wijziging van uw Gemeenteraad
1. Uw college stemt niet in met de voorstellen van uw Gemeenteraad
6.2 Indien uw Gemeenteraad het ALU weigert 'goed te keuren' of alleen instemt na het doorvoeren van forse wijzigingen (zoals de vraagstelling stelt) en uw College weigert akkoord te gaan met de voorwaarden die uw Gemeenteraad stelt, is sprake van een politiek-bestuurlijk probleem (zie ook hiervoor onder onderdeel 3). Het NSL blijft in dat geval, met de informatie uit het reeds (via het RSLU) ingediende ontwerp ALU 2008, van kracht. Uw College was immers bevoegd om die informatie voor het NSL aan te leveren (zie het
antwoord op vraag 1). De in-
breng van uw Gemeenteraad kan dat niet wijzigen. Dit kan alleen wanneer uw Gemeenteraad uw College beweegt wijzigingen voor te leggen aan de Minister van VROM.
6.3 Het wel of niet goedkeuren van de aanvullende informatie uit het ALU raakt het NSL vanzelfsprekend niet.
2. Uw college stemt wel in met de voorstellen van uw Gemeenteraad
6.4 Uitgaande van de situatie dat uw College kan instemmen met voorstellen tot wijziging van uw Gemeenteraad wat betreft de NSL-informatie, blijft het NSL zoals dat per 1 augustus 2009 in werking is getreden, van kracht zolang de Minister van VROM het NSL niet ambtshalve wijzigt3l of zolang uw College een wijziging van een project of maatregel niet meldt bij de Minister van VROM en hij daarmee (stilzwijgend) instemt (zie artikel 5.12 lid 12 Wm). De voorwaarde om instemming te verkrjgen is dat die wijziging, vervanging oftoevoeging van maatregelen of projecten een vergelijkbaar32 of positiever effect hebben op de luchtkwaliteit. Dat moet worden gemotiveerd bij het besluit dat daarover wordt genomen. Uw College dient dit te onderbouwen. 6.5 De Minister van VROM dient binnen zes weken op een melding te beslissen (indien niets wordt vernomen, is van rechtswege ingestemd). Binnen zes weken na het verkrjgen van de instemming dient bekend te worden gemaakt welke wijzigingen worden doorgevoerd en dat de instemming is verleend.33 Pas daarna zijn de wijzigingen (zoals bedoeld met het gewijzigde ALU) juridisch verankerd in het NSL.
6.6 De eerste - informele - geluiden vanuit VROM geven overigens te kennen dat deze toets marginaal is. Zolang kan worden onderbouwd dat er sprake is van een vergelijkbaar of positiever effect, zal instemming veelal aan de orde zijn. Dit is ook in lijn met de door de Minister van VROM en haar voorganger (de Staatssecretaris) meermalen in de Tweede en Eerste Ka3 i De Minister van VROM kan onder omstandigheden ambtshalve het NSL - en daarmee de Utrechtse inbreng - wij-
moment is er geen enkele indicatie dat de Minister van VROM voornemens is dat te doen. In theorie is denkbaar dat uw Gemeenteraad er bij de Minister van VROM op aandringt ambtshalve wijzigingen aan te brengen, indien uw Gemeenteraad dit kan onderbouwen. 32 Een effect op de jaargemiddelde concentraties PM10 en N02 dat ligt tussen 0 en 0,1 ug/m3, moet worden afgerond zigen. Op dit
naar O. Een effect tussen deze waarden is daarmee te beschouwen als 'vergelijkbaar effect' zoals opgenomen in artikel lid 12 Wm. 5.12 33 Kamerstukken II 2008-2009,30 175, nr. 88, bijlage 1: 'Informatie voor provincies en gemeenten betreffende de
uitvoering van het NSL'. Zie ook specifiek over de procedure bijlage 3 bij dit kamerstuk: 'Melding extra ofvervangende maatregelen of voorgenomen besluiten'.
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
12
Ploum Lodder Princen advocaten . ~
notarissen -t"R.
dat via het NSL niet zal worden getreden in de eigen (lokale) bevoegdheden ten aanien van ruimtelijke projecten en maatregelen.
mer gedane toezegging
6.7 Ziet de wijziging op een maatregel dan geldt de onder 2.15 genoemde uitvoeringsplicht voor zover de gewijzigde maatregel nog niet een wijzigingsprocedure als hiervoor besproken heeft doorlopen. In dat geval blijft ook de aanwijzingsbevoegdheid van de Minister van VROM bestaan om de gemeente te dwingen de maatregel alsnog uit te voeren. Zij geeft dan eerst een aanwijzing om binnen een gestelde termijn alsnog uitvoering te geven. Mocht de gemeente weigeren, dan kan de Minister van VROM namens de gemeente en ten laste van de gemeente in de maatregel( en) voorzien. Bliift het ALU zoals opgenomen in het NSL van kracht?
6.8 Het antwoord op deze vraag is hiervoor gegeven. Het in het NSL verwerkte ALU blijft van kracht het NSL niet is gewijzigd conform één van de hiervoor genoemde procedures zolang daartoe.
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
13
Ploum Lodder Prìncen ~~~r?:~:~ .~
Bijla~ei Onderzoeksvragen Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht, Griffie Utrecht Versie 9 oktober 2009, Andrea Berghuizen/Ad Smits
Inleiding Het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht (ALU) kent een
politiek gezien dynamische voorgeschiedenis. Momenteel
ligt
het ontwerpraadsvoorstel voor besluitvorming voor. Daarbij is het van belang om te weten dat het ALU , zonder raadsbehandelinglesluit, door het (toenmalige) college is ingediend bij het ministerie van VROM en onderdeel vormt
van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Om een goed besluit te kuen nemen hecht het presidium eraan om op de volgende vragen een ook voor niet-
juridische geschoolden helder en een bruikbaar antwoord te krijgen.
CJnderzoeksvragen 1) Wie is bevoegd om het ALU vast te stellen (kijk naar de Gemeentewet en de milieuwetgeving en -richtlijnen, EUregelgeving en het NSL). Is er een verschil tussen AGU (geluid) en ALU (lucht) voor wat betreft de besluitvorming. Wat is een "Actieplan" in het licht van de vele medebewindstaken die een gemeente heeft. 2) Als het college bevoegd blijkt te zijn, hoe kan de raad dan nog maximaal zijn invloed doen gelden, mede gelet op de toezegging van de vm. wethouder Luchtkwaliteit dat het ALU aan de raad ter vaststellng zal worden aangeboden?
3) Hoe hebben andere G4 steden het besluitvormingsproces rondom het Actieplan Luchtkwaliteit vorm gegeven en welk orgaan heeft het Actieplan Luchtkwaliteit vastgesteld? 4) Is het ALU besluit referendabel gelet op de Utrechtse Referendumverordening.
5) Als de raad het ALU niet goedkeurt offors wijzigt, blijft dan het bij het rijk ingediende ALU als onderdeel van het NSL van kracht? Er moet immers aangetoond worden dat met het ALU aan de normen voldaan gaat worden in 2011/2015. Is het zo dater bij niet aannemenofforse wijzigingen op het ALU, eerst een alternatief voor het halen van de normen moet zijn, voordat het nu in het NSL opgenomen ALU gewijzigd kan worden? Relevante achtergrondinformatie
Ontwerpraadsvoorstel Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht, d.d. 9 oktober 2009. De bijlagen zijn te vinden via internet.
htt://ww.utrecht.nllsmartsite.dws?id= 320446 Notulen van de raadsvergadering van 26 maart 2009, onderdeel "Interpellatie op verzoek van de heer Oldenborg (Leefbaar Utrecht) inzake de status van het Actieplan Luchtkwaliteit" , bladzijde 1 0 - 41. Te vinden via internet. http://ww.utrecht.nllsmartsite.dws?id=88539&GID=311315 Raadsbrief25 maart 2009 "Aanbiedingsbrief Minister Cramer" te vinden via internet. htt://ww.utrecht.nllsmartsite.dws?id=295517 &gid=313790 Utrechtse Referendumverordening, te vinden via internet. http://ww.utrecht.nllsmartsite.dws?id=77 5 88&gemeentebladnr 164997
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
14
Ploum Lodder Princen
~~l~~:~ ~ Bijlage2 ArikelS .12 Wet milieubeheer 1. Onze Minister stelt, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad en gehoord de Eerste en Tweede
bijlage 2 opgenomen grenswaarde die op of na het daarbij Kamer der Staten-Generaal, met betrekkng tot een in behorende tijdstip wordt overschreden of dreigt te worden overschreden, een programma vast dat gericht is op het bereiken van die grenswaarde. Het programma heeft betrekkng op een daarbij aan te geven periode van vijf jaar. beschreven de gedurende de in dat lid 2. In het programma, bedoeld in het eerste lid, worden ten minste genoemd of bedoelde periode door een of meer bestuursorganen van het Rijk te treffen generieke maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteiten de effecten daarvan op de luchtkwaliteit. 3. Met betrekkng tot één of meer in het programma, bedoeld in het eerste lid, aangewezen gebieden omvat het programma, na overleg met de betrokken bestuursorganen, tevens: a. een beschrijving van de in de buitenlucht aanwezige concentraties verontreinigende stoffen en de autonome
ontwikkeling daarvan boven het desbetreffende gebied, op basis van de laatst beschikbare gegevens met betrekkng tot die concentraties, alsmede een beschrijving van de oorzaken van een overschrijding of dreigende overschrijding van de desbetreffende grenswaarde; b. indien op het moment van vaststelling van het programma op één of meer plaatsen binnen een aangewezen
gebied een geldende grenswaarde wordt overschreden: een overzicht van alle redelijkerwijs, gedurende de in het eerste lid bedoelde periode, door de betrokken bestuursorganen te treffen maatregelen die bijdragen aan de verwezenlijking van beleid dat erop gericht is die grenswaarde te bereiken, de effecten van die maatregelen op de luchtkwaliteit alsmede het tijdstip waarop die grenswaarde naar verwachting zal zijn bereikt; c. een beschrijving van de verwachte ontwikkelingen in het desbetreffende gebied en van de besluiten die ge-
durende de in het eerste lid bedoelde periode naar verwachting zullen worden genomen en die in betekewaarvoor in bijlage 2 nende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht in dat gebied van een stof een grenswaarde is opgenomen, op basis van de krachtens het zevende lid verstrekte gegevens, alsmede de effecten van die ontwikkelingen en besluiten op de luchtkwaliteit; d. een beschrijving van de door de bestuursorganen, die daartoe in het programma zijn aangewezen, te treffen
besluiten en die gericht zijn op het bereiken van de grenswaarde of grenswaarden in de betreffende gebieden, alsmede de effecten van die maatregelen op de luchtkwaliteit;
overige maatregelen dan bedoeld onder b, die samenhangen met de onder c bedoelde ontwikkelingen of
e. een prognose van de ontwikkeling van de onder a bedoelde concentraties, gedurende de in het eerste lid be-
doelde periode, met dien verstande dat daarbij tevens wordt aangegeven hoeveel eerder als gevolg van de maatregelen, bedoeld onder b en d, en rekening houdend met de effecten van de verwachte ontwikelingen en besluiten, bedoeld onder c, een grenswaarde in het betreffende gebied wordt bereikt dan overeenkomstig de autonome ontwikkeling, bedoeld onder a, naar verwachting het geval zou zijn. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekkng tot de wijze van uitvoering van de onderdelen a tot en met e en van het vierde en zesde lid, met inbegrip van daarbij te hanteren uitgangspunten en criteria. 4. Bij het beschrijven van:
a. de autonome ontwikkeling, bedoeld in het derde lid, onder a, wordt mede in aanmerking genomen het ge-
sommeerde effect van de uitoefening van bevoegdheden en de toepassing van wettelijke voorschriften die gedurende de in het eerste lid bedoelde periode naar verwachting zullen plaatsvinden en die niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht in dat gebied van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen; b. de effecten van de maatregelen, bedoeld in het tweede en derde lid, kunnen de effecten van sinds 1 januari
2005 ter verbetering van de luchtkwaliteit ingevoerde maatregelen mede in aanmerking worden genomen. 5. In een programma als bedoeld in het eerste lid worden geen besluiten als bedoeld in het derde lid, onder c, opgeverdere overschrijding van een geldende grensnomen, indien het aannemelijk is dat deze een overschrijding of waarde tot gevolg hebben op het tijdstip waarop, met toepassing van: a. uitstel als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de EG-richtlijn luchtkwaliteit, van de tijdstippen waarop aan de in bijlage 2 opgenomen grenswaarden voor stikstofdioxide of
benzeen moet worden voldaan,
b. vrijstelling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de EG-richtlijn luchtkwaliteit, van de verplichting om
aan de in bijlage 2 opgenomen grenswaarden voor zwevende deeltjes (PMlo) te voldoen, ingevolge die richtlijn aan de desbetreffende grenswaarde moet worden voldaan. 6. Het programma, bedoeld in het eerste lid, kan in delen worden vastgesteld, met dien verstande dat: a. alle onderscheiden delen binnen een tijdvak van ten hoogste dertien weken worden vastgesteld, tenzij bij-
zondere omstandigheden zich daartegen verzetten, en
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
15
Ploum Lodder Princen ~~~~rT~:~ ~ b. met elkaar, vanwege de daarin opgenomen ontwikkelingen, voorgenomen besluiten of maatregelen, samen-
hangende delen zoveel mogelijk tegelijkertijd worden vastgesteld. 7. Na een daartoe strekkend verzoek van Onze Minister verstrekken de desbetreffende bestuursorganen hem binnen
een daarbij aangegeven termijn de daarbij gevraagde gegevens over de ontwikkelingen en besluiten, bedoeld in het derde lid, onder c, en de maatregelen, bedoeld in dat lid, onder b en d. 8. Op de voorbereiding van een programma als bedoeld in het eerste lid is afdeling 3.4 van de Algemene wet be-
stuursrecht van toepassing. Zienswijzen kunnen naar voren worden gebracht door een ieder. 9. De daartoe bevoegde bestuursorganen dragen zorg voor de tijdige uitvoering van de maatregelen die in het probeschreven, met dien verstande dat maatregelen die onlosmakelijk verbonden zijn met gramma zijn genoemd of de ontwikkelingen en besluiten als bedoeld in het derde lid, onder c, ten behoeve van deze ontwikkelingen en besluiten worden uitgevoerd. 10. Onze Minister kan, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad en gehoord de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, het programma, bedoeld in het eerste lid, ambtshalve wijzigen indien naar zijn oordeel:
5.14, naar voren komt dat de in dat programma opgenomen gegevens beschreven ontwikkelingen, voorgenomen besluiten of maatregelen, niet of niet langer in redelijkheid kunnen worden gehanteerd bij de uitoefening van de in artikelS .16, eerste lid, aanhef en onder c of d, juncto het tweede lid van dat artikel, bedoelde bevoegdheden en de toepassing van de daar bedoelde wettelijke voorschriften; beschreven ontwikkelinb. het programma, de periode waarop het betrekkg heeft ofde daarin genoemde of gen, voorgenomen besluiten of maatregelen om andere redenen wijziging behoeven. Het achtste lid is van overeenkomstige toepassing. a. uit de rapportages, bedoeld in artikel
omtrent de effecten op de luchtkwaliteit van in het programma genoemde of
11. De in het negende lid bedoelde plicht tot tijdige uitvoering van maatregelen blijft van kracht totdat die uitvoering
of verdere uitvoering naar het oordeel van Onze Minister, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad en gehoord de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, niet langer vereist is om een grenswaarde te bereiken of daaraan te blijven voldoen. 12. Binnen een een gebied als bedoeld in het derde lid kunnen bestuursorganen die het aangaat, na een daartoe strekkende melding aan Onze Minister: a. een of
meer in het programma genoemde of
beschreven maatregelen of
voorgenomen besluiten vervangen
door een of meer andere maatregelen of voorgenomen besluiten, b. een of meer extra maatregelen of extra voorgenomen besluiten aan het programma toevoegen, indien bij de
besluiten per saldo een vergelijkbaar of positiever effect op de luchtkwaliteit hebben. Bij de melding wordt aangegeven welke maatregelen dan wel besluiten het betreft, welke samenhang er tussen die maatregelen en besluiten is en op welke termijn deze worden getroffen of genomen en worden de effecten op de luchtkwaliteit met toepassing van de artikelen 5.19 en 5.20 en de daarop berustende bepalingen aangegeven. Het negende lid is van overeenkomstige toepassing. 13. De bij de melding, bedoeld in het twaalfde lid, aangegeven wijziging of wijzigingen behoeven de instemming van Onze Minister. Onze Minister beslist hieromtrent binnen zes weken na ontvangst van de melding. De instemming is van rechtswege gegeven indien Onze Minister niet binnen de genoemde termijn een beslissing heeft genomen. 14. Binnen zes weken nadat een instemming als bedoeld in het dertiende lid is verkregen wordt door de betrokken bestuursorganen kennis gegeven van de bij de melding aangegeven wijziging of wijzingen en van de daarmee verleende instemming in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- ofhuis-aan-huis blad, dan wel op een andere geschikte wijze. betreffende melding aannemelijk wordt gemaakt dat die andere of extra maatregelen of
Notitie Gemeenteraad utrecht ALU DEF 291009 - 23 oktober 2009
16
Bijage 3
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergadedaar 2008-2009
30175
Nr.
80
Besluit luchtl(waliteit 2005
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 20 maart 2009
U heeft mij en mijn collega van BZK verzocht een brief te sturen met een
antwoord op de vraag of het klopt dat er geen veranderingen meer kunnen worden aangebracht in de regionale NSL-programma's, in casu
het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht (ALU). In deze brief geef ik u hierop, mede namens mijn collega v¡in BZK, antwoord.
Ik kan u allereerst gerust stellen. De gemeenteraad van Utrecht heeft
natuurlijk de mogelijkheid om wijzigingen aan te brengen in het maatregelenpakketzoals opgenomen in het ALU. Het budgetrecht en de planologische bevoegdheden van de gemeenteraad worden niet beknot. Daarover wil ik geen misverstand laten bestaan. Het ALU is onderdeel van het Regionale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteìt Utrecht. De maatregelen en projecten die hierin zijn opgenomen, maken integraal onderdeel uit van het kabinetsstandpunt NSL. Hetzelfde geldt voor de projecten en maatregelen van de overige NSL-regio's. Met het indienen van het ALU heeft Utrecht zich gecommitteerd aan het
aanpakken van de luchtkwaliteitsknelpunten. Hiermee deelt Utrecht in de voordelen van de progrimmatische aanpak luchtkwaliteit zoals het NSL dat biedt, waaronder een rijksbijdrage voor NSL-maatregelen. Het NSL-kabinetsbesluit zal naar verwachting begin van de zomer worden vastgesteld. De Wet milieubeheer (Luchtkwaliteitseisen, artikel 5.12.12a)
biedt de mogelijkheId om in het NSL na de vaststelling, deze zomer, wijzigingen in (voorgenomen) maatregelen of projecten aan te brengen door middel van een wijzigingsprocedure. Elke NSL-regio of gemeente kan op basis hiervanwijzigingen aanmelden en doorvoeren, mits het effect op de luchtkwaliteit gelijk of positief is en de minister van VROM daarmee instemt.
KST1?0212
0800tkk,t30 175.80 ISSN 0021 - 7371
Sdu Uitgevers 's-Gravenhsge 2009
Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 30175, nr.
80
Hiermee heeft Utrecht - net zo goed als alle NSL-partners - alle mogelijkheid wijzigingen door te voeren in het maatregelenpakket,.als de gemeenteraad daartoe besluit. De maatregelen moeten er in elk geval voor zorgen
dat alle luchtkwaliteitsknelpunten tijdig worden opgelost. Mocht over de mogelijkheid tot het ¡ianbrengen van wijzigingen in het NSL enige onduidelijkheid zijn ontstaan, dan hoop ik deze hiermee te
hebben weggenomen. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. M. Cramer
Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 30 175, nr. 80
2