Plan van aanpak Wijkgerichte Inburgering Ossenkoppelerhoek November 2008 Inleiding De minister van VROM/ WWI heeft in een Deltaplan Inburgering haar voornemens geformuleerd om te komen tot betere resultaten in de inburgering. Een van de in het Deltaplan benoemde methoden is het project Wijkgerichte Inburgering waarvoor landelijk € 6 miljoen beschikbaar is gesteld. Almelo heeft zich aangemeld voor dit project en is samen met 7 andere gemeenten ingeloot. Op basis van een door ons in te dienen projectplan zal het ministerie van VROM het totaal netto budget (dus € 6 miljoen minus kosten van het ministerie of gezamenlijke projectonderdelen zoals monitoring) verdelen over deze 8 gemeenten. Met dit plan willen we werken aan een verbinding tussen het wijkgerichte werken aan sociale cohesie en leefbaarheid (wat Almelo sinds 2001 volgens een vaste methodiek met succes doet) en de inburgering. Bij het wijkgericht werken speelt het probleem dat er weinig contact is tussen migranten en andere wijkbewoners en dat migranten nauwelijks deelnemen aan activiteiten in de wijk. Bij de inburgering hebben we te maken met problemen op drie punten: 1. werving van moeilijk bereikbare groepen 2. uitval tijdens trajecten 3. verlies van vaardigheden na trajecten / gebrek aan follow-up. Op elk van deze punten kan een meer wijkgerichte werkwijze bij de inburgering naar onze overtuiging tot verbetering leiden. Werving van moeilijk bereikbare groepen kan verbeterd worden wanneer meer en gerichter gebruik wordt gemaakt van sociale netwerken in de wijk en benadering door mensen uit de eigen groep. Uitval uit trajecten kan worden teruggedrongen door trajecten meer in de wijk aan te bieden, in de eigen leefomgeving voorzieningen en begeleiding te organiseren en de inburgeraars tijdens hun traject meer in te bedden in een sociaal netwerk. Verlies van vaardigheden kan worden voorkomen door de inburgeringtrajecten direct te koppelen aan activering van de deelnemers in de eigen wijk, via vrijwilligerswerk of anderszins. Rode draad in dit plan van aanpak vormt het gezamenlijke belang van alle bewoners, wel of niet met een migratieachtergrond, in de wijk. Actieve betrokkenheid van alle wijkbewoners bij de inburgering en bij de wijk bevordert de veiligheid, leefbaarheid en sociale cohesie. Wat willen wij met dit project? 1. De wijk als vindplaats en sociale netwerken binnen de wijk als visnet benutten om moeilijk bereikbare groepen inburgeringbehoeftigen te bereiken. 2. De wijk benutten als setting (marktplaats) voor duale trajecten voor die doelgroep waarvoor inburgeringtrajecten type 1 (re-integratie) niet aan de orde zijn. 3. De wijk benutten als setting voor duurzame sociale en/of maatschappelijke participatie na afronding van het inburgeringtraject. Omdat een wijkgerichte benadering een interactief proces veronderstelt waar ook de doelgroep, wijkfunctionarissen en wijkbewoners bij betrokken worden hebben wij voor het opstellen van dit plan in augustus 2008 een eerste rondgang door de wijk gehad en gesproken met een kleine vertegenwoordiging van wijkbewoners via het wijkplatform. In september hebben wij een bijeenkomst gehad met zoveel mogelijk wijkfunctionarissen en een zwaardere vertegenwoordiging van het wijkplatform. In oktober hebben we nog een aantal allochtone vrouwen die deelnemen aan taaltrajecten geïnterviewd, om te achterhalen wat zij als belemmeringen om in te burgeren ervaren, hoe de taaltrajecten hen helpen en wat ze verder nog nodig hebben. Om recht te doen aan het belang van continu overleg met deze sleutelpartners is dit Plan van Aanpak een processtuk waarin op hoofdlijnen staat aangegeven wat ons vertrekpunt, onze richting en een aantal van onze concrete stappen zijn. Deze opzet geeft ons gaandeweg de uitvoering van dit plan ruimte om activiteiten bij te stellen. Dit is nodig om te kunnen blijven reageren op de inbreng vanuit de wijk zelf en om tot duurzame effecten te komen. Wat vast staat zijn echter de doelstellingen en beoogde opbrengsten van het project, evenals de globale aanpak en fasering.
Hoofdstuk 1. Context 1.1 Deltaplan Inburgering Het Deltaplan Inburgering wil met innovatieprojecten Wijkgerichte Inburgering bewerkstelligen dat moeilijke doelgroepen inburgeraars beter bereikt worden en dat het accent meer op participatie in de wijken komt te liggen. Het ministerie van VROM heeft een aantal gemeenten met Krachtwijken en een aantal andere gemeenten, waaronder Almelo, gevraagd om verbindingen te leggen tussen het wijkgericht werken (wijkactieplannen) en de inburgering. 1.2 Het kader voor Inburgering in Almelo 1.2.1 Visie op Inburgering in relatie tot participatie In het beleidsplan en de verordening Wet Inburgering van de gemeente Almelo van 6 juni 2007 (en een latere wijziging daarop ten aanzien van de eigen bijdragen) zijn de volgende punten opgenomen: -
Almelo zet in op integrale aanpak van inburgering en integratie; Er worden duale trajecten aangeboden, zowel gericht op werk (type 1) als op Opvoeding Gezondheid Onderwijs (OGO, type 2); De alfabetiseringstrajecten die de gemeente inkoopt worden afgestemd op de verwachte behoefte onder inburgeraars; de kosten van alfabetisering van inburgeraars worden gefinancierd uit de WEB; Bij het handelen van klantmanagers is het motiveren van inburgeraars leidend; WWB- middelen worden ingezet voor inburgeraars met een WWB – uitkering en arbeidsplicht.
De gemeente Almelo kent een kwetsbare bevolkingsopbouw. Bijna 20% van de huishoudens heeft een gezinsinkomen lager dan 115% van het wettelijk minimumloon. 25% van de bevolking is van allochtone afkomst, waarvan 16% niet- westers en 9% westers. Zij wonen verspreid over Almelo, maar in sommige wijken wonen er meer dan in andere. Onder hen zijn relatief veel laag- opgeleiden en geïsoleerde vrouwen (1200). Met 13% laaggeletterden, onder zowel de allochtone als autochtone bevolking, scoort Almelo hoger dan het landelijke gemiddelde. Ook bij inburgering scoort Almelo hoger dan het landelijk gemiddelde. Ervaringen tot op heden geven aan dat ruim 30% van de inburgeraars analfabeet is. Binnen deze grote groep mensen is een categorie waarbij wij ons afvragen of ze ooit in staat zullen zijn het inburgeringexamen met succes af te leggen. Juist bij veel inburgeraars treft men een opstapeling van achterstanden aan. Zij kampen met taalproblemen, hebben vaak onvoldoende startkwalificaties en onvoldoende contacten en gedeelde activiteiten met autochtonen. Inburgering zien wij als een eerste stap op weg naar integratie en participatie. Inburgering dient in onze visie dan ook zo mogelijk direct gekoppeld te worden aan vormen van sociale en maatschappelijke activering die leiden tot integratie en duurzame participatie. Een succesvol afgesloten inburgeringtraject draagt ons inziens bij aan de versterking van de sociale cohesie in de wijken, doordat inburgeraars de taal en de samenleving leren kennen. Daarnaast draagt inburgering bij aan de opbouw van een zelfstandig sociaal en economisch bestaan in Nederland. Dit zelfstandige bestaan stelt betrokkenen in staat een actieve bijdrage te leveren aan de Almelose samenleving. Ook daarmee draagt inburgering bij aan sociale cohesie in de wijken. Stad en wijken hebben belang bij een succesvolle inburgering van alle bewoners. Inburgering en integratie betreft een tweezijdig proces tussen migranten en andere wijkbewoners. Daarom willen we ook nadrukkelijk de andere wijkbewoners betrekken bij de inburgering. Dat betrekken begint met informeren, vervolgens vrijwilligers vinden voor begeleiding van individuele inburgeraars en tenslotte de hele wijkgemeenschap geschikt maken voor deelname van inburgeraars aan alle wijkactiviteiten. Almelo neemt deel aan het Voorbereidingstraject Participatiebudget. Centrale opgave van dat project is te bewerkstelligen dat een integrale werkwijze ontstaat voor doelgroepen van de Wet Inburgering, Wet Werk en Bijstand en Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Met het voortraject Participatiebudget werkt Almelo met name aan beleidsafstemming tussen betrokken beleidsvelden en aan aanpassing van interne werkprocessen en techniek. Dit voortraject loopt tot eind maart 2009 en de resultaten zullen daarna in de reguliere inburgering en in het project wijkgerichte inburgering worden uitgewerkt. Daarbij denken we in elk geval aan het gebruik van de participatieladder met een goede verbinding naar het CVS en inzet van een multidisciplinair team.
Tevens vindt in het kader van het beleidsatelier Participatie en Integratie uitwerking van de visie op participatie plaats. Tijdens de voorbereiding op het beleidsatelier reikten raad en College de kaders voor een nieuw participatiebeleid aan: “Het primaat bij werk, waar dit niet mogelijk is: voor iedereen een rol in de samenleving”. Doel van het beleidsatelier is het ontwikkelen van een gedeelde visie op participatie (zowel arbeids- als maatschappelijke participatie) en integratie, op elkaar afgestemde beleidsdoelen en een volwaardige participatieladder met zowel doorlopende ontwikkellijnen als zijplateaus van acceptabele participatie. Het traject van het beleidsatelier wordt voorjaar 2009 afgerond en de resultaten zullen worden verwerkt in de reguliere inburgering en in het project wijkgerichte inburgering. 1.2.2 Wijkgericht inburgeren en samenhang met inburgeringagenda In de Inburgeringagenda 2008- 2010 hebben we aangegeven waarom en hoe we de kwaliteit van onze inburgering willen verbeteren. Kort samengevat komt het erop neer dat we meer maatwerk willen gaan leveren, meer accent op participatie willen leggen en meer samenhang in ons aanbod aan klanten brengen. Dit vraagt enerzijds aanpassingen in onze eigen reguliere werkwijze, die we via het Voorbereidingstraject van het Participatiebudget en het beleidsatelier Participatie en Integratie willen realiseren. Anderzijds willen we meer maatwerk, participatie en samenhang realiseren door uitvoering van een project wijkgerichte inburgering. Dit project wil stimuleren dat inburgeraars in hun eigen wijk met ondersteuning van wijkbewoners en organisaties gaan inburgeren en participeren. Ook bij dit project gaan we de resultaten van het Participatiebudget en het beleidsatelier gebruiken. In het plan van aanpak kunnen we dit nog niet verder uitwerken aangezien beide trajecten in het voorjaar van 2009 worden afgerond. Daarbij zien wij net als het ministerie van Vrom dat de wijk de volgende functies kan vervullen: 1. vindplaats voor inburgeraars; 2. marktplaats voor vraag en aanbod van activiteiten die uitgevoerd kunnen worden door inburgeraars; 3. vindplaats voor vrijwillige begeleiders van inburgeraars; 4. vindplaats van een sociaal netwerk dat inburgeraars vaak nog onvoldoende benutten. 1.2.3 Prioritaire groepen In het beleidsplan Inburgering van 2007 staan als prioritaire groepen voor zowel verplichte als vrijwillige inburgering drie groepen benoemd: 1. mensen in een achterstand 2. mensen met minderjarige kinderen 3. zelfmelders. Minder prioritair zijn: 1. mensen met een Nederlandse partner, 2. mensen met een duurzame baan, 3. mensen die een opleiding volgen die op termijn vrijstelt en 4. mensen ouder dan 60 jaar. 1.2.4 Wijkactieplan Sinds zeven jaar werken we in de gemeente Almelo met het concept van wijkgericht werken Als hoofddoelstellingen voor het wijkgericht werken worden benoemd: Het verbeteren van de leefbaarheid van de wijken; Het minimaal handhaven en bij voorkeur verbeteren van het veiligheidsgevoel in de wijken; Het nadrukkelijker verbeteren van de betrokkenheid van bewoners bij initiatieven in de dagelijkse leefomgeving. Vanuit deze wijkaanpak is geconstateerd dat migranten nauwelijks deelnemen aan activiteiten gericht op eigen leefomgeving. Ook lijkt er een zodanig wederzijds onbegrip en gevoel van onveiligheid in de wijk te bestaan dat er geen bereidheid is om het thema leefbaarheid in een werkgroep aan te pakken. Via dit wijkgerichte inburgeringplan willen we werken aan wederzijdse contacten en samenwerking. De achterliggende periode heeft Almelo gewerkt aan een project Sociale Herovering in de wijk de Riet. De belangrijkste lessen die geleerd kunnen worden van de uitvoering van het plan in de Riet zijn: - Dat het persoonlijk aanspreken van mensen, het leveren van maatwerk en het aanspreken van het eigen oplossend vermogen van mensen een zeer positieve bijdrage levert aan het vergroten van de maatschappelijke participatie en het welbevinden van de deelnemers aan het project; - Dat beleidmakers en –uitvoerders nog te ver af staan van de behoeften en mogelijkheden van doelgroepen. Onbekendheid met de daadwerkelijke maatschappelijke vraag zorgt er nog vaak voor dat algemene beleidsregels en aanpakken voor grote groepen worden opgesteld. Deze sluiten onvoldoende aan op de belevingswereld, behoeften en mogelijkheden van de individuele deelnemers.
-
De vraaggerichte benadering van het project brengt behoeften in beeld die voor een deel onbekend waren en heeft als positief neveneffect dat de betrokkenheid van deelnemers wordt vergroot; Dat het aangaan van krachtige coalities en het samenwerken met betrouwbare en goede partners (inen extern) van wezenlijk belang zijn voor een snelle aanpak en continuïteit van het project .
Deze lessen willen we meenemen in onze wijkgerichte inburgering. In de Ossenkoppelerhoek wordt sinds 2002 gewerkt met een Wijkontwikkelingsplan (WOP). Dit is een integrale meerjarenplanning voor de wijk dat tot stand is gekomen in een interactief proces met bewoners en partners in de wijk. In het WOP Ossenkoppelerhoek is gekozen voor de uitwerking van zes thema‟s. Met name liggen er mogelijke dwarsverbanden met activering en participatie en integratie vanuit de wijkgerichte inburgering met de thema‟s - Sociale samenhang - Onderwijs en jeugd - Veiligheid en leefmilieu 1.2.5 Analyse van Bestand Potentieel Inburgeringplichtigen (BPI) in relatie tot de wijken Aantallen Inburgeringplichtigen per wijk Wijk De Riet Noorderkwartier AZC Sluitersveld Wierdensehoek Nieuwstraatkwartier Ossenkoppelerhoek Binnenstad Hofkamp Schelfhorst Windmolenbroek Aadorp vertrokken Totaal
aantallen inburgeraars volgens het BPI 132 11 50 57 239 157 266 53 2 66 78 2 11 1124
1.2.6 Eerdere ervaringen met wijkgerichte inburgering In het verleden hebben inburgeringtrajecten, met name oudkomerstrajecten in de wijken plaatsgevonden. Deze waren succesvol, maar kenden geen structurele financiering. Door het stopzetten van projectsubsidies zijn ze beëindigd. We willen in dit project de ervaringen en aanpakken die wij in het verleden met succes hebben toegepast in een nieuwe vorm en met deels nieuwe doelstellingen (zoals inburgeren in combinatie met maatschappelijke activering in de wijk) opnieuw vorm geven. 1.2.7 Actoren en potentiële partners in de wijk In de wijk Ossenkoppelerhoek hebben wij goede contacten met een groot aantal actoren die wij als partners bij de wijkgerichte inburgering gaan betrekken. Het betreft onder meer: - ROC van Twente (inburgering en educatie, participatie en vrijwilligers) - winkeliers aan het Vincent van Goghplein + allochtone winkeliers in de omgeving (Nieuwstraat) - allochtone organisaties in de wijk zoals Islamitisch Centrum, Stichting De Rozentuin, Akar Bahar, Almelose Ataturk Vereniging, Atib, Stichting Onderlinge Hulp Sociaal Werk Almelo, Stichting Allochtone Ouderen Almelo, moskee en imam, Elele Turkse Vrouwenvereniging, Culturele Vereniging der Turks Islamitische Jongeren Almelo, Stichting Educatieve Ondersteuning Almelo, Turks Culturele Educatieve Stichting, Marrokaanse Sociaal Culturele Vereniging - Organisatie voor geestelijke gezondheidszorg Adhesie en Steunpunt Informele Zorg Almelo - Zorginstellingen Carint/Reggeland en Thuiszorg Noord West Twente - Woningcorporaties Beter Wonen en St. Joseph - Basisscholen - Welzijnsorganisaties - Kinderopvang - Maatschappelijk werk - Politie
Het wijkplatform - deelnemers: bewoners uit de wijk - werkgroep verkeer en milieu deelnemers: bewoners uit de wijk - werkgroep Rembrandtfiesta (multicultureel wijkfeest) deelnemers: bewoners Alle bewonersvergaderingen worden bezocht door professionals van verschillende instanties; Scoop Welzijn, gemeente, politie. Professioneel kader - wijkfunctionarissenoverleg deelnemers: woningcorporatie, politie, scoop welzijn: jeugd en jongerenwerk, ouderenwerk, brede buurt ontwikkeling, sporthal, gemeente: afdeling stadsdeelbeheer, sport, stadsdeelcoördinatie. - woonzorgzone platform deelnemers: Carint Reggeland groep, gemeente Almelo, vertegenwoordiging bewoners thuiszorg Noordwest Twente. - Brede buurtschooloverleg: De partners van de BBO, bewaken en volgen het BBO-programma en initiëren collectieve preventieve activiteiten binnen de domeinen opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering. Ze initiëren een gebiedsgerichte inzet van zorg-, onderwijs- en welzijnssystemen om daarmee het pedagogisch klimaat in de wijk te versterken en kansen voor kinderen en ouders te creëren. Deelnemers: OBS de Beemd (Kunstmagneetschook en Hagedoornschool), RKBS de Compaan, OBS de Bonkelaar, PCO de Heemde, PCO de Wierde, peuterspeelzalen, politie, wijkondersteuner, jeugdverpleegkundige, Ouder en Kindzorg, Lobosser, ROC, stadsdeelcoordinator, verlengde schooldagcoordinator, kinderopvang De Cirkel, deelnemers van organisatie op uitnodiging (bv. bibliotheek, sportbuurtwerk, muziekschool) - Zorgsignaleringsstructuur. Binnen deze structuur vindt multidisciplinair casuïstiek overleg plaats voor zowel 0 tot 23 jarigen als overige cliënten. deelnemers zijn onder meer scholen, leerplicht, maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, politie, woningcorporaties, gemeente Goede afstemming dient gerealiseerd met de eventuele inzet (en huisbezoeken) in de zelfde wijk door bovenstaand genoemd professioneel kader en specifiek door: - Formulierenbrigade - Gezinscoach - Senioren Advies Team - Bewegen Op Recept - Persoons Gebonden Budget voor welzijn voor chronisch zieken en cliënten uit de geestelijke gezondheidszorg Van belang is dat ieder op zijn eigen deelgebied actief blijft, maar dat informatie onderling wel wordt kortgesloten. Ook moet worden voorkomen dat bewoners teveel huisbezoeken per tijdseenheid krijgen.
Hoofdstuk 2 Doelstellingen van project wijkgerichte inburgering in Osssenkoppelerhoek 2.1 Doelstellingen In dit project willen wij de mogelijkheden van een wijkgerichte aanpak verkennen voor het oplossen van de volgende problemen: 1 problemen bij werving van moeilijk bereikbare groepen, met name allochtone vrouwen met thuiswonende kinderen; 2 problemen van hoge uitval en lage slagingspercentages van gestarte inburgeringtrajecten; 3 problemen met betrekking tot terugval na afronding traject. De centrale elementen in ons project wijkgerichte inburgering zijn: - Werving; - duale trajecten gericht op participatie; - en voorkomen van terugval. Hierbij is van belang wat onze visie op participatie is. Deze visie zijn wij op dit moment aan het uitwerken. Tijdens de voorbereiding zijn door raad en College de volgende kaders voor een nieuw participatiebeleid aangereikt: “Het primaat bij werk, waar dit niet mogelijk is: voor iedereen een rol in de samenleving”. Wij zijn bezig met het ontwikkelen van een gedeelde visie op participatie (zowel arbeids- als maatschappelijke participatie) en integratie, op elkaar afgestemde beleidsdoelen en een volwaardige participatieladder met zowel doorlopende ontwikkellijnen als zijplateaus van acceptabele participatie. Dit beleidsontwikkelingstraject wordt net als het project rondom Participatiebudget voorjaar 2009 afgerond en de resultaten zullen worden verwerkt in dit project wijkgerichte inburgering. Concreet willen wij bereiken dat: 1. alle 266 potentieel inburgeringplichtige oudkomers in de Ossenkoppelerhoek persoonlijk worden bereikt met informatie en een inburgeringaanbod, wat na 1 jaar moet leiden tot een opkomst van 40% en na 2 jaar tot een opkomst van 65%. Op dit moment komt ca. 50% van de potentieel inburgeringsplichtige oudkomers opdagen. We willen hierbij aan alle mensen die komen opdagen een aanbod op maat doen, zodat uiteindelijk ten minste 70% van hen daadwerkelijk start. Dit is inclusief de analfabeten die eerst een alfabetiseringstraject krijgen aangeboden. Al deze inburgeringplichtigen worden door middel van wijkgerichte voorlichting, intake en lesaanbod in de wijk toegeleid naar een duaal inburgeringstraject. 2. in de wijk huisbezoeken worden verricht teneinde naar verwachting 300 inburgeringsbehoeftigen te vinden, werven en op maatwerktraject te zetten en wijkbewoners te betrekken. 3. het aantal afgebroken trajecten daalt van 40% nu naar 30% straks en het slagingspercentage stijgt van 60% nu naar 70% straks. Teneinde de slagingsgraad te vergroten worden initiatieven ingezet zoals opzetten van studiebegeleiding door mensen/vrijwilligers in de buurt, betrekken van allochtone netwerken bij de inburgeringcursussen, vinden van oplossingen voor overige belemmeringen zoals bijv. kinderopvang tijdens de taallessen etc. Deze zaken kunnen/zullen worden opgepakt in samenwerking met het ROC, Scoop, scholen en andere partners in de wijk. Het inburgeringstraject wordt in de wijk op maat afgestemd op behoeften van inburgeraars teneinde de laagdrempeligheid van het traject te vergroten. 4. Alle inburgeringplichtigen en inburgeringbehoeftigen die aan een traject beginnen, tegelijk ook worden geactiveerd om vrijwilligerswerk of andere bezigheden in de wijk op te pakken en te onderhouden, met name ook buiten de eigen kring. Dit maakt onderdeel uit van het duale traject dat mensen krijgen aangeboden waarbij vormen van vrijwilligerswerk worden opgezet aan de hand van behoeften uit de wijk en inburgeraars worden geactiveerd om zelf vrijwilligerswerk te gaan doen. Een half jaar na afronding van het traject verricht 75% van de inburgeringplichtigen en -behoeftigen nog vrijwilligerswerk of andere bezigheden buiten de eigen kring. 5. wijkbewoners worden betrokken bij inburgering teneinde het sociaal netwerk van inburgeraars te vergroten door de participatiegraad (uitgedrukt in % doet aan sport/gaat wel eens uit/is vrijwilliger) met 15% wordt verhoogd. Hiervoor worden vormen van vrijwilligerswerk opgezet waarbij inburgeraars door vrijwilligers worden begeleid, gecoached en ondersteund. 2.3 Keuze van de wijk We hebben gekozen voor wijkgerichte inburgering in de wijk Ossenkoppelerhoek op grond van meerdere kwantitatieve en kwalitatieve argumenten. Het inwoneraantal in de Ossenkoppelerhoek bedraagt 7101. Hiervan zijn 2727 (dwz 38%) van nietNederlandse afkomst. Dit is absolute zin het hoogste aantal in een wijk van Almelo. In de wijk Ossenkoppelerhoek wonen de meeste potentieel inburgeringplichtigen van Almelo (266). Op grond daarvan nemen wij aan dat ook de meeste inburgeringbehoeftigen in de Ossenkoppelerhoek wonen. Volgens een landelijke vuistregel kun je het aantal inburgeringbehoeftigen schatten door het aantal BPI‟ ers
met 2,5 te vermenigvuldigen. Wij gaan er van uit dat er in deze wijk dus ca. 665 inburgeringbehoeftigen zijn. Dit is dan ook een belangrijke reden om juist in deze wijk te starten met wijkgerichte inburgering. Bovendien geldt dat in de wijk de participatiegraad (uitgedrukt in % doet aan sport/ gaat wel eens uit /is vrijwilliger) een van de laagste is en de onveiligheidbeleving in eigen buurt de hoogste van alle wijken in Almelo. Etniciteit naar buurt in de Ossenkoppelerhoek Nederland Turkije Marokko Irak Syrië Afghanistan Boomplaats 680 50 16 0 0 Ossenkoppelerhoek 713 251 18 22 5 37 oost Beeklust 362 294 51 6 Ossenkoppelerhoek 604 226 21 16 14 midden-noord Ossenkoppelerhoek 1606 231 8 6 west Ossenkoppelerhoek 409 345 43 32 21 midden-zuid Bron: Onderzoek en Statistiek, gemeente Almelo, 2008. *Ook wonen er veel Molukkers in de wijk. Hier zijn echter geen cijfers van bekend. In verband met de privacy zijn de cijfers van etniciteiten met minder dan 5 personen aangegeven met een -. In het overleg met wijkfunctionarissen en –bewoners werd voorgesteld om dit project niet breed op alle nationaliteiten in te zetten maar specifiek te richten op mensen van Turkse afkomst. Dit lijkt de projectgroep geen goed idee. Het gaat juist om het mengen van verschillende groeperingen. Inburgering is voor alle migranten van belang en door het mengen van groepen vermijdt je het risico dat deelnemers onderling in eigen taal gaan praten. Ook voor andere wijkbewoners is het van belang verschillende culturen te ontmoeten. Tijdens dit project willen we juist niet het accent leggen op verschillen tussen migranten en andere wijkbewoners, maar op de overeenkomsten van het allen wijkbewoner zijn en gezamenlijke belangen hebben (bv veiligheid en leefbaarheid en goed onderwijs voor de kinderen).
totaal aantal gezinnen
allee nsta ande n
alleenwonen den
Boomsplaats 867 64 82 Ossenkoppel 1165 96 111 erhoek oost Beeklust 807 58 86 Ossenkopp 1110 65 72 elerhoek middennoord Ossenkoppel 2068 207 227 erhoek west Ossenkopp 1084 52 108 elerhoek midden-zuid Totaal 7101 542 686 Bron: Onderzoek en Statistiek,gemeente Almelo, 2008
aantal eenouder gezinnen met kinderen
aantal (echt)par en met kinderen
aantal (echt)par en zonder kinderen
bevolking totaal
Samenstelling van gezinnen in de buurten van Ossenkoppelerhoek: gemeente Almelo.
87 54
233 261
2 370
90 166
61 35
205 172
209 554
113 309
93
527
554
283
85
245
329
182
415
1643
2233
1143
19501959
19601969
19701979
19801989
19901999
na 1999
voorraad totaal
Boomsplaats Ossenkoppelerhoek
woningen voor 1950
Woningen naar bouwperiode
373 165
0 309
7 13
0 0
0 5
6 30
0 1
386 523
oost Beeklust
0
420
0
Ossenkoppelerhoek 54 112 416 midden-noord Òssenkoppelerhoek 118 31 671 west Ossenkoppelerhoek 15 0 514 midden-zuid totaal 725 872 1621 Bron: Onderzoek en Statistiek, 2008, gemeente Almelo
0
0
0
0
420
0
1
9
10
602
21
0
73
0
914
25
0
3
13
570
46
6
121
24
3415
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het woningbestand in de Ossenkoppelerhoek voornamelijk bestaat uit oudere woningen. In het verleden zijn hier vanwege de lage huurprijs veel migranten naar toe gekomen. Momenteel werkt de woningbouwcorporatie aan renovatie en gedeeltelijke verkoop van huurwoningen om de wijk te verbeteren. Uit het overleg met wijkfunctionarissen en wijkplatform ontstaat het volgende kwalitatieve beeld: De wijk bestaat voor een groot deel uit mensen met een laag inkomen, waardoor er achter de voordeuren veel armoede en deels ook gezondheids- en opvoedingsproblematiek schuilgaat. Deze verhinderen participatie en maken dat er weinig draagkracht is voor sociale processen en vernieuwingen. Bij informatieve bijeenkomsten komen gemiddeld 50 à 60 personen, maar weinig allochtonen. De wijk zit niet te wachten op infrastructurele ingrepen. Wel bestaat behoefte aan begeleiding bij sociale processen en opvang van de jeugd. Ook hierop zou door inburgeraars en gekoppelde vrijwilligers kunnen worden ingezet. Ook kwam naar voren hoe moeilijk zij het vinden om allochtonen te bereiken en te behouden voor activiteiten. Dit vraagt een hele persoonlijke, directe benadering die dus heel veel tijd en aandacht kost. Daarnaast kwamen de volgende concrete signalen, knelpunten en mogelijke oplossingen naar voren: - kan er bemiddeling komen om contacten tussen migranten en andere wijkbewoners te bevorderen? - allochtone (groot-) ouders zijn weinig betrokken bij school en stimuleren hun (klein-)kinderen niet met taal en spelen; door (bijvoorbeeld aansluitend bij BSO en VSD) voorlees- en speelactiviteiten ‟s middags in de school te realiseren kun je migranten en andere ouders leren voorlezen/ spelen. Tegelijkertijd maak je kinderen trots op de inbreng van hun ouders in school en kun je het thema integratie onder de aandacht van leerlingen brengen; - we weten niet waaraan inburgeraars behoefte hebben; - opvattingen over vrijwilligerswerk (niet vrijblijvend) sporen in diverse culturen niet; - er is behoefte aan een vervolg op de cursussen van Adhesie en andere kortlopende initiatieven voor geïsoleerde allochtone vrouwen, anders vallen ze terug. De wijk kenmerkt zich door een concentratie van zelforganisaties vanuit verschillende hoeken. Enerzijds geeft dit aan dat er al sprake is van georganiseerde verbanden. Aan de andere kant zijn deze zelforganisaties veelal intern op de eigen groep gericht en minder op contacten met anderen. In sommige gevallen is er sprake van spanning tussen de verschillende zelforganisaties. Zoals in 1.2.4. al aangegeven worden binnen de wijkgerichte werkwijze door stadsdeelcoördinatie in de Ossenkoppelerhoek de thema‟s sociale samenhang; onderwijs en jeugd; en veiligheid en leefmilieu opgepakt. In de wijkgerichte benadering vanuit stadsdeelcoördinatie blijkt het echter het moeilijk om tot aanpak van de sociale problematiek te komen omdat mensen onderling nauwelijks elkaar durven aan te spreken op gedrag (bijvoorbeeld in het verkeer) en inzet voor de wijk. Uit ons gesprek met allochtone vrouwen uit de wijk die deelnemen aan taaltrajecten blijkt dat ze behoefte hebben aan permanente taaloefening, aan onderling contact en aan contacten met andere wijkbewoners. Ze willen graag samen met wijkbewoners koken, theedrinken, naaien, dansen. Omdat er veel allochtone kinderen op de scholen in de wijk zitten is het moeilijk om contact te maken met autochtone ouders. De vrouwen met wie we gesproken hebben blijken te gaan deelnemen aan taalactiviteiten doordat een professionele taalcoach die zij kennen hen daarvoor vraagt. De informatieve excursies (naar bibliotheek, musea, etc), computerlessen en assertiviteitstrainingen dragen bij aan hun ontwikkeling en vergroten hun actieradius. De vrouwen krijgen door een positieve benadering een positief zelfbeeld. Door hun positieve ervaringen vinden de vrouwen het jammer dat ze op een gegeven moment moeten stoppen. Graag zouden ze een vervolgtraject willen hebben, wat niet persé een inburgeringtraject moet zijn. Uit alle gesprekken blijkt ook een grote bereidheid onder wijkbewoners, functionarissen en allochtonen om zich in te zetten om het in de wijk prettiger te maken voor allen.
In de bijlage wordt meer achtergrondinformatie over de wijk gegeven.
Hoofdstuk 3 Opzet van de wijkgericht Inburgering in Ossenkoppelerhoek 3.1 Aanpak In paragraaf 2.1 hebben wij de doelstellingen van dit project als volgt omschreven. Wij willen de mogelijkheden van een wijkgerichte aanpak verkennen voor het oplossen van de volgende problemen: 1 problemen bij werving van moeilijk bereikbare groepen, met name allochtone vrouwen met thuiswonende kinderen; 2 problemen van hoge uitval en lage slagingspercentages van gestarte inburgeringtrajecten; 3 problemen met betrekking tot terugval na afronding traject. De centrale elementen in ons project wijkgerichte inburgering zijn: - werving; - duale trajecten gericht op participatie; - en voorkomen van terugval. Hierbij is van belang wat onze visie op participatie is. Deze visie zijn wij op dit moment aan het uitwerken. Tijdens de voorbereiding zijn door raad en College de volgende kaders voor een nieuw participatiebeleid aangereikt: “Het primaat bij werk, waar dit niet mogelijk is: voor iedereen een rol in de samenleving”. Wij zijn bezig met het ontwikkelen van een gedeelde visie op participatie (zowel arbeids- als maatschappelijke participatie) en integratie, op elkaar afgestemde beleidsdoelen en een volwaardige participatieladder met zowel doorlopende ontwikkellijnen als zijplateaus van acceptabele participatie. Dit beleidsontwikkelingstraject wordt net als het project rondom Participatiebudget voorjaar 2009 afgerond en de resultaten zullen worden verwerkt in dit project wijkgerichte inburgering. Concreet willen wij bereiken dat: 1. alle 266 potentieel inburgeringplichtige oudkomers in de Ossenkoppelerhoek persoonlijk worden bereikt met informatie en een inburgeringaanbod, wat na 1 jaar moet leiden tot een opkomst van 40% en na 2 jaar tot een opkomst van 65%. Op dit moment komt ca. 50% van de potentieel inburgeringsplichtige oudkomers opdagen. We willen hierbij aan alle mensen die komen opdagen een aanbod op maat doen, zodat uiteindelijk ten minste 70% van hen daadwerkelijk start. Dit is inclusief de analfabeten die eerst een alfabetiseringstraject krijgen aangeboden. Al deze inburgeringplichtigen worden door middel van wijkgerichte voorlichting, intake en lesaanbod in de wijk toegeleid naar een duaal inburgeringstraject. 2. in de wijk huisbezoeken worden verricht teneinde naar verwachting 300 inburgeringsbehoeftigen te vinden, werven en op maatwerktraject te zetten en wijkbewoners te betrekken. 3. het aantal afgebroken trajecten daalt van 40% nu naar 30% straks en het slagingspercentage stijgt van 60% nu naar 70% straks. Teneinde de slagingsgraad te vergroten worden initiatieven ingezet zoals opzetten van studiebegeleiding door mensen/vrijwilligers in de buurt, betrekken van allochtone netwerken bij de inburgeringcursussen, vinden van oplossingen voor overige belemmeringen zoals bijv. kinderopvang tijdens de taallessen etc. Deze zaken kunnen/zullen worden opgepakt in samenwerking met het ROC, Scoop, scholen en andere partners in de wijk. Het inburgeringstraject wordt in de wijk op maat afgestemd op behoeften van inburgeraars teneinde de laagdrempeligheid van het traject te vergroten. 4. Alle inburgeringplichtigen en inburgeringbehoeftigen die aan een traject beginnen, tegelijk ook worden geactiveerd om vrijwilligerswerk of andere bezigheden in de wijk op te pakken en te onderhouden, met name ook buiten de eigen kring. Dit maakt onderdeel uit van het duale traject dat mensen krijgen aangeboden waarbij vormen van vrijwilligerswerk worden opgezet aan de hand van behoeften uit de wijk en inburgeraars worden geactiveerd om zelf vrijwilligerswerk te gaan doen. Een half jaar na afronding van het traject verricht 75% van de inburgeringplichtigen en -behoeftigen nog vrijwilligerswerk of andere bezigheden buiten de eigen kring. 5. wijkbewoners worden betrokken bij inburgering teneinde het sociaal netwerk van inburgeraars te vergroten door de participatiegraad (uitgedrukt in % doet aan sport/gaat wel eens uit/is vrijwilliger) met 15% wordt verhoogd. Hiervoor worden vormen van vrijwilligerswerk opgezet waarbij inburgeraars door vrijwilligers worden begeleid, gecoached en ondersteund. In de huisbezoeken wordt van deur naar deur gestart met een eerste scan bestaande uit een verkorte vragenlijst waaruit een beeld ontstaat van een mogelijke inburgeringsbehoeftige of potentieel vrijwilliger. In deze scan wordt ingegaan op onderwerpen als woonomgeving, behoefte om in te burgeren, activeringswensen algemeen en in het bijzonder in relatie tot inburgeringsactiviteiten, mogelijheden en belemmeringen van de wijkbewoner. Deze activerende scan geschiedt in fasen op buutniveau. Indien hiervan sprake is vindt „warme‟ doorverwijzing plaats naar andere betrokken organisaties. Warme doorverwijzing wil zeggen dat aan de bewoner wordt gevraagd of de gegevens mogen worden verstrekt aan de derde organisatie waarna deze contact opneemt. De scan wordt uitgevoerd door zowel professionals als stagiaires danwel vrijwilligers.
Bij potentieel inburgeringsbehoeftigen vindt een vervolgbezoek plaats door de professional in de vorm van een uitgebreide scan waarbij alle leefgebieden worden langsgelopen. Vervolgens wordt in overleg met de bewoner een plan van aanpak opgesteld waarbij gefaseerd getracht wordt aan problemen die worden ervaren op de verschillende leefgebieden te werken. De scan brengt tav inburgering het niveau, de kennis en de belemmeringen van de kandidaten in beeld. Vervolgens wordt de inburgeraar ingedeeld naar een voor hem/haar geschikt aanbod. Het betreft individueel maatwerk dat op inburgeringterrein kan bestaan uit de volgende instrumenten: Regulier inburgeringsaanbod; Kortdurend voortraject om de overstap naar het reguliere inburgeringsaanbod mogelijk te maken; Langdurend voortraject om te overstap naar het reguliere aanbod mogelijk te maken; Nieuw te ontwikkelen instrumenten om de afstand naar de reguliere inburgeringvoorziening te overbruggen; Nieuw te ontwikkelen instrumenten als aanvulling op het reguliere aanbod en hetgeen aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de inburgeraar. Om recht te doen aan het belang van continu overleg met deze sleutelpartners is dit Plan van Aanpak een processtuk waarin op hoofdlijnen staat aangegeven wat ons vertrekpunt, onze richting en een aantal van onze concrete stappen zijn. Deze opzet geeft ons gaandeweg de uitvoering van dit plan ruimte om activiteiten bij te stellen. Dit is nodig om te kunnen blijven reageren op de inbreng vanuit de wijk zelf en om tot duurzame effecten te komen. Voor de uitvoering van het plan van aanpak wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van stagiaires danwel vrijwilligers. Daarbij worden verbindingen gelegd met allerlei professionele en vrijwillige organisaties en initiatieven in de wijk. Met de partners worden voortdurend nieuwe activiteiten of initiatieven ontwikkeld als blijkt dat er geen aanbod op de vraag gevonden kan worden. Deze taak wordt uitgevoerd door de professionals. De eerste scan is ook bedoeld om te screenen op het aanbod van hulp dat benut kan worden. Door de huisbezoeken worden mogelijke vrijwilligers gesignaleerd en wordt geïnventariseerd welke activiteiten ze zouden willen doen. Wij kiezen met dit project heel nadrukkelijk voor een vraaggerichte benadering. Een belangrijk leerpunt uit voorgaande trajecten is dat beleidmakers en –uitvoerders nog te ver af staan van de behoeften en mogelijkheden van doelgroepen. Onbekendheid met de daadwerkelijke maatschappelijke vraag zorgt er nog vaak voor dat algemene beleidsregels en aanpakken voor grote groepen worden opgesteld. Deze sluiten onvoldoende aan op de belevingswereld, behoeften en mogelijkheden van de individuele deelnemers. De vraaggerichte benadering van het project brengt behoeften in beeld die voor een deel onbekend waren en heeft als positief neveneffect dat de betrokkenheid van deelnemers wordt vergroot. 3.2 Projectstructuur Ten aanzien van de inburgering in de wijk van potentieel inburgeringbehoeftigen geldt dat dit wordt uitgevoerd binnen de bestaande lijnorganisatie rondom inburgering. Wij beschouwen dit als een kwalitatieve verbetering van ons reguliere aanbod en doen hiervoor dan ook geen beroep op additionele middelen. Het wordt uitgevoerd binnen de lijnorganisatie onder aansturing van de beleidsmedewerker inburgering en gefinancierd vanuit reguliere, eigen reïntegratie-, inburgerings- en welzijnsmiddelen. Voor de uitvoering van het project kiezen wij een projectmatige aanpak waarbij de ambtelijk opdrachtgeversrol wordt neergelegd bij de teamleider Inkomen en Voorzieningen van Sociaal Economische Zaken. Voor deze organisatorische positionering wordt gekozen omdat deze teamleider verantwoordelijk is voor de aansturing van de Wwb-consulenten en de inburgeringsconsulenten. Bovendien is hij ook de ambtelijk opdrachtgever voor integrale projecten zoals de formulierenbrigade en het maatschappelijk activeringsconcept. De dagelijkse sturing van het project wordt neergelegd bij een projectleider. Deze projectleider heeft onder meer als taken: - budgethouder - contact onderhouden met het ministerie en zorgdragen voor verantwoording - bewaken van de voortgang van het project, - ontwikkelen van werkwijzen en procesbeschrijving - aansturing en werving van consulenten, stagiaires en vrijwilligers - contact onderhouden met andere organisaties - uitwisseling met andere gemeenten - verantwoording afleggen aan opdrachtgever en stuurgroep - meedraaien bij de huisbezoeken
-
organiseren van netwerkbijeenkomsten tussen consulenten en externe partners (ca. 2 keer per jaar)
Er wordt een stuurgroep gevormd die verantwoordelijk is voor beleidsvorming. Taken van de stuurgroep zijn: - bewaken van integrale visie en doelstelling - regievoerend ten aanzien van gehele proces - goedkeuren beslisdocumenten en voorbereiding besluitvorming B&W - zorg voor bestuurlijk draagvlak - inbedding project in organisatie De stuurgroep bestaat uit wethouder Schouten, de opdrachtgever, teamleider beleid SML, teamleider leven PBZ en de projectleider. De kerngroep bestaat uit samenwerkingspartners en de gemeente. De kerngroep houdt de vinger aan de pols bij de uitvoering van het projectplan, geeft advies en besluit zo nodig tot bijstelling van het plan. In de kerngroep zitten leidinggevenden van de samenwerkingspartners van het project. Per organisatie in principe één vertegenwoordiger. De projectleider is voorzitter van de kerngroep. Dr. Anneke van der Plaats neemt incidenteel en naar behoefte deel als externe adviseur. Het is ook mogelijk andere adviseurs uit te nodigen. De kerngroep wordt als volgt samengesteld: - ROC van Twente - Basisscholen - Scoop Welzijn - Kinderopvang De Cirkel - Woningcorporaties Beter Wonen en St. Joseph - Adhesie - Vertegenwoordiger wijkplatform - Projectleider en projectbeleidsmedewerker De kerngroep komt in de startfase ongeveer 1 keer per 2 maanden bij elkaar, daarna wordt eventueel de frequentie aangepast. Verder wordt zoveel mogelijk aangesloten op bestaande overlegstructuren in de wijk. Onder aansturing van de projectleider wordt een projectbeleidsmedewerker ingezet voor 8 uren in de week. Deze ondersteunt de projectleider door de volgende taken uit te voeren: - ondersteunen bij het onderhouden van contacten met het ministerie - schrijven van (voortgangs)rapportages en overige nota‟s - uitwisseling met andere gemeenten - interne beleidsafstemming met andere initiatieven zoals bv. participatiefonds, beleidsontwikkeling op het terrein van integratie en inburgering Voor de uitvoering van de huisbezoeken en het opmaken van een plan van aanpak worden 2 professionele activeringsconsulenten ingezet. Deze hebben als taak: - het uitvoeren van de eerste scan - het uitvoeren van de uitgebreide scan - meewerken aan het uitwerken van werkwijzen en procesbeschrijving - opstellen plan van aanpak voor inburgeringsbehoeftigen - contacten onderhouden met externe partners - nieuwe initiatieven ontwikkelen - „warm‟ doorverwijzen van inburgeringsbehoeftigen vanuit een regierol - Aansturen van stagiaires en vrijwilligers die ondersteunen bij uitvoeren van het plan van aanpak danwel een eerste scan uitvoeren Verder worden in het project stagiaires van het ROC ingezet. Ook kunnen vrijwilligers uit de wijk die hier belangstelling en affiniteit mee hebben worden ingezet. Deze stagiaires en vrijwilligers worden geschoold in de werkwijze en het omgaan met de doelgroep. Taken zijn het verrichten van de eerste scan en het uitvoeren van het plan van aanpak. Het is niet de taak van deze vrijwilligers nieuwe collectieve activiteiten met andere organisaties te ontwikkelen. We gaan er hierbij vanuit dat we in de periode maart 2009 tot en met maart 2011 de huisbezoeken worden verrichten. De professionele inzet bedraagt 1 projectleider, 1 projectbeleidsmedewerker en 2 consulenten. Deze sturen 8 vrijwilligers aan. Een vrijwilliger ondersteunt maximaal 9 inburgeraars. We gaan er vanuit dat het plan van aanpak binnen 6 maanden wordt uitgevoerd waarbij de ondersteuning vanuit de vrijwilliger geleidelijk aan wordt afgebouwd teneinde de zelfredzaamheid en participatie van de inburgeraar te bevorderen. Hiermee worden ca. 150 inburgeraars per jaar ondersteund. Het betreft een arbeidsintensieve werkwijze die vanuit kostenoverwegingen niet alleen door professionele krachten kan worden uitgevoerd. De implementatie stellen wij als volgt voor:
Implementatie aanstellen projectleider + projectbeleidsmedewerker uitwerken coalities en samenwerkingsafspraken op hoofdlijnen met partners aanstellen consulenten inrichting werkplekken procedurebeschrijvingen + werkafspraken voorbereiding start eerste huisbezoeken
Datum december 2008 februari 2009 januari 2009 februari 2009 februari 2009 februari 2009 maart 2009
Voor de evaluatie zijn wij voornemens externe ondersteuning in te schakelen om resultaten te monitoren en mogelijke knelpunten te analyseren. Tevens zullen we onderzoeken of de door ons in samenwerking met Stadt Münster en universiteiten van Münster en Twente ontwikkelde methodiek van Social Return on Investment kan worden ingezet teneinde inzichtelijk te maken wat de resultaten van het project zijn. Wij zullen het project in juni 2011 afronden. 3.3 Begroting Vanwege de noodzakelijk geachte persoonlijke intensieve benadering is de personele inzet in dit project hoog. Daarnaast bestaat een deel van de begroting uit vrij budget waarmee we al gaandeweg kunnen inspelen op de behoeften en wensen uit de buurt en de inburgeraars zelf. Wij beschouwen dit Plan van Aanpak als een processtuk waarin op hoofdlijnen staat aangegeven wat ons vertrekpunt, onze richting en een aantal van onze concrete stappen zijn. Deze opzet geeft ons gaandeweg de uitvoering van dit plan ruimte om activiteiten bij te stellen. Dit is nodig om te kunnen blijven reageren op de inbreng vanuit de wijk zelf en om tot duurzame effecten te komen. Beschrijving projectplan en voorbereidend onderzoek in de wijk Projectleiding 32 uur p.w. schaal 10 projectbeleidsmedewerker 8 uur p.w. schaal 9 2 consulenten 32 uur p.w. schaal 8 Ontwikkeling werkwijzen (onder meer scans incl. geautomatiseerde verwerking) en scholing Communicatie en voorlichting Budget tbv maatwerk / voor- en nazorgtrajecten 300 inburgeringsbehoeftigen Evaluatie door externe deskundige tijdens en na project 25 dagen à € 1000,-- excl. btw reguliere trajecten stuur- en projectgroep onvoorzien Totaal
2008 5.000
2009
2010
2011
4.750
57.000
57.000
28.500
1.065
12.750
12.750
6.375
83.000
90.700
45.300
15.000
5.000
5.000 30.000
5.000 30.000
2.000 15.000
5.000
10.000
10.000
gemeente budget gemeente budget 10.000 217.750
gemeente budget gemeente budget 10.000 220.450
gemeente budget gemeente budget 5.000 112.175
gemeente budget gemeente budget 10.815
Hiermee komt de totale projectbegroting op € 561.190. De financiële inbreng van de gemeente bestaat uit: - inzet gemeentelijke middelen voor de onderdelen inburgering van potentieel inburgeringplichtigen
-
inzet middelen vanuit wijkaanpak voor door inburgeraars zelf op te zetten wijkactiviteiten tot een maximum van € 10.000 per activiteit indien nodig uitbreiding van peuterspeelzaalwerk met 50 peuters in de wijk in combinatie met uitbreiding kinderopvangmogelijkheden
Het geraamde budget voor maatwerk voor inburgeringbehoeftigen heeft betrekking op het budget dat op individueel niveau kan worden ingezet voor een inburgeraar. In het vervolghuisbezoek door de professional wordt een uitgebreide scan uitgevoerd waarbij alle leefgebieden worden langsgelopen. Vervolgens wordt in overleg met de bewoner een plan van aanpak opgesteld waarbij gefaseerd getracht wordt aan problemen die worden ervaren op de verschillende leefgebieden te werken. De scan brengt tav inburgering het niveau, de kennis en de belemmeringen van de kandidaten in beeld. Vervolgens wordt samen met de inburgeraar een voor hem/haar geschikt aanbod gemaakt. Het betreft individueel maatwerk dat op inburgeringterrein kan bestaan uit de volgende instrumenten: Regulier inburgeringsaanbod; Kortdurend voortraject om de overstap naar het reguliere inburgeringsaanbod mogelijk te maken; Langdurend voortraject om de overstap naar het reguliere aanbod mogelijk te maken; Nieuw te ontwikkelen instrumenten om de afstand naar de reguliere inburgeringvoorziening te overbruggen; Nieuw te ontwikkelen instrumenten als aanvulling op het reguliere aanbod en hetgeen aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de inburgeraar. Het maatwerkbudget wordt ingezet voor de laatste 4 instrumenten. 3.4 concrete producten 1) Ontwikkeling van een specifieke methodiek voor duale trajecten voor inburgeringsbehoeftigen Het vinden, bereiken, verleiden en binden van inburgeringbehoeftigen vraagt een specifieke methodiek. Gezien de Almelose bevolkingssamenstelling en onze kennis van de inwoners van de Ossenkoppelerhoek verwachten wij een opstapeling van achterstanden aan te treffen. De inburgeringsbehoeftigen kampen met forse taalproblemen, analfabetisme, hebben vaak onvoldoende startkwalificaties en onvoldoende contacten en gedeelde activiteiten met autochtonen. Inburgering zien wij als een eerste stap op weg naar integratie en participatie. Inburgering dient in onze visie dan ook zo mogelijk direct gekoppeld te worden aan vormen van sociale en maatschappelijke activering die leiden tot integratie en duurzame participatie. Voor deze bijzondere doelgroep willen we een specifieke methodiek voor inburgering ontwikkelen gebaseerd op goede ervaringen vanuit eerdere projecten op het terrein van persoonsgebonden budget voor welzijn en 1 het geluksbudget . De Gemeente Almelo is in 2004 gestart met een pilotproject “Perspectief met persoonsgebonden budget voor welzijn Almelo”. Chronisch zieke inwoners, die in een sociaal isolement verkeren, kunnen een individuele welzijnssubsidie van maximaal 450 euro ontvangen voor vrijetijdsbesteding op maat. Zonodig worden tijdens het huisbezoek eerst andere noodzakelijke zaken geregeld, bijvoorbeeld op financieel of zorggebied. Deze eenvoudige aanpak blijkt effectief te werken op velerlei gebied. Tussen zorg- en welzijnsorganisaties ontstaat ketensamenwerking. De deelnemers knappen op en gaan weer naar eigen wensen en mogelijkheden deelnemen aan het maatschappelijke leven. Dankzij het PGB Welzijn worden inwoners bereikt, die anders achter de geraniums blijven zitten. Voor onze projecten op dit gebied hebben wij zowel landelijk als Europees prijzen gewonnen. Op dit moment toont de Vereniging Nederlandse Gemeenten in het kader van het project “De Kanteling” veel belangstelling voor de PGB Welzijn-aanpak als een voorbeeld van hoe anders om te gaan met de Wmo. Steekwoorden van de door ons samen met de Hogeschool Arnhem Nijmegen (dr. J.J. van der Plaats) en overige partners ontwikkelde methode zijn: positieve aandacht, vertrouwen, focus op de mogelijkheden. Daarbij wordt de partner of mantelzorger, indien aanwezig, niet vergeten. Wezenlijk onderdeel van de aanpak is verder dat de behoeften en wensen van de persoon in kwestie leidend zijn. Geen goedbedoelde adviezen, maar gerichte vragen die de inburgeraar in staat stelt zijn echte wensen en behoeften te uiten. Dromen mag! De uitdaging is erin gelegen de intrinsieke motivatie aan te boren bij de inburgeraar. Op basis van onze ervaringen verwachten wij dat onze methode ook voor deze nieuwe doelgroep kan werken. In het kader van dit traject staat uiteraard de doelstelling inburgering in combinatie met duurzame participatie voorop. Binnen onze methodiek wordt gekozen voor een vraaggerichte, individuele benadering door middel van huisbezoek en het in kaart brengen van problemen op allerlei leefgebieden. Veelal dienen bij onze doelgroep problemen op andere terreinen te worden aangepakt alvorens een inburgeraar aan zijn eigen ontwikkeling kan werken. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de inburgeraar zelf maar naar de situatie in het gehele 1
Voor meer informatie zie www. geluksbudget.nl
gezin. Het is van belang dat het gezin de inburgeraar ondersteunt. Vervolgens wordt naar aanleiding van de behoefte van de individuele inburgeraar een plan van aanpak opgesteld. In dit plan van aanpak kunnen specifieke voor of natrajecten worden opgenomen ter aanvulling op het reguliere inburgeringsaanbod. Voor deze maatwerktrajecten is in de begroting een bedrag van € 75.000 opgenomen voor 300 inburgeringsbehoeftigen. Per behoeftige is hiermee € 250 beschikbaar. De consulent bepaalt samen met de inburgeringsbehoeftige welk aanbod past. Het maatwerkbudget is geen vrij beschikbaar budget voor de inburgeraar, daarom heeft het in dit project ook niet de naam „persoonsgebonden budget‟. Het maatwerkbudget wordt niet ingezet voor behoeften, waar voorliggende voorzieningen en regelingen voor bestaan. Dit geldt ook voor het PGB Welzijn. Dit is nadrukkelijk niet bedoeld als extra zakje geld voor het oplossen van financiële problemen. Daar zijn voorliggende voorzieningen voor zoals gemeentelijke minimaregelingen en toeslagen van de Belastingdienst. Het PGB Welzijn wordt in principe slechts eenmalig verstrekt en kan, in tegenstelling tot voornoemde regelingen, ook nooit een duurzame oplossing voor financiële krapte zijn. Het PGB Welzijn werkt als contactmiddel en als participatie-instrument. Het trekt mensen over de streep om iets te gaan doen en sociale contacten aan te gaan. Daar is het geldbedrag voor bedoeld. Het maatwerkbudget voor inburgering dat we in dit project inzetten is bedoeld om specifieke voor of natrajecten in te zetten in aanvulling op het reguliere inburgeringsaanbod. Een belangrijk doel binnen het project is realisatie van laagdrempelige en doorlopende taalverwerving met koppeling aan voorzieningen in de wijk om behoud van taalniveau door nazorg te realiseren. Mogelijke koppelingen hierbij zijn wijkactiviteiten, VVE, betrokkenheid rond onderwijs/verenigingsleven, wijkaanpak en contacten tussen diverse bevolkingsgroepen. Op het terrein van VVE kiest de gemeente Almelo gelet op de bevolkingssamenstelling voor een intensieve aanpak. Vanuit eigen middelen worden voor peuters uit achterstandsgroepen het derde en vierde dagdeel door de gemeente gefinancierd. Tevens worden ouders nadrukkelijk betrokken in de vorm van onder meer themaochtenden en meelopen. Voor de Ossenkoppelerhoek willen wij in het kader van dit project onderzoeken of het zinvol is een extra groep op te starten waarmee voor 50 peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar een nieuwe voorziening wordt geboden. Dit wordt gefinancierd vanuit gemeentelijke middelen. Eén van de problemen die wij verwachten ligt op het terrein van kinderopvang. In dit verband gaan wij samen met partners in dit project op zoek naar een nieuwe aanpak en nieuwe verbindingen op het terrein van peuterspeelzaalwerk, buitenschoolse opvang en kinderopvang. Gelet op de positieve effecten van de projecten zoals het persoonsgebonden budget voor welzijn en het geluksbudget zijn wij momenteel aan het onderzoeken hoe we deze werkwijze structureel kunnen inpassen in ons reguliere Wwb- en/of Wmo-beleid. Dit is een aanzienlijke kanteling in het gemeentelijk welzijnsbeleid. Indien blijkt dat deze methodiek ook succesvol is voor de doelgroep inburgeraars zullen we ook voor deze doelgroep gaan onderzoeken hoe we reguliere gemeentelijke welzijnsmiddelen structureel kunnen inzetten voor inburgering en integratie via deze methode. 2) De ontwikkeling van een gerichte methodiek van werving binnen netwerken in de wijk en met actieve betrokkenheid van wijkbewoners 1. De scans die worden gebruikt in de huisbezoeken; 2. De training van huisbezoekers; 3. De werving van inburgeraars en vrijwillig begeleiders; 4. Ontwikkeling van een methodiek voor groepsgewijze voorlichting en intake. 3) Resultaat reguliere aanpak en resultaat wijkgerichte aanpak Binnen de Ossekoppelerhoek organiseren we de inburgering wijkgericht en is specifieke aandacht voor geïsoleerde inburgeraars. Welke resultaten levert deze aanpak op? Zijn er betere en duurzame resultaten zichtbaar dan vanuit de reguliere inburgering? Met de positieve resultaten van de wijkgerichte inburgering kunnen we onze reguliere aanpak verbeteren. 4) Ontwikkeling en uitvoering van intercultureel vrijwilligerswerk Door een duaal inburgeringtraject dat bestaat uit taalverwerving en activiteiten in de wijk ontstaat een menging van bevolkingsgroepen. Daarnaast ontstaat deze menging door geïsoleerde inburgeraars te koppelen aan een wijkbewoner die les aan huis geeft. 5) Afgeleide resultaten Meer allochtone ouders actief binnen het onderwijs; Meer allochtone peuters bezoeken de peuterspeelzaal; Meer allochtonen actief binnen de wijkaanpak en wijkactiviteiten; Door beter inzicht in specifieke behoeften en belemmeringen van inburgeraars kunnen we ons inburgeringaanbod beter inrichten;
Inzet van wijkbewoners die thans nog niet participeren in de wijk, dus de beschikbaarheid van nieuwe handen; Door contacten tussen bevolkingsgroepen zijn mensen minder anoniem in de buurt. Hierdoor nemen gevoelens van sociale onveiligheid af en neemt de sociale cohesie toe; PC lessen vergroten zelfstandigheid, zelfredzaamheid; Door de koppeling met instanties voor zorgvoorzieningen ontstaan er contacten tussen inburgeraars en andere Almeloers; Door fietslessen voor inburgeraars: o Neemt de persoonlijke mobiliteit en onafhankelijkheid toe; o Is er lichamelijke beweging waardoor gezondheidsrisico‟s afnemen. 3.5 Verslaglegging Tijdens het project informeren wij de wijkbewoners en –functionarissen over de voortgang van het project via de wijkkrant en wellicht op te starten wijkwebsite. Het is de bedoeling dat de inburgeraars daar zelf een inbreng kunnen leveren (interviews, verslagen). De artikelen zijn gericht op alles wat er in de buurt gebeurt. Daarnaast willen we de voortgang van het project uitdragen op specifieke informatiemarkten zoals tijdens de Rembrandfiësta. Bij al deze activiteiten is er aandacht voor het bereiken van laaggeletterden. Van de individueel inburgeraar bewaken we de voortgang van het traject door alle stappen vast te leggen in CVS. Tevens worden de resultaten van de scans uit de huisbezoeken vastgelegd en worden deelnemers tot een jaar na afronding van het inburgeringstraject gevolgd. 3.6 Onderzoeksvragen 1. Leiden de methodieken van wijkgerichte benadering, voorlichting, werving in eigen netwerk door vrijwilligers en professionals tot meer deelname van het inburgeringtraject? Welke succes- en faalfactoren kunnen worden benoemd? 2. Leidt de methodiek van maatwerk door voortrajecten en begeleiding door vrijwilligers uit de eigen leefomgeving tot minder uitval en een hoger slagingspercentage van het inburgeringtraject? Wat zijn succes- en faalfactoren? 3. Leidt de methodiek van netwerken op wijkniveau tot het vinden van vrijwilligers en meer betrokkenheid van wijkbewoners bij inburgering? Wat zijn succes- en faalfactoren? 4. Leidt de methodiek van samenwerken aan inburgering door vrijwilligers uit de wijk en inburgeraars tot meer en tot duurzame participatie in de wijk? Wat zijn succes en faalfactoren? 5. Leidt deze methodiek van wijkgerichte inburgering tot meer betrokkenheid bij de wijk(activiteiten) van zowel de inburgeraars als de andere wijkbewoners? 6. Leidt deze methodiek van wijkgerichte inburgering tot meer betrokkenheid van inburgeraars en andere wijkbewoners met elkaar? Ontstaat er meer interactie tussen bevolkingsgroepen? Leidt dat tot meer sociale cohesie en meer sociale veiligheid? Doel van het beantwoorden van deze vragen is het overdraagbaar maken van de goede elementen van onze aanpak, naar andere wijken in Almelo maar ook naar andere gemeenten.
Hoofdstuk 4 Monitoring en verantwoording De financiële verantwoording naar het rijk verloopt via SISA (gemeentelijke jaarrekening + accountantsverklaring). De inhoudelijke verantwoording van de voortgang van het project zullen wij jaarlijks aan de gemeenteraad en de wijk presenteren. De inhoudelijke rapportage koppelen we aan de doelstellingen van het project (zie 2.1). Voor de evaluatie zijn wij voornemens externe ondersteuning in te schakelen om resultaten te monitoren en mogelijke knelpunten te analyseren. Tevens zullen we onderzoeken of de door ons in samenwerking met Stadt Munster ontwikkelde methodiek van Social Return on Investment kan worden ingezet teneinde inzichtelijk te maken wat de resultaten van het project zijn. In dit project hanteren wij een bredere doelstelling dan alleen het halen van het inburgeringexamen. Wij willen de participatie van zowel inburgeraars als wijkbewoners bevorderen. Dit stopt niet bij het behalen van het examen. Wij gaan de inburgeraars dan ook langer (tot een jaar na het behalen van het examen) volgen om de mate van participatie te monitoren. Tijdens het project informeren wij de wijkbewoners en –functionarissen over de voortgang van het project via de wijkkrant en wellicht op te starten wijkwebsite. Het is de bedoeling dat de inburgeraars daar zelf een inbreng kunnen leveren (interviews, verslagen). De artikelen zijn gericht op alles wat er in de buurt gebeurt. Daarnaast willen we de voortgang van het project uitdragen op specifieke informatiemarkten zoals tijdens de Rembrandfiësta. Bij al deze activiteiten is er aandacht voor het bereiken van laaggeletterden. Van de individueel inburgeraar bewaken we de voortgang van het traject door alle stappen vast te leggen in CVS. Tevens worden de resultaten van de scans uit de huisbezoeken vastgelegd en worden deelnemers tot een jaar na afronding van het inburgeringstraject gevolgd. Andere geïnteresseerde gemeenten en organisaties willen wij informeren over het project, de voortgang en de resultaten door middel van de website www.geluksbudget.nl. Deze site wordt beheerd door Arcon en is een samenwerkingsverband tussen Arcon, provincie Overijssel en de gemeente Almelo. Verder zijn wij graag bereid medewerking te verlenen aan door het Ministerie georganiseerde bijeenkomsten gericht op kennisuitwisseling en desgewenst een eigen bijeenkomst te organiseren in Almelo.
Bijlage De Wijk Ossenkoppelerhoek De wijk Ossenkoppelerhoek is gelegen ten zuidwesten van het centrum van de stad en er wonen 7101 mensen. De wijk is een relatieve oude wijk, met vooroorlogse woningen (20%), naoorlogse woningen (24%) en woningen uit de periode 1960- 1970 (56%). De economische waarde van de huizen is opvallend laag. De bevolkingssamenstelling is eenzijdig, er is veel hoogbouw, een wooncarrière is niet mogelijk. Er is weinig binding met de wijk en veel bewoners verhuizen naar andere delen van de stad. De wijk bestaat in sociaal opzicht uit twee delen. Ten westen van de Maardijk is er sprake van meer eigen woningbezit, hogere inkomens en opleiding en meer betrokkenheid bij de ontwikkeling in de wijk. Het oostelijk deel heeft een uiteenlopende samenstelling van bewoners en levensstijlen. In de wijk is er een groot aandeel van de allochtone bevolking (33%). Dit deel participeert niet of nauwelijks in de ontwikkeling van de wijk. Daarnaast is er een aantal zogenaamde multiprobleemhuishoudens. De wijk heeft een flink aantal groenvoorzieningen, een evenemententerrein en een sporthal. De sociale samenhang in de buurt is sterk verbeterd door de komst van een nieuw winkelcentrum. Een belangrijke rol hierbij spelen ook het sportcentrum, de kerken, de bundeling van scholen en overige voorzieningen, de goede groen- en speelvoorzieningen, het park en de kinderboerderij. Deze elementen kunnen ontmoetingsplaatsen en ontmoetingsmomenten zijn voor de wijkbewoners. De werkloosheid in de wijk ligt ver boven het stadsgemiddelde. Er is onvoldoende koopkracht voor een redelijk winkelaanbod. De leefbaarheid en de veiligheid in de wijk krijgen van de bewoners een 6,9, terwijl Almelo als geheel een 7,4 scoort. Het gevoel van onveiligheid is de laatste jaren niet afgenomen. Dit komt met name door de afname van waarden en normen, de geringe betrokkenheid bij de woonomgeving, de drugsoverlast op sommige plekken. Er is een goed functionerend en actief wijkplatform. Daarin ontmoeten tal van (bewoners) organisaties elkaar. De samenwerking tussen de partners is positief. Ook zijn er veel zelforganisaties in de wijk. De wijk is daarmee goed georganiseerd. Enkele cijfers over de Ossenkoppelerhoek Het inwoneraantal in Ossenkoppelerhoek bedraagt 7101. Hiervan zijn 2727 van niet-Nederlandse afkomst. In de volgende tabel zijn alle inwoners van Ossenkoppelerhoek ingedeeld naar leeftijdscategorie. Leeftijd
0-4
5-9
1014 aantal 509 410 412 Bron: Onderzoek en Statistiek.
1519 382
2024 595
2529 704
3034 571
3539 632
4044 535
4549 437
5054 373
5559 385
60+ 1156
Etniciteit in Ossenkoppelerhoek Etniciteit naar buurt in de Ossenkoppelerhoek bevolking Turkije Marokko totaal
Suriname, Ned. Ant., Aruba -
Irak
Overig niet westers -
Boomsplaats 867 50 2 16 Ossenkoppelerhoek 1165 251 18 22 oost Beeklust 807 294 51 6 Ossenkoppelerhoek 1110 226 21 16 midden-noord Ossenkoppelerhoek 2068 231 8 6 west Ossenkoppelerhoek 1084 345 43 32 midden-zuid Totaal 7101 1397 143 98 Bron: Onderzoek en Statistiek, 2008. *Ook wonen er veel Molukkers in de wijk. Hier zijn echter geen cijfers van bekend.
Overig Westers
etniciteit onbekend
-
3 0
-
0 2
-
1
-
1
-
7
Samenstelling van gezinnen in de buurten van Ossenkoppelerhoek: bevolking totaal Boomsplaats 867 Ossenkoppelerhoek 1165 oost Beeklust 807 Ossenkoppelerhoek 1110 midden-noord Ossenkoppelerhoek 2068 west Ossenkoppelerhoek 1084 midden-zuid Totaal 7101 Bron: Onderzoek en Statistiek, 2008.
aantal (echt)paren zonder kinderen 64 96
aantal (echt)paren met kinderen 82 111
aantal eenoudergezinnen met kinderen
totaal aantal gezinnen
alleenstaanden
alleenwo
87 54
233 261
2 370
90 166
58 65
86 72
61 35
205 172
209 554
113 309
207
227
93
527
554
283
52
108
85
245
329
182
542
686
415
1643
2233
1143
Binnenstad De Riet Noorderkwartier Sluitersveld Wierdensehoek Nieuwstraatkwartier Ossenkoppelerhoek Hofkamp Schelfhorst Windmolenbroek Aadorp Bornerbroek
% dat zich wel eens onveilig voelt (algemeen) 26,4 18,8 31,3 15,2 23,3 14,2 24,9 26,7 16,3 21,8 13,3 15,5
% dat zich wel eens onveilig voelt in eigen buurt 15,4 13,1 4,9 5,8 16,7 8,0 17,6 10,9 9,2 10,9 8,3 5,9
In Ossenkoppelerhoek voelen de bewoners zich in hun eigen wijk het onveiligst in vergelijking met andere wijken in Almelo. Maatschappelijke participatie Mate van deelname aan activiteiten (graad van participatie van de wijkbewoners) % doet aan sport Binnenstad 55,8 De Riet 43,0 Noorderkwartier 60,3 Sluitersveld 53,2 Wierdensehoek 47,9 Nieuwstraatkwartier 32,6 Ossenkoppelerhoek 39,4 Hofkamp 58,3 Schelfhorst 48,5 Windmolenbroek 67,2 Aadorp 61,1 Bornerbroek 65,3 Bron: Onderzoek en Statistiek, 2007-2008.
% gaat wel eens uit 77,7 79,2 87,0 71,5 68,5 46,1 72,3 83,3 83,2 81,1 71,9 85,6
% is vrijwilliger 31,4 28,1 38,1 31,2 32,7 17,7 28,1 43,2 41,0 41,9 37,8 62,8
In deze tabel is te zien dat in Ossenkoppelerhoek in vergelijking met andere wijken in Almelo het laagste percentage deelname aan vrijwilligerswerk is. (hier moet verandering in komen door onder meer taalcoaches te werven onder de autochtone bevolking. Ook de allochtone bevolking moet in beweging gebracht worden). Ook de deelname aan sport is in deze wijk een van de laagste in Almelo.
Woningen naar bouwperiode woningen voor 1950 373 165
woningen 19501959 0 309
Boomsplaats Ossenkoppelerhoek oost Beeklust 0 420 Ossenkoppelerhoek 54 112 midden-noord Òssenkoppelerhoek 118 31 west Ossenkoppelerhoek 15 0 midden-zuid totaal 725 872 Bron: Onderzoek en Statistiek, 2008.
woningen 19601969 7 13
woningen 19701979 0 0
woningen19801989
woningen19901999
woningen na 1999
wo tota
0 5
6 30
0 1
386 523
0 416
0 0
0 1
0 9
0 10
420 602
671
21
0
73
0
914
514
25
0
3
13
570
1621
46
6
121
24
341
Aantallen Inburgeringsplichtigen per wijk wijk De Riet Noorderkwartier AZC Sluitersveld Wierdensehoek Nieuwstraatkwartier Ossenkoppelerhoek Binnenstad Hofkamp Schelfhorst Windmolenbroek Aadorp vertrokken totaal
aantallen inburgeraars volgens het BPI 132 11 50 57 239 157 266 53 2 66 78 2 11 1124
In Ossenkoppelerhoek wonen de meeste inburgeringsplichtige van Almelo. Dit is dan ook de reden dat de gemeente Almelo heeft besloten om het wijkgerichte inburgeren in eerste instantie van start te laten gaan in de Ossenkoppelerhoek.
Zelforganisaties in de wijk Ossenkoppelerhoek Vereniging/Stichting/ Werkgroep
a)doelgroepen b)activiteiten a)Ouderen /jongeren b)Sociaal en Cultureel c)Aantal leden: 120 d) Wel beschikking over eigen accommodatie
Adres
Postcod e
Plaats
Telefoonnumm. Contactpersoon
e- mails
1
Almelose Ataturk Vereniging
2
ATIB,Almelose Vereniging vanuit Turkije Afkomstige Arbeiders
a)Jongeren/Ouderen/Vrouwe n b)Sociaal/Cultureel/Integratie en Participatie c)Aantal leden: 80 d) Wel beschikking over eigen accommodatie
[email protected]
3
Stichting Onderlinge Hulp Sociaal Werk Almelo
a)Ouderen/Vrouwen b)Hulpverlening/begeleiding c)Aantal leden: 120 d) Wel beschikking over eigen accommodatie
[email protected] [email protected]
4
Stichting Almelo
a)Ouderen b)hulpverlening /Zorg/ Mantelzorg c)Aantal leden: 20 d)geen beschikking over eigen accommodatie (Buurthuis Smorre)
bayramarslan_17@hotm ail.com
[email protected] [email protected]
5
Islamitische Stichting Nederland Yunus Emre Moskee Almelo
a)Ouderen/Vrouwen/Jongere n b)Godsdienst /Welzijn /Cultuur en Zorg/Integratie/Participatie c)Aantal leden: 800 d)Wel beschikking over eigen accommodatie
[email protected] [email protected]
Allochtone
Ouderen
[email protected]
[email protected]
22
6
Elele, Turkse Vrouwenvereniging Almelo
a)Vrouwen b)Sociaal Cultureel/Integratie c)Aantal leden : 50 d) geen beschikking over eigen accommodatie(Anbo gebouw)
demetbuyuknacar@hotm ail.com
[email protected]
7
Werkgroep Turks – Islamitische Vrouwen van Yunus Emre Moskee Almelo
a)Vrouwen b)Cultuur/Zorg/Educatie /Integratie c)Aantal leden: 100 d) geen beschikking over eigen accommodatie (moskeegebouw)
[email protected]
8
Culturele Vereniging der Turks Islamitische Jongeren Almelo
a)jongeren b)Sociaal Maatschappelijk Werk c)Aantal leden: 80 d) Wel beschikking over eigen accommodatie
[email protected] [email protected] [email protected]
a)Ouderen/vrouwen/jongeren b)Zorg/Welzijn/Integratie c)Aantal leden: 30 d)Geen beschikking over eigen accommodatie( gebouw van ISCA)
[email protected]
a)Jongeren/ouderen/vrouwen b)Cultuur/Welzijn/Integratie en Participatie c)Aantal leden: 6 stichtingen of verenigingen in Almelo d)geen beschikking over
[email protected]
9 Stichting Rozentuin Almelo
11
Platform Turkse Verenigingen in Almelo
23
eigen accommodatie. 13
Stichting Islamitisch Centrum Almelo
a)Jongeren/ouderen b)Godsdienstonderwijs Studiebegeleiding/Voorlichtin g c)Aantal leden: 50 d)Wel beschikking over eigen accommodatie
14
Stichting Educatieve Ondersteuning Almelo (SEOM)
15
Turkse Culturele, Stichting Almelo
a)Jongeren b)studiebegeleiding /cultuur educatie c)Aantal leden: 30 d) Wel beschikking over eigen accommodatie(vanaf november 2008 ) a)Jongeren b)Turkse Cultuur en Educatie c)Aantal leden: 60 d)Wel beschikking over eigen accommodatie
20
Marokkaanse Moskee Vereniging Islamitische Godsdienst Almelo
21
Marokkaanse Sociaal – Cultureel Vereniging Almelo
Educatieve
a)Jongeren/ouderen/vrouwen b)Godsdienst/cultuur c)Aantal leden: 130 d) Wel beschikking over eigen accommodatie a)Jongeren b)Sociaal /cultureel c)Aantal leden: 60 d) Wel beschikking over eigen accommodatie
[email protected] [email protected]
balci@
[email protected]
messlimani@rocvantwent e.nl
24