26 september 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Ontwikkeling & Programma's
Plan van Aanpak Toegankelijk Amsterdam
Ad van der Stok, DRO Francis Hartog, WZS 26 September 2013
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
Voorwoord Voorliggend Plan van Aanpak Toegankelijk Amsterdam is geschreven naar aanleiding van de motie Ulichki, Van der Pligt, De Soete (d.d. 12 juli 2012) en het initiatiefvoorstel “Amsterdam 10 x Toegankelijker” (d.d. 8 februari 2013) van raadsleden Roosma en Molenaar. In de brief van het College d.d. 30 mei 2013 die antwoord geeft op de motie en het initiatiefvoorstel beloofde het College de wenselijkheid van een nieuw Plan van Aanpak Toegankelijkheid te bekijken. Daartoe stelde zij voor de volgende punten mee te nemen: (1) De conclusies en aanbevelingen van eerdere onderzoeken en evaluaties. (2) De input van de belangenverenigingen die daarvoor worden gevraagd hun prioriteiten kenbaar te maken. (3) De 10 punten uit het initiatiefvoorstel. In de commissievergadering van 26 juni 2013 waarin de brief werd besproken zegde Wethouder Van der Burg vervolgens een nieuw Plan van Aanpak toe. Vervolgens zijn in de zomer eerdere onderzoeken en evaluaties en de punten uit het initiatiefvoorstel bekeken. Verder zijn Cliëntenbelang Amsterdam en de Wmo-adviesraad verzocht aan te geven wat volgens hen in zo’n PvA prioriteit zou moeten hebben. Dat hebben zij in een gezamenlijke brief laten weten (d.d. 11 september 2013). Die eerdere evaluaties, het initiatiefvoorstel en deze brief van Cliëntenbelang en de Wmoadviesraad vormen de basis voor dit Plan van Aanpak Toegankelijk Amsterdam.
Inleiding Er zijn verschillende aanleidingen om de toegankelijkheid van Amsterdam prioriteit te geven. Eén van die aanleidingen is het VN Verdrag voor “de rechten van de mens met een beperking” dat oproept te streven naar een inclusieve samenleving. Overheden moeten streven naar een optimale toegankelijkheid in hun voorzieningen, in de communicatie en de fysieke ontwikkeling van de stad. Een andere aanleiding is de vergrijzing – het aantal ouderen in Amsterdam neemt behoorlijk toe. En misschien wel de belangrijkste is de breed gedeelde politieke wens ouderen en mensen met een beperking zo lang en zo onafhankelijk mogelijk gebruik te laten maken van de stad en haar voorzieningen. Dat betekent dat de gemeente in fysiek en sociaal opzicht toegankelijk is. Daarvoor moet toegankelijkheid door de gemeente worden gepromoot en de stad moet daarvoor geschikt zijn of worden gemaakt. Die rol neemt de gemeente ook al op zich. Op tal van manieren worden toegankelijkheidswensen meegenomen in de ontwikkeling van de openbare ruimte, het openbaar vervoer en de inrichting van de gemeentelijke organisatie. Uit onderzoek van O&S bleek dat er binnen de gemeentelijke diensten een breed gedragen idee bestaat dat iedereen in de maatschappij moet kunnen participeren en dat de gemeente in de realisatie daarvan een rol moet spelen. Een doelstelling van de dienst Wonen Zorg en Samenleven verwoordt dat idee expliciet: ‘Alle Amsterdammers zijn in staat om maatschappelijk en sociaal actief zo lang mogelijk te participeren in de samenleving’. Dat is een belangrijke, maar niet eenvoudig te volbrengen opdracht. De gemeente werkt aan het wegnemen van belemmeringen om die ambitie waar te maken, maar er zijn knelpunten, zoals Cliëntenbelang Amsterdam
2
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
en de Wmo-adviesraad terecht opmerken in de notitie die ze ten behoeve van dit Plan van Aanpak schreven. Zowel fysieke als sociale belemmeringen, waar iets aan gedaan kan en moet worden. Die ambities zijn er en worden in dit Plan van Aanpak ook verwoord. Wel is het goed enige duidelijkheid te scheppen over de reikwijdte die die ambities kunnen hebben. De gemeente opereert binnen wettelijke kaders en heeft te maken met vele praktische bezwaren die op die ambities van invloed zijn. Zo is het in Den Haag vastgestelde bouwbesluit leidend voor de toetsing van bouwplannen. Verder heeft de gemeente over veel, ook openbare, gebouwen geen zeggenschap omdat ze geen gemeentelijk eigendom zijn. Wat betreft de openbare ruimte: de maat ervan is gegeven en in vele gevallen eigenlijk te beperkt voor de vele functies die we erin kwijt willen. In sociale zin is gedragsverandering ten opzichte van mensen met een beperking niet één, twee, drie gerealiseerd. Dat laat echter onverlet dat de gemeente binnen haar reikwijdte zal doen wat in haar vermogen ligt om de toegankelijkheid in fysieke en sociale zin te verbeteren en te stimuleren. Dit plan geeft aan hoe de gemeente dat de komende jaren wil doen.
3
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
1. Fysieke toegankelijkheid Amsterdam dient een fysiek toegankelijke stad te zijn, waar iedereen van alle voorzieningen gebruik kan maken en dus ook overal kan komen. Dat betekent een opgave: daar waar ze niet fysiek toegankelijk is dient ze dat te worden gemaakt. In dit onderdeel over fysieke toegankelijkheid wordt ingegaan op hoe dat gebeurt en gaat gebeuren. 1.1. Openbare ruimte 1.1.1. Advisering over normen en richtlijnen Een even eenvoudig als effectief middel om een toegankelijke openbare ruimte te realiseren is het adviseren gedurende het ontwerpproces. Bij dergelijk advies wordt uitgegaan van normen en richtlijnen uit bijvoorbeeld het Handboek Toegankelijkheid, waarin voor veel verschillende situaties de gewenste maatvoering (afstanden, hellingshoek, hoogtes, draaicirkel, etc.) staat aangegeven. Dat adviseren is nu een taak die de stadsergonoom als vraagbaak op dit onderwerp op zich heeft genomen. Het verstrekken van dergelijk advies gebeurt op dit moment echter op ad hoc basis en vaak op initiatief van een project, of een stadsdeel. Door de beperkte capaciteit wordt zo een klein deel van de plannen bekeken. De intentie is echter om dat uit te breiden, door de verkeerscommissies, die een groot deel van de openbare ruimte plannen toetsen, daar een belangrijkere rol in te geven. (zie verder paragraaf 1.5) Een andere verbetering kan liggen in het beter bekend maken van normen en richtlijnen. Daartoe kan een checklist, zoals genoemd in het initiatiefvoorstel en de brief van Cliëntenbelang, behulpzaam zijn. Wel dient de verwachting over het effect van zo’n checklist getemperd te worden, omdat de erin opgenomen punten richtlijnen zijn en niet afgedwongen kunnen worden. Bovendien dient te checklist geactualiseerd te worden. Voorgesteld wordt dat de stadsergonoom in samenwerking met Cliëntenbelang die checklist zal actualiseren en verspreiden. Dit zal volgen op de afronding en implementatie van het Handboek Blindegeleiding (zie volgende paragraaf).
4
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
1.1.2. Blindegeleidelijnen In de meeste stadsdelen worden blindegeleidelijnen aangelegd, als een extra hulpmiddel voor blinden en slechtzienden. Er is echter teveel willekeur in de manier waarop dat gebeurt en in de keuze van plekken waar ze worden aangelegd. Met het oog op meer uniformiteit in plaats en wijze van uitvoering heeft de stadsergonoom anderhalf jaar geleden het initiatief genomen om een Handboek Blindegeleiding te maken. De basis voor dat handboek vormen de landelijke richtlijnen van het ProjectBureau Toegankelijkheid. Verder zoekt het aansluiting bij de leidraad van de Centrale VerkeersCommissie en Puccini. De conceptversie is in samenwerking met Cliëntenbelang Amsterdam en de Amsterdamse afdeling van de Oogvereniging tot stand gekomen. In september 2013 wordt een update van de landelijke richtlijnen verwacht, waarna het Handboek definitief zal worden. Deze definitieve versie zal vervolgens geïmplementeerd worden. Daartoe zijn reeds contacten geweest met het Ingenieursbureau Amsterdam en Stadsdeel Oost. (Dit in antwoord op punt 5 van het initiatiefvoorstel “Amsterdam 10 x Toegankelijker”) 1.1.3. Fietsparkeren De fiets is een welkom vervoersmiddel, maar tegelijkertijd een sta-inde-weg. Geparkeerde fietsen maken de openbare ruimte soms volledig onbruikbaar en ontoegankelijk. En de toename van het fietsgebruik, wat een succes genoemd mag worden, zorgt ook voor een toename van overlast. Dat is overigens overlast voor elke voetganger. In het Meerjarenplan Fiets wordt die overlast ook erkend en is toegezegd in samenwerking met de stadsdelen een meerjarenaanpak voor drukke bestemmingen te gaan ontwikkelen. Dat zal gebeuren en daar kunnen de fietsparkeervakken als middel bij worden ingezet. 1.2. Openbaar vervoer 1.2.1. Bushaltes Er wordt momenteel gewerkt aan de taakstelling vanuit het Rijk om bushaltes toegankelijk te maken conform het eerder vastgestelde halteplan voor het jaar 2018. Dat wil zeggen dat de haltes een gelijkvloerse instap krijgen en obstakelvrije routes. Er zijn momenteel 191 haltes waarbij het perron is verhoogd. Dit houdt in dat er een gelijkvloerse instap is gerealiseerd. De dienst IVV gaat in overleg met Stadsregio en GVB nog na of deze haltes ook voldoen aan de overige wettelijke criteria voor toegankelijkheid namelijk: drempelloos en obstakelvrije routes van en naar het in- en uitstappunt. De bevindingen worden voorgelegd aan de juridisch
5
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
wegbeheerder opdat eventuele aanvullende infrastructurele maatregelen getroffen kunnen worden. In de periode 2014/2015 wordt op basis van een besluit van het College gestart met de voorbereiding van 357 solitaire bushaltes. Bij de aanpak van de voorbereiding worden twee criteria gehanteerd, namelijk dat een halte meer dan 200 in/uitstappers heeft per dag en dat er sprake is van de nabijheid van een zorginstelling. Er wordt van uitgegaan dat deze voorbereide bushaltes per eind 2015 toegankelijk zijn gemaakt conform het Programma van Eisen dat met de subsidieverstrekker Stadsregio is afgestemd. Overigens kunnen meer bushaltes voorbereid en uitgevoerd worden als er sprake is van werk met werk maken. DIVV heeft hierover regelmatig voortgangsoverleg met de juridische wegbeheerders. Een overzicht van toegankelijke haltes, en de haltes in voorbereiding of uitvoering vind u op de speciaal ontwikkelde site: http://bushaltes.inforing.nl/ 1.2.2. Tramhaltes De taakstelling van het rijk om het OV toegankelijk te maken geldt ook voor de tram, die wat betreft planning na de bus komt. Daarvoor wordt in september 2013 een overleg opgestart van Stadsregio Amsterdam, GVB Exploitatie, de stadsergonoom (DRO) en Dienst Metro. Doel hiervan is te komen tot een programma van eisen (PvE) voor goed toegankelijke tramhaltes, voor de verschillende typen trams. Vervolgens zal ook naar gecombineerde tram-/bushaltes worden gekeken. Dat PvE moet leiden tot haltes die na herprofileringen en vervangingswerkzaamheden toegankelijk zijn. 1.2.3. Treinstations Er zijn contacten tussen de gemeente en de NS en Prorail, o.m. naar aanleiding van de Quickscan Stationseiland, uitgevoerd door de stadsergonoom. Gezocht zal worden naar uitbreiding van de samenwerking waar het de toegankelijkheid van stations en de aansluiting op hun directe omgeving betreft. Dan gaat het over de aansluitingen op andere vervoersvormen en de openbare ruimte. 1.3. Stadsloketten In het kader van 1 stad 1 opgave wordt op dit moment gewerkt aan een ruimtelijk concept voor de stadsloketten. Daarvoor is een proefopstelling gemaakt en zal er binnenkort in stadsdeel Nieuw West een pilotlocatie worden ingericht. De de bedoeling is dat deze stadsloketten in het 4 kwartaal van 2014 in de hele stad worden gerealiseerd en dat ze dan ook voor iedereen toegankelijk zijn. Afgesproken is dat zowel de stadsergonoom Cliëntenbelang Amsterdam betrokken zullen zijn bij de pilot en bij de verdere uitrol om te adviseren over het optimaliseren van de toegankelijkheid.
6
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
1.4. Monumenten en publieke gebouwen Amsterdam kent vele monumenten en die zijn lang die zijn lang niet allemaal toegankelijk. Zowel het Initiatiefvoorstel Amsterdam 10 x Toegankelijker, als de notitie van Cliëntenbelang wijzen daar op. Er zijn echter enkele belangrijke punten die bij het formuleren van ambities om deze monumenten toegankelijk te maken, moeten worden meegenomen: (1) monumenten zijn, juist vanwege de status van monument, beschermd tegen veranderingen die op gespannen voet staan met hun historische waarde (2) aanpassingen ten behoeve van de toegankelijkheid zullen gezien de aard van de historische bouw en gezien de beperkingen die de status van monument opleveren, veel geld kosten. (3) de meeste monumenten zijn niet in eigendom van de gemeente. Dit laatste punt geldt overigens ook voor veel publieke gebouwen. Ondanks deze overwegingen wordt het volgende voorgesteld. Er wordt een gesprek georganiseerd tussen Bureau Monumentenzorg en Archeologie en Cliëntenbelang Amsterdam. In dat gesprek zullen een aantal publieke monumenten worden besproken en zal globaal worden geïnventariseerd welke aanpassingen nodig zijn om de toegankelijkheid ervan te verbeteren. Indien mogelijk zal een grove financiële inschatting worden gemaakt. Deze lijst zal aangevuld worden met andere publieke gebouwen, welke door Cliëntenbelang reeds worden geïnventariseerd (te zien op: www.toegankelijkamsterdam.nl). Dit overzicht zal niet uitputtend zijn, maar vooral dienen om inzicht te krijgen in de ernst van het probleem en de middelen die nodig zijn om ze op te lossen. Dat wordt aan het College gerapporteerd en kan leiden tot een voorstel, waarvoor dan financiering gezocht zou zou moeten worden gezocht. 1.5. Parkeerplaatsen voor gehandicapten In de brief van Cliëntenbelang en de Wmo-adviesraad wordt gesproken over een gebrek aan ‘goede algemene gehandicaptenparkeerplaatsen’ op plaatsen waar ze gewenst zijn. Het is onduidelijk hoe groot dit probleem is. Daarom wordt voorgesteld i.s.m. beide partijen beter in kaart te brengen, waar dat het geval is en hoe groot het probleem is. Afhankelijk van de uitkomst kan daar centraal beleid uit volgen. Overigens ligt dat op dit moment bij de stadsdelen. 1.6. Procesverbeteringen die leiden tot een betere fysieke toegankelijkheid De toegankelijkheid is niet alleen afhankelijk van wat we willen, maar ook van hoe we dat organiseren. Dat betekent dat onze (nieuwe) gemeentelijke organisatie ook toegerust moet zijn om een stad te maken die zo toegankelijk mogelijk is. Dat is dan ook de intentie van het College: ervoor zorgen dat de toegankelijkheid binnen die processen beter wordt gewaarborgd. Ideeën daarover worden in onderstaande punten verwoord.
7
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
De wijze waarop die ideeën kunnen worden gerealiseerd hangt echter in grote mate af van de uiteindelijke vorm die de ambtelijke organisatie zal krijgen. Daar kunnen we hier niet op vooruitlopen. Daarom wordt op dit punt volstaan met het toelichten van die ideeën en de toezegging terug te komen op de wijze waarop die in een later stadium vorm krijgen. 1.6.1. Toetsing plannen openbare ruimte De verkeerscommissies die in elk stadsdeel actief zijn, toetsen openbare ruimte en verkeersplannen. Daarbij ligt de nadruk op groot verkeer en te weinig op toegankelijkheid voor langzaam verkeer. We kunnen die verkeerscommissies als bestaand toetsingsinstrument beter inzetten ten gunste van de toegankelijkheid. 1.6.2. Verantwoordelijkheid fysieke toegankelijkheid in de stadsdelen Veel stadsdelen zijn op één of andere wijze bezig met toegankelijkheid, maar in de meeste gevallen is de verantwoordelijkheid ervoor niet duidelijk belegd. Duidelijkheid over wie op welk gebied voor dit onderwerp verantwoordelijk is biedt verschillende voordelen. Het concentreert de kennis over toegankelijkheid, het vergemakkelijkt het contact met belangenverenigingen, het maakt duidelijk wie er binnen de organisatie over gaat, etc. Toegankelijkheid in gemeentelijke processen Toegankelijk moet binnen de gemeentelijke processen beter verankert worden. Dat kan door het op te nemen in de beschrijving van hoe ze (grote) ontwikkelingsprocessen organiseert, het Plaberum. Tenminste, als dat Plaberum na de reorganisatie en de actuele ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening, nog steeds die rol blijft spelen. Een andere mogelijkheid zou zijn toegankelijkheid een prominentere plek te geven in stukken die ter besluitvorming voorliggen
8
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
2.Sociale toegankelijkheid. Wat wordt er onder sociale toegankelijkheid verstaan. Sociale toegankelijkheid heeft alles te maken met de vraag of iemand met een beperking welkom is en zich welkom voelt waar hij komt. Sociale toegankelijkheid is in dit licht de mate van gastvrijheid van organisaties en bedrijven voor mensen met een beperking. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan mensen met een fysieke beperking, zoals mensen in een rolstoel of blinden. Deze gastvrijheid is ook, nodig voor mensen met een niet-zichtbare beperking; mensen met een verstandelijke beperking, een psychische stoornis of niet-zichtbare chronische ziekte of hersenletsel. Gastvrijheid omvat het creëren van een sfeer waarin mensen zich welkom, gewaardeerd en gerespecteerd voelen; waar ze gelijkwaardig behandeld worden; waar gevraagd wordt naar hun wensen. Het kader voor sociale toegankelijkheid: werken aan een inclusieve samenleving. Een inclusieve samenleving is een samenleving waarin de toegankelijkheid goed is geregeld, een samenleving waarin mensen met een beperking (ongeacht of dit van lichamelijke of psychische of verstandelijke aard is) zo goed mogelijk kunnen participeren; als werknemer, vrijwilliger, student, scholier, ouder, bewoner of actieve burger. Mét eigen zeggenschap over hoe dit vorm gegeven wordt. Mensen met een beperking hebben de samenleving ook iets te bieden, als mens, als vrijwilliger, werknemer of partner. In 2015 zal het VN verdrag voor de rechten van de mens met een beperking door de Nederlandse overheid geratificeerd worden. Het VN verdrag beoogt te verzekeren dat mensen met een beperking van de universele rechten van de mens kunnen genieten en op gelijke wijze kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. De belangrijkste beginselen zijn recht op autonomie, geen discriminatie, welkom zijn en mee kunnen doen, gelijke kansen en toegankelijkheid van ruimte, gebouwen en activiteiten. Hoewel het voldoende lijkt dat deze beginselen zijn opgenomen in de universele rechten van de mens, maakt het VN verdrag duidelijk dat deelname aan alle aspecten van het leven voor mensen met een beperking niet vanzelfsprekend is en dat overheden zich hiervan bewust moeten zijn. Overheden hebben een verplichting maatregelen te treffen belemmeringen zoveel mogelijk weg te nemen. Zodat mensen met een beperking zo goed mogelijk kunnen participeren; als werknemer, vrijwilliger, student, scholier, ouder, bewoner of actieve burger. Participatie door mensen met een beperking. Participatie valt buiten het bereik van sociale toegankelijkheid. Wel is sociale toegankelijkheid een voorwaarde voor participatie, het deelnemen aan de samenleving, door mensen met een beperking. De gemeente Amsterdam heeft als één van haar doelstellingen het volgende geformuleerd: “Alle Amsterdammers zijn in
9
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
staat om maatschappelijk en sociaal actief zo lang mogelijk te participeren in de samenleving”. Dit past in het gedachtegoed van het VN-Verdrag. Door de transitie van AWBZ naar de Wmo komt er een nieuwe doelgroep in de Wmo. Gemeentes zetten in op zelfredzaamheid en eigen kracht van mensen. Voor een aanzienlijk deel van de mensen geldt dat hun welbevinden afhankelijk is van het leveren van een maatschappelijke bijdrage en het verrichten van zinvolle bezigheden. De Wmo is daardoor verbonden aan het domein van werk en inkomen. Het is bekend dat er al veel partijen bezig zijn met het versterken van de eigen kracht van mensen, en dus ook van mensen met beperkingen. Het stimuleren van eigen kracht, van empowerment, is onderdeel van de Wmo basisafspraken en de uitvoering is in handen van de stadsdelen en van de centrale stad. WZS en de stadsdelen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de basisafspraken en hebben dientengevolge ook een plicht dit onderdeel te waarborgen. Amsterdams beleid ter bevordering van sociale toegankelijkheid. Het Amsterdamse beleid zal door middel van het bevorderen van de sociale toegankelijkheid (naast de hiervoor beschreven fysieke toegankelijkheid) werken aan een inclusieve samenleving. Daarbij zal niet alleen aandacht geschonken worden aan het bevorderen van de gastvrijheid, maar zal ook de informatievoorziening onderdeel van de aanpak zijn. In de paragrafen 2.1 tot en met 2.4 zullen de verschillende plannen toegelicht worden. Ten slotte zal nog kort worden ingegaan op de participatie van mensen met een beperking.
2.1. Het stimuleren en ondersteunen van initiatieven op het gebied van toegankelijkheid1 In Amsterdam zijn veel organisaties bezig met het verbeteren van de toegankelijkheid in Amsterdam. De gemeente zal door middel van stimulering en ondersteuning van deze activiteiten hier aandacht op vestigen zodat het bewustzijn in Amsterdam bevorderd wordt. . Hoewel het niet specifiek genoemd wordt in het initiatiefvoorstel, is dit een mogelijkheid voor de gemeente om op de hoogte te blijven van knelpunten en mogelijke oplossingen. Cliëntenbelang heeft in het document “toegankelijkheidsknelpunten die vragen om een oplossing” aangegeven dat de gemeente mee zou moeten werken aan bewustwordingsacties. Ook daaraan wordt tegemoetgekomen 2.1.1.Bijdragen aan activiteiten, conferenties en bijeenkomsten.
De gemeente zal zich door contacten met de stadsdelen en belangenorganisaties te onderhouden; nieuwsberichten en internet volgen op de hoogte zijn van bijeenkomsten en conferenties. Op basis 1
De 5 hoofddoelen zijn in niet uitgewerkte vorm aan de Werkgroep Onbeperkt Welzijn (hierin zitten leden van het welzijnsveld, VCA en VA en Cliëntenbelang) voorgelegd met het verzoek een eerste, informele reactie te geven. Deze reacties zullen in een later stadium meegenomen worden in de plannen en wederom worden voorgelegd aan de werkgroep.
10
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
van relevantie bepalen of en op welke wijze de gemeente een bijdrage kan leveren. Op dit moment zijn er twee belangrijke gebeurtenissen waar de gemeente in ieder geval bij wil aanhaken. Ten eerste is dat een nieuw convenant in de welzijnssector dat naar verwachting eind 2013 ondertekend zal worden. Cliéntenbelang en de OSA (Ondernemerskring Sociale sector Amsterdam) zijn bezig met het voorbereiden van dit nieuwe convenant, met uitvoeringsagenda, om de toegankelijkheid binnen welzijnsinstellingen te verbeteren. WZS zal in overleg met de partners van het convenant bepalen welke bijdrage de gemeente kan leveren. Ten tweede is dat het VN verdrag voor de rechten van de mens met een beperking, dat naar verwachting in 2015 geratificeerd zal worden. Waar mogelijk en waar het gewenst en relevant is. De gemeente zal, als bekend is wanneer de datum van ratificatie bekend is bepalen hoe en op welke wijze zij binnen de stad hier aandacht aan zal besteden. 2.1.2. Afvaardiging gemeente in de Werkgroep Onbeperkt Welzijn
De Werkgroep Onbeperkt Welzijn is een werkgroep waarvan de leden afgevaardigden zijn van MeeAZ; de Vrijwilligersacademie en de Vrijwilligerscentrale; Combiwel en Cliëntenbelang. De werkgroep heeft als doel toegankelijkheid binnen het welzijnsveld op de agenda te krijgen. De gemeente blijft door deelname aan deze werkgroep goed op de hoogte van wat er speelt aan problematiek en wat de visie en plannen van het welzijsveld zijn. Dit is nuttig voor de samenwerking tussen de gemeente en het welzijnsveld. Door deelname krijgt de gemeente input ten behoeve van beleid op het gebied van toegankelijkheid, en kan de leden tijdig te voorzien van de plannen, tevens om hierop –informele- adviezen te krijgen. De gemeente zal ervoor zorg dragen dat deelname aan deze werkgroep gecontinueerd blijft. 2.1.3.Contacten onderhouden met belangenorganisaties
Cliëntenbelang Amsterdam en de Wmo-adviesraad zijn de officiële gesprekspartners voor de gemeente. Waar nodig zal contact gezocht worden met andere belangenorganisaties op informele wijze. De stadsdelen zullen hierbij betrokken worden. De dienst Ruimtelijke Ordening heeft al op verschillende manieren contact met de belanghebbenden; daarom zal bij het leggen van contacten nagegaan moet worden welke contacten door DRO onderhouden worden en welke door WZS, zodat er geen dubbelingen ontstaan. 2.1.4. Onderzoek doen naar het nut en de noodzaak van een regulier, breed overleg Toegankelijkheid
De aanleiding van dit onderzoek is een passage in de
11
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
Toegankelijkheidsknelpunten van Clientenbelang. Clientenbelang heeft aangegeven dat in hun optiek het onderwerp ‘Toegankelijkheid’ onvoldoende verankerd is in de gemeentelijke organisatie. Cliëntenbelang Amsterdam ervaart willekeur in de wijze waarop er aandacht is voor toegankelijkheid en een gebrek aan één aanspreekpunt binnen de gemeente. Een centraal overleg zou dit vacuüm kunnen opheffen. Het kan nuttig zijn een overleg te organiseren dat 2 keer per jaar bij elkaar komt om knelpunten en ontwikkelingen te bespreken. Er zijn echter al vele overleggen met leden uit verschillende hoeken. Het is niet de bedoeling dingen dubbel te doen. Maar het kan een goede manier zijn om in kaart te brengen wie binnen Amsterdam (gemeente, zorg- en welzijnsveld, belangenorganisaties) zich bezighouden met het onderwerp toegankelijkheid en deze organisaties en mensen met elkaar in contact te brengen. Het onderzoek zal in de eerste helft van 2014 door WZS in samenwerking met DRO en de stadsdelen uitgevoerd worden. Afhankelijk van de uitkomsten zullen mogelijk ook DIVV en DWI hierbij betrokken worden. 2.2. Het verbeteren van de bejegening van mensen met een beperking
(bewustwording in de Amsterdamse samenleving) Er wordt veel gesproken over het bevorderen van het bewustzijn over mensen met een beperking in de samenleving. Dit bewustzijn kan door training en scholing gestimuleerd worden. Vaak weten mensen niet hoe ze mensen met een beperking tegemoet moeten treden, hebben ze een bepaalde angst voor afwijkend gedrag. Door het opstellen van een plan van aanpak voor het realiseren van trainingen bij de front-offices van Amsterdam, in het welzijnsveld en bij de GVB wil de gemeente bewustwording stimuleren in de Amsterdamse samenleving; bijvoorbeeld voor meer bewustzijn over (vrije) toegankelijkheid van de openbare ruimte en openbare gebouwen, maar ook door te werken aan meer gastvrijheid bij openbare voorzieningen. In dit verband zijn er twee relevante evaluaties: de rapportage “Welzijn Designed for all”, een onderzoek naar sociale toegankelijkheid bij Huizen van de Wijk in Amsterdam, en de “Eindrapportage samenwerkingsproject Programma Toegankelijkheid”. Het onderzoek “Welzijn Designed for all” heeft knelpunten aangetoond in de sociale toegankelijkheid en is ingegaan op het nut van training en scholing, op de wijze zoals dit is opgezet in het Samenwerkingsproject Programma Toegankelijkheid. De gezamenlijke conclusie is dat trainen en scholen van vrijwilligers en professionals of medewerkers van organisaties wel degelijk zin heeft. Wel moet er goed gekeken worden naar wie er worden getraind, waarin (specialistisch per doelgroep of in meer algemene zin) en hoe dit ingebed wordt in de organisatie. Duurzaamheid is vereist, maar de vraag is hoe dit gerealiseerd kan worden, zeker in tijden van grote organisatorische veranderingen. Het
12
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
management van de instellingen moet in ieder geval zelf de tijd nemen om een duurzame visie op inrichting, rol en mogelijkheden van het welzijnsaanbod te formuleren; zowel ten behoeve van de toegankelijkheid van het aanbod als voor behoud van motivatie en betrokkenheid Daarnaast is geconstateerd dat de werving van deelnemers te wensen over liet; alhoewel het gestelde minimum aantal deelnemers ruim overtroffen werd. De dienst WZS zal contact opnemen met de verschillende partijen om een plan te maken om de trainingen mogelijk te maken. Eén en ander is afhankelijk van de medewerking, haalbaarheid van de organisatie en de beschikbare financiële middelen. Het plan zal in de tweede helft van 2014 worden voorgelegd aan betrokken wethouders. De gemeente wil voor de periode 2014-2015 het volgende realiseren: 1. Het maken van een plan van aanpak ten behoeve van training van baliemedewerkers, hun leidinggevenden en beleidsmakers van de gemeente Amsterdam In overleg met betrokken diensten (WZS, DFM, stadsdelen en in overleg met aanbieders) in kaart brengen wat nodig is, wat de randvoorwaarden zijn, welke middelen kunnen worden ingezet. 2. Het continueren van subsidie ten behoeve van training en scholing van vrijwilligers en professionals bij welzijnsorganisaties. WZS is betrokken bij de Academie voor Informele zorg. Er zal in overleg worden bepaald wat nodig en haalbaar is. 3. Het stimuleren van een bewustwordingsproces bij het GVB personeel De GVB is een zelfstandige organisatie. De dienst IVV is verantwoordelijk voor de concessieafspraken en een eventueel convenant met de GVB. De verantwoordelijk wethouder zal gevraagd worden bij de GVB aan te dringen op het belang van trainingen toegankelijkheid. Het zal aan de wethouder overgelaten worden hoe en op welke wijze hij dit gestalte wil geven. De dienst WZS zal de betrokken partijen voorzien van informatie over de inhoud en mogelijkheden van training.
2.3. Een start maken met het - waar nodig - verbeteren van de informatievoorziening voor mensen met een beperking De gemeente werkt aan een goede communicatie en informatievoorziening voor alle bewoners van Amsterdam. Om te weten waar de communicatie tekort schiet is het nodig dat bekend is wat aan informatie gegeven moet worden, aan wie en op welke wijze. Voor mensen met een beperking kunnen er verschillende belemmeringen bijkomen: slechtziend, slechthorend of een verstandelijke beperking. Daarom is het nodig extra aandacht te schenken aan de informatievoorziening voor deze mensen. De gemeente wil onderzoeken waar de informatie voor mensen met een beperking nog tekort schiet. In het Initiatiefvoorstel worden al twee punten genoemd, 7 en 8, die ingaan op het kunnen melden van problemen in de openbare ruimte en het melden van wegopbrekingen door de gemeente. Goede communicatie en informatievoorziening spelen hierbij een rol.
13
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
Cliëntenbelang pleit voor een meldpunt klachten en betere informatie (bijvoorbeeld via vanAnaarBeter) over opbrekingen. In de eerste helft van 2014 zal gestart worden met gesprekken met ervaringsdeskundigen: wat gaat goed, wat gaat niet goed, waar is de meeste behoefte aan. Er zal aandacht geschonken worden aan zowel de “papieren” informatie als de informatie via websites. De suggestie van Cliëntenbelang een klachtenmeldpunt (of alternatieven hiervoor) in te stellen wordt meegenomen. Daarbij kan gedacht worden aan de inzet van digitale middelen. Tegelijkertijd zal contact gelegd worden met het Amsterdams Bureau voor Communicatie om een goede samenwerking te bewerkstelligen en de haalbaarheid van de wensen te kunnen toetsen. 2.4. Het verbeteren van de informatievoorziening aan organisaties en
bedrijven ten behoeve van mensen met een beperking Er zijn veel handreikingen, checklisten, ideeën, praktische oplossingen voor een organisatie om hun toegankelijkheid te bevorderen, niet alleen in fysieke zin, maar ook in sociaal opzicht. Kort gezegd: het is fijn als een deur automatisch opent, maar als de deur dat niet doet is het prettig dat iemand even de deur voor je opent. Dit soort kleine handelingen kunnen al een bijdrage leveren aan het gevoel welkom te zijn. De gemeente wil organisaties en bedrijven bekend maken met deze mogelijkheden om de toegankelijkheid van hun organisatie/pand te verbeteren en indien mogelijk de openbare ruimte rondom hun pand.. In het Initiatiefvoorstel wordt in punt 10 ingegaan op het toegankelijk maken van openbare gebouwen en monumenten. In een aantal gevallen, bijvoorbeeld bij historische panden in de binnenstad is dat in fysieke zin misschien moeilijk haalbaar. Mogelijk dat er voor deze situaties sociale oplossingen zijn, of kleine aanpassingen waar een organisatie zelf niet aan gedacht heeft. De gemeente heeft de volgende acties voor ogen: - Contacten onderhouden met belangenverenigingen en ervaringsdeskundigen en hen te vragen oplossingen aan te dragen. - Door middel van informatie op de website wijzen op de mogelijkheden hun organisatie meer toegankelijk te maken. In overleg met bureau ABC kan bepaald worden welk deel van de internetsite geschikt is - Een brief namens de wethouder sturen aan betrokken organisaties met daarin de oproep aandacht te besteden aan toegankelijkheid en tevens te wijzen op informatiebronnen (organisaties, internetsites, belangenverenigingen) om dit te kunnen doen. Er zijn afspraken gemaakt om deze brief in het najaar van 2013 te versturen. -
Het stimuleren van de toegang voor geleidehonden door het uitdelen van stikkers/startpakketten van de KNGF; onderzoeken of het mogelijk is de toegang op te nemen in de Algemeen plaatselijke verordening; nader onderzoek te doen op de website www.toegankelijkamsterdam.nl naar het toelaten van geleidehonden. Dit kan gestart worden in 2014 (met de kanttekening dat nader onderzoek nodig is om te beoordelen of het uitdelen
14
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
van stikkers/startpaketten financieel en organisatorisch haalbaar is voor 2014 of dat er een jaar opgeschoven moet worden).
15
26 sept 2013 PvA toegankelijkheid 2013
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Plan van Aanpak 2013
3.Organisatie en Communicatie Het onderwerp toegankelijkheid is veelzijdig en wordt in veel betekenissen gebruikt. Op evenveel plekken en in net zoveel opzichten heeft de gemeente ermee te maken. Bestuurlijk komt het in elk organisatieonderdeel terug, politiek komt het in vele portefeuilles terug. Bovendien speelt het vaak lokaal in de organisatie, op een bepaalde afdeling, of bij een bepaald project. Dat betekent dat het niet eenvoudig centraal te overzien of te coördineren is. Tegelijkertijd hebben de verschillende aspecten voor de burger soms heel direct met elkaar te maken. Een illustratief voorbeeld. Neem een gebruiker van een rollator of een moeder met kinderwagen. Zij verwachten toegankelijk busvervoer. Dat betekent dat op de halte moeten kunnen komen, dat deze hoog genoeg is, dat de bus vlak langs de halte stopt en dat de instap dan dichtbij genoeg is om de bus in te komen. Dit kleine voorbeeld veronderstelt technische samenwerking van DIVV, het stadsdeel / DRO, de Stadsregio, het GVB of andere vervoerders en het bewustzijn van de chauffeur dat mensen van zijn rijvaardigheid afhankelijk zijn om van de bus gebruik te maken. Die complexiteit betekent het volgende. 3.1. Organisatie Het doel is een balans te vinden tussen enerzijds het afstemmen tussen organisatieonderdelen en anderzijds de verantwoordelijkheid en zeggenschap die een portefeuillehouder voor een klein onderdeel van dat geheel heeft. Zo is in dit PvA aan de ene kant een duidelijk onderscheid gemaakt tussen verantwoordelijkheden door fysieke en sociale toegankelijkheid uit elkaar te houden. Daarnaast is het overleg (tussen met name DRO en WZS) geïntensiveerd. Doel is om dat overleg te continueren en verder uit te breiden, waarbij met name intensiever contact onderhouden zal worden met de diensten die voor het OV verantwoordelijk zijn. Dat kan mogelijk ook naar de (toekomstige) stadsdeelorganisaties en / of belangenverenigingen worden uitgebreid. 3.2. Communicatie Door die veelzijdigheid van het onderwerp moeten we constateren dat het ook regelmatig in verschillende raadscommissies aan de orde komt. Er lijkt behoefte te zijn beter op de hoogte te worden gehouden van de ontwikkelingen op dit gebied, terwijl de informatievoorziening op dit moment vaak ad hoc tot stand komt. Daarom wordt voorgesteld de raad over dit onderwerp jaarlijks verslag uit te brengen, in een Voortgangsrapportage Toegankelijkheid waarin telkens enkele onderwerpen belicht worden. Dat kan in het licht van de actualiteit of op basis van een vooraf bepaalde agenda. van een vooraf bepaalde agenda.
16