Ondernemers, Onderwijs en Overheid
Plan van Aanpak Ten behoeve van de subsidieaanvraag Regionaal Investeringsfonds MBO door de partners van het CIV Smart Technology onder penvoerderschap van ID College. Versie 1.0 30 januari 2015
COLOFON Dit document is opgesteld door de partners van het CIV Smart Technology onder penvoerderschap van ID. Contactgegevens penvoerder ID College: H. de Jong Directeur domein Techniek & ICT
[email protected] www.idcollege.nl
│2
Inhoudsopgave 1
Managementsamenvatting
6
2
Inleiding
9
2.1 2.2
Inleiding Smart Technology Betrokken partners
9 10
2.3 2.4
Beleidskader Aanvraag Regionaal investeringsfonds mbo
11 11
3
Het CIV Smart Technology
12
3.1 3.2
Visie: waar willen we naar toe? Missie: voor wie doen we wat en hoe doen we dat?
12 12
3.3 3.4
Bestaansrecht Strategische doelstellingen
13 14
3.5 3.6
Het CIV Smart Technology-huis Profilering
15 16
4
Businessmodel
17
4.1 4.2
Inleiding Veronderstellingen
17 17
4.3 4.4
Businessmodelkeuzes Toegevoegde waarde (waardeproposities)
17 18
4.5 4.6
Kernactiviteiten op hoofdlijnen Partners en overige relevante partijen
19 20
4.7
Belangrijkste hulpbronnen
22
5
Impact op onderwijs
23
5.1
Achtergrond
23
5.2 5.3
Flex-ID van ID College Topdocenten zijn de motor van het onderwijs
23 24
5.4 5.5
Betrokken kwalificaties ID College Aansluiting van Da Vinci College op CIV
25 26
5.6 5.7
Innovatieve (slimme) lesvormen Doorlopende leerlijn vmbo-mbo-hbo
27 27
6
Activiteiten en planning
28
6.1 6.2
Smart-doelstellingen Mijlpalen en activiteiten in fase 0
28 28
6.3 6.4
Mijlpalen en activiteiten in fase 1 Activiteiten in fase 2
29 32
6.5 6.6
Groeistrategie Borging duurzame karakter van het CIV
33 34
7
Inrichting van de organisatie
35
7.1 7.2
Richtlijnen voor inrichting van de organisatie Belangrijkste elementen uit de organisatie-inrichting
35 35
7.3 7.4
Samenwerkingsprincipes Tussentijdse evaluatie en bijsturing (planning- en control cyclus)
36 37
8 8.1 8.2
Risicoanalyse
39
Risicoanalyse SWOT-analyse
39 43
│3
9 9.1 9.2
Begroting op hoofdlijnen Inleiding op de begroting Cijfers begroting op hoofdlijnen
44 44 45
Overzicht bijlagen
47
Bijlage 1: Samenvatting regionale visie CIV Smart Technology Bijlage 2: Businessmodellen
48 50
Bijlage 3: Rolbeschrijving organisatieonderdelen Bijlage 4: Profielschets CIV-programmamanager
53 55
Bijlage 5: Introductie van partners Bijlage 6: Sfeerimpressies werkconferenties en werksessie
56 66
│4
“Het zorgen voor voldoende goede, technisch opgeleide jongeren is een gedeelde verantwoordelijkheid die vraagt om gezamenlijke investeringen van Onderwijs, Ondernemers en Overheid” Jet Bussemaker, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
"De technologische ontwikkelingen gaan zo snel dat we fors moeten investeren.” Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter FME
"Het Industrial Internet of Things zal het huidige werk niet alleen uitbreiden, maar zal resulteren in een meer virtuele en collaboratieve werkomgeving en tegelijkertijd geheel nieuwe werkgelegenheid bieden.” Paul Daugherty, Chief Technology Officer Accenture
│5
1 Managementsamenvatting Aanleiding Slimme technologische oplossingen volgen elkaar in rap tempo op. De grens tussen ICT en techniek vervaagt en verandert onze wereld drastisch. Smart Technology draait om het slim combineren en integreren van bestaande en nieuwe technologieën met ICT. Dit leidt tot innovatieve processen, producten en diensten met (grote) impact op ons leven en werk. De ontwikkeling van Smart Technology versnelt en is niet meer te stuiten. Ondernemingen, Overheden en ook het Onderwijs moeten een antwoord vinden op de kansen en uitdagingen die deze ontwikkeling met zich meebrengt. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Smart Technology brengt de drie O's samen in de cirkel van Alphen aan den Rijn, Woerden, Gouda en Zoetermeer. Zo krijgen bedrijven, opleidingen en studenten in de regio de kans krijgen om te werken aan innovatieve processen, producten en diensten. Met als gevolg een sterke en slimme regio die aansluit bij het topsectoren beleid van het kabinet met een focus op de drie topsectoren: High Tech Materials & Systems, Life Science & Health en Energy plus 'de ontbrekende topsector' ICT. Strategische doelen ID College is intensief in gesprek gegaan met lokale gemeentes, koepelorganisaties, bedrijven en onderwijsinstellingen om het CIV gezamenlijk vorm te geven. Met de circa 20 partners vanuit de drie O’s zijn een vijftal strategische doelstellingen geformuleerd. Gezamenlijk vormen deze vijf doelstellingen het CIV-huis. Het CIV-huis rust op drie pijlers: kwaliteit, kwantiteit, leven lang leren. Samenwerking is het fundament, promotie vormt het dak. 1.
Kwaliteit: het integreren van Smart Technology in middelbaar beroepsonderwijs (op niveau 4)
2.
Kwantiteit: het verhogen van de instroom en de doorstroom van jongeren in technische opleidingen (met Smart Technology-elementen)
3.
Leven lang leren: het realiseren van bij-, om-, en herscholing van bestaand personeel (leven lang leren) rondom Smart Technology
4.
Samenwerking: een excellente samenwerking en kennisuitwisseling faciliteren tussen ondernemingen, overheden en onderwijs in een netwerkorganisatie
5.
Promotie: het stimuleren en promoten van innovatief vakmanschap en een passie voor (slimme) techniek.
Verschillende onderzoeken van o.a. Techniek Pact, Smart Industry, het UWV, maar ook de opinies van Captains of Industry en lokale ondernemers onderstrepen het belang van de gekozen strategisch doelstellingen. Toegevoegde waarde Het CIV Smart Technology zorgt ervoor dat ondernemingen, overheden en onderwijs slim en vooral ook duurzaam samenwerken aan de strategische doelstellingen en realiseert hiermee toegevoegde waarde voor de drie doelgroepen van het CIV, zodat: 1. Bedrijven sneller en slimmer kunnen inspelen op de kansen en uitdagingen die Smart Technology het 2.
bedrijfsleven biedt. Onderwijs sneller en slimmer kan inspelen op de kwalitatieve en kwantitatieve vraag naar Smart Technology-personeel uit het bedrijfsleven.
│6
3.
Studenten met veel beleving een uitstekende technische opleiding kunnen volgen die aansluit op de laatste Smart Technology-ontwikkelingen in de regionale arbeidsmarkt.
Activiteiten Het CIV Smart Technology opereert als een netwerkorganisatie met een klein centraal regelorgaan en in nauwe samenwerking met rond dan 25 partners. De kernactiviteiten van het CIV Smart Technology bestaan o.a. uit:
co-creatie Smart Technology-opleiding, modules en vakken
betrokkenheid bij de uitvoering van onderwijs het beschikbaar stellen van technologiefaciliteiten
begeleiding van studenten opleiden van topdocenten
marketing van Smart Technology gericht op (aspirant)studenten vermarkten en uitvoeren van cursussen en maatwerktrajecten rondom leven lang leren
faciliteren van netwerkbijeenkomsten
De activiteiten en planning is ingericht naar de indeling van het CIV-huis, de begroting is opgebouwd uit activiteiten die terug te leiden zijn naar de pijlers. In de planning onderscheiden we drie fasen. Fase 0 zal zich voornamelijk afspelen in de eerste helft van 2015 en heeft vooral betrekking op het praktisch opstarten van het CIV. Fase 1 beslaat de periode van vier jaar van 2015 t/m 2018. Fase 2 beslaat de tweede periode van vier jaar van 2019 t/m 2022. Organisatiestructuur Om deze activiteiten vorm te kunnen geven, is een eenvoudige organisatiestructuur opgericht. De dagelijkse leiding van het CIV ligt bij de programmamanager. Deze wordt aangestuurd door een stuurgroep die de kaders van het CIV uitzet en bewaakt. Een adviesgroep zal de programmamanager, de projectleiders en de projectteams vooral op inhoud ondersteunen. Naarmate het CIV zich verder ontwikkelt, kan de organisatie-inrichting worden aangepast. Impact op onderwijs De oprichting van het CIV Smart Technology zal een grote impact hebben op het onderwijs binnen het domein Techniek & ICT van ID College en dan primair op niveau 4-opleidingen. Binnen alle opleidingen wordt straks een vaste of een keuzemodule ‘Smart Technology’ aangeboden. Ook wordt een nieuwe opleiding Smart Technology opgestart. Zodoende worden studenten opgeleid tot middenkader-engineers die in staat zijn bestaande en nieuwe technologieën met ICT te verbinden. Daarnaast werkt ID College parallel aan het vernieuwen en verbeteren van de opleiding in algemene zin zoals beschreven in de businesscase “Duurzaam, Energie(k) en Smart Integration”. Hierdoor versterkt het CIV Smart Technology het reeds ingezette beleid binnen ID College en de transitie zoals deze is beschreven in de businesscase. Het Da Vinci College, de MBO partner van ID College binnen het CIV benadrukt in het strategisch beleidsplan dat opleiden voor een beroep iets is wat je samen doet. De komende jaren wil het Da Vinci College de samenwerking met het regionale bedrijfsleven en instellingen daarom verder versterken en vernieuwen. Deze samenwerking binnen het CIV met bedrijven en instellingen is gericht op het verhogen van de kwaliteit , vloeiende aansluiting op de arbeidsmarkt en op het gezamenlijk uitwerken, neerzetten en financieren van infrastructuur die dit mogelijk maakt. De impact van Smart Technology zal met name betrekking hebben op een vijftal opleidingen binnen de domeinen Technologie en Bouw en wonen.
│7
Regionaal investeringsfonds mbo Om het CIV te realiseren wordt een subsidieaanvraag ingediend bij het Regionaal investeringsfonds mbo van € 1.024.912. Deze subsidie ondersteunt de oprichting, uitvoering en verduurzaming van het CIV Smart Technology in de eerste vier jaar van haar bestaan. Tot slot Door de inbreng van partners en de investering van Regionaal investeringsfonds mbo kan het CIV Smart Technology ervoor zorgen dat onderwijs continu wordt ontwikkeld in gezamenlijkheid met het bedrijfsleven. Zo is er straks echt sprake vakmanschap en voldoende goed gekwalificeerd personeel. Hierdoor kunnen technische bedrijven hun kernactiviteiten beter uitvoeren, hun innovatiekracht vergroten en inspelen op de kansen die Smart Technology biedt, nu en in de toekomst. Jongeren hebben hierdoor vervolgens uitstekende vooruitzichten op een boeiende technische carrière. Uiteindelijk profiteert de hele regio wanneer er slim wordt samengewerkt rondom Smart Technology in het CIV.
│8
2 Inleiding 2.1
Inleiding Smart Technology
Slimme technologische oplossingen verschijnen in rap tempo in ons werk en leven. Oplossingen waarbij de grens tussen ICT en techniek vervaagt en soms zelfs verdwijnt. De snelle veranderingen kenmerken zich door een steeds verdergaande integratie van software, hardware en machines. Het afgelopen jaar heeft deze ontwikkeling op landelijk niveau veel aandacht ontvangen, vaak onder de noemer ‘Smart Technology’. Volledig terecht, want de toepassingen van Smart Technology zijn eindeloos. Experts uit bedrijfsleven en overheid zijn het er dan ook over eens dat Smart Technology onze wereld drastisch zal gaan veranderen. Deze ontwikkelingen in de markt vragen dan ook om een betere aansluiting van technische opleidingen met het bedrijfsleven én een nieuw type medewerker. Een middenkader-technieker die in staat is bestaande en nieuwe technologieën met ICT te verbinden waardoor innovatieve processen, producten of diensten ontstaan. Of te wel: een medewerker met verstand van Smart Technology. De primaire taak van het onderwijs is om deze medewerkers op te leiden. Medewerkers die voldoen aan de eisen die door het bedrijfsleven worden gesteld en daardoor een directe bijdrage kunnen leveren aan onze maatschappij. Een uitdagende opdracht waaraan ID College graag gehoor geeft, maar tevens een opdracht die zij niet solo succesvol kan uitvoeren. Gesterkt door de uitspraak van minister van OCW, Jet Bussemaker: “Het zorgen voor voldoende goede, technisch opgeleide jongeren is een gedeelde verantwoordelijkheid die vraagt om gezamenlijke investeringen van Onderwijs, Ondernemers en Overheid” is ID College intensief in gesprek gegaan met lokale gemeentes, koepelorganisaties, bedrijven en onderwijsinstellingen. Gezamenlijk zijn we tot de conclusie gekomen dat:
de beschikbaarheid van voldoende (kwantiteit) goed geschoold (kwaliteit) personeel nu en in de toekomst,
gezien de snelle ontwikkelingen van Smart Technology, zorgelijk is. bestaand personeel behoefte heeft aan om-, her- en bijscholing zodat er voldoende kennis en vaardigheden
rondom ‘Smart Technology’ zijn. het technische onderwijs en opleidingsaanbod vernieuwd moeten worden om te kunnen voldoen aan de
huidige en toekomstige vraag uit het bedrijfsleven. de promotie van (slimme) technologie en technologische opleidingen gestimuleerd moet worden onder
jongeren. de regio economisch gestimuleerd wordt door het tijdig en kwalitatief omarmen van Smart Technology.
De partners zijn er van doordrongen dat een intensieve samenwerking noodzakelijk is om de uitdagingen rondom Smart Technology tijdig en succesvol aan te gaan. Om versnelling van het wordingsproces en duurzaamheid van de samenwerking te bewerkstelligen, zijn de samenwerkende partijen tot de conclusie gekomen dat zij dit willen realiseren door een Centrum voor Innovatief Vakmanschap Smart Technology op te richten. We hanteren daarbij de volgende definitie voor Smart Technology:
│9
Smart Technology is het slim combineren en integreren van verschillende bestaande en nieuwe technologieën met ICT. Dit leidt tot innovatieve processen, producten en diensten met (grote) impact op leven en werk. Dit visie op het CIV Smart Technology en het hier uit voortvloeiende plan van aanpak is tot stand gekomen door de gezamenlijke inspanning en expertise van de samenwerkingspartners. Een daadwerkelijke co-creatie. Hiertoe zijn tientallen interviews afgenomen en meerdere werksessies en werkconferenties gehouden over een langere periode. Een samenvatting van de regiovisie, waarop de het plan van aanpak het vervolg is, is opgenomen in bijlage 1. Het ID College treedt op als penvoerder.
2.2
Betrokken partners
Na een intensief contact met het bedrijfsleven heeft ID College het voortouw genomen om te komen tot oprichting van een publiek-private samenwerking: het CIV Smart Technology. De regiovisie, het plan van aanpak, de begroting en de samenwerkingsovereenkomsten zijn dan ook in co-creatie tot stand gekomen. Zo hebben alle partijen alvast kunnen leren wat het betekent om met elkaar samen te werken. Een sfeer impressie van deze druk bezochte werkconferenties en de werksessies zijn terug te vinden in bijlage 6. Wij danken de vele partijen die zich ver voor het tekenen van de samenwerkingsovereenkomsten al hebben opgesteld als constructieve en soms ook kritische partner. Deze publiek-private samenwerking (PPS) bestaat uit partners uit het bedrijfsleven (zowel bedrijven als koepelorganisaties), lokale overheden en onderwijsinstellingen. ID College fungeert als penvoeder van het CIV ST. Voor alle partners geldt dat ze daadwerkelijk een bijdrage leveren aan het CIV ST. Deze bijdrage is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Het CIV ST wordt vormgegeven door de volgende partners: Tabel 1: Partners van CIV Smart Technology Bedrijven Koepelorganisaties 2Sides FME BoschRexroth Koninklijke Metaalunie Complex OTIB/Uneto-vni Croda Gouda onderneemt (SOG/RHID) Electude WTT, Woerdens FENELAB Techniek Talent Flec Nederland BV Microsoft Siemens NV SMC pneumatics Technolution Unica Industrial Projects Van den Pol Elektrotechniek BV Van Dorp Installaties BV
Overheden Gemeente Alphen aan den Rijn Gemeente Gouda Gemeente Woerden Gemeente Zoetermeer RPA Rijn Gouwe
Onderwijsinstellingen HHS, De Haagse Hogeschool HU, Hogeschool Utrecht ID College Oranje Nassau College, Zoetermeer Stedelijk College Zoetermeer ROC Da Vinci Schoonhovens college Vmbo de Meander, Gouda
In bijlage 5 is een overzicht van de partners opgenomen met een korte toelichting op hun kernactiviteiten en op hoe zij bijdragen vanuit hun expertise en capaciteit aan het CIV. In de toelichting op de begroting, de begroting zelf en de samenwerkingsovereenkomsten worden deze bijdragen gekwantificeerd.
│10
2.3
Beleidskader
De oprichting van het CIV Smart Technology sluit uitstekend aan bij het reeds ingezette beleid binnen ID College en kan daardoor op veel steun rekenen vanuit de directie. Binnen het Domein Techniek & ICT van ID College heeft afgelopen jaar een heroriëntatie op de visie rond opleidingen plaatsgevonden. Deze is uitgevoerd op basis van het topsectorenbeleid van het ministerie van Economische Zaken. De heroriëntatie heeft geleid tot een businesscase voor het domein genaamd “Duurzaam, Energie(k) en Smart Integration”. Hierin zijn oude en nieuwe opleidingen verdeeld en heringedeeld naar de topsectoren: Energy & Environment, High Tech Systems & Materials, Life Science & Health. Binnen het domein zal ICT als verbinder van de drie topsectoren fungeren. De keuze voor deze onderwijsclusters is tot stand gekomen op basis van:
gesprekken met (MKB-)bedrijven in de regio, brancheorganisaties, regionale platforms en koepelorganisaties
deskresearch aangaande ROA-, RPA- en brancherapportages, waarbij nadrukkelijk het werkgelegenheidspotentieel is onderzocht
synergie met bestaande lokale initiatieven zoals onder andere 'Zoetermeer maakt het', 'Masterplan MEI' onderzoek door de afdeling Marketing & Communicatie aangaande de markt en ook de activiteiten van de
collega-ROC’s overleg met vmbo’s en hbo’s in verband met de doorlopende leerlijnen
In de afronding van de totstandkoming van de businesscase is de daarin beschreven koers door accountancy- en adviesorganisatie PWC gevalideerd.
2.4
Aanvraag Regionaal investeringsfonds mbo
Om het CIV te realiseren, willen wij gebruikmaken van de mogelijkheid die Regionaal investeringsfonds mbo biedt om subsidie aan te vragen. Het CIV Smart Technology vraagt een bijdrage van € 1.024.912 om oprichting, uitvoering en verduurzaming van het CIV Smart Technology te ondersteunen in de eerste vier jaar van haar bestaan. Mede dankzij inbreng van de partners en het Regionaal investeringsfonds mbo zal het CIV Smart Technology haar strategische doelstellingen bewerkstelligen en inrichten zodat ze lang na de eerste vier jaar een strategische bijdrage kan leveren voor haar partners.
│11
3 Het CIV Smart Technology 3.1
Visie: waar willen we naar toe?
Techniek en de aanwezigheid van technische bedrijven vormen de slagader van onze regio. De opkomst van Smart Technology biedt dan ook grote kansen en uitdagingen voor ondernemingen, onderwijs en overheden. Met het CIV Smart Technology beogen we een sterke en slimme regio waarin Smart Technology – door de excellente samenwerking tussen ondernemingen, onderwijs en overheden – zorgt voor de groei van welvaart én welzijn. Het CIV Smart Technology zet zich in voor de continue ontwikkeling van onderwijs in gezamenlijkheid met het bedrijfsleven. Op die manier verwezenlijken we het ware vakmanschap en zorgen we voor voldoende gekwalificeerd personeel. Dit biedt technische bedrijven de mogelijkheid om hun kernactiviteiten beter uit te voeren, hun innovatiekracht te vergroten en in te spelen op de kansen die Smart Technology nu en in de toekomst biedt. Bovendien geeft het jongeren uitstekende vooruitzichten op een boeiende technische carrière waarbinnen passie voor (slimme) technologie alom aanwezig is. Uiteindelijk profiteert de hele regio wanneer er slim wordt samengewerkt rondom Smart Technology. Het CIV Smart Technology groeit uit tot een volwassen en duurzame PPS. Het draagt direct bij aan de doelstellingen van de betrokken partijen. Het verdienmodel maakt het bovendien mogelijk om ook na afloop van de subsidieperiode de kosten van het CIV te dragen. Daarnaast is het onze insteek dat de manier van samenwerken en de best practices zich als een olievlek zullen verspreiden binnen de betrokken onderwijsinstellingen, over de grenzen van opleidingen en domeinen heen. Het CIV Smart Technology wordt daarmee een voorbeeld voor hoe ondernemingen, overheden en het onderwijs slim met elkaar kunnen samenwerken rondom een actueel en afgebakend thema zoals Smart Technology. Ons visiestatement luidt dan ook:
Smart Technology brengt het bedrijf in de school en de school in het bedrijf waardoor iedereen in de regio profiteert
3.2
Missie: voor wie doen we wat en hoe doen we dat?
Het CIV Smart Technology zorgt ervoor dat ondernemingen, overheden en onderwijs slim samenwerken aan Smart Technology, zodat:
bedrijven sneller en slimmer kunnen inspelen op de kansen en uitdagingen die Smart Technology biedt. onderwijs sneller en slimmer kan inspelen op de kwalitatieve en kwantitatieve vraag naar Smart Technology-
personeel uit het bedrijfsleven. studenten met veel beleving een uitstekende technische opleiding kunnen volgen die aansluit op de laatste Smart Technology-ontwikkelingen in de regionale arbeidsmarkt.
We realiseren dit vanuit een kleine netwerkorganisatie met een centraal regelorgaan en in nauwe samenwerking met de partners. Daarbij richten we ons primair op het verbeteren van de aansluiting van niveau-4-studenten
│12
Techniek en ICT op de arbeidsmarkt van bedrijven die zich actief bezighouden met Smart Technology. Drie pijlers zijn daarbij belangrijk: vakmanschap (kwaliteit), in- en doorstroom (kwantiteit), en om-, her-, en bijscholing van bestaand personeel (leven lang leren). In gezamenlijkheid ontwikkelen we masterclasses, vakken en opleidingen. Docentenstages en trainingen zorgen ervoor dat het niveau van docenten verbetert. Uitdagende casussen, praktijkopdrachten, projecten, excursies, stages in en met gemotiveerde bedrijven waarborgen de continue interactie tussen studenten en bedrijven. Studenten kunnen in de regio gebruikmaken van een netwerk van aantrekkelijke (satelliet)labs met state-of-theart-apparatuur en kennismaken met nieuwe technologieën. Na het afronden van hun opleiding zijn studenten dan ook bekend en vertrouwd met de apparatuur en de technologie van Smart Technology-bedrijven. De (satelliet)labs zijn bovendien bewust binnen bedrijven gestationeerd om zo de verbinding tussen het bedrijfsleven en het onderwijs verder te versterken. De labs bieden aspirant-studenten tevens de kans om bekend te raken en warm te lopen voor technische opleidingen. Het netwerk dat ontstaat door het CIV Smart Technology zal verder worden ingezet om multidisciplinaire bedrijven met elkaar in contact te brengen en van elkaar te leren. Samengevat draagt het CIV Smart Technology bij aan het opleiden van toekomstige en bestaande medewerkers die bedreven zijn in het slim combineren en integreren van verschillende bestaande en nieuwe technologieën met ICT. Dit leidt tot innovatieve processen, producten en diensten met (grote) impact op ons leven en werk. Ons missiestatement is dan ook:
Slim samenwerken aan Smart Technology biedt bedrijven, opleidingen en studenten in de regio de kans om te werken aan innovatieve processen, producten en diensten met (grote) impact op leven en werk.
3.3
Bestaansrecht
Verbinden van bestaande technologieën met ICT Het CIV Smart Technology onderscheidt zich van veel andere CIV’s door zich niet puur en alleen op één topsector te focussen. Wij richten ons op technologische opleidingen die voortkomen uit én te herleiden zijn naar drie reeds benoemde topsectoren. Wij verbinden deze sectoren met ICT. Tot op heden zijn bij veel mbo's techniekopleidingen niet of vrijwel niet verbonden met ICT-opleidingen, laat staan dat er sprake is van echte integratie. Het zijn veelal op zichzelf staande opleidingen. Smart Technology vraag juist om het slim combineren en integreren van verschillende bestaande en nieuwe technologieën met ICT. Dit is precies wat binnen het domein Techniek & ICT van ID College gaat gebeuren en waarin het CIV Smart Technology zal fungeren als aanjager.
Figuur 1: Crossovers topsectoren en ICT
Met een breed scala aan activiteiten en nieuwe modules worden de Techniek- en ICT-opleidingen vernieuwd, verbeterd en verrijkt met Smart Technology. Daarnaast ontwikkelen we een specialistenopleiding Smart
│13
Technology. Dit leidt tot voldoende gekwalificeerde medewerkers met uitstekende arbeidsperspectieven. Een vooruitzicht waar de partners in het CIV graag aan willen meewerken en bijdragen om dat gekwalificeerd personeel essentieel is voor het succes van hun onderneming. Het CIV Smart Technology maakt dit mogelijk. Verduurzaming van samenwerking Het CIV Smart Technology zorgt voor een verbetering en verduurzaming van samenwerking in de regio. In het verleden losten de afzonderlijke partners veelal hun ‘eigen problemen’ op. Samenwerking vond vooral ad hoc plaats. De partners van het CIV geven aan dat dit een onwenselijke situatie is. We kunnen elkaar en de regio alleen versterken door met vereende krachten slim samen te werken. Deze wens wordt breed gedragen en is terug te zien in allerlei initiatieven die de laatste jaren zijn ontstaan. Landelijke initiatieven als Techniek Pact en Platform Bèta Techniek, maar ook lokale initiatieven als Woerdens Techniek Talent en ‘Zoetermeer maakt het’ zijn daar sprekende voorbeelden van. Het CIV Smart Technology maakt dit mogelijk voor bedrijven in de regio die zich bezighouden met Smart Technology. Focus op de markt Uit de vele interviews met mogelijke partners en de eerste werkconferentie komt duidelijk naar voren dat er grote belangstelling is om nu en in de toekomst in de regio rondom het thema Smart Technology op structurele basis samen te werken. De beperkte beschikbaarheid van goed geschoold personeel ligt daaraan ten grondslag. De doelstellingen van het CIV zijn dan ook afgestemd op de vragen die er leven bij het bedrijfsleven. Gezien de sterke focus op de markt, en de snelle ontwikkeling en het groeiende belang van Smart Technology is het onze overtuiging dat deze behoefte om slim samen te werken rondom Smart Technology ook de komende jaren zich verder zal ontwikkelen. Het CIV Smart Technology maakt dit mogelijk.
3.4
Strategische doelstellingen
De verkennende gesprekken, de interviews, de werksessies en de werkconferenties hebben uiteindelijk geleid tot een gezamenlijk beeld van de belangrijkste vragen die er leven bij de partners. Deze vragen zijn vervolgens in cocreatie vertaald naar vijf strategische doelstellingen: 1.
Kwaliteit: het integreren van Smart Technology in middelbaar beroepsonderwijs (op niveau 4)
2.
Kwantiteit: het verhogen van de instroom en de doorstroom van jongeren in technische opleidingen (met Smart Technology-elementen)
3.
Leven lang leren: het realiseren van bij-, om-, en herscholing van bestaand personeel (leven lang leren) rondom Smart Technology
4.
Samenwerking: een excellente samenwerking en kennisuitwisseling faciliteren tussen ondernemingen, overheden en onderwijs in een netwerkorganisatie
5.
Promotie: het stimuleren en promoten van innovatief vakmanschap en een passie voor (slimme) techniek
De doelstellingen worden SMART uitgewerkt in het hoofdstuk ‘Activiteiten en planning’ en staan volledig ten dienste van de drie waardeproposities 1.
Het CIV Smart Technology helpt bedrijven om sneller en slimmer te kunnen inspelen op kansen en uitdagingen die Smart Technology het bedrijfsleven biedt. Dit doet het CIV Smart Technology door:
2.
Het CIV Smart Technology helpt het onderwijs sneller en slimmer in te spelen op de kwalitatieve en kwantitatieve vraag naar Smart Technology-personeel door het bedrijfsleven. Dit doet het CIV Smart Technology door:
│14
3.
Het CIV Smart Technology zorgt ervoor dat studenten met veel beleving een uitstekende technische opleiding kunnen volgen die aansluit om de laatste Smart Technology-ontwikkelingen in de regionale arbeidsmarkt. Dit doet het CIV Smart Technology door:
De waardeproposities worden verder uitgewerkt in het volgende hoofdstuk 'Businessmodel'.
3.5
Het CIV Smart Technology-huis
Na aanleiding van de strategische doelstellingen is het CIV-huis ontwikkeld. Het CIV-huis is een vertolking van de strategische doelstellingen en draagt bij aan een gemeenschappelijke taal en visie onder de partners. Het CIVhuis bestaat uit het fundament (samenwerking), drie pijlers (kwaliteit, kwantiteit, leven lang leren) en het dak (promotie). Figuur 2: Het CIV Huis
Het fundament van het CIV-huis is ‘samenwerking’. Excellente samenwerking is een voorwaarde om kennisuitwisseling tussen ondernemingen, overheden en onderwijs in het netwerk te faciliteren. Op het fundament rusten drie pijlers: Pijler 1 is ‘kwaliteit’. De doelstelling van pijler 1 is het integreren van Smart Technology in middelbaar beroepsonderwijs (op niveau 4). Pijler 2 is kwantiteit. De doelstelling van pijler 2 is het verhogen van de instroom en doorstroom van jongeren in technische opleidingen (met Smart Technology elementen). Pijler 3 is ‘leven lang leren’. De doelstelling van pijler 3 is het realiseren van bij-, om- en herscholing van bestaand personeel rondom Smart Technology. Het fundament en de pijlers dragen gezamenlijk het dak van het CIV-huis. Het dak is gericht op het stimuleren en promoten van innovatief vakmanschap en passie opwekken voor (slimme) techniek. De activiteiten en planning is ingericht naar de indeling van het CIV-huis, de begroting is opgebouwd uit activiteiten die terug te leiden zijn naar de pijlers.
│15
3.6
Profilering
Het CIV Smart Technology profileert zich in lijn met de opbouw van de regio (weinig grote steden) en Smart Technology zelf (alles verbinden met elkaar) als een netwerk. Hierbij zal de programmamanager als boegbeeld dienen, maar kan het CIV net zo goed worden vertegenwoordigd door een of meerdere van haar partners. Zo wordt het brede draagvlak vertaald naar echt eigenaarschap. Uiteindelijk is het CIV immers van de gezamenlijke partners. Binnen het CIV wordt slim samengewerkt aan Smart Technology. Dit betekent dat het CIV –anders dan andere (netwerk)initiatieven – actief toewerkt naar het behalen van concrete doelstellingen. Het CIV Smart Technology wil dan ook een echt merk in de regio worden dat staat voor dé plek waar ondernemingen, onderwijs en overheid slim samenwerken rondom het thema Smart Technology. Het CIV Smart Technology zal zich naar buiten profileren als een samenwerkingsverband tussen haar partners waarbij steeds opnieuw de nadruk ligt op het slim combineren en integreren van verschillende bestaande en nieuwe technologieën met ICT, wat leidt tot innovatieve processen, producten en diensten met (grote) impact op leven en werk. Dit gebeurt in eerste instantie met een focus op de ‘maakkant’ van Smart Technology, maar zal naarmate het CIV zich ontwikkelt ook steeds vaker gericht zijn op de ‘gebruikerskant’ van Smart Technology.
│16
4 Businessmodel 4.1
Inleiding
Het businessmodel beschrijft de grondgedachte van hoe het CIV Smart Technology waarde creëert, levert en behoudt. Om het businessmodel inzichtelijk te maken, is er voor gekozen om gebruik te maken van het Businessmodel Canvas. Het Businessmodel Canvas is een handige manier om voor een PPS inzichtelijk te maken welke onderdelen in het businessmodel een rol spelen en hoe deze zich tot elkaar verhouden. In dit hoofdstuk kijken we specifiek naar de doelgroepen, de waardeproposities, de kernactiviteiten en ten slotte kort naar de benodigde middelen. De gebundelde businessmodel canvassen zijn terug te vinden in bijlage 2 van dit document.
4.2
Veronderstellingen
Ten grondslag aan de diverse uitgewerkte businessmodel canvassen van het CIV Smart Technology liggen een tweetal belangrijke veronderstellingen: Ten eerste zijn er drie primaire doelgroepen bepaald, te weten: het bedrijfsleven, het onderwijs en de studenten. Met bedrijfsleven doelen we op drie soorten technische of ICT bedrijven: klein MKB in de regio met vaak enkele medewerkers, regulier en groot MKB in de regio met enkele tientallen tot enkele honderden medewerkers en tot slot multinationals.
Met het onderwijs doelen we op MBO instellingen, maar ook op VMBO's en HBO's in de regio. Gezamenlijk vormen zij de opleidingsketen die bedrijven in de regio moet voorzien van voldoende goed gekwalificeerd personeel. Een zeer belangrijk onderdeel van deze doelgroep zijn de docenten welke uitgebreid worden beschreven in het hoofdstuk 'Impact op onderwijs'.
Met studenten doelen we primair op MBO niveau 4 studenten of aspirant MBO niveau 4 studenten die voortkomen uit het VMBO.
De tweede veronderstelling is dat het CIV Smart Technology geld kan verdienen door Smart Technologycursussen aan te bieden aan het bedrijfsleven, zowel in gestandaardiseerde als door middel van maatwerktrajecten. Ook gaan we er vanuit dat er geld kan worden verdiend door ontwikkeld onderwijs beschikbaar te stellen aan andere onderwijsinstellingen. Beide vooronderstellingen moeten in de komende periode verder worden getest bij het bedrijfsleven en het onderwijs.
4.3
Businessmodelkeuzes
Om als PPS duurzaam succesvol te zijn, moeten partners voldoende voordeel behalen uit de samenwerking. Met name ondernemingen die in de regel een primaire focus hebben op het runnen van het bedrijf moeten een goede ‘reden’ hebben om tijd, geld en energie af te wenden van de reguliere bedrijfsvoering en deze te besteden aan een CIV. Om te komen tot een scherpe formulering van waardeproposities is er voor gekozen om voor elk van de doelgroepen (bedrijfsleven, opleidingen en studenten) een eigen Businessmodel Canvas te ontwikkelen. Door het zorgvuldig op elkaar afstemmen van de waardeproposities is het mogelijk om door een beperkt aantal
│17
kernactiviteiten gelijktijdig waarde te creëren voor alle drie de doelgroepen. Deze aanpak zorgt ervoor dat partijen veel winst ervaren en dat een duurzame samenwerking gefaciliteerd wordt. Bij het merendeel van de waardeproposities is “operational excellence” de primaire focus. De businessmodel canvassen van het CIV Smart Technology komen op hoofdlijnen veelal overeen met die van andere PPS-en (en met name CIV's) in die zin dat ze een sterke focus hebben op kwaliteitsverbeteringen, van het primaire onderwijs, van de instroomverhoging op het technische onderwijs en oplossingen rondom leven lang leren. Er wordt dus gebruikgemaakt van een zogenaamd ‘opleidingshuis’-scenario, waarbij de ontwikkeling naar meer vraaggestuurd en excellent onderwijs door onderwijsinstellingen in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven plaatsvindt. Hoewel de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijs bij de reguliere kennisinstelling(en) ligt, is dit businessmodelscenario erop gericht om de onderwijsinstellingen continu te ondersteunen bij de ontwikkeling en uitvoering van vraaggestuurd onderwijs. De output van dit scenario is met name maatschappelijke output: excellent en vraaggestuurd onderwijs. Verdienmodel Omdat dit scenario geen winst genereert, is er voor gekozen om dit te combineren met een ‘leven lang leren’scenario. Bedrijfsleven en onderwijsinstellingen ontwikkelen binnen het ‘opleidingshuis’-scenario gezamenlijk standaardcursussen en maatwerktrajecten die ze binnen de publiek-private samenwerking aan partners en derden vermarkten in het kader van een leven lang leren. Gedurende de eerste periode van het CIV zal verder onderzoek plaatsvinden naar dit verdienmodel en of dit voldoende oplevert om een deel van de kosten na de eerste vier jaar te kunnen dragen. Naast het vermarkten van de cursussen en maatwerktrajecten aan partners en derden zijn er twee alternatieve verdienmodellen geïdentificeerd. Ten eerste: abonnementsbijdragen van de partners aan het CIV. Echter, onderzoek bij andere PPS’en heeft aangetoond dat daartoe eerst de toegevoegde waarde van de PPS voor de partners duidelijk moet zijn aangetoond. Dit verdienmodel heeft meer kans naar mate de PPS zich verder heeft ontwikkeld. Ten tweede: de verhuur van eigen labs of ruimtes aan derden, bijvoorbeeld particulieren, zzp’ers, start-ups of klein MKB. Uit onderzoek bij andere labs blijkt dat het nog niet eenvoudig is om deze labs rendabel te vermarkten. Beide verdienmodellen kunnen pas nader worden verkend als het CIV zich verder heeft ontwikkeld.
4.4
Toegevoegde waarde (waardeproposities)
Een twintigtal interviews en een werkconferentie hebben gediend als input voor het co creëren van het Businessmodel Canvas. Tijdens een werksessie en een tweede werkconferentie zijn de opgestelde businessmodel canvassen vervolgens gevalideerd en beoordeeld op toegevoegde waarde. Dit heeft geresulteerd in drie waardeproposities die laten zien wat de toegevoegde waarde van het CIV Smart Technology is voor iedere klant of doelgroep. Voor elk van de drie klanten is gekozen om te werken met een overkoepelende waardepropositie en om deze vervolgens uit te splitsen. De overkoepelende waardepropositie voor bedrijven is: Het CIV Smart Technology helpt bedrijven om sneller en slimmer te kunnen inspelen op kansen en uitdagingen die Smart Technology het bedrijfsleven biedt. Dit doet het CIV Smart Technology door:
bedrijven directe invloed te verlenen op het eindniveau van de niveau-4-student, met een focus op Smart
Technology bedrijven betere toegang te verlenen tot gediplomeerden op niveau-4 met kennis van Smart Technology
bedrijven een effectieve ‘leven lang leren’-oplossing rondom Smart Technology te bieden
│18
bedrijven te verbinden in een multidisciplinair Smart Technology-netwerk
De overkoepelende waardepropositie voor onderwijs is: Het CIV Smart Technology helpt het onderwijs sneller en slimmer in te spelen op de kwalitatieve en kwantitatieve vraag naar Smart Technology-personeel door het bedrijfsleven. Dit doet het CIV Smart Technology door:
innovatief onderwijs te ontwikkelen waar docenten trots op kunnen zijn het benutten van kansen voor om-, her- en bijscholing op het gebied van Smart Technology
het vergroten van de instroom in techniekonderwijs door betere aansluiting op de arbeidsmarkt en het creëren van kwalitatief goede opleidingen
het ontwikkelen van docenten naar topdocenten het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn VMBO-MBO-HBO
het vergroten van de aantrekkingskracht van Smart Technology op docenten
De overkoepelende waardepropositie voor studenten is: Het CIV Smart Technology zorgt ervoor dat studenten met veel beleving een uitstekende technische opleiding kunnen volgen die aansluit om de laatste Smart Technology-ontwikkelingen in de regionale arbeidsmarkt. Dit doet het CIV Smart Technology door:
de basis van de opleiding uitstekend voor elkaar te hebben
het creëren van de juiste randvoorwaarden een positieve kennismaking te faciliteren met techniek en Smart Technology, in het bijzonder bij bedrijven die
directe invloed uitoefenen op het eindniveau van de niveau-4-student ontwikkelen van '21st century skills' bij studenten
goede doorstroom naar van VMBO en naar HBO
4.5
Kernactiviteiten op hoofdlijnen
De kernactiviteiten van het CIV Smart Technology zijn:
co-creatie Smart Technology-opleiding, modules en vakken betrokkenheid bij de uitvoering van onderwijs
het beschikbaar stellen van technologiefaciliteiten begeleiding van studenten
opleiden van topdocenten marketing van Smart Technology gericht op (aspirant)studenten
vermarkten en uitvoeren van cursussen en maatwerktrajecten faciliteren van netwerkbijeenkomsten rondom Smart Technology
De businessmodel canvassen laten zien welke activiteiten bijdragen aan de verschillende waardeproposities voor de drie doelgroepen. Aanvankelijk zal de focus van het CIV Smart Technology met name liggen op het ontwikkelen van het nieuwe Smart Technology-onderwijs en het creëren van de juiste randvoorwaarden om dit ook effectief ten uitvoer te brengen. Deze twee activiteiten zijn kritiek, omdat het ‘opleidingshuis’-businessmodel hierop is gestoeld. Benodigde faciliteiten en technologieën kunnen kostbaar zijn. Deze worden in eerste instantie ingebracht door partners. Door gebruik te maken van satellietlabs (faciliteiten en technologieën bij bedrijven intern) kunnen kosten worden bespaard en kan er gebruik worden gemaakt van state-of-the-art-faciliteiten en technologieën.
│19
Indien partners faciliteiten en technologieën niet in kind kunnen inbrengen, zal er een zorgvuldige afweging worden gemaakt of bijbehorende kosten moeten worden gemaakt. Uitgangspunt bij in cash-investeringen door partners van het CIV Smart Technology is dat deze tegen kostprijs moeten worden aangeboden. Het CIV Smart Technology is niet bedoeld als een winstbron voor de partners. Een volledige uitwerking van de activiteiten en de tijdslijn waarop deze plaatsvinden, staan in hoofdstuk 6 ‘Activiteiten en planning’.
4.6
Partners en overige relevante partijen
Om te komen tot een evenwichtig en duurzaam CIV is ervoor gekozen om alle drie de O’s daarin te betrekken. Ondernemingen Onder de noemer ‘ondernemingen’ vallen koepelorganisaties en bedrijven. De koepelorganisaties hebben een directe relatie met de opleidingen van het domein Techniek & ICT. Zij kunnen problematiek en trends onder hun leden inzichtelijk maken. Ook kunnen ze hun leden inschakelen en verbinden met het CIV. Drie categorieën bedrijven zijn benaderd: klein MKB met vaak enkele medewerkers, regulier en groot MKB met enkele tientallen tot enkele honderden medewerkers en ook zijn enkele multinationals aangehaakt. De verschillende typen bedrijven zorgen voor een dynamisch CIV waarbij ieder vanuit de eigen kracht kan bijdragen. Overheden Onder de noemer ‘overheden’ is aansluiting gezocht bij de vier belangrijke gemeentes in de regio van het CIV. Dit zijn Gouda, Alphen aan de Rijn, Woerden en Zoetermeer. Daarnaast zijn verschillende regionale initiatieven aangehaakt die ieder hun eigen expertise inbrengen. Onderwijs Onder de noemer ‘onderwijs’ is aansluiting gezocht bij zowel het vmbo- als het hbo-onderwijs. Deze onderwijsinstellingen dragen bij aan het ontwikkelen en het ten uitvoer brengen van een doorlopende leerlijn. Daarnaast zijn binnen het MBO, de domein directeuren en de docenten belangrijke partners, deze zijn dan ook betrokken geweest in het projectteam en in verschillende werksessies. Met diverse partners is er al geruime tijd contact op bestuurlijke en minder bestuurlijke niveaus. Zo wordt in het masterplan MEI reeds samengewerkt met verschillende van deze partners. Echter waren veel van deze contacten tot vóór de oprichting van het CIV vooral incidenteel en praktisch van aard. Het CIV Smart Technology zorgt dus voor een duidelijke verdieping van deze relaties en realiseert een doorlopende en duurzame strategische samenwerking. Om toewijding te creëren binnen de publiek-private samenwerking, dragen alle partners naar vermogen in kind of in cash bij aan het CIV Smart Technology. Het is niet mogelijk om partner te zijn van het CIV zonder een bijdrage te leveren. Overzicht relevante partijen en relatie tot CIV Om te komen tot een gedragen CIV Smart Technology is er een intensieve weg afgelegd van gesprekken met relevante partijen. Dit heeft geresulteerd in een overzicht van partijen die wel en sommige die niet of nog niet zijn aangehaakt. In het onderstaande overzicht is een onderverdeling gemaakt van deze partijen in drie categorieën: warm, lauw en koud.
Warm: Partijen die daadwerkelijk hebben toegezegd te participeren in het CIV Smart Technology door middel van een samenwerkingsovereenkomst. De uitwerking van de exacte bijdragen van de verschillende partners is terug te vinden in de begroting.
│20
Lauw: Partijen die om diverse redenen nog niet zijn toegetreden als partner in het CIV Smart Technology. Met name de tijdsdruk speelt hierin een rol. Deze partijen hebben de intentie om dit in een later stadium wel te doen of op de hoogte willen worden gehouden. Koud: Partijen die afwachtend zijn of geen interesse hebben in het CIV Smart Technology
Tabel 2: Benaderde partijen en hun reactie op CIV Smart Technology Partijen Warm: Lauw: Samenwerking Interesse in vastgelegd samenwerking 2Sides X BoschRexroth X Centric X Complex X Croda X Electude X FENELAB X Flec Nederland BV X FME X Gemeente Alphen aan den x Rijn Gemeente Gouda X Gemeente Woerden X Gemeente Zoetermeer X Gouda onderneemt( X GOS/RHID) HHS, De Haagse Hogeschool X HU, Hogeschool Utrecht X ID College X IMTECH X Kamer van Koophandel KPN X LIS, Leidse X Instrumentmakers School Metaalunie X Microsoft Nederland X Oranje Nassau College, X Zoetermeer OTIB/Uneto-vni X Pon BV Rabobank ROC Da Vinci X RPA Rijn Gouwe X Schoonhovens college X Siemens NV X Stedelijk College Zoetermeer X SMC pneumatics X Technolution X Unica Industrial Projects X Van den Pol Elektrotechniek X BV Van Dorp Installaties BV X Vmbo de Meander, Gouda X WTT, Woerdens Techniek X Talent Zetacom BV X
Koud: (Nog) geen interesse in samenwerking
X
X X
In bijlage 5 is een overzicht van de partners opgenomen met een korte toelichting op hun kernactiviteiten en op hoe zij bijdragen vanuit hun expertise en capaciteit aan het CIV. In de begroting en samenwerkingsovereenkomsten worden deze bijdragen gekwantificeerd.
│21
4.7
Belangrijkste hulpbronnen
Om daadwerkelijk waarde te kunnen leveren aan de klanten van het CIV zijn diverse middelen, faciliteiten, infrastructuur en capaciteit noodzakelijk. De belangrijkste hulpbronnen zijn:
de studenten die een opleiding doen waar Smart Technology in voorkomt (module of afstudeerrichting) de bijdrage van docenten en onderwijspersoneel aan het ontwikkelen van nieuw en vernieuwend onderwijs, promoten van techniek, begeleiden van labs, onderwijsuitwisseling, het doen van docentenstages of door andersoortige activiteiten
een lean projectbureau bestaande uit een programmamanager en secretariële ondersteuning en tevens een kantoorruimte waarvanuit zij kunnen werken
de bijdrage van professionals uit partnerbedrijven door middel van co-creatie van onderwijs, gastlessen, faciliteren van docentenstages, begeleiden van labs, etc.
de beschikbare lab-apparatuur bij onderwijsinstellingen, maar vooral ook bij bedrijven. Denk aan Siemens, Fenelab, 2Sides en Electude. Zo ontstaat er een netwerk van labs waarbinnen het bedrijfsleven en het onderwijs continu met elkaar in aanraking zijn. Naast de labs zet het CIV zich in om in elk van de gemeenten die partner zijn (Alphen aan den Rijn, Gouda, Woerden, Zoetermeer) een eigen lab te ontwikkelen
de reguliere onderwijsfaciliteiten zoals deze worden ingebracht door de onderwijsinstellingen de financiën om out-of-pocket-kosten te kunnen dekken die het CIV maakt.
Benutting van de hulpbronnen en de effectiviteit daarvan wordt geëvalueerd en bijgestuurd door de stuurgroep. Deze komt vier keer per jaar bijeen. De rol van de stuurgroep en de inrichting van de planning- en control cyclus is verder uitgewerkt in het hoofdstuk ‘Inrichting van de organisatie’.
│22
5 Impact op onderwijs 5.1
Achtergrond
Onderwijs wordt sinds jaar en dag vormgegeven door mensen uit het onderwijs. Op het allerhoogste definitieniveau is er inbreng vanuit de ondernemingen in paritaire commissies. De veel gehoorde klacht van bedrijven is en blijft dat opleidingen vaak onvoldoende niveau hebben en meestal niet goed aansluiten. Daarnaast wordt door veel bedrijven het onderwijs te rigide gevonden. De veel gehoorde klacht vanuit het onderwijs is dat er onvoldoende sprake is van een doorlopende leerlijn. Het CIV Smart Technology biedt bedrijven de kans om daadwerkelijk impact te hebben op de inrichting, het ontwerp en de uitvoering van onderwijs. De bereidheid om kennis te delen en betrokken te raken is groot bij bedrijven. Er is echter ook sprake van enige reservering omdat eerder initiatieven tot intensievere samenwerking te vaak zijn uitgelopen op een teleurstelling. Het CIV zal de samenwerking tussen bedrijfsleven en het onderwijs moeten faciliteren en biedt hiervoor een uitstekende context. Daarnaast biedt het CIV de verschillende onderwijspartners binnen het CIV de mogelijkheid om gericht aan een doorlopende leerlijn te werken. Binnen het CIV werken ID College en Da Vinci College intensief samen als MBO instelling om samen met alle overige partners vorm te geven aan het CIV Smart Technology.
5.2
Flex-ID van ID College
De wensen van het bedrijfsleven sluiten goed aan op het nieuwe onderwijsmodel van ID College genaamd FlexID. Een onderwijsmodel dat helemaal gericht is op het ontwikkelen van de talenten van een student. In Flex-ID staat de praktijk centraal in het onderwijs. De student krijgt authentieke leeractiviteiten waarin hij intensief bezig is met de beroepspraktijk. Deze opdrachten kan hij binnen de school uitvoeren, maar ook in een bedrijf of instelling. Rondom deze authentieke leeractiviteiten groeperen we kennisgerichte cursussen en vaardigheidsgerichte trainingen. Die kennis en vaardigheden die een student hierin opdoet, kan hij meteen toepassen in de authentieke leeractiviteiten. Zo leert hij zijn toekomstige beroep goed kennen. Er zit een opbouw in deze authentieke leeractiviteiten van een lage naar hogere moeilijkheidsgraad. De eerste activiteit voert de student met veel sturing en begeleiding door de docent uit; daarna neemt de sturing en begeleiding af en moet de student steeds meer zelfstandig werken. Een volledige opleiding bestaat uit meerdere clusters van dit type activiteiten, cursussen en vaardigheidstrainingen. Op het hoogste komt het niveau van complexiteit overeen met het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar. Na afsluiting van het laatste cluster van activiteiten ontvangt de student zijn diploma. Flex-ID geeft de student daarnaast de ruimte om keuzes te maken. Hij kan keuzeblokken kiezen extra beroepspraktijkvorming doen, in het buitenland beroepspraktijkvorming doen. Ook kan hij verbreden, verdiepen, versnellen en vertragen. Zo leert hij de kennis en vaardigheden die passen bij zijn karakter, ambities en mogelijkheden.
│23
De wensen van het bedrijfsleven en de plannen van het CIV sluiten goed aan op het nieuwe onderwijsmodel van ID College. Een belangrijke voorwaarde om er voor te zorgen dat de plannen van het CIV ook gerealiseerd kunnen worden.
5.3
Topdocenten zijn de motor van het onderwijs
De inzet van docenten is cruciaal voor het succes van het CIV. Zij zijn in belangrijke mate verantwoordelijk voor het concreet vormgeven van de gewenste verandering van het domein Techniek & ICT. Om dat te realiseren, zullen zij moeten beschikken over de kennis, houding en vaardigheden om Smart Technology-modules te ontwikkelen en vervolgens te vervlechten in de opleidingen. Alleen als ze goed worden toegerust, kunnen zij studenten optimaal voorbereiden op de arbeidsmarkt. Een verandering waarop zowel vanuit het domein als door het CIV wordt gestuurd. Aansturing vanuit CIV Het CIV Smart Technology zet in op het bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling van docenten op het gebied van kennis en vaardigheden. Docenten maken kennis met nieuwe onderwijsvormen. Ook is er vanuit het CIV aandacht voor een ‘leven lang leren’. Er wordt nadrukkelijk ingezet op de verbinding en wisselwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs. Er zal zowel intern als extern uitwisseling plaatsvinden tussen docenten en experts. Bovendien krijgen docenten de gelegenheid om stage te lopen bij bedrijven. Aansturing vanuit het domein Vanuit het domein wordt een projectleider aangesteld om de transitie in goede banen te leiden. Een investering voor meerdere jaren die docenten de kans geeft zich te ontwikkelen tot topdocent. In samenwerking met het CIV wordt ook fors ingezet op ontwikkeling en scholing van medewerkers. Daarnaast zullen nieuwe topdocenten worden aangenomen. Topdocenten bezitten de volgende eigenschappen: 1. Vakinhoudelijk gepassioneerd Topdocenten zijn gepassioneerd over hun vak en hebben veel kennis daarover. Ze hebben minimaal 5 jaar ervaring in het bedrijfsleven en verdiepen zich continu in de laatste ontwikkelingen binnen de techniek, ICT en Smart Technology in het bijzonder. Bovendien weten ze deze kennis op een heldere en enthousiaste manier te vertalen naar het onderwijs. 2. Brede oriëntatie Topdocenten zijn niet gericht op één specialiteit binnen de techniek en/of ICT, maar zien de samenhang tussen de verschillende disciplines en begrijpen hoe Smart Technology daarbij een belangrijke rol speelt. Vanwege deze brede oriëntatie zijn ze flexibel inzetbaar binnen het onderwijsprogramma. 3. Sterke affiniteit met ICT Topdocenten beheersen een breed scala aan ICT-toepassingen en weten deze effectief toe te passen in het onderwijs. Voor hen gaan onderwijs en het gebruik van ICT hand in hand. E-learning gaat daarin een belangrijke rol spelen. 4. Innovatiekracht en creativiteit Topdocenten hebben een neus voor innovatie. Ze zijn in staat om de ontwikkelingen in hun vakgebied te signaleren en te vertalen naar het onderwijs. Topdocenten zijn creatief en denken in oplossingen in plaats van problemen. 5. Betrokken in netwerk Topdocenten hebben een intern en extern netwerk dat zij kunnen inzetten voor hun werkzaamheden. Ze richten zich actief op een (duurzame) relatie met het bedrijfsleven en relevante onderwijsinstellingen.
│24
6. Teamplayers Topdocenten zijn organisatorisch sterk en in staat om binnen een team te functioneren dat onderdeel uitmaakt van een grote procesorganisatie. Zij begrijpen dat de verschillende teams, domeinen en diensten afhankelijk zijn van elkaar en onderdeel uitmaken van een groter geheel. Uit een analyse blijkt dat in het huidige personeelsbestand (73 fte) al diverse docenten voldoen aan de kwalificatie voor topdocent. Er is echter ruimte voor verbetering. De samenwerking tussen het domein Techniek & ICT en het CIV Smart Technology kan deze transitie van docent naar topdocent op een aantal terreinen versterken zoals weergegeven in onderstaand schema: Tabel 3: Overlap CIV Smart Technology & transitie Domein Techniek & ICT Eigenschappen CIV Smart Domein topdocenten Technology Techniek & ICT ID College Docentstages Ja Intensieve wisselwerking bedrijfsleven Ja Uitwisseling tussen docenten en experts Ja Betrokkenheid bij leven lang leren Ja Vakinhoudelijke ontwikkeling en passie Ja Ja Brede oriëntatie, samenhang disciplines Ja Ja Sterke affiniteit met ICT Ja Ja Innovatiekracht en creativiteit Ja Betrokken in netwerk Ja Ja Teamplayer Ja
5.4
Sprake van versterking (overlap)
Ja Ja Ja Ja
Betrokken kwalificaties ID College
Alle niveau 4 opleidingen uit het domein Techniek & ICT worden betrokken in de plannen van het CIV Smart Technology zoals weergegeven in figuur 1. Afhankelijk van de vakrichting van de opleiding komt Smart Technologie meer of minder aan de orde. In alle niveau 4 opleidingen komen trajecten, keuze of vaste trajecten, Smart Technology. Tevens wordt er binnen de ICT opleiding applicatieontwikkelaar een specialistische opleiding Smart Technology ontwikkeld. De verankering van Smart Technology in de opleidingen, het ontwerpen en een gedeelte van de uitvoer maken onderdeel van het CIV Smart Technology. Het CIV Smart Technology richt zich secundair op alle andere mbo-opleidingen op niveau 4, namelijk: economie, gezondheidszorg, welzijn, dienstverlening en sport waarbij ook slimme technologie een steeds belangrijkere rol speelt. Hierbij ligt de focus op de gebruikerskant van Smart Technology. Op de volgende beroepsopleidingen en hun kwalificaties heeft het CIV Smart Technology in ieder geval betrekking op:
94421: Middenkader Engineer, met de differentiaties: Mechatronica, Elektrotechniek, Installatietechniek(werktuigkundige), Home comfort & Care Technologie en Industrial Design
94051: Middenkaderopleiding Bouw 93430: Technisch Specialist Personenauto’s
95311: De opleiding ICT Applicatieontwikkelaar, gaan we binnen de mogelijkheden die het kwalificatiedossier biedt herdefiniëren naar Smart Technology.
│25
Figuur 3: Impact van Smart Technology op domein Techniek & ICT van ID College
Domein Techniek & ICT niveau 4 opleidingen
5.5
NIVEAU 4 OPLEIDING
ICT
BOUW
SMART TECHNOLOGY MODULES
MOTOR / VOERTUIGEN TECHNIEK
MECHATRONICA
HOME CARE TECHNOLOGY
INDUSTRIALDESIGN
INSTALLATIETECHNIEK
ELECTROTECHNIEK
Middenkader engineering
NIVEAU 4 OPLEIDING
Andere domeinen
Aansluiting van Da Vinci College op CIV
Het Da Vinci College benadrukt in het strategisch beleidsplan dat opleiden voor een beroep iets is wat je samen doet. De komende jaren wil het Da Vinci College de samenwerking met het regionale bedrijfsleven en instellingen daarom verder versterken en vernieuwen. De kwaliteit van het onderwijs gaat verder dan alleen het afleveren van studenten met een diploma. Het Da Vinci College zet in op competentiegericht en praktijkgericht leren, om zo een goede aansluiting op de arbeidsmarkt te realiseren. Deze samenwerking met bedrijven en instellingen is gericht op de kwaliteit van het onderwijs en op een vloeiende aansluiting daarvan op de arbeidsmarkt. Daarnaast richt de samenwerking zich op de kwaliteit van de onderwijsketen, op het gezamenlijk uitwerken, neerzetten en financieren van infrastructuur en op het uitwisselen van menskracht. Het Da Vinci College voorziet dat de vraag naar personeel op mbo-niveau 4 het komende decennium groter zal zijn dan het aanbod en wil er alles aan doen om de mis match te verkleinen. De visie op onderwijs, de keuze om intensief samen te werken met het bedrijfsleven en de onderkenning van het belang van niveau 4-opleidingen maakt dat het CIV Smart Technology goed aansluit bij het Da Vinci College. Het Da Vinci College investeert dan ook fors mee in het CIV. Het CIV Smart Technology heeft in elk geval betrekking op de volgende beroepsopleidingen en hun kwalificaties:
94051: Middenkaderopleiding Bouw
94262: Technicus Mechatronica 94421: Middenkader Engineer
93430: Middenkader Mobiliteit Technisch specialist Personenauto’s 95311: Applicatieontwikkelaar
│26
5.6
Innovatieve (slimme) lesvormen
Smart Technology heeft niet alleen impact op techniek of de gezondheidszorg. Een van de gebieden waar naar verwachting Smart Technology ook een enorme impact gaat hebben is het onderwijs zelf. Een CIV Smart Technology zou zichzelf niet serieus kunnen nemen wanneer het ook niet haar eigen onderwijs nog eens grondig tegen het 'Smart Technology licht' zou houden. Het CIV zal dan ook actief op zoek gaan naar innovatieve lesvormen. Hierbij moet gedacht worden aan onder andere inzet van e-learning, online learning communities, online lessen, learning games, learning app's, etc. Om deze redenen zijn ook enkele partners aangehaakt met veel ervaring en kennis op het gebied van innovatief onderwijs.
5.7
Doorlopende leerlijn vmbo-mbo-hbo
Het CIV streeft naar een sterke doorlopende lijn rondom het thema Smart Technology. Deze doorlopende leerlijn heeft diverse voordelen:
het levert studenten een betere kans op om op het hoogst haalbare niveau een diploma te halen het levert bedrijven meer en beter gekwalificeerd personeel op
het levert het onderwijs meer instroom en minder uitval op.
Het CIV is dan ook zeer content met de partnerschappen op vmbo-, mbo- en hbo-niveau. De doorlopende leerlijn wordt aan de hand van drie aspecten vormgegeven:
gezamenlijke onderwijsontwikkeling afstemming van onderwijs
delen van faciliteiten en kennis
Onderwijsontwikkeling De inhoud van de opleidingen en modules Smart Technology worden samen met het bedrijfsleven en de onderwijspartners uit het vmbo en hbo ontwikkeld. De partners krijgen zo (mede)zeggenschap over de opleiding en onderwijs sluit zodoende goed aan op voor- en vervolgonderwijs. Afstemming van onderwijs De curricula worden beter en logischer op elkaar afgestemd. Dit zorgt voor een soepelere overgang tussen de onderwijsniveaus. Studenten krijgen tevens de kans om alvast onderwijs van de vervolgopleiding te volgen. Zo besparen ze studietijd en leren ze de 'nieuwe school' alvast kennen. Delen van faciliteiten en kennis Het CIV zet (satelliet)labs op scholen en binnen bedrijven in de regio in voor het mbo, maar ook voor de partners van het vmbo en hbo. Ook docenten en experts gaan aan de slag bij de verschillende onderwijspartners. De tegenprestatie hiervoor bestaat primair uit in kind-bijdragen. Wanneer sprake is van exploitatiekosten kan dit ook een in cash-bijdrage zijn.
│27
6 Activiteiten en planning De activiteiten en planning is ingericht naar de indeling van het CIV-huis en is een afspiegeling van de vijf strategische doelstellingen. Het CIV-huis bestaat uit het fundament (samenwerking), drie pijlers (kwaliteit, kwantiteit, leven lang leren) en het dak (promotie).
6.1 1.
Smart-doelstellingen Kwaliteit: Smart Technology heeft voor het einde van 2018 een vaste plaats in het middelbaar beroepsonderwijs (op niveau 4). Hiertoe worden een opleiding Smart Technology en in totaal 9 modules voor technische en niet-technische domeinen ontwikkeld.
2.
Kwantiteit: Voor het einde van 2018 wordt de instroom van BOL-studenten op niveau 4 binnen het technische domein verhoogd met 10 procent ten opzichte van de reguliere verwachting. Vijftig procent van de studenten neemt deel aan de opleiding Smart Technology en 50 procent van alle technische studenten krijgt of kiest voor een module Smart Technology.
3.
Leven lang leren: Voor het einde van 2018 zijn er 9 om-, her- en bijscholingsmodules voor bestaand personeel (leven lang leren) rondom Smart Technology ontwikkeld en uitgevoerd.
4.
Samenwerking: Voor het einde van 2018 is er sprake van een excellente samenwerking tussen ondernemingen, overheden en onderwijs in een netwerkorganisatie die zichtbaar wordt in hoge aanwezigheid van partners bij werkconferenties (gemiddeld 65%) en een gemiddeld rapportcijfer voor het CIV van een 7.
5.
Promotie: Voor het einde van 2018 is er een netwerk van 8 labs en jaarlijks één grote actie/evenement geweest in het kader van promotie voor vakmanschap en een passie voor (slimme) techniek.
6.2
Mijlpalen en activiteiten in fase 0
In de planning maken we onderscheid tussen drie fasen. Fase 0 zal zich voornamelijk afspelen in de eerste helft van 2015 en heeft vooral betrekking op het praktisch opstarten van het CIV. Fase 1 beslaat de periode van vier jaar van 2015 t/m 2018. Fase 2 beslaat de tweede periode van vier jaar van 2019 t/m 2022. Voor fase 0 zijn per doelstelling een aantal mijlpalen benoemd. Tabel 4: Doelstellingen fase 0 Doelstelling
Eerste helft van 2015
1. Feitelijke start van het CIV
Gedragen regiovisie, plan van aanpak en begroting
Toewijding partners vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten Aanvraag RIF ingediend
Officiële startbijeenkomst
2. Inrichting governance-
Aanstelling programmamanager
structuur
Invulling stuurgroep en adviesgroep
3. Realiseren
Website ontwikkeld
randvoorwaarden
Huisstijl ontwikkeld Marketingmateriaal ontwikkeld
Opstellen detailplanning
│28
4. Opstart activiteiten op de vijf elementen van CIV-huis
6.3
Opstarten eerste projectgroepen Inplannen activiteiten voor netwerk en promotie
Inplannen meetings voor CIV organen
Mijlpalen en activiteiten in fase 1
De bijdragen van de partners zijn vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst en vertaald naar de begroting. De manier waarop deze activiteiten worden uitgevoerd wordt besproken in de toelichting op de begroting. Daarnaast wordt in bijlage 5 op een kwalitatieve manier beschreven van welke partners aan welke activiteiten bijdragen. Dit gezegd hebbende volstaan we hier met een overzicht van de mijlpalen en activiteiten in fase 1 opgesplitst in mijlpalen die in 2015-2016 en in 2017-2018 worden bereikt. Noot: De voortgang op de mijlpalen wordt nadrukkelijk gemonitord zodat tijdige bijsturing mogelijk is daar waar nodig. In hoofdstuk 7 'Inrichting van de organisatie' wordt in detail ingegaan op hoe de evaluatie en bijsturing plaats zal vinden. Tabel 5a: Overzicht doelstellingen, activiteiten en mijlpalen fase 1 Doelstelling Activiteit Mijlpalen 2015-2016 1. Kwaliteit: 1. Ontwikkelen 3-jarige Jaar 1 en 2 opleiding is Voor eind 2018 wordt opleiding Smart ontwikkeld Smart Technology in Technology middelbaar 2. Ontwikkelen module 3 modules ST zijn beroepsonderwijs (op Smart Technology voor ontwikkeld voor niveau 4) geïntrigeerd techniek opleidingen technische domein door het ontwikkelen 3. Ontwikkelen module 3 modules ST zijn van een netwerk van 8 Smart Technology voor ontwikkeld voor andere labs en door het niet-techniek-opleidingen domeinen ontwikkelen een opleiding Smart 4. Ontwikkelen 10 leeropdrachten ST Technology en in totaal leeropdrachten zijn ontwikkeld 9 modules voor 5. Ontwikkelen Leeropdrachten en les technische en niet leermiddelen/e-learning content uit 1,2,3 en 4 op technische domeinen. e-learning platform 6. Beschikbaar stellen 4 labs zijn gerealiseerd faciliteiten voor o.a. satallietlabs 7. Verzorgen gastlessen 14 gastlessen ST 8. Verzorgen training 25 docenten volgen een voor docenten training ST 9. Verzorgen 25 docentstages docentstages 10. Deelnemen aan 60 deelnemers flexibele schil van docenten/instructeurs
Mijlpalen 2017-2018 Jaar 3 van opleiding is ontwikkeld Verbeterslag op 3 modules techniek 3 modules ST zijn ontwikkeld voor andere domeinen, verbeterslag op 3 bestaande modules 10 leeropdrachten ST zijn ontwikkeld Leeropdrachten en les content uit 1,2,3 en 4 op e-learning platform 4 labs zijn gerealiseerd
28 gastlessen ST 40 docenten volgen training ST 40 docentstages 120 deelnemers
Hoe wordt onderwijs ontwikkeld? Het ontwikkelen van onderwijs is een van de grootste investeringen die het CIV maakt. Daarom hier nog een korte toelichting hoe dit proces in zijn werk gaat. De opleiding Smart Technology wordt ontwikkeld door vier ontwikkelaars vanuit het bedrijfsleven en drie ontwikkelaars vanuit de ROC’s. Op basis van ervaring schatten we in dat elke ontwikkelaar jaarlijks 120 uur besteedt aan onderwijsontwikkeling. Gedurende de opleiding zullen evaluatiemomenten plaatsvinden en wordt gekeken naar verdere innovatiemogelijkheden. Hier is een ontwikkelaar 30 uur per jaar mee bezig. Vanwege de deelname van diverse ontwikkelaars in het bedrijfsleven is het van belang dat vanuit het onderwijs nadrukkelijk de regie wordt genomen.
│29
De losse modules Smart Technology worden ontwikkeld door drie ontwikkelaars vanuit het bedrijfsleven en drie ontwikkelaars vanuit het onderwijs. Een ontwikkelaar van het bedrijfsleven is er 20 uur mee bezig en een ontwikkelaar vanuit het onderwijs 30. Voor het bijstellen en innoveren, wordt per ontwikkelaar nog eens 10 uur gerekend. Het onderwijs neemt de regie. Tabel 5b: Overzicht doelstellingen, activiteiten en mijlpalen fase 1 Doelstelling Activiteit Mijlpalen 2015-2016 2. Kwantiteit: 1. Deelnemen aan open 10 bedrijven Voor eind 2018 wordt de dagen instroom van BOL studenten op niveau 4 binnen het technische domein verhoogd met 2. Doorlopende leerlijn Inrichting/ontwerp 10% ten opzichte van de (vmbo-mbo) doorlopende leerlijn reguliere verwachting, 50 studenten zitten in de opleiding Smart Technology en 50% van 3. Ontwikkelen Inrichting/ontwerp alle technische aansluiting op hbo (AD) doorlopende leerlijn studenten krijgt of kiest voor een module Smart Technology.
Mijlpalen 2017-2018 10 bedrijven
Uitvoer doorlopende leerlijn
Associate Degree Smart Technology gereed, in cutover, in aanbod.
Hoe wordt kwantiteit vormgegeven? Naast promotie ligt de focus in pijler 2 op het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn en goede aansluiting op het HBO. Op basis van ervaring binnen het ID College is een schatting gemaakt dat partners hiervoor 20 uur per jaar moeten investeren. Er wordt gericht gewerkt aan het realiseren van de doorlopende leerlijn doormiddel van een projectteam.
Tabel 5c: Overzicht doelstellingen, activiteiten en mijlpalen fase 1 Doelstelling Activiteit Mijlpalen 2015-2016 3. Leven lang leren: Ontwikkelen bij-, om- en 9 cursussen ontwikkeld Voor eind 2018 zijn er 9 herscholingstrajecten bij-, om-, en herscholing modules voor bestaand personeel (leven lang leren) rondom Smart Technology ontwikkeld en uitgevoerd.
Mijlpalen 2017-2018 9 cursussen uitgevoerd, geëvalueerd en bijgesteld tot volgend aanbod.
Hoe wordt leven lang leren ontwikkeld? Er zullen modules Smart Technology worden ontwikkeld voor bestaand personeel die actief zijn in de verschillende topsectoren. De modules worden ontworpen in teams van drie ontwikkelaars vanuit het bedrijfsleven en drie ontwikkelaars vanuit het onderwijs. Een ontwikkelaar van het bedrijfsleven is er 20 uur mee bezig en een ontwikkelaar vanuit het onderwijs 30. Voor het bijstellen en innoveren, wordt per ontwikkelaar nog eens 10 uur gerekend. Voorkeur is om het bedrijfsleven de regie te laten voeren, mogelijk met ondersteuning vanuit het onderwijs.
│30
Tabel 5d: Overzicht doelstellingen, activiteiten en mijlpalen fase 1 Doelstelling Activiteit Mijlpalen 2015-2016 4. Samenwerking: Deelnemen aan Alle partners nemen in Voor eind 2018 is er werkconferentie principe deel. Als sprake van een ondergrens houden we excellente samenwerking 65% aan. tussen ondernemingen, overheden en onderwijs Een vijftal partners zorgt in een netwerkorganisatie Oprichten bedrijvenkring voor de oprichting van de die zichtbaar wordt in bedrijvenkring rondom hoge aanwezigheid van CiV- Smart Technologie partners bij werkconferentie (gemiddeld 65%) en een Deelnemen aan Alle gemiddeld rapportcijfer bedrijvenkring bedrijven/ondernemingen voor het CIV van een 7. nemen deel aan de bedrijvenkring. Bij aanvang is dat 61% van de partners.
Mijlpalen 2017-2018 Alle partners nemen in principe deel. Als ondergrens houden we 65% aan. Continueren
Per jaar willen we uitbreiden met 10 bedrijven.
Hoe wordt een excellente samenwerking bevorderd? Om partners optimaal gebruik te laten maken van het CIV-netwerk en de samenwerking te blijven bevorderen wordt twee keer per jaar een werkconferentie gehouden. Hierin komen de ontwikkeling van het CIV en andere relevante thema’s voor de partners aan de orde. Daarnaast zal voor bedrijven, koepelorganisaties en gemeenten die participeren in het CIV een bedrijvenkring worden opgericht. Hierin komen thema’s aan de orde die in het bijzonder relevant zijn voor de toekomstige werkgevers van de studenten Smart Technology.
Tabel 5e: Overzicht doelstellingen, activiteiten en mijlpalen fase 1 Doelstelling Activiteit Mijlpalen 2015-2016 5. Promotie: Organiseren 20 bedrijfsbezoeken Voor eind 2018 is er bedrijfsbezoeken voor jaarlijks één grote studenten actie/evenement geweest Grote promotionele 2 activiteiten in het kader van promotie activiteit voor vakmanschap en Analyseren/onderzoeken 1 herijkingonderzoek een passie voor (slimme) arbeidsmarkt techniek en 60 Bezoeken bedrijven die 30 bedrijfsbezoeken bedrijfsbezoeken nog niet bekend zijn met CIV ST
Mijlpalen 2017-2018 20 bedrijfsbezoeken
2 activiteiten 1 herijkingonderzoek 30 bedrijfsbezoeken
Hoe wordt promotie vormgegeven? Onder promotionele activiteiten verstaan we activiteiten die tot doel hebben het CIV, Smart Technology en techniek in het algemeen te promoten. Partners leveren een bijdrage aan de promotie van het CIV binnen hun eigen netwerk en nemen deel aan open dagen, stellen hun bedrijf open en nemen deel aan andere grote promotionele activiteiten. Lokale overheden en koepelorganisatie doen naast promotie tevens een stuk onderzoek zodat het CIV zich optimaal kan afstemmen met ontwikkelingen in de markt.
│31
6.4
Activiteiten in fase 2
In de tweede fase zullen diverse nieuwe activiteiten worden ontwikkeld. Aangezien de ontwikkeling van Smart Technology zich in hoog tempo afspeelt, is een precieze beschrijving van deze activiteiten moeilijk te maken. Daarom is op elke van de pijler een globale doelstelling geformuleerd met enkele daaraan gekoppelde activiteiten. Tabel 6: Overzicht doelstellingen op hoofdlijnen fase 2 Globale doelstelling
Activiteiten
1: Kwaliteit: Smart Technology dwingt ons door de steeds maar
versnellende ontwikkelingen tot het continue aanpassen van het onderwijs.
Het permanent onderhouden en innoveren van de opleiding en modulen Smart Technology aan de hand van de snelle ontwikkelen van Smart Technology
Het formuleren van actuele leeropdrachten en onderzoeksvragen
Uitbreiden gastlessen, docentstages en trainingen
Upgraden en uitbreiden van (satelliet)labs
2: Kwantiteit: Het laten toenemen van het aantal studenten in
Verbeteren AD programma en doorstroom naar AD vergroten
Technische Opleidingen op MBO en HBO door de aansluiting tussen de onderwijssoorten te
Labs breder toegankelijk maken buiten de partners o.a. particulieren, start-ups, klein MKB
verbeteren en door gerichte promotie
Een jaarlijks actieplan om leerlingen van het PO te laten kennismaken met Technology in de vele
Lab’s Andere activiteiten i.c.m. de promotieagenda
3: Leven lang leren: Het hebben van een permanent aanbod van
Uitbreiden en verbeteren van aanbod cursussen en trainingen
cursussen en trainingen dat actueel is waardoor bestaand personeel zich permanent kunnen
Het continue aanbieden van scholing en training voor bestaand personeel van bedrijven en
bekwamen en ontwikkelen om aan te blijven sluiten bij de vraag van de bedrijven en de arbeidsmarkt. 4: Samenwerking: Het onderhouden en uitbreiden van samenwerking tussen bestaande en nieuwe partners. Het continue verbinden van Onderwijs,
werkzoekenden
Continuering van de werkconferenties Het door ontwikkelen en uitbreiden van de
bedrijvenkring Smart Technology Vanuit de bedrijvenkring bedrijven elkaar laten
Ondernemingen en Overheden.
vinden zodat ook op MBO niveau innovatiekringen ontstaan
Uitgroeien tot kenniscentrum Impact in regio vergroten en ontwikkelen van
'Smart Technology merk' voor de regio De fieldlab’s uit de FME Smart Industry kring combineren met de CIV- Lab’s
5: Promotie: Het stimuleren en promoten van toekomstig
Een jaarlijkse promotieagenda opstellen en onder de aandacht brengen van de regio
werknemer schap, innovatief vakmanschap.
Studenten en bedrijven actief betrekken in de promotie
│32
Het stimuleren en promoten van Slimme Techniek/Smart Technology.
Het organiseren en houden van een Open dag van de (Smart)Technolgy in de regio. Bedrijven
openen de poorten en zijn die dag gastheer. Smart Technology gastlessen verzorgen op
basisonderwijs. Het uitschijven en organiseren van Smart TECH
games en wedstijden Organiseren van grote promotieactiviteiten die veel aandacht genereren
6.5
Groeistrategie
Smart Technology ontwikkelt zich in hoog tempo. Nieuwe kansen en bedreigingen zullen zich dan ook steeds opnieuw voordoen. Het CIV Smart Technology richt zich te midden van dit dynamische speelveld op een drietal assen: 1.
Kwantitatieve groei Het aantal aangesloten partners van het CIV zal groeien, maar niet ten koste van de effectiviteit van het CIV. Bij het betrekken en aantrekken van nieuwe partners is met name de toegevoegde waarde van deze partners van belang. Het CIV ziet met name drie soorten potentiële partners toetreden:
2.
a.
Technische partners met belang in Smart Technology aan de maakkant.
b.
Niet-technische partners uit andere domeinen die voornamelijk te maken hebben met de gebruikerskant van Smart Technology. Deze groep is vooralsnog niet vertegenwoordigd in het CIV.
c.
Onderwijsinstellingen die willen aanhaken of gebruik willen maken van ontwikkelde faciliteiten, modules of kennis.
Kwalitatieve groei Het CIV gaat kwalitatief groeien. In overeenstemming met de lessen die zijn opgedaan bij de eerste generatie CIV’s en CoE’s (Centres of Expertise) is ervoor gekozen om snel te starten en gaandeweg zaken zoals werkwijze, organisatie-inrichting en strategie aan te passen. Het uitvoeren van deze continue verbeterslagen is een belangrijke taak van de CIV-programmamanager. Ze zullen moeten leiden tot een duurzame PPS waarbij op een efficiënte manier wordt samengewerkt en er duidelijke ‘wins’ zijn voor de partners.
3.
Impact vergroten Het CIV gaat haar impact vergroten. Naast de invloed op de technische opleidingen ziet het CIV nog een aantal kansen: a.
Het delen van ontwikkelde Smart Technology-modules en -opleidingen met andere technische domeinen
b.
van mbo’s. Het delen van ontwikkelde Smart Technology-modules met andere niet-technische domeinen van mbo’s.
c.
Het aanbieden van cursussen en maatwerktrajecten met bedrijven uit andere domeinen die voornamelijk te maken hebben met de gebruikerskant van Smart Technology.
d. e.
Het verder verbeteren van de (satelliet)labs door middel van betere apparatuur en randvoorwaarden. Het breder toegankelijk maken van de (satelliet)labs voor scholieren, studenten, particulieren, start-up’s en bedrijven.
│33
6.6
Borging duurzame karakter van het CIV
Het CIV Smart Technology is door de partners gestart met een langetermijnvisie. Om er voor te zorgen dat het CIV ook daadwerkelijk duurzaam zal zijn ver voorbij het einde van de subsidieperiode is een aantal maatregelen genomen die regelmatig in het Plan van Aanpak terugkomen:
Keuze voor het duurzame thema ‘Smart Technology’ dat naar verwachting de komende 10 tot 20 jaar de
technische wereld gaat beheersen. Een strategie die gericht is op het realiseren van toegevoegde waarde voor partners zodat deelname
aantrekkelijk is en blijft. De samenwerking rust niet op grote financiële verplichtingen waardoor terugtrekking van een partner geen
grote financiële gevolgen heeft voor het CIV. De samenwerking is evenredig verdeeld over de partijen aan de hand van expertise en capaciteit. Hierdoor legt de inbreng niet te veel druk op partners en heeft eventuele terugtrekking geen grote gevolgen voor het CIV.
De grote mate van synergie tussen het CIV en de ontwikkelingen op de aangesloten mbo’s maakt het CIV tot een goede investering.
De ontwikkeling van een groeistrategie rondom het aantrekken van nieuwe partners. De ontwikkeling van een realistisch verdienmodel rondom ‘leven lang leren’ zorgt voor een duurzame manier
om out of pocket-kosten ook in de toekomst te kunnen financieren. Een open houding ten opzichte van de organisatie-inrichting maakt het CIV flexibel om in te spelen op
wijzigingen in de markt of vragen van partners. De verduurzaming van het CIV is een terugkerend thema op de stuurgroep agenda, zodat tijdig kan worden
ingegrepen indien nodig. De verduurzaming van het CIV is een terugkerend thema op de agenda van een van de twee jaarlijkse
werkconferenties zodat tijdig kan worden bijgestuurd indien nodig. De bepaling in de samenwerkingsovereenkomst waarin partijen het duurzame karakter van de samenwerking
onderschrijven en de intentie om de samenwerking te continueren na afloop van de eerste 4 jaar. De bepaling in de samenwerkingsovereenkomst dat partijen 6 maanden voor het einde van de eerste 4 jaar in overleg gaan over verlenging van de looptijd van de overeenkomst.
Deze maatregelen en keuzes dragen in belangrijke mate bij aan een succesvolle en duurzame samenwerking.
│34
7 Inrichting van de organisatie 7.1
Richtlijnen voor inrichting van de organisatie
Uit de interviews, gesprekken en werksessie met partners zijn een aantal richtlijnen voortgekomen die leidend zijn geweest bij het inrichten van de organisatie. Wij benoemen de vijf belangrijkste richtlijnen: 1. 2.
Een dynamische organisatie die continu meebeweegt met de vragen uit de markt. Een organisatie met weinig bureaucratie, die zich focust op actie en pragmatisme, en waar wordt gewerkt
3.
aan concrete producten en diensten. Kortom: lean and mean. Geen vrijblijvendheid maar toewijding van partners aan de visie, de doelstellingen en de uitvoering van het
4.
CIV Smart Technology. Een organisatie waarin lef en durf wordt getoond. Waarin op innovatieve manieren wordt samengewerkt.
5.
Een organisatie waarbinnen onderling vertrouwen, openheid en samenwerking kernwaarden zijn.
7.2
Belangrijkste elementen uit de organisatie-inrichting
Er is voor gekozen om snel te komen tot een organisatie-inrichting. Naarmate het CIV zich ontwikkelt, kan deze worden aangepast om tegemoet te komen aan de kansen en uitdagingen van het CIV. De organisatie-inrichting kan dan ook worden gezien als een vertrekpunt. De organisatie-inrichting kent de volgende elementen:
De partners Dit zijn alle partners die middels een samenwerkingsovereenkomst zijn verbonden aan het CIV. Deze komen minimaal tweemaal per jaar samen tijdens een werkconferentie. De stuurgroep Dit is een representatie van de partners die gezamenlijk de kaders van het CIV uitzetten en bewaken. De stuurgroep komt minimaal viermaal per jaar samen tijdens een stuurgroep overleg.
De adviesgroep Dit is een representatie van de partners maar met grote afvaardiging vanuit het bedrijfsleven om zo focus op inhoud te kunnen geven aan de programmamanager van het CIV en projectleiders van onderliggende projecten. De adviesgroep komt minimaal viermaal per jaar samen tijdens het adviesgroep overleg.
De CIV-programmamanager De programmamanager is verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering van de door de stuurgroep uitgezette kaders en de door de adviesgroep uitgezette inhoudelijke lijn. De programmamanager stuurt de projectleiders van onderliggende projecten aan, monitort voortgang en stuurt bij waar nodig. De programmamanager schuift aan als gast bij de stuurgroep en de adviesgroep. Door middel van bila’s en een projectleidersoverleg heeft de programmamanager contact met de andere projectleiders. De rol van de programmamanager is dermate belangrijk dat er een profielschets is opgesteld. Zie hiervoor bijlage 4.De directeur van het domein Techniek & ICT zal als interim-programmamanager fungeren tot dat de programmamanager is aangesteld. De eerste gesprekken zijn inmiddels gevoerd. De programmamanager is begroot op 4 dagen.
│35
De projectleiders De projectleiders geven leiding aan projectteams, verantwoordelijk voor projecten die bijdragen aan de doelstellingen van het CIV. De projectleiders kunnen uit elk van de drie O’s voortkomen. De projectteams De projectteams bestaan uit diverse partners die van toegevoegde waarde zijn voor het betreffende project. De projectteams hebben geen vast vergaderritme. De vergaderfrequentie is afhankelijk van het type project en de fase waarin het project zich verkeert.
De uitwerking van de diverse rollen staan uitgebreid beschreven in bijlage 3. De relatie tussen de verschillende organen wordt in onderstaand schema weergegeven. Figuur 4: Overzicht organisatie inrichting
7.3
Samenwerkingsprincipes
Om te komen tot een goede samenwerking zullen alle partijen bestaande competenties inzetten en nieuwe competenties ontwikkelen. Ondernemingen Het pragmatisme, de actiegerichtheid en de innovatiegerichtheid van het bedrijfsleven zijn bijzonder nuttig om versnelling aan te brengen in de ontwikkeling van het CIV. Het CIV kan bovendien de kennis en vaardigheden op het gebied van Smart Technology goed gebruiken als input voor onderwijsontwikkeling en -uitvoering. Overheid Het netwerk en het inzicht in de regio waarover lokale overheden beschikken, komen uitstekend van pas om verbindingen te leggen tussen de partners en zo de netwerkfunctie van het CIV te versterken. Onderwijs De kennis van onderwijsinstellingen over onderwijs kan het CIV aanwenden om nieuwe opleidingen, modules en vakken te realiseren.
│36
Belangrijk is dat alle partijen competenties ontwikkelen die een goede samenwerking faciliteren met partners uit een andere ‘O’. Tijdens de interviews en werkconferenties is regelmatig gebleken dat bedrijven, overheden en onderwijsinstellingen hun eigen taal en werkwijze hebben. In gezamenlijkheid met de partners zal een eigen CIVcultuur, -taal en -werkwijze moeten ontstaan. Tijdens een van de werksessies is er gebrainstormd over hoe we binnen het CIV met elkaar willen samenwerken. Dit heeft geleid tot een viertal principes: 1.
Het CIV Smart Technology is een kleine, doelgerichte organisatie met duidelijke structuur en zo min mogelijk bureaucratie.
2. 3.
We werken samen aan een gedeelde visie op basis van vertrouwen en openheid. We zijn oprecht en concreet betrokken partners, dus geen vrijblijvendheid.
4.
Wij zijn marktgericht, dynamisch en innovatief.
7.4
Tussentijdse evaluatie en bijsturing (planning- en control cyclus)
Om te komen tot een optimale samenwerking is tussentijdse evaluatie en ook bijsturing noodzakelijk. Evaluatie vindt plaats op diverse niveaus: 1.
Functioneren van CIV-projecten
2. 3.
Functioneren van organen (stuurgroep, adviesgroep en programmabureau) Functioneren van het CIV in zijn totaliteit
4.
Verduurzaming van het CIV
1. Evaluatie en bijsturing CIV-projecten De partijen die samenwerken in deelprojecten zullen onder leiding van de projectleider op gezette tijden evalueren om tijdig te kunnen bijsturen. De projectleider licht de programmamanager in over de evaluaties. De programmamanager zal verslag doen van deze evaluaties aan de stuurgroep:
Start van het project: Aan de start van elk project worden de doelstellingen, mijlpalen en beoogde resultaten
vastgelegd. Tijdens het project: Gedurende het project wordt ten minste elk half jaar geëvalueerd. De voortgang op doelstellingen, mijlpalen, beoogde resultaten en samenwerking op de vier principes van het CIV wordt geëvalueerd en hierop wordt bijgestuurd.
Eind van het project: Aan het einde van elk project worden de doelstellingen en de beoogde resultaten geëvalueerd. Tevens wordt de samenwerking geëvalueerd op de vier principes van het CIV. Tot slot worden leerpunten en aanbevelingen voor volgende projecten verzameld en gedeeld.
Naast de ingeplande evaluatiemomenten zal de projectleider gedurende het project bijsturen waar nodig en de programmamanager inlichten over de voortgang van het project en omtrent significante wijzigingen. 2. Functioneren van organen De stuurgroep en adviesgroep komen minimaal vier keer per jaar samen. De organen evalueren zichzelf ten minste eenmaal per jaar op doelstellingen, mijlpalen, beoogde resultaten en samenwerking op de vier principes van het CIV. Dit wordt vastgelegd in een korte rapportage. De evaluatie van hun eigen functioneren wordt middels de jaarlijkse evaluatie van het CIV in totaliteit voorgelegd aan alle partners in een van de twee werkconferenties. De partners kunnen vervolgens input geven op de bevindingen en wijzigingen voorstellen. Het functioneren van de programmamanager wordt twee keer per jaar geëvalueerd door de stuurgroep op de voortgang op doelstellingen, mijlpalen, beoogde resultaten en samenwerking op de vier principes van het CIV. De stuurgroep kan indien nodig hierop bijsturen. Daar waar nodig kan dit ook buiten de twee jaarlijkse ingeplande evaluatiemomenten om.
│37
3. Functioneren van het CIV in zijn totaliteit De stuurgroep zal jaarlijks de voortgang van het CIV evalueren om waar nodig te kunnen bijsturen op de doelstellingen, aanpak en werkwijze. Aan de basis van deze evaluatie liggen de projectevaluaties, de voortgangsrapporten, de orgaanevaluaties en de ontwikkelingen die plaats vinden in de markt en binnen Smart Technology. De stuurgroep zal haar bevindingen voorleggen tijdens een van de twee werkconferenties aan alle partners. Partners kunnen vervolgens input geven op de bevindingen van de stuurgroep. De stuurgroep stelt indien nodig, naar aanleiding van haar eigen bevindingen en de input van de partners, de koers bij. 4. Verduurzaming van het CIV Naast het functioneren van het CIV in zijn totaliteit wordt ook jaarlijks verslag gedaan van de progressie die het CIV maakt om te volgroeien tot een duurzame en zelfstandige organisatie. In dit kader brengt de stuurgroep verslag uit over de progressie, geeft het aanbevelingen en stuurt het daar waar nodig bij.
│38
8 Risicoanalyse Het CIV Smart Technology is een netwerksamenwerkingsverband van bedrijven, brancheorganisaties, overheden en onderwijsinstellingen onder penvoerderschap van ID College. In dit verband leveren alle partners een bijdrage aan het CIV, dat afhankelijk is van beschikbare expertise, middelen en capaciteiten. De samenwerking betreft een publiek-private samenwerking (PPS). De opgedane kennis rondom PPS’en laat zien dat de successen van de PPS-constructies sterk wisselen. Een risico- en een SWOT-analyse met deze opgedane kennis in gedachten geeft dan ook een goed beeld van de risico's waarmee het CIV Smart Technology rekening moet houden.
8.1
Risicoanalyse
De risicoanalyse is uitgevoerd op 8 thema’s waarbij 22 risico’s zijn geïdentificeerd met acties die het CIV kan ondernemen om deze risico's te ondervangen of te beperken. Kans en impact zijn beoordeeld op een score van 1-3. Waarbij 3 de grootste kans of impact betreft. Het totaal is de uitkomst van de vermenigvuldiging van de score van kans en impact.
Partners en met name bedrijfsleven krijgen voldoende vertegenwoordiging in stuurgroep, adviesgroep en
ID College. Het CIV moet geen ‘onderwijs’- project worden.
projectteams om sturing te geven en verantwoordelijk te nemen.
Totaal
1.
College als penvoeder kan eigenaarschap te veel gaan liggen bij
Impact
Geen gedeeld eigenaarschap: met ID
Actie
Risico 1.
Kans
1 . Partners
Thema
Tabel 7: Risico analyse
2
2
4
2
2
4
1
2
2
Programmamanager wordt aangenomen met affiniteit met bedrijfsleven. 2.
Ineffectieve samenwerking: de drie O's hebben veelal een hele verschillende
2.
cultuur, taal en werkwijze.
Programmamanager neemt de lead om de drie O's binnen het CIV samen te laten werken aan een eigen cultuur, taal en werkwijze waarbij gebruik moet worden gemaakt van de kracht van iedere O.
3.
Onbalans tussen bedrijven: geen evenwicht tussen grote, middelgrote en kleine bedrijven.
3.
Bij selectie van nieuwe partners wordt de samenstelling van bedrijfsleven meegewogen. Geen oververtegenwoordiging van een bepaald formaat bedrijven of type
│39
bedrijf om optimale betrokkenheid te borgen. 4.
Geen intern draagvlak: iedere partner moet intern in de eigen organisatie het
4.
CIV ‘verkopen’ om middelen en collega's mee te krijgen.
2
3
6
2
3
6
1
2
2
2
1
2
1
3
3
1
3
3
1
3
3
Het CIV moet bij partners zowel contact leggen op bestuurlijk als operationeel niveau. Partners moeten door het CIV worden ondersteund bij het meekrijgen van de interne organisatie.
5.
Geen draagvlak onder docenten: docenten zijn de motor achter het CIV
5.
en dienen aangehaakt te zijn.
Aanstellen van interne ambassadeur (docent met invloed) bij MBO instelling en deze zitting laten nemen in adviesgroep. Interne ambassadeur zet programma op om docenten blijvend
2. Inrichting organisatie
aan te haken 6.
7.
Te lichte trekker: een startende
6.
Duidelijke profielschets waarbij gezocht
onderneming is sterk afhankelijk van de kwaliteit van het management of de
wordt naar een sterke kandidaat die voldoende FTE moet krijgen om het
ondernemer.
CIV te realiseren en die goed wordt ondersteund door de stuurgroep.
Verdeelde stuurgroep: stuurgroep moet
7.
de CIV-pet kunnen opzetten en eigen belangen kunnen loslaten.
Goede selectie maken van leden voor stuurgroep die verschillende bloedgroepen goed vertegenwoordigen maar ook in het belang van CIV kunnen denken. Jaarlijkse stuurgroep evaluatie.
8.
Veel praten weinig doen: met name het technische bedrijfsleven is zeer praktisch ingesteld en houdt niet van
8.
3. Profilering & positionering
veel gepraat of vertraging. 9.
Onvoldoende profilering: bekendheid blijft achter in de regio doordat het CIV onvoldoende bekend wordt gemaakt.
Bedrijfsleven wordt grote rol gegeven in de adviesgroep die de programmamanager ondersteunt.
9.
Marketingmateriaal ontwikkelen voor onderwijs, overheden en bedrijfsleven, waaronder eigen website en huisstijl. Organiseren van één groot publiek evenement per jaar om CIV verder bekend te maken.
10. Onduidelijke positionering: het CIV probeert te veel alles voor iedereen te zijn.
10. Duidelijk kiezen waar het CIV voor staat. SMART Technology. Opdracht aan stuurgroep om dit te bewaken. Besef bij partners creëren dan niet alle wensen van partners binnen het CIV een plek kunnen krijgen.
│40
4. Effectiviteit
11. Onvoldoende toegevoegde waarde: inzet van partners moet tot concrete toegevoegde waarde leiden voor de individuele partners.
11. Het CIV is alleen duurzaam wanneer partners voldoende toegevoegde
2
3
6
1
2
2
1
2
2
2
2
4
2
3
6
1
3
3
2
1
2
waarde halen uit het CIV. In evaluatie en bijsturing van projecten en het CIV in totaliteit worden de resultaten geëvalueerd en bijgestuurd
12. Geen concrete resultaten: te veel praten en te weinig actie leidt tot geen of vertraagde resultaten.
12. Werken in kleine teams aan concrete activiteiten onder aanvoering van één of meerdere projectleiders moet zorgen voor concrete en tijdige resultaten.
13. Verlies van marktfocus: te veel focus op eigen doelstellingen en te weinig open voor nieuwe vragen uit de markt.
13. De snel veranderende markt van Smart Technology vraagt om regelmatige afstemming met bedrijfsleven. Naast de werkconferenties zorgt adviesgroep
5. Financiering
voor voldoende kennis van ontwikkelingen in de markt. 14. Zwakke liquiditeitspositie: doordat partners met name een in kind-bijdrage leveren, blijft de liquiditeitspositie zwak.
14. Keuze om geen vergoeding te geven voor de bijdrage van partners aan het CIV. Jaarlijkse rapportage van stuurgroep op progressie naar duurzaam en zelfstandig CIV. Subsidie voorziet in fase 1 voor extra liquiditeit.
15. Verdienmodel brengt onvoldoende op:
15. In fase 1 wordt marktonderzoek verricht
inkomsten komen nu primair uit ‘leven lang leren’.
en wordt het verdienmodel uitgetest om te valideren of de resultaten voldoende zijn. Zo nodig moeten andere verdienmodellen worden onderzocht en uitgetest zodat de liquiditeitspositie voor fase 2 is gewaarborgd. Jaarlijkse evaluatie door stuurgroep rondom progressie verdienmodel en duurzaamheid CIV.
16. Financiering vanuit ID College wordt beperkt: door verschuivingen binnen ID College of door wijzigingen vanuit het ministerie.
16. Overleg met CvB en planning en control over bijdrage ID College halfjaarlijks op de agenda van programmamanager. Samenwerking met Da Vinci College verminderd de druk op ID College.
d
6. Concurrentievel
17. Smart Technology wordt gemeengoed: meerdere onderwijsinstellingen gaan zich profileren met Smart Technology.
17. Optimaal gebruik maken van firstmoveren-advantage door snel resultaten te boeken en deze te profileren. Gezien de regionale functie van mbo's is het tevens van belang met
│41
lokale concurrenten afstemming dan wel samenwerking te bewerkstelligen. 18. Een overvloed aan samenwerkingsverbanden legt te veel druk op het bedrijfsleven.
2
2
4
1
3
3
2
2
4
1
3
6
1
1
1
18. Door opkomst van Pc’s en netwerkverbanden is het van belang partners toegevoegde waarde te blijven leveren en tevredenheid van partners te monitoren om daar waar nodig bij te
7. Economische klimaat
sturen. Opname in jaarlijkse evaluatie tijdens werkconferentie. 19. Een negatief economisch klimaat beïnvloedt Smart Technologybedrijven: de bereidheid om bij te dragen neemt af.
19. Door druk op de kosten wordt gebruik van apparatuur en medewerkers beperkt. Door afspraken vast te leggen in samenwerkingsovereenkomsten wordt vrijblijvendheid beperkt. Door voldoende bedrijven te betrekken in het CIV worden risico's gespreid.
20. Een gunstig economisch klimaat beïnvloedt Smart Technologybedrijven: de bereidheid om bij te dragen neemt af.
20. Door verhoogde vraag zijn apparatuur en medewerkers beperkter beschikbaar. Door afspraken vast te leggen in samenwerkingsovereenkomsten wordt vrijblijvendheid beperkt. Door
8. Politiek klimaat
voldoende bedrijven te betrekken in het CIV worden risico's gespreid. 21. Minder investeringen in onderwijs: onderwijsinstellingen moeten bezuinigen en snijden in kosten.
21. Beperken van de noodzaak van out of pocket-inbreng van ID College door verdienmodellen uit te bouwen. Tevens toegevoegde waarde voor partners omzetten in in-cash bijdragen. Alternatieve financieringen onderzoeken.
22. Beperking van subsidiemogelijkheden voor PPS: mogelijk door het volwassen worden van PPS-constructies.
22. Toewerken naar een CIV met hoge toegevoegde waarde voor partners waardoor partners ook in cash willen investeren en een verdienmodel dat out of pocket-kosten kan dekken.
│42
8.2
SWOT-analyse
De SWOT-analyse maakt de belangrijkste interne sterkten en zwakten en de externe kansen en bedreigingen inzichtelijk. De SWOT heeft gediend als input voor de gekozen strategie zoals deze in het plan van aanpak naar voren komt. Tevens dienst de SWOT als een controle op de gekozen strategie om te voorkomen dat belangrijke aspecten over het hoofd worden gezien. Tabel 8: SWOT-analyse Intern Sterkten
Groot enthousiasme en breed gedragen visie voor het CIV onder de drie O's
Hoge betrokkenheid van partners in het voortraject om te komen tot het CIV
Vertaling van marktvragen naar concrete activiteiten die het CIV gaat uitvoeren
Het CIV versterkt de transformatie van het domein Techniek & ICT
Extern Kansen
Veel belangstelling voor Smart Technology bij burgers, studenten, bedrijven en
overheden Toenemende belangstelling onder jongeren
voor techniek Goede arbeidsvooruitzichten voor technisch
personeel en met name Smart Technology Nog geen/weinig andere initiatieven in de regio rondom Smart Technology
Zwakten
Bedreigingen
Afhankelijk van inbreng van partners in vormgeven en uitvoeren van plannen CIV
Vertraging in transitie domein Techniek & ICT
Liquiditeitspositie bij mislopen van subsidie Trackrecord van succesvolle samenwerking
Concurrenten die zich gaan profileren op het terrein van Smart Technology
met drie O's ontbreekt Gezamenlijke cultuur, taal en werkwijze
Draagvlak van docenten die uitvoering geven aan veel van de CIV activiteiten
ontbreekt onder de drie O's
Wijzigingen in politieke/economisch klimaat die de bijdrage van partners onder druk zet
│43
9 Begroting op hoofdlijnen 9.1
Inleiding op de begroting
De begroting is opgebouwd naar voorbeeld van het CIV-huis waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen zes categorieën van activiteiten: 1. Activiteiten die de kwaliteit van het onderwijs verhogen (pijler 1) 2. 3.
Activiteiten die de kwantiteit van instroom en doorstroom verhogen (pijler 2) Activiteiten gerelateerd aan het ontwerpen en uitvoeren van ‘leven lang leren’ (pijler 3)
4. 5.
Activiteiten die bijdragen aan een excellente samenwerking/netwerk (fundament) Activiteiten die een passie voor techniek promoten (dak)
6. Activiteiten die nodig zijn om de organisatie te laten functioneren Elk van deze categorieën bestaan uit een verzameling van activiteiten die ervoor zorgen dat de doelstellingen op de activiteiten worden behaald. Tabel 9 geeft een overzicht van activiteiten per categorie. Noot: Deze activiteiten worden uitvoerig besproken in de toelichting op de begroting. De kosten die gemaakt worden op elk van deze activiteiten worden tevens in de begroting uitgesplitst. Tabel 9: Activiteiten per activiteiten categorie Kwaliteit (pijler 1) ontwikkelen 3-jarige opleiding Smart Technology evalueren 3-jarige opleiding ontwikkelen module Smart Technology voor techniekopleidingen evalueren module ontwikkelen module Smart Technology voor niet-techniekopleidingen evalueren module ontwikkelen leeropdrachten evalueren leeropdrachten ontwikkelen leermiddelen/e-learning beschikbaar stellen faciliteiten voor o.a. lab’s verzorgen gastlessen verzorgen training voor docenten verzorgen docentstages deelnemen aan flexibele schil van docenten/instructeurs Kwantiteit (pijler 2) deelnemen aan Open dagen doorlopende leerlijn (vmbo-mbo) ontwikkelen aansluiting op hbo/AD Leven lang leren (pijler 3) ontwikkelen om-, her- en bijscholingstrajecten evalueren Samenwerking deelnemen aan werkconferentie (fundament) oprichten bedrijvenkring deelnemen aan bedrijvenkring Promotie (dak) organiseren bedrijfsbezoeken onderzoek naar en opzetten van labs analyseren/onderzoeken arbeidsmarkt bezoeken bedrijven die nog niet bekend zijn met CIV Smart Technology algemene promotionele activiteiten binnen eigen netwerk (m.n. gemeenten) Organisatie deelnemen aan de stuurgroep deelnemen aan de programmaraad leveren werkgroep leider
│44
9.2
Cijfers begroting op hoofdlijnen
Tabel 10 geeft een overzicht van de begroting op hoofdlijnen. De totale begroting voor het CIV voor de eerste vier jaar bedraagt € 3.591.337,-. In de begroting zelf wordt per jaar de bijdragen van bedrijven, overheden en onderwijsinstellingen uitgesplitst. Tabel 10: Begroting opgesplitst naar activiteitstypes binnen het 'CIV Huis' Kosten 2015 - 2018 2015 2016 2017
2018
Onderwijsontwikkeling
€
672.914,-
€ 146.365,-
€ 198.633,-
€ 184.763,-
€ 143.153,-
(Satelliet)labs/ Machines aparatuur
€
451.152,-
€ 124.788,-
€ 108.788,-
€ 108.788,-
€ 108.788,-
Ondersteuning onderwijsuitvoering
€
584.000,-
€ 98.404,-
€ 149.212,-
€ 166.732,-
€ 169.652,-
Promotie activiteiten
€
362.296,-
€ 132.089,-
€ 77.709,-
€ 77.709,-
€ 74.789,-
Netwerk activiteiten
€
324.915,-
€ 83.439,-
€ 80.492,-
€ 80.492,-
€ 80.492,-
Kwantiteit
€
42.340,-
€ 10.585,-
€ 10.585,-
€ 10.585,-
€ 10.585,-
Projectorganisatie
€ 1.153.644,-
€ 288.411,-
€ 288.411,-
€ 288.411,-
€ 288.411,-
Totalen
€ 3.591.337,-
€ 884.081,-
€ 913.830,-
€ 917.480,-
€ 875.870,-
Tabel 11 geeft een overzicht van de kosten per partnersoort zoals deze zijn opgenomen in de begroting. Hierbij is er voor het mbo onderscheid tussen subsidiabele kosten en niet-subsidiabele kosten. Subsidiabele kosten kunnen worden betaald vanuit ontvangen subsidiegelden. Niet-subsidiabele kosten mogen niet worden betaald vanuit ontvangen subsidiegelden. Tabel 11: Overzicht kosten van partners per categorie Kosten per partnersoort Totale kosten voor bedrijven
Kosten in Euro's €
1.537.291,-
Totale kosten voor overheid
€
385.805,-
Totale kosten voor VMBO instellingen
€
84.096,-
Totale kosten voor HBO instellingen
€
42.632,-
Totale kosten MBO's subsidiabel
€
2.097,-
Totale kosten MBO's niet-subsidiabel
€
514.504,-
Subsidie Regionaal investeringsfonds
€
1.024.912,-
Totaal
€
3.591.337,-
Tabel 12 geeft een overzicht van de berekening van de hoogte van de aangevraagde subsidie. De hoogte van de subsidie is € 1.024.912 en bedraagt een derde van de begroting inclusief inbreng bedrijven en overheden (incl. niet MBO onderwijs) en exclusief inbreng MBO.
│45
Tabel 12: Overzicht berekening subsidie op basis van inbreng bedrijven en overheden Inbreng per partnersoort Euro's Percentage Totale inbreng door bedrijven € 1.537.291,50% Totale inbreng door overheid € 512.533,16% (incl. niet MBO onderwijs) Subsidie Regionaal investeringsfonds € 1.024.912,33% Te bekostigen door MBO's € 516.601,Nvt Totaal (incl niet subsidiabele deel) € 3.591.337,Nvt De exacte inbreng per partij is tevens opgenomen in de begroting. Een omschrijving van de activiteiten waarop partners bijdragen aan het CIV is opgenomen in bijlage 5.
│46
Overzicht bijlagen Bijlage 1: Samenvatting van regiovisie CIV Smart Technology Bijlage 2: Businessmodellen Bijlage 3: Rolbeschrijving organisatieonderdelen Bijlage 4: Profielschets programmamanager CIV Bijlage 5: Introductie van partners en omschrijving van bijdrage Bijlage 6: Sfeer impressie werkconferenties en werksessie
│47
Bijlage 1: Samenvatting regionale visie CIV Smart Technology De aanleiding voor het oprichten van een CIV Smart Technology komt voort uit een uitgebreide analyse van de regio. Deze is terug te vinden in de regiovisie, die is gebaseerd op een twintigtal rapporten en tal van interviews, werksessies en werkconferenties. In dit hoofdstuk volstaan we met een korte introductie op de aanleiding om het CIV Smart Technology op te richten. Wanneer u reeds bekend bent met de regiovisie kunt u dit hoofdstuk overslaan. Nationale ontwikkelingen Het Techniek Pact geeft een helder beeld van de uitdagingen waar Nederland, maar ook de regio van het CIV Smart Technology voor staat. Het stelt dat het tekort aan goed opgeleide technici de komende jaren oploopt. Daar zijn verschillende oorzaken voor:
Een grote groep oudere werknemers verlaat de arbeidsmarkt en te weinig jongeren kiezen voor een
technische opleiding. Te weinig jongeren komen na een technische opleiding daadwerkelijk in een technische baan terecht.
Er staan nog altijd werknemers met een technische achtergrond langs de kant – of zij dreigen langs de kant te komen staan – terwijl de vraag naar technici in bepaalde sectoren het aanbod overtreft.
Krapte kan leiden tot stijgende lonen. Dat maakt het weliswaar aantrekkelijker om in de techniek te werken, maar hogere loonkosten kunnen leiden tot verslechtering van de concurrentiepositie van bedrijven.
Het rapport ‘Smart Industry' beschrijft de transitie van de industrie naar een digitale wereld waarin ICT diep doordringt in alle facetten van het productieproces. Deze ontwikkeling vraagt volgens het rapport veel van medewerkers op het gebeid van kennis en vaardigheden. Het rapport benoemt onder andere belang van leven lang leren, multidisciplinariteit, nadruk op processen in plaats van enkel vakmanschap en geïntegreerd ICT doormiddel van technische ICT-ers. Uit een recente analyse van UWV komt een zelfde beeld naar voren. Met name in specifieke technische functies en ICT-functies is er weinig aanbod van personeel. UWV constateert dat door verdergaande innovatie en automatisering het door werkgevers gevraagde opleidingsniveau geleidelijk aan verschuift van de lagere naar de hogere mbo-niveaus. Met name de opleidingen in het cluster Techniek en Procesindustrie vormen een aandachtspunt. In deze sectoren zijn relatief goede kansen op werk, maar het aantal studenten neemt af. UWV stelt dan ook terecht: “Techniek biedt de beste kansen.” De stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) bevestigt dit beeld. Op de website www.kansopwerk.nl krijgen beroepen als Middenkader Engineering en ICT-applicatieontwikkelaar de hoogste score voor kansen op werk. Goed nieuws voor studenten, maar tegelijkertijd stelt dit bedrijven voor de uitdagingen die hierboven ook al zijn geschetst door het Techniek Pact. Regionale ontwikkelingen Bedrijfsleven In de regio van het CIV zien we vergelijkbare ontwikkelingen. Sommige trends zijn zelfs nog iets sterker doordat er in de regio relatief veel industriële bedrijven aanwezig zijn. Regionale werkgevers geven duidelijk aan dat het gewenste opleidingsniveau van afgestudeerde mbo-4-studenten te wensen over laat en onvoldoende is om aan de toekomstige technologische ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden. Er zijn en blijven te weinig mbo’ers met technische niveau-4-opleidingen. Bovendien beschikken afgestudeerde studenten over te weinig kennis en vaardigheden rondom Smart Technology. Het opleidingsniveau van zittend personeel en toekomstig personeel moet toenemen.
│48
Bedrijven geven verder aan dat de behoefte aan mbo’ers op niveau 2 en 3 afneemt. Er is een groeiende behoefte aan afgestudeerde mbo’ers op niveau 4 vanwege de toenemende complexiteit binnen de technologie. Er is behoefte aan “brede” vaardigheden en competenties. Hoewel sommige arbeidsmonitors een overschot laten zien aan werkzoekenden, spreken werkgevers in de regio duidelijk uit dat er een tekort is aan goed personeel. Er is dan ook sprake van een kwalitatieve frictie. De opkomst van Smart Technology zal deze frictie verder versterken, omdat nieuwe en bestaande medewerkers onvoldoende worden opgeleid in de kennis en vaardigheden van Smart Technology. Lokale overheden Lokale overheden willen binnen de regio graag aansluiten op het topsectorenbeleid. Op die manier kunnen ze verdere economische groei stimuleren en zich als regio meer profileren naar de eigen burgers en bedrijven, maar ook naar de rest van Nederland. Thema’s als ‘duurzaamheid’ en ‘omgaan met de vervangingsvraag door vergrijzing’ spelen hierbij een prominente rol. Lokale overheden zoeken hierin steeds nadrukkelijker de samenwerking met het bedrijfsleven en het onderwijs. ID College ID College onderkent de uitdagingen van het bedrijfsleven en ziet het als haar plicht om bij te dragen aan een oplossing. Het zoekt dan ook steeds meer de verbinding met het bedrijfsleven en probeert te komen tot structurele samenwerking. ID College wil het opleidingsaanbod actualiseren en inhoudelijk verbeteren en heeft hiervoor inmiddels een businesscase ontwikkeld. De opleidingen zullen daardoor beter aansluiten op moderne technologie. Ook de passie van studenten en docenten voor Smart Technology zal worden gestimuleerd. Het CIV kan als versneller van deze transitie van grote waarde zijn. Lokale PPS-en In de regio’s zijn meerdere samenwerkingsverbanden, waaronder publiek-private samenwerkingen, actief. Een overzicht van deze PPS-en staat in de regiovisie. In dit overzicht wordt tevens aangegeven hoe het CIV Smart Technology verbinding zoekt met deze PPS-en om te komen tot samenwerking dan wel kennisuitwisseling. Het CIV Smart Technology heeft onder andere nadrukkelijk aansluiting gezocht bij Masterplan MEI. Technologische versnelling Echte innovatie vindt vaak plaats op het snijvlak van twee of meerdere disciplines. Smart Technology brengt bestaande en nieuwe technologie samen. Snellere processoren, big data, Internet of Things, kunstmatige intelligentie en het toenemend aantal sensoren maken het belang en de potentie van Smart Technology almaar groter. De snelheid van veranderingen in techniek en ICT nemen de komende jaren alleen maar toe. Juist daarom draait het bij dit CIV om deze ontwikkeling: Smart Technology. Afbakening van de regio De primaire focus van het CIV Smart Technology is het gebied waarin de meeste partners zich bevinden, namelijk de cirkel Alphen aan den Rijn, Woerden, Gouda en Zoetermeer. Dit betreft de binnenste cirkel en deze regio wordt in dit document aangeduid als ‘onze regio’ of als ‘onze primaire regio’. De buitenste cirkel betreft het spreidingsgebied/wervingsgebied van ID College. Dit is tevens het gebied waarin veel van onze regionale partners uit de binnenste cirkel zaken doen. Dit gebied duiden we als ‘onze secundaire regio’.
│49
Bijlage 2: Businessmodellen
│50
│51
│52
Bijlage 3: Rolbeschrijving organisatieonderdelen CIV-partners CIV-partners bestaan uit ondernemingen, overheden en onderwijs. De CIV-partners komen twee keer per jaar samen in een algemene werkconferentie waarin wordt teruggeblikt en vooruitgekeken. Rol CIV-partners: Partners zijn de (maatschappelijke) aandeelhouders van het CIV.
Partners geven gezamenlijk richting, vorm en inhoud aan het CIV. Partners dragen bij aan stuurgroep, adviesgroep en projecten.
Stuurgroep De stuurgroep bestaat uit een afvaardiging van strategische partners en komt vier keer per jaar bij elkaar. De CIV-programmamanager sluit aan als gast bij de stuurgroep. Rol stuurgroep:
Vaststellen van de koers op hoofdlijnen en uitzetten van strategische kaders (inhoudelijk, financieel, juridisch) voor doorontwikkeling van het CIV Smart Technology.
Ambassadeur/promotor legt verbindingen binnen de regio, signaleert kansen en ontwikkelingen. Vaststellen meerjarig programma, jaarplan en begroting en jaarverslag CIV Smart Technology.
Goedkeuren van nieuwe projecten en assisteren bij het verzamelen van benodigde middelen, mensen en financiën.
Adviesgroep De adviesgroep bestaat uit een afvaardiging van strategische partners met inhoudelijke kennis van Smart Technology en komt vier keer per jaar bij elkaar. De CIV-programmamanager maakt deel uit van de adviesgroep. Rol adviesgroep:
Adviseren en input leveren vanuit inhoud m.b.t. jaarplan en begroting. Adviseren en input leveren vanuit inhoud m.b.t. nieuwe projecten.
Monitoren en bijsturen van voortgang, kwaliteit en impact van projecten met focus op de inhoud. Strategische ontwikkelingen afstemmen met experts uit beroepspraktijk (tweemaal per jaar).
Informeren van elkaar op strategische ontwikkelingen.
CIV-programmamanager De CIV-programmamanager geeft praktisch leiding aan het CIV Smart Technology. Rol programmamanager: Doorontwikkeling van CIV Smart Technology
Boegbeeld en aanspreekpunt voor ondernemingen, overheden en onderwijsinstellingen. Business development: acquisitie van relevante (regionale) partners.
CIV Smart Technology uitbouwen tot een duurzame PPS.
Uitvoering van plan van aanpak van het CIV Smart Technology
Stimuleren en faciliteren van de ontwikkeling van (nieuwe) projecten onder partners met aansluiting op drie pijlers.
Creëren van juiste randvoorwaarden voor hoog eindniveau (o.a. labs, faciliteiten, stages). Promotie van het CIV Smart Technology en (slimme) technologie in brede zin
Excellente samenwerking en kennisdeling onder partners in netwerk stimuleren en faciliteren.
│53
Doorlopende operationele activiteiten van het CIV Smart Technology
Onderhouden van contacten met partners. Monitoren en bijsturen van voortgang, kwaliteit en impact van activiteiten van het CIV Smart Technology.
Opstellen meerjarig programma, jaarplan en begroting en jaarverslag van het CIV Smart Technology. Bedrijfsvoering van het CIV Smart Technology (o.a. P/C-cyclus, personeelsbeleid, kwaliteitsborging, communicatie, promotie).
Projectleider/projectteam Projectteams voeren de activiteiten van het CIV uit. Projectgroepen bestaan uit partners van ten minste twee van de drie O’s. Projectteams komen afhankelijk van de fase waarin het project zit meer of minder vaak samen. Het projectteam kan worden aangestuurd door een projectleider. Rol projectteam:
Uitvoeren van de activiteit die bijdraagt aan de doelstellingen van het CIV Smart Technology. Rapporteren aan de programmamanager en de adviesgroep.
│54
Bijlage 4: Profielschets CIV-programmamanager De rol van de CIV-programmamanager is dermate cruciaal dat er een profielschets is opgesteld. De volgende vijf eisen zijn in de profielschets opgenomen: 1.
Ondernemend van natuur Ervaringen van andere CIV’s en CoE’s laten zien dat een ondernemende houding noodzakelijk is om de verbinding te kunnen leggen met het bedrijfsleven en om de uitdagingen – horend bij een PPS – te kunnen overwinnen.
2.
Programmamanagementvaardigheden Om de doelstellingen van het CIV te bereiken, is het feitelijk kunnen managen van een programma van groot belang. Hieronder vallen onder andere het coördineren en aansturen van projectleiders en -teams, het monitoren en bijsturen van de voortgang, de kwaliteit en impact, de communicatie en promotie.
3.
Onderwijskennis en -ervaring Omdat de primaire activiteiten te maken hebben met het ontwikkelen en uitvoeren van onderwijs is kennis en ervaring in het onderwijs van groot belang.
4.
Regionaal netwerk met sterke netwerkcompetenties Aangezien het CIV een regionaal centrum is en er contacten met ondernemingen, overheden en onderwijs moeten worden gelegd, zijn een bestaand regionaal netwerk of ten minste sterke netwerkcompetenties onontbeerlijk.
5.
Technische achtergrond of duidelijke affiniteit met techniek Om het gesprek aan te kunnen met docenten, ondernemers en professionals is een technische achtergrond een pre. Affiniteit met techniek en Smart Technology zijn in het bijzonder van belang om passie en energie over te kunnen brengen op partners en andere partijen.
│55
Bijlage 5: Introductie van partners
Bedrijven Partner
Omschrijving kernactiviteiten
Omschrijving bijdrage aan CIV
Bosch / www.boschrexroth.com
Als globale partner ondersteunt Bosch Rexroth de wereldwijde machine- en installatiebouw met technologische topprestaties en een unieke kennis van de desbetreffende sector. Meer dan 38.000 medewerkers wereldwijd werken aan veilige en milieuvriendelijke oplossingen op maat. Bosch Rexroth zorgt vooral voor een eenvoudige omgang met technologie-overkoepelende automatiseringsoplossingen: dankzij voorgedefinieerde functionaliteiten en algemene engineering-tools.
Bijdrage aan:
Complex is in 1998 opgericht en sindsdien uitgegroeid tot een middelgroot installatiebedrijf met klanten in midden- en kleinbedrijf, gemeentelijke overheden, rijksorganen, bouwwereld, aannemerij en luxe woningbouw. Complex E-techniek B.V. is een erkend installatiebedrijf dat oplossingen biedt op het gebied van elektrotechniek, beveiliging, ICT- en telecom en klimaat. Wij zijn een totaalinstallateur die meedenkt met onze relaties en alle mogelijke oplossingen bedenkt voor technische vraagstukken waar onze klanten mee verder kunnen.
Bijdrage aan:
Croda is wereldwijd een groeiende en dynamische leverancier van speciale halffabricaten gebaseerd op natuurlijke oliën en vetten. Deze producten worden verwerkt in onder andere coatings, plastics, smeermiddelen, polymeren, wasmiddelen en persoonlijke verzorgingsproducten.
Bijdrage aan:
Electude is sinds 1994 actief met het geven van nascholingstrainingen voor verschillende bedrijven in de Automotive-sector.
Bijdrage aan:
Complex / www.complex.nl
Croda www.croda.com
Electude / www.electude.nl
-
-
-
Onderwijsontwikkeling Ondersteuning onderwijsuitvoering Promotie Netwerkactiviteiten Deelname stuurgroep Deelname adviesgroep
Onderwijsontwikkeling Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
Onderwijsontwikkeling Ondersteuning onderwijsuitvoering Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
Grote bijdrage aan de onderwijsontwikkeling en substantiële bijdrage aan de Fieldlabs
Wij verzorgen de Branche Opleidingen Motovoertuigentechniek bestaande uit alle opleidingen voor monteurs en op het gebied van
│56
elektronica en diagnose. Daarnaast kunnen monteurs in de autoschadebranche bij Electude hun deelcertificaten voor het nieuwe functieprofiel van Autoschadetechnicus behalen. Allemaal via onze unieke elearning methode Argo.
Fenelab / www.fenelab.nl
Fenelab is dé branchevereniging voor geaccrediteerde laboratoria en kalibratie- en inspectieinstellingen in Nederland. Fenelab verenigt private en publieke bedrijven en instellingen die actief zijn op het vakgebied van meten, testen, inspecteren en onderzoeken. Fenelab maakt zich sterk voor de gemeenschappelijke belangen van de leden op het gebied van o.a. accreditatie, kalibratie, normering, onderwijs & arbeid, arbo en public relations. Fenelab vertegenwoordigt: -
FLEC Nederland BV / www.flecnederland.nl
-
Onderwijsontwikkeling Grote bijdrage aan de fieldlabs Ondersteuning onderwijs uitvoering Promotie Netwerkactiviteiten Optie: deelname aan stuurgroep
meer dan 80% van de private labs ruim 5,5 miljard omzet ruim 5.000 full time arbeidsplaatsen
FLEC Nederland Na de oprichting in 1986 is FLEC Nederland bekend geworden in het onderwijs als adviseur over en leverancier c.q. producent van technische les ondersteunende materialen en meubilair. Met een breed scala aan gangbare producten in ons assortiment kunnen wij veel aanvragen direct invullen, maar daarnaast ontwikkelen en produceren wij ook op maat naar klantenwens en leerlingniveau.
Microsoft Nederland / www.mircosoft.com
Bijdrage aan:
Meer dan 100.000 Microsoftcollega’s uit ruim 60 landen werken dagelijks aan het inlossen van onze belofte om iedereen zowel consumenten, MKB, grootzakelijke bedrijven als overheden - te helpen het beste uit zichzelf te halen. Microsoft Nederland is verantwoordelijk voor de verkoop, marketing en ondersteuning van Microsoft-technologie in Nederland. Er werken 500 mensen in vaste dienst. Onze missie is om mensen en organisaties te helpen bij het verwezenlijken van hun doelen, dromen en ambities. Dat
Bijdrage aan: -
Onderwijsontwikkeling Promotie Netwerkactiviteiten
Bijdrage aan -
Ondersteuning onderwijsuitvoering Promotie Netwerkactiviteiten Deelname aan stuurgroep
│57
doen we door onze technologie vóór ze te laten werken. Zo leggen we de basis voor hun succes, dat van onze partners, en dat van onszelf. Siemens NV / www.siemens.nl
SMC pneumatics / www.smc.eu
Technolution / www.technolution.nl
In Nederland is Siemens al actief vanaf 1879. Met een omzet van ruim € 1,0 miljard en bijna 3000 medewerkers behoort de Siemens Groep tot de grootste onderneming op elektrotechnisch en technologisch gebied in ons land. In Nederland levert Siemens Nederland N.V. zowel producten, systemen, installaties als diensten. Het gevarieerde leveringsprogramma bestrijkt vrijwel alle terreinen van de elektrotechniek en de elektronica. SMC Pneumatics BV is onderdeel van het wereldwijd opererende SMC Corporation. SMC Corporation heeft 15.000 werknemers en een omzet van 3,9 miljard dollar. SMC is vertegenwoordigd in 67 landen en heeft productiefaciliteiten in 27 verschillende landen. In ons programma zitten meer dan 11.000 basisproducten die in zo'n 630.000 uitvoeringen leverbaar zijn. SMC is op wereldschaal de grootste leverancier van pneumatische componenten. SMC is continu op zoek naar nieuwe toepassingen en ontwerpt voortdurend producten met hogere prestatieniveaus. Technolution is een technologiepartner voor organisaties uit verschillende domeinen. Onze organisatie telt 150 collega’s. Een van onze kernwaarden is ‘groeien door klein te blijven’. Daarom bestaat onze organisatie uit drie netwerkgroepen die samenwerken, elk vanuit zijn eigen expertise. De groepen versterken elkaar en werken grensoverschrijdend. Kennis en professionals worden uitgewisseld om tot een optimale oplossing te komen voor onze klanten. Wij maken de vertaalslag van uw business naar een goed passende technologische oplossing.
Bijdrage aan: Grote bijdrage aan onderwijsontwikkeling Fieldlabs Ondersteuning onderwijsuitvoering Promotie Netwerkactiviteiten Deelname aan stuurgroep Projectleider
Bijdrage aan: Onderwijsontwikkeling Ondersteuning onderwijsuitvoering Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
Bijdrage aan: -
Ondersteuning onderwijsuitvoering Promotie netwerkactiviteiten
│58
2sides / www.2sides.nl
2Sides Education is opgericht in juli 2009 en is als Cisco specialist volledig gespecialiseerd in het geven van trainingen en advies op het gebied van ICT in het algemeen en netwerken in het bijzonder.
Bijdrage aan: -
Unica Industrial Projects / www.unica.nl
Van den Pol Elektrotechniek BV / www.vandenpol.com
Van Dorp Installaties BV / www.vdi.nl
Grote bijdrage aan de onderwijsontwikkeling Fieldlabs Ondersteuning onderwijsuitvoering Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
Unica is al 80 jaar een zelfstandige technische dienstverlener met specifieke kennis en ervaring van en in de industrie. Met 7 gespecialiseerde business units en ruim 1550 toegewijde medewerkers is Unica een solide partner voor technische installaties voor de proces- en de maakindustrie in de waterbranche. Bovendien is Unica door haar landelijke spreiding van 14 vestigingen altijd dichtbij. Unica Industrial Projects ontzorgt de procesindustrie, waterbranche en maakindustrie met nieuwbouw, upgrades en migraties van technische installaties. Efficiëntie, Duurzaamheid en veiligheid staan voorop. In alle takken van de industriële branche kunt u Unica tegenkomen.
Bijdrage aan:
In 1935 begonnen als klein familiebedrijf en inmiddels uitgegroeid tot een grote speler in de markt. Van den Pol is sterk in verschillende branches: utiliteitsbouw, beveiliging en ICT, gebouwbeheer, industriële automatisering, retail en woningbouw. Door onze jarenlange ervaring zijn we specialist in alle elektrotechnische installaties en zijn we toonaangevend in de verschillende branches.
Bijdrage aan:
Van Dorp Installaties is een landelijk werkende totaalinstallateur. Het bedrijf heeft 13 vestigingen en telt circa 900 medewerkers. Als totaalinstallateur biedt Van Dorp een totaalpakket aan technische diensten. Alle techniek in gebouwen wordt zelfstandig ontworpen, gerealiseerd en beheerd.
Bijdrage aan:
-
-
-
Grote bijdrage aan onderwijsontwikkeling Ondersteuning onderwijsuitvoering Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
Onderwijsontwikkeling Ondersteuning onderwijsuitvoering Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
Onderwijsontwikkeling Ondersteuning onderwijsuitvoering Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
│59
Koepelorganisaties Partner
Omschrijving kernactiviteiten
Omschrijving bijdrage aan CIV
FME / www.fme.nl
FME is Nederlands grootste ondernemersorganisatie in de technologische industrie. FME is actief belangenbehartiger voor haar leden op nationaal en internationaal niveau, biedt dienstverlening aan individuele lidbedrijven en aan clusters van lidbedrijven en ondersteuning aan 105 brancheorganisaties.
Bijdrage aan:
Koninklijke Metaalunie is de ondernemersorganisatie voor het midden- en kleinbedrijf in de metaal en telt landelijk meer dan 13.000 leden in alle sectoren van de metaal en techniek.
Bijdrage aan:
OTIB is het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf. De technische installatiebranche is met bijna 10.000 werkgevers en ruim 120.000 werknemers één van de grootste branches van Nederland. OTIB ondersteunt werkgevers en werknemers uit de branche bij het (verder) ontwikkelen van hun kennis en vakmanschap. Ook wil OTIB jong en oud kennis laten maken met de branche.
Bijdrage aan:
De RHID is dé ondernemerskring van Gouda en omstreken. Zij is in 1980 opgericht en meer dan 110 Goudse bedrijven zijn lid. De RHID werkt aan een goed ondernemersklimaat in Gouda. Zij behartigt de belangen van haar leden in allerlei overlegstructuren met de overheid en maatschappelijke organen. Onder andere met de gemeente, de Kamer van Koophandel, VNONCW en andere ondernemersverenigingen in de regio. Veelal gaat het dan om de verbetering van bestaande of de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsterreinen en om infrastructuur.
Bijdrage aan:
Metaalunie / www.metaalunie.nl
OTIB / www.otib.nl
RHID / Goudse Ondernemers / www.rhid.nl
-
-
-
-
Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
Promotie netwerkactiviteiten
│60
Samenwerkende Ondernemingsverenigingen Gouda
In de Goudse binnenstad is de S.O.G. als overkoepeling van de daar gevestigde ondernemers actief als spreekbuis, als belangenbehartiger en als aanjager van nieuwe initiatieven. Verderop in deze website wordt aandacht besteed aan de meest belangrijke zaken waarmee de S.O.G. bezig is.
Bijdrage aan:
Woerdens Techniek Talent
Woerdens Techniek Talent is een samenwerkingsverband van bedrijven en onderwijsinstellingen uit de regio Woerden, de gemeenten Montfoort, Oudewater, Bodegraven-Reeuwijk en Woerden.
Bijdrage aan:
-
-
Promotie netwerkactiviteiten
Promotie Netwerkactiviteiten Deelname stuurgroep Deelname adviesgroep Projectleider
Onze doelstelling is de instroom van leerlingen in het technisch onderwijs te bevorderen en de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs te verbeteren. Woerdens Techniek Talent maakt jongeren enthousiast voor techniek. In ons dagelijks leven is techniek overal. Daarom is leren en werken in de techniek voor iedereen uitdagend en boeiend.
│61
Gemeenten Partner
Omschrijving kernactiviteiten
Omschrijving bijdrage aan CIV
Gemeente Alphen ad Rijn / www.alphenaanderijn.nl
Alphen aan den Rijn is een gemeente in de Nederlandse provincie ZuidHolland, aan de Oude Rijn tussen Leiden, Gouda, Bodeg raven en Ter Aar. Buiten de grootste plaats binnen de gemeente, Alphen aan den Rijn, bestaat de gemeente uit de kernen Aarlanderveen, Benthuizen , Boskoop, HazerswoudeDorp, HazerswoudeRijndijk,Koudekerk aan den Rijn en Zwammerdam. De oppervlakte van de gemeente Alphen aan den Rijn bedraagt 132,49 km², waarvan 5,91 km² water. Per 1 mei 2014 had de gemeente een inwoneraantal van 107.117 (CBS).
Bijdrage aan: -
Promotie Netwerkactiviteiten
Burgemeester van Alphen aan den Rijn is sinds 15 december 2014 de in Alphen geboren Liesbeth Spies (CDA). De wethouders vertegenwoordigen het CDA (2x), Nieuw Elan, VVD en de Christen Unie. Gemeente Gouda / www.gouda.nl
Gouda is een stad en gemeente in de provincie ZuidHolland in Nederland. De stad ligt in het stedelijk gebied de Randstad en is in inwonertal de 48e gemeente van Nederland en de 12e gemeente van ZuidHolland. De gemeente telt 70.939 inwoners (1 mei 2014, CBS) op een grondgebied van 16,92 km². Gouda heeft een regiofunctie binnen het Groene Hart, waar het qua inwoners de op één na grootste gemeente is.
Bijdrage aan:
-
Promotie Netwerkactiviteiten Deelname stuurgroep Deelname adviesgroep Projectleider beschikbaar
De burgemeester van Gouda is sinds december 2012 Milo Schoenmaker (VVD). Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 werd een college gevormd van vijf partijen: D66, Gouda Positief, Partij van de Arbeid, VVD en GroenLinks. Gemeente Woerden / www.woerden.nl
Woerden is een stad en gemeente in het westen van de Nederlandse provincie Utrecht, in het oosten van het Groene Hart. De gemeente bestaat uit de kernen Woerden, Harmelen, Kamerik en Z egveld. De gemeente Woerden heeft 50.593 inwoners (1 mei
Bijdrage aan: -
Promotie Netwerkactiviteiten Projectleider
│62
2014, CBS) en de stad Woerden heeft 36.310 inwoners (1 januari 2014). Het College van burgemeester en wethouders bestaat uit: Burgemeester Victor Molkenboer (PvdA) en vijf wethouders die de partijen D66, Progressief Woerden, ChristenUnie/SGP, VVD en STERK Woerden vertegenwoordigen. Gemeente Zoetermeer / www.zoetermeer.nl
Zoetermeer is een gemeente in de provincie ZuidHolland in Nederland. De gemeente Zoetermeer maakt deel uit van het kaderwetgebied Haaglanden e n de Metropoolregio RotterdamDen Haag, en telt 123.784 inwoners (1 mei 2014, CBS) op een grondgebied van 37,06 km². In 1962 werd Zoetermeer aangewezen als groeikern van Den Haag. In korte tijd is het dorp Zoetermeer in inwoneraantal uitgegroeid tot de derde gemeente van de provincie Zuid-Holland.
Bijdrage aan:
-
Promotie Netwerkactiviteiten Deelname Stuurgroep Projectleider beschikbaar
Per 3 september 2012 is Charlie Aptroot (VVD) de burgemeester van de gemeente Zoetermeer. De wethouders vertegenwoordigen : LHN, D66 (2x) VVD en PvdA RPA Rijn Gouwe www.rparg.nl
In 2006 is in de regio Rijn Gouwe een Leerwerkloket opgericht. De regio Rijn Gouwe bestaat uit Holland Rijnland (Lisse, Leiden en Alphen ad Rijn) en Midden-Holland (Gouda e.o.). Het is het gebied met de meeste MKB bedrijven. 80% van alle bedrijvigheid zit in het MKB en dan vooral in de brede maakindustrie (Techniek, metaal, ambachten etc.) RPA Rijn Gouwe wil in een onafhankelijk orgaan een inspirerende ontmoetingsplaats zijn op de arbeids- en onderwijsmarkt van de regio Rijn Gouwe. Het platform wil lokale, sectorale en regionale partijen die in actief zijn in het werkgebied stimuleren en versterken bij het gezamenlijk oplossen van discrepanties met betrekking tot vraag en aanbod van de lokale arbeids- en onderwijsmarkt.
Bijdrage aan: -
Promotie Netwerkactiviteiten Deelname stuurgroep
│63
VMBO – MBO – HBO Partner
Omschrijving kernactiviteiten
Omschrijving bijdrage aan CIV
Da Vinci College / www.davinci.nl
We bieden verspreid over de regio (o.a. Ridderkerk, Zwijndrecht, Dordrecht) diverse mboopleidingen aan in uiteenlopende branches en verzorgen bedrijfsopleidingen en trainingen voor volwassenen. Daarnaast bieden we educatie- en inburgeringsopleidingen, vavo en enkele hbo-opleidingen aan.
(niet subsidiabele bijdrage)
De Haagse Hogeschool bestaat uit faculteiten, lectoraten en diensten. Een overzicht hiervan staat in het organogram. Ruim 25.000 studenten volgen in, vier vestigingen, een bachelor, een master of post-hbo-opleiding. Er werken ruim 1900 medewerkers op De Haagse Hogeschool, waarvan 65% in een onderwijzende en 35% in een ondersteunende functie.
Bijdrage aan:
ID College is een regionaal opleidingscentrum met vestigingen in Alphen aan den Rijn, Gouda, Katwijk, Leiden, LeidschendamVoorburg, Woerden en Zoetermeer. Behalve middelbaar beroepsonderwijs verzorgen we ook cursussen voor volwassenen.
(niet subsidiabele bijdrage)
HHS, De Haagse Hogeschool / www.dehaagsehogeschool.nl
ID College / www.idcollege.nl
-
-
Substantiële bijdrage aan Onderwijsontwikkeling Excellent netwerk Deelname stuurgroep Projectleider
Kwantiteit (doorstroom agenda) Promotie Netwerkactiviteiten Deelname adviesgroep
Penvoerder van de subsidieaanvraag
De letters ID staan voor individualiteit en identiteit. Studenten leren bij ons niet alleen een vak, maar ontwikkelen zich ook persoonlijk en leren hun weg te vinden in de maatschappij. Hogeschool Utrecht / www.hu.nl
Aan Hogeschool Utrecht zijn zo’n 3.500 medewerkers en 36.500 studenten verbonden, verdeeld over zes faculteiten en twee steden: Utrecht en Amersfoort. We hebben een breed opleidingsaanbod dat vrijwel alle beroepssectoren bestrijkt en zijn een van de grootste aanbieders van post-initieel onderwijs en masterstudies. Het uitgangspunt van onze werkzaamheden: de beroepspraktijk.
│64
Oranje Nassau College / www.onc.nl
Schoonhovens College / www.schoonhovenscollege.nl
SCZ / www.scholencombinatiezoeterm eer.nl
Het Oranje Nassau College Zoetermeer is een brede scholengemeenschap met twee vestigingen. Het ONC maakt deel uit van de Unicoz onderwijsgroep. De Unicoz onderwijsgroep is de grootste onderwijsorganisatie in Zoetermeer en omstreken. Het bestaat uit 23 basisscholen (waaronder een school voor speciaal basisonderwijs) en het ONC.
Bijdrage aan:
Het Schoonhovens College biedt onderwijs van vmbobasisberoepsgericht tot en met (tweetalig) vwo. Het geeft ruimte aan de talenten van leerlingen en bereidt leerlingen voor op hun plek in de maatschappij vanuit een veilige, kleinschalige setting.
Bijdrage aan:
Het SCZ vormt samen met Het Atrium (school voor praktijkonderwijs) de Stichting Stedelijk Voortgezet Onderwijs Zoetermeer (SSVOZ).
Bijdrage aan:
-
-
-
Kwantiteit (doorstroom) Promotie Netwerkactiviteiten Deelname Stuurgroep
Kwantiteit Promotie Netwerkactiviteiten
Kwantiteit Promotie Netwerkactiviteiten
De school aan het Van Doornenplantsoen heet het Stedelijk College en de scholen aan de Paltelaan en Schubertrode Picasso Lyceum. Eigen scholen met een eigen karakter en een eigen naam! Het Picasso Lyceum is een school voor gymnasium, atheneum, havo en TOPmavo. Het Stedelijk College is een school voor VMBO opleidingen.
VMBO de Meander / www.demeandergouda.nl
De Meander is een VMBO gevestigd in Gouda. De Meander is een vakcollege. We werken samen met het MBO en het bedrijfsleven.
Bijdrage aan: -
Kwantiteit Promotie Netwerkactiviteiten
│65
Bijlage 6: Sfeerimpressies werkconferenties en werksessie Eerste werkconferentie op 25 november 2014 bij de Rabobank Gouda
│66
Werksessie 11 december 2014 bij ID College Gouda
│67
Tweede werkconferentie op 15 januari 2015 bij Unica in Bodegraven
│68