CBS Arbojaarverslag 2009-2010 en Plan van Aanpak 2011-2012 Arbojaarverslag 2010 Arbo-commissie De Arbo-commissie leden CBS 2009-2010: Mevr. Francis Claus (Vz), Dr. Gerard Verkleij, Ing. Jos Houbraken, Dhr. Eric Freund en Drs. Arien van Iperen. BVF: Dr. Ewald Groenewald Preventiemedewerker: Mevr. Francis Claus Hoofd BHV: Dhr. Eric Freund Veiligheidsadviseur ADR: Mevr. Francis Claus
Plan van Aanpak 2009-2010 Op het gebied van ARBO hebben in de jaren 2009-2010 hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden bij het CBS: Afgewerkte punten 2009-2010 betreffende Arbobeleidsonderwerpen 1.5.1 1.5.2
- Informatie over werkstress is geplaatst op Intranet, tevens volgt de Preventiemedewerker de opleiding Stresscounselor. - In 2010 is er een introductieprogramma gestart voor nieuwe medewerkers, gasten, studenten en stagiaires welke verplicht is om te volgen; men wordt persoonlijk uitgenodigd. Een kopie van de uitnodiging gaat naar de leidinggevende, stagebegeleider of naar de medewerker die verantwoordelijk is voor de begeleiding van gast(en). In het introductieprogramma wordt ingegaan op de huisregels, verantwoordelijkheden van de medewerker zelf, het werken met Biologische Agentia, GMO’s en gevaarlijke stoffen. Tevens krijgt met informatie over het werken in moleculaire en de microbiologische ruimten en wordt men wegwijs gemaakt over de werking van intranet waar men alle gegevens kan terugvinden en nazien. - In 2010 zijn we begonnen met het geven van een cursus werken met gevaarlijke stoffen. Deze cursus wordt zo nodig herhaald. 1.7.1 - Er is een protocol opgesteld, hoe te handelen na ontvangst van een ongevallenformulier. Na ontvangst van een ongevallenformulier wordt deze eerst geregistreerd door de preventiemedewerker en een kopie wordt gestuurd naar de leidinggevende en/of verantwoordelijke medewerker. Zij worden verantwoordelijk gesteld voor het aanpassen van protocollen, nemen van voorzorg maatregelingen, behandelen in het werkoverleg en het geven van voorlichting om herhaling te voorkomen. 1.10.1 - Voor de milieuvergunning is een inkoopformulier opgesteld waarin aandacht wordt besteed aan het inkopen van gevaarlijke stoffen. Tevens het gebruik van stoffen die op de zwarte stoffen lijst staan wordt hiermee onder de aandacht gebracht zodat er eerst naar alternatieven gekeken wordt.
Tijdens het introductieprogramma worden medewerkers ervan op de hoogte gebracht dat een werkplekonderzoek cq aanpassingen aan de werkplek door de preventiemedewerker kunnen worden uitgevoerd. 1.11.3 - Er is een alleen werken beleid opgesteld en deze is op Intranet geplaatst. Medewerkers worden hier tijdens het introductieprogramma op gewezen. 1.12.3 - Registratie van CRM stoffen vond al plaats en werkt goed. Nieuwe medewerkers worden tijdens het introductieprogramma hierop gewezen. 1.13.1 - Het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen is opgenomen in de huisregels. Deze staan op intranet en nieuwe medewerkers worden tijdens het introductieprogramma hierop gewezen.
Afgewerkte punten 2009-2010 betreffende Arborisico’s (feitelijke arbeidsomstandigheden) 3.3.1
4.1.3 4.7.1 4.7.2
4.7.4
4.7.5 5.3.1
- Tijdens het introductieprogramma worden medewerkers ervan op de hoogte gebracht dat een werkplekonderzoek cq aanpassingen aan de werkplek door de preventiemedewerker kunnen worden uitgevoerd. Hierbij wordt ook het beeldschermwerk aangegeven. Ook wordt er de aandacht op gevestigd dat medewerkers voldoende pauzes moeten nemen bij vooral repeterende werkzaamheden. - Punt is afgevoerd - Stickers zijn geplaatst op de gasleidingen en bij de afsluitknop is een vermelding geplaatst dat na gebruik het gas afgesloten moet worden. – Tijdens het introductieprogramma worden medewerkers ervan op de hoogte gebracht een van hun verplichtingen volgens de Arbowet is dat zij ordelijk en netjes moeten werken. Flexwerken is gezien de werkzaamheden binnen een laboratorium bijna niet mogelijk maar daar waar wel mogelijk wordt dit op kleine schaal gedaan. Opruimrondes worden regelmatig uitgevoerd. Werkgroepleiders, lab en ruimteverantwoordelijken zijn hiervoor verantwoordelijk. - In laboratoriumruimtes zijn alleen nog maar goed afneembare stoelen aanwezig. Op advies van Arbo-Achmea is gekozen voor Grahl stoelen binnen de afdeling collectie omdat de analisten van deze afdeling de gehele dag van de stoelen gebruik maken. Oudere stoelen zijn waar nodig vervangen. Bij nieuwe medewerkers/gasten/stagiaires wordt standaard een goede, eventueel nieuwe, stoel geplaatst. Wanneer nodig worden er tafels geplaatst die d.m.v. zwengels in hoogte verstelbaar zijn. Medewerkers kunnen dit verzoek bij hun leidinggevende neerleggen. Dergelijke tafels zijn reeds geplaatst bij de afdeling Sales van het CBS. - In 2010 is een NEN 3140 inspectie uitgevoerd voor het gehele complex met betrekking tot de laagspanningsinstallatie. De installatie is afgekeurd maar er zijn geen gevaarlijke situaties geconstateerd en vervolg acties worden uitgevoerd en vallen onder de verantwoording van de Technische Dienst cq Hubrecht instituut waardoor dit punt terecht hoort in het Plan van Aanpak Hubrecht instituut onder verantwoording van Hoofd Technische Dienst en de Milieu coördinator. De milieuvergunning afgegeven voor het CBS/Hubrecht complex vereist namelijk dat de installatie gekeurd wordt. Overigens hoeft de installatie niet elk jaar gekeurd te worden maar is deze afhankelijk van de toepassing en gebruiksfrequentie.
De punten van het plan van aanpak 2010 die nog niet (volledig) uitgevoerd zijn of die doorlopend zijn, zijn opgenomen in het plan van aanpak 2011-2012 Noot: • •
Op facilitair vlak onderhoud het Hubrecht Instituut het gebouw en levert hiervoor diensten aan het CBS Het CBS en het Hubrecht Instituut maken gezamenlijk gebruik maken van terrein, gebouw en BHV-ers hebben de volgende (bouw) activiteiten plaatsgevonden in samenwerking met het Hubrecht Instituut. Deze activiteiten zijn gecoördineerd door Eric Freund.
-
Uitbreiding Hubrecht, overkappen binnentuin Hubrecht Uitbreiding Hubrecht, Aanpassen armleuningen trappen Hubrecht/CBS complex Vernieuwen van traptredes CBS (versneld uitgevoerd door de evaluatie van een ongevallenformulier)
Ongevallen Er hebben zich in de jaren 2009-2010 een aantal kleine ongevallen voorgedaan waarbij geen ziekteverzuim heeft voorgedaan. Doordat een protocol is opgesteld om ongevallen te analyseren en (preventieve) maatregelen te nemen zijn er aanpassingen aan protocollen en aan trappen verricht. Vervoer van Gevaarlijke Stoffen Het CBS kan de volgende stoffen uit de ADR klassen ter vervoer aanbieden: UN 3373, Class 6.2 Biological Substances Cat. B UN 2814, Class 6.2 Biological Substances Cat. A. Het CBS voldoet aan de wettelijke eis om een veiligheidsadviseur in dienst te hebben echter voor het verzenden van UN 2814, Class 6.2 Biological Substances Cat. A. maakt het CBS gebruik van de vervoerder SGS die de verantwoordelijkheid voor het verzenden van UN 2814, Class 6.2 Biological Substances Cat. A. en het opstellen van de documentatie op zich neemt. UN 2814, Class 6.2 Biological Substances Cat. A. kan en mag ter vervoer worden aangeboden aan FedEx. In 2009-2010 zijn 116 vervoersopdrachten in 2009 en 108 vervoersopdrachten 2010 gegeven aan FedEx: Voor het vervoeren van UN 3373, Class 6.2 Biological Substances Cat. B. In 2009-2010 is 1 vervoersopdrachten gegeven aan SGS: Voor het vervoeren van UN 2814, Class 6.2 Biological Substances Cat. A. Er hebben zich tijdens het vervoer van de bovengenoemde stoffen zich geen calamiteiten voorgedaan.
Opzet Plan van Aanpak 2011-2012. Het plan van Aanpak is onderverdeeld in de Arbobeleidsonderwerpen en Arborisico’s (de feitelijke omstandigheden). Arbobeleid Een beleidsmatige aanpak van arbeidsomstandigheden heeft de volgende voordelen boven een ad hoc aanpak: • een betere kosten baten verhouding; • meer effectiviteit • een betere beheersing van de arbo activiteiten • meer efficiency Bovendien verplicht de Arbo-wet iedere werkgever tot het voeren van een arbobeleid. Op dit gebied geldt een aantal specifieke Arbowetverplichtingen, die in dit hoofdstuk aan de orde komen. In tabel 1 Plan van Aanpak CBS 2011-2012 betreffende de arbobeleidsonderwerpen wordt een korte beschrijving gegeven van de status, waarin zich de ontwikkeling en implementatie van het arbobeleidsonderwerp bevindt. Aansluitend wordt een advies gegeven hoe het beleid vorm gegeven kan worden. Per aanbeveling wordt aangegeven met welke prioriteit die het beste uitgevoerd zou kunnen worden. Voor het bepalen van de prioriteit is gebruik gemaakt van criteria als wettelijke verplichting, zwaarte van het verbeterpunt, (snelle) haalbaarheid, kosten/baten verhouding en logische volgorde. Er worden drie prioriteitsklassen gehanteerd: Prioriteit Hoog (H) Prioriteit Middel (M) Prioriteit Laag (L)
Op korte termijn realiseren. Op middellange termijn realiseren, dat wil zeggen opnemen in eerstvolgende jaarplan. Op langere termijn realiseren.
Status: Rood; nog geen aktie ondernomen Geel; mee bezig Groen; afgerond
Tabel 1 Plan van Aanpak CBS 2011-2012 betreffende de Arbobeleidsonderwerpen
1
Plan van Aanpak CBS 2011-2012 Arbobeleidsonderwerpen
Nr.
Beschrijving arbobeleidsonderwerpen
1.1
Arbobeleidscyclus Er is eerder een RIE uitgevoerd en er is een actueel plan van aanpak met jaarlijkse evaluatie. Er is een arbo&milieuverklaring maar er zijn geen meetbare doelstellingen op het gebied van arbeidsomstandigheden op papier gezet. Opvallend is dat een aantal actiepunten al lange tijd openstaan in het plan. Vanuit het Bureau van de KNAW is een arbomeerjarenplan opgesteld. Dit is niet verwerkt in het plan van aanpak.
1.1.1 1.2
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden ten aanzien van arbeidsomstandigheden staan omschreven in de huisregels. Echter toezicht door o.a. leidinggevenden wordt niet expliciet benoemd. Het betreft een KNAW breed protocol.
Advies / te nemen maatregel Pas met behulp van deze RIE het plan van aanpak aan (in overleg met medewerkers) en neem hierin meerjarendoelstellingen op en evalueer dit jaarlijks. Neem meetbare doelstellingen op in het plan van aanpak. Hierdoor wordt het effect van de inspanningen beter meetbaar. Geef ook aan waarom er voor gekozen wordt punten niet op te pakken. Neem alle jaarlijks terugkerende activiteiten op in het plan van aanpak. Dit maakt het inzichtelijk wat er periodiek gebeurt om de werksituatie veilig te houden. Neem in de huisregels expliciet de rechten en plichten ten aanzien van juist gedrag en toezicht op.
Prioriteit
Actiehouder(s)
Realisatietermijn
H
Arbocommissie
2011
L
KNAW Directie CBS
2011
1.2.1
1.2.2
De algemene taken van een preventiemedewerker staan Pas de TBV van de preventiemedewerker aan op op het Intranet van het CBS maar deze zijn niet de situatie bij CBS. Kijk ook naar de huidige en afgestemd op de situatie bij CBS. geraamde tijdsbesteding.
1.3
Ziekteverzuim- en re-integratiebeleid
1.4
Deskundige ondersteuning Er is geen beleid over het periodiek medisch onderzoek (PMO). Er is een aantal risico's zoals biologische agentia, gevaarlijke stoffen en fysieke belasting (lab- en kantoorwerk) waarbij periodiek onderzoek aan te bevelen is. Wel bestaat op centraal niveau (KNAW) het voornemen
1.4.1
Directie / PZ
Zie Bijlage Voorstel PMO. (nog niet ontvangen van Arbo Achmea Vitale) H
KNAW Arbodienst
?
Middelen
Effect / Evaluatie
Status
1.5 1.6
om een PMO psychosociale belasting / belastbaarheid uit te voeren. Voorlichting en onderricht
Samenwerking en overleg In werkoverleg komt arbo niet specifiek aan de orde.
1.6.1 1.6.2 1.7
1.7.2 1.8
1.8.1
1.8.2
1.8.3
Op facilitair vlak zoals onderhoud in het gebouw levert het Hubrecht lab een aantal diensten. Ongevallen en beroepsziekten Er zijn geen meldingen bekend van beroepsziekten. echter er zijn risico's die tot een beroepsziekte kunnen leiden: biologische agentia, kanker als gevolg van CRM, repeterende handelingen beeldschermwerk / lab werk, latexallergie of burn-out. Bedrijfshulpverlening Er is een bedrijfsnoodplan, samen met het Hubrecht Lab. Dit plan is actueel en goedgekeurd door de brandweer maar de restrisico’s* zijn onvoldoende benoemd bijv. het laten vallen van een fles chemicaliën. Zodoende is onduidelijk of de getroffen maatregelen/voorzieningen de gevolgen zoveel mogelijk beperken. *Wat zijn de gevolgen als er iets mis gaat in de normale bedrijfsvoering In het gebouw hangen calamiteiteninstructies en ontruimingsplattegronden in twee talen. Telefoons zijn voorzien van alarmnummers. Er worden ontruimingsoefeningen gehouden maar niet elk jaar. Dat is nodig gezien de specifieke risico’s maar ook de wisselende populatie (externen). Niet oefenen is o.a. dat medewerkers geen handelingen willen afbreken. Vanuit het management is er onvoldoende urgentie voor oefeningen. Medewerkers en externen weten onvoldoende wat te doen bij calamiteiten met gevaarlijke stoffen. Er zijn voldoende BHV-ers en EHBO-ers aanwezig. Periodiek worden opleidingen gevolgd. Er is echter een probleem met de aanwezigheidsregistratie. Hierdoor is niet bekend welke BHV-ers in het pand aanwezig zijn;
Zet arbo/verzuim standaard op de agenda. Kies bij voorkeur actuele onderwerpen. Maak notulen van belangrijke afspraken. Zie RI&E Hubrecht instituut
M
PM
2011
?
Achmea Arbo
2011
H
Arbo-Cie + Hoofd BHV
2011
H
Hoofd BHV
2011
H
Definieer de beroepsziektes
Beschrijf specifiek de restrisico’s in het noodplan bijv. vrijkomen infectieuze schimmelsporen, snijden glaswerk, brand(wonden) etc. Neem het oefenen op in de ontruimingsoefeningen.
Zorg ervoor dat er periodiek geoefend wordt. Leg de scenario's vast die kunnen optreden op de specifieke afdelingen (bijv. brandwond bij ampullen). Oefen calamiteiten ook op papier samen met Hubrecht. Besteed specifieke aandacht aan wat te doen bij calamiteiten met gevaarlijke stoffen. Neem dat expliciet op in de instructies.
Zorg dat het hoofd BHV op ieder moment een overzicht heeft van de BHV-ers die in het gebouw aanwezig zijn. Bespreek met de BHV-ers onderling op welke wijze de receptie en hoofd BHV weet wie
M
Hoofd BHV
2011
werkgroeplei ders informeren
het passysteem werkt niet goed. 1.9
1.9.1
Arbozorg voor derden Binnen het instituut werken veel buitenlandse onderzoekers. Niet allemaal zijn zij het Engels machtig. Uit gesprekken blijkt dat men aanneemt dat deze groep voldoende kennis heeft maar dat wordt niet getoetst. Buitenlandse onderzoekers worden altijd begeleid door een medewerker van het CBS.
1.10
Preventief beleid
1.11
1.11.1
1.11.2 1.12
1.12.1
1.12.2
1.12.4
Bijzondere groepenbeleid (leerlingen/zwangeren/allochtonen/ouderen Er is een nadere inventarisatie zwangeren uigevoerd. Bekend is welke risico’s er zijn voor zwangeren. Er is een rust/kolfruimte, tevens EHBO-ruimte. Volgens gebruikers ontbreekt daarin een goede stoel en is de ruimte niet gezellig Binnen de organisatie zijn een aantal oudere medewerkers met specifieke kennis. Er zijn al wel ideeën maar er is nog geen (KNAW- )beleid ten aanzien van ouderen. Aanvullende inventarisatieverplichtingen (NIV) Er is nog geen nadere inventarisatie persoonlijke beschermingsmiddelen uitgevoerd. Er worden met name diverse soorten handschoenen, brillen en kleding gebruikt. De registratie van gevaarlijke stoffen vindt plaats in GROS en wordt beheerd door de inkoper van Hubrecht. Vanuit CBS is er geen GROS-beheerder, ook is er geen inkijkfunctie in het systeem. Er is nog geen blootstellingbeoordeling uitgevoerd voor het werken met gevaarlijke stoffen. De inschatting is dat de blootstelling onder de grenswaarden zijn. Voor ethanol is dat onbekend. Er zijn medewerkers met klachten die met name eentonig repeterend laboratorium verrichten. Er is een procedure waar medewerkers met (beeldschermgerelateerde) klachten verwezen worden naar de bedrijfsarts. Ook krijgen medewerkers een werkplekonderzoek bij klachten. Ook hebben de medewerkers info gehad hoe de werkplek in te richten.
er in het pand zijn. Bedenk gezamenlijk praktische oplossingen. Neem in het introductieprogramma ook het peilen van het kennisniveau van de onderzoeker en kennis van de taal mee. Check altijd of de onderzoeker de juiste vaardigheden bezit. Geef van tevoren aan wat een buitenlandse onderzoeker wel /niet mag.
M
Werkgroeple ider/Gastenb egeleider
2011
L
PM
2011
H
Directie/MT
2011
M
PM
2011
L
Directie
2012
M
Directie/KNA W
2012
/mindervalide medewerkers) Plaats een goede stoel en laat de gebruikers de ruimte naar eigen inzicht inrichten.
Stel op KNAW niveau een ouderenbeleid op. Denk aan kennisborging en –overdracht, regelingen langer doorwerken etc.
Leg vast bij welke risico’s welk persoonlijke beschermingsmiddel gebruikt dient te worden en aan welke criteria deze moeten voldoen. Stel een eigen GROS-beheerder aan en zorg dat labverantwoordelijken het systeem kunnen inzien. Controleer jaarlijks per laboratorium het inventarissen stoffen en check dat met GROS.
Formuleer op KNAW-niveau een KANS beleid voor zowel laboratorium als kantoor. Leg daarin de nadruk op de rol van werkstress, werkhouding (afwisselen), taakinhoud en belang van bewegen/sport.
Er is echter geen preventief KANS*-beleid. Wel kunnen medewerkers gebruik maken van sportfaciliteiten en Beeldschermtachograaf. * Klachten Arm Nek Schouder 1.13
Beleid roken / alcohol / drugs / medicijnen
1.14
Beleid Psychosociale belasting (seksuele intimidatie, Er is een KNAW-breed beleid ten aanzien van psychosociale arbeidsbelasting. Dit beleid is met name gericht op ongewenste omgangsvormen en niet zo zeer op werkdruk/stress. Gegevens over de klachtenregeling en de vertrouwenspersoon zijn terug te vinden in het introductieboekje en op het intranet van CBS en KNAW. Er zijn geen incidenten bekend.
1.14.1 1.15
1.15.1
Toezicht leidinggevenden / gedrag medewerkers Over het algemeen weten de medewerkers welke risico’s ze lopen en werken ze mee aan het verbeteren van arbeidsomstandigheden. Hoewel er gedragsregels zijn opgesteld, worden deze niet altijd opgevolgd. Wat opvalt zijn rommelige werplekken, combi van kantoor- en onderzoekswerk, gebruik labkleding. Er wordt door leidinggevenden weinig actief toezicht gehouden op veilig werken. Dit wordt als eigen verantwoording van de medewerker gezien. Toezicht en gedrag worden niet genoemd in het huishoudelijke reglement (wel ten aanzien van biologische agentia).
pesten, agressie, geweld en werkdruk) Neem het onderwerp werkdruk op in het beleid. Voer een nader onderzoek uit naar de psychosociale arbeidsbelasting als onderdeel van een PMO. Op basis daarvan kan het beleid werkdruk vorm gegeven worden. Neem ook de structurele aandacht voor energiebronnen in het werk op (onderlinge sfeer, regel- en ontplooiingsmogelijkheden, autonomie, steun leidinggevende). Controleer periodiek potentieel gevaarlijke werksituaties (taak leidinggevende ondersteund door preventiemedewerker). Neem aandacht voor veilige en gezonde werkomgeving mee in de functioneringsgesprekken. Zet arbo op het werkoverleg. Bespreek ook de resultaten van de RI&E met de leidinggevenden. Leg ook toezicht vast (tweetalig). Bespreek deze voor implementatie met medewerkers.
M
Directie Arbo-cie
2012
PM + Groepsleiders M
2011
bijv een rondje over afdeling maken en op zaken wijzen
2 Arbo-risico’s (feitelijke arbeidsomstandigheden) In de tabel 2 Plan van Aanpak CBS 2011-2012 betreffende de arbo-risico’s worden de arbo-risico’s beschreven en beoordeeld. In de tabel wordt per risicorubriek aangegeven waar zich verbeterpunten voordoen, in welke risicoklasse het verbeterpunt is ingedeeld en welke aanbevelingen gedaan kunnen worden. Risico-evaluatie: de risicoklasse De grootte van een risico wordt bepaald door: • het mogelijke nadelige effect van een bepaalde arbeidssituatie (de grootte van het gevaar) • de kans op het optreden van dat effect: de kans is afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het ontstaan van de ongewenste situatie en de blootstelling aan de ongewenste situatie. Risicoklasse 1 Risicoklasse 2 Risicoklasse 3
Hoog risico Belangrijk risico Beperkt risico
In de bijlage vindt u de toelichting op de methode van de risicoklasse bepaling volgens Fine & Kinney. De risicorubrieken zijn hier in een systematische volgorde geplaatst in 4 thema’s: • Psychosociale arbeidsbelasting • Fysieke arbeidsbelasting • Arbeidsomgeving • Acute arbeidsgevaren. Elk thema is weer verder onderverdeeld in verschillende rubrieken. Status: Rood; nog geen aktie ondernomen Geel; mee bezig Groen; afgerond Noot: • Psychosociale arbeidsbelasting is niet meegenomen in de RI&E 2008 maar afgesproken is dat dit onderwerp in een vragenlijstonderzoek nader onderzocht zal worden. Indrukken vanuit de rondgang en gesprekken worden wel weergegeven.
•
De ruimten die gezamenlijk worden gebruikt met Hubrecht Laboratorium zoals receptie, kantine, Mediaruimte, TD worden in de rapportage van Hubrecht vermeld.
Tabel 2 Plan van Aanpak CBS 2011-2012 betreffende de Arborisico’s 2
Plan van Aanpak CBS 2011-2012 Arbo-risico’s
Nr. 2
Arbo-risico Psychosociale arbeidsbelasting Betreft de factoren seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die stress teweeg kunnen brengen. Met stress wordt een toestand bedoeld die als negatief ervaren lichamelijke, psychische of sociale gevolgen heeft. Werk vergt in meer of mindere mate een belasting van de menselijke psyche. Risico’s met betrekking tot psychosociale arbeidsbelasting worden in de navolgende deelthema’s besproken.
2.1
Arbeidsinhoud De wetenschappelijk onderzoekers hebben afwisselend en inhoudelijk uitdagend werk. Bij de laboranten is soms sprake van eentonig werk zoals pipetteren of enten. Dit is met name fysiek belastend.
2.1.1 2.2
Regelmogelijkheden
2.3
Emotionele belasting
2.4
Informatievoorziening: opdrachtinformatie en feedback
2.5
Arbeidsverhoudingen en communicatie
2.6
Werk- en rusttijden
Advies / te nemen maatregel
Laat de laboranten meer zelf de planning organiseren zodat ze eentonig werk kunnen afwisselen met ander werk. Spreek met leidinggevenden en medewerkers af hoe dit vorm wordt gegeven. Zie ook 3.4
RisicoKlasse (1,2,3)
3
Actiehouder(s)
PM+ Groepsleider s
Realisatietermijn
2011
Middelen
Effect / Evaluatie
Status
3
Fysieke arbeidsbelasting Werkhoudingen die langdurig volgehouden moeten worden, kunnen leiden tot spier- en gewrichtsklachten. Lichamelijke belasting komt voor bij langdurig staand werk en bij werkzaamheden in combinatie met een te hoge of te lage werkhoogte. Tillen, sjouwen, duwen en trekken kan leiden tot rug- en schouderklachten.
3.1
Tillen en dragen
3.2
Duwen en trekken
3.3
Werkhoudingen beeldschermwerk
3.4
Werkhoudingen niet-beeldschermwerk
Statische belasting ampullen branden
3.4.1 4
Hoge duimbelasting oogsten Kijk naar de mogelijkheden om repeterende handelingen meer te automatiseren/ uit te De laboranten verrichten handelingen die repeterend zijn besteden. Denk bijvoorbeeld aan een hulpmiddel en waarbij statische belasting optreedt, soms met bij het oogsten, het aanbrengen van een flexibeler leveren van specifieke kracht: slang en een handsteun bij het branden van • Labellen van droogbuisjes ampullen. • Ampullen afsmelten Zorg voor voldoende afwisseling tussen eentonige, • Enten langdurige handelingen. Maak een lijst welke werkzaamheden men als belastend ervaart en stel • Oogsten (spuit en filter) een maximale tijd vast dat dit verricht mag worden. Bekend is dat er klachten zijn bij analisten. Er is de Rooster ook pauzes in. Houd hier rekening mee in mogelijkheid voor de medewerker tot afwisseling maar de planning. dat wordt niet altijd gedaan. Fysieke arbeidsbelasting
2
Groepsleider s
2011
Werkhoudingen die langdurig volgehouden moeten worden, kunnen leiden tot spier- en gewrichtsklachten. Lichamelijke belasting komt voor bij langdurig staand werk en bij werkzaamheden in combinatie met een te hoge of te lage werkhoogte. Tillen, sjouwen, duwen en trekken kan leiden tot rug- en schouderklachten. 4.1
4.1.4
Gevaarlijke stoffen / Biologische agentia Alle laboratoriummedewerkers worden voor aanvang van hun werkzaamheden op de hoogte gebracht van de laboratoriumvoorschriften. De labverantwoordelijk houdt toezicht op het naleven van de voorschriften en het werken in zuurkasten (periodiek gekeurd). Er zijn voldoende voorzieningen zoals zuur- en flowkasten (periodiek gekeurd). Tijdens de rondgang viel op dat er veel werkoplossingen permanent op de werkplekken staan opgeslagen. In de praktijk wordt er weinig toezicht gehouden op gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en opslag/gebruik van gevaarlijke stoffen. Er wordt met kleine hoeveelheden gewerkt en bij het open werken met stoffen vindt dat plaats in zuurkasten. Inschatting door de arbeidshygiënist is dat blootstelling aan gevaarlijke stoffen via luchtwegen laag is. De huidblootstelling is onbekend maar kan door het niet structureel dragen van handschoenen een belangrijke route zijn. Er wordt veel met ethanol (70%) gewerkt als schoonmaakmiddel van werkoppervlakken. Ethanol is verdacht kankerverwekkend en heeft ook reprotoxische eigenschappen (zwangeren). Onbekend is of er periodiek controle op Legionella plaatsvindt in het gebouw. Er zijn een aantal tappunten waarbij Legionella vorming kan optreden.
4.2
Geluid
4.3
Trillingen (hand, arm, lichaam)
4.4
Straling
4.5
Klimaat
4.1.1
4.1.2
Houd meer toezicht op het naleven van de laboratoriumvoorschriften zoals dragen van labjas, handschoenen en veiligheidsbril. Houd werkvoorraden in het laboratorium beperkt. Zie 5.6.
Kijk naar een vervangend middel om grote oppervlakken schoon te maken.
Controleer of het beheersplan Legionella uitgevoerd wordt. Neem dit als standaard actiepunt op in het plan van aanpak.
3
Labverantwoordelijken + BVF
2011
2
Groepsleider s/ Labverantwo ordelijken
2011
3
Hoofd TD
2011
4.5.1
Op een aantal plekken zijn er klachten over het binnenklimaat. Op de begane grond komt dat vooral door de te hoge bezettingsgraad op de kantoren. Het ruimtegebrek is een bekend probleem. Ook het directiesecretariaat (bgg) heeft hinder van warmteoverlast vooral door het hoge glasoppervlak (zoninstraling). Tevens zijn er ruimtes waar men klaagt over koude. Dit zijn de entkamers op de begane grond waarin zich geen radiatoren bevinden.
4.6
Licht
4.7
Facilitaire voorzieningen (sanitair en hygiëne, meubilair, De nooddouches worden niet periodiek getest. Gasslangen worden wel periodiek vervangen. Er wordt niet periodiek een controleronde gelopen door de BHV waarin voorzieningen getest/gecontroleerd worden. Bij de afdeling collectie hangt met hun persoonlijke jas/kleding in de werkkamer. Om hygiënische redenen mogen deze jassen hier niet geplaatst worden. Acute arbeidsgevaren Acute arbeidsgevaren kunnen leiden tot ernstige en/of blijvende schade aan de gezondheid. In de navolgende deelthema’s worden mogelijke arbeidsrisico’s op dit gebied besproken.
4.7.3
4.7.6 5
5.1
5.1.2
Algemene veiligheid Opvallend is dat op de laboratoria de aanwezigen zich niet aan de voorschriften houden o.a. het dragen van de labjas. Vanuit de vorige RI&E zijn er een aantal facilitaire knelpunten die niet opgelost zijn: o.a. hoorbaarheid alarmsignalering, aanwezigheidregistratie in ruimte zonder ramen (Herbariumruimte, opslag vriesdroogruimte).
5.2
Mechanische veiligheid
5.3
Electrische veiligheid
5.4
Brandveiligheid
5.1.1
Neem dit aspect mee in de huisvestingsplannen waarin voldoende ruimte per persoon wordt opgenomen. Bekijk de mogelijkheden om de toevoer van verse lucht te vergroten (zonder tocht) in kantoorruimten. Plaats radiatoren in de entkamers.
3
Hoofd TD/ Directie
2011
ontspanningsruimten en vloeroppervlak Maak maandelijks een ronde door het gebouw aan de hand van een checklist en controleer / test daarbij de voorzieningen.
3
Hoofd TD
2011
Plaats een kapstok in de gang bij de collectie zodat medewerkers daar hun jassen kunnen ophangen.
3
PM
2011
3
PM + Dir
2011
2/3
TD + Dir
2011
Zie Gedrag en toezicht. Geef met pictogrammen op de toegangen aan dat kleding en bril verplicht zijn. Neem deze facilitaire knelpunten mee in de verbouwingsplannen.
5.4.2
Geen juiste vluchtweg Mol. Laboratorium. De nooddeur bij het Moleculair laboratorium gaat naar het dak maar er is van daar uit geen vluchtweg waardoor medewerkers vastlopen. In een aantal ruimten waar met aardgas gewerkt wordt (vriesdroogruimte), zijn geen specifieke adviezen ten aanzien van het afsluiten van de gasklep of gebruik van bij incidenten. Verder ontbreekt een instructie welke veiligheidsmaatregelen getroffen moeten worden bij bijv. ampullen smelten.
5.5
Explosieveiligheid
5.6
Chemische Veiligheid
5.4.1
5.6.1
5.6.2
De MSDS–bladen op de laboratoria geven niet specifiek aan welke PBM gebruikt moeten worden bij het hanteren. Er is vanuit de gang geen overzicht op de werkvloer in de LN ruimte. Bij alarm kan men van buiten de werkruimte niet zien of er medewerkers zich in deze ruimte bevinden.
Brander vriesdroogruimte Tref een voorziening waardoor men het dak kan verlaten (bijv. schuifladder) Plaats in ruimten met brandgevaar specifiek de instructie ten aanzien van het dichtzetten van de gaskleppen. Breng werkinstructies aan bij specifieke handelingen zoals ampullen smelten.
Pas bladen aan zodat helder is welke PBM’s geschikt zijn. Maak vooral gebruik van pictogrammen i.v.m. de Engelstaligen. Plaats spiegels links en rechts van de werkruimte zodat men de gehele werkvloer kan overzien.
2
Dir + TD
2011
3
PM + TD
2011
3
Grossmedeweker Labverantwoordelijken
2011
1
PM/TD
2011
Niet juist geëtiketteerde fles, mist pictogrammen. Niet alle flessen met oplossingen zijn juist geëtiketteerd.
5.6.2
5.6.3 5.7 5.7.1
Geen instructies. In de vriesdroogruimte wordt met gekoeld aceton gewerkt (cryogeen). Er is geen pictogram aanwezig, PBM en werkinstructie. De kans op blootstelling aan aceton is klein door de lage temperatuur. Sociale veiligheid Er is bij het CBS een verhoogde kans op terroristische aanslagen cq dreiging.
Teveel werkvoorraad. Werk Instructies moeten gegeven worden om met behulp van GROSS op de juiste manier te labelen. GROSS is door de KNAW aangeschaft en dient ervoor te zorgen dat instituten op de juiste manier ondersteund worden d.m.v het geven van trainingen.
3
Breng pictogrammen en een instructie aan (ook in het Engels).
Voer de geadviseerde maatregelen uit die vermeld staan in het rapport gemaakt door AIVD/Min O&W
Arbocoordin ator KNAW Labverantwo ordelijken
2011
Hoofd Lyofiel afdeling
1
Directie/ KNAW
2011