CBS Arbojaarverslag 2011- 2012 en Plan van Aanpak 2013-2014 Arbojaarverslag 2011-2012 Arbo-commissie: De Arbo-commissie leden CBS 2011-2012: Mevr. Francis Claus (Vz), Dr. Gerard Verkleij, Ing. Jos Houbraken, Dhr. Eric Freund en Drs. Arien van Iperen. BVF: Dr. Ewald Groenewald Preventiemedewerker: Mevr. Francis Claus Hoofd BHV: Dhr. Eric Freund Veiligheidsadviseur ADR: Mevr. Francis Claus, Mevr. Claus heeft in 2012 haar certificaat Veiligheidsadviseur ADR verlengd tot maart 2018 door het herhalingsexamen met goed gevolg te hebben volbracht. Iedere 5 jaar dient het herhalingsexamen gehaald te worden. Mevr. Claus heeft niet de functie van Veiligheidsadviseur ADR, zij treedt alleen op als veiligheidsadviseur voor het ter vervoer aanbieden van de volgende stoffen: UN 3373, Class 6.2 Biological Substances Cat. B en UN 2814, Class 6.2 Infectious substance, affecting humans and animals. De taken van een Veiligheidsadviseur ADR dienen nog te worden ingevuld door anderen. Gevaarlijke Stoffen Audit KNAW: Op 30 juli 2012 is er door Dhr H. van Emden (auditor) van de KNAW een Gevaarlijk Stoffen Audit gehouden op het CBS. De auditee was preventiemedewerker Mevr. F.B. Claus. Op 2 oktober 2012 heeft de preventiemedewerker een kopie van het Audit verslag van Dhr van Emden ontvangen. In dit auditverslag heeft Dhr. van Emden een aantal aanbevelingen gedaan. Op verzoek van de KNAW zijn de aanbevelingen welke nog niet door het CBS gerealiseerd zijn, in het plan van aanpak 2013-2014 meegenomen. Omdat er nog geen terugkoppeling heeft plaatsgevonden door de directie van het CBS met de auditee is er een reactie van de auditee op het verslag van Gevaarlijke Stoffen Audit als bijlage toegevoegd. Deze reactie is tevens een terugkoppeling naar de directie van het CBS.
Bijlage 1: Reactie op verslag Gevaarlijke Stoffen Audit
1
Ongevallen: 2011 - In het jaar 2011 hebben zich 3 kleine ongevallen voorgedaan welke geen ziekteverzuim hebben veroorzaakt of waarvoor vervolg behandelingen zijn nodig geweest. De ongevallen zijn gemeld en opgeslagen middels het ongevallen formulier. Melding bij de arbocoordinator KNAW en arbeidsinspectie was niet noodzakelijk omdat het geen ernstige voorvallen waren die tot directe ziekenhuisopname of blijvend letsel hebben geleid. De ongevallen zijn volgens protocol geanalyseerd en waar nodig, actie (direct) ondernomen. 2012 - In het jaar 2012 hebben zich 4 kleine ongevallen voorgedaan welke geen ziekteverzuim hebben veroorzaakt of waarvoor vervolg behandelingen zijn nodig geweest. De ongevallen zijn gemeld en opgeslagen middels het ongevallen formulier. Melding bij de arbocoordinator KNAW en arbeidsinspectie was niet noodzakelijk omdat het geen ernstige voorvallen waren die tot directe ziekenhuisopname of blijvend letsel hebben geleid. De ongevallen zijn volgens protocol geanalyseerd en waar nodig, actie (direct) ondernomen.
Vervoer van Gevaarlijke Stoffen: Het CBS kan de volgende stoffen uit de ADR klassen ter vervoer aanbieden: UN 3373, Class 6.2 Biological Substances Cat. B UN 2814, Class 6.2 Infectious substance, affecting humans Het CBS voldoet aan de WVGS (Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen) omdat zij een medewerker in dienst heeft die in het bezit is van het certificaat Veiligheidsadviseur ADR. Binnen het CBS heeft deze medewerker echter niet de functie Veiligheidsadviseur ADR. Voor het verzenden van UN 2814, Class 6.2 Infectious substance, affecting humans maakt het CBS gebruik van de vervoerder SGS die, als A status houder, de verantwoordelijkheid voor het vervoer van, en het opstellen van documentatie voor UN 2814, Class 6.2 Infectious substance, affecting humans op zich neemt. UN 3373, Class 6.2 Biological Substances Cat. B, kan en mag ter vervoer worden aangeboden aan FedEx. In 2011 zijn 174 vervoersopdrachten gegeven aan FedEx: Voor het vervoeren van UN 3373, Class 6.2 Biological Substances Cat. B. In 2012 zijn 170 vervoersopdrachten gegeven aan FedEx: Voor het vervoeren van UN 3373, Class 6.2 Biological Substances Cat.B. In 2011 zijn 4 vervoersopdrachten gegeven aan SGS: Voor het vervoeren van UN 2814, Class 6.2 Infectious substance, affecting humans In 2012 zijn 2 vervoersopdrachten gegeven aan SGS Voor het vervoeren van UN 2814, Class 6.2 Infectious substance, affecting humans Er hebben zich tijdens het vervoer van de bovengenoemde stoffen in 2011 en 2012 geen calamiteiten voorgedaan.
2
Afgewerkte punten PVA 2011-2012 betreffende Arbobeleidsonderwerpen (tabel 1 PVA): 1.1.1 Volgens Dhr Hans van Emden wordt een arbo-meerjarenplan niet meer door de KNAW opgesteld omdat de directie van de KNAW hier geen behoefte aan heeft. Her Arbo-meerjaren plan kan dus niet worden meegenomen in het plan van aanpak van het CBS. Wanneer mogelijk worden in het plan van Aanpak meetbare doelstellingen opgenomen. Het punt 1.1.1 is hiermee vervallen. 1.4.1. Volgens Dhr. Hans van Emden komt er geen voorstel vanuit de Arbodienst of KNAW betreffende het aanbieden van een PMO. Op de intranet pagina van het CBS staat vermeld dat medewerkers het recht hebben om een PMO uit te laten voeren. Wanneer een medewerker om een PMO verzoekt dan is het aan de bedrijfsarts van het CBS om uit te zoeken waaraan het PMO moet voldoen. Over een voornemen van de KNAW om een PMO uit te laten voeren voor psychosociale belasting is nooit enige informatie verstrekt door de KNAW. Het punt 1.4.1 is hiermee vervallen. 1.9.1. Er is een nieuw gasten formulier opgesteld voor buitenlandse onderzoekers waarin specifiek gevraagd wordt naar bewijs van ervaring van de onderzoeker, tevens wordt er geregistreerd wie verantwoordelijk is voor de supervisie, welke apparatuur gebruikt mag worden en of de buitenlandse onderzoeker alleen in het weekend aanwezig mag zien. De toegangspas tot het CBS wordt hiermee afgestemd. De formulieren worden beheerd door de management assistente. 1.11.1 Het punt is gedeeltelijk afgewerkt omdat er een stoel in de ruimte is geplaatst echter er heeft nog geen inventarisatie bij de (ex)zwangeren plaatsgevonden om de ruimte geschikter te maken en te voorzien van de juiste benodigdheden. Het feit dat de ruimte ook voor EHBO gebruikt moet worden kan voor problemen zorgen. Punt 1.11.1 is vervallen maar verplaatst naar nieuw punt 4.7.6 1.12.1 Medewerkers kunnen via de Gros Intranet module de MSDS (WIKs) inzien. Hierin staat vermeld welke PBM's zij verplicht zijn te gebruiken. Mocht een PBM niet beschikbaar zijn dan kunnen zij contact opnemen met de preventiemedewerker. Deze informatie staat vermeld op de CBS intranetpagina. Het inventariseren van de PBM''s is hierdoor niet meer relevant. 1.12.2 De Gezondheidsraad heeft gekeken in hoeverre een veilige norm vast te stellen is voor verschillende soorten biologische agentia: een grens waaronder geen risico’s optreden voor de gezondheid. Voor sommige soorten (agentia die toxische of allergische effecten veroorzaken) is dit in theorie mogelijk, maar ontbreken veelal gegevens om daadwerkelijk een veilige grens te bepalen. Voor agentia die infectieziekten kunnen veroorzaken zijn geen grenswaarden te bepalen, omdat er te weinig gegevens zijn over blootstelling en ziekte en de relatie daartussen. Een kopie van het Briefadvies over gezondheidskundige advieswaarden voor biologische agentia is bijgesloten. Dhr E. Louwerse van Arbo Achmea, die de Risico Inventarisatie heeft uitgevoerd in opdracht van de KNAW, heeft aangegeven dat: er bij het CBS wordt gewerkt met kleine hoeveelheden en dat bij het open werken met stoffen dit plaats vindt in zuurkasten. Inschatting door de arbeidshygiënist is dat blootstelling aan gevaarlijke stoffen via luchtwegen laag is. De huidblootstelling is onbekend maar kan door het dragen van PBM's worden geminimaliseerd. Medewerkers van het CBS zijn geïnformeerd over het verplichte gebruik van PBM's, nieuwe medewerkers worden hierover geïnformeerd tijdens het introductieprogramma. Informatie staat op de intranetpagina van het CBS 1.12.4 is vervallen zie 1.14.1
Bijlage 2: Briefadvies Gezondheidsraad over gezondheidskundige advieswaarden voor biologische agentia
3
Extra aandacht moet besteed worden aan de BHV en daarom zijn er extra punten betreffende de BHV toegevoegd. BHV punten: 1.8.1 is gesplist in 1.8.1.1 en 1.8.1.2 1.8.2 is gesplits in 1.8.2.1, 1.8.2.2, en 1.8.2.3 1.8.3 is gesplits in 1.8.3.1 en 1.8.3.2 1.8.4 is nieuw Nieuwe punten: 1.3.1 1.9.2 1.9.3 1.11.3 is nieuw
Langdurig openstaande punten: Dit zijn punten die voornamelijk arbobeleidsonderwerpen betreffen en hebben vooral te maken met het opstellen van beleiden. Het bureau van de KNAW kan hierin een voorbeeldfunctie nemen door de beleiden van het bureau te delen met haar instituten. De instituten kunnen dan, met eventuele aanpassingen, de beleiden overnemen. De volgende beleiden dienen opgesteld te worden tenzij de directie van het CBS en/of de KNAW aangeeft dat deze beleiden niet noodzakelijk zijn: Ouderen Beleid Gasten Beleid Stagiare Beleid Zwangeren Beleid KANS en PSA Beleid
4
Afgewerkte punten PVA 2011-2012 betreffende Arbo-risico’s (feitelijke arbeidsomstandigheden) (tabel 2 PVA) 3.4.1 Er is een pipetteer robot aangeschaft om de repeterende handelingen van de analisten over te nemen. Echter het punt om repeterende handelingen zo veel mogelijk te beperken moet doorlopend de aandacht hebben van de leidinggevenden. 4.1.2 Het is niet mogelijk om het gebruik van ethanol (70%) als schoonmaakmiddel voor werkoppervlakken te verminderen omdat er geen ander schoonmaakmiddel beschikbaar is die hetzelfde reinigende vermogen heeft als ethanol. Medewerkers zijn geïnformeerd dat ethanol verdacht kankerverwekkend is. Medewerkers zijn geïnstrueerd dat zij eerst een MSDS moeten raadplegen voordat zij met een gevaarlijke stof gaan werken. 4.5.1 Er zijn in de zomermaanden van 2012 verschillende aanpassingen uitgevoerd aan het systeem die het binnenklimaat beheerst. Op dit moment zijn er geen klachten bekend. De medewerkers zijn op de hoogte dat zij bij klachten over hun werkplek terecht kunnen bij de preventiemedewerker. Deze informatie wordt gegeven tijdens het introductieprogramma en deze staat vermeld op de intranet pagina van het CBS. 4.7.1 Stickers zijn geplaatst op de gasleidingen en bij de afsluitknop is een vermelding geplaatst dat na gebruik het gas afgesloten moet worden. 4.7.6 Kapstok geplaatst in de gang zodat analisten hun jassen niet meer in de werkruimte hoeven te plaatsen. 5.1.1 Pictogrammen zijn geplaatst bij ruimtes waar men verplicht is om PBM te gebruiken zoals labjassen, brillen etc. Medewerkers worden bij geen dragen van de jassen aangesproken door de labverantwoordelijken. Tevens worden nieuwe medewerkers over het verplichte gebruik van PBMs geïnformeerd tijdens het introductieprogramma. 5.4.1 De nooduitgang was niet noodzakelijk volgens de brandweerinspectie en kon vervallen worden omdat er voldoende vluchtwegen waren. Het bordje nooduitgang is verwijderd. Het verslag van de brandweerinspectie is ter inzage bij Dhr. P. Polman van het Hubrecht. 5.4.2 Dit punt is gedeeltelijk afgehandeld. In de vriesdroogruimte is een veiligheidswijzer aangebracht op de brandveiligheidkast betreffende het veilig werken met gassen. In dit geval werken met zuurstof en aardgas omdat deze gassen nodig zijn voor het afsmelten van ampullen. De instructie wat te doen bij incidenten moet nog met behulp van het hoofd BHV worden opgesteld. 5.6.1 Medewerkers hebben toegang tot de intranet module van GROS. Hier kunnen ze de betreffende PBM die gebruikt moeten worden terugvinden. De inlognaam en wachtwoord van de intranet module staan op alle brandveiligheidkasten en op de intranetpagina van het CBS. Medewerkers zijn tevens hierover geïnformeerd middels het Arbo en infoblad. 5.6.2 Spiegels zijn aangebracht in stikstofruimte waardoor men nu de gehele ruimte van buiten kan overzien. 5.6.3 Instructies zijn aangebracht naast de aceton installatie en PBM's (handschoenen en bril) zijn beschikbaar. Tevens wordt er toezicht gehouden op het gebruik van de PBM's door de leidinggevende. Extra punten afgewerkt die niet in het plan van aan pak gestaan hebben. - Gevaarlijke stoffen kasten zijn voorzien van nieuwe CMR kluisjes met een cijferslot waardoor de kluisjes altijd op slot zijn. - door melding van een gevaarlijke situatie zijn planken verplaatst bij ingang van een zitkamer i.v. stootgevaar. - oogdouche units (2 flacons per unit) zijn aangebracht bij het CBS naar aanleiding van de gevaarlijke stoffen audit. - Densorb spoilkits zijn aangeschaft en geplaatst op iedere verdieping van het CBS. In de spoilkit zijn duidelijke instructies aangebracht wat de doen bij calamiteiten. De instructies en informatie over de spoilkits zijn ook op de intranet pagina geplaatst. Middels het arbo- en milieu blad zijn de medewerkers van het CBS op de hoogte gesteld van de aanwezigheid van de spoilkits.
5
Nieuwe punten zijn: 4.1.5 4.7.3 is gesplitst in 4.7.3 en 5.4.3 4.7.4 4.7.5 4.7.6 (voorheen 1.11.1) 4.7.8 5.6.3 5.6.4 5.6.5 5.7.2
De punten van het plan van aanpak 2011- 2012 die nog niet (volledig) uitgevoerd zijn of die doorlopend zijn, zijn opgenomen in het plan van aanpak 20132014 Noot:
Op facilitair vlak onderhoud het Hubrecht Instituut het gebouw en levert hiervoor diensten aan het CBS Het CBS en het Hubrecht Instituut maken gezamenlijk gebruik maken van terrein, gebouw en BHV-ers Op het Hubrecht complex vinden (bouw) activiteiten plaats welke worden gecoördineerd door Eric Freund en afdeling vastgoed KNAW, onbekend is of de KNAW VCA gecertificeerde aannemers gebruikt en of de leidinggevende van de aannemers het certificaat VOL hebben. Hier zijn geen richtlijnen over bekend. (zie ook 1.9.2 en 1.9.3 van het PVA)
6
Opzet Plan van Aanpak 2013-2014. Het plan van Aanpak is onderverdeeld in de Arbobeleidsonderwerpen en Arborisico’s (de feitelijke omstandigheden). Arbobeleid Een beleidsmatige aanpak van arbeidsomstandigheden heeft de volgende voordelen boven een ad hoc aanpak: een betere kosten baten verhouding; meer effectiviteit meer efficiency een betere beheersing van de arbo activiteiten Bovendien verplicht de Arbo-wet iedere werkgever tot het voeren van een arbobeleid. Op dit gebied geldt een aantal specifieke Arbowetverplichtingen, die in dit hoofdstuk aan de orde komen. In tabel 1 Plan van Aanpak CBS 2013-2014 betreffende de arbobeleidsonderwerpen wordt een korte beschrijving gegeven van de status, waarin zich de ontwikkeling en implementatie van het arbobeleidsonderwerp bevindt. Aansluitend wordt een advies gegeven hoe het beleid vorm gegeven kan worden. Per aanbeveling wordt aangegeven met welke prioriteit die het beste uitgevoerd zou kunnen worden. Voor het bepalen van de prioriteit is gebruik gemaakt van criteria als wettelijke verplichting, zwaarte van het verbeterpunt, (snelle) haalbaarheid, kosten/baten verhouding en logische volgorde. Er worden drie prioriteitsklassen gehanteerd: Prioriteit Hoog (H) Prioriteit Middel (M) Prioriteit Laag (L)
Op korte termijn realiseren. Op middellange termijn realiseren, dat wil zeggen opnemen in eerstvolgende jaarplan. Op langere termijn realiseren.
Status: Rood; nog geen aktie ondernomen Geel; mee bezig Groen; afgerond (wanneer doorlopend dan blijft dit punt in het PVA staan)
7
Tabel 1 Plan van Aanpak CBS 2013-2014 betreffende de Arbobeleidsonderwerpen
1
Plan van Aanpak CBS 2011-2012 Arbobeleidsonderwerpen
Nr.
Beschrijving arbobeleidsonderwerpen
1.1
Arbobeleidscyclus
1.2
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden ten aanzien van arbeidsomstandigheden staan omschreven in de huisregels. Echter toezicht door o.a. leidinggevenden wordt niet expliciet benoemd. Het betreft een KNAW breed protocol.
Advies / te nemen maatregel
Inventariseer de taken en verantwoordelijkheden van leidinggevenden betreffende de toezicht op veiligheid en arbeidsomstandigheden. Leg deze taken en verantwoordelijkheden vast en overleg deze met de betrokken leidinggevenden. (zie ook 1.6.1 en 1.15.1)
Prioriteit
Actiehouder(s)
Realisatietermijn
M
Directie + PM
2013
H
Directie / PZ
2013
Inventariseer niet alleen bij de medewerkers van afdeling PZ over de diensten van de arbodienst maar inventariseer ook bij de medewerkers of zij tevreden zijn over de arbodienst Arbo-Vitale en hoe zij de diensten ervaren. Stel hierover een verslag op en maak de resultaten bekend bij de medewerkers.
H
Afd. PZ
2013
Zet arbo/verzuim standaard op de agenda. Kies bij voorkeur actuele onderwerpen. Maak notulen van belangrijke afspraken en zorg ervoor dat de notulen beschikbaar zijn. (zie ook 1.2.1 en 1.15.1)
M
leidinggevenden
doorlopend
Status
1.2.1
1.2.2 1.3
De algemene taken van een preventiemedewerker staan Pas de TBV van de preventiemedewerker aan op op het Intranet van het CBS maar deze zijn niet de situatie bij CBS. Kijk ook naar de huidige en afgestemd op de situatie bij CBS. geraamde tijdsbesteding. Ziekteverzuim- en re-integratiebeleid Middels een P&0 nieuwsbrief Nr 9 is in 2012 het verzoek bij afdeling PZ gedaan om te inventariseren hoe tevreden men is over de arbodienst Arbo-Vitale. Deze inventarisatie is ervoor om tot verbetering van de diensten van de arbodienst te komen. Het is onbekend of deze inventarisatie heeft plaatsgevonden.
1.3.1 1.4
Deskundige ondersteuning
1.5
Voorlichting en onderricht
1.6
Samenwerking en overleg In werkoverleg komt arbo niet specifiek aan de orde.
1.6.1
8
1.6.2 1.7
Op facilitair vlak zoals onderhoud in het gebouw levert het Hubrecht lab een aantal diensten. Ongevallen en beroepsziekten Er zijn geen meldingen bekend van beroepsziekten. echter er zijn risico's die tot een beroepsziekte kunnen leiden: biologische agentia, kanker als gevolg van CRM, repeterende handelingen beeldschermwerk / lab werk, latexallergie of burn-out.
1.7.2 1.8
1.8.1.1
1.8.1.2
Bedrijfshulpverlening Er is een bedrijfsnoodplan, samen met het Hubrecht Lab. Dit plan is actueel en goedgekeurd door de brandweer maar de restrisico’s* zijn onvoldoende benoemd bijv. het laten vallen van een fles chemicaliën. Zodoende is onduidelijk of de getroffen maatregelen/voorzieningen de gevolgen zoveel mogelijk beperken. *Wat zijn de gevolgen als er iets mis gaat in de normale bedrijfsvoering Er wordt wel jaarlijks een herhalings cursus gegeven aan de BHV-ers en EHBO-ers, echter er worden geen specifieke instructies gegeven aan de BHV-teams. Ieder team moet instructies krijgen over de specifieke risico's die zich tijdens een calamiteit kunnen voordoen. Zie ook punt 1.8.1.1. Er worden geen ontruimingsoefeningen gehouden.
Zie RI&E Hubrecht instituut
De KNAW moet in het contract met de Arbodienst opnemen dat de bedrijfsarts voor het instituut waar hij of zij voor aangesteld is moet inventariseren welke beroepsziekten van toepassing kunnen zijn bij het betreffende instituut. Een lijst van de beroepsziekten moet kenbaar gemaakt worden door de bedrijfsarts aan de afdeling PZ van het betreffende instituut.
M
KNAW Arbodienst Afd PZ
2013-2014
Beschrijf specifiek de restrisico’s in het noodplan bijv. vrijkomen infectieuze schimmelsporen, snijden glaswerk, brand(wonden) etc. H
Stel specifieke instructies op voor de BHV teams betreffende de risico's binnen het CBS/Hubrecht complex. Geef deze aan ieder nieuw BHV-lid en houdt de instructies up to date. Neem deze instructies in het oefenen in ontruimingsoefeningen op. Zorg ervoor dat er periodiek geoefend wordt. Leg de scenario's vast die kunnen optreden op de specifieke afdelingen (bijv. brandwond bij ampullen). Oefen calamiteiten ook op papier samen met Hubrecht.
Hoofd BHV
2013
H
Hoofd BHV
2013
H
Hoofd BHV
2013
1.8.2.1 Medewerkers en externen weten onvoldoende wat te doen bij calamiteiten met gevaarlijke stoffen. 1.8.2.2
1.8.2.3
Niet bekend is of er instructies worden gegeven aan externen die werkzaamheden verrichten in het CBS/Hubrecht complex wanneer zich een calamiteit voordoet (zie ook 1.9.2. en 1.9.3)
Besteed specifieke aandacht aan wat te doen bij calamiteiten met gevaarlijke stoffen. Neem dat expliciet op in de instructies. Stel instructies op voor externen en stel een protocol op om deze instructies aan derden te geven.
H
H
Hoofd BHV
2013
Hfd BHV en Hfd Technische Dienst
9
Er zijn onvoldoende BHV-ers en EHBO-ers aanwezig 1.8.3.1 Er is geen aanwezigheidsregistratie voor BHV-ers . Hierdoor is niet bekend welke BHV-ers in het pand aanwezig zijn
1.8.3.2
1.8.4 1.9
De communicatie over het BHV plan en de communicatie binnen de organisatie van de BHV is onvoldoende. Arbozorg voor derden Onbekend is of de KNAW VCA gecertificeerde aannemers inhuurt voor werkzaamheden binnen het CBS/Hubrecht complex en of de leidinggevende van de aannemers het certificaat VOL hebben. Hier zijn geen richtlijnen over bekend.
Stel een wervingsaktie op voor nieuwe BHV-ers en EHBO-ers en zorg ervoor dat voldaan wordt aan de richtlijnen. Het hoofd BHV moet op ieder moment een overzicht hebben van de BHV-ers die in het gebouw aanwezig zijn. Schaf een goed registratie systeem aan of bespreek met de BHV-ers onderling op welke wijze de receptie en hoofd BHV weet wie er in het pand zijn. Bedenk gezamenlijk praktische oplossingen. Inventariseer de noodzakelijke communicatie lijnen en stel een protocol wanneer en over welke punten er gecommuniceerd moet worden. Neem contact op met afdeling vastgoed van de KNAW en vraag om hun richtlijnen. Stel een protocol op en controleer aan de hand van de richtlijnen KNAW of de externen hier aan voldoen.
H
Hoofd BHV
2013
H
Hoofd BHV en BHV leden
2013
H
Hoofd BHV
2013
H
Hfd BHV en Hfd Technische Dienst
2013
H
Hfd BHV en Hfd Technische Dienst
2013
L
Directie/MT
2013 - 2014
L
Directie/MT
2013-2014
1.9.2 Onbekend is of het CBS en Hubrecht VCA gecertificeerde aannemers inhuurt voor werkzaamheden binnen het CBS/Hubrecht complex en of de leidinggevende van de aannemers het certificaat VOL hebben. Hier zijn geen richtlijnen over bekend (zie ook 1.9.2).
Neem de richtlijnen van de KNAW over betreffende VCA/VOL gecertificeerde aannemers en controleer voordat aannemers ingehuurd worden of zij aan de richtlijnen voldoen. Leg de richtlijnen vast in een protocol.
1.9.3 1.10
1.11
1.11.2
1.11.3
Preventief beleid Bijzondere groepenbeleid (leerlingen/zwangeren/allochtonen/ouderen Binnen de organisatie zijn een aantal oudere medewerkers met specifieke kennis. Er zijn al wel ideeën maar er is nog geen (KNAW- )beleid ten aanzien van ouderen. Binnen de organisatie zijn studenten/stagiares werkzaam er is echter geen studenten/stagiaire beleid beschikbaar.
/mindervalide medewerkers) Stel op een ouderenbeleid op. Denk aan kennisborging en –overdracht, regelingen langer doorwerken etc. Stel een studenten/stagiaire beleid op.
10
1.12
Aanvullende inventarisatieverplichtingen (NIV) De registratie van gevaarlijke stoffen vindt plaats in GROS en wordt beheerd door de inkoper van Hubrecht. Vanuit CBS is er geen GROS-beheerder, ook is er geen inkijkfunctie in het systeem voor labgebruikers.
Onderzoek of een eigen GROS-beheerder nodig is en zorg ervoor dat labverantwoordelijken het systeem kunnen inzien.
H
Directie
2013
M
Directie KNAW
2013-2014
1.12.2 1.13
Beleid roken / alcohol / drugs / medicijnen
1.14
Beleid KANS (Klachten van Arm Nek en Schouder) en Er is een goedgekeurd KANS en PSA arbocatalogus echter er is nog geen KANS en PSA beleid opgesteld
1.14.1 1.15
1.15.1
Toezicht leidinggevenden / gedrag medewerkers Er wordt door leidinggevenden weinig actief toezicht gehouden op veilig werken. Dit wordt als eigen verantwoording van de medewerker gezien. Toezicht en gedrag worden niet genoemd in het huishoudelijke reglement (wel ten aanzien van biologische agentia). Labverantwoordelijken hebben geen instructies of taken die te maken hebben met het toezicht houden op het veilig werken en onwenselijk gedrag van medewerkers.
PSA (Psychosociale arbeidsbelasting) Formuleer op KNAW-niveau een KANS en PSA beleid op voor zowel laboratorium als kantoormedewerkers. Leg daarin de nadruk op de rol van werkstress, werkhouding (afwisselen), taakinhoud en belang van bewegen/sport. Inventariseer de taken en verantwoordelijkheden van leidinggevenden betreffende de toezicht op veiligheid en arbeidsomstandigheden. Leg deze taken en verantwoordelijkheden vast en overleg deze met de betrokken leidinggevenden. (zie ook 1.2.1 en 1.6.1) Inventariseer de taken en verantwoordelijkheden van labverantwoordelijken en geef hem de taak mede toezicht te houden op veiligheid en arbeidsomstandigheden. Leg deze taken en verantwoordelijkheden vast en overleg deze met de betrokken leidinggevenden.
M
M
Directie + PM
Directie + PM
2013
2013
1.15.2
11
2 Arbo-risico’s (feitelijke arbeidsomstandigheden) In de tabel 2 Plan van Aanpak CBS 2012 betreffende de arbo-risico’s worden de arbo-risico’s beschreven en beoordeeld. In de tabel wordt per risicorubriek aangegeven waar zich verbeterpunten voordoen, in welke risicoklasse het verbeterpunt is ingedeeld en welke aanbevelingen gedaan kunnen worden. Risico-evaluatie: de risicoklasse De grootte van een risico wordt bepaald door: het mogelijke nadelige effect van een bepaalde arbeidssituatie (de grootte van het gevaar) de kans op het optreden van dat effect: de kans is afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het ontstaan van de ongewenste situatie en de blootstelling aan de ongewenste situatie. Risicoklasse 1 Risicoklasse 2 Risicoklasse 3
Hoog risico Belangrijk risico Beperkt risico
In de bijlage vindt u de toelichting op de methode van de risicoklasse bepaling volgens Fine & Kinney. De risicorubrieken zijn hier in een systematische volgorde geplaatst in 4 thema’s: Psychosociale arbeidsbelasting Fysieke arbeidsbelasting Arbeidsomgeving Acute arbeidsgevaren. Elk thema is weer verder onderverdeeld in verschillende rubrieken. Status: Rood; nog geen aktie ondernomen Geel; mee bezig Groen; afgerond (wanneer doorlopend dan blijft dit punt in het PVA staan) Noot: Psychosociale arbeidsbelasting is niet meegenomen in de RI&E 2008 maar afgesproken is dat dit onderwerp in een vragenlijstonderzoek nader onderzocht zal worden. Indrukken vanuit de rondgang en gesprekken worden wel weergegeven. De ruimten die gezamenlijk worden gebruikt met Hubrecht Laboratorium zoals receptie, kantine, Mediaruimte, TD worden in de rapportage van Hubrecht vermeld.
12
Tabel 2 Plan van Aanpak CBS 2012 betreffende de Arborisico’s 2
Plan van Aanpak CBS 2011-2012 Arbo-risico’s
Nr. 2
Arbo-risico Psychosociale arbeidsbelasting Betreft de factoren seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die stress teweeg kunnen brengen. Met stress wordt een toestand bedoeld die als negatief ervaren lichamelijke, psychische of sociale gevolgen heeft. Werk vergt in meer of mindere mate een belasting van de menselijke psyche. Risico’s met betrekking tot psychosociale arbeidsbelasting worden in de navolgende deelthema’s besproken.
2.1
Arbeidsinhoud De wetenschappelijk onderzoekers hebben afwisselend en inhoudelijk uitdagend werk. Bij de laboranten is soms sprake van eentonig werk zoals pipetteren of enten. Dit is met name fysiek belastend.
2.1.1 2.2
Regelmogelijkheden
2.3
Emotionele belasting
2.4
Informatievoorziening: opdrachtinformatie en feedback
2.5
Arbeidsverhoudingen en communicatie
2.6
Werk- en rusttijden
Advies / te nemen maatregel
Laat de laboranten meer zelf de planning organiseren zodat ze eentonig werk kunnen afwisselen met ander werk. Neem dit standaard op in het functionering gesprek (Zie ook 3.4.1)
RisicoKlasse (1,2,3)
3
Actiehouder(s)
Groepsleiders
Realisatietermijn
Status
doorlopend
13
3
Fysieke arbeidsbelasting Werkhoudingen die langdurig volgehouden moeten worden, kunnen leiden tot spier- en gewrichtsklachten. Lichamelijke belasting komt voor bij langdurig staand werk en bij werkzaamheden in combinatie met een te hoge of te lage werkhoogte. Tillen, sjouwen, duwen en trekken kan leiden tot rug- en schouderklachten.
3.1
Tillen en dragen
3.2
Duwen en trekken
3.3
Werkhoudingen beeldschermwerk
3.4
Werkhoudingen niet-beeldschermwerk
3.4.1
Statische belasting ampullen branden De laboranten verrichten handelingen die repeterend zijn Zorg voor voldoende afwisseling tussen eentonige, langdurige handelingen.. Rooster ook pauzes in. en waarbij statische belasting optreedt, soms met Houd hier rekening mee in de planning. leveren van specifieke kracht: Labellen van droogbuisjes Ampullen afsmelten Enten Pipetteren Bekend is dat er klachten zijn bij analisten. Er is de mogelijkheid voor de medewerker tot afwisseling maar dat wordt niet altijd gedaan.
2
Groepsleiders
doorlopend
14
4
Fysieke arbeidsbelasting Werkhoudingen die langdurig volgehouden moeten worden, kunnen leiden tot spier- en gewrichtsklachten. Lichamelijke belasting komt voor bij langdurig staand werk en bij werkzaamheden in combinatie met een te hoge of te lage werkhoogte. Tillen, sjouwen, duwen en trekken kan leiden tot rug- en schouderklachten.
4.1
Gevaarlijke stoffen / Biologische agentia Alle laboratoriummedewerkers worden voor aanvang van hun werkzaamheden op de hoogte gebracht van de laboratoriumvoorschriften. De labverantwoordelijk houdt toezicht op het naleven van de voorschriften en het werken in zuurkasten (periodiek gekeurd). Er zijn voldoende voorzieningen zoals zuur- en flowkasten (periodiek gekeurd). Tijdens de rondgang viel op dat er veel werkoplossingen permanent op de werkplekken staan opgeslagen. In de praktijk wordt er weinig toezicht gehouden op gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en opslag/gebruik van gevaarlijke stoffen. Er wordt met kleine hoeveelheden gewerkt en bij het open werken met stoffen vindt dat plaats in zuurkasten. Inschatting door de arbeidshygiënist is dat blootstelling aan gevaarlijke stoffen via luchtwegen laag is. De huidblootstelling is onbekend maar kan door het niet structureel dragen van handschoenen een belangrijke route zijn. Onbekend is of er periodiek controle op Legionella plaatsvindt in het gebouw. Er zijn een aantal tappunten waarbij Legionella vorming kan optreden.
4.1.1
4.1.4 Aan de hand van een ongevallenformulier is geconstateerd dat men geen protocol heeft wat te doen na een brand in een entkast. Door de brand kan de werking van de entkast niet meer volledig zijn waardoor de kans ontstaat dat men ongewild met Biologische Agentia geïnfecteerd kan worden. 4.1.5
Houd meer toezicht op het naleven van de laboratoriumvoorschriften zoals dragen van labjas, handschoenen en veiligheidsbril. Houd werkvoorraden in het laboratorium beperkt. Zie 5.6.
Controleer bij de KNAW vastgoedbeheer of er een beheersplan Legionella aanwezig is en of deze wordt uitgevoerd. Wanneer er geen beheersplan bestaat dan dient deze te worden opgesteld en te worden nageleefd. Stel een protocol op wat er aan controles moet worden uitgevoerd om te constateren dat de entkast nog naar behoren werkt. De entkast dient buiten werking te zijn zolang nog niet is vastgesteld dat de werking in orde is. Pas nadat de controles hebben aangetoond dat de entkast nog goed werkt mag deze pas weer worden vrijgegeven.
3
Labverantwoordelijken + BVF
doorlopend
3
Hoofd TD
2013
1
BVF
2013
15
4.2
Geluid
4.3
Trillingen (hand, arm, lichaam)
4.4
Straling
4.5
Klimaat
4.6
Licht
4.7
Facilitaire voorzieningen (sanitair en hygiëne, meubilair, De nooddouches worden niet periodiek getest.
4.7.3 Aan de hand van de Gevaarlijke stoffen audit gehouden juli 2012 zijn oogdouche flacons in het CBS gebouw aangebracht. Omdat de oogdouche flacons tijdelijk houdbaar zijn moet er bijgehouden worden wanneer de oogdouche flacons vervangen moeten worden.
ontspanningsruimten en vloeroppervlak Stel een registratie systeem op waarbij wordt aangegeven wanneer en door wie de nooddouches getest moeten worden. Leg vast wanneer de aktie is uitgevoerd en zorg ervoor dat het registratie systeem toegankelijk is. Stel een registratie systeem op waarbij wordt aangegeven wanneer en door wie de oogdouche flacons vervangen moeten worden. Leg vast wanneer de aktie is uitgevoerd en zorg ervoor dat het registratie systeem toegankelijk is.
3
Hoofd TD
doorlopend
Hoofd TD
doorlopend
3
Hoofd TD
2013
3
Hoofd TD
2013-2014
1
Hoofd TD
2013
4.7.4
4.7.5
Door het aanbrengen de oogdouche flaconss komen de vaste oogdouches te vervallen of zij mogen niet meer als oogdouche worden aangemerkt. Er is een rust/kolfruimte voor (ex) zwangeren. Deze ruimte is ongezellig en tevens de EHBO-ruimte. Doordat deze ruimte voor meerdere doeleinden gebruikt wordt kunnen er problemen ontstaan wanneer de ruimte voor een spoedgeval gebruikt moet worden.
4.7.6
4.7.8
De trapneuzen van de trappen binnen het CBS die recent vervangen zijn laten weer los waardoor struikelgevaar is ontstaan.
Koppel de oogdouches af
Zorg voor een aparte rust/kolfruimte die niet tevens de EHBO ruimte is. Informeer bij de (ex) zwangeren welke faciliteiten zij nodig hebben, en neem contact op met de commissie nieuwbouw om een goede ruimte in het nieuwe complex beschikbaar te stellen voor het rusten/kolven van (ex) zwangeren voorzien van de faciliteiten noodzakelijk om te kunnen rusten en/of te kolven. Laat de trapneuzen weer vastzetten.
16
5
Acute arbeidsgevaren Acute arbeidsgevaren kunnen leiden tot ernstige en/of blijvende schade aan de gezondheid. In de navolgende deelthema’s worden mogelijke arbeidsrisico’s op dit gebied besproken.
5.1
5.1.2
Algemene veiligheid In afgesloten ruimtes is niet getest of de het alarm bij calamiteiten goed hoorbaar is. Bijvoorbeeld in WC ruimtes, opslag vriesdroog ruimte, herbarium ruimte, vergaderzaaltjes etc
5.2
Mechanische veiligheid
5.3
Electrische veiligheid
5.4
Brandveiligheid In een aantal ruimten waar met aardgas gewerkt wordt (vriesdroogruimte), zijn geen specifieke adviezen ten aanzien van het afsluiten van de gasklep of gebruik van bij incidenten.
Inventariseer de ruimtes waar eventueel het alarm slecht hoorbaar kan zien en voer een test uit. Leg de resultaten vast en zorg voor extra faciliteiten in de ruimtes waar het alarm niet goed hoorbaar is.
Stel instructies op specifiek ten aanzien van het gebruik of afsluiten van gaskleppen tijdens incidenten en plaats deze in de ruimten waar men met aardgas werkzaam is.
2/3
TD + Dir
2013
3
Hoofd BHV + leidinggevende
2013
2
Hoofd TD
doorlopend
3
Arbocoordinator KNAW Labverantwo ordelijken
2013
5.4.2 De gasslangen van de bunsenbranders en de gasslangen die in gebruik zijn bij de vriesdroogafdeling moeten periodiek vervangen worden. 5.4.3 5.5
Explosieveiligheid
5.6
Chemische Veiligheid Niet alle flessen met oplossingen zijn juist geëtiketteerd.
Stel een registratie systeem op waarbij wordt aangegeven wanneer en door wie de gasslangen vervangen moeten worden. Leg vast wanneer de aktie is uitgevoerd en zorg ervoor dat het registratie systeem toegankelijk is.
Werk Instructies moeten gegeven worden om met behulp van GROSS (module preparaten) op de juiste manier te labelen en te voldoen aan de EUGHS verordening GROSS is door de KNAW aangeschaft en de KNAW dient ervoor te zorgen dat instituten op de juiste manier ondersteund worden d.m.v het geven van trainingen zodat 2015 dienen alle chemicaliën inclusief preparaten voorzien te zijn van etiketten volgens de EU-GHS verordening.
5.6.2
17
Binnen het CBS is men al begonnen met het etiketteren volgens de nieuwe EU-GHS verordening maar voor 2015 dienen alle chemicalien inclusief preparaten voorzien te zijn van etiketten volgens de EU-GHS verordening 5.6.3
5.6.4
5.6.5
5.6.6 5.7
5.7.1
5.7.2
Begin met het instellen van een periodieke controle op de juiste etikettering. Leg de controledatum vast en zorg ervoor dat deze informatie beschikbaar is. Koppel eventuele overtredingen terug met de labgebruikers. Combineer deze controle met de controle zoals vermeldt bij punt 5.6.5. Breng extra ventilatie gaatjes aan zodat de lucht binnen de kluisjes beter wordt afgezogen. Controleer na een aantal dagen of deze maatregel voldoende is.
Er zijn nieuwe CMR kluisjes met cijfersloten in de brandveiligheidskasten geplaatst. Er bevinden zich in deze kluisjes ventilatiegaatjes maar na het openen van een kluisje blijkt toch dat er niet goed genoeg ventilatie in de kluisjes is. Op de intranet pagina staan protocollen over het opslaan Stel een periodieke controle waarbij gecontroleerd van chemicaliën, echter het blijft voorkomen dat stoffen wordt of de stoffen op de juiste planken en toch ongeoorloofd bij elkaar staan. wanneer nodig in afgescheiden (lek)bakken staan. Ook moet er gecontroleerd worden of er stoffen ongeoorloofd bij elkaar staan. Laat door de GROS beheerder de stoffen van stickertjes voorzien met locatieaanduiding. Laat ook ten tijde van de periodieke controle door GROS controleren of er stoffen ongeoorloofd op dezelfde locatie zijn samen geplaatst. Leg de controledatum vast en zorg ervoor dat deze informatie beschikbaar is. Koppel ook de geconstateerde overtredingen terug met de labgebruikers. Combineer deze controle met de controle zoals vermeldt bij punt 5.6.3. Er zijn instructies wat te doen bij lege chemicaliën Laat de Grosbeheerder een protocol opstellen potten/flessen echter de toezicht hierop is niet afdoende betreffende het doorgeven van opgebruikte waardoor de Gros beheerder achter de feiten aanloopt chemicaliën die acceptabel is voor de wat betreft de aanwezigheid van stoffen. medewerkers om aan te voldoen. Zorg ervoor dat dit protocol bekend wordt bij de medewerkers en geef de labverantwoordelijken de taak om hierop toezicht te houden. Sociale veiligheid Er is bij het CBS een verhoogde kans op terroristische aanslagen cq dreiging geconstateerd door de AIVD. De AIVD heeft een aantal te nemen maatregelen geadviseerd.
De KNAW heeft verzocht om een integrale veiligheidsanalyse zoals aangegeven in brief met kenmerk: P&O/HE/4713
Voer de geadviseerde maatregelen uit die vermeld staan in het rapport gemaakt door AIVD /Min O&W
2
Labverantwoordelijken en PM
2013-2014
1
TD
2013
1
Labverantwoordelijke + Gros beheerder
doorlopend
1
Grosbeheerd er + hoofd labverantwoordelijken
doorlopend
1
Directie/ KNAW 2013
Overleg met de KNAW wie de opdracht moet geven voor het laten uitvoeren van een integrale veiligheidsanalyse. Laat de integrale veiligheidsanalyse uitvoeren door een deskundig bureau op dit gebied.
1
Directie / KNAW
2013
18
19