Plan van aanpak ontvlechting speciaal en voortgezet speciaal onderwijs 1. Inleiding Met de invoering van passend onderwijs en de Wet kwaliteit (v)so verandert de verhouding tussen het speciaal en regulier onderwijs. Scholen voor (v)so werken steeds nauwer samen met reguliere scholen in samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Ook door de verbetering van de onderwijskwaliteit in het (v)so neemt de afstand tussen de verschillende scholen binnen het primair respectievelijk voortgezet onderwijs af. Een nog betere aansluiting van regulier en speciaal onderwijs kan ervoor zorgen dat de overgangen van leerlingen tussen deze vormen van onderwijs soepeler verlopen, dat er meer flexibele arrangementen mogelijk zijn en dat er nog efficiënter gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen. Tegelijkertijd is er binnen het (v)so een ontwikkeling te zien, waarbij het so en het vso sterker van elkaar worden onderscheiden. Kinderen van het so gaan echt over naar de ‘grote school’ in het vervolgonderwijs. Hierbij is veelal sprake van een andere structuur en gebouw. Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat in de bestuursakkoorden voor het primair en voortgezet onderwijs 2014 de ontvlechting van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs is aangekondigd (zie bijlage 1). Afgesproken is dat OCW, de PO-Raad en de VO-raad de ontvlechting verder uitwerken en oplossingen formuleren voor de volgende aandachtspunten: positie van ernstig meervoudig beperkte kinderen, de huisvesting, benodigde vaklokalen binnen het vso en de arbeidsvoorwaarden van onderwijspersoneel. Ook zal er aandacht moeten zijn voor de overgang van po naar vo, professionalisering en medezeggenschap. Dit plan van aanpak bevat een voorstel voor de verdere uitwerking hiervan.
2. Inhoudelijke aanpak In de afgelopen jaren zijn verschillende overleggen gevoerd en werkgroepen ingericht om de knelpunten en mogelijkheden van de ontvlechting van het (v)so te verkennen. Bij de verdere uitwerking zal gebruik worden gemaakt van en voortborduurd worden op de opbrengsten van de eerdere trajecten. Daarnaast wordt er gezocht naar mogelijkheden om regionaal tot (meer) samenwerking te komen tussen vso-afdelingen en met scholen voor voortgezet onderwijs, in het bijzonder met het praktijkonderwijs. Door belemmeringen weg te nemen en initiatieven van de werkvloer te stimuleren, willen we bevorderen dat de eerste stappen richting ontvlechting genomen kunnen worden. Bij de verdere uitwerking zal in eerste instantie worden ingezet op de inhoudelijke uitwerking van de thema’s die eerder zijn verkend. Dat zijn: • • • • • • • • • • •
Onderwijsinhoud (uitstroomprofielen vso) Stichting, fusie en opheffing van (v)so-scholen (ook in combinatie met leerlingendaling) Positie van ernstig meervoudig beperkte kinderen Positie cluster 1 / 2 (inclusief ernstige spraak- en taalmoeilijkheden) en epilepsiescholen Huisvesting en vaklokalen binnen het vso Arbeidsvoorwaarden van onderwijspersoneel Professionalisering Bekostigingssystematiek (kalenderjaar-/schooljaarbekostiging en teldatum) Inspectiekader Uitvoering Medezeggenschap
Binnen de begroting zijn geen (structurele) middelen gereserveerd voor de ontvlechting van het (v)so. In eerste instantie wordt dan ook gekeken naar mogelijkheden van efficiënt gebruik van bijvoorbeeld huisvesting/vaklokalen en het verleggen/ herschikken van bekostigingsstromen. Ook de middelen die in het kader van de bestuursakkoorden beschikbaar zijn gekomen kunnen worden betrokken.
3. Werkwijze Een gezamenlijke voorbereidingsgroep van beleidsmedewerkers van de PO-Raad, LECSO, VO-raad en OCW bereidt de verdere uitwerking van de ontvlechting voor. De voorbereidingsgroep bespreekt zijn voorstellen met een beleidsgroep van vertegenwoordigers uit de verschillende sectoren (po-scholen, vo-scholen, (v)so-scholen en samenwerkingsverbanden) en staat onder leiding van een stuurgroep van de bestuurders van de betrokken organisaties. Afstemming met de overige, relevante partijen vindt plaats in het bestaande bestuurlijk overleg passend onderwijs (raden, vakbonden en ouderorganisaties). Overzicht betrokkenen Stuurgroep
Bestuurlijk overleg
Beleidsgroep
Voorbereidingsgroep
Secretariaat: Lecso
Secretariaat: PORaad
Secretariaat: VO-raad
Secretariaat: OCW
E. Dannenberg
R. den Besten
B. Nelissen
E. Dannenberg
(Projectleider (v)so)
(PO-Raad)
(CvB Innovo – po/vo)
(Projectleider (v)so)
J. Menting
D. van Bennekom
W. Ludeke
A. Boelen
(LECSO)
(VO-raad)
(CvB De Onderwijsspecialisten - so/vso)
(Lecso)
R. den Besten
F. Dingelstad
C. de Ruiter
D. Rasenberg
(CvB Orion – so/vso)
(PO-Raad)
(PO-Raad)
(OCW)
D. van Bennekom
P. van Haren
T. Kuijs
E. van Bokhorst
(VO-raad)
(AVS)
(directeur BOOR – so/vso)
(PO-Raad)
F. Dingelstad
J. Muijres
K. de Boer
J. Tissink
(OCW)
(AOb)
(CvB Amersfoortse Scholengroep – so/vso/vo)
(VO-raad)
J. Krijt
H. Assink
D. van der Elst
(CNVO)
(directeur Kristallis – so/vso)
(OCW)
I. Soffer
C. Vlooswijk
(Iederin)
(OCW)
P. Hulsen (LO-Raad)
4. Communicatie De leden van de werkgroep bevragen hun achterban om tot gedragen voorstellen te komen. In de voortgangsrapportage passend onderwijs van november 2014 wordt richting de Tweede Kamer over het traject gecommuniceerd. De boodschap die daarin wordt opgenomen, zal breder worden verspreid. De voorstellen van de werkgroep worden besproken in de Algemene ledenvergaderingen van de deelnemende organisaties en via informatiebijeenkomsten. Voorstel tekst voortgangsrapportage passend onderwijs november In de bestuursakkoorden voor het primair en voortgezet onderwijs 2014 is de ontvlechting van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aangekondigd. Aanleiding hiervoor is dat de inhoudelijke verschillen tussen het (v)so en het regulier onderwijs steeds kleiner zijn geworden, terwijl binnen het (v)so de zogenaamde sovso-scholen voor hun leerlingen in toenemende mate verschil maken tussen so en vso. Ook stelt de Wet kwaliteit (v)so nieuwe eisen aan het (v)so. Tot slot brengt de invoering van passend onderwijs een formele scheiding aan tussen po/so enerzijds en vo/vso anderzijds doordat zij deel uitmaken van andere samenwerkingsverbanden. In de afgelopen jaren is al veel werk verzet om de mogelijkheden van de ontvlechting te verkennen. Daarbij werkten de PO-Raad, de VO-raad, LECSO en OCW nauw samen. In vervolg hierop wordt samen met enkele scholen en samenwerkingsverbanden onderzocht hoe de samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs verder kan worden gestimuleerd en welke belemmeringen daarvoor opgelost moeten worden. Langs deze inhoudelijke lijn wordt de ontvlechting nader vorm gegeven. Het uitgangspunt is dat de ontvlechting een kwaliteitsimpuls is voor het (v)so, doordat de randvoorwaarden beter worden. Leerlingen en ouders zouden zo min mogelijk moeten merken van de organisatorische kant van de ontvlechting. De planning is dat er in het voorjaar van 2015 een uitgewerkt plan met een tijdpad ligt voor de ontvlechting.
5. Planning najaar 2014 Onderstaande planning is indicatief en zal worden aangepast als de ontwikkelingen daarom vragen. Wanneer
Wat
Wie
26 november 2014 12.00-14.00 uur
Bespreking in voorbereidingsgroep:
Voorbereidingsgroep
• • 26 november 2014
Bespreking in ALV VO-raad: •
27 november 2014
ALV PO-Raad
Stand van zaken en inhoudelijke aanpak
Bespreking in beleidsgroep: • • •
ALV VO-raad
Stand van zaken en inhoudelijke aanpak
Bespreking in ALV PO-Raad: •
Eind november 2014
Vervolg uitstroomprofielen en stiching/opheffing/fusie Bekostiging
Beleidsgroep
Stand van zaken, beelden en doel ontvlechting Plan van aanpak Ervaringen projectleider (v)so
Eind november
Eerste resultaten in voortgangsrapportage passend onderwijs naar TK
OCW
12 december 2014 9.00-10.30 uur
Bespreking in voorbereidingsgroep:
Voorbereidingsgroep
• • • 8 januari 2014
Bespreking in stuurgroep: •
14 januari 2014 9.00-10.30 uur
Januari 2015
9 februari 2015, 15.00-16.30 uur
19 februari 2015
Stuurgroep
Voorstel voor oplossingen genoemde knelpunten
Bespreking in bestuurlijk overleg: •
Beleidsgroep
Voorstel voor oplossingen genoemde knelpunten
Bespreking in stuurgroep: •
Voorbereidingsgroep
Stand van zaken
Bespreking in beleidsgroep: •
Voorbereidingsgroep
Inspectiekader Medezeggenschap
Bespreking in voorbereidingsgroep: •
Stuurgroep
Notitie stand van zaken
Bespreking in voorbereidingsgroep: • •
28 januari 2014 9.00-10.30 uur
Terugblik AO Personeel (update cao-vergelijking en bevoegdheden) Voorbereiding stuurgroep
Voorstel voor oplossingen genoemde knelpunten
Bestuurlijk overleg
Bijlage 1: relevante passages bestuursakkoorden po en vo Bestuursakkoord po 2014 Het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) heeft zich de laatste decennia steeds meer ontwikkeld. Net als het regulier onderwijs heeft ook het (v)so kerndoelen en toetsen. Daarmee zijn de inhoudelijke verschillen tussen het (v)so en het regulier onderwijs steeds kleiner geworden. In de Wet kwaliteit (v)so is deze ontwikkeling juridisch vastgelegd. Deze wet stelt nieuwe eisen aan het (v)so. Het vso biedt nu ook diplomagericht onderwijs. Dat heeft gevolgen voor de bevoegdheidseisen die aan leraren in de bovenbouw van het havo/vwo worden gesteld. De zogenaamde so/vso-scholen maken voor hun leerlingen in toenemende mate verschil tussen so en vso. De invoering van passend onderwijs brengt een formele scheiding aan tussen po/so en vo/vso, via de inrichting van nieuwe samenwerkingsverbanden en door de nieuwe financiering. Deze ontwikkelingen en de eerder hierover gemaakte afspraken in de bestuursakkoorden zijn aanleiding voor OCW om een wetstraject op te starten gericht op ontvlechting van het so en het vso. De vormgeving van deze ontvlechting vergt nadere doordenking en uitwerking. Aandachtspunten hierbij zijn bijvoorbeeld de positie van ernstig meervoudig beperkte kinderen, de huisvesting, benodigde vaklokalen binnen het vso en de arbeidsvoorwaarden van onderwijspersoneel. Dit najaar starten OCW, de PO-Raad en de VO-raad de uitwerking van de ontvlechting, waarbij ook oplossingen geformuleerd worden voor de genoemde aandachtspunten. Enkele vso-scholen bieden nu al onderwijs aan waarvoor eerstegraads bevoegde leraren moeten worden ingezet. Vooruitlopend op de ontvlechting kunnen besturen leraren die aan deze bevoegdheidseisen voldoen een salaris bieden dat aansluit op de salariëring die in het reguliere voortgezet onderwijs geldt. De extra kosten hiervan kunnen gedekt worden uit de middelen die vanuit het Herfstakkoord zijn toegevoegd aan de lumpsum. De PO-Raad en OCW maken de volgende afspraken: • OCW start een wetstraject gericht op de ontvlechting van het so en het vso. • Dit najaar starten OCW, de PO-Raad en de VO-raad de uitwerking van de ontvlechting waarbij ook oplossingen geformuleerd worden voor de genoemde aandachtspunten. Bestuursakkoord vo 2014 Goed onderwijs bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs, de arbeidsmarkt en de samenleving. Om daadwerkelijk te kunnen anticiperen op de uitdagingen van de toekomst gaat de sector meer werk maken van de samenwerking met belangrijke partners. Het voortgezet onderwijs is een strategische schakel in de leerloopbaan van jongeren en daarom hebben de scholen een belangrijke netwerkfunctie in lokale en regionale gemeenschappen. Samenwerking is daarnaast noodzakelijk voor scholen die te maken hebben met teruglopende leerlingaantallen. Het voortgezet onderwijs gaat zich meer met lokale en regionale organisaties verbinden en zet in op intensivering en verbreding van de samenwerking met: • collega-scholen in de regio (vo en vervolgonderwijs), gericht op het in stand houden van een toegankelijk, breed en gevarieerd onderwijsaanbod in de regio; • collega-scholen en het voortgezet speciaal onderwijs, gericht op het gezamenlijk vorm en inhoud geven aan passend onderwijs en het realiseren van een thuisnabij onderwijsaanbod zo nodig in samenwerking met gemeenten, jeugdhulp en zorgpartners; • het toeleverend onderwijs en het vervolgonderwijs, gericht op goede doorlopende leerlijnen; • de lerarenopleidingen op landelijk en regionaal niveau, gericht op een betere kwaliteit van (de opleiding, begeleiding en professionele ontwikkeling van) startende en zittende leraren; • het bedrijfsleven, gericht op het verrijken van het onderwijs met de beroepspraktijk • wetenschaps- en onderzoeksinstituten, gericht op het versterken van de relatie tussen onderwijs en onderzoek; • organisaties op het gebied van welzijn, cultuur, sport e.d., gericht op de brede ontwikkeling van leerlingen. De sector laat het leerling- en sectorbelang daarbij prevaleren boven het instellingsbelang. Daarvoor heeft de sector de ruimte nodig om diverse vormen van samenwerking aan te gaan en oplossingen te realiseren. Ruimte voor en flexibelere vormen van samenwerking tussen VO-scholen onderling, samenwerking in de samenwerkingsverbanden passend onderwijs en samenwerking tussen VOscholen met ketenpartners en bedrijfsleven. De samenwerking wordt op dit moment naar de mening van besturen en scholen op een aantal manieren belemmerd: afzonderlijke wet- en regelgeving van de onderwijssectoren, afzonderlijke cao’s, verschillende bekostigingssystematiek, ontbrekende mogelijkheden voor btw-vrijstelling, belemmeringen als de fusietoets en de wet op de samenwerkingsscholen zetten de noodzakelijke en gewenste samenwerking in een aantal gevallen onder druk. Tegelijkertijd is het verbeteren van samenwerking en het benutten van mogelijkheden daartoe ook een belangrijke opgave en opdracht voor bestuurders.
Kwaliteitsafspraken • OCW komt in de zogenaamde krimpbrief binnenkort met een aantal maatregelen voor meer ruimte voor samenwerking in en tussen onderwijssectoren. De aard en omvang van krimp is continu aan verandering onderhevig. Daarom zullen OCW en VO-raad de komende jaren alert blijven op nieuwe ontwikkelingen en knelpunten. Indien noodzakelijk zal OCW op basis van de dan resterende knelpunten scholen wettelijke experimenteerruimte bieden. Hierbij zal tevens worden vastgelegd hoe lang de ontheffing duurt en wanneer evaluatie plaatsvindt. Op basis van de evaluatie zal in overleg met de VO-raad OCW beslissen over al dan niet ‘definitief’ aanpassen van de regelgeving. • VO-besturen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de instandhouding van een gevarieerd en thuisnabij onderwijsaanbod in de regio. Hiertoe maken ze met elkaar en met andere relevante ketenpartners afspraken. • De VO-scholen geven adequaat invulling aan hun zorgplicht en zorgen voor een passend en tijdig ondersteuningsaanbod voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Geen kind zit langer dan 3 maanden thuis zonder een passend onderwijsaanbod of een maatwerkafspraak met de leerplichtambtenaar, tenzij het is vrijgesteld van de leerplicht (zie ook de kwaliteitsafspraak over de objectivering van het beoordelingskader passend onderwijs bij ambitie 7). • OCW ontvlecht – zo spoedig mogelijk – het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. • VO-scholen maken met collega-scholen, het toeleverend onderwijs en het vervolgonderwijs in de regio afspraken over de voorbereiding, overdracht en instroom van leerlingen. VO-scholen dragen daarbij zorg voor een warme overdracht van kwetsbare leerlingen naar het vervolgonderwijs. Dit zijn in ieder geval de leerlingen met een LWOO-indicatie, leerlingen die tot een risicogroep van VSV behoren en leerlingen die zijn geïndiceerd voor een vorm van passend onderwijs. • OCW onderzoekt op welke wijze sector-overstijgende maatwerkarrangementen gefinancierd kunnen worden, zoals VAVO of een jaar extra vmbo om hoger in te stromen in het mbo.
Bijlage 2: voorbeeldplanning voor een eventueel wetstraject Wanneer
Wat
Wie
Voorjaar 2015
Startnota wetgeving
OCW
Zomer 2015voorjaar 2016 (+/- 9 maanden)
Uitwerking wetgeving
Voorbereidingsgroep
April/mei 2016 (2 maanden)
Uitvoeringstoets DUO en Internetconsultatie
DUO en OCW
Juni 2016 (0,5 maand)
Verwerken uitvoeringstoets/internetconsultatie
Voorbereidingsgroep
Zomer 2016 (2 maanden)
Eventueel Onderwijsraad/College Bescherming Persoonsgegevens
Onderwijsraad en CBP
Najaar 2016 (1 maand)
Interdepartmentale afstemming CWIZO, RWIZO en MR
OCW
Najaar 2016voorjaar 2017 (3 maanden)
Raad van State
RvS en OCW
Voorjaar 2017 (1 maand)
Nader rapport
RvS en OCW
Voorjaar 2017 (0,5 maand)
Aanbieding aan Koning en indiening bij de Tweede Kamer
OCW
Voorjaar 2017Najaar 2017 (6 maanden)
Behandeling Tweede Kamer
TK en OCW
Voorjaar 2018 (6 maanden)
Behandeling Eerste Kamer
EK en OCW
Najaar 2018 (1 maand)
Administratieve afhandeling
OCW
Najaar 2018 (0,5 maand)
Plaatsing in Staatscourant
OCW
Najaar 2018 (2 maanden)
Vaste verandermomenten (VVM)
OCW
1 augustus 2019
Inwerkingtreding wet