Deel 1, Inventarisatie Ketenaanpak lokale zorgnetwerken Regio Achterhoek Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk
Pilot Voorjaar 2008 Doetinchem en Bronckhorst
Kenmerk
: WME11-08-08
Auteur
: Wilma Meere
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
3
1.1. Achtergrond project
3
1.2. Probleemstelling
5
1.3. Doelstelling van het project
5
1.4. Vraagstelling
6
1.5. Pilot: aanpak tussen februari 2008 en juni 2008
6
2.
8
Inventarisatie van de bestaande situatie
2.1. Hoe denken onze ketenpartners over de bestaande lokale samenwerkingsvormen?
8
2.2. Regionaal meldpunt multiprobleemsituaties
9
2.3. Bevindingen `sociale kaart` Doetinchem en Bronckhorst
9
2.4. Bevindingen en draagvlak in de andere gemeenten in de regio
11
2.5. Flankerende ontwikkelingen in de regio
12
2.6. Analyse en conclusies eerste fase.
13
2.7. Aanbevelingen eerste fase:
14
3. Bijlagen
16
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 2 van 21
1. Inleiding
Tonnie en Gerda zijn al ruim 15 jaar bij elkaar, het gaat met ups and downs. Ze hebben 3 kinderen. Hans (15) Alice (14) en Petra (12). Het gaat niet goed thuis en er zijn regelmatig meldingen van overlast bij de politie. Op school en in de buurt maakt men zich zorgen. Hans spijbelt regelmatig van school en is bekend bij leerplicht. Alice woont sinds een half jaar in een pleeggezin omdat ze thuis niet meer te handhaven was en steeds wegliep. Hierdoor is Bureau Jeugdzorg ingeschakeld. De gezinsvoogd houdt toezicht en draagt zorg voor de contacten tussen het gezin en Alice. Dit heeft wel rust voor Alice gebracht, maar haar ouders hebben het liefst dat ze weer gewoon thuis komt wonen en vooral Tonnie grijpt alles aan om ruzie te maken met de hulpverleners die zich met het gezin bemoeien. Tonnie ljkt maar niet te kunnen begrijpen waarom Alice niet meer thuis woont en hij is daar boos en verdrietig over en reageert dit op anderen af. Op school maken ze zich zorgen in verband met de heftige ruzies tussen moeder en vader. Die gaan meestal over schulden en het drankgebruik van vader en Hans. Moeder heeft hiervoor hulp gezocht bij het Algemeen Maatschappelijk werk. Daar hebben ze geadviseerd om met de schulden aan het werk te gaan en de stadsbank in te schakelen, maar moeder durft niet goed te vertellen dat ze hulp heeft gezocht dus blijven ze in het zelfde kringetje ronddraaien. De maatschappelijk werkster bespreekt met haar verschillende strategieën om de problemen met Tonnie te bespreken. Vorige week kwam Hans behoorlijk dronken thuis, en liep een ruzie zo erg uit de hand dat Petra 112 belde. De hulpdiensten arriveerden snel op dit bekende adres. Ondertussen loopt in het dorp waar Hans woont een politieonderzoek naar een groep jongeren die regelmatig in groepsverband kleine vergrijpen pleegt en veel overlast veroorzaakt. Onderzoek heeft uitgewezen dat Hans hier waarschijnlijk een leidersrol in speelt. Het Openbaar Ministerie wil overgaan tot vervolging om een duidelijk signaal af te geven dat dit soort overlast niet wordt getolereerd. Tientallen betrokken professionals, casusoverleggen en signaleringsnetwerken kunnen zich richten op dit gezin. Onduidelijk is wie de regie voert en wie verantwoordelijk is voor onderlinge afstemming en coördinatie van hulp- en dienstverlening. Er gaat veel mis. In de Regio Achterhoek willen we dit samen met professionals en organisaties aanpakken en gaan verbeteren.
1.1. Achtergrond project De laatste jaren is in de in de verschillende gemeenten in de Regio Achterhoek veel geïnvesteerd in netwerkvorming, bedoeld om signalen en informatie uit te wisselen, vroegtijdig in te spelen op beginnende problemen bij mensen en meer grip te krijgen op de zwaardere multiproblematiek. In de gemeenten Doetinchem en Bronckhorst zijn maar liefst 95 van deze samenwerkingsvormen,
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 3 van 21
gedragen door mensen die over het algemeen zeer gemotiveerd zijn om het verschil te maken in gezinnen en individuen. Eén gezinslid kan in tientallen verschillende overleggen worden besproken. In het ongunstigste geval worden afspraken over afzonderlijke gezinsleden gemaakt zonder dat er onderlinge afstemming is tussen de overleggen. Organisaties overleggen over het algemeen vooral met partners uit de eigen subketen. Een professional die probeert op meerdere leefgebieden afspraken te maken (bv een gezinscoach of een hulpverlener die goede ingang heeft in een gezin) investeert veel tijd in verschillende overleggen en moet steeds weer opnieuw onderhandelen, of ritselen, om inzet van andere organisaties voor de casus te krijgen. Kan een casemanager/gezinscoach op dit moment het verschil maken? Heeft hij ‘doorzettingsmacht’ bij instellingen die betrokken zijn bij gezinsleden? Welke troeven (bevoegdheden, geld, etc) kan hij inzetten? Als hij regie voert, namens wie doet hij dat dan en wordt zijn regie geaccepteerd als het er op aan komt? En de regie die hij voert, doet hij dat op alle gezinsleden (of alleen op bv de zoon in het gezin)? Stuurt hij dan ook op de interventies van alle betrokken partijen? Dus op de activiteiten van hulpverleners, maar ook op die van bv Politie, Werk en Bijstand of de Woningcorporatie? Er zijn niet alleen veel casusoverleggen waarin mensen met meervoudige problematiek besproken worden, ook zijn er tientallen projecten en kleinschalige initiatieven die met hun hulpaanbod inspelen op de specifieke behoeften en mogelijkheden van een multi problem situatie. Op tactisch en strategisch nivo zijn er tientallen beleidsoverleggen waar afstemming plaatsvindt tussen de verschillende partners. Overzicht, zelfs voor de echte ingewijden ontbreekt vooralsnog. De praktijk wijst uit dat, zeker wanneer er problemen zijn op meerdere leefgebieden, er al snel meer dan 15 partijen betrokken zijn in een gezin. Alleen aan uitvoeringskosten wordt gemiddeld €40.000 per gezin door instellingen geïnvesteerd1. De praktijk laat zien dat, in de huidige manier van werken, de instellingen moeilijk grip krijgen op hardnekkige multiproblematiek. Met name bij die individuen en gezinnen die zorgmijdend zijn en/of belang hebben in het op afstand houden van de overheid. Deze mensen hebben een soort ‘bureaucratische competentie’ verworven in hun leven, waardoor instellingen min of meer tegen elkaar worden uitgespeeld. Triest gevolg van deze ‘winst’ is het voortduren van sociale achterstand en het overdragen van intergenerationele problematiek zoals het niet participeren op de arbeidsmarkt, geen startkwalificatie behalen of zelfs het opgaan van het (lichte) criminele pad. Ontwikkelingskansen van kinderen worden in deze omstandigheden onaanvaardbaar beperkt. In het OGGZ-beleidskader en –plan van de Achterhoekse gemeente wordt ervan uitgegaan dat in meervoudige probleemsituaties
hulpverlening alleen effectief kan zijn als de problemen in
samenhang en tegelijkertijd worden aangepakt. De interventies vanuit verschillende disciplines
1
AJ Kruiter, J de Jong, J van Niel, C Hijzen, de Rotonde van Hamed, Nicis, februari 2008. – versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 4 van 21
dienen onderling te worden afgestemd. Krachtige regie is nodig om multiproblematiek te kunnen keren. Naast het uitvoeren van de WMO en de ontwikkeling van Lokale Zorgnetwerken spelen in de regio de ontwikkeling van het Veiligheidshuis en Centra voor Jeugd en Gezin. Deze ontwikkelingen kunnen elkaar onderling enorm versterken. De zorgcoördinatie doelstelling van het CJG kan via het Lokale Zorgnetwerk worden gerealiseerd. Het moet mogelijk zijn de lokaal gestarte initiatieven samen te voegen tot een model, vastgelegd in regionaal uniforme afspraken. De afspraken over coördinatie van zorg en veiligheid in situaties van multiproblematiek zijn tevens een randvoorwaarde om te kunnen starten met de ontwikkeling van een Veiligheidshuis in de Regio Achterhoek.
1.2. Probleemstelling Gezinnen en individuen met zware meervoudige problematiek hebben te maken met meerdere instanties die vaak los van elkaar diensten leveren. De regie op deze casussen ontbreekt dan waardoor de aanpak fragmentarisch is en onvoldoende aansluit op de complexe zorgbehoefte. Als er wel sprake is van een regisseur, dan heeft deze regisseur nauwelijks middelen in handen om de interventies van instellingen daadwerkelijk aan te sturen. Gescheiden overlegcircuits vergen te veel overlegtijd en overdrachtskosten. Er is geen grip op multiproblematiek. Er gaat veel mis in de huidige situatie. Het vraagt verregaande afstemming en samenwerking tussen gemeentes en organisaties om dit te kunnen verbeteren.
1.3. Doelstelling van het project
De gemeenten in de Regio Achterhoek hebben de ambitie geformuleerd om samen met organisaties een kwaliteitsslag te maken in de coördinatie van multiprobleemsituaties. Doel van het werken in een structuur van lokale zorgnetwerken: •
Vergroting van de effectiviteit: meer grip op multiproblematiek door regie op de interventies van alle ketens.
•
Verhoging van de efficiency: alleen overleggen als het nodig is, over het hele ‘systeem’ en zo weinig mogelijk overdrachtskosten.
•
We werken in een casus van multiproblematiek altijd systeemgericht en interveniëren op alle leefgebieden waar dit nodig is.
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 5 van 21
1.4. Vraagstelling WMP is bij aanvang van het project het volgende gevraagd: 1. Inventarisatie van de bestaande situatie, informatieoverdracht en draagvlakverwerving voor de opzet van lokale zorgnetwerken. Het gaat hierbij om het verzamelen van de benodigde informatie over de lokale situatie, met een analyse (wat gaat goed, wat kan beter) 2. Werkbijeenkomsten met betrokken partners omtrent de ontwikkeling van de lokale zorgnetwerken. Hierin staan informatie-/kennisoverdracht over lokale zorgnetwerken, ketenregie, ketensamenwerking en zorgcoördinatie centraal. 3. Een pilot in enkele gemeenten in de regio, resulterend in een gedetailleerd vervolgadvies. In dit advies wordt een inrichtingsplan opgenomen met de organisatorische en financiële aspecten van de lokale zorgnetwerken.
Het advies wordt in de regiegroep aan de orde
gesteld zodat partijen zicht krijgen op de mogelijke ontwikkelingsrichting voor de hele regio Achterhoek. Zo wordt het inzicht in de essentie van de nieuwe structuur vergroot. Vervolgens volgt per gemeente, op basis van het inrichtingsplan, besluitvorming door het College van Burgemeester en Wethouders over het inrichten van lokale zorgnetwerken en de route om deze in de betreffende gemeente te realiseren.
1.5. Pilot: aanpak tussen februari 2008 en juni 2008 In de periode van februari tot juni 2008 is het totale project voor de regio Achterhoek gestart met een pilot in de gemeenten Doetinchem en Bronckhorst. In deze gemeenten is de
lokale situatie
onderzocht ten aanzien van organisaties en samenwerkingsverbanden in de onderwijsketen, de zorghulpverleningsketen
en
de
veiligheidsketen
Er
is
intensief
met
de
interne
partners
(portefeuillehouders en ambtenaren) en organisaties gewerkt aan deze inventarisatie en vervolgens aan een model voor de globale inhoud en de koers van lokale zorgnetwerken. Tevens hebben enkele verkennende gesprekken plaatsgevonden met partners uit de subketens. Daarnaast heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de bestaande overlegstructuur rond meervoudige, complexe problematiek. De adviescommissie Welzijn, Zorg, Onderwijs en Jeugd heeft de taak van regiegroep op zich genomen In beide gemeentes zijn concreet de volgende activiteiten uitgevoerd: 1. Starten van een projectgroep met ambtelijke vertegenwoordigers uit de OGGZ, Jeugd en Onderwijs, Veiligheid en Sociale Zaken. 2. Interne startbijeenkomst (ambtelijk en bestuurlijk) met een presentatie van de opdracht en de plannen om te komen tot de ontwikkeling van lokale zorgnetwerken
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 6 van 21
3. Informatiebijeenkomst voor externe partijen om hen te informeren over de opdracht en de plannen om te komen tot de ontwikkeling van lokale zorgnetwerken 4. Overleg met college/wethouders over de plannen 5. Overleg met projectgroep over de voortgang van de inventarisatie en de ontwikkeling van de plannen. 6. Bilaterale gesprekken met ambtenaren, bestuurders en vertegenwoordigers van belangrijke ketenpartners uit Doetinchem en Bronckhorst. 7. Behalve met mensen binnen beide pilot-gemeenten is ook gesproken met enkele partners binnen de regio Achterhoek.
Tijdens de pilot bleek het van groot belang om partners binnen de gemeenten, maar ook binnen de regio, uit te nodigen anders te gaan kijken naar de werkelijkheid. Wanneer mensen de openheid hebben de eigen paradigma’s kritisch te bezien en eventueel los te laten, ontstaat ruimte om de problematiek van dit project creatief en met elan aan te pakken. WMP heeft hen aangesproken op het belang van de burger, verantwoordelijkheden nemen en delen en hen uitgedaagd verder kijken dan de eigen kerntaak. Resultaatgericht zijn en de klant centraal stellen in plaats van uitgaan van de gewoonten en mogelijkheden van de eigen instelling, afdeling of vastgestelde omschreven taken. Ook binnen de gemeenten hebben we hierop de afgelopen periode intensief moeten investeren om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. De opdracht, geformuleerd en ontwikkeld vanuit het OGGZ kader, moest in de eerste fase van het project in beide gemeenten intern bediscussieerd worden voordat de verschillende betrokkenen zich hieraan konden verbinden. Immers, bij de aanpak van multiproblematiek gaat het om OGGZ problemen, maar ook om problemen in andere leefgebieden. Beleidssectoren als Jeugd en Onderwijs, Welzijn, Veiligheid, etc zijn mede ‘opdrachtgever’ voor het creëren van een lokaal zorgnetwerk. Dit gegeven moest eerst binnen de gemeenten worden omarmd. Uiteindelijk hebben de gezamenlijke stappen geresulteerd in een breed draagvlak voor het initiatief en concretere ideeën over de uitvoering hiervan. We zijn er nog lang niet maar we mogen zeggen dat het denkproces in verschillende gemeenten goed op gang is gekomen en dat er vertrouwen is in een goed vervolg.
In en lokaal zorgnetwerk werkt hulp- en dienstverlening samen om onder regie van de gemeente,
casusoverleg met betrekking tot multiproblematiek te voeren. Het is een
sluitende ketenaanpak tussen de onderwijsketen, Hulp- en dienstverleningsketen en de veiligheidsketen in iedere gemeente van de Regio Achterhoek, op basis van gezamenlijke afspraken en met eigen accenten. Deze samenwerkingsvorm tussen 3 ketens op basis van gezamenlijke afspraken over doelen en werkwijze noemen we een ketenunit.
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 7 van 21
2.
Inventarisatie van de bestaande situatie
In het OGGZ –beleidskader en –plan is een uitgebreide beschrijving te vinden van de huidige lokale situatie in de Regio Achterhoek.
2.1. Hoe denken onze ketenpartners over de bestaande lokale samenwerkingsvormen? De samenwerkingsvormen die er al zijn worden door de partners positief gewaardeerd. Dit gegeven leverde soms vragen op over de noodzaak van verdere ontwikkeling. Is het wel nodig - hebben we niet al genoeg ? - en is het wel mogelijk - eerdere initiatieven zijn ook niet verder gekomen dan het huidige niveau. Toch zijn velen van mening dat er effectiever en efficiënter samengewerkt kan worden dan nu het geval is. De volgende opmerkingen werden geplaatst tijdens de presentaties in het kader van het project “lokale zorgnetwerken in de regio Achterhoek” door vertegenwoordigers vanuit de organisaties. Ze spreken voor zich:
Witte vlekken/leemtes/knelpunten in de zorg aan multiprobleemsituaties in de regio? o o o o o o o o
Doorzettingskracht Missen 1 centraal punt van waaruit dwingend wordt bepaald hoe alle leden van het systeem geholpen moeten gaan worden. in “eilandjes” denken onduidelijkheden in bevoegdheden / verantwoordelijkheden Organisaties zijn onvoldoende opgeleid om echt systeemgericht te werken. Het geld ontbreekt om dit te organiseren De mogelijke professionele bijdrage van het onderwijs in een casus wordt niet optimaal gebruikt. Binnen onderwijs meer aandacht voor sociaal emotionele problemen / welbevinden van leerlingen Justitiële instellingen, politie en reclassering moeten goed geïnformeerd zijn over de verschillende instellingen en organisaties.
Er is – met name binnen de onderwijsketen – wel zorg over het opheffen van bestaande structuren en het opleggen van veranderingen. Tegelijk realiseren bestuurders en professionals zich dat de huidige structuur te versnipperd is om effectief te kunnen zijn. Er is sprake van overlap en hiaten.
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 8 van 21
2.2. Regionaal meldpunt multiprobleemsituaties Bij meervoudige probleemsituaties blijkt het niet voldoende ad-hoc afstemming te zoeken en/of crisissituaties te melden bij het regionale coördinatiepunt multiprobleemsituaties. Naast dit regionale punt zijn er op lokaal niveau permanent functionerende structuren nodig, waar alle meervoudige probleemsituaties in beeld komen en worden gevolgd. De huidige capaciteit van het Regionale meldpunt is te klein om alle signalen van 8 gemeenten te kunnen behappen. Verder wijst de praktijk elders in Nederland uit dat de afstand tussen vangnet en professionals niet te groot moet zijn om in contact te blijven met de professionals uit de keten. In de bijeenkomsten met ketenpartners geven professionals aan dat ze soms moeite hebben met de concurrentiepositie die de GGD, trekker van het meldpunt, volgens sommigen heeft. Zij zijn van mening dat de GGD een organisatiebelang heeft (financiering, uitbreiding van de kerntaak, continuïteit, personeelsbelang, status). Professionals geven aan dat dit een reden is om niet te melden bij het Regionaal meldpunt. We kregen ook veel signalen over het belang van de goede samenwerking binnen het meldpunt. Veel professionals gaven aan dat de situatie rond multiproblematiek in de casussen zichtbaar verbeterd was. Het is van belang deze successen optimaal te behouden en benutten binnen de nieuwe structuur van lokale zorgnetwerken.
2.3. Bevindingen `sociale kaart` Doetinchem en Bronckhorst In de inventarisatie troffen we in Doetinchem en Bronckhorst 95 samenwerkingsvormen gericht op de aanpak van Multi problem situaties. Voor de inventarisatie wordt verwezen naar de bijlage. Een aantal breed gedragen initiatieven, als het meldpunt multi problem situaties Achterhoek, was snel in beeld. Maar er bleek ook een behoorlijk aantal samenwerkingsmomenten op lokaal2 niveau of per project georganiseerd.
Soorten overleg Casusoverleg Beleidsoverleg Project Totaal
31 42 22 95
2
De huidige inventarisatie (die nog steeds aangevuld wordt) is met name gericht op de regionale organisaties en de situaties in de pilot gemeenten Doetinchem en Bronckhorst. – versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 9 van 21
De
95 gemelde activiteiten zijn verdeeld over casusoverleggen, projecten en beleidsoverleggen.
Sommige overleggen hebben betrekking op dezelfde activiteit, enkelen vallen onder meerdere categorieën. De gemeenten zijn bij 57 activiteiten betrokken, Politie, GGNet , Bureau Jeugdzorg, RMC/ leerplicht, GGD en de Woningcorporaties volgen.
Keten Justitie Onderwijs Zorg Totaal
17 20 58 95
De zorgsector kent het grootste aantal samenwerkingsvormen. Deze hoeveelheid geeft aan dat niet alleen de aanpak van multiproblematiek versnipperd is, maar dat ook overlegstructuren, beleidsontwikkeling en projecten zijn versnipperd en verkokerd. Dit alles houdt de huidige situatie in stand. Er zal op alle niveaus een cultuuromslag nodig zijn om niet voor iedere apart probleem een aparte oplossing te bedenken. Verder zal onderzocht moeten worden welke overleggen in elkaar kunnen worden geschoven op verschillende niveaus en hoe logische onderlinge koppelingen kunnen worden gemaakt. Niet alleen op casusnivo maar ook op beleidsnivo en stuurgroepnivo (strategisch). Uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij de organisaties en de professionals blijft. Ontwikkeling van een nieuwe samenwerkingsvorm kan alleen als dit ook door partijen en professionals wordt ondersteund op alle nivo’s in de organisatie. Bij de 31 casusoverleggen (zie bijlage) zijn tussen de 2 en 24 partijen betrokken. Gemeente, Politie, GGNet, Bureaujeugdzorg en RMC/ leerplicht zijn betrokken bij de meeste casusoverleggen (tussen de 8 en 14 overleggen).
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 10 van 21
Welke
verbeteringen
verwachten
de
5 0 1 6
4 0 1 5
0 2 2 4
1 2 0 3
netwerkpartners
door
de
Stadsbank, Stadsbank Enschede
3 2 1 6
Penitentiaire Inrischitng
4 0 0 7
Leger des Heils
Reclassering
8 0 0 8
Yunio
OpenbaarMinisterie
6 2 0 8
Radar
Maatschappelijk werk IJsselkring
5 0 2 8
Tactus
Mee
4 2 3 #
GSJ Lindenhout
9 0 0 #
Iriszorg
RMC/ leerplicht
7 0 2 #
Maatschappelijk werk Sensire
Bureau Jeugdzorg
7 5 1 #
GGD
GGNet
# 1 2 #
Woningbouwcoorperaties
Politie
Casusoverleg Kernpartners Schilpartners Coordinator Totaal
Gemeente
Betrokken organisatie
Soort overleg
0 2 0 3
1 2 0 3
0 2 0 3
1 2 0 3
1 2 0 3
1 2 0 3
opzet
van
een
Lokaal
Zorgnetwerk? o o o o o o o o
Betere nazorg Minder overleggen, meer doen Goede afstemming tussen lokale en regionale organisaties Verbinden aan netwerken in samenwerking Grip krijgen op zorgmijders Cliëntondersteuning (wie blijft naast, en in belang de klant staan?) Gebruik maken van elkaars kwaliteiten Snellere signalering, preventie van probleemgedrag
2.4. Bevindingen en draagvlak in de andere gemeenten in de regio Gedurende het traject kwamen we ook regelmatig in contact met netwerkpartners, bestuurders en ambtenaren uit de andere gemeenten van de Regio Achterhoek. Onze opdracht bestond primair uit het inventariseren en onderzoeken van de situatie in Doetinchem en Bronckhorst (ook de ureninzet was op deze taak afgestemd). Toch hebben we in overleg met de opdrachtgever ervoor gekozen zo veel mogelijk in te gaan op verzoeken om onze plannen te presenteren. Op deze manier zijn jeugdambtenaren, OGGZ ambtenaren en ketenpartners breed geïnformeerd over de plannen en ambities. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een breed besef dat het ontwikkelen van lokale zorgnetwerken een goede stap vooruit is in de Regio Achterhoek.
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 11 van 21
2.5. Flankerende ontwikkelingen in de regio A. De gemeenten in de Regio Achterhoek hebben t.b.v. het regionaal sociaal contract met de provincie Gelderland “de verbetering van de ketenzorg” als programmalijn opgenomen. Doel van dit programmapunt is een verbetering te realiseren in de concrete uitvoering door de bestaande varianten in het aanbod beter te verbinden en de afspraken op casusniveau te volgen. Deze programmalijn valt tevens samen met de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Verschillende gemeentes geven aan al flink op weg te zijn met de ontwikkeling van deze CJG’s. Het programmapunt “de verbetering van de ketenzorg” verbindt de volgende thema’s uit het “regionaal convenant aansluiting lokaal preventief jeugbeleid en jeugdzorgbeleid” die onder de noemer “coördinatie van zorg” geschaard kunnen worden: zorgstructuur 0-4 jaar zorgstructuur primair onderwijs zorgstructuur voortgezet onderwijs pedagogisch advies (lichte opvoed- en opgroeihulp) toeleiding naar hulp vindplaatsgerichte hulpverlening nazorg na jeugdzorg. Ook ligt er een link met de (landelijke) ontwikkelingen binnen de Jeugdgezondheidszorg, zoals het Electronische Kinddossier (EKD) en de Verwijsindex Risicojongeren (VIR).
B. De gemeente Doetinchem heeft de jeugdagenda opgesteld, waarbinnen een van de uitdagingen is het organiseren van de ketensamenwerking voor de jeugd. Onderdeel is dat een nog te bepalen hoofdaannemer die keten daadwerkelijk gaat organiseren en waarbij o.a. ook voorzien moet worden in de zgn. ‘doorzettingsmacht’. C. Ook in andere gemeenten zijn er vergelijkbare ketenontwikkelingen aan de gang, zoals bijvoorbeeld in de gemeente Oude IJsselstreek, waar een ketennetwerk rond jeugd functioneert (coördinatiepunt Jeugd).
D. Ontwikkeling rond het Veiligheidshuis: Een stuurgroep van het AJBZ start de voorbereidingen voor het veiligheidshuis in 2008. Doel is veiligheid op meer integrale wijze de vergroten; een nauwe verbinding
met
NOG-veiliger
ligt
daarom
voor
de
hand.
De
bestaande
werkwijze
met
casusoverleggen voor jeugd en veelplegers vormen het startpunt, nadruk komt te liggen op een betere verbinding
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 12 van 21
met voorliggend en aansluitende zorg. Voorwaarde voor de ontwikkeling is de ontwikkeling van brede afspraken over zorgcoördinatie. Tijdens de presentatie ontwikkeling lokale zorgnetwerken heeft het OM Zutphen zich uitermate lovend uitgelaten over de ambities en plannen in de Regio Achterhoek. Het OM zoekt aansluiting bij het model van het Lokale Zorgnetwerk. Omgekeerd is een goede samenwerking met het OM noodzakelijk om in situaties waar dwang en drang nodig is en in casuïstiek
waarin het OM één van de betrokken organisaties is af te stemmen en voortgang te
boeken.
2.6. Analyse en conclusies eerste fase. Uit de verschillende gesprekken tijdens de inventarisatie bleek steeds weer dat iedereen zeer hecht aan samenwerking (juist ook in multi-problem situaties) en bereid lijkt daar ook in te investeren. Samengevat constateren wij het volgende: •
In Doetinchem en Bronckhorst is de overlegstructuur rond multiproblematiek uitgebreid en versnipperd.
•
Samenwerking lijkt het meest ontwikkeld binnen de jeugdketen, het is belangrijk om dit zo veel mogelijk te benutten en uit te bouwen naar alle leeftijdsgroepen zodat alle inwoners hiervan kunnen profiteren.
•
Het ontbreekt aan goede onderlinge afspraken en afstemming over signalering en regievoering in de zorgcoördinatie van multi problem situaties voor alle leeftijdsgroepen.
•
Er zijn geen dekkende afspraken over de samenwerking tussen de verschillende subketens waardoor mogelijkheden voor combinaties van zorg en hulpverlening met dwang en drang onvoldoende worden benut.
•
Er is onvoldoende grip op zorgmijders en shoppers (mensen die van de ene naar de andere hulpverleningsvorm gaan zonder dat er iets in de situatie veranderd)
•
Gemeenten staan nu en de komende tijd voor een aantal grote maatschappelijke opgaven; Centrum voor Jeugd en Gezin, WMO, Ontwikkeling van het veiligheidshuis, nazorg na detentie, de veranderingen in de AWBZ vanaf 2009. Verder zijn er binnen de provincie afspraken gemaakt over de keus voor 1 verwijsindex risicojongeren.
•
In de inventarisatie kwam Gemeente, GG net en Bureau Jeugdzorg opvallend vaak in beeld als vaste gesprekspartner. Deze uitvoerders besteden een aanzienlijk deel van hun uren aan het overleggen met ketenpartners. Onduidelijk is wat het uiteindelijke effect of resultaat is van deze inspanning.
•
Professionals zijn van mening dat er zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve kwaliteitsslag te behalen is.
•
Zowel bestuurders als professionals zien de meerwaarde van afspraken in de 8 gemeenten in de Regio Achterhoek over de aanpak van multiproblematiek. Het is uniek in Nederland dat op regioniveau een dergelijke consensus is over een gewenste verandering. Dat gegeven
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 13 van 21
maakt dat er in de Achterhoek volop kansen zijn voor bijvoorbeeld het boeken van schaalvoordelen. •
Er is – met name binnen de onderwijsketen - zorg over het opheffen van bestaande structuren en het opleggen van veranderingen. Tegelijk realiseren bestuurders en professionals zich dat de huidige structuur te versnipperd is om effectief te kunnen zijn. Er is sprake van overlap en hiaten.
•
De huidige structuur is voor organisaties kostbaar en belastend door veelvuldig overleg en afstemming.
2.7. Aanbevelingen eerste fase: •
Om beter te kunnen samenwerken is het van belang dat de hoeveelheid casusoverleggen terug wordt gebracht in aantal en dat de inzet van ketenpartners zorgvuldig wordt bekeken.
•
De nieuwe structuur moet een werkzame ‘keep it simple’ structuur worden.
•
Organisaties en de onderwijs en veiligheids- netwerken behouden hun functie en worden in situaties van meervoudige complexe problematiek gevraagd hun signaal in te brengen in het Lokale zorgnetwerk en uitgenodigd om te participeren in het casuïstiekoverleg als ze vanuit hun kerntaak een betrokkenheid (moeten) hebben in een casus.
•
Per gemeente blijft minimaal 1 groep professionals van verschillende organisaties samen verantwoordelijk voor de voortgang van de casuïstiek in haar gemeente door te participeren in het Team Lokaal Zorgnetwerk. De gemeentelijke regisseur functioneert als voorzitter van het netwerk dat vooral op procesnivo meekijkt in de casuïstiek.
•
Dat wat goed gaat (bijvoorbeeld de samenwerking in de jeugdketen) moet zo veel mogelijk worden benut en ingebed in de structuur van het lokale zorgnetwerk.
•
Er is intensieve en frequente afstemming, begeleiding en overleg nodig om alle partijen (ook binnen de gemeente) die nodig zijn voor een integrale benadering op 1 lijn te krijgen, zowel op het niveau van de regio als ook binnen iedere gemeente afzonderlijk.
•
Tussen de verschillende subketens moeten dekkende afspraken gemaakt worden over de samenwerking alsmede afspraken en afstemming over signalering en regievoering in de zorgcoördinatie van multi problem situaties voor alle leeftijdsgroepen.
•
Mogelijkheden voor combinaties van zorg en hulpverlening met dwang en drang moeten beter worden benut door dit onderwerp nadrukkelijk in vastgelopen casussen te agenderen.
•
Door betere samenwerking, het invoeren van een stevige regie op de uitvoering en registratie ontstaat een betere grip op zorgmijders en shoppers.
•
We
moeten
samen
met
organisaties
goed
nadenken
over
het
vormgeven
van
vroegsignalering en preventie en het maken van goede afspraken over het inbrengen van signalen in het lokale zorgnetwerk. •
Gemeenten staan nu en de komende tijd voor een aantal grote maatschappelijke opgaven; het
Centrum voor
– versie 11-08-08
Jeugd en Gezin, Zorgcoördinatie, WMO, W i l m a
Ontwikkeling van
M e e r e
het
P r o j e c t e n Pagina 14 van 21
Veiligheidshuis, nazorg na detentie, de veranderingen in de AWBZ vanaf 2009. Verder zijn er binnen de provincie afspraken gemaakt over de keus voor 1 verwijsindex risicojongeren. Op verschillende nivo’s (bestuurlijk, ambtelijk en in overleg met de ketenpartners) is het van belang dat deze onderwerpen in samenhang worden besproken, geanalyseerd en dat er gemeenschappelijke plannen voor worden gemaakt. Aanbeveling is hiervoor verschillende bestaande platformen voor samen te voegen en zo de versnippering en verkokering ook op beleidsnivo tegen te gaan. •
Het verdient aanbeveling dat aan de hand van ‘evidence based’ principes (er zijn de afgelopen jaren de nodige algemene inzichten ontstaan over de inrichting van lokale zorgnetwerken, in de literatuur beschreven) en o.a. de Enschedese opzet elke Achterhoekse gemeente een lokaal zorgnetwerk krijgt. Ervaringen elders in het land leert dat voor 1 netwerk een bevolkingsaantal van 20.000 tot zo’n 40.000 inwoners de beste schaalgrootte is.
•
De kwaliteit en professionaliteit rond zorgcoördinatie moet in alle gemeentes op een hoger en gelijk nivo worden gebracht.
•
Om goed van start te kunnen gaan is het belangrijk de ontwikkeling van lokale zorgnetwerken een projectstatus te geven en de resultaten na 2 jaar te evalueren. Door het hanteren van een groeimodel kunnen
organisaties en professionals actief bijdragen en
meegroeien in de nieuwe ontwikkeling.
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 15 van 21
3. Bijlagen
Volgorde van bijlagen: •
Bijlage 1 Overzicht casusoverleggen en financiële betrokkenheid gemeente.
•
Bijlage 2 Overzicht casusoverleggen, beleidsoverleggen en projecten
•
Bijlage 3 Betrokkenheid van organisaties in overleggen
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 16 van 21
Werkgebied
Jeugdzorg Advies Team (JAT)
Achterhoek
Huiselijk geweld
Achterhoek
Achterhoek
m Coördinatie Multiprobleem stituaties Achterhoek
Zorg- en Advies Teams Achterhoek MBO
Radar (project Tradar)
Achterhoek
Aantal leden
N AAM CASUS OVE RLE G
Doel
Financiëele betrokkenheid
Ambtelijke betrokkenheid
Financiering door gemeenten van deelname van het AMW (door IJsselkring) en ggd-arts
Leerplicht op afroep/ Loes vd Meijs/ Susam Buter
20
Ja
+ambtenaren Huiselijk geweld en ambtenaren sociale zaken als schilpartner
24 Een passende hulp- en begeleidingsaanbod realiseren voor alle OGGz-cliënten in de regio Achterhoek.
€ 113.050, -
Geen ambtelijke participatie in vergaderomg,wel ambtelijke betrokkenheid bij beleidsoverleg OGGZ
8 Dagelijks bereikbaar loket voor consultatie (handelingsgericht) advies, screening en licht ambulante hulp in crisissituaties, doorverwijzen naar geindic. zorg, contact leggen met andere netwerkdisciplines, deskundigheidsbevordering en registratie.
Als vertegenwoordiger vanuit de leerplicht van de 8 regionale gemeenten zit één leerplichtambtenaar in het ZAT van de Mbo-scholen
13 Het doel is, gebruik makend van professionals op diverse levens- terreinen, de hulpvraag van leerling goed in beeld te brengen en passende hulp te bieden. 6 Kwetsbare jongeren tussen 15-25 jaar met AWBZindicatie met psych. problemen gecomb. met gedragsprobl. en/of licht verslaving. Begeleiding van jongeren die zich zonder begeleiding of training niet staande kunnen houden.
nog niet
GGNet Bijzondere zorg Achterhoek
3 Ondersteuning, begeleiding, toeleiding naar reguliere € 80.000, zorg en consultatie. Meldpunt bijz. zorg is
Veelplegers casusoverleg
8 Doel is om een veelpleger weer op het rechte pad te brengen en de maatschappij te ontlasten van zijn gedrag.
Achterhoek/ arr. Zutphen
Via NOG
Nog nader in te vullen
Justitieel casusoverleg
Achterhoek/ arr. Zutphen
5 Optimaal gebruik maken binnen de keten(s) van alle beschikbare informatie, met als doel een passende justitiële maatregel en noodzakelijke hulp
Ja, zeer waarschijnlijk in de toekomst t.w. subsidiering door gemeenten van regionale coördinator
Advisering bestuur
o EHBS ( eerste hulp bij
Bronckhorst
2
Op afroep
ja
schoolverlaten) z Socio-overleg Zelhem
Bronckhorst
4
4x per jaar
z Wonen welzijn zorg
Bronckhorst
3
Elke 3e donderdagmiddag van de
overleg Zelhem
maand bij SWO in Zelhem
z Casusoverleg clienten
Bronckhorst
3
1 x per 2 maanden
z JEKK (jeugd- en kleine
Bronckhorst
2
ja
LPA
kriminaliteit) z Buurtnetwerken Jeugdhulpverlening
Doetinchem
6 Het buurtnetwerk Jeugdhulpver- lening is een kleinschalige, multi- disciplinaire en gestructureerde vorm van samenwerking tussen prof., die dagelijks werken met kinderen van 0-12 jaar en hun ouders. Doel is sociale- en opvoedkundige problemen bij kinderen voorkomen door deze in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren en door een afgestemde ondersteuning te bieden.
JA
De leerplicht doet standaard mee
z Wijkwerk
Doetinchem
2 Wijkteamoverleg
Ja
Op afroep
z Socio-overleg Hengelo
Hengleo
4
z Consultatieteam
Hummelo en Keppel
5
Hummelo en Keppel
– versie 11-08-08
lokaal 1 x per 2 maanden W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 18 van 21
o Zorg Advies Team 't
Regio Bronckhorst
6 Het doel is, gebruik makend van professionals op diverse levens- terreinen, de hulpvraag van leerling goed in beeld te brengen en passende hulp te bieden, vroegtijdige signalering, vbevorderen zelfredzaamheid, instroom in geindiceerde instelling
Het gaat dan om alle scholen in D’chem. In andere plaatsen sluiten we het kort met de andere collega’s leerplicht
o Zorg Advies Team VO
Regio Doetinchem
6 Het doel is, gebruik makend van professionals op diverse levens- terreinen, de hulpvraag van leerling goed in beeld te brengen en passende hulp te bieden, vroegtijdige signalering, vbevorderen zelfredzaamheid, instroom in geindiceerde instelling
Het gaat dan om alle scholen in D’chem. In andere plaatsen sluiten we het kort met de andere collega’s leerplicht
o OZC
Zutpohen e.o.
2
Beeckland
Op afroep
nee
(onderwijszorgcentrum Zutphen)
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 19 van 21
– versie 11-08-08
W i l m a
M e e r e
P r o j e c t e n Pagina 20 van 21