Een project voor groep 1-8 van de basisscholen van het IVN veldhoven/Vessem.
Voorjaar 2008
Vreemd: vlak bij Veldhoven midden tussen de landbouwgebieden zijn een paar vennen te vinden. Hoe komen ze daar? Waarom zijn er geen akkers van gemaakt? Waarom zakt het water niet weg? Iedereen met een vijver in de tuin weet hoe moeilijk het is water vast te houden. Zijn er 3 vennen? Verschillen ze van elkaar? Waar komen die vreemde heuvels vandaan? Op de luchtfoto zien we allemaal ribbels. Waarvoor zijn die? We vinden vreemde stenen (fundamenten) bij het water. Wat stond hier? Er is een vreemd rechthoekig uitgegraven stuk grond. Is dit inderdaad het zwembad van de barones? Er staan vreemde bomen met grote dennenappels. Langs het water staat een sterk geurend kruid. Wat is dat? Leven er dieren in het water? Zijn er bijzonder planten? Waarom komen hier mensen wandelen? Van wie is het gebied eigenlijk? Wie zorgt ervoor? Kortom vragen genoeg. Antwoorden moeten er komen. Doel: In de vorm van een spannende opdrachtentocht gaan de kinderen op zoek naar antwoorden op vragen, die ze zichzelf stellen of die door ons gesteld worden. Middelen: Voor de onderbouw zijn er 5 rugzakken met materialen. Voor de midden- en bovenbouw is er een kist met opdrachtenkaarten, zoekkaarten, verrekijkers, loepen, enz. Deze materialen moeten besproken worden bij Hetty Fokkens, tel. 2543077.
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
deel1: Project voor de onderbouw Voorbereiding op school: Helpen jullie mee om het raadsel van de Vlasroot op te lossen? Kennen jullie een raadsel? Voorbeeld: het is wit en als het valt is het geel. Een ei. Weten jullie wat een ven is? We gaan een spannende speurtocht houden bij een ven vol met water. Opdracht rond de school: Zet een korte speurtocht uit langs bomen en struiken bij school. Nummer ze van tevoren van 1 t/m.10. Laat de kinderen bladeren en schors vergelijken en bloemen zoeken aan de takken.
Excursie: Verdeel de klas in evenveel groepjes als er gidsen/ ouders zijn. Elk groepje krijgt een rugzak met materialen mee. Loop een rondje om de Grote Vlasroot. Ook tegengesteld. Ga ook naar de Kleine Vlasroot. Dus groep 1 en 2 rechtsom, groep 3 en 4 linksom en groep 5 naar de Kleine Vlasroot. Langs de Grote Vlasroot zijn 12 stop-plaatsen, waar een raadsel opgelost moet worden. Zie kaartje.
Afsluiting op school: Laat de kinderen in de watertafel of in de zandbak een ven uitbeelden of een tekening maken. Maak een tentoonstelling van gevonden materialen.
2
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
deel 2:Project voor de midden- en bovenbouw: Voorbereiding op school: -De kinderen zoeken op een plattegrond de Vlasroot op en bedenken vragen waarop ze een antwoord gaan zoeken. Erg leuk is ook om Google Earth of www.maps.live.com te gebruiken. Vragen als: Hoe komt dat water daar? Waarom liggen die vennen daar? Wat groeit er en wat leeft er?
Excursie: -Bij aankomst op het parkeerterrein gaan alle kinderen naar de picknicktafel bij de parkeerplaats. De leerkracht installeert zich (mogelijk als rechercheur verkleed met politiejasje en politiepet) op het bankje met de materialenkist en de opdrachtenkaarten.Hij blijft hier zitten als centrale post. De schoolgidsen en ouders lopen in het gebied rond de Grote Vlasroot en kunnen de kinderen helpen bij het oplossen van de raadsels. -Dan vertelt de leerkracht dat we het raadsel van de Vlasroot moeten oplossen. Ieder kind (groepje kinderen) dat iets gevonden heeft meldt dit aan de rechercheur, die het aantekent op zijn antwoordenblad. -De opdrachten worden uitgedeeld en de kinderen gaan op zoek, elk groepje met één of meer opdrachtkaarten. Als ze iets hebben opgelost, gaan ze naar de centrale post om dit te melden.
Afsluiting op school: De gevonden oplossingen van het raadsel worden verwerkt in een verhaal. Niet opgeloste vragen zoekt men op op internet of in boeken. Het verslag wordt in de schoolkrant geplaatst en op de IVN-website geplaatst. Gemaakte foto’s gebruikt men in een power-point presentatie.
3
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
Bijlage 1: Achtergrond informatie: Mogelijke antwoorden op vragen die opkomen als je rond de Vlasroot wandelt. 1.
Hoe en wanneer is de Vlasroot ontstaan? Tijdens de laatste ijstijd werd het gebied bedekt met dekzand. Het landschap was open en de wind had vrij spel. De voornamelijk ZW-wind blies het zand tot de lemige ondergrond weg, richting noord-oost. Hier vormden zich stuifzandheuvels. Het ven vulde zich met regenwater, dat niet wegzakte. Hierdoor zou de langgerekte vorm van de Grote Vlasroot te verklaren zijn.
2.
Wat is het verschil tussen de vennen en de visvijver?
Grote Vlasroot langgerekt Matige sliblaag eigen waterstand zuur pH5 reliëf geleidelijk Diepte minder dan 1 meter 3.
Kleine Vlasroot ovaal moerige grond eigen waterstand minder zuur pH6 plotseling dieper dieper dan 1 meter
Visvijver met eiland/schiereiland moerig grondwater basisch pH7 erg steil meer dan 10 meter diep
Wat is er verder gebeurd? Tussen 1920 en 1930 zijn er naaldbomen (vooral grove dennen) aangeplant. Deze bomen zijn dus ongeveer 80 jaar oud. Bij een poging om het gebied te ontwateren zijn er greppels gegraven. Ze zijn duidelijk op de luchtfoto te zien. Rond 1967 werd voor zandwinning de zgn. Super Vlasroot gegraven (zand voor de Poot van Metz). Later werd er vis uitgezet. Het schijnt dat er bij het afgraven een verbinding is gemaakt naar de Grote Vlasroot, waardoor men water met veel slib heeft afgevoerd naar de Dommel. Er werd grote schade toegebracht aan de bodem van het ven. Aan de noordkant is nog een duiker aanwezig. Er is ook een verbinding gegraven tussen de Grote en de Kleine Vlasroot. Er is trouwens ook een verbindingssloot gegraven tussen het weiland met drijfmest en de Kleine Vlasroot. De boer moest overtollig water kwijt.
4.
Waar komen de fundamenten vandaan? Aan de NW-oever vinden we de fundamenten van een kraampje, waar de Fam. Van Kemenade ’s zomers drankjes en ’s winters bij het schaatsen een koek en zopie hadden.
5.
Is er echt een zwembad geweest? Dezelfde familie zou dit rechthoekige zwembad hebben laten uitgraven.
6.
Waarvoor dient het dammetje in de Grote Vlasroot. De bedoeling is onbekend.
4
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
7.
Welke bomen groeien er? Grove den, zeeden, berk, Amerikaanse eik, inlandse eik, vuilboom, Amerikaanse vogelkers, lijsterbes, Oostenrijkse den, Corsicaanse den en Weymouth den
8.
Welke planten komen we tegen? Veenmos, waternavel, pitrus, pijpenstrootje, braam, mossen, gagel, dophei, struikhei.
9.
Welke vogels kunnen we zien? Specht, wilde eend, meerkoet, tjif-tjaf, roodborst, uil.
10.
Omgeving: Let op het hoogteverschil. Aan weerskanten het stroomgebied van de Dommel en de Run. De ontginningen aan weerszijden van de Vlasrootvennen. Grote variëteit: weilanden, voedselarme vennen, voedselrijke visvijver, droge stuifduinen, moeras, diep water.
11.
Bedreiging: Het fietspad langs de Kleine Vlasroot; honden, paarden, crossers, recreatie. Steeds de bedreiging van de voedsel-verrijking vanuit de omgeving.
12.
Waardevol: Een mooi natuurgebied, uniek voor Veldhoven. Veel aandacht van de gemeente en het IVN. Onlangs veel bomen gekapt om het ven een open karakter te laten behouden, maar ook voor een beter windprofiel. Zeldzame planten en dieren: ijsvogel, klokjesgentiaan, veenmos, kikkers, hondsvisje, bosuil
5
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
Bron: “de Ahrenberger”d.d. 13-Feb-2008
6
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
Bijlage 2: Opdrachten voor de onderbouw Vandaag gaan we op zoek naar raadselachtige dingen rond de Vlasrootvennen. Verdeel de klas in evenveel groepjes als gidsen. Geef elk groepje een rugzak mee met materialen. Groepje 1 gaat naar de Kleine Vlasroot. Groepje 2 en 3 gaan rechtsom langs de Grote Vlasroot. Groepje 4 en 5 gaan linksom. Er zijn 12 stopplaatsen, waar een opdracht wordt gedaan. Zie plattegrond. 1.
Hoe ziet de schors van een boom eruit? We bekijken een dikke boom. en vragen aan de kinderen hoe een boom water drinkt en hoe dat water bij de blaadjes komt (antwoord: met de wortels en via de stam net onder de schors omhoog). De kinderen mogen een schorsafdruk maken. Kijk ook met de kinderen, of andere bomen dezelfde schors hebben. Materiaal: papier, krijt.
2.
Hoe hoog is die heuvel? We bekijken de heuvels (stuifduinen) en zeggen dat die heel lang geleden gemaakt zijn door weggeblazen zand. Zoek de hoogste heuvel. Laat de kinderen lekker een keertje op en neer rennen.
3.
Leven hier ook dieren? We zoeken insecten e.d. Vang ze in een loeppotje. Bekijk ze samen met de kinderen; kijk naar de verschillende vormen en kleuren. Laat de kinderen een naam bedenken. Materiaal: loeppotjes. Zorg ervoor dat er geen zand in de loeppotjes komt, want zand veroorzaakt krassen en dan kan de inhoud niet meer goed gezien worden.
4.
Leven hier ook konijntjes? We vragen aan de kinderen of ze weten hoe een konijn er uit ziet? Hebben ze wel eens wilde konijnen gezien? (Zie ook Sporenboekje). Vraag of ze weten waar konijntjes leven en ga dan op zoek naar sporen van konijnen - holen, graafwerk, keutels. Materiaal: sporenboekje.
5.
Zijn hier ook babyboompjes te vinden? Alle bomen maken zaadjes, zodat er weer nieuwe bomen kunnen groeien. Soms zijn zaadjes klein, soms groot (eikels). We gaan op zoek naar kleine boompjes.
6.
Is het hier nat of droog? We lopen van een droge heuvel richting het water. Zeg de kinderen dat er planten zijn die van droge voeten houden, maar ook planten die graag natte voeten hebben. Laat de kinderen kijken welke planten droog staan en welke nat.
7
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
7.
Wonen hier ook vogels? We zoeken naar eenden en andere vogels. Welke kleuren hebben ze? Welke vinden ze het mooist? Maken ze ook geluid? Materiaal: verrekijker voor gids, kijkertjes voor de kinderen.
8.
Wat vind je het mooiste plaatje? Zeg de kinderen dat dit een ven is; vennen komen in onze omgeving veel voor en zijn al heel oud. Laat ze met het kijkertje zoeken welk plekje ze het mooist vinden en laat ze vertellen waarom of wat ze mooi vinden. Materiaal: kijkertje.
9.
Wat zijn dat voor vreemde sprieten? De gids plukt een stengel van de pitrus en haalt het groen eraf. Laat de kinderen ruiken en vertel eventueel dat ze heel lang geleden die witte stengeltjes gebruikten om olielampjes te laten branden. Laat de kinderen ook proberen om een pit(je) te maken.
10.
Wat is dat voor een groot meer? Loop naar de visvijver en zeg, dat dit meer nog niet zo heel lang geleden gegraven is met buldozers. De mensen hadden zand nodig om wegen te maken. Daarom is het best diep. Er zwemmen vissen in het water en eenden op het water. Kijk ook eens of je nog meer vogels ziet en hoort. Zoek de fuut, de reiger, eenden, meerkoeten.
11.
Wat zijn dat voor grote dennenappels? Kijk omhoog bij de zeedennen. Laat de kinderen dennenappels zoeken. Laat de grote naalden van de zeeden zien. Zeg dat andere naaldbomen niet zulke lange naalden hebben. Laat de kinderen zoeken naar andere dennenbomen en dennenappels.
12.
Wat ruiken we hier? Loop naar een gagelstruik. Kneus een blaadje en laat de kinderen ruiken. Ruikt het lekker of juist niet? Vertel de kinderen, dat het heel vroeger gebruikt werd om beestjes (vlooien) uit de bedden te verjagen (die hielden niet van de geur).
Vrije opdrachten: boompje verwisselen, op omgevallen bomen klimmen, tekenen in het zand (m.b.v. een stokje). Boompje verwisselen: zoek een aantal bomen (eentje minder dan het aantal kinderen); één kind krijgt geen "eigen" boom, de andere kinderen wel. Nu moeten de kinderen met boom van boom wisselen en het kind zonder boom moet proberen om sneller bij een (tijdelijk) "vrije" boom te zijn. De kinderen kunnen het beste onderling afspreken (mondeling of met gebaren) wie met wie van boom wisselt. Vaak lopen meer kinderen tegelijkertijd. Het kind dat dan zonder "eigen" boom is, moet vervolgens proberen weer een "eigen" vrije boom te krijgen.
8
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
9
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
Bijlage 3: Antwoordenblad midden en bovenbouw
blad 1
Oplossingen van de raadsels van de Vlasroot door groep
van de
school
R 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot?
R 2: Hoe komen die grote bomen rond het ven?
R 3: Leven er konijnen in de buurt? Waar?
R 4 Waarom Wat is het verschil tussen de Kleine en de Grote Vlasroot?
R 5: Waar komt de naam Vlasroot vandaan?
R 6: Is er nog hei te ontdekken? Welke soort houdt van droge grond, welke van natte
R 7: Zijn de beide vennen dieper dan 1 meter?
R 8: Welke dieren leven hier?
R 9: Wie gooit toch al die rommel weg?
10
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
groep
blad 2
R 10: Welke mensen komen in dit gebied?
R 11: Wat zijn dat voor vreemde ribbels aan de zuidkant van de Grote Vlasroot?
R 12: Wat zijn dat voor vreemde stenen aan de noordkant van het ven?
R 13: Is er echt een zwembad geweest waar vroeger gezwommen is?
R 14: Hoe oud zijn de bomen om het ven?
R 15: Gaan er nog meer bomen groeien rond het ven? Welke?
R 16: Wat zijn dat voor grote dennenappels aan de bomen?
R 17: Leven er ook dieren in de vennen?
R 18: Waaruit bestaat de grond in dit gebied?
R 19: Welke planten groeien er bij het water?
11
Voorjaarsproject 2008: Het raadsel van de Vlasroot
groep
blad 3
R 20: Hoe komt het pitrus aan zijn naam?
R 21: Hoe komt pijpenstrootje aan zijn naam?
R 22: Waarom heet gagel ook wel vlooienkruid?
R 23: Waar groeit waternavel? Verklaar de naam.
R 24: Leven er ook insecten? Welke?
R 25: er eekhoorns in de bossen?
R 26: een spechtensmidse
Wat ik verder ontdekt heb:
Vragen, die bij ons zijn opgekomen en waarop we een antwoord gaan zoeken:
12