PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
EditoriAal / Editorial
inhoud / sommaire
Een vakgenoot vertrouwt ons toe dat hij “er is ingevallen toen hij nog klein was”, net zoals Obelix! Goed! Maar als de kleine Obelix ook “voor de voeten van werkende mensen zou lopen”, betwijfelen we dat hij “van kop tot teen wit zag van het stof” en zelfs als hij ook “zijn stoeltje, zijn beitel en zijn hamer had” om zijn menhir te kappen of als hij ook “gelukkig was, hoewel helemaal nat”, dan was het natuurlijk niet omdat hij er eindelijk in gelukt was “het rad van de zaagmachine te laten draaien en zijn eerste steen te snijden”. Dat neemt niet weg dat, toen onze twee Galliërs zich “in de leer hebben gestort”, ze vast en zeker gezegd moeten hebben “dat alles niet rooskleurig, maar toch ook niet helemaal zwart was “Wat we van Obelix weten laat ons toe te veronderstellen dat hij ook vond dat “al die moeite niet voor niks en zinloos was geweest”. Is die tevredenheid en dat optimisme van onze steenhouwer uiteindelijk ook niet het gevoel dat alle beoefenaars van onze mooie vakken kennen? Laat ons dan niet aarzelen om bijvoorbeeld jongeren, die zich aanbieden in Herzele en die “er niet zijn ingevallen”, een duwtje te geven om er voor te gaan. Het is nooit te laat en ze zullen er ons later zeker dankbaar voor zijn. Un de nos lecteurs nous confie qu'il “est tombé dedans quand il était petit”. Comme Obélix! Oh! Si Obélix, étant petit, devait aussi “être dans les jambes de ceux qui travaillent”, on doute “qu'il était blanc de poussière de la tête aux pieds” et même s'il avait aussi “son tabouret, son ciseau et son maillet” pour tailler son menhir, s'il était aussi “heureux mais trempé”, ce n'était évidemment pas encore d'avoir pu enfin “tourner la roue de la débiteuse et couper sa première pierre”. Il n'empêche que, quand nos deux Gaulois, Obélix et le nôtre, ont vraiment “plongé dans l'apprentissage”, sans doute se sont-ils dit chacun que, si “tout n'est pas rose, tout n'est pas noir” non plus. En tout cas, ce qu'on nous donne à savoir d'Obélix permet de présumer que, lui aussi, estimait que “tous ces efforts n'auront pas été vains et fournis en pure perte”. La satisfaction et l'optimisme affichés de notre confrère ne traduisent-ils pas au bout du compte le sentiment général des praticiens de nos beaux métiers? Alors, pour ceux qui se présentent à Herzele par exemple, s'ils n'y sont pas “tombés étant petit”, ne craignons pas de les y pousser. Il n'est jamais trop tard et sûrement nous en remercieront-ils plus tard. C.B. NOS ANNONCEURS / ONZE ADVERTEERDERS
A c t u ee l / A c t u a l i t e Valenciennes, Blauwe steen draagt bij tot vernieuwing van 04 stadskern / Valenciennes, La pierre bleue participe au renouveau du cœur de ville.
funeraire sector / funeraire Leemten uit het verleden: Het nut van gemeentelijke 08 reglementeringen inzake begraafplaatsen / Les lacunes du passé: L’utilité des réglementations communales des cimetières
portret / portrait Een nieuwe start voor de steengroeve van Troydo 12 Nouveau départ pour la Carrière du Troydo
A c t u ee l / A c t u a l i t e NIT: De nieuwe TV 228 “Natuursteen” van het WTCB: 16 interactief en evolutief / CSTC: La nouvelle fiche NIT 228 “Pierre naturelle” du CSTC se veut interactive et évolutive 18 Unieke opleiding van Herzele moet blijven bestaan La formation tailleurs de pierre à Herzele doit être préservée 23 Geïntegreerde Website van de Koninklijke Bond der MeesterSteenhouwers van België / Website intégré de la Fédération Royale des Maîtres Tailleurs de Pierres de Belgique
agenda / agenda Carrières du Hainaut
Driemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de Koninklijke Bond der MeesterSteenhouwers van België, lid Confederatie Bouw / Publication trimestrielle éditée par la Fédération Royale des Maîtres Tailleurs de Pierres de Belgique, membre Confédération Construction : Rue du Lombardstraat 34-42 . B-1000 Brussel / Bruxelles T +32(0)2 223 06 47 . F +32(0)2 223 05 38
[email protected] [email protected] Officieel orgaan van de vzw PIERRES ET MARBRES DE WALLONIE 11, rue des Pieds d’Alouette, 5100 Naninne Tél: 081/ 22 76 64 Fax: 081/ 74 57 62
[email protected] Organe officiel de l’asbl PIERRES ET MARBRES DE WALLONIE 11, rue des Pieds d’Alouette, 5100 Naninne Tel: 081/ 22 76 64 Fax: 081/ 47 57 62
[email protected]
23 Verantwoordelijke uitgever / Editeur responsable : D. De Haen, Rue du Lombardstraat 34-42, B-1000 Brussel / Bruxelles Bestuurcomité / Comité directeur J. Dascotte, Voorzitter van de Bond / Président de la Fédération V. Brancaleoni, Voorzitter / Président P.M.W. Redactiecomité / Comité de rédaction C. Bonhomme – D. De Haen – F. Tourneur – F. Dominique – N. Gillain Coördinatie / Coordination F. Dominique, P.M.W. Lay out / Mise en page Mandragore T +32(0)2 346 33 28 Druk / Impression Sofadi T +32(0)2 210 01 00 ISSN 1373 – 7007
Foires et salons Beurzen en salons
tribune / tribune 24 Norga Norga
knipoog / clin d'oeil 30
Géééééf... acht! Gaaaarde... à vous!
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer
actueel / actualite
Valenciennes
Blauwe steen draagt bij tot vernieuwing van stadskern Personen die Valenciennes een paar jaar geleden hebben gekend, herinneren zich waarschijnlijk een ietwat verouderde of zelfs vervallen stad. Maar sinds enkele weken heeft de stadskern een gans andere allure aangenomen. Deze ommekeer was het resultaat van een stedelijk herwaarderingsprogramma verwezenlijkt door een gemotiveerde lokale overheid.
La pierre bleue participe au renouveau du cœur de ville Les personnes qui ont connu Valenciennes il y a quelques années ont sans doute le souvenir d’une ville un peu désuète voire délabrée. Toutefois, depuis quelques semaines, le centre-ville revêt une toute autre allure. Cette mutation est le résultat d’un long programme de requalification urbaine entrepris par des pouvoirs locaux motivés. Emilie Abraham Kunsthistorica Historienne de l’art
Historische kenmerken
Repères historiques
Valenciennes is de hoofdstad van Frans Henegouwen en heeft een bewogen geschiedenis. De stad kende een bloeiende industriële periode en was vroeger één van de rijkste steden van Frankrijk dankzij haar staal, metaal, kool- en kantnijverheid. De Grote Oorlog vernietigde echter het hele industriële apparaat en in 1940 werd de stadskern verwoest door een brand. Bij de heropbouw werd geen rekening gehouden met het erfgoed en werd er overvloedig beton gebruikt, hetgeen het geheel snel heeft doen verouderen.
Valenciennes, capitale du Hainaut français, n’a pas été épargnée par l’Histoire. En effet, cette ville au passé industriel florissant a été une des plus riches de France grâce à la sidérurgie, la métallurgie, le charbon et la dentelle. La Grande Guerre a entraîné la destruction totale de l’appareil industriel et un incendie a ravagé le cœur de la ville en 1940.
Bovendien ontstond er in de jaren zeventig een crisis die van Valenciennes, net als van enkele welgekende Belgische steden, een economische, sociale, menselijke en stedenbouwkundige ramp maakten.
De plus, tout comme certaines villes belges que nous connaissons bien, les années septante ont connu une crise profonde qui a fait de Valenciennes un désastre économique, social, humain et urbanistique.
In het begin van de jaren negentig was de situatie als volgt: - Het hoogste werkloosheidscijfer van heel Frankrijk. - Talloze braakliggende industriële terreinen binnen de stad zelf. - Een slecht verbouwde en onderhouden stad die haar structuur volledig kwijt was. - Een decentralisatie van de handelsactiviteiten.
Au début des années nonante, la situation est la suivante: - Le taux de chômage le plus élevé de France. - De nombreuses friches industrielles au sein même de la ville. - Une ville mal reconstruite, déstructurée, et non entretenue. - Une décentralisation de l’activité commerciale.
Valenciennes is echter een belangrijke stad: ze heeft 42 000 inwoners en is bovenal de hoofdstad van een arrondissement met 350 000 inwoners. Het is dus uiterst belangrijk ze weer wat luister te geven.
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
Ce dernier a été reconstruit en faisant fi du patrimoine et en utilisant abondamment le béton; il a donc vieilli très vite.
Toutefois, Valenciennes est une ville importante. Elle est peuplée par 42 000 habitants mais surtout, elle est le chef-lieu d’un arrondissement de 350 000 habitants. Il est alors primordial de lui redonner de l’éclat.
DOELSTELLINGEN
Objectifs poursuivis
Na dertig jaar crisis lanceren de lokale en regionale overheden een project dat gelukkig ook door de Franse Staat wordt ondersteund. In deze uitgebreide denkoefening vormt het nochtans onontbeerlijke stedenbouwkundige aspect, slechts een klein onderdeel van het groot stedelijk herwaarderingsproject. Het uitgangspunt is commerciële, toeristische en culturele activiteiten dynamiseren, uitrustingen voor eerste levensbehoeften herstructureren, opleidingen in de plaatselijke universiteit en hogescholen moderniseren en aanpassen, en bovendien een mobiliteitsplan uitwerken dat ook de bereikbaarheid van de stadskern moet garanderen.
Après trente années de crises, les pouvoirs locaux et régionaux élaborent un projet qui sera heureusement soutenu par l’état français. Dans cette vaste réflexion, l’aspect “urbanistique” pourtant indispensable, n’est qu’une petite partie d’un grand projet de requalification urbaine. Le point de mire en est la redynamisation commerciale et touristique, tout comme la restructuration des équipements de première nécessité, la dynamisation de la vie culturelle, l’actualisation et l’adaptation des formations proposées à l’université et dans les hautes écoles locales, et surtout le développement de la mobilité et de l’accessibilité du centre-ville.
Intussen bevinden we ons in de 21ste eeuw en talrijke doelstellingen werden reeds bereikt. De Universiteit en het Museum zijn erkende en dynamische waarden, er is minder verkeer dankzij de tramlijn die deze zomer werd ingehuldigd en het stadscentrum is er veel gezelliger op geworden. De realisatie van dit stedelijk vernieuwingsproject, voor een groot deel opgezet door de burgemeester van Valenciennes, Dominique Riquet, is dus goed vertrokken.
A l’heure actuelle, le 21e siècle est entamé et de nombreux objectifs sont atteints. L’Université et le Musée sont des pôles reconnus et dynamiques, le trafic automobile est limité grâce à la ligne de tramway inaugurée cet été et le centre-ville est accueillant. La concrétisation du projet de renouvellement urbain initié en grande partie par Dominique Riquet, Maire de Valenciennes, est donc bel et bien lancée.
MATERIAALKEUZE
Choix des matériaux dans les interventions récentes
Na verschillende renovatiefasen, die we hier verder niet beschrijven, onder‑ scheiden enkele recente vernieuwingen zich door hun kwaliteit en trekken ze onze aandacht meer bepaald door de keuze van de gebruikte materialen.
Après différentes étapes de réhabilitation que nous ne décrirons pas ici, quelques interventions récentes se distinguent par leur qualité et nous intéressent plus particulièrement pour le choix des matériaux utilisés.
Eerst is de “Place d’Armes”, die volledig werd herzien om het verkeer beter te verdelen en aan te passen aan minder mobiele personen, nu voor het overgrote deel bedekt met Belgische Blauwe Steen. De brede stoepen en terrassen van sommige etablissementen zijn bekleed met fijn en grof gebouchardeerde, gezaagde straatstenen (20 x 20 x 5).
Tout d’abord, la Place d’Armes, qui a été complètement revue pour mieux distribuer le trafic et être adaptée aux personnes à mobilité réduite, est recouverte, pour sa majeure partie, de pierre bleue provenant de Belgique. Des pavés (20 x 20 x 5 cm) sciés, bouchardés fin et bouchardés gros composent de larges trottoirs et les terrasses de certains établissements.
Deze afwerking zorgt voor een antislip effect voor voetgangers en is makkelijk te onderhouden. Structuurgevende stroken in “oude frijnslag” benadrukken vakken met greskeien.
Ces finitions assurent un effet antidérapant pour les piétons et un entretien aisé. Des bandes structurantes en “taille ancienne” scandent des étendues de pavés de grès.
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer
actueel / actualite
Het plaveisel in blauwe steen met diverse afwerkingen droeg bij tot een geslaagde inrichting rond de fontein op de “Place d’Armes”/ Les pavés de pierre bleue aux diverses finitions ont contribué à la réussite de l’aménagement des abords et de la fontaine de la place d’Armes.
Voor de straatgoten en lijsten van de boominplantingen werd ook blauwe steen gekozen. Ten noorden van het plein regelen twee rotondes het uit vier hoofdassen komende autoverkeer. Dit druk punt wordt verzacht door de aanwezigheid van twee fonteinen in Blauwe Steen, versierd met het blazoen van de stad. Ze zijn beide identiek en bestaan uit een rond bekken met daarop een ruwe blok, geritmeerd met boorgaten, en een grote bronzen kom waaruit water stroomt. De scheiding met de straat wordt gevormd door een serie sobere vierkanten bolders, eveneens in blauwe steen. De randen rondom het plein naar de handelsstraten toe zijn bedekt met dezelfde tegels in blauwe steen. Op deze manier verkrijgt men een perfecte aansluiting met andere vroegere en komende veranderingen waarvoor graniet en beton werd gekozen. Op enkele passen daarvandaan werd een recreatiezone ingericht; de “square Crasseau”. Deze is via een handelsgalerij verbonden met de “Place d’Armes” en dient als aansluiting op de historische wijk. Deze driehoekige ruimte is opgebouwd uit een esplanade, volledig bekleed met grote vierkante tegels in blauwe steen, en wordt afgebakend door granieten trappen in de vorm van terrassen. Deze kunnen als zitplaats dienen voor de talrijke voorbijgangers. De esplanade leidt naar een grote zeer modern uitziende fontein, bestaande uit korstplaten op de bodem, en eenvoudig geslepen blauwe steen parement op de zijkanten. De nabijgelegen “square Billiet” is eveneens verfraaid met een fontein in blauwe steen samengesteld uit een cirkelvormig bekken met overloop en een beeldhouwwerk op de boord. De beplantingszones worden hier onderbroken door een wandelzone met tegels. De voornaamste selectiecriteria voor de materiaalkeuze waren kwaliteit, voorkomen en makkelijk onderhoud. De stedelijke uitrusting, zowel het stadsmeubilair als de machinerie van de fonteinen, de verlichting, de tramstations, de beelden en hun sokkels, werd op een verstandige manier uitgekozen en brengt verfrissing in de stad.
Pour les caniveaux et les encadrements d’arbres, la pierre bleue a également été choisie. Au nord de la place, deux ronds-points régulent la circulation automobile provenant de quatre axes principaux. Ce point de tension est atténué par la présence de deux fontaines en pierre bleue ornées des blasons de la ville. Ces deux points d’eau identiques sont composés d’un bassin circulaire surmonté d’un bloc brut rythmé de traces de forage et d’une grande vasque en bronze d’où s’écoule l’eau. Le recul avec la rue est donné par une série de bollards très sobres, de section carrée, également en pierre bleue. Les abords de la place, pour mener aux rues commerçantes, sont couverts des mêmes dalles en pierre bleue. Ils permettent une parfaite liaison avec d’autres types d’aménagements antérieurs et à venir pour lesquels le granit et le béton ont été choisis. A quelques pas de là, une zone de détente a été aménagée. Il s’agit du square Crasseau. Il est relié à la Place d’Armes par une galerie commerçante et sert de jonction avec le quartier historique. Cet espace triangulaire est composé d’une esplanade entièrement recouverte de grandes dalles en pierre bleue rectangulaires et est cerné d’escaliers en granit formant des gradins. Ces derniers offrent une assise aux nombreux passants. L’esplanade mène à une large fontaine à l’aspect très moderne, formée de panneaux de croutes pour le fond et de parement de pierre bleue simplement meulée pour les retours d’angles. En s’éloignant légèrement, on accède au square Jules Billiet, également orné d’une fontaine en pierre bleue. Il s’agit d’un bassin circulaire à débordement au bord duquel repose une sculpture. Les espaces de plantation sont traversés par une zone de promenade formée de dalles. Les critères principaux de sélection pour le choix des matériau étaient les suivants: qualité, esthétique et facilité d’entretien. L’équipement urbain, que ce soit le mobilier, les machineries des fontaines, les statues et leur socle, l’éclairage ou les stations de tramway, a été choisi judicieusement et apporte de la fraîcheur à la ville.
Het opspringend water van de fontein op de “square Billet” is in overeenstemming met het beeld op de boord van de fontein / L’eau jaillissante de la fontaine du square Billet répond à la sculpture posée sur celle-ci.
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
Terrasvormige trappen leiden naar de in blauwe steen geplaveide recreatiezone van de Square Crasseau / Les escaliers en gradin mènent à la zone de détente couverte de dalles de pierre bleue du square Crasseau.
De herwaardering van het stadscentrum van Valenciennes is een succes. De stad is levendig, positief en de handel is weer in bloei. Valenciennes herwint haar stedenbouwkundige coherentie en daar draagt de Belgische blauwe steen ruimschoots toe bij.
La requalification du centre-ville de Valenciennes est une réussite. La ville est vivante, positive, le commerce y est redevenu florissant. Valenciennes retrouve une cohérence urbanistique et la pierre bleue y contribue largement.
Blauwe steen blijkt een goede keuze te zijn voor stadsinrichtingen, zowel op het vlak van integratie in de bestaande omgeving als wegens zijn veelzijdigheid, geboden mogelijkheden en onderhoudsgemak. Deze mooie verwezenlijking is geen alleenstaand geval en zal zeker niet de laatste zijn in de steden van Frans Henegouwen.
La pierre bleue y fait ses preuves en tant que matériau de choix pour des aménagements urbains que ce soit pour son intégration au bâti existant, sa polyvalence, les nombreuses possibilités qu’elle offre et son entretien aisé. Ce beau chantier n’est pas unique et il ne sera certainement pas le dernier dans les villes du Hainaut… français
Belgische blauwe steen in de stedenbouwkundige aanleg in Noord Frankrijk
Le pierre bleue de Belgique dans les aménagements urbains du nord de la France
In België zijn de groeven van blauwe steen natuurlijk verheugd over de belangstelling die onze Franse buren betonen voor hun producten. Talrijke recente stedelijke werven getuigen van deze voorkeur.
En Belgique, les carrières de pierre bleue ne peuvent que se réjouir de l’intérêt que nos voisins les français témoignent pour leurs produits. De nombreux chantiers urbains récents témoignent de cet engouement.
Voor “Carrières du Hainaut” citeren we bijvoorbeeld: de aanleg van de stad Chooz, de hoofdwegen en de ‘halle aux beurres et fromages’ van Landrecies, de pleinen van Dainville en Auby, de Houillère wijk in Charleville Mézières,…
Citons, par exemple, pour les Carrières du Hainaut ; l’aménagement de la ville de Chooz, les voiries principales et la halle aux beurres et fromages de Landrecies, les places de Dainville et d’Auby, le quartier de la Houillère à Charleville Mézières,…
De “Carrières de la Pierre Bleue Belge” leverden o.a. voor de werken van: “Les Jardins de l’Abbaye” in Saint-Amand-les-Eaux (omtrek van de abdijtoren en het ‘Maison de la culture”), een wegdek in Cassel nabij Saint Omer, de “Place de l’Industrie” in Maubeuge, de stoepranden en de pleinen van Fumay, Charleville Mézières, Le Quesnoy …
Les Carrières de la Pierre Bleue Belge ont fourni, entre autres, “Les Jardins de l’Abbaye” à Saint-Amand-les-Eaux (abords de la tour abbatiale et de la Maison de la culture), un aménagement en pavés à Cassel près de Saint Omer, la Place de l’Industrie à Maubeuge, les bordure et la place de Fumay, Charleville Mézières, Le Quesnoy …
Technische fiche Studiebureau: SECA Bouwheer: Samenwerking tussen de Stad Valenciennes, Valenciennes Métropole, het SITURV (Syndicat Intercommunal des transports urbains de la région du Valenciennois) en het SIAV (Syndicat intercommunal d’assistance de Valenciennes) Financiering: Materialen: Blauwe steen, Chinese zandsteen en graniet. Blauwe steen - hoeveelheden: 5500 m2 vloerbekleding, 1km stoepranden en 4 fonteinen. Blauwe Steen - afwerking: grof gebouchardeerd, fijn gebouchardeerd, ruw gezaagd, sclypé, oude frijnslag, geslepen.
Bureau d’études: SECA Maîtres de l’ouvrage: Collaboration entre la Ville de Valenciennes, Valenciennes Métropole, le SITURV (Syndicat Intercommunal des transports urbains de la région du Valenciennois) et le SIAV (Syndicat intercommunal d’assistance de Valenciennes) Financement: Matériaux: pierre bleue, grès chinois et granit. Pierre Bleue-Quantités: 5500 m2 de revêtement de sol, 1km de bordures et 4 fontaines. Pierre Bleue-finitions: bouchardé gros, bouchardé fin, brut de sciage, sclypé, taille ancienne, meulé.
Fiche technique
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer
FUNERAiRe sector / FUNERAIRE
Leemten uit het verleden
Het nut van gemeentelijke reglementeringen inzake begraafplaatsen Om uiteenlopende redenen, maar meestal naar aanleiding van geschillen met families of ondernemers in grafmonumenten, voeren meer om meer gemeenten een analyse uit van hun plaatselijke regelgeving betreffende de begraafplaatsen en graven.
1. Een rij grafmonumenten in Art-Deco stijl aan de hoofdingang van de begraafplaats Ten-Brielen (Comines). De homogeniteit van de site en zijn zone-indeling beveiligd door het systeem van doorverkoop van grafkelders “met monumenten” zijn geïntegreerd in het nieuw begraafplaatsreglement / Alignement de monuments Art-Déco de l’allée principale du cimetière de Ten-Brielen (Comines). L’homogénéité du site et son zonage, préservée par le système de revente de caveau “avec monuments”, sont intégrés dans le nouveau règlement communal.
Les lacunes du passé L’utilité des réglementations communales des cimetières 1.
De plus en plus de communes en viennent, suite à des contextes différents mais souvent liés à des litiges avec des familles ou avec des entrepreneurs en monuments funéraires, à analyser leur réglementation locale concernant les cimetières et les sépultures.
Xavier Deflorenne Coördinator / Beheerscel van het Funerair Erfgoed Coordinateur / Administrations communales de Comines, Tournai et Viroinval MRW / Wallonia Nostra
Hierbij stuit men dikwijls op verbazingwekkende vondsten: hoewel de politieke aandacht voor deze materie op sommige plaatsen in Wallonië weliswaar zorgde voor talrijke aanpassingen en herzieningen van de in voege zijnde teksten, is het niet ongewoon dat op andere plaatsen (zelfs niet de meest geïsoleerde of benadeelde) geen enkel gemeentelijk reglement voorhanden is of, surrealistischer nog, dat men teksten aantreft die zo oud zijn dat ze geen enkele overeenkomst meer vertonen met de huidige situatie. Het mooiste voorbeeld dat ik hierbij uit mijn eigen ervaring kan aanhalen is een gemeentelijk reglement dat dateerde uit 1880!!! Het werd terecht niet meer toegepast. Alle betrokken personen moeten hierbij hun verantwoordelijkheid opnemen, hoewel het dient gezegd dat meerdere gemeenten dat nu al doen vermits ze getracht hebben aan de situatie te verhelpen. Het is dus bij deze niet de bedoeling tegen het beheer in te gaan, maar wel om de aandacht te trekken op de volksgezondheidszorg waarvan minstens drie gemeenten blijk gaven tijdens de vorige legislatuur, met name Doornik, Comines-Warneton en Viroinval. Deze drie gemeenten hebben alvast één verdienste gemeen: in Doornik werd het reglement volledig herzien, en het inspireerde de twee andere gemeenten voor hun eigen plaatselijke regelgeving. Waarom is een aangepaste regelgeving zo belangrijk? Welk nut kan men toeschrijven aan een plaatselijke regelgeving die dikwijls, en gelukkig maar, getuigt van de gemeentelijke autonomie, maar al even dikwijls van de stiefmoederlijke behandeling van de begraafplaatsen door het plaatselijk beleid.
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
Leur surprise est souvent à la hauteur de la situation qu’elles découvrent: si dans certains endroits de Wallonie, l’attention du politique pour cette matière a produit de nombreuses révisions ou adaptations des textes en vigueur, dans d’autres lieux, et pas forcément les plus isolés ou les plus défavorisés, il n’est pas si rare de découvrir l’inexistence complète de règlement communal ou, plus surréaliste encore, des textes si anciens qu’ils n’ont plus aucune adéquation avec la situation actuelle. Le plus bel exemple que l’expérience me fit constater est un règlement communal datant de… 1880!!! dont on ignorait, et pour cause, l’application. S’il revient à chacun de prendre ses responsabilités, il convient de signaler que c’est déjà le cas dans plusieurs communes qui tentèrent de remédier à la situation. Ces lignes auront donc un tout autre objectif que d’argumenter à charge des gestionnaires; elles visent à mettre en évidence la volonté de salubrité qui anima au moins trois communes lors de la précédente législature, soit Tournai, Comines-Warneton et Viroinval. Ces trois communes sont liées par au moins un mouvement: la refonte complète du règlement des cimetières de la première et l’inspiration qu’en tirèrent les deux suivantes pour leur propre réglementation locale. En effet, à quoi sert-il de disposer d’un règlement des cimetières mis à jour? Quelle utilité doit-on reconnaître à ces règlements locaux, si souvent, et heureusement, témoins de l’autonomie communale; mais si souvent, aussi, signe que la matière des cimetières reste un des parents pauvres de la gestion locale? Les réponses se répartissent selon divers axes qui, tous, convergent vers cette option: le cimetière est une vitrine de la communauté et du respect que les élus communaux témoignent envers leurs administrés.
3.
2. 2. Hoofdingang van de prachtige begraafplaats van Vierves-sur-Viroin (Viroinval). De opmerkelijke planning van de site gericht op het mausoleum van de familie Thomas de Stave verdiende een bijzondere aandacht voor de modellen en kleuren van de gebruikte materialen. Dat werd resoluut opgelost door de zone-indeling van de begraafplaatsen van de gemeente / Allée principale du magnifique cimetière de Vierves-sur-Viroin (Viroinval). L’urbanisme particulier du site, axé sur le mausolée de la famille Thomas de Stave, méritait une surveillance particulière quant aux gabarits et coloris des matériaux employés. Une dimension envisagée et résolue par le zonage des sites funéraires de la commune.
3. Portiek uitgevoerd door J.Cl. Saudoyer aan de ingang van het grote kerkhof van de Zuidelijke begraafplaats te Doornik. Het reglement gedoogt de integratie van hedendaagse kwaliteitsvolle werken in funeraire ruimten, hoewel elk ontwerp door een gemeentelijke raadgevende commissie wordt besproken / Portique réalisé par J.-CL. Saudoyer marquant l’entrée du grand cimetière du Sud à Tournai. Le règlement permet l’intégration d’œuvres contemporaines de qualité dans l’espace funéraire dès lors que tout projet passe par l’avis d’une commission consultative communale.
De antwoorden hierop zijn van uiteenlopende aard, maar komen op hetzelfde neer: de begraafplaats is een uitstalraam van de gemeenschap en het respect dat de gemeentelijke afgevaardigden betonen voor de burgers. Aan welke doelstellingen moeten begraafplaatsen beantwoorden? De werkgroepen in elk van deze drie gemeenten onderscheidden er minstens vijf.
Quels doivent être les buts d’un règlement des cimetières? Les groupes de travail de chacune de ces trois communes en distinguèrent au moins cinq. Certes, un règlement des cimetières doit avoir, comme premier objectif, la gestion communale des sites funéraires, soit deux domaines indissociables: la gestion administrative et la gestion technique, matérielle de ces villes et villages du silence.
Zo’n reglement moet vooreerst het gemeentelijk beheer van onze funeraire sites stroomlijnen op twee onlosmakelijk met elkaar verbonden domeinen: enerzijds het administratieve beheer en anderzijds het technische of materiële beheer. Deze bewering lijkt wel vanzelfsprekend, maar is desalniettemin essentieel. In vele gevallen verstommen de gemeenten bij vernieuwingen die een precedent zouden kunnen scheppen, of die aanleiding zouden kunnen geven tot onherstelbare schade en verwikkelingen in het effectieve beheer van het kerkhof. Dergelijke omstreden gevallen worden regelmatig gerapporteerd.
Cette affirmation en forme de lapalissade est toutefois essentielle. En effet, combien de communes restent sans voix devant des innovations qui peuvent créer des précédents ou causer d’irréversibles dommages et complications dans la gestion effective des cimetières? L’actualité rapporte régulièrement de ces cas litigieux.
Het tweede streven van een reglement is een duidelijk en nauwkeurig antwoord bieden op vragen en desiderata van de gebruikers. Als gemeentelijke structuur van openbaar nut moet de begraafplaats tot respect en meditatie aanzetten, zoals dat in de maatschappij van vandaag gebruikelijk is. Er is nu eenmaal een evolutie op gang gebracht vanuit de wens de band met onze overledenen te behouden, zowel met oudere personen als met doodgeboren wezens, zoals het sinds de laatste maanden wel vaker voorkomt. Daarenboven kan men er niet omheen dat elke overledene voor zijn nabije omgeving en gemeenschap speciaal is. Welke problemen zijn bijvoorbeeld gebonden aan graven van oud-strijders, waarachter zich een veelvormige en zelfs ontroerende realiteit schuilgaat? Welke problemen van gelijkheid stellen zich bij het beheer van graven van een specifieke religieuze gemeenschap? Hoe kan men de nodige gelijkwaardigheid aan de dag leggen voor kindergraven waarvan het juridisch statuut niet is aangepast aan traditionele praktijken? Deze vragen zijn volledig relevant: de begraafplaats is een perfecte weerspiegeling van de gemeenschap van de levenden met bijhorende spanningen, toenaderingen en complicaties. Daarbij komt nog de wens van sommige families om in hun familiegraf begraven te worden. Het bijeenbrengen van stoffelijke resten is een maatregel die meer en meer voorkomt in het beheer van oude familiegraven, maar de moeilijkheid bestaat erin om een paar generaties later, te bepalen wie het recht toekomt erin begraven te worden.
Le second objectif d’un règlement est la réponse claire et précise aux questionnements et desiderata des usagers de ces espaces. Structure communale d’utilité publique, le cimetière se doit d’être un espace stimulant le respect et le recueillement tel qu’il s’élabore dans notre société d’aujourd’hui. C’est sans doute qu’une évolution est apparue dans la volonté de garder un lien avec les défunts, qu’ils soient âgés ou, le cas se pose de façon pertinente depuis quelques mois, en stade de pré-naissance. Ajoutons à cette notion une considération incontournable: chaque disparu est, pour ses proches, sa communauté, particulier. Quels problèmes sont liés, par exemple, aux sépultures d’anciens combattants dès lors que derrière ces vocables se cache une réalité multiforme, voire mouvante? Quels problèmes d’égalité sont posés par la gestion des sépultures d’une communauté religieuse spécifique, musulmane? Comment traiter en toute équité les tombes d’enfants dont le statut juridique n’est pas en adéquation avec les pratiques traditionnelles? Ces questions n’ont rien de surprenant ; le cimetière reflète parfaitement la communauté des vivants, avec les tensions, rapprochements et complications que l’on y trouve. À ceci pourrait s’ajouter la volonté de certaines familles de poursuivre l’usage de leur sépulture familiale. Certes, le rassemblement des restes mortels est une mesure de plus en plus fréquente dans la gestion des caveaux familiaux anciens, mais la difficulté réside dans la fixation, des générations plus tard, de qui a le “droit” d’être inhumé dans la sépulture. Autant de problèmes concrets qu’il convient de circonscrire ou d’anticiper par une réglementation aussi claire que cohérente. Le troisième objectif de ce règlement communal consacré aux cimetières est juridique.
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer
Een duidelijke en samenhangende reglementering moet deze concrete gevallen omkaderen of erop anticiperen. De derde doelstelling van het gemeentelijk begraafplaatsreglement is van juridische aard. De beheerders moeten weten wat gedaan met gevallen die de federale - voortaan regionale - wetgeving niet heeft voorzien. Een onderzoek van het wettelijk corpus sinds 1805, het geboortejaar van de eerste algemene en burgerlijke wetgeving inzake begraafplaatsen, toont aan dat de zorg van de wetgever gericht was op de gebruiken en problemen van die tijd, maar ook dat die wetten nooit iets bedachten voor “uitzonderlijke situaties”. Om kwaliteitsvolle verwezenlijkingen te bekomen, dient het principe van de gemeentelijke autonomie als hoeksteen van ons burgerlijk model, gerespecteerd en benadrukt te worden. Dat betekent ook dat juridische leemten op gemeentelijk vlak geanalyseerd en weggewerkt moeten worden. Niets verbiedt de gemeentelijke macht immers om de meest voor de hand liggende oplossingen inzake economie, politiek, administratie, justitie en zelfbeeld uit te werken, als die in de lijn liggen van de betrachtingen van de gewestelijke wetgeving. Bovendien, en daar zijn het Vlaamse en Brusselse Gewest al mee begonnen, wordt de wettekst van 1971 momenteel herzien. Het komt er op aan, met de juiste informatie over de betreffende materie, op deze artikels vooruit te lopen.
Il convient de garantir les gestionnaires d’éventuelles situations que la loi fédérale - et désormais régionale - ne prévoyait pas. Un examen du corpus légal depuis 1805, date de la première législation générale et civile sur les cimetières, montre à quel point les soucis du législateur furent liés aux usages et problématiques des temps, mais également que ces lois ne visèrent jamais à répondre à l’ensemble des “situations d’exception”. Le principe d’autonomie communale, véritable pierre de fondation de notre modèle civil, se doit d’être respecté et mis en valeur dans le cas de réalisation de haute qualité. Cela signifie également que les vides juridiques doivent être analysés et résolus au niveau communal. En effet, rien n’empêche le pouvoir communal d’élaborer les solutions les plus adéquates en termes d’économie, de politique administrative, de justice et d’image propre dès lors qu’elle le fait dans le cadre volontairement englobant de la loi régionale. De plus, ainsi que la Région flamande et la Région de Bruxelles y ont déjà procédé, une révision du texte légal de 1971 est en cours de rédaction. Il convient, disposant des bonnes informations sur les matières concernées, d’anticiper ces articles.
4. Verstrooiingsweide van de begraafplaats van (Zuid) Doornik. De kwaliteit van deze structuren levert het bewijs dat beheerders ruimten willen creëren die aan de wensen van de bevolking beantwoorden / Pelouse de dispersion du cimetière de Tournai (Sud). La qualité de ces structures démontre le souci des gestionnaires d’élaborer des espaces adaptés aux desiderata de la population.
4.
Een ander aandachtspunt betreft de uitzonderlijke situaties, eigen aan sommige gemeenten, zoals verloren geraakte of per ongeluk vernietigde archieven. Hoe kan men in deze gevallen de juiste personen het recht van de concessie toekennen met de garantie dat men daardoor niemand anders zijn rechten ontneemt? De gemeentelijke overheid moet hier ook een passend antwoord op vinden. Het vierde doel van het reglement is van praktische aard. Het wil duidelijk bevestigd zien dat begraafplaatsen onder het zuivere ruimtelijke gemeentebeleid blijven vallen. Toch zijn er andere personen dan het gemeentepersoneel zichtbaar actief op begraafplaatsen, zoals steenhouwers en plaatsers van grafmonumenten. De dagelijkse praktijk wijst uit dat het belangrijk is een eenvoudige en relevante regelgeving ter beschikking te stellen van uitvoerende personen, die dikwijls uit onwetendheid of wegens verkeerde informatie, andere prioriteiten hebben dan de gemeente en zo de openbare belangen tegenwerken. Of het nu gaat om oriëntering, aflijning, beperkingen in afmetingen of kleuren, het zijn allemaal punten waarvoor uitvoerders een dubbele taak van adviesgever hebben, hetzij tegenover de gemeente bij het bespreken van de artikels van het reglement, hetzij tegenover hun klanten om de wensen van de familie bij te sturen. Op die manier is er zowel in Viroinval als in Comines-Warneton, een samenwerking tot stand gekomen tussen de steenhouwers en de plaatselijke ondernemers.
10
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
5.
5. Eindzone van de begraafplaats van Nismes (Viroinval), waar een aantal oude monumenten een mooi geheel vormen. Het begraafplaatsreglement tracht onder andere “bewaar” gebieden te voorzien om elementen uit het funerair erfgoed in onder te brengen / Zone terminale du cimetière de Nismes (Viroinval), présentant un bel ensemble de monuments anciens. Le règlement communal visera, entre autres, à proposer l’établissement de zones « conservatoires » vers lesquelles pourront être déplacés les éléments du patrimoine funéraire.
Ajoutons à ce point la prise en compte de situations particulières et spécifiques à certaines communes, telle que la perte - ou la destruction accidentelle - des archives des cimetières. Dans de tels cas, comment être certain de respecter le droit concessionnaire sans spolier personne? Ici encore, il revient au pouvoir communal d’élaborer des réponses adaptées. Le quatrième objectif d’un tel règlement est d’ordre pratique. Il vise l’affirmation claire que le cimetière reste un espace de gestion strictement communal. Or, d’autres professionnels que le personnel communal ont une action effective et visible dans les sites funéraires, ainsi les marbriers et les poseurs de monuments. L’expérience quotidienne montre combien il importe de donner des règles simples et pertinentes pour encadrer les praticiens qui, souvent par ignorance ou mauvaise information, ont d’autres priorités que celles des pouvoirs communaux et en viennent donc à agir à l’encontre de la préservation des intérêts du pouvoir civil. Que l’on parle d’orientation, d’alignement, de limitations de gabarits ou de coloris, on aborde là autant de matières pour lesquelles les praticiens ont un double rôle de conseiller à maintenir: soit envers les communes lors de la discussion des articles du règlement, soit envers leur clientèle en aiguillant, en amont, la demande des familles. Ainsi, tant à Viroinval qu’à Comines-Warneton, une collaboration fut instaurée entre les tailleurs de pierre et entrepreneurs locaux.
7.
6.
De vijfde doelstelling is zeker niet nieuw meer, maar er is nog een lange weg te gaan. Nergens anders is ze zo waarneembaar als in Doornik, in het beleid dat men daar de laatste tien jaar aanhangt, terwijl er op de funeraire sites van de twee andere gemeenten ook al duidelijke tekenen van zijn. Het gaat over de erfgoedkundige betekenis van onze begraafplaatsen. Onze begraafplaatsen zijn het resultaat van stedenbouwkundige overdenkingen en al sinds twee eeuwen in gebruik. Op die manier zijn ze vervuld van geschiedenis en artistieke rijkdom en hebben ze zelfs een pedagogische functie. Nochtans worden ze dagelijks bedreigd zowel door provocerend of zinloos vandalisme van individuen als door het gebrek aan inzicht van sommige terreinheerders. Blijk geven van patrimoniaal bewustzijn veronderstelt ook een grotere oplettendheid en eenvoudige en doeltreffende maatregelen.
Le cinquième objectif n’est plus neuf même s’il reste largement à appliquer; et s’il n’est nulle part mieux perceptible qu’à Tournai, dans la gestion en place depuis une décennie, les traces en sont déjà bien visibles dans les sites funéraires des deux autres communes. Il s’agit de la dimension patrimoniale de nos cimetières. Résultats d’une réflexion urbanistique, espaces chargés d’histoire et de richesses artistiques, lieux pédagogiques même, les cimetières restent des espaces qui connurent près de deux siècles d’utilisation. Ils sont pourtant menacés quotidiennement, tant par le vandalisme d’individus en mal de casse et de provocation que par le manque de conscientisation de certains gestionnaires de terrain. L’apparition de cette conscience patrimoniale suppose, elle aussi, une attention accrue et des mesures simples et efficaces.
Onder andere door de site op te delen in zones na de gevoeligheid en het belang van elk geheel te hebben vastgelegd; door een proces van doorverkoop op gang te brengen waardoor de herbestemming van bestaande monumenten mogelijk wordt; of nog door duidelijk te zijn in de bestemming van een klein waardevol erfgoed dat dreigt te verdwijnen bij het terugnemen van achterhaalde concessies, enz…
C’est, entre autres points, le zonage des sites par la détermination de la sensibilité et de l’importance de tel ou tel ensemble; c’est aussi la mise en place de processus de revente permettant la réaffectation de monuments in situ; c’est encore la formulation claire d’une destination pour un petit patrimoine de valeur menacé par la reprise de concessions dépassées, etc.
Hier kunnen steenhouwers en ondernemers uit het grafwezen ook een rol in spelen, van uit hun verantwoordelijkheid op te komen voor hun eigen belangen en voor het behoud van de getuigenissen van het savoir-faire van hun beroep. Heel wat materies komen gevoeliger te liggen voor bezoekers van deze plaatsen, zowel op praktisch, technisch als affectief vlak.
Ici encore, les marbriers et entrepreneurs du funéraire ont un véritable rôle à jouer dès lors qu’ils ont la responsabilité d’œuvrer autant dans leur intérêt que dans la préservation des témoins du savoir-faire de leur profession. Les matières sont multiples qui deviennent de plus en plus sensibles aux yeux des usagers de ces lieux alliant dimensions pratiques, techniques et affectives.
Als de evolutie van onze zeden en mentaliteiten altijd een voorsprong heeft gehad op het corpus van de wetten, dan is er een belangrijke taak weggelegd voor plaatselijke beheerders en ondernemers uit de grafsector. Ze dienen aandacht te hebben voor de toekomst van de begraafplaatsen op lange termijn.
Si l’évolution des mœurs et des mentalités a toujours une longueur d’avance sur le corpus des lois, c’est un rôle important qui revient aux gestionnaires locaux et aux entrepreneurs funéraires dans l’attention qu’ils ont à porter sur le devenir à long terme des lieux de sépulture.
Informatie en contacten betreffende deze reglementeringen / Pour infos et contacts concernant ces règlements Gemeentelijke administraties / Administrations communales de Comines, Tournai et Viroinval
[email protected] [email protected] [email protected]
6. Zone bij de ingang van de begraafplaats van Bizet (Comines). Hedendaagse monumenten blijven mogelijk maar er is een gemeentelijke toelating voor nodig krachtens de bepalingen van het nieuw gemeentereglement / Zone d’entrée du cimetière du Bizet (Comines). L’intégration de monuments contemporains reste permise mais nécessite une autorisation communale selon des modalités prévues par le nouveau règlement communal. 7. De nieuwe lokale reglementen hebben aandacht voor situaties die ter plekke voorkomen, maar ook voor de belangen van vaklui die op begraafplaats werken. Hier werd een aan particulieren voortverkocht grafmonument volledig gerestaureerd en een nieuw zuillichaam gekapt door een plaatselijke aannemer / Les nouveaux règlements locaux sont soucieux des situations rencontrées sur le terrain, mais aussi des intérêts des professions intervenant dans le cimetière. Dans ce cas, une sépulture revendue à des particuliers a été entièrement restaurée et un nouveau corps de stèle taillé par un entrepreneur local.
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 11
TROYDO Een nieuwe start voor steengroeve Na een periode van isolement werd de groeve van Blauwe Steen in Troydo iets meer dan een jaar geleden overgenomen door Daniel Romeyer en Fernand Romain. Deze groeve, die nochtans veel troeven had, was er ernstig op achteruit gegaan, en de sluiting ervan werd door sommige pessimisten al voorspeld. Ze hielden echter geen rekening met de geestdrift en verbetenheid van de twee mannen, die kost wat kost de groeve wilden redden.
Nouveau départ pour la Carrière Après une traversée du désert, la carrière de petit granit du Troydo a été reprise il y a un peu plus d’un an par Fernand Romain et Daniel Romeyer. Cette carrière, bien que ne manquant pas d’atouts, était en effet en perdition et les plus pessimistes ne manquaient pas de prédire la fermeture du site. C’était sans compter sur l’enthousiasme et l’acharnement des deux hommes refusant de voir ce gisement sombrer dans l’abandon.
12
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
Cet enthousiasme communicatif leur a permis d’associer au projet des partenaires aussi importants que Meusinvest, ING, CBC ou le Fonds de Participation. L’intervention de Fernand Romain et de Daniel Romeyer, forts de leur expérience dans l’industrie extractive et de la roche ornementale, a été déterminante pour l’avenir de la carrière: ils ont contacté de nouveaux partenaires, fait un état des lieux complet du capital humain et technique, repensé complètement l’organisation de la carrière (informatisation poussée, amélioration du bien-être du personnel) afin de l’inscrire durablement dans la modernité.
Door hun aanstekelijk enthousiasme lukten ze erin belangrijke partners in het project te betrekken, zoals Meusinvest, ING, CBC of het Participatiefonds. De tussenkomst van Fernand Romain en Daniel Romeyer, beiden met ervaring in de ontginning- en siersteensector, was van doorslaggevend belang voor de toekomst van de groeve: door het leggen van contacten met de nieuwe partners, het opmaken van een inventaris van machines en arbeidskrachten, en het volledig herdenken van de organisatie (doorgedreven informatisering en verbetering van het welzijn van de werknemers), werd de groeve helemaal aangepast aan de hedendaagse industrie. Er werden oude klanten teruggewonnen en nieuwe klanten aange‑ sproken, de administratieve situatie van de groeve werd geregulariseerd met de bevoegde overheden, en er werd nieuw materiaal aangekocht (een Pellegrini draadzaag, een lader van Caterpillar, een hydraulische schop en een Wimmer luna). Tot slot werd er ook nieuw personeel aangeworven en opgeleid (vijf werknemers zeer bedreven in specifiek aan groeven gebonden informatica en het bedienen van de machines, en een bediende). Met deze noodzakelijke aanpassingen is de groeve van Troydo klaar om er tegenaan te gaan en mag ze voor het komende jaar meer dan belovende resultaten verwachten, zowel wat betreft de productie (vierkante blokken, steen voor onderbouw en steenslag), als het zakencijfer en de investeringen.
Ils ont relancé les anciens clients et en ont approché de nouveaux, régularisé la situation administrative de la carrière avec les autorités compétentes et enfin acquis du nouveau matériel (une machines à fil Pellegrini, un chargeur Caterpillar, une pelle hydrauliques, une luna Wimmer) qui s’ajoute au matériel existant. Enfin, ils ont recruté et formé du personnel (cinq ouvriers rompus à l’informatique spécifique aux carrières et à la conduite d’engins, et une employée). Après cette mise à niveau indispensable, la Carrière du Toydo voit maintenant l’avenir avec sérénité et envisage pour l’année prochaine des résultats plus que prometteurs, que ce soit au niveau de la production (blocs équarris, pierres d’enrochement et concassés), du chiffre d’affaires, et des investissements. Ils envisagent de mieux valoriser l’ensemble des bancs, afin que les produits issus de ceux-ci se retrouvent dans tous les types d’habitat, tout en développant la production de blocs afin d’assurer la disponibilité constante du matériau, aussi bien pour la construction contemporaine que pour la restauration. Tout cela ne sera possible que grâce à la nouvelle équipe technique, financière et administrative, au support des autorités locales et aux grandes réserves du gisement du Troydo.
Ze willen het geheel van de lagen valoriseren zodat de producten in elk woontype gebruikt kunnen worden, en tevens de productie van blokken opvoeren zodat er constant materiaal beschikbaar is voor de hedendaagse bouw en voor restauraties. Dit alles is pas mogelijk geworden dankzij de nieuwe technische, financiële en administratieve ploeg, de steun van de plaatselijke overheden en de grote reserves in de groeve van Troydo. Er gaat veel aandacht naar milieumaatregelen die er moeten voor zorgen dat de omgeving niet teveel belast wordt door de ontginning en uitbating van de groeve, zoals een strenge controle op de akoestische en visuele impact, op het verkeer, op het verantwoord omgaan met water, en tenslotte door de hele herinrichting van de site.
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 13
La minimisation de l’impact environnemental des opérations d’extraction et d’exploitation demeure au centre de leurs préoccupations et sera permise grâce à un contrôle rigoureux des impacts sonore et visuel, du trafic routier, de l’utilisation responsable de l’eau et enfin par un réaménagement complet du site. Die heeft daarbij het voordeel, naast de uitstekende kwaliteit van haar natuursteen, volledig geïsoleerd te zijn van het stedelijke gebied. Het geluid van de ontginning draagt niet ver, aangezien de site uit de richting van de sterke winden ligt. De groeve wil een politiek van duurzame ontwikkeling voeren met oog voor het maximaal rendement van het geheel van haar materialen. Daniel Romeyer heeft een passie voor Blauwe Steen die “typisch is voor België met zijn klassiek en onvergankelijk uitzicht, in overeenstemming met ons land. Dit natuurlijk materiaal is tijdloos en wordt al sinds eeuwen intensief gebruikt in onze kunstwerken en ons erfgoed die daardoor een lange levensduur en een eeuwigdurend karakter krijgen. Hoewel hij zeer hard is, laat hij zich bovendien gemakkelijk bewerken en kan hij zowel binnen als buiten gebruikt worden voor talrijke afwerkingen”. Zeker is dat de groeve van Troydo een sombere periode achter zich laat en vol vertrouwen uitkijkt naar de toekomst… N.G
Le gisement présente en cela, en plus de l’excellente qualité de sa pierre, l’avantage d’être complètement isolé de la zone urbaine. Le bruit engendré par l’exploitation ne se propage pas car le gisement est situé contre les vents dominants. La carrière souhaite s’inscrire dans une politique de développement durable tout en rentabilisant au maximum l’ensemble de ses matériaux. Pour Daniel Romeyer, la pierre bleue est une histoire de passion pour cette pierre typique de la Belgique qui présente une teinte classique et indémodable, en accord avec notre pays. Ce matériau naturel est intemporel et a été utilisé depuis des siècles pour d’innombrables réalisations d’art et de patrimoine en leur donnant un caractère éternel et une longévité à toute épreuve. Enfin, cette pierre, pourtant assez dure, se travaille facilement, et se décline aussi bien à l’intérieur qu’à l’extérieur à travers de nombreuses finitions. C’est certain, après une période sombre, la Carrière du Troydo voit désormais l’avenir en bleu...
Lieu - dit Troydo, 151 B - 4590 Ouffet
Tél: +32 (0)86/ 36 67 81 Fax: +32 (0)86/ 36 67 79 www.carrieredutroydo.be
[email protected]
14
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
Batibouw
Bouwen aan geluk
van 22 februari t/m 4 maart 2007
Brussels Expo
exclusief voor professionals: 22 en 23 februari
Op donderdag 22 en vrijdag 23 februari opent BATIBOUW, de grootste bouwvakbeurs van België, haar deuren exclusief voor de vaklui. U ontdekt er de meest recente nieuwigheden en trends en kan deelnemen aan rondetafelgesprekken, seminaries en andere randmanifestaties. Om wachttijden aan de ingang te verkorten, kan u zich best preregistreren via www.batibouw.com. Met de uitgereikte badge krijgt u op 22 en 23 februari ongelimiteerde toegang tot BATIBOUW.
Indien u de badge niet gebruikt tijdens deze dagen, is hij geldig voor een dag naar keuze tijdens de rest van de beurs. Batibouw pro:
22 februari van 10 tot 18u30 23 februari van 10 tot 21u (nocturne)
Batibouw publiek: van 24 februari tot 4 maart van 10 tot 18u30, op 2 maart van 10 tot 21u (nocturne)
www.batibouw.com 2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 15
actueel / actualite
De nieuwe TV 228 “Natuursteen” van het WTCB: interactief en evolutief La nouvelle fiche NIT 228 “Pierre naturelle” du CSTC se veut interactive et évolutive Fabrice De Barquin, Dominique Nicaise, Veerle Bams WTCB / CSTC
Het WTCB herziet de inhoud van de TV 205 'Natuursteen' die dateert uit 1997 via een nieuwe, online consulteerbare Technische Voorlichting (TV). Dit naslagwerk kwam tot stand onder leiding van een werkgroep, ontsproten uit het Technisch Comité “Steen en Marmer”, en neemt de belang‑ rijkste recente evoluties in de natuursteensector in aanmerking. Door de verschijning van nieuwe Europese proefnormen en product‑ normen voor natuursteen en het toenemende gebruik van geïmpor‑ teerde natuursteensoorten in de Belgische bouwsector, waarvan de eigenschappen nauwe‑ lijks gekend zijn, waren de oude TV 205 en de erin opgenomen technische fiches immers toe aan een update. Deze nieuwe uitgave bevat een specifiek hoofdstuk dat voor elke toepassing van natuursteen in gebouwen de meest geschikte proeven beschrijft evenals de gebruikscriteria die ermee verbonden zijn. Deze laatste werden herzien en aangevuld, rekening houdend met de Europese normen. Ook de opbouw van de technische fiches werd grondig herzien zodat ze konden uitgroeien tot een interactief en evolutief onderdeel van de Technische Voorlichting. Ze werden opgesteld volgens een welbepaalde procedure en verschillen op meerdere vlakken van de fiches uit TV 205. Zo werden ze ontwikkeld aan de hand van proefstukken die het WTCB ontving van bedrijven die deel uitmaken van de verenigingen die lid zijn van de werkgroep. Deze proefstukken, die genummerd werden en bewaard in de lithoteek van het WTCB, ondergingen een reeks proeven en analyses waarvan de resultaten opgetekend werden op elke fiche.
16
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
De fiches bevatten dus geen gegevens meer uit de literatuur, zoals vroeger soms wel het geval was. Daarnaast bevat elke fiche een referentiebenaming, die in overeen‑ stemming is met de aanbevelingen uit de Europese norm (NBN EN 12440) en die goedgekeurd werd door de werkgroep. Dankzij deze benaming is het in vele gevallen mogelijk de verwarring te vermijden die teweeggebracht wordt door de onduidelijke commerciële bena‑ mingen die vaak niet over‑ eenstemmen met de oorsprong en het type van de steen. De originaliteit van de Technische Voorlichting ligt vooral in de elektronische verspreiding van de fiches, hun verzameling in een databank en de interactie met de gebruiker. Dankzij een zoekmotor met verschillende parameters, kan deze laatste immers de gesteenten selecteren volgens zijn eigen criteria. Deze databank heeft een evolutief karakter aangezien er regelmatig nieuwe fiches aan toegevoegd zullen worden. De classificatie van de gesteenten werd eveneens herzien, rekening houdend met de nieuwe Europese normen en met het classificatiesysteem uit de “Technische Voorschriften PTV 844”, dat momenteel als referentie geldt. Deze classificatie dient enerzijds als basis voor de homologatie van steengroeven (ATG), die al enkele jaren aan de gang is, en anderzijds voor de certificering (BENOR) van afgewerkte producten, die momenteel volop in ontwikkeling is. Tenslotte is er een hoofdstuk gewijd aan de meest voorkomende behouwingen en afwerkingen van natuursteen in België.
En mettant en ligne cette nouvelle Note d'information technique, le CSTC actualise la NIT 205 “Pierres naturelles”, éditée en 1997. Mené sous la conduite d'un groupe de travail issu du Comité technique “Pierre et Marbre”, cet ouvrage prend en compte les importantes évolutions qui ont récemment marqué le secteur. En effet, la parution de nouvelles normes européennes pour les essais et les produits en pierre naturelle ainsi que la prolifération sur notre marché de pierres importées, aux caractéristiques peu connues, rendaient partiellement désuète la NIT 205 et les fiches techniques qui y étaient présentées. Cette nouvelle édition comporte un chapitre spécifique décrivant, pour chacune des applications de la pierre dans le bâtiment, les essais les plus utiles et les critères d'emploi qui y sont associés. Ces derniers ont été revus et complétés en fonction des normes européennes. La conception des fiches techniques a également été revue. Ces dernières constituent la partie interactive et évolutive de la Note. Elaborées selon une procédure bien établie, elles se dis‑ tinguent des fiches de la NIT 205 par de nombreux aspects. Tout d'abord, elles ont été établies sur la base d'échantillons fournis au CSTC par les firmes appartenant aux fédérations membres du groupe de travail. Ces échantillons, numérotés et conservés dans la lithothèque du CSTC, ont servi à réaliser l'en‑ semble des essais et des analyses dont les résultats apparaissent sur chaque fiche.
Nous n'avons donc plus fait men‑ tion, comme ce fut parfois le cas précédemment, de données issues de la littérature. Chaque fiche propose une déno‑ mination de référence, conforme aux recommandations de la norme européenne (NBN EN 12440) et approuvée par le groupe de travail. Cette dénomination permet dans bien des cas d'éviter les confusions engendrées par des appellations commerciales anarchiques et par‑ fois trompeuses quant à l'origine de la pierre et à son type. La diffusion électronique des fiches et leur regroupement au sein d'une base de données constituent toute l'originalité de la Note, à savoir l'interactivité avec l'utilisateur qui, grâce à un moteur de recherche fonctionnant à l'aide de plusieurs paramètres, pourra effectuer une sélection des pierres selon ses propres critères. Cette base de données est bien évidemment évolutive, puisque de nouvelles fiches y seront ajoutées au fil du temps. La classification des roches a, elle aussi, été adaptée de façon à prendre en compte les normes européennes ainsi que le classement adopté dans les “Prescriptions techniques PTV 844”, qui fait aujourd'hui référence en Belgique. Ce classement sert de base, d'une part, à l'homologation des carrières (ATG), en cours depuis de nombreuses années, et, d'autre part, à la certification (BENOR) des produits finis, actuellement en développement.
Dit hoofdstuk vormt een aanvulling op de gegevens uit de TV 205 en 220 en veralgemeent deze voor elk soort gesteente. Als gevolg van haar veel‑ omvattende karakter zal deze Voorlichting de grondslag vormen voor een hele reeks specifieke publicaties (zie hieronder) over
toepassingen en pathologieën die eigen zijn aan natuursteen voor gebruik in de bouw. Ze zal met andere woorden uit‑ groeien tot een naslagwerk waarop de hele sector - bouwheren, leveranciers en aannemers - zal kunnen steunen om kwaliteitsvol werk af te leveren.
Enfin, un chapitre spécifique consacré aux tailles et finitions les plus courantes en Belgique actualise les informations déjà présentées dans les NIT 205 et 220, et les généralise à tout type de pierre. Par son caractère extensif, la présente Note d'information technique constitue la nouvelle assise d'un ensemble
de publications plus spécifiques (voir encadré) ayant trait à des applications ou à des pathologies particulières de la pierre naturelle utilisée en construction, assise sur laquelle le secteur dans sa globalité - auteurs de projet, fournisseurs et entrepreneurs - pourra s'appuyer pour mener à bien des ouvrages de qualité.
Voor meer informatie: www.cstc.be Pour plus d’informations, consultez: www.cstc.be
Technische Voorlichtingen (TV) TV 227 - Muurbetegelingen TV 224 - Waterwerende oppervlaktebehandeling (vervangt TV 140) TV 220 - B elgische blauwe hardsteen of "Petit granit" uit het Tournaisiaanse geologische tijdperk (vervangt TV 156). TV 213 - Binnenvloeren van natuursteen.
Notes d’Information Technique (NIT) NIT 227 – Carrelages muraux NIT 224 – Hydrofugation de surface (remplace la NIT 140) NIT 220 – La pierre bleue de Belgique dite petit granit d’âge géologique tournaisien (remplace la NIT 156) NIT 213 – Les revêtements de sols intérieurs en pierre naturelle
WTCB-dossiers Nr. 2005 / 4.5 - Geelbruine verkleuring van witte marmers. Nr. 2004 / 2.1 - De restauratie van het Martelarenmonument te Leuven.
Les dossiers du CSTC N° 2005 / 4.5 – Le jaunissement des marbres clairs N° 2004 / 2.1 – La restauration du Monument des Martyrs à Louvain
Infofiches Nr. 19 - V lakheid en niveauverschillen bij gelijmde binnenbetege‑ lingen: aandacht voor de ondergrond Nr. 18 - Mogelijke vlektypes op natuursteen Nr. 08 - S lijtage van harde vloerbedekkingen - Aanbevelingen voor een verantwoorde keuze van vloertegels
Infofiches Nr. 19 – Planéité et désaffleurement des carrelages intérieurs collés: l’essentiel est dans le support N° 18 – Types de tachage des pierres naturelles N° 08 – L’usure des revêtements de sol durs: Recommandations en vue d’un choix judicieux des carreaux
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 17
actueel / actualite
Unieke opleiding van Herzele moet blijven bestaan Jaarlijks moeten de tegelbedrijven circa 260 nieuwe arbeidskrachten en de natuursteenbedrijven ongeveer 200 nieuwe arbeidskrachten aantrekken, alleen al om hun activiteiten op peil te kunnen houden. Met heel veel moeite slagen zij daarin. Een groot probleem is het gebrek aan opleiding van de nieuwe arbeidskrachten. De opleidingsmogelijkheden voor beide beroepen zijn uitermate beperkt. Het is dus belangrijk het unieke opleidingscentrum voor steenhouwers en marmerbewerkers van Herzele te handhaven.
La formation tailleurs de pierre à Herzele doit être préservée Chaque année, les entreprises de carrelage demandent 260 nouveaux ouvriers et les entreprises de pierre naturelle 200, rien que pour maintenir le niveau de leurs activités. Cette demande de main-d’œuvre est satisfaite avec beaucoup de difficultés car les possibilités de formation sont extrêmement réduites. Il est donc important de conserver le centre de formation pour tailleurs de pierres et marbriers de Herzele. Gerrit De Goignies Vlaamse Confederatie Bouw
Voor de knelpuntberoepen van natuursteenbewerker en vloerdertegelzetter werd de procedure voor de inschakeling van buitenlandse arbeidskrachten versoepeld. Een structurele oplossing voor het nijpende tekort aan vaklui voor deze twee beroepen moet van de Vlaamse arbeidsmarkt blijven komen.
Pour les fonctions critiques de tailleur de pierre et de carreleur – poseurs de carrelages, la procédure d’occupation de main-d’oeuvre étrangère a été assouplie. Une solution structurelle pour la pressante pénurie d’ouvriers spécialisés pour ces deux métiers doit venir du marché du travail flamand.
Het Atheneum van Herzele biedt zowel in de eerste en tweede als in de derde graad een opleiding Steen- en marmerbewerking aan. Op die manier kan de school elk jaar een aantal jongeren afleveren die “keien” zijn in hun vakgebied. In de eerste en tweede graad wordt de nadruk gelegd op de manuele bewerking van arduin, witsteen en marmer. Vervolgens worden in de derde graad vooral machinale technieken aangeleerd, zoals zagen, frezen, schuren en polijsten van marmer en graniet.
L’Athenée d’Herzele offre tant dans le premier que dans le second et le troisième degré une formation de taille de pierre et de marbrier de façon à fournir des jeunes dont le profil correspond aux besoins de l’entreprise. Le premier et le second degré comprennent une formation axée sur le travail manuel de la pierre bleue, la pierre blanche et le marbre. Les techniques liées aux machines, comme le sciage, le fraisage, le ponçage et le polissage du marbre et du granit sont apprises durant le troisième degré.
Naar een nieuw atelier
Vers un nouvel atelier
De opleiding in de derde graad vindt momenteel nog altijd plaats in een loods. Maar deze provisoire opleidingsruimte kan niet langer gehandhaafd blijven. Onlangs heeft de schoolinspectie hierover een negatief oordeel uitgesproken. De loods beantwoordt niet aan de voorschriften voor veiligheid en hygiëne en aan de minimale uitrustingsvereisten van het leerplan.
A l’heure actuelle, la formation du troisième degré est dispensée dans un hangar. Mais cet espace provisoire de formation est menacé. La direction de l’école a émis dernièrement un avis négatif à son sujet. En effet, ce hangar ne répond pas aux prescriptions de sécurité et d’hygiène et aux conditions minimales d’équipement du programme de formation.
Alle betrokken partijen (de school zelf, de gemeente Herzele, de federaties van de steenhouwers en marmerbewerkers en het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid) zijn overtuigd van de waarde van deze unieke opleiding en zijn van oordeel dat er hiervoor een nieuw atelier moet komen.
Toutes les parties concernées (l’école, la commune de Herzele, les Fédérations des Tailleurs de Pierre et des Marbriers et le Fonds de Formation Professionnelle de la Construction) sont convaincues de la valeur de cette formation unique et de la nécessité de construire un nouvel atelier.
18
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
Dankzij de ligging vlakbij het station kan het Atheneum van Herzele niet alleen leerlingen uit Oost-Vlaanderen maar ook uit West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant aantrekken.
Par sa situation à proximité de la gare, l’Athenée de Herzele peut intéresser non seulement des élèves de la Flandre Occidentale, mais également de la Flandre Orientale et du Brabant flamand.
Directeur Wim Coppens verwoordt het zo: “Het Atheneum van Herzele is al enkele decennia lang alom bekend omwille van zijn unieke studierichting. De bouwsector heeft nood aan bouwopleidingen. Deze regio bezit een sterke bouwtraditie. De opleiding is en blijft een must”.
Le Directeur Wim Coppens l’explique comme suit: “Depuis quelques années, l’Athenée de Herzele est renommée pour ses orientations d’études uniques. Le secteur de la construction a besoin de formations dans les métiers de la construction. Cette région possède une forte tradition dans le secteur. La formation reste un “must”.
De school trekt steeds meer leerlingen aan, onder meer omwille van haar studierichtingen op het niveau van algemeen secundair onderwijs, maar ervaart het tegelijk als een belangrijke troef daarnaast ook studierichtingen te kunnen aanbieden waar leerlingen een beroep kunnen aanleren.
L’école attire de plus en plus d’élèves, entre autres en raison des orientations d’études qu’elle propose, mais elle possède comme atout principal de pouvoir offrir aussi, en plus de cela, une formation dans laquelle les élèves peuvent apprendre un métier.
De school heeft intussen een investeringsdossier voor een nieuw atelier voorbereid. Het nieuwe atelier zal helemaal aan de veiligheids- en milieuvoorschriften beantwoorden en daarna ook degelijk worden uitgerust. De school hoopt dat de scholengroep waartoe de school behoort, snel het licht op groen zet voor de bouw van het atelier. Zoniet is de kans reëel dat deze studierichting definitief zal worden opgedoekt.
L’école a élaboré un dossier d’investissement pour un nouvel atelier. Cet atelier sera complètement conforme aux prescriptions de sécurité et d’hygiène et il sera convenablement équipé dans un second temps. L'école espère que le groupe d'écoles dont l'Athenée fait partie donne son feu vert pour la construction de l'atelier. Sinon cette section risque de disparaître définitivement.
School en sector gaan ook aan Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke vragen om mee te investeren. Over de precieze uitrusting van het nieuwe atelier wordt verder met de sector onderhandeld.
La prochaine démarche de l’école et du secteur est de demander au Ministre de l’Enseignement et de la Culture flamand, Frank Vandenbroucke, d’intervenir dans l’investissement. L’équipement précis du nouvel atelier fait l’objet d’une concertation avec le secteur.
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 19
Henri Vanderlinden, voorzitter van de Nationale Bond der MeesterMarmerbewerkers: “De sector heeft nood aan geschoolde natuursteenbewerkers. Als zij in Vlaanderen niet kunnen worden gevonden, zullen we ze moeten laten immigreren uit lageloonlanden. Voor de opleiding in Vlaanderen blijf ik het nut van de handmatige technieken beklemtonen. De werkgevers verkiezen handvaardige werknemers boven machinebedieners die over geen manuele vaardigheden beschikken. De bouw heeft ook nood aan polyvalente medewerkers. Vandaar dat ik pleit voor een brede opleiding waarbij naast de basisvaardigheden voor steen- en marmerbewerking ook plaatsings- en bevloeringstechnieken aan bod komen. Zo’n afgestudeerden hebben ongetwijfeld sterke troeven in handen”. Jacques Dascotte, voorzitter van de Bond der Meester-Steenhouwers, voegt hier nog de bedenking aan toe dat iedere machine een andere werking heeft en te specifiek is.
Henri Vanderlinden, président de la Fédération Nationale des MaîtresMarbriers signale: “Le secteur a besoin d’ouvriers qualifiés dans le travail de la pierre naturelle. S’il est impossible de les trouver en Flandre, nous devrons les faire venir de pays à bas salaires. Pour la formation en Flandre, je continue à souligner l’utilité des techniques manuelles. Les employeurs préfèrent des travailleurs manuels à des opérateurs de machines qui ne disposent pas des qualifications manuelles. La construction a aussi besoin de collaborateurs polyvalents. C’est pourquoi, je plaide pour une large formation prévoyant, en plus des aptitudes de base pour le travail de la pierre et du marbre, les techniques de placement et de pavement. De pareils diplômés ont sans aucun doute de forts atouts en mains”. Jacques Dascotte, président de la Fédération des Maîtres Tailleurs de Pierre, ajoute à ces paroles la remarque que chaque machine a une autre fonction et est trop spécifique. De l’apprentissage au cours de perfectionnement
Van leertijd tot bijscholing Bij de Syntra (de vroegere centra voor middenstandsopleiding) bestaat eveneens een gestructureerd vormingsaanbod voor steenhouwers en marmerbewerkers, zowel in de leertijd en de ondernemersopleiding als op het vlak van bijscholing.
Dans les centres de formation SYNTRA (VIZO) (IFAPME en Wallonie appelés aussi centres de formation des classes moyennes), il y a également une offre de formation structurée pour tailleurs de pierres et marbriers, aussi bien en apprentissage, en formation de chef d’entreprise, qu’en cours de perfectionnement.
De formule van de leertijd geeft jongeren vanaf 15 jaar de kans om op bouwplaats en in atelier een beroep onder de knie te krijgen. Vier dagen per week draait de leerjongere volop mee in het bedrijf.
La formule de l’apprentissage offre la possibilité aux jeunes d’apprendre à partir de 15 ans un métier sur le chantier de construction et en atelier. Quatre jours par semaine, l’apprenti est occupé dans l’entreprise.
Aantal cursisten bij Syntra Nombre de cours Syntra steenhouwermarmerbewerker / Tailleurs de pierre-Marbrier
tegelzetter / Carreleur
Leertijd / Apprentissage
8
61
Ondernemers‑ opleiding / Chef d’entreprise
13
121 in 1ste jaar en 77 in 2de jaar 121 en 1ère année et 77 en 2e année
Bron / Source: Syntra Vlaanderen
20
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
De vijfde dag volgt hij of zij een aanvullende, praktijkgerichte cursus in een lesplaats van de Syntra. Van de afgestudeerde leerjongeren voor de bouwsector is meer dan 90% na een jaar aan het werk.
Le cinquième jour, il suit un cours de pratique complémentaire dans un local de cours Syntra. 90% des apprentis diplômés dans le secteur de la construction ont trouvé du travail après un an.
Daarnaast bieden de Syntra aan ondernemers in spe zowel een cursus bedrijfsbeheer als specifieke beroepsvorming aan, al dan niet aangevuld met een stage. De lessen vinden 's avonds plaats, één tot twee keer per week. De ondernemersopleiding duurt tot drie jaar, afhankelijk van de voorkennis en de beroepskeuze.
De plus, les centres Syntra offrent aux futurs entrepreneurs non seulement un cours de gestion d’entreprise, mais aussi une formation spécifique suivie ou non d’un stage. Les cours ont lieu le soir, une ou deux fois par semaine. La formation de chef d’entreprise dure jusque trois ans, en fonction des connaissances préliminaires et du métier choisi.
Voor de ondernemersopleiding voor tegelzetter bijvoorbeeld moet de cursist desgevallend eerst een basisjaar Ruwbouwafwerking volgen. Vijf jaar na een cursus bedrijfsbeheer is 27% van de deelnemers zelfstandige in hoofdberoep en zit haast niemand zonder werk, waaruit blijkt dat een ondernemersopleiding wel degelijk loont. De Syntra geven ook tal van bijscholingen. Zo biedt Syntra West in haar lesplaats te Brugge bijscholingen rond letters in steen, manueel kappen van steen en steenbeeldhouwen aan.
Pour la formation de chef d’entreprise de carreleur par exemple, la personne en question doit avoir suivi une année de préparation en finition gros-œuvre. Cinq ans après leur formation de chef d’entreprise, 27% des participants exercent un métier d’indépendant complet et ne sont pratiquement jamais sans travail, preuve de l’efficacité de la formation. Les centres Syntra dispensent aussi de nombreux cours de perfectionnement. Ainsi, Syntra West organise dans son local à Bruges des cours de perfectionnement relatif aux lettres en pierre, la taille manuelle de la pierre et la sculpture sur pierre.
Zelf opleiden
Former soi-même
Ten gevolge van het al bij al beperkte aanbod voor steenhouwers, marmerbewerkers en tegelzetters bij de diverse opleidingscentra leiden heel wat bedrijven uit de sector volledig zelf hun nieuwe arbeidskrachten op. Daarvoor bestaat een formule die in de bouwsector steeds meer succes kent: de IBO (Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming). Vorig jaar werd voor een 100-tal tegelzetters en steenwerkers van deze formule gebruik gemaakt.
Eu égard aux formations prévues dans les divers centres de formation pour les tailleurs de pierres, marbriers et carreleurs qui, malgré tout, sont assez réduites, de nombreuses entreprises forment elles-mêmes leur main-d’œuvre. A cet effet, il existe une formule qui connaît un succès croissant dans le secteur de la construction: les IBO, en Wallonie PFI (Plan Formation Insertion). L’année passée une centaine de carreleurs et travailleurs de la pierre ont bénéficié de cette formule. La formule autorise les entreprises à former elles-mêmes des demandeurs d’emploi. Durant la formation, l’entreprise ne doit pas payer des cotisations ONSS, mais uniquement une rétribution de productivité. L’employeur reste redevable des frais de déplacement du nouvel ouvrier qu’il doit assurer contre les accidents de travail.
De IBO-formule staat bedrijven toe zelf werklozen op te leiden. Tijdens de opleiding hoeft het bedrijf geen loon of RSZ-bijdragen te betalen maar enkel een productiviteitsvergoeding. Wel moet de werkgever de verplaatsingskosten van de nieuwe we rknemer betalen en hem verzekeren tegen arbeidsongevallen. Na de opleiding krijgt de werkloze een contract van onbepaalde duur. De werkgever moet hem minstens zo lang in dienst houden als de IBO heeft geduurd. Een IBO neemt doorgaans een tot zes maanden in beslag. Intussen is de IBO-cursist volledig vertrouwd geraakt met de job, de onderneming en de bedrijfscultuur. Bovenop zijn uitkering als werkloze krijgt de cursist een bijdrage van de VDAB. Zo verdient de IBO er vrijwel een volwaardig loon. Ook voor werklozen is de IBO dus een aantrekkelijke formule. Ruim 80% van de IBO-cursisten wordt na een opleiding effectief aangeworven.
Après la formation, le demandeur d’emploi reçoit un contrat de travail à durée indéterminée. L’employeur est obligé de le garder pour une durée au moins équivalente à celle de la formation suivie. Celle-ci dure généralement de un à six mois et permet au participant de prendre ses marques dans l’entreprise. En plus de son allocation de chômage, il reçoit une indemnisation du VDAB (équivalent du FOREM en Wallonie), qui lui permet de bénéficier d’un salaire valable. La formule est donc également attrayante pour ceux qui suivent la formation. En moyenne, 80% des participants sont engagés après la formation.
Arbeiders uit Centraal-Europa
Ouvriers de l’Europe Centrale
Sedert 1 juni 2006 is de toekenning van arbeidskaarten en - vergunningen voor de rechtstreekse tewerkstelling van arbeidskrachten uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie versoepeld voor de zogenaamde “knelpuntberoepen”, waartoe ook de beroepen van vloerder-tegelzetter en natuursteenbewerker behoren.
Depuis le 1er juin 2006, les conditions de délivrance des cartes - et permis de travail - pour la main-d’œuvre des nouveaux Etats membres de l’Union Européenne sont assouplies pour les “fonctions critiques” reconnues, parmi lesquelles les métiers de carreleur et de travailleurs de pierre naturelle. (Les métiers diffèrent d’une région à l’autre).
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 21
Wanneer het gaat om een aanvraag tot tewerkstelling in een knelpuntberoep: -m oet de VDAB geen bijkomend arbeidsmarktonderzoek meer uitvoeren; -m oet er geen geneeskundig attest worden toegevoegd waarin de geschiktheid van de betrokken werknemer wordt bevestigd; -m oet er geen type-arbeidsovereenkomst conform het KB van 9 juni 1999 worden voorgelegd; - k an de arbeidsvergunning zelfs worden toegekend als de betrokken werknemer reeds België is binnengekomen met de intentie om hier te werken, nog vooraleer een werkgever hiertoe een arbeidsvergunning heeft aangevraagd en gekregen. Deze migratiediensten zullen de arbeidsvergunning binnen de vijf dagen toekennen wanneer blijkt dat het dossier volledig is, d.w.z. dat alle vereiste documenten zijn toegevoegd, de vereiste rubrieken duidelijk leesbaar, volledig en correct ingevuld zijn en in overeenstemming met de terzake geldende wetten en reglementen. Tot eind september 2006 werden voor de inschakeling van arbeidskrachten uit de nieuwe lidstaten voor knelpuntberoepen in de bouwsector al 517 arbeidsvergunningen en - kaarten toegekend, waaronder 185 voor de beroepen van metselaar en vloerder en 14 voor het beroep van natuursteenbewerker.
Pour la Wallonie et Bruxelles, les travailleurs de pierre naturelle ne sont pas mentionnés sur la liste des fonctions critiques). Lorsqu’il s’agit d’une demande d’occupation dans une fonction reprise sur la liste des fonctions critiques: - le VDAB (équivalent du FOREM) n’est plus tenu d’effectuer un examen complémentaire; - il n’y a plus lieu d’y joindre une attestation médicale confirmant l’aptitude du travailleur en question; - il n’y pas lieu de présenter un contrat type de travail conformément à l’AR du 9 juin 1999 ; - le permis de travail peut même être délivré si le travailleur en question se trouve déjà en Belgique dans l’intention de travailler ici, avant même que l’employeur aie demandé et obtenu un permis de travail. Il existe un formulaire spécifique pour demander l’autorisation d’occupation dans une fonction critique. L’employeur peut dorénavant introduire cette demande auprès du service de migration compétent. Ces services délivreront les permis de travail endéans les cinq jours lorsque le dossier s’avère être complet. Fin septembre 2006, 517 cartes et permis de travail étaient délivrés en Flandre pour l’insertion de travailleurs ressortissants des nouveaux Etats membres pour les fonctions critiques, parmi lesquels 185 pour les métiers de maçon et de carreleur et 14 pour le métier de travailleur de pierre naturelle.
Voor een aanvraag tot tewerkstelling in een knelpuntberoep bestaat een specifiek aanvraagformulier. De werkgever kan deze aanvraag voortaan rechtstreeks bij de bevoegde migratiedienst indienen. Er zijn migratiediensten voor Antwerpen-Limburg (Koningin Astridlaan 50 bus 6, 3500 Hasselt, tel 011 74 27 00), Oost- en West Vlaanderen (Nederkouter 28, 9000 Gent, tel 09 235 01 50) en Vlaams-Brabant (Koning Albert II-laan 35 bus 21, 1030 Brussel, tel 02 553 43 92).
22
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
Agenda
Geïntegreerde Website van de Koninklijke Bond der Meester-Steenhouwers van België
19/01-12/03/07
Website intégré de la Fédération Royale des Maîtres Tailleurs de Pierres de Belgique
Concours d'aménagement du territoire intégrant la pierre naturelle
De website en de databank van de Confederatie Bouw staan in het centrum van haar dienstenpakket voor de leden. De website wordt dagelijks bijgewerkt en aangevuld met nieuwe informatie. In 2005 kreeg de website een nieuwe gebruiksvriendelijke architectuur voor een snellere raadpleging en werden nieuwe toepassingen voorgesteld: elektronische agenda, promotie van onze leden bij het grote publiek… De website is opgevat als een geïntegreerde portaalsite voor de hele organisatie, vertrekkend van een uniek platform binnen de Confederatie Bouw. Onze federatie is aan de confederale website verankerd. Wij beheren, ontwikkelen en updaten de eigen pagina’s van onze groepering en bieden onze eigen formulieren en documenten aan, vertrekkend van een websitestructuur die ons ter beschikking wordt gesteld met dezelfde look and feel en met een toegang tot de confederale databank. De website van de Steenhouwers kan door iedere belangstellende bezocht worden op: www.confederatiebouw.be/steenhouwers. De bezoeker die links van het scherm, de rubriek “Voorstelling” en daarna “Werking” aanklikt zal 4 onderliggende rubrieken aantreffen met gegevens over de Federatie, haar structuur, vertegenwoordigingen en het tijdschrift Steen & Marmer dat sinds nr 1/2005 on line beschikbaar is. Verder bevat de “Voorstelling” de onderliggende rubrieken Technisch Comité - Gewestelijke verenigingen - Medewerkers - Praktische inlichtingen. De volgende rubrieken zijn: Agenda - Nieuws - Onze leden - Algemene informatie. De rubriek daaronder: Voor onze leden - is beveiligd en uitsluitend toe‑ gankelijk voor leden van de Confederatie Bouw die daartoe een gebruikersnummer en toegangscode hebben ontvangen. Het bevat verschillende onderliggende rubrieken, o.a. “Formulieren en documenten” met verwijzing naar de specifieke documenten die aangesloten steenhouwers bij de federatie kunnen verkriijgen. Wij nodigen ze dus uit een bezoek te brengen aan onze website en er gebruik van te maken om de nieuwe website van de Confederatie Bouw: www.ikzoekeenvakman. be te bezoeken en de gegevens over hun “profiel” en “beroepsactiviteiten” te controleren en indien nodig aan te passen. Die gegevens zijn namelijk heel nuttig voor de promotie bij het grote publiek. De site “Steenhouwers” is nieuw en bijgevolg voor verbetering vatbaar. Voorstellen zijn welkom. Welke gegevens zou u er graag in terugvinden? Heeft u suggesties over presentatie of inhoud? Wat is er niet goed aan? Wij rekenen en hopen op uw reactie, bemerkingen, ideeën, kritiek (liefst opbouwende). De site is van u en u kan er voor zorgen dat het de onze wordt. D. D. H.
Le site web (www.confederationconstruction. be/tailleursdepierres) et la banque de données de la Confédération sont les principaux outils mis à la disposition des membres. Le site est mis quotidiennement à jour et complété par de nouvelles informations. En 2005, une nouvelle architecture du site a été mise en place pour une utilisation plus rapide et plus conviviale et de nouvelles applications ont été proposées: agenda électronique, promotion des affiliés vers le grand public… Le site est conçu comme un site intégré pour toute l’organisation au départ d’une plate-forme unique hébergée à la Confédération. Nous développons et mettons à jour des pages propres à notre groupement et mettons en ligne des documents et formulaires propres, au départ d’une structure de site mise à notre disposition avec le même look and feel et offrant une porte d’accès vers la banque de données confédérale. Si à la rubrique “Présentation”, à gauche de l’écran, le visiteur clique sur la rubrique “Fonctionnement”, il trouvera 4 liens vers les données et objectifs de notre fédération, sa structure, ses représentations et la revue “Pierre & Marbre”, mise en ligne depuis le n°1/2005. En plus, on trouve sous la rubrique “Présentation”, les sous-rubriques: Comité technique - Associations locales - Collaborateurs - Renseignements pratiques. Puis les rubriques: Agenda - Nouveautés - Nos membres Informations générales. La rubrique suivante: “Pour nos membres”est une zone protégée. Elle ne peut être consultée que par les membres de la Confédération qui disposent à cet effet d’un numéro d’utilisateur et mot de passe. Elle comprend plusieurs sous-rubriques, notamment Formulaires et Documents qui apprend aux tailleurs de pierres affiliés quels documents ils peuvent obtenir chez nous. Nous leur suggérons de visiter le site et d’en profiter pour vérifier les données de leur “profil” et “spécialisations” sur le nouveau site de la Confédération: www.jechercheunhommedemetier.be et de les adapter si nécessaire. Ces données sont particulièrement utiles. Le site “Tailleurs de pierres” est nouveau, il est donc imparfait. Que souhaiteriez-vous y trouver qui n’y est pas? Avez-vous des suggestions concernant sa présentation ou son contenu? Est-il trop ceci ou pas assez cela? Nous attendons, et espérons, vos idées, vos remarques, vos critiques (constructives, si possible!). Ce site est le vôtre, il ne tient qu’à vous qu’il soit le nôtre.
Schrijf ons:
[email protected] Ecrivez-nous:
[email protected]
Saint-Hubert (B)
VALBOIS RN Linda Ferreira do Vale www.portailpierre.org
23-25/01/07 Metz (F)
URBEST 13de salon rond openbare ruimte / 13e salon pour l’espace public
www.fim-metz.com
05-10/02/07 Utrecht (Nl)
BOUWBEURS Salon de la Construction
De uitdaging van Minister Philippe Courard www.bouwbeurs.nl om een evenement te organiseren in de stijl van het “Salon des Maires et des 15/02/07 Collectivités Locales“in Parijs, was voor Utrecht (Nl) Marche-en-Famenne tegelijkertijd ook een 2de Vlaams-nederlandse première. De bedoelingnatuursteendag van dit evenement e 2 Journée flamande-néerlandaise deen la pierre was de afgevaardigden, bedrijven naturelle organismen die de knowhow uit onze streken www.tno.nl/natuursteendag vertegenwoordigen, toe te laten mekaar in een ongedwongen sfeer te ontmoeten. 22/02-04/03/07 Afgelopen 17 en 18 februari boden zich aan de poorten van(B) het Wex in Marche-enBruxelles-Brussel Famenne meer dan 5000 bezoekers aan BATIBOUW voor de eerste editie van het “Salon des De internationale beurs voor de bouw, Mandataires’. Men kon/ er terecht bij een renovatie en inrichting honderdtal exposanten van uiteenlopende Salon international du bâtiment, de la aard : de belangrijkste Waalse instituten rénovation et de l’aménagement intérieur bevonden zich in de grote centrale ruimte www.batibouw.be en daarnaast waren ook de beroepen van de bouw, uitrustingen en diverse materialen, 23-26/03/07 diensten en veiligheid, op het salon Namur (B) vertegenwoordigd.
BOIS ET HABITAT
DeBelgische eerste dag was gewijd aan de vertegenbeurs voor houtbouw, inrichting en woordigers van de lokale autoriteiten en de nieuwe energievormen / openbare sector, in groten zijn Salon belge de ladewelke construction en bois,getale de l’aménagement énergies komen opdagen.etErdes werden 5 nouvelles ateliers georganiseerd met uiteenzettingen en rondetafelwww.bois-habitat.com gesprekken rond actualiteiten zoals openbare gebouwen en democratie. De zaterdag, die 20-21/04/07 wat minder drukte teweegbracht, was meer s’Hertogenbosch (NL) publiek waarbij de bedoeld voor het grote aandacht vooral uitging naar de kinderen RESTAURATIE door de organisatie van de “Remise des De beurs voor restauratie monumentenzorg Mérites“, in aanwezigheid van de en conservering cultureel erfgoed / Leminister. salon de la restauration et de la conservation des monuments et du patrimoine culturel PIERRES ET MARBES DE WALLONIE http://www.patrimoineculturel.com was er ook om de vele voorschrijvers, verantwoordelijken van openbare werken, … en particulieren bij te staan 20-23/04/07 in hun keuze. Marche-en-Famenne (B)
BATIMOI Laat ons hopen dat de editie van volgend jaar, die9denusalon al isvoor gepland, in navolging van deze de Bouw, Renovatie, Decoratie, Meubelbekleding, piscines,hetzelfde Tuinaanlegsucces / eerste ervaring minstens zal 9e salon de la Construction, Rénovation, kennen. Décoration, Ameublement, Piscine, Aménagement de jardin
www.wex.be Stand Pierres et Marbres de Wallonie 2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 23
TRIBUNE / TRIBUNe
NORGA Marcel M. Celis Voortzitter van de vzw Epitaaf Président de l’ASBL Epitaaf
Door toedoen van Meester steenhouwer Roland Verhees, ere-ondervoorzitter van Epitaaf vzw, ontving Epitaaf vzw onlangs een beperkte maar belangwekkende schenking documenten en objecten van Herman Norga*, zoon van bronsgieter Pascal Norga uit Etikhove. De gift werpt een licht op de betekenis van de naam Norga voor de 20ste eeuwse grafkunst en op de zakelijke relatie tussen Ernest Salu II (1885-1980) en Sylvain Norga (1892-1968) in het bijzonder.
Grâce à Roland Verhees, maître tailleur de pierres et président d’honneur de l’asbl Epitaaf, Epitaaf a reçu dernièrement un don limité, mais très intéressant, de documents et objets d’Herman Norga*, fils du fondeur de bronze Pascal Norga d’Etikhove. Le don met en évidence l’importance du nom de Norga pour l’art funéraire du 20e siècle et la relation commerciale entre Ernest Salu II (1885-1980) et Sylvain Norga (1892-1968) en particulier.
1. Het atelier in de Raeymaekersstraat in Schaarbeek, met Sylvain (met alpinomuts en witte stofjas) en Michel Norga (vooraan rechts aan de slijpbank / L'atelier à la rue Raeymaerks à Schaerbeek, avec Sylvain (avec bonnet et cache-poussières) et Michel Norga (devant l'affûteuse)
1.
* Deze tekst is een samenvatting van het eerder verschenen artikel A.-M. HAVERMANS en M.M. CELIS, Norga: terug van weggeweest, in Epitaaf, 20ste jaargang, nr 3, april 2006, pp. 3-9. (*) Ce texte est un résumé de l’article intitulé “Norga: terug van weggeweest” écrit par A.-M. HAVERMANS et M.M. CELIS, paru précédemment dans Epitaaf, 20e année, n° 3, avril 2006, pp. 3-9.
Franz Norga, telg van een familie ambachtslui uit Zuid Europa (Spanje), vestigde zich als meubelmaker in de dorpskom van Etikhove, een deelgemeente van Maarkedal in de Vlaamse Ardennen.
Franz Norga, descendant d’une famille d’artisans de l’Europe du Sud (Espagne), s’est établi comme ébéniste dans le bassin villageois d’Etikhove, commune fusionnée de Maarkedal dans les Ardennes flamandes.
Gebeeldhouwde stijlkasten, biechtstoelen en altaren ontstonden in zijn atelier, waar zijn zonen van jongs af de passie kregen voor het vakmanschap. Franz werd later bijgestaan door zijn oudste zoon George, die na zijn terugkeer als oorlogsvrijwilliger zou overlijden.
Des armoires de style sculptées, des confessionnaux et autels ont été réalisés dans son atelier où ses fils ont contracté la passion pour l’artisanat dès leur jeune âge. Franz fut assisté plus tard par son fils aîné George, qui décéda après son retour comme volontaire de guerre.
Beeldhouwer Sylvain Norga (1892-1968)
Sylvain Norga, sculpteur (1892-1968)
Sylvain, de tweede zoon, werd uitzonderlijk op zijn 9de jaar toegelaten op de kunstacademie van Oudenaarde voor een 8 jaar durende opleiding. In Gent liep hij stage in het atelier van de beeldhouwer Aloïs de Beule (1861-1935), die zijn reputatie had opgebouwd met religieuze kunst, maar na 1918 zou evolueren naar een meer monumentale, realistische beeldhouwkunst waaronder oorlogsgedenktekens.
Sylvain, le deuxième fils, a été admis à l’âge de 9 ans à l’académie d’art d’Audenarde pour une formation d’une durée de 8 ans. Il a fait son stage à Gand, dans l’atelier du sculpteur Aloïs de Beule (1861-1935), qui s’était fait une réputation dans l’art religieux, mais qui allait évoluer après 1918 vers un art plus monumental et réaliste, comprenant en particulier des monuments commémoratifs de la grande guerre.
24
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
Werk vond Sylvain bij de beeldhouwer en grafzerkmaker Ernest Salu II, in Laken, waar hij beelden kapte uit Carrara-marmer. In Schaarbeek leerde hij de jongere Germaine Bataille (1900-1976) kennen, dochter van “monumentiste” Emile Bataille (1870-1938) met atelier aan de Kerkhoflaan 6, en zuster van de beeldhouwer Charles Bataille (ca 1903-vóór 1976). Ernest Salu II bood het jonge paar een appartement aan in zijn woning aan de Leopoldstraat 17, in Laken, waar ze van 1921 tot 1924 verbleven.
Sylvain a trouvé du travail chez le sculpteur et monumentiste Ernest Salu II, à Laeken, où il taillait des statues en marbre de Carrare. A Schaerbeek, il a rencontré Germaine Bataille (1900-1976), fille du “monumentiste” Emile Bataille (1870-1938) qui avait un atelier à l’avenue du Cimetière 6, et sœur du sculpteur Charles Bataille (ca 1903-avant 1976).
Hun dochter Marcelle (°1924) schreef hierover in 1997: ”C’est là, à Laeken, que papa voyant que le marbre de Carrara supportait très mal les intempéries du climat, pensa à lancer le bronze d’articles funéraires. Après ses heures de travail dans les ateliers de Maître Salu, dans son appartement il commença à créer ses petits modèles (faisant son plâtre dans les casseroles de ma mère!). Maman allait livrer les petits sujets aux entrepreneurs monumentistes, moi bébé, sur le bras et de l’autre main portant la très lourde valise et cela en… tramway.”
Ernest Salu II offrait au jeune couple un appartement dans sa maison rue Léopold 17, à Laeken, où ils ont résidé de 1921 à 1924. Leur fille Marcelle (°1924) écrivait à ce sujet en 1997: ”C’est là, à Laeken, que papa voyant que le marbre de Carrare supportait très mal les intempéries du climat, pensa à lancer le bronze pour les articles funéraires. Après ses heures de travail dans les ateliers de Maître Salu, dans son appartement, il commença à créer ses petits modèles (faisant son plâtre dans les casseroles de ma mère!). Maman allait livrer les petits sujets aux entrepreneurs monumentistes, moi bébé sur un bras et de l’autre portant la très lourde valise et cela en… tramway.”
In het bijzonder het gebruik van zuren die de helderheid van het witte Carraramarmer nog moesten verhogen, bleken immers op termijn te leiden tot een onomkeerbaar destructief proces. Sylvain besloot dan ook in te spelen op de vraag naar betaalbare, duurzame sierstukken die op grafmonumenten van diverse aard zouden kunnen worden aangebracht. Met zijn funerair oeuvre in brons, gesigneerd S. Norga, zou hij in België pionierswerk verrichten.
L’utilisation d’acides pour accentuer la blancheur du marbre de Carrare semblait effectivement provoquer un processus destructif et irrévocable à terme. Sylvain décida dès lors de répondre à la demande d’objets décoratifs durables, mais commercialisables, qui pouvaient être appliqués sur les différentes sortes de monuments funéraires. Par son oeuvre funéraire en bronze, signée S. Norga, il allait assumer le rôle de pionnier en Belgique.
Het gieten van de modellen besteedde Sylvain uit aan een gespecialiseerde firma in Vilvoorde. De in brons gegoten modellen werden verder afgewerkt door zijn jongere broer Michel (1898-1979), die hiervoor een atelier in gebruik nam Auguste De Boeckstraat, in Evere. In 1929 nam S. Norga zijn intrek in een eigen woning, Georges Raeymaekersstraat 59, in Schaarbeek, met “manufacture, atelier de finissage” en toonzaal.
Sylvain confiait la fonderie des modèles à une firme spécialisée à Vilvorde. Les modèles coulés en bronze étaient achevés par son frère cadet Michel (1898-1979), qui s’était installé pour ce faire dans un atelier à la rue Auguste De Boeck, à Evere. En 1929, S. Norga installa dans sa propre maison une “manufacture, atelier de finissage” et salle d’exposition, rue Georges Raeymaekers 59, à Schaerbeek.
De bronzen grafdecoraties bleken een commerciële voltreffer. Het aanbod was gevarieerd en door de grote oplage waren de prijzen redelijk. Figuratieve reliëfs -engelen, geknielde vrouwen die bloemen neerleggen, Mariahoofden, Jezus het kruis dragend, grafleggingen, calvaries e.a.- maakten het grootste aandeel van de productie uit, gevarieerd van afmetingen, voorstellingen en stijlen.
Les objets décoratifs funéraires en bronze ont connu un vrai succès commercial. L’offre était variée et la grande quantité rendait les prix raisonnables. La production était principalement orientée vers des reliefs figuratifs de dimensions, présentations et types variés: anges, femmes agenouillées déposant des fleurs, têtes de la Sainte–Vierge, Christ portant la croix, mises au tombeau, calvaires.
Vaak was er een linker- en een rechterversie beschikbaar en heel wat iconografische thema’s waren zowel op een vierkante, rechthoekige als afgeronde plaat te verkrijgen. Sylvain Norga modeleerde ook een aantal levensgrote bronzen: volplastische Christusbeelden en vrouwelijke treurfiguren met typisch interbellumkapsel.
Deux versions étaient souvent disponibles et beaucoup de thèmes iconographiques étaient présentés sur une plaque carrée, rectangulaire ou arrondie. Sylvain Norga a modelé aussi un certain nombre de statues de taille réelle et en ronde-bosse, principalement des Christs et des pleureuses aux coiffures caractéristiques de l’entre-deux-guerres.
2. De toonzaal van Sylvain Norga in de Raeymaekersstraat in Schaarbeek / Salle d'exposition de Sylvain Norga à la rue Raeymaekers à Schaerbeek
Norga staat heden voor vier generaties:
Nous connaissons actuellement de la famille Norga quatre générations:
• Franz Norga (1861-1948). Zijn zonen George (1890-1945), Sylvain (Etikhove 21 juli 1892 - Juan-les-Pins 4 mei 1968), • Michel (Etikhove 31 oktober 1898 Sint-Joost-ten-Node 26 juli 1979) en Pascal Norga (Etikhove 1900-1974). • Diens zoon Herman Norga (Oudenaarde 1940) en kleinzonen Geert (15 oktober 1964). • Johan Norga (6 december 1966)
• Franz Norga (1861-1948) et ses fils George (1890-1945), Sylvain (Etikhove 21 juillet 1892 - Juan-les-Pins 4 mai 1968), •Michel (Etikhove 31 octobre 1898 Saint-Josse-ten-Node 26 juillet 1979) et Pascal Norga (Etikhove 1900-1974). •Herman Norga (Audenarde 1940) est le fils de ce dernier et Geert (15 octobre 1964). • Johan Norga (6 décembre 1966) ses petits-fils.
2.
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 25
Op de Brusselse begraafplaatsen werden alvast 10 verschillende types van dergelijke grote volplastische bronzen beelden aangetroffen. Het betreft vrijwel zonder uitzondering treurende vrouwfiguren, geknield, schrijlings gezeten of over het graf uitgestrekt, gedrapeerd met al dan niet ontblootte schouder(s), al dan niet met bloemen, tuilen of kransen. Chronologisch overspannen ze de periode 1928-1946. Sylvain bracht zijn ontwerpen met verve aan de man. Hij laadde zijn wagen vol en doorkruiste met zijn echtgenote het hele land om zijn werken aan te bieden bij de steenhouwers en marbriers. Ze werden gekocht per model, 6 of 12 stuks tegelijk. De vele varianten op de geijkte thema’s kunnen dan ook overal in België worden aangetroffen, weliswaar nadrukkelijker in het Brusselse, maar ook in Nederland, het Groothertogdom Luxemburg en Noord-Frankrijk, tot zelfs in Canada en Zuid-Afrika. Om zijn waar voor de steenhouwers te visualiseren, tekende hij voorbeelden van grafmonumenten waarin de bronzen moeiteloos geïntegreerd konden worden. Sylvain Norga handelde overigens niet alleen in brons. In Pietrasanta, Italië liet hij modellen in Carraramarmer uithouwen, maar zijn ontwerpen waren ook verkrijgbaar in arduin, in aluminium en een tijdlang zelfs in gietbeton, dat echter niet bestand bleek tegen onze weersomstandigheden. Enkele objecten dragen ook de naam Lui Ferucci met de stempel van Teco, een fabrikant van biscuit in Warsage of Bois-de-Breux bij Luik, waarvoor Norga wellicht modellen leverde.
Rien que le cimetière de Bruxelles en recèle 10 types semblables. Il s’agit presque sans exception de figures féminines éplorées, agenouillées, assises à califourchon ou étendues sur la tombe, drapées avec ou sans épaule(s) dénudée(s), avec ou sans fleurs, bouquets ou couronnes. Chronologiquement, elles couvrent la période 1928-1946. Sylvain cherchait des acheteurs pour ses projets avec beaucoup d’enthousiasme. Il chargeait sa voiture d’objets et, avec son épouse, parcourait tout le pays pour les présenter aux tailleurs de pierres et marbriers. Ils étaient achetés par modèle, 6 ou 12 pièces à la fois. Les nombreuses variantes sur les thèmes évoqués peuvent dès lors être trouvés partout en Belgique, quoique plus en particulier dans les environs de Bruxelles, mais aussi aux Pays-Bas, au Grand Duché de Luxembourg et au Nord de la France jusqu’au Canada et en Afrique du Sud. Pour visualiser ses marchandises, il dessinait des modèles de monuments funéraires auxquels on pouvait intégrer facilement les objets en bronze. Sylvain Norga n’utilisait pourtant pas que le bronze. A Pietrasanta, en Italie, il faisait tailler ses modèles en marbres de Carrare, mais ses projets étaient aussi réalisés en petit granit, en aluminium et pendant quelque temps même en béton, qui ne s’avérait toutefois pas résister à nos intempéries. Quelques objets portent aussi le nom de Lui Ferucci avec le cachet Teco, un fabriquant de porcelaine à Warsage ou Bois-de-Breux, près de Liège, à qui Norga a probablement livré des modèles.
3. Een pleurante door Sylvain Norga voor het grafmonument Hoebeek-Dubois, begraafplaats van Brussel in Evere / une pleureuse de Sylvain Norga devant le monument funéraire Hoebeek-Dubois au cimetière de Bruxelles à Evere
4. Een pleurante doorSylvain Norga voor het grafmonument Lippens-Aesseloos, kerkhof van Laken / une pleureuse de Sylvain Norga devant le monument funéraire Lippens-Aesseloos, au cimetière de Laeken
3.
26
4.
Bericht aan de leden: Bezoek Diamant Boart op 23 maart 2006
Avis aux membres: Visite Diamant Boart le 23 mars 2006
Vergeet niet dat Diamant Boart u op 23 maart 2006 om 10u.30 graag zou verwelkomen te Gellingen voor een geleid bezoek aan de nieuwe installaties, gevolgd door een lunch. Schrijf u meteen in.
N’oubliez pas que Diamant Boart vous invite à Ghislenghien le 23 mars 2006 à 10h30 pour une visite guidée à ses installations, suivie d’un lunch. N’hésitez pas à vous inscrire.
Tel. 02/223 06 47 - Fax 02/223 05 38
Tél. 02/223 06 47, fax 02/223 05 38
E-mail:
[email protected] mailto:
[email protected]
E-mail:
[email protected] mailto:
[email protected]
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
Vanaf 1935 raakte Sylvain verknocht aan de Franse Azuurkust. In 1937, 45 jaar oud, liet hij de handelszaak aan de Raeymaekersstraat over aan zakenman Marcel Choux, die de Norga-catalogus verder commercialiseerde en waarvoor Sylvain sporadisch nog ontwerpen bleef leveren. Vanuit Frankrijk bleef Sylvain Norga ontwerpen. In 1945 creëerde hij aldus een fraaie reeks kleine “salon” sculpturen. Tijdens de jaren ’60 realiseerde hij nog een aantal borstbeelden in wit marmer. Het werken verliep voortaan moeizaam ingevolge reumatische handen.
A partir de 1935, Sylvain s’est amouraché de la Côte d’Azur. En 1937, à l’âge de 45 ans, il a cédé son commerce de la rue Raeymaekers à l’homme d’affaires Marcel Choux, qui a continué à commercialiser le catalogue de Norga et à qui Sylvain fournissait encore sporadiquement des projets.
Een late opdracht was het beeld van Notre-Dame de Messine met kind, dat een plaats vond op een zuil vóór de kerk van Messine, Mons, gegoten door zijn neef Herman. Zijn allerlaatste realisatie, gemodelleerd in Juan-les-Pins, was het borstbeeld in bas-reliëf van Dr. Lefèbvre, “Maire” van Villeneuve-Soubet. Hij overleed er op 4 mei 1968, feestdag van de heilige Sylvain, reeds 2 jaar verlamd, na een 16 jaar lange, pijnlijke polyartritis.
En France, Sylvain Norga n’a pas cessé de travailler. Ainsi, il a créé en 1945 une belle série de petites sculptures de “salon”. Durant les années ’60, il a encore réalisé une quantité de bustes en marbre blanc. Le travail devenait plus difficile à cause de sa maladie. Parmi ses commandes tardives, on peut citer la statue de Notre-Dame de Messine avec enfant, coulée par son neveu Herman, placée sur une stèle devant l’église de Messine à Mons. Sa toute dernière réalisation, modelée à Juan-les-Pins, est le buste en bas-relief du Dr. Lefèbvre, Maire de Villeneuve-Soubet. Il y est décédé le 4 mai 1968, le jour de la fête de Saint-Sylvain, paralysé depuis 2 ans et après 16 longues et douloureuses années de polyarthrite.
Bronsgieter Pascal Norga (1900-1974)
Fonderie de Bronze Pascal Norga (1900-1974)
Bij het groeiend succes van zijn onderneming liet Sylvain zijn jongere broer Pascal niet in de kou staan. Sylvain had als modelleur letters en cijfers ontworpen in verschillende stijlen en afmetingen. Na verloop van tijd liet hij het reproductierecht en de commercialisatie hiervan over aan Pascal, die een eigen bronsgieterij- volgens het zandgietsysteem- opstartte in het atelier van hun vader in Etikhove. Tot in de jaren ’60 bleef Pascal deze modellen reproduceren.
Dans le succès croissant de son entreprise, Sylvain n’a pas oublié son frère cadet Pascal. Comme modeleur, Sylvain avait créé des lettres et chiffres en différents styles et dimensions. Après un certain temps, il a passé le droit de reproduction et la commercialisation de ses produits à Pascal, qui a commencé sa propre fonderie de bronze - utilisant la technique de moulages à découvert - à l’atelier de son père à Etikhove. Pascal a reproduit ces modèles jusque dans les années ’60.
Zelf leverde hij niet onverdienstelijk werk af, zoals de twee reliëfs op de ingangspijlers van het kerkhof in Etikhove, of de gedenkplaat voor de burgerlijke en militaire slachtoffers en de politieke gevangenen van WO II in Veurne.
Lui-même n’était pas sans mérites. Il a réalisé par exemple les deux reliefs sur les piliers d’entrée du cimetière d’Etikhove, ou la plaque commémorative pour les victimes civiles et militaires et les prisonniers politiques de la 2e Guerre Mondiale à Furnes.
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 27
Bronsgieter Herman Norga (1940)
Fonderie de Bronze Herman Norga (1940)
In 1967 kwam Pascals zoon Herman aan het hoofd te staan van de bronsgieterij. Na een opleiding aan het Sint-Lucasinstituut in Doornik en Gent, startte hij naast de bestaande zandtechniek een afdeling “verloren was” op. In de jaren 1970 bracht hij de productie met de verloren was onder in een hoeve nabij het station van Etikhove, uitsluitend voor het gieten van kunstwerken. Vanwege het verlopen van de exploitatievergunning werd in 1980 voor beide ateliers een onderkomen gevonden in de Lindestraat 48, in Oudenaarde. Het oude bronsgietersatelier in Etikhove werd afgebroken, en wordt enkel nog herinnerd door de straatnaam Gieterijstraat.
En 1967, le fils de Pascal, Herman, est venu diriger la fonderie. Après avoir suivi une formation à l’Institut Saint-Luc à Tournai et à Gand, il a démarré, outre la technique de moulage existante, une section “cire perdue”. Dans les années 1970, il a établi la production de la cire perdue dans une ferme près de la gare d’Etikhove, exclusivement pour la fonte d’oeuvres d’art.
Art Casting: Johan (1966) en Geert Norga (1964)
Art Casting: Johan (1966) et Geert Norga (1964)
Hermans zonen Geert en Johan leiden heden een atelier in de industriezone in Oudenaarde. Na een opleiding aan het Sint-Lukas Instituut in Gent, het Institut Saint-Luc in Brussel, en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent besloot Johan zich toe te leggen op het gieten van kunstwerken.
Les fils d’Herman, Geert et Johan, dirigent actuellement un atelier situé dans la zone industrielle à Audenarde. Après ses études aux Instituts Saint-Luc à Gand et à Bruxelles, et à l’Académie Royale des Beaux Arts à Gand, Johan a décidé de se concentrer sur la fonte d’objets d’art.
Après l’expiration du permis d’exploitation, il a trouvé en 1980 un nouvel emplacement pour les deux ateliers dans la Lindestraat 48, à Audenarde. L’ancienne fonderie de bronze à Etikhove fut démolie et le nom de la rue “Gieterijstraat” en reste le seul souvenir.
In 1995 introduceerde hij de performante “ceramic shell”- gietmethode in de Benelux en vervoegde zijn broer Geert, economist van opleiding, het bedrijf.
En 1995, il a introduit dans le Bénélux la méthode performante de fonte dite “ceramic shell”; son frère Geert, économiste de formation, l’a rejoint dans l’entreprise.
Slechts een beperkt aantal kunstgieterijen in Europa gebruiken dit procédé voor beelden, letters, inhuldigingsplaten of restauraties. Gerenommeerde kunstenaars in binnen- en buitenland doen voortaan een beroep op hun hoogtechnische bekwaamheid, al vormen begraafplaatsen nog maar uiterst zelden de eindbestemming.
Ce procédé pour statues, lettres, plaques d’inauguration ou restaurations n’est utilisé que par un nombre limité de fonderies d’art. Nombre d’artistes renommés, tant belges qu’étrangers, font dorénavant appel à leurs hautes capacités techniques, bien que leurs œuvres ne soient plus qu’exceptionnellement destinées aux cimetières.
28
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
Batibouw
Construire son bonheur
du 22 février au 4 mars 2007
Brussels Expo
journées exclusivement professionnelles: 22 et 23 février
BATIBOUW, le plus grand Salon Professionnel belge de la Construction, de la Rénovation et de l’Aménagement est réservé les 22 et 23 février exclusivement aux professionnels. Vous y découvrirez les innovations et nouvelles tendances et pourrez participer à des tables rondes, séminaires et bien d’autres événements. Pour abréger l’attente à l’entrée, nous vous conseillons le pré-enregistrement via www.batibouw.com
Le badge qui vous sera remis vous donne un accès illimité à BATIBOUW les 22 et 23 février ou un jour grand public au choix. Batibouw pro:
22 février de 10 à 18h30 23 février de 10 à 21h (nocturne)
Batibouw public: du 24 février au 4 mars de 10 à 18h30 et le 2 mars de 10 à 21h (nocturne)
www.batibouw.com 2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 29
K N I P O O G / c l in d ' o e i l
éééf...
Géé
acht!
Hieronder volgt het “Huishoudelijk reglement van de azijnstokerij Dessaux, voor het jaar 1880”. Wat heeft azijn met onze steen en marmer te maken, hoor ik u al zeggen. Welnu, deze op het internet gevonden tekst, geeft ons een blik op het verleden en doet ons beseffen hoe het er vroeger aan toe ging. Het klimaat dat hieronder wordt beschreven, was vanzelfsprekend niet enkel eigen aan de azijnstokerijen.
arde...
Gaaa
à vous!
Vous pourrez lire ci-après le “Règlement d'ordre intérieur de la Vinaigrerie Dessaux, pour l'année 1880”. Qu'est-ce que le vinaigre vient faire dans nos pierres et nos marbres, me direz-vous? Eh bien, cette découverte sur internet est pour nous l'occasion de jeter un regard en arrière et, ce qui n'est peut-être pas inutile, de faire prendre conscience à certains d'où nous venons puisque le climat décrit ci-après n'était évidemment pas spécifique aux vinaigreries. 1. Vroomheid, netheid en stiptheid vormen de basis van een bloeiende zaak. Zo hoort het dus ook écht, en u kan het hier vaststellen; vroomheid is de voornaamste taak van een goede azijnstoker. Om nalatigheid in deze materie te vermijden, zijn de nodige praktische oefeningen voorzien in punt 3.
2. A angezien ons bedrijf de werkuren aanzienlijk heeft verkort (jazeker!),dienen de bedienden slechts aanwezig te zijn van zeven uur ’s morgens tot zes uur ’s avonds, en dit enkel tijdens de weekdagen. In hun enorme bezorgdheid hebben de werkgevers de prestaties verkort tot een 66 urenweek. Maar om te vermijden dat jongeren de vrije tijd die ze daardoor krijgen niet goed zouden besteden, werd met vaderlijke genegenheid een beperking voorzien in artikel 12.
3. E lke ochtend worden er in het grote kantoor gebeden voorgelezen. De werknemers dienen daar verplicht bij aanwezig te zijn. Niets natuurlijker dan de baas die zijn werknemers ’s ochtends wat laat opwarmen.
4. D e kleding moet sober zijn. De bureelbedienden zullen zich niet laten verleiden door fantasierijke felkleurige kledingstukken; ze mogen ook geen kousen dragen, tenzij deze fatsoenlijk zijn versteld. Het verbaast ons niet dat azijnfabrikanten een nors humeur hebben en levendige kleuren afkeuren. Toch snap ik de toespeling op de kousen niet helemaal. En hoe zit het dan met de sokken?
5. In de kantoren worden mantels noch overjassen gedragen. Wanneer het echter bijzonder streng weer is, zijn sjerpen, neusverwarmers en mutsen wel toegelaten. In de keuze van het ondergoed is men echter volledig vrij.
6. Uw bedrijf stelt een kachel ter beschikking van zijn bureelbedienden. Kolen en hout dienen opgeborgen te worden in een bak die daarvoor dient. Om zich te verwarmen wordt aan elk personeelslid aangeraden tijdens het koude seizoen 4 pond kolen per dag mee te brengen. De werknemers dienen zelf hun kachel niet eens mee te brengen: wat een luxe!
7. D e werknemers mogen de werkplek niet verlaten zonder toestemming van Mijnheer de directeur, tenzij om hun behoeften te doen. De tuin achter het tweede hek staat daartoe ter beschikking. Natuurlijk dient deze plek steeds keurig in orde te worden gehouden. Niets mag verloren gaan. “Natuurlijke behoeften” toegestaan door een bijzonder begripvolle directie zullen dienen als tuinbemesting.
8. H et is streng verboden te spreken tijdens de werkuren. Op de weg naar het werk daarentegen is het wel toegelaten.
30
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2006-4
1. Piété, propreté et ponctualité font la force d'une bonne affaire. Comme il se doit, ainsi que vous le constatez, la piété était le premier devoir d'un bon vinaigrier. Pour éviter toute négligence en ce domaine, les exercices pratiques sont prévus au point 3.
2. Notre firme ayant considérablement réduit les horaires de travail, (ben oui!) les employés de bureau n'auront plus à être présents que de sept heures du matin à six heures du soir, et ce, les jours de semaine seulement. Dans leur immense sollicitude, les patrons ont réduit les prestations à 66 heures/ semaine. Mais soucieux que les jeunes n'abusent pas des nombreux loisirs que cela leur laisse, une restriction pleine d'affection paternelle est prévue à l'article 12.
3. Des prières seront dites chaque matin dans le grand bureau. Les employés de bureau y seront obligatoirement présents. Quoi de plus naturel que des patrons pensent à la mise en train matinale.
4. L'habillement doit être du type le plus sobre. Les employés de bureau ne se laisseront pas aller aux fantaisies des vêtements de couleurs vives; ils ne porteront pas de bas non plus, à moins que ceux-ci ne soient convenablement raccommodés. On ne s'étonnera pas que des fabricants de vinaigre aient l'humeur maussade et réprouvent les couleurs vives. J'avoue cependant ne pas avoir très bien saisi l'allusion aux bas. Mais, au fait, qu'en est-il des chaussettes?
5. Dans les bureaux, on ne portera ni manteau, ni pardessus. Toutefois, lorsque le temps sera particulièrement rigoureux, les écharpes, cache-nez et calottes seront autorisés. Entière liberté est laissée quant aux sous-vêtements.
6. Votre firme met un poêle à la disposition des employés de bureau. Le charbon et le bois devront être enfermés dans le coffre destiné à cet effet. Afin qu'ils puissent se chauffer, il est recommandé à chaque membre du personnel d'apporter chaque jour quatre livres de charbon durant la saison froide. Admirons cette prévenance: les employés ne doivent pas apporter leur poêle.
7. Aucun employé de bureau ne sera autorisé à quitter la pièce sans la permission de Monsieur le Directeur. Les appels de la nature sont cependant permis et pour y céder, les membres du personnel pourront utiliser le jardin au dessous de la seconde grille. Bien entendu, cet espace devra être tenu dans un ordre parfait. Faut rien perdre. Les “appels de la nature”, permis par une direction oh! combien compréhensive, serviront à fertiliser le jardin.
8. Il est strictement interdit de parler pendant les heures de bureau. Mais on est autorisé à parler sur le chemin du travail.
09. H et gebruik van tabak, wijn of alcohol is een menselijke zwakte en bijgevolg verboden aan alle leden van het personeel. Het spreekt vanzelf dat directieleden het goede voorbeeld geven door niet te roken; ze moeten alleen maar azijn drinken. Maar hoe zit het met de… hoe moet ik dat verwoorden?… Wel hm… hebben ze kinderen?
09. La soif de tabac, de vin ou d'alcool est une faiblesse humaine et, comme telle, est interdite à tous les membres du personnel. Il est bien sûr évident que les membres de la direction donnent l'exemple, ne fument pas et ne doivent boire que du vinaigre. Mais pour ce qui est de... voyons, comment dire?... ben euh... est ce qu'ils ont des enfants?
10. G ezien de kantooruren aanzienlijk werden ingekort, is het nuttigen van voedsel enkel nog toegelaten tussen 11u30 en 12u00, maar in geen geval mag het werk daarvoor worden stilgelegd.
10. Maintenant que les heures du bureau ont été énergiquement réduites, la prise de nourriture est encore autorisée entre 11h30 et midi, mais en aucun cas, le travail ne cessera durant ce temps.
11. D e bureelbedienden dienen zelf hun schrijfgerief mee te brengen. Een nieuwe puntenslijper is op aanvraag beschikbaar bij Mijnheer de directeur.
11. Les employés de bureau fourniront leur propre plume. Un nouveau taille-plume est disponible sur demande chez Monsieur le Directeur. On ne précise pas si on peut tailler sa plume pendant les heures de bureau.
Het is niet duidelijk of de punten mogen worden geslepen tijdens de werkuren.
12. E en senior aangesteld door Mijnheer de directeur is verant‑ woordelijk voor de schoonmaak en de netheid van de grote zaal en het kantoor van de directeur. Junioren en jongeren dienen zich vóór de gebedstijd bij Mijnheer de directeur aan te melden en na de sluitingstijd te blijven voor de schoonmaak. Borstels, bezems, dweilen en zeep worden door de directie ter beschikking gesteld. 13. H et weekloon werd onlangs verhoogd en bedraagt nu: kinderen tot 11 jaar: 0,50 F / junioren (tot 14 jaar): 1,45 F / jongeren: 3,25 F / bedienden: 7,50 F / senioren (na 15 jaar dienst): 14,50 F. De eigenaars erkennen en aanvaarden de gulheid van deze nieuwe arbeidsvoorwaarden, maar verwachten dat het personeel aanzienlijk betere prestaties gaat leveren in ruil voor deze bijna utopische voorwaarden. We wijzen er nog op dat de makers van bovengenoemde nieuwe wetten, in hun grote bekommernis, eveneens hadden voorzien dat kinderen jonger dan 12 jaar voortaan niet meer dan 12 uur per dag mochten werken. Dat was echt nog zo in het jaar 1880!
12. Un senior, désigné par Monsieur le Directeur, sera responsable du nettoyage et de la propreté de la grande salle ainsi que du bureau directorial. Les juniors et les jeunes se présenteront à Monsieur le Directeur avant les prières et resteront après l'heure de la fermeture pour procéder au nettoyage. Brosses, balais, serpillières et savon seront fournis par la direction. 13. Augmentés dernièrement, les nouveaux salaires hebdomadaires sont désormais les suivants: cadets (jusqu'à 11 ans): 0,50 F / juniors (jusqu'à 14 ans): 1,45 F / jeunes: 3,25 F / employés: 7,50 F / seniors (après 15 ans de maison): 14,50 F. Les propriétaires reconnaissent et acceptent la générosité des nouvelles lois du travail, mais attendent du personnel un accroissement considérable du rendement en compensation de ces conditions presque utopiques. Signalons que, dans leur grande sollicitude, les députés auteurs des nouvelles lois presque utopiques évoquées ci-dessus y avaient également prévu qu'il serait dorénavant interdit de faire travailler les enfants de moins de douze ans, plus de 12 heures par jour. Alors qu'on était tout de même déjà en 1880!
2006-4 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 31