&périodique trimestriel édité par la fédération belge des entrepreneurs de la pierre naturelle &PIERRE & MARBRE STEEN & MARMER

&

PIERRE & MARBRE STEEN & MARMER

BELGIQUE - BELGÏE P.P. - P.B. 1000 Bruxelles x Brussel BC 31230 P008512 Bureau de dépôt / Afgiftebureau : 1000 Bruxelles x Brussel - ER / VU : Sabine Piedboeuf - rue du Lombard Lombardstraat 34-42 B-1000 - Bruxelles / Brussel

périodique trimestriel édité par la fédération belge des entrepreneurs de la pierre naturelle driemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de belgische federatie van aannemers van natuursteenbewerking

septembre / september 2013-3

A Paris, la Pierre Bleue Belge poursuit son chemin In Parijs zet de Belgische Blauwe Hardsteen zijn weg voort Juridique / Juridisch Accord social sur l’harmonisation des statuts de l’ouvrier et de l’employé

Sociaal akkoord over de harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden

Actualité / Actueel Febenat et Steunpunt Straten concluent un partenariat Febenat en Steunpunt Straten vormen partnerschap

Lundi du patrimoine

Maandag van het patrimonium

Technique / Technisch Ecaillage et altération de surface des pierres calcaires

Afschilfering en verwering van het oppervlak van kalksteen

Cover : photo/foto Philippe Ruault

Editorial / Editoriaal

&

PIERRE & MARBRE STEEN & MARMER

Publication trimestrielle éditée par la Fédération Belge des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle et Febenat / Driemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de Belgische Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking en Febenat : Rue du Lombardstraat 34-42 B-1000 Bruxelles / Brussel T +32(0)2 545 57 58 F +32(0)2 513 24 16 pierrenaturelle@ confederationconstruction.be www.confederationconstruction.be/ pierrenaturelle [email protected] www.confederatiebouw.be/ natuursteen [email protected] - www.febenat.be En collaboration avec / In samenwerking met Pierres et Marbres de Wallonie asbl / vzw 11, rue des Pieds d’Alouette 5100 Naninne T +32 (81) 227 664 F +32(81) 745 762 [email protected] www.pierresetmarbres.be Coordination / Coördinatie Editeur responsable / Verantwoordelijke uitgever : S. Piedboeuf, Rue du Lombardstraat 34-42, B-1000 Bruxelles/Brussel Comité de rédaction / Redactiecomité C.Bonhomme - N.Carpentier D.De Haen - G. Legein S.Piedboeuf - Fr. Tourneur Mise en page / Lay out Impression / Druk Van Ruys Printing 02 647 33 20 www.vanruys.be/

Editorial

Cher lecteur, Cher membre, Le secteur de la Construction est sans conteste un secteur très important de l’économie. Nombreuses sont les personnes qui y travaillent et des millions d’euros sont en jeux. C’est grâce à ces chantiers que nous construisons notre avenir : aménagement des espaces publics, développement des infrastructures de transport, amélioration de l’habitabilité des quartiers, etc. – bref, la qualité de la vie même ! Bien construire avec de matériaux durables de qualité est donc important. C’est pourquoi nous essayons au sein de nos différentes fédérations et associations professionnelles de vous donner le soutien nécessaire pour assurer votre avenir. Si vous avez des questions ou des suggestions, nous sommes là pour vous, n’hésitez donc pas à nous contacter. Bonne lecture, SP

Editoriaal

Geachte lezer, Beste lid, De bouwsector is een zeer belangrijke bedrijfstak voor onze economie. Er werken vele mensen in deze sector en er zijn vele miljarden in omloop. Het is ook dankzij deze bouwwerken dat wij aan onze toekomst bouwen: de inrichting van openbare plaatsen, de ontwikkeling van transportinfrastructuur, de verbetering van de leefbaarheid in de wijken enzovoort – kortom de levenskwaliteit. Daarom is goed bouwen, met duurzame en kwaliteitsvolle materialen ook zo belangrijk. Omwille van deze redenen proberen wij dan ook vanuit onze verschillende federaties en professionele organisaties de noodzakelijke ondersteuning te geven voor uw toekomst. Mocht u nog vragen hebben of opmerkingen, vergeet dan niet dat wij er voor u zijn. Ons secretariaat staat steeds paraat om u zo goed mogelijk verder te helpen. Veel leesgenot, SP

Cover : photo/foto Philippe Ruault

Pierre et Marbre / Steen en Marmer 2013-3

3

Table des matières / Inhoudstafel Editorial / Editoriaal Editorial / Editoriaal3 Résurrection de Stone Expo en 2014 ! De verrijzenis van Stone Expo in 2014!

5 5

Architecture / Architectuur A Paris, la Pierre Bleue Belge poursuit son chemin In Parijs zet de Belgische Blauwe Hardsteen zijn weg voort

6 8

Actualité / Actueel Accord social sur l’harmonisation des statuts de l’ouvrier et de l’employé

10

Le centre géographique de Wallonie Sociaal akkoord over de harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden Het geografische centrum van Wallonië

11

Febenat et Steunpunt Straten concluent un partenariat Febenat en Steunpunt Straten vormen partnerschap

14 15

Lundi du patrimoine Maandag van het patrimonium

16 18

En bref In het kort

24 25

12 13

Technique / Techniek Ecaillage et altération de surface des pierres calcaires Afschilfering en verwering van het oppervlak van kalksteen

20 22

Agenda / Agenda Formations Centre des métiers du patrimoine

26

Fédération / Federatie

4

Une fédération à votre service

31

Een federatie tot uw dienst

31


Résurrection de Stone Expo en 2014 ! L’avenir de Stone Expo, la biennale professionnelle Benelux de la pierre naturelle, de la céramique et du quartz composite, semble bel et bien assuré! Sa cinquième édition sera effectivement organisée l’an prochain, du dimanche 27 au mardi 29 avril 2014 dans le hall 8 du Flanders Expo de Gand ! Le salon ne sera cette fois pas organisé par Artexis mais bien par Expocom. La personnalité aux commandes d’Expocom est Erwin Ooghe, l’homme qui avait créé Stone Expo en 2006 avant de le revendre de nombreuses années plus tard à Artexis. Étant donné qu’il occupe, outre ses fonctions d’organisateur de salons, le poste d’éditeur responsable de plusieurs revues professionnelles de référence (parmi lesquelles Polycaro), Erwin Ooghe est toujours resté très proche du marché. Bon sang ne peut mentir… Lorsqu’Artexis a fait savoir qu’il allait repousser le prochain Stone Expo à 2016 puis annoncé qu’il entendait l’intégrer au salon vert Green Expo, le père spirituel de Stone Expo a décidé de reprendre la barre du salon professionnel de la pierre naturelle, de la céramique et du quartz composite. Le contrat de rachat étant désormais entériné, il souhaite se consacrer de nouveau à 100% à ce salon! Avec une grande envie et avec la conviction que Stone Expo a tout à fait droit de cité, malgré un climat moins favorable. Le ‘nouvel’ organisateur ne doute donc pas une seule seconde que la biennale professionnelle Benelux est vouée à un bel avenir. D’autres informations suivront. Renseignement: Expocom – Erwin Ooghe (T: 050/25 01 70 / E: [email protected])

De verrijzenis van Stone Expo in 2014! De toekomst van Stone Expo, de tweejaarlijkse Benelux-vakbeurs voor natuursteen, keramiek en kwartscomposiet, lijkt verzekerd! Er komt volgend jaar dan toch een vijfde editie, die zal plaatsvinden van zondag 27 tot en met dinsdag 29 april 2014 in hal 8 van Flanders Expo Gent! Deze keer niet georganiseerd door Artexis, wel door Expocom. Het gezicht achter Expocom is Erwin Ooghe, de man die Stone Expo in 2006 op de kaart zette en vele jaren nadien verkocht aan Artexis. Omdat hij naast beursorganisator ook verantwoordelijke uitgever is van een aantal toonaangevende vaktijdschriften (waaronder Polycaro) bleef Erwin Ooghe altijd voeling houden met de markt. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan... Want toen Artexis eerst bekendmaakte de volgende editie van Stone Expo te zullen uitstellen naar 2016 en nadien het plan had opgevat om die te integreren in haar groenbeurs Green Expo besliste de geestelijke vader van Stone Expo om de vakbeurs voor natuursteen, keramiek en kwartscomposiet terug zelf te organiseren. Nu de overnamedeal definitief beklonken is, wil hij er weer voor de volle 100% tegenaan gaan! Met ontzettend veel goesting en in de overtuiging dat Stone Expo als platform voor de sector ondanks het minder gunstige klimaat wel degelijk een bestaansrecht heeft. De ‘nieuwe’ organisator twijfelt er dan ook niet aan dat deze tweejaarlijkse vakbeurs voor de Benelux een succesvolle toekomst tegemoet gaat. Meer info volgt binnenkort. Voor meer informatie: Expocom – Erwin Ooghe (T: 050/25 01 70 / E : [email protected])


5

Architecture Technique//Architectuur Techniek

A Paris, la Pierre Bleue Belge poursuit son chemin Bâtiment Thomson (Boulogne Billancourt) et Terminal VIP (Le Bourget) Après les aménagements récents à La Défense (la Passerelle de Bouvets et la rue des longues raies) et l’immeuble Carré 13 (rue Château des Rentiers) déjà présentés dans la revue « Pierre & Marbre », la Pierre Bleue Belge a, à nouveau, trouvé sa place dans des aménagements d’envergure à Paris durant l’année 2013. Les plus importants aux niveaux quantitatif et qualitatif sont la réaffectation du Bâtiment Thomson (46 Quai le Gallo) en campus de bureaux et le nouveau Terminal V.I.P. d’Unijet à l’Aéroport du Bourget. Le premier consiste en l’aménagement d’une esplanade et de jardins, applications où la pierre bleue excelle. Pour le deuxième, il s’agit d’un travail intérieur de marbrerie de grande précision pour le dallage d’un lieu prestigieux.

« IN/OUT » – réaffectation du bâtiment Thomson en campus tertiaire Maître d’ouvrage : S.F.L. (Société Foncière Lyonnaise) Architectes : DTACC, Jouin Manku, Hines France et Pascal Gasquet (Verte Ligne). Entreprise : Bouygues Produits en Pierre Bleue Belge : • 5 000 m2 de dallage : dalles brutes de sciage (4000 m2), clivées et vieillies (finition Patrimoine) • 400 m de marches flammées • E ncadrements d’arbres bouchardés • 150 m de blocs bruts et croûtes • P as japonais de diverses finitions A l’ouest de Paris, sur les rives de la Seine (Quai le Gallo), entre le pont de

6

Saint Cloud et le pont de Sèvres, se trouve l’ancien siège de l’entreprise Thomson, bâtiment de type industriel datant des années 1920. Le projet « IN/OUT », dont la superficie totale est de 32.000 m2, avait pour objectif de réaffecter ce lieu en un ensemble immobilier de bureaux agréable et performant pouvant accueillir 2500 travailleurs tout en gardant la mémoire des lieux. Le bâtiment ancien a été soigneusement restauré pour accueillir de nombreuses entreprises en répondant aux critères de confort, de flexibilité et de fonctionnalité actuels. Il a été complété par une nouvelle construction accueillant le pôle des services (cafétéria, conciergerie, amphithéâtre, salle de réunion, salle de fitness,…). Cette annexe présente une architecture très contemporaine de type organique, constituée de courbes et d’une toiture au revêtement métallique irisé. L’ensemble du projet a été mené avec une politique environnementale forte. En effet, le maître de l’ouvrage désirait en faire une opération exemplaire au niveau du développement durable. A l’encontre des grandes tours de bureaux, cet ensemble architectural laisse une place importante à la nature, ce qui contribue au bien être des travailleurs. La Pierre Bleue Belge a été choisie par l’architecte paysagiste Pascal Gasquet (Verte Ligne) pour couvrir les abords de ces bâtiments (esplanades, escalier monumental, jardins). Il avait comme volonté de choisir, pour l’ensemble du projet, des matériaux de qualité, assurant la pérennité de l’aménagement et confortant une ambiance raffinée et innovante. L’esplanade de 5000 m2 est couverte de dalles brutes de sciage, clivées et vieillies (Pavé Patrimoine) et des encadrements d’arbres bouchardés.


L’escalier monumental est constitué de 400 mètres de marches de finition flammée. Les jardins sont agrémentés de croûtes de pierre servant de retenues de terres, de pas japonais réalisés avec des chutes de diverses finitions, des petits blocs bruts … L’ensemble est une réussite et constitue une belle référence pour Les Carrières de la Pierre Bleue Belge désireuses de développer le marché français. Emilie Abraham

Architecture Technique//Architectuur Techniek Nouveau Terminal Unijet – Aéroport du Bourget Maître d’ouvrage : UNIJET Architecte : Etienne Famin Entreprises : Brézillon, Coba Produits en Pierre Bleue Belge : • Dallage flammé • Marches flammées • Comptoirs, revêtement mural Adouci

ETIENNE FAMIN

Le dallage, très élaboré, est développé à partir d’un patio intérieur circulaire qui crée un puits de lumière. Ce jardin constitue le cœur du bâtiment, il articule les circulations et offre des vues croisées. Le calepinage très élaboré part en rayons. Les dalles de pierre, hors équerre, ont été coupées sur mesure. La pose, très compliquée, a été confiée à COBA.

La compagnie gère depuis 1967 une flotte d’appareils moyens et longs courriers. Ce nouveau bâtiment propose un service complet aux passagers, aux équipages et aux aéronefs atterrissant au Bourget (salons VIP, salles de réunion, salles de repos, douches, conciergerie, parkings…). Etienne Famin a créé un bâtiment à l’architecture sobre et fonctionnelle mais très élégante. Il accorde une grande importance aux matériaux et aux finitions. Pour le revêtement de sol et l’escalier, il a choisi la Pierre Bleue

ARCHITECTE

NOUVEAU TERMINAL UNIJET

Belge de finition flammée. Pour les comptoirs et les revêtements muraux, son choix s’est porté sur la pierre bleue adoucie.

Unijet, la plus ancienne compagnie d’aviation d’affaires de l’aéroport du Bourget, a confié au Cabinet Etienne Famin Architecte la construction de son nouveau Terminal au Bourget.

Ce bâtiment, sobre et prestigieux à la fois, est un lieu exceptionnel accueillant des personnalités du monde des affaires. Emilie Abraham

NEW UNIJET TERMINAL

s Julien

© Thoma

© Philippe Ruault

Worldskills : Un médaillon d’excellence pour Christian Participer à cet événement mondial est quoiqu’il arrive une expérience inoubliable pour un jeune talent tel que Christian et obtenir un médaillon d’excellence, c’est comme participer à une finale olympique. C’est la fierté qui l’emporte. Fierté de faire partie du top mondial mais surtout fierté d’avoir été jusqu’au bout. Se frotter à une compétition internationale permet de mesurer que la route est longue vers l’excellence : toute la vie, un artisan doit apprendre à se perfectionner Source : Skillsbelgium Encore un tout grand merci à Thibaus Ris son formateur. Thibaut a accompagné Christian durant près de deux ans pour le former d’abord pour Spa-Francorchamps (Euroskills 2012) et le suivre encore pour arriver à se perfectionner et à participer au championnat du monde en juillet dernier. Merci aussi à Monsieur Abraham (La Pierre Bleue Belge) sans qui cette aventure n’aurait jamais pu avoir lieu. Photo SkillsBelgium


7

Architecture CSTC // WTCB Architectuur

In Parijs zet de Belgische Blauwe Hardsteen zijn weg voort Thomsongebouw (Boulogne Billancourt) en VIP-Terminal (Le Bourget) Naast de recente verbouwingen aan La Défense (la Passerelle de Bouvets en la rue des longues raies) en het appartementsgebouw Carré 13 (rue Château des Rentiers), die eerder voorgesteld werden in het tijdschrift “Steen en Marmer”, heeft de Belgische blauwe hardsteen opnieuw zijn weg gevonden naar de grootse verbouwingen in Parijs gedurende 2013. De belangrijkste wijzigingen op kwantitatief en kwalitatief vlak zijn de herverdelingen van de campus aan de kantoren van het Thomsongebouw (46 Qua le Gallo) en de nieuw V.I.Pterminal van Unijet op de luchthaven van Bourget. De verbouwing van deze eerste bevat de herinrichting van het plein en de tuinen, waar de Belgische blauwe hardsteen uitblinkt. Voor het tweede gebouw gaat het om maatwerk tegels afkomstig uit het marmeratelier ter betegeling van deze prestigieuze plaats.

« IN/OUT » – herinrichting van het Thomsongebouw in de dienstverlenende campus Bouwheer : S.F.L. (Société Foncière Lyonnaise) Architecten : DTACC, Jouin Manku, Hines France en Pascal Gasquet (Verte Ligne). Gebouw : Bouygues Producten in Belgische Blauwe Hardsteen : • 5 000 m betegeling : ruw gezaagde tegels (4000 m2), gekloven en verouderd (type patrimonium) • 400 m treden in gebrande afwerking • Boomomrandingen • 150 m ruwe blokken en korstplaten • Verschillende Japanse paden in diverse afwerkingen 2

8

Ten westen van Parijs, over de oevers van de Seine (Quai le Gallo), tussen de brug van Saint Cloud en de Sèvres, bevindt zich de oude zetel van het bedrijf Thomson. Dit is een industrieelpand daterend uit de jaren 1920. Het project « IN/ OUT », waarvan de totaal geschatte oppervlakte 32.000 m² bedraagt, had als doel deze plaats volledig opnieuw in te richten in een aangenaam kantoorgebouw waar 2500 werknemers konden ondergebracht worden zonder de geschiedenis van de plaats niet uit het oog te verliezen. Het oude gebouw werd met veel zorg gerestaureerd om talrijke bedrijven te ontvangen, terwijl beantwoord moest worden aan de criteria van comfort, flexibiliteit en huidige functionaliteit. In de nieuwe aanbouw werd een dienstencentrum ondergebracht (cafetaria, conciërgewoning, amfitheater, vergaderzalen, fitnessruimtes,…) Dit gedeelte getuigt van een zeer hedendaagse architectuur, bestaande uit welvingen met een glinsterende metalen dakbedekking. Het gehele project is opgebouwd vanuit een sterk milieubewust beleid. De bouwheer wou een voorbeeld zijn op gebied van duurzame ontwikkeling. In tegenstelling tot de grote burelentoren respecteert dit staaltje van architectuur de natuur op een belangrijke plaats, wat op haar beurt bijdraagt aan het welzijn van de werknemers. De Belgische blauwe Hardsteen werd gekozen door de tuinarchitect Pascal Gasquet (Verte Ligne) om de omgeving langs de gebouwen te bedekken (pleintjes, monumentale trap, tuinen). Hij koos voor het geheel van het project enkel kwaliteitsmaterialen, waardoor de duurzaamheid van de herinrichting behouden bleef, maar toch versterkt met een verfijnde en innoverende gezelligheid.


Het plein van 5000 m² is betegeld met ruw gezaagde, gekloven en verouderde tegels (type patrimonium) en de boomomrandingen in gebouchardeerd De monumentale trap is samengesteld uit 400 meter treden met gebrande bovenafwerking. De tuinen zijn afgebakend met korstplaten ter opvang van de aanliggende grond, verschillende japanse paden in diverse afwerkingen , kleine ruwe blokjes ter versiering… Het geheel is zeker geslaagd en een mooie referentie voor de Steengroeven van de Belgische Blauwe Hardsteen die daardoor meer bekendheid verwerven in hun verdere ontwikkeling van de Franse markt. Emilie Abraham

Architecture CSTC // WTCB Architectuur Nieuwe Terminal Unijet – Luchthaven van Bourget Bouwheer : UNIJET Architect : Etienne Famin Bedrijven : Brézillon, Coba Producten in Belgische Blauwe Hardsteen : • Gevlamde betegeling • Gevlamde treden • Bars, muurbekleding Adouci

ETIENNE FAMIN

ARCHITECTE

Unijet, de oudste luchtvaartmaatschappij van de luchthaven van Bourget heeft de jonge architect DPLG, in dienst van het architectenkantoor Etienne Famin de bouw van de nieuwe Terminal in Bourget toevertrouwd. De maatschappij beheert sinds 1967 een ruime vloot aan middellangeen langeafstandsvliegtuigen. Dit nieuwe gebouw stelt een volledige dienstverlening ter beschikking van de passagiers, de bemanningsleden van de gestrande vliegtuigen (vipsalons, vergaderzalen, rustzalen, douches, conciërgegebouw, parkings….) Etienne Famin heeft een gebouw gecreëerd met een sobere en terzelfdertijd elegante architectuur. Hij hecht veel belang aan de materialen en hun afwerking. Voor de vloerbekleding

NOUVEAU TERMINAL UNIJET

en de trapafwerking , werd er gekozen voor een Belgische blauwe hardsteen in een gevlamde uitvoering. Voor de bars en de muurbekledingen viel zijn keuze op de verzoete blauwe hardsteenafwerking. De betegeling, een zeer cruciaal onderdeel, werd ontwikkeld vanuit een ronde binnenplaats dat veel natuurlijk licht toelaat. De tuin omvat het hart van het gebouw, waar veel loopverkeer is en vele mensen elkaar kruisen. Het zeer uitgebreid legplan vertrekt in rijen. De vloerbekleding in de hoeken werden op maat gemaakt. Deze zeer complexe uitvoering werd toevertrouwd aan COBA. Het gebouw is in één woord sober en prestigieus en een uitzonderlijke ontmoetingsplaats voor zakenmensen Emilie Abraham

NEW UNIJET TERMINAL

s Julien

© Thoma

© Philippe Ruault

Worldskills : Een uitstekende medaille voor Christian Deelnemen aan dit internationaal evenement is ongetwijfeld een onvergetelijke ervaring voor een jong talent zoals Christian. En dan ook nog eens een medaille behalen is net zoiets als deelnemen aan een olympische finale. Dat brengt ook trots met zich mee. Fierheid om bij de internationale top te behoren, maar ook om zo ver geraakt te zijn. Aan zo een internationale competitie deelnemen laat ook toe om bewust te worden dat de route naar het perfectioneren van zijn vak lang is: de ambachtsman moet zijn hele leven bijleren om te streven naar perfectie. Bron : Skillsbelgium Graag een dankwoord voor Thibaus Ris, de leermeester van Christian die hem zowel bijstond naar aanleiding van Spa-Francorchamps (Euroskills 2012) als bij het verder opvolgen van Christian om zijn vak te perfectioneren zodat hij kon deelnemen aan het wereldkampioenschap dat in juli plaatsvond. Ook gaat er een woord van dank uit naar mijnheer Abraham (La Pierre Bleue Belge) zonder wie dit avontuur nooit had kunnen plaatsvinden. Foto SkillsBelgium


9

Juridique / Juridisch

Accord social sur l’harmonisation des statuts de l’ouvrier et de l’employé moins 7 ans. L’offre d’outplacement doit avoir une valeur correspondant à 4 semaines de salaire. Le coût viendra en diminution du montant de l’indemnité de licenciement (lorsque celle-ci est supérieure à 6 mois). En cas de prestation du préavis, l’outplacement a lieu durant les jours d’absence prévus pour la recherche d’un emploi .

Les partenaires sociaux au sein du groupe des 10 sont parvenus à un accord sur l’harmonisation des modalités de licenciement des travailleurs et sur la suppression du régime du jour de carence. Le gouvernement soutient cet accord qui devrait être transposé dans les textes légaux au cours des prochains mois. Dans ce contexte, on peut estimer que le gouvernement ira de l’avant même si l’accord n’est pas soutenu par l’ensemble des organisations signataires. Nous vous présentons dans cette note les principaux éléments de cet accord, dont les modalités plus précises seront explicitées dans les tout prochains jours.

Nouvelles règles en matière de délais de préavis harmonisés • Les délais de préavis harmonisés (communs aux ouvriers et aux employés) entreront en vigueur le 1er janvier 2014. • Il existera un régime général et un régime dérogatoire en matière de délais de préavis. • Dans le régime général, les délais de préavis harmonisés seront beaucoup plus élevés que les délais actuels des ouvriers. La durée des délais de préavis, qui variera selon l’ancienneté du travailleur dans l’entreprise. • Dans le régime dérogatoire, les délais de préavis harmonisés sont ceux définis dans la CCT n°75 du Conseil national du travail. Ces délais de préavis, sont beaucoup plus courts que les délais harmonisés dans le régime général. Ils sont un peu plus élevés que les délais actuels des ouvriers de la construction. • Le régime dérogatoire s’appliquera à certaines activités encore à définir. Il est toutefois acquis que les activités sur les chantiers de construction tomberont dans le régime dérogatoire. La FEB a veillé à faire aboutir la proposition de la Confédération visant à exclure du régime général les activités sur les « lieux de travail temporaires ou mobiles ».

10

Régime transitoire • Le nouveau système des délais de préavis harmonisés s’appliquera à tous les nouveaux contrats de travail conclus après le 1er janvier 2014. Un régime de transition est prévu pour les travailleurs en service avant cette date. • Le régime de transition fonctionnera comme suit : en cas de licenciement à partir de 2014 d’un travailleur disposant d’une ancienneté dans l’entreprise acquise avant 2014, le délai de préavis devra être calculé sur une double base : d’une part l’ancienneté acquise par le travailleur à la date du 31.12.2013 et d’autre part l’ancienneté acquise ultérieurement. Pour l’ancienneté acquise avant 2014, le délai se calculera selon les règles actuellement en vigueur ; pour l’ancienneté acquise ultérieurement, le délai se calculera selon les nouvelles règles. Les deux délais s’additionneront. • Le régime de transition comportera un mécanisme de compensation pour les ouvriers qui, du fait des règles de transition, ne bénéficieront que très progressivement des nouveaux délais de préavis harmonisés. Les règles de compensation doivent encore être précisées.

Outplacement et autres efforts de reclassement • L’entreprise devra proposer une procédure de reclassement professionnel à tous les travailleurs qui sont licenciés et qui disposent d’une ancienneté dans l’entreprise d’au


• Les secteurs pourront déterminer (par CCT) des mesures complémentaires pour accroître les chances de réinsertion du travailleur licencié sur le marché du travail. Ces mesures complémentaires pourront remplacer au maximum 1/3 du délai ou de l’indemnité de préavis auquel le travailleur licencié a droit.

Motivation du licenciement • Des règles en matière de motivation du licenciement seront définies dans une convention collective de travail du Conseil national du travail, qui entrera en vigueur le 1er janvier 2014. A cette date, le régime du licenciement abusif pour les ouvriers (art. 63 de la loi du 3/7/78 sur les contrats de travail) sera supprimé.

Modalités de compensation • Des dispositifs spécifiques seront mis en œuvre pour compenser en partie les coûts supplémentaires des entreprises générés par l’application des nouvelles règles. Il est notamment question d’utiliser le budget du régime de la prime de licenciement ( à charge de l’ONEM) et de réduire certaines charges sociales. Par ailleurs, là où ils existent, les avantages sectoriels sous la forme de compléments en matière de protection contre le licenciement, pourront venir en déduction des délais ou indemnités de préavis à charge de l’entreprise. Le régime du jour de carence Le régime du jour de carence (qui prévoit le non-paiement du premier jour d’une période de maladie de l’ouvrier) sera supprimé à la date du 1er janvier 2014. Des règles permettant

Juridique / Juridisch de mieux lutter contre l’absentéisme seront définies d’ici là. Les autres différences entre les statuts de l’ouvrier et de l’employé Les partenaires sociaux détermineront un calendrier de travail strict pour régler les autres aspects du dossier de l’harmonisation des statuts de l’ouvrier et de l’employé (vacances, salaire garanti en cas de maladie,…).

Le centre géographique de Wallonie Le centre géographique de la Wallonie a été inauguré le 25 mai dernier à Spontin. Il a pour mission de redynamiser le tourisme dans la région. Le calcul a été réalisé par deux chercheurs de l’institut géographique national et a permis de déterminer que celui-ci était situé à Spontin, sur le territoire de la commune d’Yvoir, à quelques centaines de mètres seulement de celui de Ciney.

Un parking a été aménagé dans ce bout de campagne, il accueille une aire de pic nic. Un chemin permet au promeneur de rallier l’endroit en question, au centre duquel trône une table d’orientation en Pierre Bleue du Bocq de 8 cm d’épaisseur. Elle représente la Wallonie et indique aux visiteurs les directions à suivre pour se rendre dans les villes avoisinantes. Grâce à une citerne, la table d’orientation sera arrosée en permanence par l’eau de Vivaqua. Cette table d’orientation en pierre a été extraite et fournie par la Carrière des Nutons et façonnée par l’entreprise Design Stone SA – Marbrerie Francis Cognaux, membre de la Fédération des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle asbl. Sur celleci, sont gravés les villes et les cours d’eaux principaux de Wallonie. Source DH

the finest selection of natural stone

tegels & platen

marmer - kalksteen - blauwe hardsteen - leisteen - graniet - trafficstone

la sélection raffinée en pierres naturelles

tranches & dalles

marbre - pierre calcaire - pierre bleue -schiste - granit - trafficstone

Venetiëlaan 22, 8530 Harelbeke België/Belgique T ++ 32 56 23 70 00 F ++ 32 56 23 70 02

www.beltrami.be OPENINGSTIJDEN / HEURES D’OUVERTURES SHOWROOM

maandag-vrijdag / lundi-vendredi 9.00-17.00

Pierre et Marbre / Steen en9.00 Marmer zaterdag / samedi - 13.00 2013-3

11

Juridique / Juridisch

Sociaal akkoord over de harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden De sociale partners van de groep van 10 zijn tot een akkoord gekomen over de harmonisering van de ontslagregeling voor werknemers en het verdwijnen van het regime van de carensdag.

Outplacement en andere vormen van begeleiding

De regering steunt het akkoord dat in de loop van de volgende maanden nog moet worden omgezet in wetteksten. In deze context mag men ervan uitgaan dat de regering het akkoord zal uitvoeren, zelfs wanneer niet alle ondertekenende partijen het zouden goedkeuren. Wij geven u nu reeds de belangrijkste elementen van het akkoord. Verdere preciseringen worden in de loop van de volgende dagen verwacht.

Nieuwe regels op het vlak van de geharmoniseerde opzegtermijnen • De geharmoniseerde opzegtermijnen (dezelfde voor arbeiders en bedienden) zullen in werking treden op 1 januari 2014. • Er bestaat een algemeen regime en een afwijkend regime voor de opzegtermijnen. • In het algemene regime zijn de geharmoniseerde opzegtermijnen veel hoger dan de huidige opzegtermijnen voor arbeiders. De opzegtermijn varieert naargelang de anciënniteit van de werknemer. • In het afwijkende regime worden de geharmoniseerde opzegtermijnen gedefinieerd door de CAO 75 van de Nationale Arbeidsraad. Deze opzegtermijnen, zijn veel korter dan de opzegtermijnen van het algemeen regime. Ze zijn een beetje langer dan de huidige opzegtermijnen voor arbeiders in de bouwsector. • Het afwijkende regime zal worden toegepast voor nog te definiëren activiteiten. Wat evenwel reeds is verworven: activiteiten op bouwplaatsen zullen onder het afwijkende regime vallen. Het VBO heeft erover gewaakt dat het voorstel van de Confederatie Bouw werd

12

weerhouden om activiteiten op « tijdelijke en mobiele werkplaatsen » uit te sluiten van het algemeen regime.

Overgangsregeling • Het nieuwe systeem van de geharmoniseerde opzegtermijnen zal van toepassing zijn op alle nieuwe contracten vanaf 1 januari 2014. Er wordt een overgangsregeling voorzien voor alle werknemers die voor die datum in dienst waren. • De overgangsregeling werkt als volgt : in geval van ontslag vanaf 1 januari 2014 van een werknemer die een anciënniteit heeft van vóór 2014 zal de opzegtermijn worden berekend op een dubbele basis : een deel op basis van de anciënniteit op 31.12.2013 en een ander deel op basis van de anciënniteit daarna. Voor de anciënniteit verworven vóór 2014 zal de opzegtermijn worden berekend op basis van de huidige regels; voor de anciënniteit na 2014 op basis van de nieuwe regels. De twee opzegtermijnen worden dan bij elkaar opgeteld. • De overgangsregeling bevat ook een compensatiemechanisme voor de arbeiders, die slechts zeer geleidelijk zullen kunnen profiteren van de nieuwe geharmoniseerde opzegtermijnen. Deze compensatieregels moeten nog worden gedefinieerd.


• Bedrijven moeten een outplacementprocedure hebben voor alle werknemers die worden ontslagen en die een anciënniteit hebben van minstens 7 jaar. De waarde van de outplacement moet gelijk zijn aan minstens 4 weken salaris. De kost wordt in mindering gebracht van de ontslagvergoeding (als deze over een periode van meer dan 6 maanden gaat). In het geval van het presteren van een opzegtermijn vindt de outplacement plaats gedurende de dagen die voorzien zijn voor het zoeken naar een nieuwe baan. • Sectoren kunnen (via een CAO) complementaire maatregelen bepalen om de kansen te verhogen dat de ontslagen werknemer opnieuw een job vindt. Deze maatregelen kunnen in de plaats komen van maximaal 1/3 van de opzegtermijn of de ontslagvergoeding waarop hij recht heeft.

Motivatie van ontslag • Er zullen regels worden vastgelegd inzake de motivatie van ontslag door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst van de Nationale Arbeidsraad, die in werking zal treden op 1 januari 2014. Op die datum zal het regime van het willekeurig ontslag (art. 63 van de wet van 3/7/78 op de arbeidscontracten) worden afgeschaft.

Compensatiemodaliteiten • Er zullen specifieke maatregelen worden genomen om de bijkomende kost te compenseren voor de bedrijven bij de toepassing van de nieuwe regels. Men zou hiervoor het budget gebruiken van het regime van de premie van de RVA bij ontslag en men zou bepaalde sociale lasten verlagen. Daarenboven kunnen daar waar ze bestaan, de sectorale voordelen onder de vorm van bijkomende beschermingsmaatregelen tegen ontslag in mindering worden gebracht van de opzegtermijnen of ontslagvergoeding ten laste van het bedrijf.

Juridique / Juridisch Het regime van de carensdag Het regime van de carensdag (wat voorziet in een niet-betaling van de eerste ziektedag van een arbeider) wordt afgeschaft op 1 januari 2014. Er worden regels opgesteld om beter te vechten tegen het absenteïsme. Andere verschillen tussen de statuten van arbeiders en bedienden De sociale partners zullen een strikte kalender vastleggen om de andere aspecten te regelen van het dossier van de harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden (vakantie, gewaarborgd loon in geval van ziekte, …).

Het geografische centrum van Wallonië Het geografische centrum van Wallonië werd op 25 mei ingewijd in Spontin. Het doel was het toerisme in de regio opnieuw op te krikken. De berekening van dit centrum werd uitgevoerd door twee onderzoekers aan het nationale geografische instituut en kwam uit bij Spontin, op het territorium van Yvoir, op enkele honderden meters van Ciney. De parking werd voor deze campagne opnieuw aangelegd en werd ingehuldigd in openlucht, vergezeld door een kleine picknick.

Wandelaars kunnen via een klein weggetje naar de bewuste plaats gaan, naar het centrum waar een stenen oriëntatietafel geplaatst werd. Deze is samengesteld uit een plaat van Blauwe Hardsteen van Bocq met een dikte van 8 cm. Deze tafel stelt Wallonië voor en geeft de bezoekers aan welke richting zij kunnen volgen om naar de naburige steden te gaan. Dankzij een regenton wordt de oriëntatietafel permanent besproeid door water van Vivaqua. Deze stenen oriëntatietafel werd ontgonnen en geleverd door de Steengroeve van Nutons en daarna vervaardigd door Desing Stone SA – Steenhouwerij Francis Cognaux, lid van de Federatie der Aannemers van Natuursteen- en Marmerbewerking. Op deze tafel werden de steden en de hoofdwaterwegen van Wallonië gegraveerd. Bron DH


13

Technique Actualité CSTC / /WTCB Actueel Techniek

Febenat et Steunpunt Straten concluent un partenariat Chacun connaît sans doute les ‘poteaux-pieuvres’ à l’abord des écoles flamandes, de hauts poteaux bariolés surmontés d’une pieuvre hilare : davantage de visibilité pour accroître la sécurité. Mais qu’est-ce qui peut bien relier le joyeux céphalopode à la Febenat ?

Centre de connaissances ‘Espace public’ Le mouvement des piétons a été fondé il y a dix ans face à la nécessité de mieux protéger les utilisateurs vulnérables de la voie publique. C’est à travers des actions telles que ‘kom op straat’ et les fameux ‘poteaux-pieuvres’ que cette organisation est devenue ce qu’elle est aujourd’hui, le Steunpunt Straten. Ce nom générique rassemble tout ce qui se rapporte à l’espace public. L’organisation a ainsi lancé un concours, en vue des élections municipales de 2012, pour créer les premiers échevins de l’Espace public. Ses adhérents sont principalement des instances publiques qui peuvent ainsi concourir chaque année pour le prix du ‘Meilleur Espace public’.

Travaux publics Le terme d’espace public englobe les abords des gares, les parcs, les quartiers résidentiels, les rues commerçantes, places, espaces publics temporaires, réaménagements de centresvilles, waterfronts, aires de jeu, terrains d’entreprises, lotissements, projets de reconversion,… Tous ces aménages relèvent en premier lieu des travaux publics de la commune et nécessitent naturellement des revêtements appropriés. Jan Vilain, du Steunpunt Straten, collabore notamment aux salons ‘Dag van de Openbare Ruimte’ et ‘Verkeer & Mobiliteit’ (Journée de l’Espace public ; Trafic & Mobilité). La Febenat était également présente à la dernière journée de l’Espace Public, plus précisément dans le rôle de modérateur autour du thème de la pierre naturelle, et en tant que présentateur de la conférence sur le marquage C.E. pour

14

la pierre naturelle. Lorsque Jan Vilain a pris contact avec nous, il ne nous a pas fallu longtemps pour nous trouver des points d’accord.

Moins d’accidents Depuis quelques temps, les revêtements de la voie publique prennent de plus en plus la forme de pavés, en pierre naturelle pour la plupart d’entre eux. Les cœurs de villages transforment leurs artères au trafic dense en zones à circulation réduite. Pour créer une sensation de calme et de sécurité, la visibilité est adaptée de façon à ce que tous les utilisateurs de la voie publique puissent déjà comprendre de loin qu’ils approchent un cœur de village, afin qu’ils modifient leur comportement de conduite. Aux Pays-Bas, un carrefour dangereux, équipe de feux rouges et auquel se produisaient encore de nombreux accidents, a été entièrement réaménagé. Les feux ont disparu, le revêtement de la chaussée et le trottoir ont été réalisés au même niveau. Le résultat est que tous les utilisateurs ont visiblement adapté leur comportement, et que le nombre d’accidents a reculé de manière spectaculaire.

Journée d’étude ‘revêtement’ Il a été demandé à la Febenat de réaliser une présentation sur la pierre naturelle dans le cadre de l’après-midi d’étude sur les revêtements pour les espaces publics, qui se déroulait dans l’auditorium OCW de Sterrebeek. L’auditoire attentif se composait principalement de représentants de municipalités. Je disposais de 15 minutes pour parler de la pierre naturelle. Un de mes principes de base est que l’information doit être complète. Mais que dire en un quart d’heure pour dresser un tableau aussi complet que possible de la pierre naturelle ? J’ai rassemblé au fil des ans un certain nombre d’articles contentant des demi–vérités. Le point commun de tous ces articles est l’exagération. Je m’en suis ervi pour développer le titre de ma présentation : les ‘do’s et don’ts


de la pierre naturelle’, autrement dit ce qu’il faut faire ou éviter avec la pierre naturelle. Et ma conclusion était peu surprenante : utilisez la bonne pierre au bon endroit, informez-vous bien et laissez-vous si nécessaire assister par des spécialistes en la matière !

Partenariat Après cette présentation effectuée lors des échanges de savoirs, la table de la Febenat a connu une belle affluence. On m’a demandé plus d’une fois pourquoi je n’avais pas abordé tel ou tel sujet. Selon les municipalités, le cahier des charges standard de la voirie comprend des hiatus. J’espère qu’en tant que Febenat, nous pourrons combler ces lacunes. Le partenariat entre Steunpunt Straten et Febenat nous permettra en outre de nous compléter lorsque cela sera nécessaire. Geert Legein, directeur Febenat

Actualité CSTC / /WTCB Actueel

Febenat en Steunpunt Straten vormen partnerschap Iedereen kent wel de octopuspalen aan de scholen. Opvallende palen in geel en mauve met bovenop een lachende octopus. Zichtbaarheid om de veiligheid te verhogen. Maar wat heeft deze achtpoot met Febenat te maken?

Kenniscentrum publieke ruimte Vanuit de noodzaak om de zwakke weggebruiker onder de aandacht te brengen werd 10 jaar geleden de voetgangersbeweging opgericht. Met acties “kom op straat” en de “octopuspalen” groeide deze organisatie uit tot wat het nu is. Het Steunpunt Straten. Alles wat met de publieke ruimte heeft te maken heeft valt onder deze noemer. Zo hebben zij een wedstrijd uitgeschreven, met de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 in het vooruitzicht, om de eerste schepen van Publiek Ruimte te leveren. De leden zijn vooral overheden die dan ook elk jaar kunnen meedingen naar de prijs voor de beste Publieke Ruimte.

‌Openbare werken Onder publieke ruimte verstaat men stationsomgevingen, parken, woonwijken, winkelstraten, pleinen, tijdelijke publieke ruimten, centrumherinrichtingen, waterfronten, speelpleinen, bedrijventerreinen, verkavelingen, reconversieprojecten,… Al deze inrichtingen vallen vooral onder de openbare werken van de gemeente en hebben natuurlijk een wegdek nodig. Jan Vilain van het Steunpunt Straten werkt o.a. ook mee aan de beurzen Dag van de Openbare Ruimte en Verkeer en Mobiliteit. Febenat was aanwezig op de laatste editie van de Dag van de Openbare Ruimte als moderator bij het proces duurzame natuursteen en als presentator van de lezing CE-markering voor natuursteen. Jan nam contact op en het duurde niet lang of er waren raakpunten te vinden.

Foto Stone

Themadag Verhardingen Er worden de laatste tijd meer en meer verhardingen gelegd in de vorm van kasseien en het merendeel daarvan is natuursteen. Dorpskernen worden teruggeschroefd van drukke verkeersaders tot verkeersarme zones. Om het rustige karakter te verkrijgen wordt het zicht aangepast zodat alle weggebruikers al zien dat ze een dorpskern naderen en aangepast rijgedrag vertonen. In Nederland werd een gevaarlijk kruispunt, dat voorzien was van verkeerslichten en waar toch veel ongevallen gebeurden, volledig heringericht. De lichten verdwenen, de wegverharding en voetpad werden op eenzelfde niveau aangelegd. Het gevolg was dat alle weggebruikers aangepast gedrag vertoonden. De ongevallen bleven uit. Febenat werd gevraagd om een presentatie te geven over natuursteen tijdens de studiedag Verhardingen in de gebouwen van het OCW. De meeste toehoorders waren vooral gemeentebesturen. Ik kreeg 15 minuten om te praten over natuursteen. Eén van mijn standpunten is dat informatie compleet moet zijn. Waarover kan men 15 minuten praten en toch compleet zijn als het op natuursteen aankomt. Het antwoord kwam vrij snel. Ik heb in de loop der jaren enkele artikels verzameld omdat hetgeen er in geschreven stond halve

waarheden waren. De connotatie van het artikel was zoals het een publiek artikel betaamt: gevuld met overdreven uitdrukkingen. Door deze slecht gebruikte uitdrukkingen in mijn presentatie te accentueren kon ik de titel van de presentatie goed benaderen: “Do’s en dont’s van natuursteen”. De conclusie was, en deze was voor ons geen verrassing, gebruik de juiste steen op de juiste plaats en informeer U of laat U bijstaan door de kenners.

Partnerschap Na de presentatie, tijdens de kennismarkt, werd de tafel van Febenat druk bezocht. De vragen waren vooral waarom ik niet over die en die onderwerpen heb gepraat. Er valt dus nog veel te zeggen. Volgens gemeentebesturen zitten er in het standaard bestek voor de wegenbouw hiaten. Hopelijk kunnen we die als Febenat invullen waar nodig. Met het partnerschap tussen het Steunpunt Straten en Febenat zullen we elkaar aanvullen waar nodig. Geert Legein, directeur Febenat


15


Lundi du patrimoine 1.200 jeunes ont répondu à l’appel du patrimoine Le site du Grand-Hornu, à Bossu, a été le théâtre d’une vaste action de promotion des métiers du secteur dans le cadre du Lundi du patrimoine. Les acteurs de la construction ont une nouvelle fois uni leurs forces pour mettre sur pied un village « Building Heroes » sur le site de l’ancien charbonnage. Cette action visait à sensibiliser les jeunes à l’importance de la préservation du patrimoine, mais aussi à la diversité des métiers de la construction . A l’instar de ce qui avait été réalisé lors de l’Euroskills à Spa-Francorchamps, les différents acteurs du secteur de la construction ont une nouvelle fois décidé de sortir les grands moyens pour sensibiliser les jeunes de 5e et 6e primaire et du premier cycle de secondaire. Cette fois-ci, la manifestation n’était pas organisée dans le cadre d’une compétition des métiers techniques, mais bien à l’occasion du Lundi du patrimoine, une très belle initiative de l’Institut du patrimoine wallon. En effet, à l’occasion de la 25e édition des journées du Patrimoine, le Ministre du Patrimoine, Carlo Di Antonio, avait décidé de lancer une nouvelle opération à destination de la jeunesse en proposant une journée supplémentaire entièrement destinée aux publics scolaires.

Convention de collaboration CCW, IPW et DGO4 En présence du ministre Carlo Di Antonio, la Confédération Construction Wallonne, l’Institut du Patrimoine Wallon et la Direction Opérationnelle du Patrimoine ont également signé, le 9 septembre, une convention de collaboration dédiée au patrimoine. Cette charte, comprenant une douzaine d’articles, vise à développer et promouvoir les marchés du patrimoine à travers des modalités de formations, de concertation, de labellisation, de simplification administrative, de financements, etc. Cette convention de collaboration entre ces trois «organismes de terrain» sert aussi de cadre fertile à des discussions visant à améliorer les multiples modalités et contraintes dans lesquels se déroulent les chantiers de patrimoine. Ces discussions toujours en cours devraient déboucher prochainement sur la finalisation d’un «Plan d’actions» visant à redonner une impulsion aux marchés publics du patrimoine.

Le secteur a planté son désormais incontournable «Building Heroes Village» sur le site du Grand-Hornu, à Bossu. Près de 1.200 jeunes ont répondu à l’appel ! Sur près de 600 m², les jeunes ont pu s’informer auprès de formateurs et de professionnels sur les métiers de la construction. De nombreuses démonstrations ont ainsi été données par des bénévoles des fédérations professionnelles, sans qui ce Village n’aurait pas le même succès. Les écoliers ont également pu mettre la main à la pâte et s’essayer à de nombreux métiers. Si l’on en croit Robert Vertenueil, président du FFC, une action similaire devrait être organisée en 2014 à Liège. Jurgen Hamelryck.

16


tre Carlo Di Antonio Signataires – Le minis de collaboration, signe la convention de la CCW, Eddy t en sid pré entouré du r général, Francis eu ect Devos et de son dir Carnoy.

Francis Carnoy, directeur général de la CCW: «Qu’il s’agisse de revoir les budgets alloués aux travaux du patrimoine, de trouver des sources de financements alternatif, de mieux concevoir les documents de marchés compte-tenu de contraintes juridiques, administratives, environnementales, techniques et sociales… il convient de rendre les travaux du patrimoine plus accessibles aux entreprises, et plus particulièrement aux TPE, dont le savoir-faire est précieux.»

When does matter

Si les procédures d’octroi des subsides semblent aujourd’hui se simplifier, la CCW espère que les contraintes administratives (ampleur des dossiers d’offre), urbanistiques (permis de patrimoine) et juridiques (type de passation) se dissiperont rapidement elles aussi.

xxxl ceramic slabs 363 x 123 neolith by thesize MERCI Un grand merci à Sandrine Brasseur et à Alice Fredericq pour leur présence sur le stand pendant ces deux jours. Merci pour l’enthousiasme avec lequel elles ont démontré leur métier, leur passion aux enfants de 5ème et 6ème primaire. Merci aussi à Monsieur Abraham (Pierre Bleue Belge) pour la livraison des pierres et au Centre des Métiers de la Pierre pour leur soutien logistique et le prêt d’outils.

Waregemseweg 154 9790 Wortegem-Petegem tel 0032 (0)56 68 05 61 fax 0032 (0) 56 68 05 65 [email protected]

Ce fut pour nous tous une merveilleuse expérience. Pierre et Marbre / Steen en Marmer 2013-3

17


Maandag van het patrimonium 1.200 jongeren werden aangetrokken door het erfgoed De site van Grand-Hornu, te Bossu, werd de locatie van een grote actie om de beroepen in de sector te promoten. Deze werd op poten gezet in het kader van de Maandag van het Patrimonium (Lundi du patrimoine). De verschillende actoren binnen de bouw bundelden hun krachten om een heus dorp “Building Heroes” op poten te zetten op de site van de vroegere steenkoolmijn. Deze actie had enerzijds als doel de jongeren te sensibiliseren voor de belangrijkheid van het behoud van het patrimonium, maar anderzijds ook voor te verscheidenheid aan beroepen binnen de bouwsector. Met alles wat gerealiseerd werd tijdens Euroskills in Spa-Francorchamps als basis, beslisten de verschillende actoren van de bouwsector opnieuw om de grote middelen in te zetten met als doel de jongeren van het 5e en 6e leerjaar en van de eerste secundaire cyclus te sensibiliseren. Deze keer werd de manifestatie echter niet georganiseerd in het kader van een wedstrijd tussen de verschillende technische beroepen, maar wel in het kader van “de Maandag van het patrimonium”, een mooi initiatief van het Instituut van het Waalse Erfgoed. Met de gelegenheid van de 25ste editie van de dagen van het Patrimonium, besliste de Minister van het Patrimonium, Carlo Di Antonio, om een nieuwe actie te lanceren. De bedoeling hiervan was de jeugd een bijkomende dag voor te stellen, bestemd voor de publieke scholen.

de mouwen steken en effectief de verschillende beroepen uitproberen. Als men Robert Vertenueil, voorzitter van het FVB, mag geloven zou er een vergelijkbare actie georganiseerd worden in 2014 in Luik. Jurgen Hamelryck.

Samenwerkingsconventie CCW, IPW en DGO4 In aanwezigheid van minister Carlo Di Antonio, tekenden de Confederatie Bouw Wallonië, het Instituut van het Patrimonium en de Operationele Directie van het Erfgoed op 9 september een samenwerkingsconventie, gewijd aan het patrimonium. Dit charter bevat een twaalftal artikels die over de ontwikkeling en promotie van de markten van het patrimonium gaan en zich toeleggen op de opleidingsmodaliteiten, het overleg, de labeling, de administratieve vereenvoudiging, de financiering enzovoort. Deze samenwerkingsconventie tussen deze drie “organisaties op terrein” zal ook ruimte voor discussie laten voor belangrijke onderwerpen als de verschillende modaliteiten en verplichtingen binnen de werven van het patrimonium. Deze discussies zijn nog steeds aan de gang en moeten binnenkort met een akkoord op de proppen komen over de afwerking van het “Actieplan” zodat er opnieuw een impuls kan gegevens worden aan de publieke markten van het patrimonium.

De sector zet zijn voortaan onomkeerbare weg in, “Building Heroes Village” op de site van Grand-Hornu, in Bossu. Bijna 1.200 jongeren kwamen af op deze oproep. Op een domein van bijna 600 m² kregen jongeren de mogelijkheid om zich te informeren bij onderwijzers en bouwprofessionals. De talrijke demonstraties werden dan ook gegevens door vrijwilligers van de beroepsfederatie, zonder wiens aanwezigheid het “Dorp” nooit hetzelfde succes zou kunnen hebben. De leerlingen konden de handen uit

18


ter Onderschrift – Minis ent de Carlo Di Antonio tek ntie, omringd door samenwerkingsconve CCW, Eddy Devos de de Voorzitter van ecteur, en zijn algemeen dir Francis Carnoy.

Francis Carnoy, algemeen directeur van de CCW (Waalse Confederatie Bouw) : «Het gaat over de toegekende budgetten voor de werken aan het patrimonium herbekijken, het vinden van alternatieve financieringsmiddelen, het beter ontwerpen van de marktdocumenten rekening houdend met de juridische, administratieve, milieu-, technische en sociale verplichtingen... Dit zou ervoor kunnen zorgen dat de werken aan het erfgoed voor bedrijven opnieuw toegankelijker zal worden en dan vooral aux TPE (toutes petites entreprises) waarvoor de knowhow cruciaal is” Als blijkt dat de procedures voor de octrooien van de subsidies kunnen vereenvoudigd worden, hoopt de CCW dat de administratieve verplichtingen (omvang van dossiers van offertes), stedelijke (vergunning van erfgoed) en juridische snel overbodig zullen worden.

BEDANKT Bedankt aan Sandrine Brasseur en aan Alice Fredericq voor hun aanwezigheid op de stand tijdens deze twee dagen. Bedankt voor het enthousiasme waarmee zij hun vak met veel passie toonden aan de leerlingen van het 5e en 6e leerjaar. Ook danken wij graag mijnheer Abraham (Pierre Bleue Belge) voor de levering van stenen en het Centre des Métiers de la Pierre voor hun logistieke steun en het uitlenen van gereedschap. Het was voor ons allemaal een fantastische ervaring.

NATURE’S FINEST

SELECTED BY MICHEL OPREY & BEISTERVELD

Technique / Techniek

Ecaillage et altération de surface des pierres calcaires La pierre naturelle connaît un intérêt croissant de la part des maîtres d’ouvrage. Cette évolution est notamment due à l’offre de plus en plus variée et à la multitude d’applications proposées. Néanmoins, certaines de ces applications parfois associées à un éclairage rasant semblent engendrer une augmentation des plaintes liée à l’écaillage de surface, surtout dans le cas de pierres calcaires avec une finition adoucie ou polie. Cet article fait le point sur ces phénomènes d’altération de surface tout en réactualisant l’article paru en 1993 au sujet des revêtements de sol en pierre calcaire organoclastique (*). L’appellation ‘calcaires organoclastiques’ regroupe les pierres calcaires sédimentaires de couleurs variées et composées de fragments d’organismes fossiles diversifiés (crinoïdes, foraminifères, brachiopodes, …) dont la présence influence directement l’aspect final de la pierre. Des exemples connus en sont le marbre du Jura et la pierre bleue de Belgique, mais nous pouvons aussi mentionner des pierres d’utilisation plus récente comme l’Azul Cascaïe, l’Azul Valverde, la Dolomit bleue ou verte, la Cenia bleue, la Nero Marquina, … Les mécanismes de dégradation et les désordres qui s’en suivent sont liés à la présence d’humidité, dont une quantité très faible peut parfois suffire à altérer les pierres les plus sensibles. L’humidification du revêtement,

20

provenant de la pose ou de l’entretien par exemple, peut provoquer une transformation chimique de certains minéraux appelés minéraux accessoires (car souvent présents en faible quantité dans ces pierres calcaires). Certains de ces minéraux accessoires ou ‘impuretés’ sont plus particulièrement concentrés dans les débris coquilliers des roches organoclastiques, mais aussi dans des joints stylolithiques, joints reconnaissables par des lignes zigzagantes sur les faces débitées perpendiculairement à la stratification. Ces joints sont le résultat d’une dissolution par pression au cours de laquelle la roche enfouie à grande profondeur a été dissoute et le résidu insoluble a subsisté. L’eau présente va permettre une oxydation de ces impuretés (généralement des sels de fer). Cellesci peuvent engendrer un tachage de type I (taches de rouille) en milieu acide (voir CSTC-Magazine, printemps 1997) ainsi que la formation de gypse en milieu calcaire (basique) suivant le mécanisme suivant : 2FeS2 + 2H2O + 7O2 → 2FeSO4 + 4H+ + 2SO42-. Associé ensuite à une réaction entre le produit acide H+ et la calcite CaCO3 des roches calcaires, les ions calcium sont libérés : CaCO3 + H+ → Ca2+ + HCO3-. Ceux-ci se combinent ensuite en présence d’eau pour former le gypse CaSO4.2H2O :Ca2+ + SO42- + 2H2O → CaSO4.2H2O.


Cette dernière transformation s’accompagne d’une expansion volumétrique qui engendre une tension interne au sein du matériau. Elle provoque dès lors une microfissuration et, in fine, un écaillage. Quatre stades d’altération sont le plus souvent identifiés : • l’apparition de zones mates, probablement liée à la libération des ions calcium et le début de la formation de gypse sans lieu de concentration privilégié • la formation d’une poudre blanchâtre s’éliminant facilement au nettoyage et qui s’expliquerait par la formation de gypse en surface, migrant probablement par les pores de la pierre ou affleurant au droit des joints stylolithiques si la pierre est débitée à passe (le Bronzetto, par exemple) • l’apparition de légers soulèvements à la surface du carreau sous l’effet de l’expansion volumétrique si les impuretés se localisent au niveau des débris de coquilles ou des joints stylolithiques. Ce phénomène est davantage visible s’il est observé en lumière rasante et dans le cas de finitions adoucies ou polies • l’intensification du phénomène d’écaillage et élimination de ces écailles par les nettoyages successifs du sol qui aboutit finalement à une pierre écaillée (voir figure cidessus).

Technique / Techniek L’eau est donc le principal vecteur de dégradation. Le transfert d’eau est accéléré par les microfissurations présentes, la (micro)porosité ou certains passages préférentiels tels que les joints stylolithiques. Notons que la variation en contenu fossilifère peut faire varier cette sensibilité à l’écaillage. Pour minimiser le risque d’écaillage et d’altération de surface des pierres naturelles, il y aura donc lieu de limiter au maximum l’apport en eau : • e n évitant l’emploi de certaines pierres connues pour leur grande sensibilité à l’humidité dans les applications extérieures, dans les salles d’eau ou comme plan de travail dans une cuisine • e n respectant les règles habituellement requises pour la mise en oeuvre en sol intérieur, telles que la pose d’une membrane d’étanchéité sous la chape, par exemple, le respect du délai minimum de séchage de celle-ci et

l’utilisation de mortierscolles prévus pour cet usage • e n évitant de prévoir, sur le revêtement, des protections qui ralentiraient son séchage, ou encore de réaliser une hydrofugation de surface (exemple des douches) • e n nettoyant la pierre avec un minimum d’eau. Il n’est toutefois pas toujours aisé de se rendre compte visuellement de la présence des stylolithes et des débris de coquilles parfois microscopiques. En ce qui concerne les pierres naturelles connues pour cette sensibilité à l’écaillage, la Note d’information technique n° 228 précise les spécificités d’usage dans la fiche technique.

D. Nicaise, dr. sc., chef du laboratoireMinéralogie et microstructure, CSTC (*) Cet article concerne donc uniquement ce type de roche, qui connait les dégradations les plus nombreuses et, souvent, les plus spectaculaires. Il n’aborde donc pas l’écaillage des gneiss et le dépolissage des granits, qui a fait l’objet d’une publication spécifique en 1997 (voir CSTC-Magazine, été 1997).

MADE IN BELGIUM

La Pierre Bleue Belge, pour bâtir beau et durable i Carrière du Clypot (Neufvilles) o Cité du design (Saint Etienne) – Arch. F. Geipel p Hôtel Royal Selys (Liège) – Arch. P. Brisi

Sur trois sites d’extraction situés dans le bassin de Soignies (Carrières Gauthier & Wincqz, Clypot et Tellier des Prés), les 230 travailleurs du groupe familial « Les Carrières de la Pierre Bleue Belge SA » perpétuent et enrichissent un savoir-faire unique et ancestral pour extraire, sélectionner, scier et façonner le petit granit – pierre bleue de Belgique.

www.pierrebleuebelge.be

Technique / Techniek

Afschilfering en verwering van het oppervlak van kalksteen Men merkt op de bouwmarkt een groeiende interesse voor het gebruik van natuursteen. Dit is onder meer te danken aan het alsmaar grotere aanbod en de talrijke toepassingsmogelijkheden. Na controle van natuursteenvloeren bij scheerlicht wordt men evenwel vaak geconfronteerd met klachten omtrent afschilferingen van het oppervlak en dit, vooral in geval van kalksteen met een gezoete of gepolijste afwerking. In dit artikel gaan we dieper in op de verwering van het oppervlak en zullen we trachten om het in 1993 verschenen artikel over vloerbedekkingen uit organoclastische kalksteen (*) te actualiseren. De term ‘organoclastische kalksteen’ duidt op sedimentaire kalksteensoorten met verschillende kleuren die samengesteld zijn uit de meest gediversifieerde fossielfragmenten (crinoïden, foraminiferen, brachiopoden). Deze oefenen een rechtstreekse invloed uit op het uitzicht van de steen. Bekende voorbeelden zijn Juramarmer en Belgische blauwe hardsteen. Ook een aantal steensoorten die pas sinds kort verhandeld worden (bv. Azul Cascais, Azul Valverde, Dolomit blauw of groen, Cenia blauw en Nero Marquina) behoren tot deze categorie. De verweringsmechanismen en de ermee gepaard gaande problemen worden voornamelijk veroorzaakt door water. Bij gevoelige steensoorten kan zelfs een minieme waterhoeveelheid

22

reeds verwering teweegbrengen. De bevochtiging van de vloerbedekking (bv. tijdens de plaatsing of het onderhoud) kan leiden tot een chemische omvorming van bepaalde accessorische mineralen. Deze benaming duidt erop dat ze slechts in geringe hoeveelheden in de kalksteen aanwezig zijn. Bepaalde accessorische mineralen of ‘onzuiverheden’ zitten vooral geconcentreerd in de schelpdelen van het organoclastische gesteente. Ze kunnen zich echter ook in de stylolietvoegen bevinden. Deze voegen zijn herkenbaar als zigzaggende lijnen op de vlakken die haaks op de gelaagheid werden gezaagd. Ze zijn het resultaat van een oplossing onder druk, waarbij het gesteente op grote diepte opgelost werd en de onoplosbare rest achterbleef. Het aanwezige water zorgt ervoor dat deze onzuiverheden (doorgaans ijzerzouten) beginnen te oxideren. Dit kan leiden tot een vlekvorming van type I (roestvlekken) in een zuur milieu (zie de lente-uitgave van het WTCBTijdschrift 1997) en tot gipsvorming in een basisch milieu (kalk). Dit gebeurt via het volgende mechanisme: 2FeS2 + 2H2O + 7O2 → 2FeSO4 + 4H+ + 2SO42-. Vervolgens treedt er een reactie op tussen het gevormde zuur (H+) en het calciet (CaCO3) van de kalksteen, waardoor de calciumionen vrijkomen: CaCO3 + H+ → Ca2+ + HCO3-.


In aanwezigheid van water beginnen deze calciumionen zich te binden om ten slotte te reageren tot gips (CaSO4.2H2O): Ca2+ + SO42- + 2H2O → CaSO4.2H2O. Deze laatste reactie gaat gepaard met een volumetrische uitzetting die een zekere spanning in het materiaal teweegbrengt. Dit zal leiden tot de vorming van microscheurtjes en op termijn ook tot een afschilfering. Men kan gewoonlijk vier verweringsfasen onderscheiden: • d e verschijning van doffe zones, waarschijnlijk ten gevolge van het vrijkomen van de calciumionen en de ontluikende gipsvorming zonder specifiek concentratiepunt • d e vorming van een witachtig poeder dat eenvoudig verwijderd kan worden door reiniging. Dit fenomeen zou te verklaren zijn door de vorming van gips aan het oppervlak. Dit gebeurt ofwel door een migratie via de poriën van het gesteente, ofwel ter hoogte van de stylolietvoegen indien de steen loodrecht op de gelaagdheid gezaagd werd (bv. Bronzetto) • h et ontstaan van lichte opwelvingen aan het tegeloppervlak als gevolg van de volumetrische uitzetting, met name wanneer de onzuiverheden geconcentreerd zijn in schelpdelen of stylolietvoegen. Dit fenomeen zal nog meer in het oog springen onder

Technique / Techniek scherende lichtinval en bij een gezoete of gepolijste afwerking • d e toename van de afschilfering en het afspringen van stukken tijdens het onderhoud, wat uiteindelijk aanleiding geeft tot een aangetast tegeloppervlak (zie afbeelding). Water kan dus als de belangrijkste schadeoorzaak beschouwd worden. Het watertransport kan versneld worden door de aanwezige microscheurtjes, de (micro)porositeit van de steen of het voorkomen van andere zwakke plekken zoals stylolietvoegen. Verder willen we erop wijzen dat de gevoeligheid voor afschilfering kan variëren naargelang van het gehalte aan fossielfragmenten. Om het risico op afschilfering en verwering van het steenoppervlak te verminderen, dient men de vochttoevoer tot een minimum te beperken:

• d oor op de vloerbedekking geen beschermingslagen aan te brengen die de droging ervan vertragen of door de uitvoering van een waterwerende oppervlaktebehandeling (bv. douches) • d oor de steen met zo weinig mogelijk water te reinigen. Door het feit dat schelpdelen microscopisch klein kunnen zijn en stylolieten zich niet steeds duidelijk aftekenen, is het evenwel niet altijd eenvoudig om de aanwezigheid ervan met het blote oog vast te stellen. In de technische fiches uit de Technische Voorlichting nr. 228 zijn er voor

natuursteensoorten die gevoelig zijn voor afschilfering een aantal gebruiksinstructies opgenomen. D. Nicaise, dr. wet., laboratoriumhoofd, laboratorium Mineralogie en microstructuur, WTCB (*) In dit artikel gaat het enkel om voornoemd steentype, waarbij de schade het frequentst optreedt en vaak ook het spectaculairst is. Er wordt dus niet ingegaan op de afschilfering van gneis en het dof worden van graniet. Dit onderwerp kwam aan bod in de zomereditie van het WTCB-Tijdschrift van 1997.

www.sizecommunication.com

• d oor het gebruik van steensoorten die gekend zijn voor hun vochtgevoeligheid te vermijden in buitentoepassingen, in vochtige ruimten of als werkblad in keukens

• d oor het respecteren van een aantal welgekende uitvoeringsregels voor binnenvloeren zoals de plaatsing van een vochtscherm onder de dekvloer, het respecteren van de drogingstermijn van de dekvloer en het gebruik van mortellijmen die voor dit gebruik geschikt zijn

Blauwe Steen uit Henegouwen , ®

een stukje eeuwigheid Blauwe Steen uit Henegouwen®… Laat u verleiden door zijn verfijnde elegantie. Zowel binnen als buiten weerstaat hij met glans aan het dagelijks leven. Hij is niet poreus en dus uitermate hygiënisch. Met zijn natuurlijk karakter getuigt hij van duurzaamheid en respect voor het milieu. Bovendien is hij in België ontgonnen en met lokaal ambachtelijk vakmanschap bewerkt. Zijn esthetiek trotseert de tijd, zoals een schitterend juweel. Blauwe Steen uit Henegouwen®… Laat de eeuwigheid beginnen !

La Pierre Bleue du Hainaut , ®

un morceau d’éternité Comment ne pas être charmé par l’élégance de la Pierre Bleue du Hainaut ? Tant en aménagements intérieurs qu’extérieurs, elle résiste aux aléas de votre quotidien. Hygiénique, car non poreuse, elle est un matériau naturel et durable qui respecte l’environnement. Produit 100% belge, elle est extraite et transformée grâce au savoir-faire local. Elle offre une esthétique qui traverse le temps tel un joyau. Parce que la Pierre Bleue du Hainaut, elle aussi, est éternelle…


23

www.carrieresduhainaut.com

Technique Actualité CSTC / /WTCB Actueel Techniek

En bref L’ancien numéro de compte bancaire belge disparaît Dès le 1 février 2014, vous ne pourrez plus utiliser que les numéros de compte européens pour vos paiements et domiciliations. Cette nouvelle règle s’applique aussi bien aux paiements nationaux qu’internationaux. Ceux-ci relèveront désormais de la zone SEPA (Single Euro Payments Area), un format européen commun. er

Concrètement, il importe en premier lieu pour les entrepreneurs que leurs banques de données, programmes comptables et tous documents sur lesquels figure leur numéro de compte soient adaptés à temps. L’ancien numéro de compte bancaire belge avec la structure 123-1234567-12 doit être remplacé partout par le numéro IBAN constitué des lettres BE, suivies de deux chiffres de contrôle et de l’ancien numéro de compte. Par ailleurs, il ne sera plus obligatoire d’indiquer le code BIC pour les virements nationaux à partir du 1er février 2014. Il existe des outils de conversion pratiques qui permettent de transformer le numéro national en IBAN ou BIC. Vous en trouverez un exemple à l’adresse suivante: http://www.ibanbic. be/Default.aspx La Confédération vous fournira prochainement davantage d’informations sur les détails de ces modifications importantes pour vos paiements.

La responsabilité solidaire pour les salaires entre en vigueur Ce 1 septembre 2013 marquera l’entrée en vigueur du système légal qui permet de tenir pour solidairement responsables les donneurs d’ordres, entrepreneurs et sous-traitants pour le paiement correct des salaires par les entrepreneurs ou sous-traitants intervenant après eux dans la chaîne. Le cadre légal à cet effet avait déjà été repris dans la loi-programme du mois de mars de l’année dernière, mais les arrêtés d’exécution nécessaires n’ont été publiés que récemment. Ce système ne vaut pas uniquement pour les travaux relevant de la Commission paritaire de la Construction. Il s’applique également, par exemple, aux secteurs du nettoyage et de la surveillance et à la sous-commission paritaire des électriciens. er

Ce qui importe, c’est que ce système protège les entreprises honnêtes. En effet, la responsabilité solidaire ne s’applique pas automatiquement. Une notification formelle préalable de la part de l’inspection est requise. La responsabilité solidaire ne s’applique que 14 jours ouvrables après cette notification et vaut uniquement pour les dettes salariales futures (salaire exigible dès 14 jours ouvrables après notification et jusqu’à 1 an maximum après notification) portant sur les prestations fournies au responsable solidaire (direct ou indirect). Après réception d’une notification, il est donc possible d’opter, dans le but d’échapper à toute responsabilité solidaire, pour un arrêt de la collaboration avec le sous-traitant ou le sous-traitant de celui-ci qui n’a pas respecté ses obligations en matière de salaires. Le contrat-type de sous-traitance de la Confédération Construction contient un article qui offre la possibilité de résilier le contrat dans cette situation et ce, à la charge du sous-traitant. Outre ce système général, un régime spécifique de responsabilité solidaire pour les dettes salariales est en vigueur depuis le mois de mars de cette année pour les cas d’occupation d’illégaux.

24


Décision TVA, n° E.T. 120.598, dd. 26.08.2013 Services fournis par les entrepreneurs de pompes funèbres - Taux réduit - Caveaux, pierres tombales et monuments funéraires - Exclusions Les opérations effectuées par un entrepreneur de pompes funèbres agissant dans le cadre de l’organisation complète de funérailles ont été décrites dans la décision n° E.T. 110.001 du 14 septembre 2005 et peuvent en principe bénéficier du taux réduit de 6 % prévu à la rubrique XXXIV, chiffre 2, du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal n° 20 du 20 juillet 1970 relatif aux taux de TVA, sous réserve des exclusions prévues par cette rubrique. Par rapport à ce qui est prévu au point 1, alinéa 1er, de cette décision, il y a toutefois lieu de préciser que la simple livraison d’un caveau, d’une pierre tombale ou d’un monument funéraire est passible dans tous les cas du taux normal de TVA de 21 %, même si elle est effectuée par une entreprise de pompes funèbres qui se charge parallèlement de l’organisation complète des funérailles. Quant aux exclusions prévues par la rubrique, figurent parmi celles-ci les prestations de services relatives aux caveaux, pierres tombales ou monuments funéraires, qui sont donc, en toute hypothèse, passibles du taux normal de TVA de 21%. Sont notamment visés : - le déplacement de la pierre tombale en vue d’ajouter une dépouille mortelle dans le caveau, ainsi que sa remise en place ; - l’ajout d’un lettrage d’identification du défunt sur la pierre tombale ou le monument funéraire après inhumation ; - la fourniture avec placement ou le simple placement d’un caveau, d’une pierre tombale ou d’un monument funéraire ; - la construction d’un caveau ou l’aménagement d’une place supplémentaire dans un caveau existant ; - les travaux d’entretien et de rénovation d’un caveau, d’une pierre tombale ou d’un monument funéraire.


In het kort Het oude Belgische rekeningnummer verdwijnt Vanaf 1 februari 2014 mag u bij een betaling of een domiciliëring alleen nog Europese rekeningnummers gebruiken. Dat geldt zowel voor nationale als voor grensoverschrijdende betalingen. Die vallen vanaf dan binnen de zogenaamde SEPA-zone (Single Euro Payments Area) en krijgen een gemeenschappelijk Europees formaat. Concreet is het voor aannemers in eerste instantie van belang dat hun databanken, boekhoudprogramma’s en alle documenten waarop hun rekeningnummer is vermeld tijdig worden aangepast. Het oude Belgische rekeningnummer met structuur 1231234567-12 moet dus overal worden vervangen door het IBAN-nummer dat bestaat uit de letters BE, twee controlecijfers en vervolgens het oude nummer. Voor alle nationale overschrijvingen verdwijnt op 1 februari 2014 trouwens ook de verplichting om de BIC-code te gebruiken. Er bestaan handige conversietools waarmee men het nationale nummer kan omzetten naar IBAN of BIC. Een voorbeeld hiervan vindt u hier:http:// www.ibanbic.be/Default.aspx De Confederatie zal u binnenkort uitgebreid informeren over de verdere details van deze belangrijke wijzigingen voor uw betalingsverkeer.

Hoofdelijke aansprakelijkheid lonen treedt in werking

Beslissing Btw, nr. E.T.120.598, dd. 26.08.2013

Vanaf 1 september 2013 treedt de wettelijke regeling in voege die het mogelijk maakt opdrachtgevers, aannemers en onderaannemers hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor een correcte betaling van het loon door de aannemers of onderaannemers die na hen komen in de keten. Het wettelijk kader daartoe was al opgenomen in de programmawet van maart vorig jaar, maar de nodige uitvoeringsbesluiten werden nu pas gepubliceerd. De regeling geldt niet alleen voor werken die onder het paritair comité voor het bouwbedrijf vallen, maar bijvoorbeeld ook voor de schoonmaaksector, bewaking of het paritair subcomité voor de elektriciens. Belangrijk is dat de regeling de bonafide bedrijven beschermt. De hoofdelijke aansprakelijkheid is immers niet automatisch van toepassing. Er is voorafgaandelijk een formele kennisgeving door de inspectie vereist. De hoofdelijke aansprakelijkheid gaat pas in 14 werkdagen na deze kennisgeving en geldt enkel voor toekomstige loonschulden (loon eisbaar vanaf 14 werkdagen na de kennisgeving tot max. 1 jaar na de kennisgeving) die betrekking hebben op de prestaties geleverd voor de hoofdelijke aansprakelijke (rechtstreeks of onrechtstreeks). Als men een kennisgeving ontvangt, kan men er dus voor opteren om de samenwerking met de onderaannemer of subonderaannemer die in zijn loonverplichtingen tekortschiet stop te zetten, om zo enige hoofdelijke aansprakelijkheid te vermijden. De modelovereenkomst van onderaanneming van de Confederatie Bouw bevat een artikel dat de mogelijkheid biedt om de overeenkomst in die situatie te ontbinden ten laste van de onderaannemer. Naast deze algemene regeling is er sinds maart dit jaar ook nog een specifieke regeling van hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden van kracht in geval van tewerkstelling van illegalen.

Diensten verricht door begrafenisondernemers - Verlaagd tarief - Grafkelders, grafzerken of grafmonumenten - Uitsluitingen De diensten die een begrafenisondernemer verricht in het kader van de volledige organisatie van een begrafenis werden omschreven in de beslissing van 14 september 2005, nr. E.T.110.001, en kunnen in principe het verlaagd tarief van 6 % genieten overeenkomstig cijfer 2 van rubriek XXXIV, van tabel A, van de bijlage bij het Koninklijk Besluit nr. 20 van 20 juli 1970 inzake btw-tarieven, behoudens de diensten die van die rubriek uitgesloten zijn. In verband met het eerste lid van punt 1 van die beslissing wordt evenwel verduidelijkt dat de eenvoudige levering van een grafkelder, grafzerk of grafmonument in alle gevallen onderworpen is aan het normale btw-tarief van 21 pct., zelfs wanneer die levering wordt verricht door de begrafenisondernemer die de volledige organisatie van de begrafenis op zich neemt. Zijn onder meer uitgesloten van voormelde rubriek en in elke veronderstelling onderworpen aan het normale btw-tarief van 21 pct, de diensten met betrekking tot grafkelders, grafzerken of grafmonumenten. Worden inzonderheid bedoeld : - de verplaatsing van de grafzerk met het oog op een bijzetting in de grafkelder en het terugplaatsen; - toevoegen van de naam van de overledene op de grafzerk of het grafmonument na de teraardebestelling; - de levering met plaatsing of enkel de plaatsing van een grafkelder, grafzerk of grafmonument; - de bouw of het vergroten van een grafkelder; - het onderhoud en de renovatie van een grafkelder, grafzerk of grafmonument.


25

Technique Agenda CSTC ///WTCB Agenda Techniek

Formations Centre des métiers du patrimoine CHANTIER�ÉCOLE ESCALIER EN PIERRES MASSIVES DU COLOMBIER

PIERRE BÉTON

L΄aménagement intérieur du colombier est destiné à recevoir un espace pédagogique organisé autour d΄un escalier composé de trois parties distinctes représentant trois savoir-faire différents : la 1ère en pierre massive, la 2e en voûte sarrasine et la 3e en acier. Les deux premières parties seront réalisées sous forme de chantier-école. Le chantier-école de la première partie en pierre massive sera approché cette année 2013-2014.

FORMATEUR Christophe Mahy PHASAGE o Tailles et finitions des marches : 2 sessions de 5 jours o Tracé in situ : 1 session de 5 jours o Pose de l΄escalier : levage et manutention : 4 sessions de 4 jours PRÉREQUIS Minimum 2 années d΄expérience dans la taille de pierre ou la maçonnerie

Pour tout renseignement concernant ces trois chantiers-école : Nadine Babylas et Ingrid Boxus Tél. +32 (0)85 410 353 ou 354 E-mails : [email protected] ou [email protected]

11

26



Théorie MARCHÉS PUBLICS � UNE AIDE FORMATEUR Patrick Imbreckx

THÉORIE

Stage n° 17 CALENDRIER Théorie générale Théorie spécifique

12 novembre 2013 16 et 17 janvier 2014

OBJECTIFS La restauration des bâtiments est également un « marché » au sens économique du terme dont il convient de respecter les règles… Tout stagiaire à la Paix-Dieu est confronté à la « notion de marché public » dans la mesure où, s΄il souhaite se positionner sur le marché de la restauration, cette disposition légale s΄avère fondamentale. D΄aucuns souhaitent en savoir davantage et approfondir cette matière complexe mais incontournable. Une nouvelle règlementation entre en vigueur le 1er juillet 2013. PROGRAMME o Marchés publics de travaux et de services - Appel à candidatures - Mise en concurrence - Procédures - Modes de passation du marché - Cahiers spéciaux des charges - Contrôle des marchés o Aspects financiers des marchés - Implications européennes et internationales o Contentieux o Réceptions

o Soumissions o Particularités liées au patrimoine - Les tranches conditionnelles - Résolution de cas o Évolution de la législation PRÉREQUIS Aucun

TRACÉS D΄ESCALIERS EN BOIS ET EN PIERRE FORMATEURS Sandrine Brasseur et Laurent Rochus

THÉORIE


1er octobre 2013 21, 22 et 23 octobre 2012

OBJECTIFS Simple échelle ou ouvrage d΄art, l΄escalier répond à des normes et à des critères consécutifs qui ont fait leurs preuves au fil de l΄histoire. Prouesses géométriques ou originalité formelle entrainent les escaliers à suivre des tracés répondant au confort de l΄homme en mouvement. L΄objectif de ce stage est l΄approche de l΄escalier tant en bois qu΄en pierre à travers son tracé et son intégration dans le bâti existant. PROGRAMME o Notions historiques des escaliers o Technologie et typologie : vocabulaire et particularités o Approche du tracé, dessins, épures o Approche complémentaire entre bois et pierre o Échantillonnage et travail sur maquettes o Exercices in situ : relevés pour intégration

PRÉREQUIS Aucun

13


27


Théorie GESTION DU PATRIMOINE FUNÉRAIRE ET DES SÉPULTURES

E

THÉORIE

FORMATEUR Xavier Deflorenne Stage n° 34 CALENDRIER Théorie générale Théorie spécifique

12 mai 2014 20, 21 et 22 mai 2014

OBJECTIFS Les rites et modes funéraires sont caractéristiques d΄une société donnée et de son évolution. Les cimetières et leurs monuments témoignent des goûts, des attitudes, des formes de reconnaissance de cette société envers ses défunts et il en résulte un véritable urbanisme funéraire. Le 1er février 2010 est entré en vigueur le décret régional wallon du 6 mars 2009 sur les funérailles et sépultures, matière dont le SPW est gestionnaire de tutelle depuis le 1er janvier 2002. Entérinant le lien indissociable entre la gestion quotidienne efficace des cimetières et leur préservation patrimoniale, urbanistique ou paysagère, le texte décrétal crée la transversalité régionale de cette matière en visant à établir une gestion publique responsable, dynamique et économique des sites funéraires. Comment envisager cette matière, tant en termes d΄histoire, de symbolique, de législation, d΄attitudes de gestion contemporaine et de préservation future des sites funéraires ? PROGRAMME o Histoire de la « culture funéraire » dans la société occidentale (XIXe et XXe siècles) o Approche monumentale et structurelle : typologie et composantes des cimetières, typologie des monuments funéraires o Approche de l΄évolution de la législation funéraire de 1804 à aujourd΄hui o Évolution de la symbolique funéraire

o Problèmes spécifiques à la conservation et à la restauration - Matériaux et technologies, facteurs d΄altération, pathologies, défauts de mise en œuvre - Approche des techniques de réparations et de préservation - Approche des techniques d΄entretien et de nettoyage o Visites et analyse de sites PRÉREQUIS Aucun

E

15

28


E


Pierre et béton LA PIERRE � THÉORIE FORMATEURS Dominique Bossiroy, Hilde De Clercq, Mathieu Piavaux, Francis Tourneur FU+FBO-PVJT7BO#FMMF

PIERRE BÉTON


12 novembre 2013 26 au 28 novembre 2013

OBJECTIFS La pierre est présente dans l΄architecture traditionnelle de nos régions sous des aspects divers : les grès, les schistes et toute la gamme des pierres calcaires. Toutes ces catégories exigent des outils, des méthodes de façonnage et de mise en œuvre appropriés. La connaissance théorique des différentes pierres doit être acquise pour éviter des interventions peu pertinentes voire destructrices à l΄occasion des nettoyages de façades et lors de travaux de restauration. PROGRAMME o Nature et provenance des matériaux - « Panorama géologique » de la Wallonie – origine, production, extraction o Les techniques de mise en œuvre - Aperçu historique général, la signification des signes d΄identité et des signes utilitaires, observations archéologiques particulières o Technologie et typologie - Terminologie – vocabulaire - Types de tailles, d΄appareillages, d΄assises et de liaisonnements - Particularités historiques et régionales - Relevé, croquis o Problèmes spécifiques à la restauration et à la conservation - Pathologies

· Reconnaissance des pathologies sur bâti ancien · Facteurs d΄altération · Pathologies propres au matériau · Pathologies issues de la mise en œuvre - Remèdes · Disponibilité et fourniture des matériaux traditionnels et de substitution · Remplacement ponctuel · Mortiers de pose et de jointoiement PRÉREQUIS Aucun

E TAILLES ET FINITIONS DES PIERRES FORMATEURS $ISJTUPQIF.BIZ 'SBODJT5PVSOFVSFU+FBO-PVJT7BO#FMMF

PIERRE BÉTON

Stage n° 13 CALENDRIER Théorie générale Théorie spécifique et application en atelier

12 novembre 2013 29 novembre au 6 décembre 2013

OBJECTIFS Les tailles et finitions des pierres sont multiples. Il convient de les prescrire rationnellement et de les exécuter selon la nature de la pierre et en relation avec l΄usage en vue d΄obtenir des façonnages adaptés et durables en lien avec leur contexte historique. PROGRAMME o Connaissance et caractéristiques du matériau o Classification et typologie o Nature et provenance – particularités locales o Contexte historique du matériau - Évolution des usages et des techniques - La taille – aspects fonctionnels et décoratifs o Outillage

o Application en atelier - Dressage, taille manuelle, finitions : grossières, fines et très fines, création de moulures et d΄un motif en creux - Problèmes spécifiques à la restauration et à la conservation PRÉREQUIS Aucun 21


29

Agenda CSTC // WTCB Agenda

Stages thématiques LE PATRIMOINE VOUS INTÉRESSE INTÉRESSE ?? LES SPÉCIALISTES SONT RÉUNIS À LA PAIX�DIEU ET METTENT À VOTRE DISPOSITION DES OUTILS POUR MIEUX L’ABORDER. L΄ABORDER.

TECHNIQUES DE RÉPARATIONS DES PIERRES CALCAIRES FORMATEURS Francis Tourneur et Léonardo Rizzo

PIERRE PIERRE BÉTON

Stage n° 24 CALENDRIER Théorie générale Théorie spécifique et application sur site

10 mars 2014 31 mars au 4 avril 2014

OBJECTIFS Tenant compte du respect de la « substance historique » du monument, le restaurateur mettra tout en œuvre pour conserver l΄existant et traiter les lacunes éventuelles d΄un parement en pierres appareillées à valeur patrimoniale. Ce stage a pour objectif une connaissance théorique du matériau et des méthodes d΄intervention. PROGRAMME o Le matériau - Les pierres calcaires : caractéristiques et carrières en activité - Utilisation de la pierre selon sa nature et son emplacement o Problèmes spécifiques à la restauration et à la conservation - Évolution de la mise en œuvre - Pathologies et principales causes d΄altération de la pierre calcaire - Méthodes et techniques d΄interventions en vue de la conservation

· · ·

·

Observation (identification du matériau, des finitions, des mortiers…), relevés, analyses et constats Consolidation – produits et techniques Réparations par collage, brochage, greffe… ; utilisation de résines ou mortiers minéraux, pierre reconstituée Traitements de surface, patines…

PRÉREQUIS Aucun

LES MARBRES BELGES FORMATEURS Francis Tourneur et autres conférenciers

PIERRE BÉTON


12 mai 2014 26, 27 et 28 mai 2014

OBJECTIFS Le marbre fait partie des matériaux prestigieux qui, à titre structurel ou à titre décoratif ont, depuis la plus haute Antiquité, paré les monuments les plus emblématiques. Non seulement sous toutes ses formes mais dans l΄éclat de tous ses coloris, à l΄extérieur comme à l΄intérieur, le marbre nécessite des soins à ce point particuliers qu΄il a donné le nom à un métier : le marbrier. De la carrière à l΄atelier, le marbre est manipulé et façonné souvent avec délicatesse et les problèmes soulevés par son vieillissement nécessitent une vraie expertise. PROGRAMME o Nature des ouvrages - constructions extérieures, colonnes, parements, sols, escaliers, rambardes et garde-corps, constructions intérieures o Nature des matériaux - rappel de l΄importance de l΄industrie marbrière en Belgique, rappel des principaux marbres et leurs caractéristiques physiques o Technologie et typologie

22

30


o Problèmes spécifiques à la conservation et à la restauration : les pathologies, les techniques d΄intervention o Visites et analyses de cas de restauration PRÉREQUIS Aucun

Féderation / Federatie

Une fédération à votre service Gratuitement, la fédération offre à ses affiliés un outil utile : l’Ombudsman. Un entrepreneur en pierre naturelle qui a un litige d’ordre technique avec l’un de ses clients, peut demander à la Fédération de déléguer un ombudsman sur le chantier pour apprécier et donner un avis technique sur le problème rencontré. La Fédération met à disposition gratuitement un logiciel de calcul de prix de vente du petit granit. La Fédération c’est aussi service juridique global. Il intervient en cas de contestation de factures. Il récupère, à la demande, les créances retardataires. Il répond aussi à toutes les questions relatives : à l’accès à la profession, au droit social , à la fiscalité, au droit des entreprises, à la sous-traitance, à la réglementation des marchés publics, à l’agréation, à la sécurité pour les ouvriers….

Een federatie tot uw dienst De Federatie biedt kosteloos aan haar leden een nuttige dienst : de ombudsman. Een aannemer van natuursteenwerken heeft een technisch geschil met een klant. Hij kan bij de Federatie terecht voor een ombudsman die de werf evalueert en een technisch advies uitbrengt over het betrokken probleem. De Federatie biedt ook gratis een programma aan voor de berekening van de kostprijs van courante blauwe steen.

Pour tous ces services une seule adresse :

Daarnaast biedt zij ook een globale juridische dienstverlening aan. De juridische dienst komt tussenbeide in geval van achterstallige betalingen. Zij verstrekt tevens een antwoord op vragen in verband met de vestigingsreglementering, het sociaal recht, de fiscaliteit, het ondernemingsrecht, de onderaanneming, de reglementering in verband met overheidsopdrachten, de erkenning, de veiligheid van de arbeiders…..

Fédération Belge des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle asbl

Belgische Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking vzw

Rue du Lombard 34-42 1000 Bruxelles Tél : +32 2 545 57 58 - Fax : +32 513 24 16

Lombardstraat 34-42 1000 Brussel Tel : +32 2 545 57 58 - Fax : +32 513 24 16 Email : [email protected]

Email : [email protected] Vous organisez des journées portes ouvertes ; Vous désirez nous informer au sujet d’une belle réalisation ou d’un beau projet ; Votre entreprise fête ses 10 ans, 20 ans… N’hésitez pas à nous contacter pour la publication d’une annonce, d’un article ou de quelques photos.

Besoin d’un conseil ? N’hésitez pas à nous contacter….

U organiseert opendeurdagen! U wenst ons informatie te bezorgen over een mooie realisatie of een mooi project! Uw bedrijf viert zijn 10-jarig, 20-jarig bestaan… Contacteer ons gerust voor de publicatie van een aankondiging, een artikel of enkele foto’s.

Een advies nodig ? aarzel niet om ons te contacteren….

Antwerpen

West-Vlaanderen

Herwig CALLEWIER, Venetiëlaan 22, 8530 Harelbeke T. 056 23 70 00 - Fax 056 23 70 02 E-mail: [email protected]

Namur

Danielle DEELEN, Juul Moretuslei 480, 2610 Wilrijk T. 03 827 10 47 – F. 03 825 81 31 E-mail: [email protected]

Bruxelles-Hal-Vilvorde Brussel Halle-Vilvoorde

Hans BERTH, Tenhole 10, 9681 Nukerke T. 0477 81 30 27 – F. 057/21 23 11 E-mail [email protected]

Liège

Marc BRAMS (Vice-Président / Ondervoorzitter), Rue au Bois – Bosstraat 569 1150 Bruxelles-Brussel  - T. 02 770 52 78 F. 02 770 04 11 Email : [email protected] Henri VANDERLINDEN (Président /Voorzitter), Rue de l’Industrie 4, 1301 Bierges.  T.010 41 11 17 – F. 010 41 01 60 E-mail: [email protected]

Oost-Vlaanderen

Emile BUZIN, rue de la Pompe 22, 5501 Lisogne T. 082 22 86 02 F. 082 22 31 46 E-mail: [email protected] Joseph PESSER, rue de Battice 120, 4880 Aubel  T. 087 68 74 76 – F. 087 68 63 22 E-mail: [email protected]

Georges CORNELIS, Bassebeekwegel 10, 9031 Drongen T. /F. 09 226 12 29 Jos EGGERMONT, Oude Brugsepoort 95, 9800 Deinze  T. 09 386 21 72 – F. 09 386 97 84 E-mail: [email protected]

Jean-Pierre FOSCARO, Rue du Bois-de-Breux 229 4020 Liège T. 04 370 12 48 – F. 04 370 12 84 E-mail : [email protected]

Luxembourg

Francis COGNAUX c/SA Design Stone, Route de Saint-Hubert 55, Z.I. de Recogne 6800 Libramont T. 061 27 02 98 – F. 061 27 02 99 E-mail : [email protected] Pierre et Marbre / Steen en Marmer 2013-3

31

Croquer local, c’est bon pour l’environnement.

Craquer pour les pierres wallonnes également.

Plus de 300 millions d’années de maturation pour acquérir leurs performances : les 17 variétés de pierres wallonnes sont nobles et magnifiques. Analyses de cycles de vie à l’appui (ULg 2010), elles s’inscrivent dans la politique globale de développement durable, contrairement à tout autre matériau qui tenterait de les imiter. En optant pour elles, vous pérennisez un savoir-faire ancestral et consolidez l’emploi local. La pierre wallonne n’a pas d’égale, que ce soit en termes de qualité ou de respect de l’environnement.

| www.pierresetmarbres.be |

&périodique trimestriel édité par la fédération belge des entrepreneurs de la pierre naturelle &PIERRE & MARBRE STEEN & MARMER

Recommend Documents