2013
Pestprotocol CBS De Oase - Twello
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ...................................................................................................................................2 1.
Het doel van het pestprotocol ....................................................................................................3
2.
Voorwaarden voor de aanpak .....................................................................................................4
3.
De Vijfsporenaanpak ..................................................................................................................5
4.
Consequenties............................................................................................................................6
5.
Contact.......................................................................................................................................7
Bijlage 1. Wat houdt pesten in? .....................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 2. Signalen ..........................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 3. Algemene omgangsregels ...............................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 4. Profielen van de zondebok en de pestkop .......................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 5. Verschillende partijen bij pesten .....................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 6. Cyberpesten ...................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Het complete pestprotocol, inclusief de bijlagen, is in te zien op school. U kunt zich daarvoor melden bij de directeur.
1. Het doel van het pestprotocol Het motto van onze school is ‘Steeds beter jezelf worden’. Je kunt alleen maar beter jezelf worden in een veilige omgeving. Daarom is het belangrijk dat iedereen op school meewerkt om deze veilige omgeving te creëren en te borgen. DE DOELSTELLINGEN VAN DIT PESTPROTOCOL ZIJN, DAT: -
Alle kinderen zich veilig voelen op onze school, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Kinderen en volwassenen elkaar aanspreken op regels en afspraken als er zich ongewenste situaties voordoen. Alle kinderen graag en met veel plezier naar school gaan!
Hoe ga je om met pesten op school Pesten is helaas niet uit te bannen en komt op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aanpakken. Daarom kiezen we voor een schoolbrede aanpak waarbij interventies op individueel, klas en schoolniveau worden ingezet. Op schoolniveau: - Toepassen van de Kanjerregels; - Training van schoolpersoneel; alle leerkrachten worden getraind in de Kanjertraining. Indien nodig wordt er aanvullende expertise of training gegeven; - Het opstellen van regels tegen pesten, bijvoorbeeld „We mogen geen andere kinderen pesten‟; „Als we zien dat iemand gepest wordt zullen we proberen te helpen‟; „Als we weten -
dat iemand gepest wordt vertellen we dit aan een leerkracht‟; Het ontwikkelen van een gecoördineerd toezichtsysteem tijdens pauzes. Leerkrachten moeten toezicht houden op schoolpleinen en andere speelruimtes; Naar behoefte een schoolbrede ouderbijeenkomst over het thema pesten;
Op groepsniveau: - Klassikale regels en afspraken; - Klassikale lessen volgens de Kanjertraining; - Het organiseren van activiteiten die gevoelens van saamhorigheid in de klas kunnen versterken; - Het organiseren van ouderbijeenkomsten per klas, als daar behoefte aan is; - Gesprekken met de “zwijgende middengroep” om hen bewust te maken van hun positie in het proces van het pesten te benadrukken en hen een actieve rol hierin te laten spelen om het pesten bespreekbaar te maken en te doorbreken.
Op individueel niveau: - Individuele gesprekken met kinderen die pesten; - Individuele gesprekken met kinderen die gepest worden; - Individuele gesprekken met ouders van kinderen die bij pesten betrokken zijn.
2. Voorwaarden voor de aanpak
Pesten moet als probleem worden gezien door alle betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers (hierna genoemd: ouders).
De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt waarna met hen regels worden vastgesteld.
Als pesten optreedt moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling hiertegen nemen.
Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop op steekt, moet de school beschikken over een directe aanpak in samenwerking met leerlingen en ouders (zie hoofdstuk 4).
Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren.
Op de school zijn vertrouwenspersonen, op onze school is dat Minie van Assen (leerkracht) en Antoinette Hulshof (ouder).
3. De Vijfsporenaanpak We gebruiken de Vijfsporenaanpak van Bob van der Meer om het pesten aan te pakken. Deze aanpak richt zich op alle betrokken partijen: het gepeste kind, de pesters, de ouders, de klasgenoten en de school. De vijf sporen zijn: 1. Steun bieden aan het kind dat gepest wordt 2. Steun bieden aan het kind dat zelf pest 3. De ouders van het gepeste, pestende kind steunen en de ouders van de middengroep indien noodzakelijk informeren. 4. Mobiliseren van de zwijgende middengroep 5. De algemene verantwoordelijkheid en van de school en professionalisering van de leerkrachten. Hieronder een toelichting op elk punt: 1. Luister naar wat er gebeurd is. Het is belangrijk dat je aan het kind laat merken dat hij/zij uniek is en dat je laat merken dat je er voor hem/haar wilt zijn. Daarbij is het belangrijk dat je het probleem serieus neemt. Je gaat samen met het kind op zoek naar mogelijke oplossingen, daarin begeleid je het kind. Indien nodig kun je ook deskundige hulp inschakelen, denk bijvoorbeeld aan sociale vaardigheidstraining. Zorg voor vervolggesprekken. Tip: Als leerkracht kun je bijvoorbeeld een dagboekje bijhouden om de vorderingen van het kind bij te houden. 2.
Ga een gesprek aan met het kind en neem daar de tijd voor. Pesten gebeurt nooit zonder reden. Het is dus belangrijk om achter de oorzaak te komen. Ga daarna in op de impact van de pester op het slachtoffer. Zorg dat het kind zich veilig voelt; leg uit wat jij als leerkracht gaat doen om het pesten te stoppen. Stel daarin ook duidelijke grenzen.
3. Ouders moet je altijd op de hoogte stellen van hun kind in dit soort situaties. Vaak zullen zij ook wel signalen hebben opgepakt. Neem de tijd om het probleem te bespreken en geef ook aan dat ze altijd welkom zijn met vragen. Geef informatie mee en bespreek met de ouders wat voor aanpak je als leerkracht gaat ondernemen. 4. Het is belangrijk om de groep op de hoogte te stellen van het pestgedrag. Daarbij is het goed om te praten over hun eigen rol daarin. Zij kunnen het pesten doorbreken door actief een rol te spelen in het proces. Zij durven het pesten bespreekbaar te maken met de leerkracht en/of ouder. Zij hebben de mogelijkheid om met oplossingen te komen waarin ze zelf een actieve rol spelen. ( Deze stap kan afhangen van de gevoeligheid van het slachtoffer). 5. De school is verantwoordelijk voor de veiligheid van het kind. Als leerkracht is het belangrijk dat je weet hoe je moet handelen bij pestgedrag. Neem als school een duidelijke richtlijn aan. Dit pestprotocol geeft de handreiking in geval van pesten. Alle leerkrachten worden getraind in de Kanjertraining. Indien nodig wordt er aanvullende expertise of training gegeven.
4. Consequenties De leerkracht heeft het idee dat er sprake is van onderhuids pesten: In zo’n geval stelt de leerkracht een algemeen probleem aan de orde om langs die weg bij het probleem in de klas te komen. De leerkracht ziet dat een leerling wordt gepest (of de gepeste of medeleerlingen komen het bij hem/haar melden) Wanneer de hiervoor genoemde stappen 1 t/m 5 geen positief resultaat opleveren voor de gepeste, dan levert dat consequenties op. Deze consequenties zijn opgebouwd uit vier fases; afhankelijk hoe lang de pester door blijft gaan met zijn of haar pestgedrag en geen verbetering vertoont in zijn gedrag. Fase 1:
één of meerder pauzes binnen blijven nablijven totdat alle kinderen naar huis zijn schriftelijke opdracht over de toedracht van zijn of haar rol in het pestprobleem door gesprek: bewustwording van wat hij met het gepeste kind uithaalt afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. Na twee weken wordt er gecontroleerd of de afspraken na zijn gekomen ouders worden geïnformeerd.
Fase 2: een gesprek met de ouders, als voorafgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten en afspraken vastgelegd en heeft al het mogelijke gedaan om een einde aan het pestprobleem te maken. Fase 3: bij aanhoudend pestgedrag kan, in samenspraak met de ouders, deskundige hulp worden ingeschakeld: de schoolbegeleidingsdienst, de ggd, of schoolmaatschappelijk werk. Of: bij aanhoudend pestgedrag kan, in samenspraak met de ouders, er ook voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen. Fase 4: In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden. Zie hiervoor het toelatings- en verwijderingsbeleid.
5. Contact
Contact zal in principe altijd via de leerkracht gaan. Als de leerling het gevoel heeft niet op een veilige manier bij de leerkracht terecht kan dan kan de leerling zich tot de directeur richten. Daarnaast wordt er een vertrouwelijke optie aangeboden via de vertrouwenspersonen van school. Voor de kinderen staat er een doos onder de kapstok van de leerkrachten in de hal van de middenbouw. Hier kunnen kinderen een briefje in doen met hun probleem daarop. Minie zal deze eens per week bekijken en eventueel actie ondernemen. De kinderen mogen dit ook anoniem doen, sommige kinderen hebben er behoefte aan om hun verhaal/signaal kwijt te kunnen. Op deze manier bieden wij ook die mogelijkheid aan.