Sta op tegen pesten!
Pestprotocol CBS De Gouden Emmer De zorg voor een evenwichtige sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is een verantwoordelijkheid van school en ouders samen. Dit heeft geleid tot het volgende protocol omtrent pesten. Plagen of pesten? Iemand van zijn fiets aftrekken: dat kan plagen zijn, maar ook pesten. Het is plagen als de kinderen aan elkaar gewaagd zijn: de ene keer doet de één iets onaardigs, een volgende keer is het de ander. Het is een spelletje, niet altijd leuk, maar nooit echt bedreigend. Bovendien duurt het nooit heel erg lang. Door elkaar te plagen leer je zelfs met conflicten om te gaan. Het hoort bij het groot worden. Pesten kan beginnen als een spelletje, als iets dat leuk is om te doen. Het gepeste kind voelt zich erg ongemakkelijk door het pesten. Het lukt haar of hem niet om terug te plagen, een grapje te maken of onverschillig te blijven. Degene die gepest wordt, wordt bang en verdrietig en voelt zich hulpeloos. Vaak is er een groepje kinderen dat meedoet met de pester, ze lachen wanneer de pester iets gemeens doet maar durven zelf niks te doen. Pesten is bedreigend en het gebeurt niet zomaar een keer, maar iedere dag weer, soms een jaar of langer achter elkaar. Bij pesten wordt een slachtoffer uitgezocht om de baas over te spelen op een bedreigende en gemene manier. De pester misbruikt zijn macht. Bewonderd door andere kinderen gaat de pester door met uitschelden, afpakken of schoppen. Na een tijdje wordt het een gewoonte om het slachtoffer te pesten zodra de gelegenheid zich voordoet. Meestal hebben de pestende kinderen niet in de gaten hoe afschuwelijk het pesten is voor degene die gepest wordt. Terwijl het gepeste kind vreselijk bang is voor de pauze of niet op straat durft te spelen, ziet de pester het nog steeds als een lolletje. Pesten lijkt dus op plagen maar er zijn toch grote verschillen. Pesten is veel erger en maakt de gepeste kinderen heel onzeker. Definitie pesten: Pesten is gedrag dat min of meer bewust gericht is op één of meer kinderen en dat tot doel en/of tot gevolg heeft dat degene die gepest wordt zich gekwetst, geraakt, vernederd, afgewezen en/of buitengesloten voelt. Bij pesten kan een onderscheid worden gemaakt tussen: 1. Incidenteel pesten: een enkele opmerking, steek of sneer, een enkele duw, een enkele keer een voet uitsteken. 2. Structureel pesten: sommige leerlingen zijn continu het slachtoffer van pesten, wat ze ook doen, wat ze ook zeggen, wat voor kleding ze ook dragen, het is “nooit
Pestprotocol CBS De Gouden Emmer mei 2013
Sta op tegen pesten!
goed’. Sommige andere leerlingen gedragen zich continu als pestkoppen: het lijkt wel of ze geen andere manier van omgaan met medeleerlingen kennen. Pesten op school; Hoe gaan we er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden: Voorwaarden: *Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers (hierna genoemd: ouders) *De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. *Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. *Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak.
Preventieve aanpak: * We vinden het belangrijk om op een preventieve manier bezig te zijn met waarden en
normen en hier niet alleen aandacht aan te besteden als er dingen fout gaan. Informatieoverdracht tussen ouders en school over het welbevinden van een kind is hierbij van belang. * Aan het begin van elk schooljaar stellen de kinderen van groep 3 t/m 8 met de leerkracht een aantal gedragsregels samen, die door de groep belangrijk worden gevonden om met plezier op school te werken en te spelen. Iedereen ondertekent deze regels om aan te geven dat men er zich voor in wil zetten. De groepsregels worden zichtbaar in de klas opgehangen. Kinderen en leerkrachten kunnen hier dus ook op aangesproken worden als er iets mis gaat. Hierbij spreken we ook af dat het geen klikken is als je aan de leerkracht vertelt dat een leerling gepest wordt. Bij de kleuters staat iedere week 1 regel centraal. In kringgesprekken wordt veel aandacht geschonken aan de juiste omgang met elkaar, prentenboeken kunnen een middel zijn om met elkaar in gesprek te gaan. * Onze methode voor godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming ‘Trefwoord’ biedt ons elke dag handreikingen om onze identiteit te koppelen aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Op deze manier wordt er regelmatig gepraat over normen en waarden die wij belangrijk vinden. * Om het empatisch (invoelend) vermogen van kinderen te vergroten besteden we aandacht aan de lessen uit de methode ‘Drama moet je doen’. * Voor het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken we de Kanjertraining. De Kanjertraining is een schoolbrede aanpak die kinderen krachtig en weerbaar in het leven zet, hen duidelijke handvatten biedt om te leren omgaan met pestgedrag, en het schoolgezag een helder stappenplan biedt om pesten te stoppen. Met Pestprotocol CBS De Gouden Emmer mei 2013
Sta op tegen pesten!
de kanjertraining heeft de school de tools in handen waarmee een positieve sfeer in de klas kan worden neergezet en pesten kan worden teruggedrongen. * In het kader van ons leerlingvolgsysteem zijn we nog op zoek naar een nieuwe methode, aangezien SCOL en de ABC-lijst te weinig inzicht gaf. We nemen een sociogram en een vragenlijst over pesten af. Ook een vragenlijst over het welbevinden van kinderen wordt afgenomen in groep 3 en 4 en bij individuele kinderen in de hogere groepen. De uitkomsten worden in een teamvergadering besproken. * Een kwartier voor aanvang van de lessen en in de pauze is er toezicht op het plein door de leerkrachten. De afspraak is dat kinderen die een probleem hebben en dat niet zelf op kunnen lossen naar de pleinwacht gaan. * Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: - altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen - zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot - een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven - briefjes doorgeven - beledigen - opmerkingen maken over kleding - isoleren - buiten school opwachten, slaan of schoppen - naar het huis van het slachtoffer gaan - bezittingen afpakken - schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid: je kunt het zo gek niet bedenken of volwassenen en dus ook leerlingen hebben het bedacht. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden.
REGEL 1:
Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep brengen we kinderen dit al bij: Je mag niet klikken, maar…… als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt er zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken.
REGEL 2:
Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep.
REGEL 3:
Samenwerken zonder bemoeienissen: school en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over Pestprotocol CBS De Gouden Emmer mei 2013
Sta op tegen pesten!
haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Bij problemen van pesten zullen de leerkrachten en de directie hun verantwoordelijkheid (moeten) nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders blijft bij voorkeur beperkt tot het aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties en tot het ondersteunen van de aanpak van de school. Directe aanpak van ruzies en pestgedrag in vijf stappen: Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten proberen zij en wij: STAP 1: Er eerst zelf (en samen) uit te komen. STAP 2: Op het moment dat één van de leerlingen er niet uitkomt (in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen. De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Het kind dat zich niet aan de regels heeft gehouden vult het formulier ‘probleem→oplossing’ in (zie bijlage). Deze formulieren bewaart de leerkracht tot het einde van het schooljaar in de zorgmap. STAP 3: Bij herhaaldelijk ruzie / pestgedrag geeft de leerkracht duidelijk aan dat dergelijk gedrag niet geaccepteerd wordt op school. De leerkracht zegt dat het goed is dat de gepeste naar de leerkracht is gekomen. De leerkracht probeert zicht te krijgen op het probleem door middel van een gesprek met de pester en het slachtoffer. De leerkracht brengt de ouders van de pester op de hoogte van de gekozen consequentie voor de pester. Tevens brengt de leerkracht de ouders van het slachtoffer op de hoogte. De leerkracht brengt verslag uit in de teamvergadering, zodat een ieder alert is. Consequenties voor de pester Keuzes maken: * Eén of meerdere pauzes binnen blijven. * Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn. * Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem. In alle gevallen: * Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen (gedurende 2 weken) aan het eind van de week in een kort gesprek aan de orde. Pestprotocol CBS De Gouden Emmer mei 2013
Sta op tegen pesten!
STAP 4: Indien er na bovenstaande strafmaatregel en na de gemaakte afspraak over gedragsverandering geen eind aan het pestgedrag komt, worden ouders van pester en slachtoffer afzonderlijk uitgenodigd voor een gesprek. De leerkracht probeert in overleg met de ouders een plan van aanpak te maken (leerkracht legt dit vast op formulier oudergesprek in Dotcom.) De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. Aan het eind van dit gesprek wordt er een vervolgafspraak gemaakt. Met de pester worden er afspraken gemaakt over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een afgesproken periode) in een kort gesprek aan de orde. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. Het gedrag van de zwijgende/meelopende meerderheid moet worden besproken in de klas. De leerkracht brengt verslag uit in de teamvergadering. STAP 5: Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk.
Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen mogen zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan! Leerkrachten en ouders uit de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk dit PESTPROTOCOL
Pestprotocol CBS De Gouden Emmer mei 2013
Sta op tegen pesten!
Voor extra activiteiten rondom het thema pesten is een map aangelegd met ideeën, suggesties en literatuuropgave. Allerlei spelmateriaal dat op dit gebied ingezet kan worden is te vinden in de orthotheek. Op de volgende pagina’s staan adviezen voor leerkrachten en ouders. Ook staan er adviezen in voor kinderen die te maken krijgen met digitaal pesten. Begeleiding van de gepeste leerling door de leerkracht: - Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest. - Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten. Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. - Zoeken en oefenen van een andere reactie, bijvoorbeeld je niet afzonderen. - Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest. - Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. - Sterke kanten van de leerling benadrukken. - Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders (beter) opstelt. - Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s) - Het gepeste kind niet overbeschermen; hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen.
Begeleiding van de pester door de leerkracht: - Praten met het kind en inleven in het kind; zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen). - Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste. - Excuses aan laten bieden. - In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft. - Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel; straffen als het kind pest – belonen (schouderklopje) als kind zich aan de regels houdt. - Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen; de ‘stop-denk-doe-houding’ of een andere manier van gedrag aanleren. - Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Bij de begeleiding van de pester en de gepeste kan gebruik worden gemaakt van allerlei materiaal uit de orthotheek: het kinderkwaliteitenspel, ‘stop-denk-doe’ spel, babbelspel, coole kikker kwartet enz. Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn: - Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen) - Voortdurend in een niet-passende rol gedrukt worden - Voortdurend met elkaar de competitie aan gaan - Een problematische thuissituatie - Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt
Pestprotocol CBS De Gouden Emmer mei 2013
Sta op tegen pesten!
Adviezen aan de ouders van onze school: Ouders van gepeste kinderen: a. Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. b. Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. c. Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. d. Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfvertrouwen vergroot worden of weer terugkomen. e. Zoeken van een sport of club waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn. f. Inschakelen hulp; sociale vaardigheidstrainingen ; Jeugdgezondheidszorg; huisarts; GGD. g. Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt. Ouders van pesters: a. Neem het probleem van uw kind serieus. b. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden. c. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. d. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. e. Besteed extra aandacht aan uw kind. f. Zoeken van een (team)sport of club waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn. g. Inschakelen hulp; sociale vaardigheidstrainingen ; Jeugdgezondheidszorg; huisarts; GGD. h. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. i. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Alle andere ouders: a. Neem de ouders van het gepeste kind serieus. b. Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. c. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. d. Geef zelf het goede voorbeeld. e. Leer uw kind voor anderen op te komen. f. Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
Pestprotocol CBS De Gouden Emmer mei 2013
Sta op tegen pesten!
Aanpak van digitaal pesten: Per e-mail: Als je gepest wordt via mailtjes, bewaar het bewijs! Reageer nooit op haat-mailtjes of andere ongewenste e-mail. Als de daders geen respons krijgen, gaat voor hen de lol er snel af. Eventuele volgende mailberichten van dezelfde afzender het beste meteen ongeopend verwijderen. Het is technisch mogelijk e-mails van een bepaalde afzender te blokkeren, zodat ze niet worden ontvangen. Als het nodig is, kan een ander e-mailadres worden gekozen, dat vervolgens zeer selectief bekend wordt gemaakt. Per msn: Als je gepest wordt via internet, bewaar het. MSN-logs: bewijs! Als er iets vervelends gebeurt in de chat: vertel dat je zo niet met iemand wilt ’praten’ en stop met het gesprek, blokkeer daarna MSN’er. Per mobiele telefoon: Als je per mobiele telefoon wordt lastig gevallen, blokkeer dan bepaalde nummers. In het ergste geval: vraag een nieuw nummer aan, waarbij je kunt overwegen een geheim nummer te gebruiken.
Pestprotocol CBS De Gouden Emmer mei 2013