Perspectiefnota 2014-2017 Versie: 5.0.0.0.0.0
Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Leiden in perspectief
3 3
2 Financieel meerjarenbeeld 2.1 Inleiding 2.2 Rekening 2012 2.3 1ste Bestuursrapportage 2013 2.4 Ontwikkeling financiële positie 2014-2017
7 7 7 8 9
3 Kaders programma's 2014-2017 3.1 Bestuur en dienstverlening 3.2 Veiligheid 3.3 Economie en toerisme 3.4 Bereikbaarheid 3.5 Omgevingskwaliteit 3.6 Stedelijke ontwikkeling 3.7 Jeugd en onderwijs 3.8 Cultuur, sport en recreatie 3.9 Welzijn en zorg 3.10 Werk en inkomen 3.11 Algemene dekkingsmiddelen
13 14 18 22 26 30 36 40 48 52 58 62
4 Uitgangspunten meerjarenbegroting 2014-2017 4.1 Loon-, en prijs- en belastingontwikkeling 4.2 Ontwikkeling algemene uitkering Gemeentefonds 2013-2017 4.3 Ontwikkeling kapitaallasten 2014-2017 4.4 Onderhoud kapitaalgoederen 4.5 Weerstandsvermogen & balansverkorting 4.6 Invoering Wet HOF 4.7 Ruimtelijke Investeringsagenda
67 67 67 68 69 70 70 70
5 Bijlagen 5.1 Totaaloverzicht financiële ontwikkelingen 5.2 Totaaloverzicht bezuinigingen 5.3 Totaaloverzicht per programma
73 73 73 74
| 1
2 |
Hoofdstuk 1
1 Inleiding 1.1 Leiden in perspectief Voor u ligt de derde en laatste Perspectiefnota die het college van Burgemeester en Wethouders tijdens deze raadsperiode zal uitbrengen. Deze nota bevat de financiële kaders waarmee wij de programmabegroting 2014 zullen opstellen. In deze financiële kaders houden wij rekening met rijksbezuinigingen die oplopen tot € 17 miljoen in 2017 en met € 9 miljoen aan tegenvallers. Hiertegenover staan € 17 miljoen aan meevallers en € 9 miljoen aan bezuinigingen en ombuigingen. Deze maatregelen hebben we kunnen nemen zonder in te boeten aan de prioriteiten uit het beleidsakkoord 2010-2014 “Samen Leiden”. Integendeel, de zestien beleidspunten uit dat akkoord zijn allemaal onderdeel geworden van het beleid van de gemeente. Daar zijn we – laten we het maar eens hardop zeggen – simpelweg hartstikke trots op. Een kritische lezer kan de vraag stellen of deze nota terecht de titel “Perspectiefnota” draagt. Een perspectief is volgens De Dikke Van Dale een vergezicht. Deze nota bevat echter geen grootse en meeslepende vergezichten. We gaan niet uitgebreid in op Leiden als internationale kennisstad, niet op onze kwaliteiten als stad van cultuur en historie, niet op binnenstad of bereikbaarheid, niet op het benutten van de kracht van de samenleving. Het college heeft daar bewust voor gekozen. De Leidse gemeenteraad heeft pas kortgeleden een geactualiseerde versie van de stadsvisie “Leiden Stad van Ontdekkingen” vastgesteld. Hetzelfde geldt voor de sociaal-maatschappelijke structuurvisie “Leven in Leiden” en de ruimtelijke structuurvisie. Deze documenten zijn samen met het beleidsakkoord 2010-2014 “Samen Leiden” de leidraad geweest voor het college bij de opstelling van deze Perspectiefnota. De vergezichten die in de gemeenteraad worden gedeeld, hebben wij in deze nota niet herhaald. Ze zijn vanzelfsprekendheden. En daar zijn wij blij om. Deze Perspectiefnota bevat een groot bedrag aan bezuinigingen en ombuigingen. Wij prijzen ons gelukkig dat wij dit bedrag hebben kunnen vinden zonder lastenstijging voor burgers. Dit college wentelt de financiële problematiek van de gemeente niet af op de portemonnee van de burgers. Zowel binnen Holland Rijnland als de Leidse regio heeft Leiden daarmee de laagste gemiddelde woonlasten voor eenpersoonshuishoudens. Voor meerpersoonshuishoudens staat Leiden op positie zes van vijftien en binnen de Leidse regio is het ook dan de gemeente met de laagste gemiddelde woonlasten. Ook prijzen we ons gelukkig dat we niet hoeven te bezuinigingen op zaken als zorg- en welzijnsvoorzieningen die van belang zijn voor de zwaksten in onze samenleving of op reeds gestarte ruimtelijke projecten die cruciaal zijn voor de toekomstige kracht van onze stad. De bezuinigingen op culturele voorzieningen zoals bibliotheken en cultuureducatie maar ook sportvoorzieningen blijven relatief beperkt. De gemeenteraad heeft eerder deze wensen uitgesproken, en daarin kunnen wij voorzien. Zelfs de miljoenenkorting op onderwijshuisvesting die het rijk ons via de algemene uitkering oplegt, kunnen we nagenoeg geheel compenseren. Veel andere gemeenten hebben deze luxe niet. Ondanks grote bezuinigingen vanuit de rijksoverheid kan Leiden blijven investeren en uitvoering blijven geven aan belangrijke ruimtelijke projecten. Anders dan veel andere gemeenten hebben we geen heel grote bedragen hoeven afboeken op grondposities, hoewel de vastgoedcrisis niet geheel aan Leiden voorbijgaat. Ons voorstel “PRIL 2013, het Perspectief” toont aan dat we belangrijke binnenstedelijke ontwikkelprojecten kunnen blijven voortzetten. De ontwikkeling van studentenhuisvesting op Lammenschanspark is een van de vele voorbeelden. Deze komen ten gunste van de hele Leidse en regionale samenleving. De investeringskracht van Leiden blijft ook op peil doordat de gemeente over een goede vermogenspositie beschikt, en doordat het btw-compensatiefonds in stand blijft. Zonder het btw-compensatiefonds zou de kostprijs van investeringen (denk bijvoorbeeld aan LAB71) toenemen met een percentage tot 21%. Dankzij onze investeringskracht kunnen we blijven werken aan verbeteringen van bereikbaarheid, duurzaamheid en leefbaarheid.
Inleiding | 3
Deze Perspectiefnota bevat op drie beleidsterreinen een groot aantal wijzigingen in financiële kaders: bij Zorg en Welzijn, bij Werk en Inkomen en bij Omgevingskwaliteit. De aanleiding voor deze wijzigingen verschilt. Nieuw beleid hebben we niet opgenomen. Wel hebben we bestaand beleid op enkele plaatsen geïntensiveerd en onderhoudsvoorzieningen op orde gebracht. Waar dat aan de orde is lichten we dat toe. In programma zorg en welzijn brengen we wijzigingen aan om dit programma meer in lijn te brengen met onze ambities en uitgangspunten zoals verwoord in de sociaal-maatschappelijke structuurvisie. Ook willen we onszelf voorbereiden op nieuwe taken die gemeenten zullen krijgen. Deze wijzigingen lichten we toe in paragraaf 3.9. ■ Het sociaal domein krijgt de komende twee jaar met ingrijpende veranderingen te maken. Dit heeft grote gevolgen voor de mensen in onze stad. De manier waarop we nu hulp bieden past niet meer goed bij de huidige maatschappij. Daarnaast is er minder geld beschikbaar en krijgt de gemeente taken van het rijk naar zich toe. Dit alles samen maakt dat wij de komende tijd voor een complexe operatie staan. Passende ondersteuning is, net als een actieve deelname aan de maatschappij, zaak van iedereen. In de eerste plaats van inwoners zelf, samen met hun netwerk, en als het nodig is ook met ondersteuning vanuit de gemeente, organisaties of instellingen. Ondersteuning moet goed aansluiten bij de behoefte en de mogelijkheden van inwoners – binnen de beschikbare middelen. Of het nu gaat om werk, welzijn of zorg, om jeugd of ouderen, een heel gezin of een individu. Bij de nieuwe manier van werken hoort het effectief inzetten van hulp, een integrale aanpak en het leveren van maatwerk. De huidige manier van werken – ons systeem – moet aan deze ontwikkelingen (en de bezuinigingen) binnen het sociaal domein aangepast worden. Dit vraagt veel van iedereen binnen de gemeentelijke organisatie, maar ook zeker daarbuiten. Alleen door de veranderingen gezamenlijk op te pakken met organisaties, instellingen, cliënten en hun vertegenwoordigers, krijgen we dit voor elkaar. Door met elkaar te kijken naar de mogelijkheden, kunnen we samen een nieuwe aanpak maken die past bij de huidige maatschappij en bij de veranderingen die op ons af – blijven – komen. Het beleidsakkoord Samen Leiden heeft ons college opdracht gegeven zorg te dragen voor een verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte. Daaraan hebben wij invulling gegeven door een kadernota en een handboek “Openbare Ruimte” op te stellen, en door beheerplannen vast te stellen voor de zogenoemde kapitaalgoederen in de openbare ruimte. Uit doorrekeningen van die beheerplannen is gebleken dat de voorzieningen voor onderhoud en beheer onvoldoende geld bevatten om de kwaliteit van de openbare ruimte op het gewenste niveau te brengen en te houden. Hierover hebben wij in 2012 met de gemeenteraad van gedachten gewisseld. Binnen programma 5 (Omgevingskwaliteit) stellen wij in deze Perspectiefnota verschillende bezuinigingen en ombuigingen voor om voorzieningen op het minimaal noodzakelijke niveau te kunnen houden. Daartoe behoort ook ons voorstel om dit jaar nog geen kaderbesluit te nemen over het Singelpark; er is namelijk geen dekking beschikbaar voor beheer- en onderhoudskosten. Het programma met de grootste wijzigingen in financiële kaders is Werk en Inkomen. De rijksoverheid dwingt ons daar tot grote bezuinigingen. Het sociaal akkoord dat het kabinet dit voorjaar heeft gesloten met werkgevers en vakbonden, leidt tot een nieuwe visie op de toekomst van de sociale werkvoorziening. Hoe die toekomst er precies uitziet, is nog niet bekend. Wel is zeker dat voor taken die DZB nu uitvoert, over enkele jaren fors minder geld beschikbaar zal zijn. Gelukkig is DZB in staat om deze inkomstentegenvaller deels te compenseren met inkomstenmeevallers en besparingen. Deze lichten we nader toe in paragraaf 3.10. Het is belangrijk ons te realiseren dat de landelijke kortingen op deze budgetten voor de sociale werkvoorziening na 2017 en dus buiten dit meerjarenbeeld nog verder oplopen. Wij stellen daarom vooruitlopend hierop voor extra gelden te storten in de herstructureringsreserve DZB. Een andere forse bezuiniging heeft betrekking op de bedrijfsvoering van de gemeente en op gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt, zoals Holland Rijnland, de Omgevingsdienst West-Holland en de Belasting Samenwerking Gouwe Rijnland. De bezuiniging op de bedrijfsvoering van de gemeente komt tot stand door een korting aan te brengen in de nog toe te delen loon- en prijsbijstelling voor de komende jaren. Deze komt boven op eerdere bezuinigingen van bijna € 20 miljoen in eerdere bezuinigingsronden van dit college. Wij realiseren ons dat deze extra bezuiniging zal betekenen dat de gemeente een aantal taken niet meer op dezelfde wijze kan blijven uitvoeren. Voorstellen van de concerndirectie voor uitwerking van deze bezuiniging zullen wij in dit licht bezien. De omvang van de bezuinigingen op bedrijfsvoering in de afgelopen jaren stelt hoge eisen aan de slagkracht van de gemeentelijke organisatie. Juist in deze tijden van verandering hebben wij behoefte aan een wendbare, efficiënte en slagvaardige organisatie. Bij de concerndirectie ligt dan ook de uitdaging om de slagkracht van organisatie en medewerkers te blijven bevorderen (in bestuurskrachtjargon: versterking van innovatief-adaptief vermogen en operationeel-sturend vermogen). Bij enkele gemeenschappelijke regelingen willen we kosten beperken door taken en opdrachten te verminderen. Dit lichten we toe in de betreffende programma’s. Sowieso willen we bij alle gemeenschappelijke
4 | Inleiding
regelingen besparen door meerjarig de nullijn te hanteren als uitgangspunt voor indexering. Zo delen zij mee in de bijstelling van de algemene uitkering. Wij zetten ons ervoor in om andere gemeenten ook op deze lijn te krijgen. De eerste afspraken hiervoor zijn al gemaakt. Naast bezuinigingen dragen ook meevallers bij aan het opvangen van de rijksbezuinigingen. Deze meevallers zijn fors. Ze vloeien onder andere voort uit uitstel van invoering van de zogenoemde Participatiewet (werk en inkomen), uit uitblijvende invoering van de afschaffing van de mogelijkheid om precario te heffen op ondergrondse leidingen (algemene dekkingsmiddelen) en uit kapitaalslasten die lager zijn dan eerder geraamd (diverse begrotingsprogramma’s). Bij het inboeken van deze laatste twee meevallers (precario en kapitaallasten) maken we gebruik van de ervaringen die wij in de afgelopen jaren hebben opgedaan. Zo blijkt dat kabinet en Tweede Kamer de wijziging bij precario jaar in jaar uitstellen, en zo blijken gerealiseerde kapitaalslasten jaar in jaar uit lager dan vooraf geraamd. Vanaf nu varen wij scherper aan de wind. Ook de blijvend lage rentestand op de kapitaalmarkt zorgt voor zeer gunstige financieringscontracten. De korte rente nadert zelfs de nul. Een en ander leidt ertoe dat we ook langdurig goedkoper lenen dan de (recent verlaagde) vaste rekenrente van 3,5%, met bijkomend voordeel voor de begroting. Bij deze Perspectiefnota zetten wij ook een zoekopdracht uit voor twee onderhoudslasten die in de verdere toekomst op ons afkomen. Dit betreft met name de kosten voor onderhoud en vervanging van de riolering in de Merenwijk en Stevenshof vanaf respectievelijk en globaal 2035 en 2045. Dit lijkt nog ver weg, maar de kosten zijn te zijner tijd fors. Het college laat dit voor de Perspectiefnota 2015 – 2018 in beeld brengen. De tweede onderzoeksopdracht behelst de lasten voor vastgoedexploitaties; met name die van maatschappelijk vastgoed en monumenten. In deze Perspectiefnota is het onderhoud voor de komende 10 jaar gefinancierd. Er moet echter wel op basis van het binnenkort vast te stellen beleidskader vastgoed en de daarop gebaseerde huren voor de Perspectiefnota 2015 – 2018 een nieuwe lange termijn doorrekening worden gemaakt van de diverse vastgoedexploitaties. Bij onze investeringen in de stad, bij de veranderingen in gemeentelijke taken en bij onze strakkere manier van begroten horen ook risico’s. Die zijn onvermijdelijk. Het herkennen en beheersen van deze risico’s is van groot belang. Goede beheersing van deze risico’s vergt dat wij op korte termijn onze "basis" en vooral ook onze administratieve organisatie op orde brengen. Daartoe voeren wij een aantal verbeterplannen uit, bijvoorbeeld voor onze grond- en vastgoedexploitatie en voor financiën. Naast de bezuinigingen en meevallers die we hierboven hebben genoemd, bevat deze Perspectiefnota taakstellende bezuinigingen op allerlei beleidsterreinen (bestuur en dienstverlening, veiligheid, economie, bereikbaarheid, stedelijke ontwikkeling, onderwijs, sport). Deze bezuinigingen beginnen veelal pas in 2016. In deze Perspectiefnota zijn deze taakstellingen bewust nog niet allemaal in detail uitgewerkt. Zo creëren wij ruimte om deze verder uit te werken met betrokkenen in de stad. Daar hebben wij goede ervaringen mee opgedaan. De invulling van de bezuinigingen op lokaal onderwijsbeleid is daarvan een voorbeeld. De omvang daarvan (€ 300.000) was al eerder door de gemeenteraad vastgesteld. In deze Perspectiefnota hebben wij het resultaat opgenomen van overleg met schoolbesturen over uitwerking van deze bezuiniging. Hoewel bezuinigingen nooit leuk zijn, hebben de schoolbesturen laten weten in te stemmen met deze uitwerking. Een tweede reden om nog niet alle bezuinigingen voor 2016 en 2017 in detail uit te werken is de wens om ruimte te geven aan evoluerende maatschappelijke opvattingen over de verhouding tussen overheid en burger, en tussen overheid en instelling of bedrijf, en over evoluerende inzichten over de toepassing van het kompas uit de sociaal-maatschappelijke structuurvisie. Dit kompas roept op om eerst goed te analyseren of sprake is van een maatschappelijke probleem, daarna te benoemen wie dit het beste kan oplossen, of die oplossing zonder inmenging van de overheid tot stand kan komen, en als dat niet het geval is, welke bijdrage van de overheid uit oogpunt van effectiviteit en efficiëntie het beste is. Daarbij geldt dat de antwoorden van vandaag niet noodzakelijkerwijs ook de antwoorden zijn van morgen. Wij gaan hierover graag in gesprek met burgers, bedrijven, instellingen en de gemeenteraad. De uitkomsten van informele contacten met maatschappelijke organisaties (meer in het bijzonder: gesubsidieerde instellingen) zijn voor ons ook leidend geweest bij de uitwerking van bezuinigingen op subsidies in de komende jaren, waartoe de gemeenteraad in 2012 heeft besloten. Hieruit bleek dat verscheidene gesubsidieerde instellingen alleszins begrip hebben voor onze eerdere suggestie om subsidies gedurende vier jaar niet te indexeren. Dit hebben wij nader uitgewerkt in deze Perspectiefnota. Daarbij hebben wij geen gebruik meer hoeven maken van de subsidieverdelingstool die u eind maart van ons heeft ontvangen.
Inleiding | 5
Tot slot, deze Perspectiefnota heeft u met een week vertraging bereikt. De complexiteit van de politieke besluitvorming was hiervoor de reden. Wij hebben recht willen doen aan de perspectieven, vergezichten en akkoorden die wij met elkaar delen. Dat was lastig; daar draaien we niet omheen. Dit is niet de eerste bezuinigingsronde is geweest. De “gemakkelijke” maatregelen waren al eerder genomen en ingeboekt. Wij hopen dat u, als lezer, zult concluderen dat deze nota het lange wachten waard is geweest. Het college van burgemeester en wethouders
6 | Inleiding
Hoofdstuk 2
2 Financieel meerjarenbeeld 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt met inachtneming van de lopende Planning & Controlstukken de totstandkoming van het financieel meerjarenbeeld voor de jaren 2014 t/m 2017 weergegeven. Startpunt vormt de berekening van de mutaties in de Concernreserve na de vaststelling van de jaarrekening 2012 en het raadsvoorstel “Bestemming resultaat jaarrekening 2012”. Vervolgens zijn de nadelige ontwikkelingen en verwachtingen bij de eigen organisatie, maar ook bij het provinciaal bestuur of de rijksoverheid voor de periode vanaf nu tot en met 2017 zoveel mogelijk financieel vertaald. Tenslotte wordt in paragraaf 2.4 – rekening houdend met voorgenomen beleidskeuzen - de financiële positie van de gemeente Leiden voor de jaren 2014-2017 gepresenteerd en de grootste ontwikkelingen weergegeven. Het saldo van de meerjarenraming zal worden gestort in de reserve voorziene investeringen. Deze reserve wordt bij het bestemmingsvoorstel van de jaarrekening 2012 ingezet voor o.a. de voorfinanciering van de uitvoering van de motie van de Raad (M120098/31) inzake het terugstorten van de vrijval van de escrowvoorziening Nuon in de bestemmingsreserves Nuon. Dit in lijn met het beleidsakkoord. Tenzij anders vermeld geldt voor alle bedragen in de onderstaande tabellen dat het gaat om duizenden euro’s (bedragen x € 1.000) en een ‘+’ een tegenvaller is en een ‘-‘ een meevaller.
2.2 Rekening 2012 Het resultaat van de jaarrekening 2012 vóór bestemming is € 1.037.000 nadelig. Na verwerking van de mutaties in reserves en de budgetoverhevelingen volgens het bestemmingsvoorstel is er geen sprake meer van een vrij besteedbaar deel in de concernreserve. Rekening houdend met een harde ondergrens van € 10 miljoen is de stand van de concernreserve € 8,5 miljoen nadelig. In dit bedrag is ook begrepen de uitvoering van de motie van de raad motie van de Raad, M120098/31, inzake het terugstorten van de vrijval van de escrowvoorziening Nuon van € 6,6 miljoen in de bestemmingsreserves Nuon. Dit in lijn met het beleidsakkoord. het resterende gedeelte van € 1,9 miljoen is het saldo van de overige mutaties in het bestemmingsvoorstel. Om de concernreserve weer op niveau te brengen is een extra dotatie nodig van € 8.476.000. Dit bedrag wordt geleend uit de reserve voorziene investeringen en in de komende vier jaar teruggestort, zie ook paragraaf 2.4. Concernreserve Concernreserve per 31 december 2012 Onttrekking resultaat jaarrekening 2012 Positief saldo concernreserve per 1 januari 2013 (A)
-20.462 1.037 -19.425
Geoormerkte bedragen in de concernreserve Meerjarenbeeld 2013
14.646
Meerjarenbeeld 2013
-325
Meerjarenbeeld 2013
-954
Meerjarenbeeld 2013
-3.791
Subtotaal (B) Stand concernreserve na meerjarige onttrekkingen (A-B)
9.577 -9.849
Financieel meerjarenbeeld | 7
Concernreserve Bestemmingsvoorstellen 2012 Uitvoeren motie "Agenda Nuon geld" (M12.0098/31) Verrekening van resultaten op programma's met corresponderende bestemmingsreserves per saldo Administratieve correctie voorziening sport (last in jaarrekening 2012 en dekking al in begroting 2013 opgenomen) Totaal bestemmingsvoorstellen (C)
6.611 284 -2.527 4.368
Stand concernreserve na verrekening reserves en correctie (B-C)
-5.481
Voorgestelde budgetoverhevelingen bij bestemmingsvoorste (D)l
3.956
Stand concernreserve na verrekening reserves en budgetoverhevelingen (C-D)
-1.524
De concernreserve heeft een harde ondergrens van (E)
10.000
Er is daarom incidenteel tekort in de concernreserve van (D-E)
8.476
Op peil brengen van de concernreserve i.v.m. uitvoering motie "Agenda Nuon geld" (M12.009.31) door middel van onttrekking uit de reserve Voorziene investeringen
-6.611
Op peil brengen van de concernreserve i.v.m. overige mutaties in de concernreserve door middel van onttrekking uit de reserve Voorziene investeringen
-1.865
Totaal onttrekking reserve voorziene investeringen (F)
-8.476
Resteert een tekort in de concernreserve van (E-F) Bedragen x € 1,000 + = tegenvaller/debet en - is meevaller/credit
2.3 1ste Bestuursrapportage 2013 Het boekjaar 2013 is ten tijde van het opstellen van deze Perspectiefnota al een eind op streek. Zoals de raad heeft besloten wordt in 2013 twee maal gerapporteerd. De bestuurlijke behandeling van de eerste Bestuursrapportage 2013 verloopt gelijktijdig met de behandeling van de Jaarstukken 2012 en de Perspectiefnota 2014-2017. De 1ste bestuursrapportage sluit met een positief resultaat van afgerond € 2,0 miljoen met inbegrip van bijsturingsmaatregelen. In de eerste bestuursrapportage is nadruk gelegd op het tijdig nemen van bijsturingsmaatregelen. Hieruit vloeit een begrotingswijziging voort. Bij de 2de bestuursrapportage, die in december 2013 aan uw raad wordt voorgelegd, wordt wederom gerapporteerd over de voortgang van de begroting, waarbij het accent vooral zal liggen op het geven van een indicatie van het jaarrekeningresultaat 2013.
8 | Financieel meerjarenbeeld
-
2.4 Ontwikkeling financiële positie 2014-2017 Samenvatting Perspectiefnota 2014 - 2017
2014
2015
2016
2017
Rijksbezuinigingen
2.615
9.937
13.379
17.058
Tegenvallers
5.309
10.697
7.475
8.893
Bezuinigingsvoorstellen
-2.583
-6.880
-7.850
-9.020
Meevallers
-9.908
-12.836
-15.332
-16.931
0
0
0
0
-4.567
918
-2.328
0
V
N
V
Technische wijzigingen Eindtotaal
totaal
-5.977 V
Bedragen x € 1.000 -/- is voordeel
Naast bovengenoemd resultaat ontstaat er in 2017 een incidenteel voordeel door onderuitputting van kapitaallasten voor LAB71 van € 2.500.000. Het saldo van de meerjarenraming zal worden gestort in de reserve voorziene investeringen. Deze reserve wordt ingezet bij het bestemmingsvoorstel jaarrekening 2012 voor de voorfinanciering van de uitvoering van de motie van de Raad, M120098/31, inzake het terugstorten van de vrijval van de escrowvoorziening Nuon in de bestemmingsreserves Nuon. Toelichting ontwikkelingen kleiner <= -500.000 en groter >= 500.000. Prog
nr.
soort wijziging
L/B
Onderwerp
2014
2015
2016
2017
5
5.2
Tegenvaller
L
Investering Oude Kooi, aandeel voorziening riolering
0
1.000
500
0
Bezuinigings- B voorstel
Investering Oude Kooi, bijdrage voorziening riolering
0
-1.000
-500
0
Tegenvaller
L
Op orde brengen beheerplannen Openbare ruimte
1.106
1.106
1.106
1.256
Bezuinigings- L voorstel
Dekkingsvoorstel beheerplannen Openbare ruimte
-973
-973
-1.023
-1.023
5.4
Tegenvaller
L
Kapitaallasten voor vervangingsinvesteringen wegen o.b.v. van beheerplannen en vervangingsschema.
0
278
534
792
5.5
Meevaller
L
Inzamelen huishoudelijk afval: voordeel op contract vuilverwerkingskosten
0
0
-1.630
-1.630
9.3
Tegenvaller
L
invoering sciale wijkteams op basis van rijksbeleid
0
500
500
500
Meevaller
B
decentralisatie-uitkering van het Rijk voor invoering sociale wijkteams
0
-500
-500
-500
10.2
Meevaller
B
Verhoging Leids participatiebudget
-1.100
-1.100
-1.100
-1.100
10.5
RijksB bezuinigingen
WSW participatiewet, lagere Rijkssubsidie
0
605
1.785
2.905
WSW efficiencykorting
0
396
923
1.351
5.3
9
10
11
Tegenvaller
B
WSW Lagere netto toegevoegde waarde
0
280
823
1.340
Meevaller
L
WSW lagere loonkosten door krimp
0
-732
-2.201
-3.600
-400
-700
-1.100
-1.400
Bezuinigings- L voorstel
WSW Structurele ombuigingen DZB
11.1
Meevaller
B
Financieringsresultaat
-2.000
-2.000
-2.000
-2.000
11.9
Meevaller
L
Ontwikkeling kapitaallasten vervangingsinvesteringen
-2.484
-1.597
-1.877
53
11.3
Meevaller
B
Precariobelasting, voordeel door uitstel afschaffing
-710
-1.420
-2.130
-2.840
Financieel meerjarenbeeld | 9
Prog
12
nr.
soort wijziging
L/B
Onderwerp
11.4
Tegenvaller
B
Beleggingen, rentevergoeding aan reserves
11.5
Meevaller
L
Onderuitputting kapitaallasten
11.6
Bezuinigings- L voorstel
Gemeenschappelijke regelingen, nullijn gemeenschappelijke regelingen als aandeel in neergang algemene uitkering
11.7
Tegenvaller
L
2014
2015
2016
2017
500
500
500
500
-1.850
-1.650
-1.550
-1.305
0
-1.100
-1.100
-1.100
Subsidies, aframing huidige taakstelling
1.200
2.400
3.000
3.000
Subsidies, nieuwe invulling taakstelling door toepassen nul-lijn
-640
-1.280
-1.920
-2.560
-200
-560
-1.560
-2.560
1.400
3.800
3.900
3.900
-1.400
-900
2.100
4.200
11.8
Bezuinigings- L voorstel
Korting op toekenning jaarlijkse indexering bedrijfsvoering
12.1
RijksB bezuinigingen
Algemene uitkering, korting BTWcompensatiefonds
12.2
RijksB bezuinigingen
Algemene uitkering, korting "Samen trap op en af"
12.3
RijksB bezuinigingen
Algemene uitkering, uitname onderbesteding onderwijshuisvesting
0
2.400
2.400
2.400
12.4
RijksB bezuinigingen
Algemene uitkering, risicoreservering door stagnatie woningbouwontwikkeling
0
1.000
1.000
1.000
12.6
RijksB bezuinigingen
Algemene uitkering, doorwerking Aanvullende maatregelen kabinet voorjaar 2013
1.215
1.215
1.215
1.215
Overige verschillen
1.769
950
-2.423
-2.794
-4.567
918
2.328
0
V
N
V
Eindtotaal
Bedragen x € 1.000 -/- is voordeel
Nieuw beleid. De meerjarenraming geeft geen ruimte voor nieuw beleid in de komende jaren. Uitvoering motie 1200098/31 inzake escrow voorziening en rente reserve Nuon gelden. In deze motie spreekt de raad uit dat de vrijvallende bedragen uit de escrow voorziening Nuon en de reserve verkoop aandelen Nuon voor een bedrag van € 6.611.000, die zijn ingezet voor dekking van het tekort in de begroting 2012, terug te storten in de NUON-voorziening en dit te bestemmen conform de verhoudingen die genoemd zijn in het beleidsakkoord. Saldering geprognosticeerd resultaat over de jaren : in 2014
-4.567
V
in 2015
918
N
in 2016
-2.328
V
in 2017 structurele deel
0
in 2017 incidentele deel
-2.500
V (incidentele onderuitputting LAB 071)
Totaal
-8.476
V
Terugdraaien allocatie vrijval voorziening garantieregeling aandelen NUON
4.542
N
Terugdraaien allocatie vrijval rente verkoop aandelen NUON
2.069
N
Totaal
6.611
N
Benodigd voor invullen motie M120098/31 inzake Escrow en rente
10 | Financieel meerjarenbeeld
Als volgt te verdelen: NUON reserve bereikbaarheid (30%)
1.983
NUON reserve milieu en groen (30%)
1.983
NUON reserve onderwijs (20 %)
1.322
NUON reserve sociaal maatschappelijke en culturele infrastructuur (20%)
1.322
Totaal
6.611
Tekort in concernreserve (hierboven toegelicht)
1.865
N
Benodigd voor uitvoering motie M210098/31 inzake escrow en rente
6.611
N
Totaal tekort concern reserve te lenen bij reserve voorziene investeringen
8.476
N
De lening aan de reserve voorziene investeringen dient te worden afgelost. Dit gebeurt door de in de Meerjarenraming de geprognosticeerde resultaten 2014 -2016 in te zetten, plus de incidentele onderuitputting kapitaallasten voor LAB71 in 2017. Voeding reserve voorziene investeringen in 2014
-4.567
V
in 2015
918
N
in 2016
-2.328
V
in 2017 uit incidentele vrijval kapitaallasten LAB 071
-2.500
V
-8.476
V
Financieel meerjarenbeeld | 11
12 | Financieel meerjarenbeeld
Hoofdstuk 3
3 Kaders programma's 2014-2017
Kaders programma's 2014-2017 | 13
1
Bestuur en dienstverlening
14 | Kaders programma's 2014-2017
Bestuur en dienstverlening Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
1 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bestuur, Veiligheid en Handhaving Ruimtelijke ordening, binnenstad en publiekszaken Jeugd, Welzijn & Zorg Cultuur, Werk & Inkomen
De missie van het programma Bestuur en dienstverlening luidt: De gemeente Leiden staat voor een betrouwbaar bestuur: open en transparant en in samenwerking met en voor partners en burgers in de stad en regio. De gemeente Leiden staat voor een klantgerichte dienstverlening, waarbij de klanten betrouwbaar, duidelijk, snel en op maat worden bediend.
3.1.1 Inleiding Bestuur In 2004 hebben bewoners, instellingen, bedrijven en gemeentelijke vertegenwoordigers uitvoerig gesproken over de gewenste ontwikkelingsrichting van Leiden. Dat heeft geresulteerd in de vaststelling van de Ontwikkelingsvisie 2030, “Leiden, Stad van Ontdekkingen”. In 2012 heeft de gemeenteraad een gemoderniseerde, toekomstbestendige koers opnieuw besproken en vastgesteld. Een koers die past bij de kracht van de stad en bij de mensen die deze stad maken. Daarbij staat de kern van de ontwikkelingsvisie nog altijd fier overeind. Met de versterking van onze kwaliteiten “Internationale Kennis” en “Historische Cultuur” gaat de gemeente voort op het pad dat in 2004 is ingezet. De kenniseconomie wordt in West-Europa gezien als hét middel om een duurzame welvaart te kunnen accommoderen. Maar het kunnen vasthouden van een toonaangevende positie op het gebied van de kenniseconomie is zeker niet vanzelfsprekend. Daarom heeft de gemeente het initiatief genomen om samen met de (kennis)partners uit de stad en regio, het fundament onder de ontwikkelingsvisie verder te verstevigen. Dit gebeurt door middel van een gerichte, programmatische aanpak van de gemeentelijke inspanningen, gecombineerd en afgestemd met de inspanningen van andere partijen. Dit heeft geresulteerd in het bijzondere programma Kennisstad. Een ontwikkelingsgericht programma dat raakvlakken heeft met nagenoeg alle begrotingsprogramma’s en veel betrokken partijen kent. Binnen het programma worden de gemeentelijke inspanningen daarom geclusterd in een zestal programmalijnen, te weten: ■ ■ ■ ■ ■ ■
Kennisvalorisatie, ondernemingsklimaat en acquisitie Aantrekkelijke studentenhuisvesting en woonmilieus Kennis en Cultuur Zorg- en gezondheidsinnovatie / sociale innovatie Internationale branding en marketing Voortreffelijk onderwijs en aansluiting arbeidsmarkt
Zes programmalijnen met ieder een bestuurlijk verantwoordelijk portefeuillehouder en een per programmalijn georganiseerde samenwerking met partners. Overkoepelend zet de gemeente zich in om juist de
Kaders programma's 2014-2017 | 15
medeverantwoordelijkheid van betrokken partijen te organiseren. Het programma Kennisstad heeft geen zelfstandig, geoormerkt budget. Gemeentelijke inspanningen dienen te passen in het reguliere beleid en worden derhalve via de reguliere begrotingsprogramma’s bekostigd. Uitzondering daarop is het in 2012 ingestelde “Cofinancieringsfonds Leiden, Stad van Ontdekkingen”. Afhankelijk van de mate en grootte van de aanspraken op dit Cofinancieringsfonds, zal naar verwachting eind 2013 – begin 2014 de vraag wederom aan de orde komen of een nieuwe storting in het fonds wenselijk is. Daarbij zal onder andere de nieuwe budgetcyclus 2014-2020 van de Europese Unie, waarbij altijd sprake dient te zijn van cofinanciering, van belang zijn. In lijn met de voorgaande besluitvorming rondom de eenmalige oormerking van middelen, wordt op dit moment voor zo’n nieuwe extra storting voor het cofinancieringsfonds uitgegaan van eventueel vrijvallende, incidentele middelen. Hiervan zal pas sprake zijn na aparte besluitvorming daarover door de gemeenteraad. Dienstverlening Het digitale kanaal is het voorkeurskanaal van de gemeente Leiden Op dit moment wordt het Klant Contact Centrum (KCC) doorontwikkeld. Het KCC wordt dé ingang van de gemeente, waar inwoners, bedrijven en instellingen terecht kunnen met al hun vragen over gemeentelijke producten en diensten. De klant heeft daarbij toegang via vier kanalen: balie, telefoon, internet en post. Het KCC vraagt om een visie op kanaalsturing. Om klanten goed en eenduidig te bedienen, worden zij 'gestuurd' om van het juiste kanaal gebruik te maken. Internet wordt een steeds belangrijker kanaal. Uit de Stadsenquete 2011 blijkt dat steeds meer Leidenaren de voorkeur geven aan internet als kanaal voor dienstverlening. Daarbij komen ook steeds meer producten en diensten digitaal beschikbaar. Door de Concerndirectie is daarom gekozen zoveel mogelijk te sturen op het digitale kanaal tenzij de klant ons wil zien, ons moet zien, wij de klant willen zien of als het te veel kost. Hoe meer producten digitaal aangevraagd en zelfs verstrekt kunnen worden, hoe korter de wachttijden aan de balie en telefoon voor de producten die niet digitaal aangevraagd en afgehandeld kunnen of mogen worden. In de huidige visie op kanaalsturing wordt echter nog wel rekening gehouden met het feit dat de gemeente vier kanalen heeft en de klant keuzevrijheid heeft wat betreft deze kanalen. Het verleiden van klanten om het gewenste kanaal te gebruiken blijkt in de praktijk lastig. De voordelen van het digitaliseren van zoveel mogelijk producten en diensten blijven daardoor onderbenut. Klanten komen bijvoorbeeld nog steeds aan de balie voor producten die digitaal aangevraagd en/of verstrekt kunnen worden, waardoor de wachttijden aan de balie (onnodig) oplopen. Om een vervolgstap te kunnen zetten in het verder digitaliseren van de dienstverlening zijn rigoureuzere maatregelen gewenst. Bijvoorbeeld door andere kanalen dan het digitale af te sluiten voor klanten. In de Programmabegroting 2013 is - met het oog op de taakstelling - al een besluit genomen dat door efficiency aan de balie bespaard kan worden. Concreet betekent dit dat producten die niet noodzakelijkerwijs aan de balie geleverd moeten worden, niet langer aan de balie geleverd kunnen worden. Verdere grote besparingen zijn door het digitaliseren van de dienstverlening op korte termijn niet te verwachten. Elke aanvraag voor een product (via welk kanaal deze ook binnenkomt) dient afgehandeld te worden. Tevens vraagt verdere digitalisering (soms hoge) investeringskosten en nieuwe beheerskosten voor de systemen en applicaties.
3.1.2 Wijzigingen indeling programmabegroting Voor programma 1 worden voor 2014 geen wijzingingen voorgesteld voor de indeling in beleidsterreinen, doelen en prestaties.
16 | Kaders programma's 2014-2017
3.1.3 Financiële mee- en tegenvallers Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
2014
2015
2016
2017
Tegenvaller
1.1
L
Gevonden en verloren voorwerpen
49
49
49
49
Meevaller
1.2
L
Verkiezingen Tweede Kamer
0
-125
0
125
Bezuinigingsvoorstel
1.3
L
Heroverweging taken Holland-Rijnland
0
0
-390
-390
1.4
L
Aanvullende taakstelling programma 1
0
0
-100
-100
49
-76
-441
-316
Eindtotaal
1.1 Gevonden en verloren voorwerpen De nieuwe taak Gevonden en verloren voorwerpen is vorig jaar toegevoegd aan het takenpakket van de gemeente. Besloten was dat er zou worden geëvalueerd na 6 maanden en dat het benodigde structurele budget betrokken zou worden bij het opstellen van de Perspectiefnota 2014-2017 (B&W 12.0690). De structurele kosten vanaf 2013 komen uit op € 49.000. 1.2 Verkiezingen 2017 Verkiezingen Tweede Kamer zullen in 2017 plaatsvinden. In het huidige meerjarenbeeld was nog rekening gehouden met 2015. De raming van € 125.000 moet daarom overgeheveld worden van 2015 naar 2017.
3.1.4 Bezuinigingen 1.3 Heroverweging taken Holland Rijnland De discussie over de toekomst van Holland Rijnland loopt. De wens van de deelnemers is een meer beperkt takenpakket met een lagere bijdrage. Vanaf 2016 is structureel een besparing geboekt van €390.000. 1.4 Taakstellingen Vanaf 2016 is een taakstelling ingeboekt van structureel €100.000. Invulling zal moeten worden gevonden in nog verdere digitalisering van de dienstverlening.
Kaders programma's 2014-2017 | 17
2
Veiligheid
18 | Kaders programma's 2014-2017
Veiligheid Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
2 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bestuur, Veiligheid en Handhaving
De missie van het programma Veiligheid luidt: De gemeente Leiden staat voor een stad die veilig is en voelt op het gebied van wonen, werken en leven in samenwerking met bewoners en partners.
3.2.1 Inleiding Onverminderd richt de aandacht van het Leidse veiligheidsbeleid zich de komende jaren op de speerpunten genoemd in het Integraal Veiligheidsplan (IVP) 2012-2015. Naast het vergroten van de veiligheid van evenementen, de bestuurlijke aanpak van criminaliteit en de aanpak van overlast (via o.a. de samenwerking in het Veiligheidshuis) gaat het daarbij vooral ook om de aanpak van High Impact Crimes. De dadergerichte aanpak van geweld en overvallen werpt inmiddels zijn vruchten af, maar de toename van woninginbraken zowel landelijk als in Leiden vraagt om extra aandacht in de aanpak van het terugdringen van het aantal woninginbraken. Het college is naast bovengenoemde aandachtsgebieden ook alert op nieuwe ontwikkelingen. Hierbij kan gedacht worden aan de invloed van de sociale media op het gebied van veiligheid. Enerzijds brengt de opmars van sociale media risico’s met zich mee (zoals bijvoorbeeld Project X in Haren). Anderzijds biedt het ook kansen, in het inzetten van het instrument sociale media om burgers te betrekken bij het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid in onze stad (o.a. Burgernet). Een andere mogelijk zorgelijke ontwikkeling is de voortdurende economische crisis. De crisis kan doorwerken op het gebied van veiligheid. Een stijging van vormen van veelvoorkomende criminaliteit zoals inbraak en diefstal is als gevolg van de economische omstandigheden in de toekomst zeker niet uit te sluiten. Bovendien kan de economische tegenspoed een negatieve impact hebben op investeringen in de veiligheidszorg. Het veiligheidsbeleid in Leiden ontkomt niet aan de bezuinigingen. Het programma Veiligheid is budgettair een relatief klein programma in de Leidse begroting en het budget bestaat voor 90% uit de bijdrage aan de Veiligheidsregio. In 2012 zijn in regionaal verband afspraken gemaakt voor een structurele bezuinigingstaakstelling op de begroting van de Veiligheidsregio vanaf 2014 die oploopt tot 10%. Het overige deel van het veiligheidsbudget van de Leidse begroting wordt grotendeels ingezet als bijdrage aan het Veiligheidshuis Leiden. Door verdergaande samenwerking met het Veiligheidshuis Gouda wordt de komende jaren bespaard op de kosten van het Veiligheidshuis.
3.2.2 Wijzigingen indeling programmabegroting Wij zijn voornemens om een klein aantal wijzigingen in de doelenboom veiligheid door te voeren.
Kaders programma's 2014-2017 | 19
De prestatie 2. B.4 Opleggen bestuurlijke maatregelen aan overlastgevende horecabedrijven wordt geschrapt. Deze prestatie is een onderdeel van doel 2B1.3 Veilig Uitgaan. Doel 2B2.6 Doorvertalen nieuw landelijk koffieshopbeleid naar Leidse situatie. Deze prestatie wordt in 2013 bereikt. We vervangen dit door een nieuwe prestatie voor 2014: 2B2.6 Vertalen nieuwe landelijke prostitutiewetgeving naar de Leidse situatie Verder worden 2 prestaties onder het doel 2B3 Veilige evenementen anders geformuleerd omdat de huidige formuleringen niet adequaat zijn: 2.B3.2 Planvorming rondom evenementen wordt gewijzigd in 2.B3.2 Coördinatie en vergunningverlening rondom evenementen 2.B3.4 Uitvoering evenementenplannen wordt gewijzigd in 2.B3.4 Opstellen calamiteitenplannen bij risicovolle evenementen
3.2.3 Financiële mee- en tegenvallers Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
Bezuinigingsvoorstel
2.1
L
Aanvullende taakstelling programma 2
Eindtotaal
2014
2015
2016
2017
0
0
0
-100
0
0
0
-100
3.2.4 Bezuinigingen 2.1 Taakstellingen Door verdergaande samenwerking met het Veiligheidshuis Gouda wordt de komende jaren bespaard op de kosten van het Veiligheidshuis Leiden op o.a. huisvesting en personeel, wat voor de gemeente Leiden doorwerkt in een besparing van € 100.000, - per jaar ten opzichte van de huidige bijdrage aan het Veiligheidshuis.
20 | Kaders programma's 2014-2017
Kaders programma's 2014-2017 | 21
3
Economie en toerisme
22 | Kaders programma's 2014-2017
Economie en toerisme Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
3 Werk en financiën Bereikbaarheid, Financiën en Economie
De missie van het programma Economie en toerisme luidt: De gemeente Leiden staat voor een vitale en duurzame economische structuur in samenwerking met haar stadspartners en de regio.
3.3.1 Inleiding De economie is sterk in verandering door trends als veranderend consumentengedrag, internationalisering en anders werken enerzijds en de economische recessie anderzijds. Ook de vraag naar bedrijfs- en kantoorgebouwen en winkelpanden verandert. Dit alles heeft effect op het economisch beleid dat de gemeente voert. Dit beleid richt zich op : ■ Ruimte om te ondernemen ■ Faciliteren & stimuleren van het ondernemen ■ Marketing & promotie van de stad De gemeente wil bij het verdelen van de schaarse ruimte in de stad voldoende ruimte blijven bieden voor het ondernemen en flexibel inspelen op nieuwe trends. Versterken van het ondernemersklimaat en het aantrekken van kennisintensieve bedrijven blijft de inzet. Groei van werkgelegenheid en het aantal bedrijfsvestigingen in Leiden Bio Science Park is van groot belang. Het profileren van Leiden door goede marketing en promotie is en blijft een prioriteit. In de Leidse regio wordt sinds kort gewerkt aan de economische agenda. Doel hiervan is het leggen van een inhoudelijke basis voor een duurzame samenwerking tussen ondernemers, onderzoeks- en onderwijsinstellingen en overheden, om daarmee de economische structuur, de innovatiekracht en het vestigingsklimaat van de Leidse regio te versterken en zowel nationaal als globaal meer positie te geven. In de agenda worden 5 thema’s uitgewerkt voor de korte en de lange termijn. De thema’s zijn: clusters & MKB, Ondernemersschap, starters & innovatie, onderwijs & arbeidsmarkt, vestigingsklimaat, ruimte en mobiliteit en marketing & acquisitie. Het doel is de economische agenda samen met een uitvoeringsprogramma nog deze zomer voor te leggen aan de onderzoeks- en onderwijsinstellingen, ondernemersorganisaties en uw raad. Op basis van die economische agenda zal opnieuw geprioriteerd worden in de prestaties en activiteiten van dit programma. Met het opstellen van een programma Kennisstad is inmiddels een start gemaakt. Samen met partners wordt gewerkt aan een uitwerking van 6 pijlers.
Kaders programma's 2014-2017 | 23
3.3.2 Wijzigingen indeling programmabegroting Voor programma 3 worden voor 2014 geen wijzingingen voorgesteld voor de indeling in beleidsterrein, doelen en prestaties.
3.3.3 Financiële mee- en tegenvallers meevaller, tegenvaller, bezuiniging
nr.
L/B
Onderwerp
Tegenvaller
3.1
L
Ondersteuning Centrummanagement Leiden
Bezuinigingsvoorstel
3.1
L
Besparing op Startersbeleid
3.2
L
Aanvullende taakstelling programma 3
Eindtotaal
2014
2015
2016
2017
75
75
90
90
-75
-75
-90
-90
0
0
0
-100
0
0
0
-100
3.1 Centrummanagement Gegeven de bezuinigingen wordt er opnieuw geprioriteerd en wordt er gekozen € 75.000 in 2014 oplopend tot € 90.000 vanaf 2016 over te hevelen van de prestatie 'Startersbeleid' naar 'Centrummanagement Leiden". Het huidig budget voor het Centrummanagement blijft daarmee intact.
3.3.4 Nieuw beleid Centrummanagement De financiering van het Centrummanagement vanaf 1 januari loopt met bijna de helft terug. Van € 190.000 naar € 100.000. In 2012 is een aantal meerjarige activiteiten in gang gezet met de eenmalige incentive van € 100.000 voor het CML . De gecombineerde terugval van € 290.000 naar € 100.000 zal het stoppen van een groot aantal activiteiten vergen, waaronder die van het Beleidskader winkelvoorzieningen binnenstad. Voorgesteld wordt om een deel van de structurele teruggang van € 100.000 op termijn geheel te compenseren. Er moet voor de jaren 2014 en 2015 (beperkt) keuzes gemaakt worden welke activiteiten doorgang moeten vinden en welke beëindigd of getemporiseerd zullen moeten worden.
3.3.5 Bezuinigingen Taakstellingen Het feit dat deze bezuiniging pas in 2017 hoeft te worden gerealiseerd, maakt het mogelijk voor invulling hiervan in gesprek te gaan met de partners in het werkveld zoals het Centrummanagement Leiden, het Ondernemingsfonds, Leiden Marketing, Kamer van Koophandel en dergelijke. Na het vaststellen van de economische agenda en het bijbehorende uitvoeringsprogramma wordt bekeken hoe de taakstelling wordt ingevuld en hoe de middelen van het programma economie en toerisme zo doelmatig mogelijk kunnen worden toegedeeld aan de gevraagde prestaties.
24 | Kaders programma's 2014-2017
Kaders programma's 2014-2017 | 25
4
Bereikbaarheid
26 | Kaders programma's 2014-2017
Bereikbaarheid Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
4 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bereikbaarheid, Financiën en Economie Ruimtelijke Ordening, Binnenstad & Publiekszaken
De missie van het programma Bereikbaarheid luidt: De gemeente Leiden draagt zorg voor goede en betrouwbare bereikbaarheid van de stad als voorwaarde voor, duurzame leefbaarheid voor de inwoners van de stad en een gezond economisch klimaat.
3.4.1 Inleiding De Structuurvisie en de Economische agenda beschrijven de ambities, kansen en aandachtpunten voor Leiden in komende jaren. Het programma Bereikbaarheid is er op gericht om deze ambities maximaal te ondersteunen. Met de tracé-en inpassingskeuze voor de Rijnlandroute, het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma Leiden Bereikbaar, het OV-programma Zuid Holland Noord, en de Nota Herijking fietsroutes zijn in 2012/2013 de belangrijkste uitgangspunten voor het bereikbaarheidsdossier voor de komende jaren vastgesteld. Voor vrijwel alle grotere ingrepen zijn reeds besluiten op het niveau van Kaderbesluit genomen. In de komende jaren ligt het accent dan ook op de uitwerking en de realisatie, waarbij een integrale aanpak van investeringen en groot-onderhoud/vervangingen wordt nagestreefd. Nieuw beleid of nieuwe reserveringen zijn dan ook op dit moment niet voorzien.
3.4.2 Wijzigingen indeling programmabegroting Voor programma 4 worden voor 2014 geen wijzingingen voorgesteld voor de indeling in beleidsterrein, doelen en prestaties.
Kaders programma's 2014-2017 | 27
3.4.3 Financiële mee- en tegenvallers Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
Tegenvaller
4.1
L
4.3
Meevaller
Bezuinigingsvoorstel
2014
2015
2016
2017
Effect herziening rekenrente Ringweg Oost reserve
0
0
0
1.712
L
Besteding decentralisatie-uitkering OBSP (ontsluiting Biosiciencepark)
0
2.000
0
0
4.5
B
Ondersteuning informatiepunt duurzaam mobiliteitscentrum.
30
30
30
0
4.1
B
Effect herziening rekenrente Ringweg Oost kapitaallasten
0
0
0
-1.712
4.3
B
Decentralisatie-uitkering OBSP
0
-2.000
0
0
4.2
L
Vrijval kapitaallasten afsluiten krediet reconstructie Brahmslaan-Debussystraat en Sweelincklaan
-14
-14
-14
-14
-105
-105
-105
-105
Digitalisering parkeercontrole en handhaving
0
0
-400
-400
Digitalisering parkeercontrole en handhaving, investering
0
1.000
0
0
Digitalisering parkeercontrole en handhaving, dekking investering parkeerreserve
0
-1.000
0
0
-89
-89
-489
-519
Vrijval kapitaallasten afsluiten krediet Vijf Meilaan en Vrouwenweg 4.4
L
B
Eindtotaal
4.1 Effect rekenrente Ringweg Oost De bestemmingsreserve Ringweg Oost is tot en met 2016 rentedragend. Jaarlijks wordt rente gedoteerd aan de reserve. Per 1-1-2013 is de rekenrente verlaagd van 4,5% naar 3,5%. Dat heeft tot gevolg dat de ontwikkeling van het saldo van deze reserve achter blijft. Het gevolg hiervan is dat vanaf 2017, volgens de bestaande planning van de kas uitgaven op dit project een hogere boekwaarde op de investering ontstaat (want minder dekking uit de reserve Ringweg Oost beschikbaar). De kapitaallasten van deze hogere boekwaarde van afgerond € 1,9 mln. bedragen € 112.000. De dekking van de hogere kapitaallasten komt uit het totale resultaat van het verlaging van de rekenrente. Bij Kaderbesluit RV09.0118 is ter dekking van de Ringweg Oost een rentedragende reserve ingesteld. Naar verwachting heeft het project een vertraging van 6 jaar. De reserve moet derhalve langer rentedragend blijven. Er is nog geen actuele planning van de kas uitgaven van dit project. Vooralsnog wordt uitgegaan van een saldo van de bestemmingsreserve RWO van ongeveer € 45 mln. per ultimo 2016. Bij een rekenrente van 3,5 % resulteert dat in een rentebijschrijving van € 1,6 mln. 4.3 Decentralisatie-uitkering OBSP In de september circulaire 2011 is in het kader van sterke regio’s voor de Ontsluiting Bio Science Park € 10.000.000 besloten dat de gemeente Leiden in 2011 € 8 miljoen en in 2015 € 2 miljoen ontvangt. Deze decentralisatie-uitkering is in de algemene uitkering opgenomen. In de begroting is deze bijdrage binnen de algemene uitkering nog niet gestort in de reserve OBSP. Dit moet alsnog gebeuren om deze middelen beschikbaar te hebben voor het project OBSP. 4.5 Ondersteuning duurzaam mobiliteitscentrum Voorgesteld wordt om het platform ‘Schoon op weg’, een initiatief om te komen tot een informatiepunt duurzame mobiliteit op het Haagwegterrein, in de opbouwfase te ondersteunen met een bijdrage van € 30.000 gedurende drie jaar, waarna het initiatief zelfvoorzienend zal moeten zijn.
28 | Kaders programma's 2014-2017
3.4.4 Bezuinigingen 4.2 Vrijval kapitaallasten Afsluiten krediet reconstructie Brahmslaan-Debussystraat en Sweelincklaan Het krediet voor de reconstructie Brahmslaan-Debussystraat en Sweelincklaan kan in 2013 worden afgesloten omdat deze weg in 2012 is voorzien van een nieuwe deklaag. De noodzaak van een volledige reconstructie is daarmee komen te vervallen Afsluiten krediet Vijf Meilaan en Vrouwenweg De herinrichting van de Vrouwenweg blijkt na onderzoek niet noodzakelijk en komt te vervallen. Bij het opstellen van de jaarrekening 2012 wordt het krediet Herinrichting Vrouwenweg (met een saldo van € 690.000) afgesloten. De herinrichting van de Vijf Meilaan is afgerond en het krediet wordt bij de jaarrekening afgesloten met een voordelig saldo van €.726.000. Dat levert een vrij te vallen investeringsvolume op van totaal € 1.416.000. De kapitaallasten hiervan bedragen € 105.000. 4.4 Taakstelling parkeren Nieuwe technologieën maken het in de toekomst mogelijk om efficiënter en effectiever te handhaven door middel van digitale handhaving. Onderzoek naar deze mogelijkheden leert dat digitale handhaving alleen loont als de betalingen voor parkeren minimaal voor 80% digitaal gaat. Het betreft hierbij vooral digitale vergunningen, kort parkeren op kenteken, bezoekerskaarten etc. digitaal. Er is in het meerjarenbeeld nu een miljoen euro gereserveerd voor incidentele kosten. Dit kan worden ingezet om nieuwe apparatuur aan te schaffen waardoor digitale handhaving in het bestaande areaal en hierdoor een besparing op handhaving kan worden gerealiseerd. Op basis van een uit te werken projectplan zullen de definitieve activiteiten, de planning en de benodigde investeringen worden uitgewerkt, alsmede een hercalculatie gemaakt van de te verwachten inkomsten uit parkeerinkomsten en opgelegde boetes (formeel: naheffingen) als gevolg van een digitale handhaving.
Kaders programma's 2014-2017 | 29
5
Omgevingskwaliteit
30 | Kaders programma's 2014-2017
Omgevingskwaliteit Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
5 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Omgevingskwaliteit luidt: De gemeente Leiden staat voor een stad met een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is, waar mensen graag vertoeven en die uitnodigt tot verantwoordelijk gedrag. Zij doet dit samen met alle gebruikers.
3.5.1 Inleiding In programma 5 presenteert het college de plannen en ontwikkelingen op het gebied van de omgevingskwaliteit. Leiden investeert in duurzaamheid en zorgt voor een verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte en het openbaar water in Leiden. De meest in het oog springende plannen en ontwikkelingen voor de omgevingskwaliteit zijn het uitvoering geven aan de duurzaamheidagenda; het aanleggen van het Singelpark; het realiseren van de ambitie uit de kadernota en handboek kwaliteit openbare ruimte; een verdere slag te slaan in het invoeren van ondergrondse afvalcontainers in de stad; het uitvoering geven aan de beheerplannen; de aanpak van wateroverlast in de Oude Kooi.
3.5.2 Wijzigingen indeling programmabegroting Voor programma 5 worden voor 2014 geen wijzigingen voorgesteld voor de indeling in beleidsterrein, doelen en prestaties. 5A1.16 Verminderen van de overlast in eigen wijk Op verzoek van de raad (bij behandeling begroting 2013) is voor de aanpak van overlast top 4 een effectindicator opgenomen. Bij de aanpak van zwerfafval is een intensieve inzet gepleegd zodat beeldkwaliteit niveau B conform de CROW-systematiek wordt bereikt. De CROW-systematiek kent 5 niveaus bestaande van hoog naar laag uit A+, A, B, C en D. Of het beoogde niveau gehaald is, wordt jaarlijks, dus ook in 2014, gemeten door het uitvoeren van schouwen. Zo nodig wordt vervolgens de inzet op basis van de schouwresultaten aangepast. Ook is bij het verwijderen van drijfvuil de inzet vanaf de kant geïntensiveerd. Tot slot vindt er momenteel in de binnenstad een pilot plaats met handveegmachines. Na een afrondende valuatie in 2013 wordt bezien of de inzet van de handveegmachines in woonwijken in de stad effectief kan zijn. 5C1.a Beoordeling onderhoud groen Op verzoek van de raad (bij behandeling begroting 2013) wordt de effectindicator 5C1.a voor Beoordeling onderhoud groen in 2015 verhoogd van 6,9 naar 7,0.
Kaders programma's 2014-2017 | 31
Effectindicatoren bij 5C Openbaar groen Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
-
7,0
-
7,0
Doel 5C1 Behoud en verbetering van de kwaliteit van het openbaar groen 5C1.a Beoordeling onderhoud groen
6,9 (2009) 6,9 (2010) 6,8 (2011)
Stadsenquête
Op verzoek van de raad (bij het vaststellen van de duurzaamheidagenda) worden er drie indicatoren over duurzaamheid toegevoegd (5D1.b, c en d). Effectindicatoren bij 5D Duurzaamheid Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
17% (2009) 14% (2010) 16% (2011)
-
16%
-
15%
22% (2011) 62% (2011) 63% (2011) 0% (2011) 24% (2011) 57% (2011) 33% (2011)
26% 65% 64% 10% 27% 60% 36%
5D1.c Energieprestatie corporatiewoningen*
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
SEB
5D1.d Aantal gemeentelijke hoofdwegen waarvan de normen voor luchtkwaliteit worden overschreden (meer dan 40 ug/m3 aan NO2 gemiddeld per jaar)
11 wegen (2009) 10 wegen (2010)
1
0
0
0
Ministerie IenM
Doel 5D1 Duurzaam Leiden 5D1.a Percentage inwoners dat vindt dat geluidsoverlast door verkeer in de buurt vaak voorkomt 5D1.b Effecten van afvalscheiding aan de bron groente- fruit- en tuinafval papier en karton glas kunststofverpakkingen textiel klein gevaarlijk afval grof huishoudelijk afval
Veiligheidsmonitor
Sorteeranalyse 30% 68% 65% 15% 30% 63% 39%
*) Bij het opstellen van de prestatieafspraken met de woningcorporaties wordt hiervoor bepaald naar welk ambitieniveau er wordt gestreefd en hoe we dit willen gaan meten.
3.5.3 Financiële mee- en tegenvallers Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
Tegenvaller
5.1
B
Daling inkomsten liggelden pleziervaartuigen
5.2
L
5.2
Meevaller
2014
2015
2016
2017
35
35
35
35
Investering riolering Oude Kooi 2015, kapitaallasten investering 3,9 miljoen
0
0
0
237
L
Investering Oude Kooi, aandeel vereveningsreserve
0
2.200
0
0
5.2
L
Investering Oude Kooi, aandeel voorziening riolering
0
1.000
500
0
5.3
L
Op orde brengen beheerplannen Openbare ruimte
1.106
1.106
1.106
1.256
5.4
L
Kapitaallasten voor vervangingsinvesteringen wegen o.b.v. van beheerplannen en vervangingsschema.
0
278
534
792
5.6
L
Buitenreclame, vertraging realsiatie van alternatief vervallen reclamemast A4 Oostvlietpolder
100
0
0
0
5.7
B
Buitenreclame, daling aantal contracten
45
45
45
45
5.2
L
Investering Oude Kooi 2015, vrijval kapitaallasten
0
0
0
-80
32 | Kaders programma's 2014-2017
Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Bezuinigingsvoorstel
Nr.
L/B
Onderwerp
2014
2015
2016
2017
5.5
L
Verlaging bijdrage aan gemeenschappelijke regeling Gevulei
0
0
-121
-121
5.5
L
Inzamelen huishoudelijk afval: voordeel op contract vuilverwerkingskosten
0
0
-1.630
-1.630
5.2
B
Investering Oude Kooi, bijdrage vereveningsreserve
0
-2.200
0
0
5.2
B
Investering Oude Kooi, bijdrage voorziening riolering
0
-1.000
-500
0
5.3
L
Dekkingsvoorstel beheerplannen Openbare ruimte
-973
-973
-1.023
-1.023
5.4
L
Besparing op vervangingsinvesteringen wegen door combineren werk met werk, verlaging kapitaallasten
0
-139
-267
-396
313
352
-1.321
-885
Eindtotaal
5.1 Liggelden pleziervaartuigen Op de liggelden van pleziervaartuigen wordt een structureel tekort verwacht van € 35.000 door niet te realiseren legesinkomsten. Leges mogen ten hoogste kostendekkend zijn en worden eenmalig opgelegd bij de vergunningaanvraag. Gezien de aantallen vrijkomende ligplekken kan het oorspronkelijke begrote bedrag niet worden gerealiseerd. 5.2 Aanpak wateroverlast Oude Kooi Om aan de gemeentelijke zorgplicht conform de Wet gemeentelijke watertaken te voldoen moeten er in een deel van de wijk ‘De Oude Kooi’ een aantal ingrijpende maatregelen worden genomen. Voor ‘De Oude Kooi’ wordt ter dekking van de kapitaallasten in 2017 € 157.000,00 ter beschikking gesteld (€237.000,00 - € 80.000,00). Ook wordt voor de beheer- en onderhoudskosten na realisatie van het project € 150.000,00 beschikbaar gesteld in 2017. 5.3 Dekkingsvoorstel beheerplannen openbare ruimte Bij de behandeling van de beheerplannen van de kapitaalgoederen is berekend dat op de kapitaalgoederen Openbare Ruimte een incidenteel tekort is van € 6,792 miljoen en een structureel tekort van € 1,1 miljoen oplopend tot ruim 2 miljoen. Hiervoor ontbreekt in de gemeentelijk begroting de dekking. Zie raadsvoorstel RV 120141 en moties M120141/1 en M120141/2. Een gedeeltelijke dekking van het tekort op de beheerplannen is te vinden bij de bezuinigingsvoorstellen. Omschrijving
2014
2015
2016
2017
99
99
99
99
-143
-143
-143
-143
11
11
11
11
100
100
100
100
47
47
47
47
116
116
116
116
58
58
58
58
818
818
818
818
Verhoging beheerbudget riolering en gemalen Oude Kooi
0
0
0
150
Kapitaallasten voor vervangingsinvesteringen wegen o.b.v. van beheerplannen en vervangingsschema (zie 5.4)
0
278
534
792
1.106
1.384
1.640
2.048
Verhoging beheerbudget bruggen en viaducten overeenkomstig beheerplan Verlaging beheerbudget Baggeren en schoonhouden watergangen overeenkomstig beheerplan Verhoging beheerbudget walmuren overeenkomstig beheerplan Verhoging beheerbudget straatmeubilair overeenkomstig beheerplan Verhoging beheerbudget openbare verlichting overeenkomstig beheerplan Verhoging beheerbudget openbaar groen overeenkomstig beheerplan Verhoging beheerbudget openbaar groen: spelen in de openbare ruimte, overeenkomstig beheerplan Verhoging beheerbudget wegen overeenkomstig beheerplan
Beheerplannen openbare ruimte
Project Singelpark Op 17 januari 2013 is in de raadscommissie Leefbaarheid en Bereikbaarheid met een presentatie een stand van zaken gegeven over het project Singelpark. Er werd aangegeven dat er met de huidig beschikbare investeringsmiddelen een aanzienlijk deel van de ambities gerealiseerd kan worden, maar dat nog gezocht werd naar middelen om de benodigde beheerkosten te dekken. Mede vanwege de economische slechte tijd en
Kaders programma's 2014-2017 | 33
de bezuinigingsopgave waar Leiden voor staat is het nog niet gelukt om deze financiële middelen te realiseren. We beraden ons nu op mogelijke oplossingen mede in overleg met de Stichting vrienden van het Singelpark. Te denken valt aan het opsplitsen van het plan of bijvoorbeeld voorlopig alleen investeren in het vergroenen van bepaalde onderdelen. Er wordt gezocht naar een oplossing die recht zal doen aan de huidige financieel slechte tijd en aan de enthousiaste initiatieven en plannen uit de stad. 5.4 Investeringsprogramma wegen Om tot een functioneel beheer van het wegenareaal te komen actualiseert Stedelijk Beheer jaarlijks het Meerjarenplan Vervangingen Wegen met een perspectief van 5 jaar. In dit meerjarenplan worden vanuit het oogpunt van beheer de benodigde investeringen per jaar voor het vervangen van wegen inzichtelijk gemaakt. Het Meerjarenplan Vervangingen Wegen wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van onderzoeksgegevens. Daarnaast wordt het meerjarenplan enerzijds afgestemd en waar mogelijk gecombineerd met het uitvoeringsprogramma riolering en anderzijds wordt dit afgestemd en waar mogelijk gecombineerd met de ambitieprojecten in Leiden. Voor dat deel van het vervangingsbudget wat niet is gedekt in de ‘rioleringsprojecten’ of in de ‘ambitieprojecten’ moet jaarlijks vervangingsbudget beschikbaar gesteld worden. De budgetten in onderstaande tabel voor het vervangen van wegen zijn gebaseerd op onderzoeksgegevens en gaan uit van een economische afschrijving van 40 jaar. De afstemming met de ‘rioleringsprojecten’ en de ‘ambitieprojecten’ zijn nog niet gemaakt. De ingeboekte ‘in mindering te brengen budgetten voor rioleringprojecten en ambitieprojecten’ betreffen een aanname en zijn zeer ambitieus te noemen. Voor beide is aangenomen dat 25% van het totaal benodigde investeringsvolume wegen in mindering kan worden gebracht. Er bestaat een groot risico dat een deel van de ‘in mindering gebrachte investeringen’ niet gerealiseerd kan worden. Met de behandeling van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) in het najaar van 2013 komen daarmee de afstemmingsgegevens voor de ‘rioleringsprojecten’ beschikbaar voor de periode 2014-2018. De afstemming met de ‘ambitieprojecten’ zal in de 2e helft van 2013 plaatsvinden. Omschrijving investering
2014
2015
2016
2017
Benodigd investeringsvolume wegen voor jaren 2014-2017
4.620
4.350
4.435
4.778
Besparing door combineren werk met werk vanuit riolering
-1.155
-1.087
-1.109
-1.194
Besparing door combineren werk met werk vanuit andere disciplines, ambities en projecten (buiten SB)
-1.155
-1.088
-1.109
-1.195
2.310
2.175
2.217
2.389
Netto te dekken investeringsbedrag wegen
In onderstaande tabel zijn de benodigde investeringen vertaald naar de jaarlijkse kapitaallasten. In het eerste jaar opvolgend waarop de lening (investering) is aangegaan, wordt de eerste termijn van de kapitaallasten belast. Kapitaallasten investeringen
2014
2015
2016
2017
Benodigde kapitaallasten wegen voor jaren 2014-2017
-
278
534
792
Besparing door combineren werk met werk vanuit riolering
-
-69
-133
-198
Besparing door combineren van werk met werk vanuit andere disciplines, ambities en projecten (buiten SB)
-
-70
-134
-198
Netto te dekken kapitaallasten wegen
0
139
267
396
5.5 Inzameling huishoudelijk afval Verlaging bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling Gevulei. De Gevulei wordt opgeheven per 1 januiari 2016. Dit levert vanaf 2016 een structureel voordeel op van € 121.000. Verwerkingscontract huishoudelijk restafval Met betrekking tot het resultaat van het nieuw af te sluiten verwerkingscontract restafval is een voordeel opgenomen van € 1,632 mln. Dit voordeel is slechts een verwachting. Het voordeel kan positief of negatief uitvallen en heeft een risico-aspect in zich. De aanbesteding van het verwerkingscontract vindt voor de zomer plaats, na de zomer is definitief bekend voor welk bedrag wordt aanbesteed. 5.6 Contracten buitenreclame In de programmabegroting 2013 is op het onderdeel Buitenreclame vanaf 2013 structureel een bedrag van € 100.000,- aan extra inkomsten geboekt. Deze opgave zou mede door het plaatsen van een nieuw reclamemast nabij de A4 / Oostvlietpolder of A44 kunnen worden gerealiseerd. Mede door de motie (motie 27 bij Rv 10.0113,
34 | Kaders programma's 2014-2017
Reclamezuil Oostvlietpolder ) om geen reclame toe te staan in de Oostvlietpolder, kan deze opgave/taakstelling vooralsnog niet worden gerealiseerd. 5.7 Buitenreclame, daling aantal contracten Door de aanhoudende negatieve marktontwikkelingen in de reclamemarkt bestaat er een zeker risico dat de huidige reclame-inkomsten onder druk komen te staan.
3.5.4 Bezuinigingen Beheerplannen openbare ruimte Bij de behandeling van de beheerplannen van de kapitaalgoederen is berekend dat er op de kapitaalgoederen Openbare Ruimte een incidenteel tekort is van € 6,792 miljoen en een structureel tekort van € 1,608 miljoen. Hiervoor ontbreekt in de gemeentelijke begroting de dekking – zie raadsvoorstel RV 120141 en moties M1201412/1 en M120141/2. Met betrekking tot het structurele tekort is door de raad gevraagd om met aangepaste dekkingsvoorstellen te komen om de claim van € 1,608 miljoen terug te brengen naar nihil. Naar aanleiding van de bestuurlijke besluitvorming “bezuinigingsopgave overdracht water” en door financieel technische correcties is het geactualiseerde tekort beheerplannen € 1,106 miljoen. Als dekkingsvoorstel zijn de volgende onderwerpen uitgewerkt en zijn de aangegeven te verwachten structurele besparingen te realiseren. Het betreft hier de volgende besparingen: ■ Meerkosten nieuwe stenen (Kadernota KOR2025) € 250.000 ■ Deel groot onderhoud vervalt na activeren vervangingsprojecten wegen € 360.000 ■ Verlaging 2% AKWR € 120.000 en verlaging 2% VAT € 93.000 = €213.000 Stelpost verhoging besparingen beheer openbare ruimte Met betrekking tot het beheer openbare ruimte is een extra taakstelling opgelegd aan Stedelijk Beheer: € 150.000 in 2014, € 150.000 in 2015, € 200.000 in 2016 en € 200.000 in 2017. Deze extra opgelegde bezuinigingen kunnen als volgt gedekt worden. Om de bezuinigingsopgave van € 150.000 voor de jaren 2014 en 2015 te realiseren moeten de aannemerskosten zoals Algemene Kosten Winst en Risico (AKWR) en engineeringskosten zoals Voorbereiding, Administratie en Toezicht (VAT) met 1,4% extra worden verlaagd. Om de bezuinigingsopgave van € 200.000 voor de planjaren 2016 en 2017 te realiseren zal dit percentage extra worden verlaagd naar 1,88%. Hierbij is de verwachting dat er in de huidige markt van laag-conjunctuur zowel op de aanbestede groot onderhoudswerken als op de ingenieursdiensten voordelen te verwachten zijn. Deze aanname brengt wel enige vorm van risico met zich mee in geval de kosten hoger uitvallen of de markt weer aantrekt. Daarnaast worden voor verdere bezuinigingen tot 2017 ook nog mogelijkheden onderzocht om innovaties/best practices uit de praktijk (intelligente volger) te implementeren in onze werkwijze om extra efficiency-slagen te maken. Indien de aangegeven verwachtingen in de loop van de periode 2014-2017 niet voldoende effect sorteren kunnen niet alle projecten worden uitgevoerd en zullen minder onderhouds- en vervangingsprojecten worden uitgevoerd. 2014
2015
2016
2017
0
-139
-267
-396
Beheren wegen: meerkosten stenen naar investeringsprogramma
-250
-250
-250
-250
Beheren wegen: Te vervallen groot onderhoud agv nieuw investeringsprogramma wegen
-360
-360
-360
-360
Verlaging opslag voor Algemene kosten, Winst, Risico en Voorbereiding en Toezicht op aan te besteden werkzaamheden.
-213
-213
-213
-213
Stelpost verhoging besparingen beheer openbare ruimte
-150
-150
-200
-200
Totale besparing op beheerplannen openbare ruimte
-973
-1112
-1290
-1419
Investeringsprogramma wegen: besparing op vervangingsinvesteringen wegen door combineren werk met werk, verlaging kapitaallasten (zie 5.4)
Bedragen * € 1.000
Kaders programma's 2014-2017 | 35
6
Stedelijke ontwikkeling
36 | Kaders programma's 2014-2017
Stedelijke ontwikkeling Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
6 Ruimte en regio Ruimtelijke ordening, binnenstad en publiekszaken
De missie van het programma Stedelijke ontwikkeling luidt: De gemeente Leiden staat voor een optimale ruimtelijke ontwikkeling van de beschikbare, schaarse ruimte van stad en regio die gericht is op een kwalitatief hoogwaardige woon-, werk- en leefomgeving.
3.6.1 Inleiding Leiden werkt aan de stad van morgen. In programma 6 gaat het om de ruimtelijke projecten die voor de Leidse stadsontwikkeling van belang zijn. Ondanks de economische recessie wordt er in Leiden nog daadwerkelijk gebouwd in de stad. Maar ook in Leiden ontkomen we niet aan vertraging of uitstel van projecten. Als gevolg van de recessie hebben we te maken met minder Wabo-aanvragen en hebben de corporaties financiële problemen waardoor minder gebouwd wordt. Wonen is een belangrijk onderdeel van het programma stedelijke ontwikkeling. Leiden is een aantrekkelijke woonstad en studentenstad. Om Leiden aantrekkelijk te houden hebben wij extra woningen en studentenhuisvesting nodig. Dat is in deze tijd best lastig te realiseren. We pakken de kansen die er zijn dan ook met beide handen aan en kijken wat wel mogelijk is in de stad. Leiden kijkt vooruit en pakt door is niet voor niets de titel van de nota Wonen. De gemeente stimuleert dat burgers en ondernemers investeren in de stad waardoor de stad zich blijvend kan ontwikkelen. De gemeente investeert uiteraard zelf ook, zorgt voor financieel-economische onderbouwing van het ruimtelijk beleid en probeert optimaal grond en vastgoed te ontwikkelen, beheren en exploiteren. Door middel van ruimtelijke structuurvisies, gebiedsvisies, specifieke programma’s, bestemmingsplannen en sectoraal beleid draagt de gemeente uit welke ontwikkelrichtingen en kaders voor de stad van morgen nodig en wenselijk zijn en bewaakt ze de samenhang tussen de verschillende initiatieven. Hierbij worden belangrijke thema’s als programma Binnenstad, programma Bereikbaarheid en programma Kennisstad betrokken. Om het ruimtelijke programma te kunnen realiseren is een financieel-economische onderbouwing van de ruimtelijke projecten noodzakelijk. De gemeente verwerft, beheert en verkoopt onroerend goed mede om geld te kunnen genereren voor die projecten. Door middel van PRIL (Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden) doet het college een voorstel aan de gemeenteraad voor bekostiging van die projecten die van groot belang worden gevonden en waarvoor zonder een gemeentelijke bijdrage geen sluitende financiering te verkrijgen valt. Het langetermijnperspectief noodzaakt tot het maken van keuzes. De ruimtelijke investeringsagenda 2025 is als instrument hierbij goed te gebruiken.
Kaders programma's 2014-2017 | 37
3.6.2 Wijzigingen indeling programmabegroting Voor programma 6 worden voor 2014 geen wijzingingen voorgesteld voor de indeling in beleidsterrein, doelen en prestaties.
3.6.3 Financiële mee- en tegenvallers Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
Tegenvaller
6.1
L
6.3 Bezuinigingsvoorstel
2014
2015
2016
2017
Vertraging ontwikkeling Trekvaartplein, latere invulling bezuinging
102
75
50
0
L
Bijdrage aanpak Steenstraat
556
0
0
0
6.2
L
Aanvullende taakstelling programma 6
6.3
B
Bijdrage uit PRIL/vereveningsreserve voor aanpak Steenstraat
Eindtotaal
0
0
-200
-200
-556
0
0
0
102
75
-150
-200
6.1 Trekvaartplein Nadat het Regionale Woonwagenschap is opgeheven zijn haar taken met betrekking tot de Leidse woonwagencentra overgedragen aan de afdeling Vastgoedontwikkeling en Grondzaken van de gemeente Leiden. De afdeling Vastgoedontwikkeling en Grondzaken beheert momenteel woonwagencentrum Trekvaartplein en zorgt voor de huurinning. Door een heroverweging van Portaal in 2010 en intensieve onderhandelingen met bewoners is er vertraging opgetreden en zijn er nog geen kavels uitgegeven. De herstructurering van het Trekvaartplein bevindt zich aan het begin van de uitvoeringsfase. Inmiddels zijn er 88 vaststellingsovereenkomsten met bewoners gesloten, is de eerste fase bouwrijp gemaakt en zijn de 22 nieuwe kavels in deze eerste fase aan bewoners toegedeeld. Gedurende de herinrichting verkoopt de gemeente een deel van de kavels aan Portaal zodat Portaal huurstandplaatsen en huurwoningen kan realiseren. De overige kavels zullen worden verkocht aan bewoners. Hierdoor zullen voor de afdeling Vastgoedontwikkeling en Grondzaken de verhuur- en beheertaken de komende jaren teruglopen. De gemeente zal na de herinrichting geen verhuurtaken meer hebben. De openbare ruimte blijft in eigendom en beheer bij de gemeente.Vanwege de complexe uitvoeringssituatie zal de feitelijke herstructurering gefaseerd moeten plaatsvinden. Door een intensief onderhandeltraject met een groep bewoners is helaas in 2012 meer dan een half jaar vertraging opgetreden. Ook is na aanbesteding bij Portaal voor de bouw van de woningen op TVP gebleken dat de geraamde bouwtijd van 3 maanden een maand per fase langer zal duren. Door de huidige problemen m.b.t. de financiële borging van het project binnen Portaal verwachten we opnieuw enige maanden vertraging op te lopen. De door afbouw van de verhuur- en beheertaken ingeboekte bezuiniging die voorlopig nog niet gerealiseerd kan worden bedraagt € 102.000. Op het moment dat er duidelijkheid is over het definitieve inboeken en de omvang van het besparingspotentieel zal dit volgend jaar bij de perspectiefnota worden aangemeld. 6.3 Bijdrage aanpak Steenstraat Bij de behandeling van de programmabegroting 2013 heeft de Raad motie M120098/22 “De Steenstraat weer rode loper naar de binnenstad” aangenomen. In deze motie wordt het college verzocht om binnen de vereveningsreserve, bij een positieve uitspraak over terugbetaling van provinciaal VINEX geld, 1 miljoen euro te storten in het Stimuleringsfonds Verbetering invulling van de panden aan de Steenstraat en de Stationsstraat. Het college stelt voor een bedrag van € 556.000 beschikbaar te stellen voor de uitvoering van genoemde motie.
3.6.4 Bezuinigingen 6.2 Taakstellingen Voor de taakstelling op het programma Stedelijke ontwikkeling zal onder andere worden gekeken of het mogelijk is deze te realiseren door de realisatie van lagere kosten met betrekking tot beheer en onderhoud vastgoed of door een hogere doorbelasting van uren naar projecten of vastgoedexploitaties. 6.3 Bijdrage aanpak Steenstraat Binnen het 5-jarig perspectief van de Vereveningsreserve Grondexploitaties (2013-2017) is op dit moment een bedrag van maximaal € 556.000 beschikbaar, welke wordt ingezet voor de uitvoering van raadmotie M120098/22 “De Steenstraat weer rode loper naar de binnenstad”.
38 | Kaders programma's 2014-2017
Kaders programma's 2014-2017 | 39
7
Jeugd en onderwijs
40 | Kaders programma's 2014-2017
Jeugd en onderwijs Programmanummer
7
Commissie
Onderwijs en samenleving
Portefeuille(s)
Jeugd, Welzijn & Zorg Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Jeugd en onderwijs luidt: In Leiden krijgen kinderen en jongeren de kans gezond en veilig op te groeien in een stimulerende omgeving, zodat zij hun talenten kunnen ontwikkelen en volwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen.
3.7.1 Inleiding Van veel in het regeerakkoord Rutte II aangekondigde maatregelen is de betekenis en uitwerking vaak nog onduidelijk of zelfs tegenstrijdig. Voor Jeugd en Onderwijs betreft dit de volgende ontwikkelingen: Transitie Jeugdzorg De transformatie van de jeugdzorg heeft grote gevolgen voor de begrotingen van 2015 en verder. Een groot aantal nieuwe taken, met een omvangrijk budget van ruim 3 miljard (landelijk, cijfers 2009). Er vindt echter een flinke korting op dit budget plaats; 150 miljoen in 2015, oplopend naar 450 miljoen (15%) in 2017. Om de taken met minder budget te kunnen uitvoeren is het extra belangrijk om (blijvend) te investeren in het pedagogische klimaat in buurten en wijken, in basisvoorzieningen en preventie; daarnaast wordt verwacht dat het terugdringen van de bureaucratie, m.n. in de indicatiestelling, besparingen oplevert. Een deel van de besparingen zal echter pas op langere termijn gerealiseerd kunnen worden. Een globale schatting van de verwachte financiële gevolgen voor Leiden is te maken door een percentage te nemen van het landelijk budget. Gekozen is om dit percentage op 1 te stellen (ipv de de gebruikelijke 0,8%) omdat sinds 2009 het budget van ruim 3 miljard ongetwijfeld ook is toegenomen. De werkelijke cijfers zullen waarschijnlijk hoger liggen. Bij deze schatting ontvangt Leiden 30 miljoen euro. In 2015 moet daar 1.5 miljoen op bezuinigd worden en dit loopt op tot 4.5 miljoen in 2017. Deze bedragen zeggen pas werkelijk iets in relatie tot de ingezette zorg en ondersteuning. In mei 2013 zal het verdeelmodel, en daarmee het te ontvangen budget per gemeente, bekend worden. Dit model, dat als basis gaat dienen voor toekomstige toedeling, kan afwijken van de historisch gegroeide situatie. Dit betekent dat, afhankelijk van gekozen indicatoren, het budget zowel mee als tegen kan vallen en dus ook de korting af kan wijken van de eerder genoemde 15. In het jaar 2015 wordt naar verwachting nog rekening gehouden met afgegeven indicaties in 2014, zodat gemeenten aangegane verplichtingen kunnen overnemen. De komst van de nieuwe taken zal daarnaast naar alle waarschijnlijkheid gevolgen hebben voor de invulling van bestaande taken, zowel binnen het programma jeugd als tussen begrotingsprogramma’s. Wat dit financieel betekent is deels afhankelijk van de eind 2013/begin 2014 regionaal/gemeentelijk vast te stellen kaders, maar ook van de uiteindelijke jeugdwet: welke ruimte wordt geboden en aan welke verantwoordingseisen moet worden voldaan?
Kaders programma's 2014-2017 | 41
Peuterspeelzaalwerk onder wet kinderopvang In het regeerakkoord 2012 is opgenomen dat de financiering van het peuterspeelzaalwerk onder de Wet Kinderopvang wordt gebracht. Daarbij zal bestaande gemeentelijke financiering worden betrokken (dit vertaalt zich naar verwachting in een uitname uit het gemeentefonds, de hoogte hiervan is nog onbekend). Het is nog onduidelijk of het Rijk het peuterspeelzaalwerk voor iedereen wil financieren, of alleen voor bepaalde doelgroepen. De uitname wordt naar verwachting van het Rijk gedekt door het wegvallen van taken voor gemeenten. De VNG stelt zich juist op het tegenovergestelde standpunt dat een deel van de kinderopvangtoeslag onder verantwoordelijkheid van gemeenten moet komen te vallen. Zij willen hiermee de gemeenten een extra taak geven, waarbij zij een extra storting in het gemeentefonds noodzakelijk achten. De verdere uitwerking van dit onderdeel wordt in de huidige regeerperiode verwacht. Gezien bovenstaande is het nog onduidelijk welke kant de ontwikkeling opgaat en wat de financiële consequenties zijn. VSV –focus op vakmanschap In 2011 is door het Rijk ‘Focus op Vakmanschap’ vastgesteld. De verwachting is alom dat door de uitvoering van de hierin genoemde maatregelen er meer jongeren tussen 18 en 23 jaar zonder startkwalificatie de school zullen verlaten. Een aantal maatregelen dat ingevoerd wordt zijn: Het aantal jaren waarvoor een jongere bekostigd wordt, wordt verkort (wat betekent een verkorte opleidingsduur. De eisen worden niet lager.); er worden hogere eisen gesteld aan taal en rekenen, dit zal niet voor alle jongeren haalbaar zijn; beëindiging van drempeloze instroom op het MBO-niveau 2; en een bindend studie-advies na circa vier maanden op de Entree-opleiding. Doordat jongeren eerder uitvallen of dreigen uit te vallen, zijn er meer extra ondersteunende maatregelen nodig. Jongeren zonder startkwalificatie zijn dubbel zo vaak werkloos. Passend Onderwijs De invoering van Passend Onderwijs is met een jaar uitgesteld naar 1 augustus 2014. Daarmee is ook de planning een jaar opgeschoven. De zorgplicht voor het onderwijs komt met de invoering van “passend onderwijs” bij de regionale samenwerkingsverbanden te liggen. Dit worden grote organisaties - ca. 75 in getal voor het primair onderwijs en evenveel voor het voortgezet onderwijs. In 2012 is overleg gestart met de huidige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar school’ en ‘Voortgezet Onderwijs’. Dit overleg wordt in 2013 met de nieuwe samenwerkingsverbanden die nog in oprichting zijn voortgezet. De verbinding onderwijs-jeugdzorg is inhoudelijk het meest prominente agendapunt. Op korte termijn worden geen omvangrijke consequenties voor onderwijshuisvesting en leerlingenvervoer voorzien, voor de langere termijn is dit vooralsnog onduidelijk. Leiden neemt samen met de andere Holland Rijnlandgemeenten deel aan de voorlopersaanpak. In de pilot ‘vaststellen ondersteuningsbehoefte’ wordt een andere wijze van indiceren uitgeprobeerd. De pilot loopt nog door in 2013. Leerlingenvervoer De zorgplicht voor het vervoer van de leerlingen naar en van de scholen ligt nu bij gemeenten. Vooralsnog is onduidelijk of de verantwoordelijkheid voor het leerlingenvervoer van gemeenten aan samenwerkingsverbanden zal worden overgedragen en wat de (financiële) consequenties daarvan zijn. Onderwijshuisvesting Extra gymnastiekuren primair onderwijs Het kabinet streeft naar meer gymlesuren per week in het primair onderwijs. In het Regeerakkoord is geen tijdsplanning en ook geen bedrag genoemd. Zou dit in regelgeving worden vastgelegd dan moet in Leiden rekening worden gehouden met de noodzaak extra gymnastieklokalen te bouwen. Wat de financiële gevolgen zijn is niet duidelijk. Korting in gemeentefonds op Onderwijshuisvesting In het Regeerakkoord wordt vanwege onderuitputting in de uitgaven voor onderwijshuisvesting een landelijke korting van €256 miljoen op het gemeentefonds voorgesteld. Hoewel de rijksmiddelen voor onderwijshuisvesting niet geoormerkt zijn, is men van mening dat de gemeenten te weinig hieraan hebben uitgegeven. Het jaar van ingang van de korting is 2015. Doorgerekend voor de gemeente Leiden betekent dit een korting van ongeveer € 2,3 miljoen. Volgens de VNG verhoudt deze uitname zich niet tot de methode van uitnames uit het gemeentefonds. Hierover vindt nog overleg tussen Binnenlandse Zaken, Financiën en de VNG plaats. Overbrengen buitenonderhoud naar schoolbesturen In het Regeerakkoord staat vermeld dat de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud zal worden overgeheveld van de gemeenten naar de schoolbesturen. De Staatssecretaris heeft laten weten dat aanvragen voor onderhoud in 2014 uit te voeren de laatste zullen zijn die bij de gemeente ingediend kunnen worden, omdat hij de wetswijziging per januari 2015 wil laten ingaan. Dat betekent dat in 2015 en verder een bedrag
42 | Kaders programma's 2014-2017
uit het gemeentefonds wordt genomen. Tegelijkertijd zijn er ook geen uitgaven voor buitenonderhoud meer vanuit de gemeente. Of de uitnamen voor Leiden ongeveer gelijk zullen zijn aan de bedragen die jaarlijks met buitenonderhoud gemoeid zijn, is nog niet duidelijk. De gemeente Leiden heeft tot nu toe nog nooit om budgettaire redenen aanvragen voor onderhoud aan schoolgebouwen geweigerd. Dit duidt erop dat de staat van onderhoud van de Leidse basisscholen voldoende is. Dit in tegenstelling met wat landelijk weleens wordt beweerd.
3.7.2 Wijzigingen indeling programmabegroting Voor het programma Jeugd en Onderwijs worden voor 2014 geen wijzingingen voorgesteld voor de indeling in beleidsterrein, doelen en prestaties.
3.7.3 Financiële mee- en tegenvallers Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
Tegenvaller
7.1
L
Beheerexpl BS Het Gebouw, beheerkosten
7.2
L
7.4 Meevaller
Technische wijziging
Bezuinigingsvoorstel Eindtotaal
2014
2015
2016
2017
49
49
0
0
Combinatiefunctionarissen, Voortzetten project
0
0
252
252
L
Concierges, inzet vrijval budget voor voortzetting
0
0
308
308
7.1
B
Beheerexpl BS Het Gebouw, lager kapitaallasten
-49
-49
0
0
7.2
B
Peuterspeelzaalwerk, Effeciencyslag SPL
0
0
-154
-154
Deel OAB-budget dat tot 2014 al was ingezet voor combinatiefuncties
0
0
-98
-98
7.4
B
Concierges, vrijval budget
0
0
-308
-308
7.3
L
Afboeking Taakstelling 3 ton onderwijs uit MJB 2013 - -2016
0
0
300
300
Invulling taakstelling 3 ton onderwijs uit MJB 2013 - -2016
0
0
-300
-300
Aanvullende taakstelling programma 7
0
0
-200
-200
0
0
-200
-200
7.5
L
7.1 Beheerexploitatie BS Het Gebouw Bij Raadsbrief (B&W nr. 13.0074) ben u geïnformeerd over het risico van de beheerexploitatie van de brede school Noord Het Gebouw. Door de kwartiermakers VVG BSHG i.o. is als gevolg van diverse factoren een financieel risico op de langjarige beheerexploitatie (horeca en additionele verhuur) geprognosticeerd. Het jaarlijkse risico bedraagt maximaal € 210.000. Dit risico is reëel te achten in de aanloopperiode (de eerste drie jaar), gezien de bouwontwikkelingen rond en herontwikkeling van het Kooiplein en de effecten van afspraken met de Vereniging van Gebruikers die pas na verloop van tijd zichtbaar zullen worden. De verwachting is dat na drie jaar de beheerexploitatie budgettair neutraal kan zijn. Hierbij willen we voor 2014 en 2015 het voordeel op de kapitaallasten à € 49.000, begrotingstechnisch regelen. Vanaf 2014 kan ter dekking een (structureel) bedrag van € 49.000 worden gevonden in vrijvallende afschrijvingskosten op het krediet grondverwerving BSLN. Deze vrijval zal binnen de geldende begrotingsregels incidenteel voor 2 jaar worden overgeheveld naar de begroting subsidie BSLN. Daarna valt deze post vrij ten gunste van de stelpost onderuitputting kapitaallasten. 7.2 Combinatiefunctionarissen Bij de vaststelling van de programmabegroting 2011 (RV 10.0113) is door de raad de motie M10013/29 aangenomen. In deze motie wordt verzocht om uiterlijk bij de perspectiefnota 2012-2015 met voorstellen te komen om er voor te zorgen dat er ook na 2014 voldoende structurele naschoolse activiteiten zijn gericht op sport, cultuur en recreatie. Het project combinatiefuncties is feitelijk pas in de loop van 2011 gestart en heeft een doorlooptijd tot in 2015. Dit betekent dat het vraagstuk van de continuering van de naschoolse activiteiten pas van af 2015 aan de orde is.
Kaders programma's 2014-2017 | 43
In dit kader is in de Brief Voortgang Project Combinatiefuncties, het volgende aangegeven: ‘Wij zullen in de perspectiefnota 2012-2016 de problematiek van de continuering van de naschoolse activiteiten vanaf 2015 reeds aanmelden, maar nog niet met een uitgewerkt voorstel komen. Wij stellen voor eerst de resultaten van de tussentijdse evaluatie af te wachten, omdat die als input kunnen dienen voor een plan voor de situatie vanaf 2015’. Wanneer het project in huidige vorm en omvang na 2014 wordt gecontinueerd, dient er (uitgaande van beschikbaarheid van de Rijksmiddelen Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur) structurele financiering na 2015 (m.i.v. 2016) te worden gevonden van € 442.000 per jaar. Door het aantal fte terug te brengen kan ook de gemeentelijke cofinanciering omlaag. Hierbij dient er wel rekening mee te worden gehouden dat de rijksbijdrage ook naar rato van het aantal fte zal worden aangepast. In aangepast vorm kost het project € 402.000. Voor de incidenteel ingezette middelen uit onderwijsachterstandenbeleid (tot 2014) is nog geen meerjarig bestedingsplan. Deze middelen worden opnieuw ingezet voor combinatiefuncties (€ 98.000). Een verder doorgevoerde efficiencyslag bij st. Peuterspeelzalen, leidt binnen de gemeentelijke begroting tot een structureel voordeel van € 154.000. Ondanks deze bezuinigingen blijven de prestaties van het peuterspeelzaalwerk en onderwijskansenbeleid overeind. Door inzet van deze 2 budgetten (€98.000,- en €154.000) samen met de structurele middelen voor naschoolse activiteiten à € 150.000, wordt het project combinatiefunctionarissen, met een aanpassing van het aantal fte, vanaf 2016 gefinancierd. Hiermee beschouwen we de motie M100113/29 combinatiefunctionarissen in het kader van “impuls brede scholen sport en cultuur” van mevr. S. Bakker (GL) als afgedaa.n 7.3 Taakstelling 3 ton onderwijsbeleid In de Perspectiefnota 2013-2016 is voorgesteld om vanaf 2016 € 300.000 te bezuinigen op lokaal onderwijsbeleid. Via motie ‘M120056/23 bezuiniging lokaal onderwijsbeleid’ wordt het college verzocht voor de volgende perspectiefnota voor de raad inzichtelijk te maken wat de effecten zijn van deze bezuiniging en hierbij de reacties van het werkveld te betrekken. In de motie worden de volgende overwegingen gegeven: ■ Leiden graag een kennisstad wil zijn; ■ In een kennisstad zoveel mogelijk geïnvesteerd zou moeten worden in de talentontwikkeling van alle kinderen, ongeacht hun niveau of schooltype; ■ Met de middelen voor lokaal onderwijsbeleid tal van prachtige initiatieven worden ondersteund variërend van het tegengaan van vroegtijdig schoolverlaten tot onderwijsadvies voor hoogbegaafde kinderen; ■ Voor de raad en het werkveld nu compleet ondoorzichtig is welke consequenties deze bezuiniging zal hebben. Hieronder volgt ons voorstel voor de invulling van de taakstelling. Deze invulling is door de wethouder Onderwijs met de schoolbesturen besproken en zij kunnen zich in het voorstel vinden. Onderwerp
Doel
Totaal
Bezuiniging
Onderwijs asielzoekers
Oude post tbv school voor asielzoekers kinderen.
13.033
Onderwijs monitor
Jaarlijkse rapportage over VVE beleid en basisonderwijs in Leiden. Hierin worden gegevens verzameld die nodig zijn voor rapportage aan het Rijk (sisa onderwijsachterstanden) en beleidsvorming.
79.095
44 | Kaders programma's 2014-2017
Motivatie
Consequenties
13.033
Geen wettelijke taak
Budget wordt nu incidenteel ingezet voor andere onderwerpen.
31.423
Geen wettelijke taak, wel noodzakelijke informatie
Er loopt een traject om de onderwijsmonitor af te slanken en efficiënter tot stand te brengen.
Onderwerp
Doel
Totaal
Bezuiniging
Motivatie
Consequenties
Onderwijs Anderstaligen
Anderstalige leerlingen van 12-18 jaar die pas kort in Nederland zijn een onderwijsprogramma bieden met als doel een succesvolle instroom in VO en MBO. Activiteiten: materiële (huisvestings)voorzieningen, extra niveaugroepen, naschoolse activiteiten met als doel integratie, huiswerk-lessen, etc. Betreft jaarlijks 8 a 10 klassen met max. 15 tot 18 leerlingen.
185.907
80.000
Geen wettelijke taak
Totale begroting Afdeling Anderstaligen: 1,64 miljoen, waarvan OCW 1,35 financiert. Is nog niet besproken met aanbieder (Da Vinci College). School zal misschien deel activiteiten overeind houden maar hoogst waarschijnlijk ook deel moeten schrappen. Hierdoor is voor anderstaligen minder kans op goed doorlopen schoolcarrière.
De Poort
- Reboundtraject voor VO-leerlingen met gedragsproblemen die na afloop van een traject van max. 12 weken teruggaan naar reguliere school. - MBO-traject voor leerlingen die zijn vastgelopen in het VMBO en via De Poort naar het MBO kunnen. In 2011 zaten 55 leerlingen op De Poort. 2/3 hiervan is woonachtig in Leiden. Allen zitten op een school van het samenwerkingsverband Leidse regio.
238.105
50.000
Geen wettelijke taak
Doordat De Poort naar een andere locatie gaat zullen huisvestingskosten ca. 30.000 omlaag gaan. Naast gemeente draagt Onderwijs circa € 158.000 bij. In theorie zou het logisch zijn dat VO meefinanciert; die ontvangt middelen per leerling maar sluist dit niet door naar De Poort. Extra benodigde ondersteuning via passend onderwijs financieren. Dit laatste is de verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband VO. Tot nu toe zijn scholen niet bereid geweest mee te financieren. In sommige andere regio’s wordt de voorziening/ extra hulp op de school van herkomst geboden en niet in een aparte voorziening.
Preventieve Logopedie
Alle kinderen van 5 jaar worden preventief gescreend op spraaktaal problematiek. Uitvoering door logopedisten van OnderwijsAdvies, i.s.m. de basisscholen. Daarnaast is er ruimte voor vraagbaakfunctie voor de scholen.
153.673
20.000
Wettelijke taak vanuit jeugdgezond-heidszorg. Budget is gemeentelijk, ondergebracht bij onderwijs ivm directe link met onderwijs.
Afslanken van de taken. Gemeente moet volgens de wet minimaal het niveau van screening behouden. Bv. door alle scholen alleen aanbod van groepsobservatie te geven, en niet meer keuze van de school (groepsobservatie of individuele screening) te honoreren en ook vraagbaak-functie op te heffen. Of, budget in begroting jeugd onderbrengen (als daar ruimte is).
ICT
Ondersteunen DDS en ICT voorzieningen in het onderwijs
64.610
50.000
Geen wettelijke taak
Niet langer financieren van DDS
School begeleiding
Mogelijk maken van onderwijsondersteuning: aanjaagsubsidies voor bovenschoolse activiteiten (‘lokale prioriteiten’ genoemd). Hieruit wordt bv. het Willie Wortel project betaald.
50.801
30.000
Geen wettelijke taak
Incidentele aanjaagsubsidies kunnen niet meer.
Kaders programma's 2014-2017 | 45
Onderwerp
Doel
Totaal
Bezuiniging
Gemengde Scholen
Vanaf 2012 alleen voor Schoolkeuzegids.
25.554
25.554
Motivatie
Consequenties
Geen wettelijke taak. Informatie is via andere kanalen ook beschikbaar (Onderwijsgids en scholen zelf)
Wettelijk wel de verplichting om met schoolbesturen afspraken te maken.
Voor nadere toelichting op de afdoening van deze motie verwijzen we naar de briefaan uw raad (DIV2013-550) die gelijktijdig met vaststelling van deze PPN 2014-2017 door ons college is vastgesteld. 7.4 Conciërges op school De conciërge regeling loopt in 2015 af. De middelen à € 3 ton zijn structureel beschikbaar in het meerjarenbeeld. De schoolbesturen vinden het zeer wenselijk dat deze regeling doorloopt. De financiering is nu zo dat de gemeente € 3 ton subsidieert en de schoolbesturen betalen zelf ook ruim € 1 ton.
3.7.4 Bezuinigingen 7.5 Taakstellingen Ten aanzien van de taakstelling van €200.000,- op programma 7 met ingang van 2016 stellen wij het volgende voor. In overleg met onze partners gaan wij deze taakstelling nader concretiseren. Hierbij zoeken wij de bezuiniging vooral binnen de budgetten voor onderwijsbeleid. Waar mogelijk zal ook op onderwijshuisvesting worden bezuinigd. Deze werkwijze is ook gevolgd bij de afhandeling van de motie M120056/23 met betrekking tot de invulling van de lopende taakstelling op onderwijsbeleid en is goed bevallen. Een concreet voorstel voor de invulling van de taakstelling zullen wij vervolgens in 2015 bij de Perspectiefnota 2016-2019 voorgeleggen.
46 | Kaders programma's 2014-2017
Kaders programma's 2014-2017 | 47
8
Cultuur, sport en recreatie
48 | Kaders programma's 2014-2017
Cultuur, sport en recreatie Programmanummer
8
Commissie
Onderwijs en Samenleving
Portefeuille(s)
Cultuur, Werk en Inkomen Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Cultuur, sport en recreatie luidt: Cultuur, cultuurhistorie, sport, recreatie en evenementen zijn belangrijk voor de sociale structuur van de stad. Cultuur, cultuurhistorie en evenementen zijn van grote waarde voor de versterking van de positie van Leiden in de regio Randstad. Het aanbod van voorzieningen zal toegankelijk zijn om de ontwikkeling en ontspanning van inwoners te verzekeren en, voor wat betreft cultuur, cultuurhistorie en evenementen, onderscheidend om de centrumfunctie voor bezoekers te benutten.
3.8.1 Inleiding De afgelopen jaren is in de cultuur- en sportsector veel in gang gezet: Muziekcentrum De Nobel, opwaardering Lakenhal, Stadspodia, Erfgoed Leiden, de sportnota 'Verleiden tot bewegen', evenementenbeleid etc. De komende jaren zal geoogst moeten worden. Bij dat oogsten moet in een aantal gevallen rekening gehouden worden met een tegenwerkende conjunctuur. Met name de Stadspodia en BplusC gaan financieel een paar moeilijke jaren tegemoet. Bij BplusC leidt het achterblijven van het jaarresultaat gecombineerd met de ingeboekte taakstellingen tot de conclusie dat de komende jaren minder opbouw van het eigen vermogen kan plaatsvinden en dat de taakstelling uit het verbeterplan later dan in 2013 gerealiseerd kan worden. Dit was reden om met ingang van 2013 geen meerjarige prestatieafspraken met BplusC te maken. Het nog niet behalen van de resultaten van het verbeterplan houdt geen directe financiële tegenvaller in voor de perspectiefnota. Het blijft voor theaters, concertzalen en congreslocaties een moeilijke tijd. De financiële crisis zal nog wel even doorwoekeren en cultuursubsidies staan in toenemende mate onder druk. Forse bezuinigingen bij gezelschappen en het vervallen van podiumgebonden programmeringssubsidies (Fonds Podiumkunsten) impliceren dat het aanbod verschraalt. Stadspodia blijft echter voluit werken aan een brede programmering, met bekende en minder bekende namen en gezichten op de podia. Verder zet Stadspodia sterk in op efficiencyvergroting en verwacht daardoor een verbetering van de exploitatie ten opzichte van de twee voorgaande theaterseizoenen. De raad is hierover apart per brief geinformeerd.
3.8.2 Wijzigingen indeling programmabegroting Erfgoed Leiden en Omstreken en Molen de Valk Op 17 december 2012 heeft de CD ingestemd met het voorstel om het Regionaal Archief Leiden, waaronder ook het team Monumenten en Archeologie valt, om te vormen tot een zelfstandige instelling binnen de gemeente. Vanaf die datum gaat dit centrum verder als Erfgoed Leiden en Omstreken. De status van het centrum is te vergelijken met die van Stedelijk Museum De Lakenhal.
Kaders programma's 2014-2017 | 49
Om ambities en doelstellingen te realiseren is het zeer wenselijk, zo niet noodzakelijk, dat ook in de prestaties en budgetten een samenvoeging plaatsvindt. Dit zal de daadkracht van de instelling ten goede komen. Met de vorming van dit historisch kenniscentrum is het onderscheid tussen archief, monumenten en archeologie niet meer scherp te leggen. Het centrum heeft als voornaamste doel en ambitie om op integrale wijze ‘het verhaal van de stad te vertellen’. Dat wordt vertaald in een verschillende (ICT)projecten die geen onderscheid meer kennen in de oorspronkelijke pijlers waarop de instelling is gebouwd. Molen de Valk is bij de instelling gevoegd omdat ze goed aansluit bij het verhaal van de stad en tegelijk is daarmee een bedrijfsrisico opgelost dat zij door haar geringe omvang liep. Door bovenstaande ontwikkeling komt de doelenboom van de doelen 8A1 en 8B1 er als volgt uit te zien (overige doelen blijven hetzelfde): Beleidsterrein
Doel
Prestatie
8A Cultuur
8A1 Een breed en divers cultuuraanbod met meer kwaliteit en vernieuwing en een regionaal en/of nationaal bereik
8A1.1 Doen aanbieden van een breed en divers kunst- en cultuurprogramma door de gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen 8A1.2 Nieuwbouw Muziekcentrum de Nobel 8A1.3 Exploitatie Stedelijk Museum de Lakenhal 8A1.4 Restauratie en nieuwbouw Stedelijk Museum de Lakenhal
8B Cultureel erfgoed
8B1 Het Leids verleden wordt duurzaam ingezet als onderscheidende kracht: kennis en collecties op het gebied van cultureel erfgoed zijn bruikbaar voor diverse groepen en het cultureel erfgoed wordt behouden voor toekomstige generaties
8B1.1 Exploitatie en beheer Erfgoed Leiden en Omstreken 8B1.2 Exploitatie en beheer Molen de Valk 8B1.3 Toezicht en handhaven op monumenten
3.8.3 Financiële mee- en tegenvallers Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
Tegenvaller
8.1
L
Verhoging Subsidie Stadspodia
8.2
L
8.3 8.1
Meevaller
Bezuinigingsvoorstel
2014
2015
2016
2017
69
67
67
65
Lakenhal, aanvullend Programmageld tot aan verbouwing
100
100
100
0
L
IJshal, Uitovering motie bij RV12.0118
100
100
100
0
L
Vrijval bedrijfsvoeringsbudget concern ivm overheveling budget aan Stadspodia
-19
-17
-17
-15
Vrijval bedrijfsvoeringsbudget concern ivm overheveling budget aan Stadspodia
-50
-50
-50
-50
8.4
L
Aanvullende taakstelling programma 8, aandeel cultuur
0
0
-200
-200
8.5
L
Aanvullende taakstelling programma 8, aandeel sport
0
0
-200
-200
200
200
-200
-400
Eindtotaal
8.1 Stadspodia Leiden Bij de verzelfstandiging van Stadspodia Leiden BV is er voor gekozen om de investeringen m.b.t. de ‘oude’ Leidse Schouwburg niet aan de BV (incl. middelen) over te dragen, maar derhalve bij de gemeente Leiden in de boeken te laten staan. De kosten van de kapitaallasten worden verrekend met de subsidie aan Stadspodia. Nu is de kapitaallast o.b.v. de rekening lager dan begroot op moment van verzelfstandiging (basis; investeringsprogramma 2012). Dit voordeel is nu ten gunste gebracht van de stelpost vrijval kapitaallasten, maar moet gecorrigeerd worden op het subsidiebedrag. Tevens is in dit proces geen rekening gehouden met de kosten à € 50.000 die begroot zijn binnen de afdelingskostenplaatsen van concern, dat bestemd is voor personeel van de Leidse Schouwburg.
50 | Kaders programma's 2014-2017
Betreft een technische correctie. Dekking wordt gevonden binnen de op de afdelingskostenplaatsen van concern hiervoor aanwezige budgetten. De kapitaallasten zijn structureel lager, de vrijval wordt jaarlijks ten gunste van de stelpost ‘vrijval kapitaallasten’ gebracht. 8.2 Programmabudget Lakenhal In 2009 en 2010 zijn noodzakelijke budgetten voor programmering (€ 200.000) en vast personeel (€130.000) beschikbaar gesteld voor Museum De Lakenhal. Deze bedragen zijn echter maar voor vier jaar toegekend. Het wegvallen van het budget voor vast personeel kan intern opgevangen worden door lagere lasten tijdens de restauratie en uitbreiding. Vanaf 2017 is in de kadernota restauratie en uitbreiding (mei 2012) dekking gevonden om de budgetten structureel te maken. Om actief en zichtbaar te blijven tijdens de periode 2014-2016 is het noodzakelijk om jaarlijks over € 100.000 programmageld te beschikken. Hiermee kan ook de lengte van de sluitingsperiode voor de restauratie en uitbreiding worden beperkt. Uit de ervaring in het verleden blijkt dat dit budget noodzakelijk is om fondsen, particulieren en bedrijven bereid te vinden om bij te dragen aan projecten en tentoonstellingen. Uit ervaring blijkt dat het beschikbare programmageld door matching verviervoudigd kan worden. Er is binnen het budget van Museum De Lakenhal geen ruimte om het wegvallen van het programmageld op te vangen. De budgetten zijn reeds sterk versoberd door ombuigingen voor vast personeel (€ 190.000) en door gemeentebrede bezuinigingen (€ 107.000). Recente jaren hebben laten zien dat ondanks strakke bedrijfsvoering, de bedrijfsvoeringsreserve aangesproken dient te worden. Gezien de onzekerheden in de nabije toekomst blijft de bedrijfsvoeringsreserve daarom noodzakelijk om risico’s de komende jaren af te dekken. Wanneer er geen programmageld beschikbaar is zal het museum in 2014, 2015, 2016 slechts zeer beperkt actief en zichtbaar kunnen zijn. Door de overige bezuinigingen en terugval in budgetten is er ook elders geen ruimte voor programmering, publiekscampagnes of overige versterking van externe communicatie. Door het wegvallen van middelen voor matching zal het niet mogelijk zijn voor programmering bijdragen van fondsen, particulieren en bedrijven te verwerven. Door het niet actief en zichtbaar kunnen zijn van het museum zal het werven van sponsoren voor de Restauratie en Uitbreiding zeer moeilijk worden. 8.3 IJshal De Stichting Leidse IJshal heeft voor een periode van vier jaar een jaarlijkse bijdrage in de kosten van de exploitatie ontvangen van € 100.000 als overbrugging naar een nieuwe of gerenoveerde ijshal. Deze periode loopt ad op 31-12-2013. De gemeenteraad heeft in de nieuwe sportnota besloten om € 4.000.000 beschikbaar te stellen als bijdrage in de kosten van de renovatie van de bestaande ijshal. De raad heeft daarbij ook een motie aangenomen om de tijdelijke exploitatiesubsidie van € 100.000 voor de Stichting IJshal te continueren tot het gereedkomen van de gerenoveerde ijshal. Dat betekent dat de exploitatiesubsidie nog drie jaar dient te worden gecontinueerd (2014,2015 en 2016). Het voorstel is om de subsidie te dekken door te onttrekken aan de Reserve "kapitaallasten sportaccommodaties". Door deze onttrekking aan de Reserve "kapitaallasten sportaccommodaties" dient het vastgestelde krediet verlaagd te worden met € 300.000,-.
3.8.4 Bezuinigingen 8.4 Taakstelling cultuur De taakstelling op het gebied van cultuur zal de komende jaren verder ingevuld worden, in overleg met culturele instellingen. Hierbij worden de hiervoor genoemde instellingen (Lakenhal en Stadspodia) die reeds omvangrijke taakstellingen of verbeterplannen hebben, voor de komende jaren ontzien. Uitgangspunt zal de cultuurnota zijn, alsmede het profijtbeginsel. Zo zal met BplusC in overleg gegaan worden om de tariefstelling voor volwassenen meer in overeenstemming met de regiogemeenten te brengen. 8.5 Taakstelling sport De algemene taakstelling zal voor wat betreft het onderdeel sport van dit programma zo mogelijk worden ingevuld door toekomstige efficiency als gevolg van de doorontwikkeling van het huidige Sportbedrijf Leiden.
Kaders programma's 2014-2017 | 51
9
Welzijn en zorg
52 | Kaders programma's 2014-2017
Welzijn en zorg Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
9 Onderwijs en Samenleving Jeugd, Welzijn & Zorg
De missie van het programma Welzijn en Zorg luidt: De gemeente Leiden wil een stad zijn waarin alle mensen, inclusief die met een zorgbehoefte, actief kunnen participeren en zelf de regie in handen hebben bij de wijze waarop hun zorgbehoefte wordt vervuld. Het gemeentelijke beleid is gericht op het activeren van mensen om hen in staat te stellen zelf deel te nemen aan de samenleving. Daarnaast organiseren we een vangnet voor de ondersteuning van zeer kwetsbare burgers die onvoldoende in staat zijn om voor zichzelf te zorgen.
3.9.1 Inleiding Van veel in het regeerakkoord Rutte II aangekondigde maatregelen is de betekenis en uitwerking vaak nog onduidelijk. Eén gezin, één plan, één regisseur is het uitgangspunt bij de decentralisaties in het sociale domein. Een en ander moet ertoe bij gaan dragen dat de eigen kracht, het sociale netwerk en de voorzieningen in Leiden beter worden benut. Het accent zal steeds liggen op participatie in de samenleving, aldus het regeeraccoord. Hoe dit adagium voor wat betreft het programma Welzijn en Zorg de komende jaren precies vorm gaat krijgen is nog niet helemaal uitontwikkeld. Vooralsnog is een begin gemaakt door de indeling van dit programma vrijwel gelijk te laten zijn aan dat van het beleidsplan maatschappelijke ontwikkeling 'Iedereen telt mee'. De uitbreiding van de WMO met begeleiding en persoonlijke verzorging vindt plaats in 2015. Deze decentralisatie zorgt, samen met de transitie Jeugd en de Participatiewet voor een grote verandering van het sociaal domein.
3.9.2 Wijzigingen indeling programmabegroting De doelenboom van programma 9 is in overeenstemming gebracht met de indeling van het beleidsplan maatschappelijke ontwikkeling 'Iedereen telt mee'. Beleidsterrein
Doel
Prestatie
9A Sociale binding en participatie
9A1 Sociale binding
9A1.1 Doen organiseren van een passend voorzieningenaanbod dat aansluit op de sociale situatie van de wijk
9A2 Participatie
9A2.1 Doen organiseren van: ■ activiteiten ter bevordering van maatschappelijke participatie ■ emancipatiebevorderende activiteiten
9A3 Ontmoeting en sociale netwerken
9A3.1 Doen organiseren van: ■ sociale cohesie bevorderende activiteiten ■ activiteiten ter voorkoming van sociaal isolement
9A4 Actief burgerschap
9A4.1 Doen bevorderen van cliëntbetrokkenheid en publieksparticipatie
Kaders programma's 2014-2017 | 53
9A Sociale binding en participatie
9A5 Stevig vrijwilligersnetwerk
9B Preventie
9B1 Burgers zijn zo (lang mogelijk) zelfredzaam en goed geïnformeerd
9A5.1 Ondersteuning van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties 9A5.2 Doen uitvoeren van de vijf basisfuncties ter ondersteuning van vrijwilligerswerk: vertalen maatschappelijke ontwikkelingen, verbinden en makelen, versterken, verbreiden en verankeren 9B1.1 Doen organiseren van een samenhangend aanbod van informatieverstrekking, advies en cliëntondersteuning aan burgers 9B1.2 Doen uitvoeren van maatschappelijke dienstverlening
9B2 Goed ondersteunde en geïnformeerde mantelzorgers
9B2.1 Doen uitvoeren van het Leids Mantelzorgakkoord 2013
9B3 Gezondheidsproblemen (zo veel mogelijk) voorkomen
9B3.1 Doen uitvoeren van wettelijke basistaken gezondheidszorg
9B2.2 Het vergroten van de bekendheid en de mogelijkheden van ondersteuning van mantelzorgers
9B3.2 Uitvoeren van bijzondere opdrachten (JOGG, alcoholbeleid) 9B3.3 Doen uitvoeren van Collectieve Preventie GGZ 9B3.4 Doen bevorderen samenwerking 0de, 1ste en 2de lijnszorg
9C Maatwerk en kwaliteit
9C1 Eén integraal plan voor zorg en ondersteuning op maat
9C1.1 Organiseren integrale toegang naar ondersteuning en zorg 9C1.2 Geïntegreerde uitvoering 9C1.3 Inrichten sociale wijkteams
9C2 Kwalitatief goed aanbod
9C2.1 Doen uitvoering geven aan het werken volgens kwaliteitsstandaarden 9C2.2 Doen organiseren van kwaliteitscontrole
9D Kwetsbare groepen (maatschappelijk opvang, OGGZ en verslavingsbeleid)
9C3 Mensen met een beperking zijn in staat zelfstandig te leven en te participeren
9C3.1 Ontwikkelen algemeen en collectief aanbod
9D1 Stabiele leefsituatie voor kwetsbare groepen t.a.v. huisvesting, financiën en dagactiviteiten en gezondheid
9D1.1 Doen uitvoering geven aan:: ■ preventie t.a.v. verslaving en dak- en thuisloosheid; ■ signalering, vroeginterventie en toeleiding naar zorg van mensen met problemen rond verslaving, dakloosheid, psychiatrische problematiek en ex-gedetineerden; ■ zorg en begeleiding t.b.v. herstel aan mensen met problemen rond verslaving, dakloosheid, psychiatrische problematiek en exgedetineerden en vreemdelingen in nood; ■ opvang en huisvesting aan mensen met problemen op gebied van dakloosheid in combinatie met bijvoorbeeld verslaving en/of psychiatrische problematiek en opvang van ex-gedetineerden.
9D2 Voorkomen van geweld in huiselijke kring, het stoppen van geweld en herstel van veiligheid in het huishouden of gezin.
9D2.1 Doen uitvoering geven aan: ■ preventie, signalering en vroeginterventie t.a.v. geweld in huiselijke kring; ■ stoppen van geweld en waarborgen van veiligheid in het huishouden of gezin; ■ zorg en hulpverlening aan en zo nodig opvang van slachtoffers van geweld in huiselijke kring.
9C3.2 Aanbieden van individuele WMO-voorzieningen
3.9.3 Financiële mee- en tegenvallers Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
2014
2015
2016
2017
Tegenvaller
9.1
L
WMO, uitwerking zorgakkoord
700
0
0
0
9.3
L
Invoering sociale wijkteams op basis van rijksbeleid
0
500
500
500
9.4
L
Het inrichten en opbouwen van sociale wijkteams, eigen beleid
145
100
50
0
9.5
L
Subsidies vreemdelingenorganisaties, niet realiseren van taakstelling door uitblijven verwachte daling
100
100
100
100
9.6
L
Subsidiebureau, aframen taakstelling
180
180
388
388
54 | Kaders programma's 2014-2017
Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Meevaller
Bezuinigingsvoorstel
Nr.
L/B
Onderwerp
2014
2015
2016
2017
9.7
L
Continuering JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht)
67
67
67
0
9.1
L
WMO, besparing
-50
0
0
0
9.2
L
Vervoersvoorziening
-400
-400
-400
-400
Woonvoorzieningen
-250
-250
-250
-250
9.3
B
Decentralisatie-uitkering van het Rijk voor invoering sociale wijkteams
0
-500
-500
-500
9.4
L
Raad- en daadwinkels, inzetten voor sociale wijkteams
-145
-145
-145
-145
9.6
B
Vermindering administratieve lasten
-180
-180
-388
-388
167
-528
-578
-695
Eindtotaal
9.1 WMO uitwerking Zorgakkoord In het Zorgakkoord is opgenomen dat het beroep op de bestaande huishoudelijke hulp in de WMO voor nieuwe cliënten in 2014 niet beëindigd zal worden. De landelijke bezuiniging van € 90 miljoen wordt echter niet teruggedraaid. Voor Leiden is dat een nadeel van € 700.000. 9.2 WMO individuele voorzieningen In de rekening 2012 is een voordeel gerealiseerd op de individuele vervoers- en woonvoorzieningen. Het grootste deel van het voordeel is bij 2e bestuursrapportage afgeroomd maar niet structureel. Het structurele voordeel bedraagt € 650.000. Het voordeel is voortgekomen uit aanbestedingen in het verleden en door hergebruik. Het voordeel doet zich ook voor in 2013. Daarvan wordt € 50.000 overgeheveld naar 2014 om een deel van het nadeel van het WMO Zorgakkoord te dekken. 9.3 Inrichten en opbouwen van sociale wijkteams/Decentralisatie-uitkering Rijk Na de zomer van 2012 is de gemeente gestart met het inrichten van sociale wijkteams en het ontwikkelen van hun werkwijze. De ambitie is dat elke wijk in Leiden een wijkteam krijgt. Per januari 2013 zijn we daarom gestart met een pilotteam in Boshuizen. We streven er naar om voor 1 januari 2014 nog een aantal sociale wijkteams in te richten. Vanaf 2014 volgen de overige teams. Het inrichten en opbouwen van sociale wijkteams maakt deel uit van een landelijke ontwikkeling van nieuwe werkvormen binnen het sociale domein op de leefgebieden werken, leren, wonen, sociale relaties, inkomen, vrije tijd en gezondheid. Een nieuwe praktijk als voorbereiding op toekomstige uitdagingen (de 3-decentralisatie en stijgende zorgkosten) en antwoord op huidige knelpunten (niet efficiënte en effectieve ondersteuning van bewoners). Een efficiënte en effectieve uitvoering binnen het sociale domein is belangrijk. Die moeten we anders en met minder organiseren, zodat een groter maatschappelijk effect bij (groepen) bewoners wordt bereikt en het minder kost, we meer vertrouwen krijgen in wat mensen zelf kunnen en minder professionele drukte organiseren. De leefsituatie van bewoners is in de uitvoering sturend, organisatorische grenzen zijn daaraan ondergeschikt. Complexe problematiek in een huishouden krijgt een gezamenlijke aanpak en een sterke aansturing nabij. Het doorvoeren van verandering in het sociale domein is niet alleen een kwestie van structuren wijzigen. Het vraagt met name om een andere manier van denken en handelen van overheden, organisaties en bewoners en een lange adem. Het is een cultuurverandering met elementen zoals ‘zorgen dat’, ‘zelfredzaamheid en zelfregie’, ‘maatwerk’, ‘vraaggericht’, ‘1 plan voor alle leefgebieden’, ‘praten met bewoners’ en ‘outreachend’. De structurele exploitatie van sociale wijkteams bestaat uit personeelskosten en overige kosten bestaande uit huisvesting, ICT en communicatie. De personeelskosten worden deels gedekt via de prestatie-overeenkomsten van de betrokken instellingen. Vanaf 2015 is structureel € 500.000 nodig. In het Zorgakkoord is opgenomen dat gemeenten via het gemeentefonds een stuctureel bedrag zullen ontvangen voor de kosten van de sociale wijkteams. Deze baten worden geraamd op € 500.000. 9.4 Inrichten en opbouwen van sociale wijkteams/budget raad en daadwinkels inzetten Een deel van de (voorbereidings)kosten wordt gedekt, vanaf 2014, uit het resterend budget van de raad en daadwinkels. De raad en daadwinkels stoppen per 1-1-2014 conform aangenomen motie bij begroting 2010. De motie vraagt om de dienstverlening te behouden. In een nieuwe vorm wordt de dienstverlening meegenomen in de ontwikkelingen van de sociale wijkteams. Het resterende budget van de raad en daadwinkels (in het meerjarenbeeld was 2014 was reeds een bezuiniging verwerkt van € 105.000) wordt ingezet voor de inrichting van sociale wijkteams en vanaf 2017 kan het resterende budget volledig vrij vallen. In principe stoppen de huidige raad en daad-winkeliers per 1 januari 2014. Eventuele kosten die nog doorlopen of ontstaan in 2014 n.a.v. de opheffing worden ook uit dit budget gedekt. 9.5 Subsidies vreemdelingenorganisaties
Kaders programma's 2014-2017 | 55
Door een bezuiniging uit 2010 is er met ingang van 2014 een aanzienlijke korting op het budget voor de opvang en zorg van uitgeprocedeerde asielzoekers en andere vreemdelingen in nood. De bezuiniging was gebaseerd op de aanname dat de behoefte aan opvang zou afnemen door de sluiting van Nieuweroord, de Pardonregeling en een sluitende aanpak in het vreemdelingenbeleid van de rijksoverheid. Omdat de aanpak van de Rijksoverheid nog steeds niet sluitend is, is de behoefte aan opvang nog steeds niet substantieel afgenomen, hetgeen betekent dat er voor de komende jaren meer geld nodig is dan nu is begroot. Er wordt daarom voorgesteld om de subsidie van STUV voor personeel en organisatie in plaats van € 18.000 met € 8.000 te korten en het budget voor huisvestingskosten en leefgelden op te hogen van € 90.000 naar € 180.000. 9.7 Jongeren op gezond gewicht 26 November 2010 is een initiatiefraadsvoorstel (11.0010) ‘Leiden tot JOGG-gemeente maken’ door de VVD ingediend en aangenomen door de Gemeenteraad. Vervolgens is op 8 februari 2011 middels een B&W-besluit (11.0123) ‘Collegestandpunt Jongeren Op Gezond Gewicht’ het definitieve formele besluit genomen om het Programma JOGG in Leiden te implementeren en duurzaam te bestendigen. Echter, de benodigde financiële middelen à € 67.000,- per jaar gedurende 5 jaar (2012-2016) zijn als gevolg van een administratieve fout, met uitzondering van het begrotingsjaar 2012, nooit in de (meerjaren)begroting opgenomen. Aangezien een verplichting is aangegaan met het landelijk JOGG-bureau (B&W-besluit 11.0700), alsmede met de extern geworven Programmaleider JOGG Leiden, zijn deze financiële middelen vanzelfsprekend onontbeerlijk en dienen derhalve alsnog beschikbaar te worden gesteld c.q. te worden opgenomen in de (meerjaren)begroting.
3.9.4 Bezuinigingen 9.6 Vermindering administratieve lasten Door de aansturing en regie met subsidies verder te professionaliseren kunnen instellingen eenvoudiger verantwoording afleggen, waardoor de overhead hierop verlaagd kan worden, en een verbeterde kosten/baten verhouding voor wat betreft de besteding van subsidiegelden ontstaat. Dit speelt bij de grote instellingen. De bezuiniging ad € 180.000 zal worden omgeslagen over de grote instellingen, naar rato van het bedrag dat zij aan subsidie ontvangen. Vanaf 2016 wordt deze verhoogd van € 180.000 naar € 383.000. Een verdere omslag van dit bedrag over de grote instellingen is voor zover nu te overzien is dan niet meer reëel. De wijze waarop deze verhoging kan worden ingevuld wordt komend jaar verder bekeken.
56 | Kaders programma's 2014-2017
Kaders programma's 2014-2017 | 57
10
Werk en inkomen
58 | Kaders programma's 2014-2017
Werk en inkomen Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
10 Werk en financiën Cultuur, werk en inkomen Bereikbaarheid, Financiën en Economie
De missie van het programma Werk en inkomen luidt: De gemeente Leiden stimuleert haar inwoners om door werk zelfstandig in het bestaan te voorzien, bevordert maatschappelijke participatie en biedt waar nodig een financieel vangnet.
3.10.1 Inleiding Wet- en regelgeving op het gebied van Werk en Inkomen zijn voortdurend in ontwikkeling. Participatiewet / Sociaal akkoord / Toekomst Sociale werkvoorziening Het kabinet Rutte I diende het wetsvoorstel Werken naar vermogen in. In het regeerakkoord Rutte II werd dit voorstel gewijzigd in de Participatiewet. Beide voorstellen gaan uit van één regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt door het samenvoegen van (het grootste deel van) de doelgroepen van de WWB, WSW en Wajong. Op 11 april 2013 hebben werkgevers en werknemers een sociaal akkoord afgesloten dat inhoudelijk sterk afwijkt van de Participatiewet. Het kabinet heeft zich aan de afspraken geconfirmeerd. Om deze reden wordt het wetsvoorstel opnieuw gewijzigd. De ingangsdatum van de Participatiewet verschuift naar 1 januari 2015. De verantwoordelijkheid voor werk voor arbeidsgehandicapten komt te liggen bij regionale werkbedrijven die worden aangestuurd door gemeenten en werkgevers. Re-integratie van bijstandsgerechtigden wordt uitgevoerd door de werkpleinen, waarin werkgevers, werknemers en gemeente samenwerken. De in het sociaal akkoord gemaakte afspraken worden nog nader uitgewerkt. Voor wat betreft de inhoud van de Participatiewet is veel onduidelijk. Het sociaal akkoord roept veel vragen op over de rol en de beleidsvrijheid van de gemeenten. De verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers wordt groter maar de verdeling van de middelen van het Rijk blijft wel via de gemeenten lopen. Er komt één ongedeeld budget voor WWB, WSW en Wajong. Minimabeleid Het kabinet heeft het voornemen om de categoriale bijzondere bijstand per 1 juli 2014 af te schaffen en meer de nadruk te leggen op individuele voorzieningen. Zo komt volgens de regering het geld voor armoedebestrijding terecht bij de mensen die het echt nodig hebben. Ook de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en andere regelingen voor mensen met specifieke zorgkosten worden ingetrokken. In plaats daarvan komt er een ‘maatwerkvoorziening’ onder de WMO. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op het Leids minimabeleid.
Kaders programma's 2014-2017 | 59
3.10.2 Wijzigingen indeling programmabegroting Voor programma 10 worden voor 2014 geen wijzingingen voorgesteld voor de indeling in beleidsterreinen, doelen en prestaties.
3.10.3 Financiële mee- en tegenvallers Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
Tegenvaller
10.5
L
Rijksbezuinigingen
Meevaller
Bezuinigingsvoorstel
10.5
2014
2015
2016
2017
WSW Storting voorziening oninbaar
0
0
60
143
B
WSW Lagere netto toegevoegde waarde
0
280
823
1.340
B
WSW participatiewet, lagere Rijkssubsidie
0
605
1.785
2.905
WSW efficiencykorting
0
396
923
1.351
WSW Lagere opbrengst begeleid werken
0
21
56
87
-150
-150
-150
-150
-1.100
-1.100
-1.100
-1.100
-110
-110
-110
-110
0
-732
-2.201
-3.600
10.1
L
Lagere premie Z&Z
10.2
B
Verhoging participatiebudget
10.4
L
Besparing op WSW loonkosten
10.5
L
WSW lagere loonkosten door krimp
10.3
L
Voordelen minimabeleid
-350
-350
-350
-350
10.5
L
WSW Structurele ombuigingen DZB
-400
-700
-1.100
-1.400
B
WSW bijdrage overige gemeenten,
0
0
-60
-143
L
risicoreservering voor invoering participatiewet
270
516
397
439
-1.840
-1.324
-1.027
-588
10.6 Eindtotaal
10.1 Lagere premie Z&Z Vorig jaar heeft een aanbesteding plaatsgevonden van de collectieve ziektekostenregeling voor de Leidse minima voor de periode 2013-2016. Dat heeft geleid tot een voordeel van € 50.000 in de vorm van een lagere nominale premie (direct voordeel voor de minima) en € 150.000 lagere premie voor de aanvullende verzekering (voordeel voor gemeente). Hoewel het inkoopvoordeel betrekking heeft op vier jaar wordt aangenomen dat het voordeel structureel is. 10.2 Verhoging prticipatiebudget (Rijk) / Verlaging Leids participatiebudget Het participatiebudget onderdeel re-integratie (exclusief nieuwe doelgroepen participatiewet) dat de komende jaren van het Rijk wordt ontvangen is hoger dan op dit moment opgenomen in de meerjarenbegroting. In de meerjarenbegroting was een sterkere afname voorzien en die afname werd gecompenseerd met het beschikbaar stellen van gemeentelijke middelen. Deze compensatie kan nu meerjarig worden verlaagd. Het betreft een structureel voordeel van € 1,1 miljoen vanaf 2014. 10.4 Besparing op WSW loonkosten De loonkosten WSW stijgen in 2013 met 2,2% als gevolg van stijgende werkgeverslasten en het inwerkingtreden van nieuwe CAO bepalingen. DZB vangt deze kostenstijging bijna volledig op in haar werkbegroting. Het bedrag dat niet kan worden opgevangen (€ 67.000) wordt in 2013 aan de bedrijfsreserve onttrokken. Een gedeelte (€ 177.000) van de kostenstijging betreft een door de CAO bepaalde eenmalige uitkering. Met ingang van 2014 kan als gevolg daarvan een bedrag van € 110.000 (€ 177.000 - € 67.000) worden afgeraamd. 10.5 Wet sociale werkvoorziening WSW storting voorziening oninbaar De verwachte invoering van de Participatiewet heeft financiële gevolgen voor de WSW begroting van DZB. Er zal een bijdrage aan de overige gemeenten worden gevraagd. De bijdrage van de overige gemeenten wordt wel als een risico ingeboekt. WSW lagere netto toegevoegde waarde
60 | Kaders programma's 2014-2017
Het aantal SE zal als gevolg van het sociaal akkoord vanaf 2015 met een gemiddeld percentage van 5% per jaar dalen als gevolg van natuurlijke uitstroom. De NTW van DZB zal hierdoor dalen. WSW lagere loonkosten door krimp De verwachte invoering van de Participatiewet heeft financiële gevolgen voor de WSW begroting van DZB. Er zal enerzijds sprake zijn van een efficiencykorting op de WSW subsidie en anderzijds van het sluiten van de WSW regeling voor nieuwe instroom. Het aantal SE zal als gevolg van deze maatregelen dalen met een gemiddeld percentage van 5% per jaar als gevolg van natuurlijke uitstroom.
3.10.4 Bezuinigingen 10.3 Voordelen minimabeleid Begin 2012 is het Leids minimabeleid aangepast. Het besluit is genomen om de woonlastenregeling te stoppen per 2013 na een afbouw in 2012. In hetzelfde besluit is opgenomen dat de doelgroep voor de regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen per 2013 wordt verkleind. Het structurele voordeel (€ 250.000) van deze maatregelen was nog niet in het meerjarenbeeld verwerkt. Daarnaast is in de rekening 2012 een voordeel ontstaan van € 100.000 op de verstrekkingen Minimabeleid waarvan aangenomen wordt dat dit structureel is. Het gaat hier niet om een nieuwe beleidswijziging. 10.5 WSW participatiebudget, lagere rijkssubsidie, efficiencykorting, lagere opbrengst begeleid werken, structurele ombuigingen en bijdrage overige gemeenten De verwachte invoering van de Participatiewet heeft financiële gevolgen voor de WSW begroting van DZB. Als gevolg van alle maatregelen ontstaat er een structureel tekort dat in 2017 € 2,083 miljoen zal bedragen (2905+1351+87+1340-3600). Zoals toegezegd in de visie van DZB (RV 12.0019) zal DZB € 1,4 miljoen door extra ombuigingen kunnen dekken. Er resteert in 2017 dan een tekort van € 683.000. Voor 21% van dit tekort zal een bijdrage aan de overige gemeenten worden gevraagd (€ 143.000 in 2017) Voor Leiden is het resterend tekort dan € 540.000. De efficiencykorting wordt pas in 2020 in volle omvang toegepast. Het resterend ongedekt tekort zal dan € 2,2 miljoen bedragen, waarvan de bijdrage overige gemeenten (€ 589.000) als risico moet worden ingeboekt. Indien er meer in de breedte van DZB als organisatie gebruikt wordt gemaakt zijn er ook meer synergie- en efficiency resultaten te behalen en zal dit tekort verder omlaag kunnen worden gebracht. Deze scenario’s worden verder uitgewerkt. 10.6 Risicoreservering voor invoering participatiewet Een deel van de bovengenoemde ombuiging wordt gestort in de DZB reserve zachte landing rijksbezuinigingen.
Kaders programma's 2014-2017 | 61
3.11 Algemene dekkingsmiddelen Organisatieontwikkeling en bedrijfsvoering Onderstaande ontwikkelingen vormen de meest in het oog springende voor de bedrijfsvoering en de inrichting van de organisatie de komende jaren: ■ Door decentralisatie van taken, en, op onderdelen, schaalvergroting neemt de complexiteit en de taakomvang van de gemeentelijke organisatie toe. De besturing van een deel van de taken wordt indirecter, en delen we meer en meer samen met medeoverheden en/of andere partners. Tegelijkertijd wordt de samenleving kritischer waardoor de druk op presteren en verantwoorden toeneemt. De ‘besturing op afstand’ in combinatie met de toenemende behoefte aan beheersing stelt scherpe eisen aan (ambtelijke advisering ten behoeve van) bestuurlijk toezicht en contractmanagement vanuit de organisatie. ■ Als gevolg van onze financiële positie neemt de druk op de kosten van de bedrijfsvoering toe. Verdere besparingen kunnen we realiseren door de ‘lean’-heid en flexibiliteit van onze werkprocessen te verbeteren. Dat vergt, in samenhang, aanpassing en ontwikkeling van management, personeel, informatievoorziening en werkplekinrichting. Onze collega’s bij de regiogemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude kennen vergelijkbare opgaven; Servicepunt71 begeleidt en ondersteunt ons gezamenlijk. Daar is onlosmakelijk mee verbonden dat de beantwoording van genoemde vraagstukken een regionaal karakter krijgt. ■ Het streefbeeld is om in de aansturing van de organisatie het aantal managementlagen terug te brengen. We bundelen de komende jaren daartoe taken die veel samenhang kennen. Enerzijds krimpt de formatie als gevolg van financiële taakstellingen, anderzijds hebben we te maken met uitstroom als gevolg van vergrijzing. De opgave is de komende jaren om formatiekrimp, uitstroom, en veranderingen in werkwijzen voor de organisatie als geheel in balans te houden. Een toename in de mobiliteit en flexibiliteit van ons personeel is hierbij cruciaal. ■ Het acteren in een uitdijend netwerk van partners en medeoverheden voor de ontwikkeling en het beheer van de stad vraagt om het vermogen om toegang tot kennis en bijbehorende informatiestromen te krijgen, en anderen hiertoe toegang te geven. Informatie zal meer en meer aanjager worden voor innovatie. ■ Binnen de publieke dienstverlening, met name het sociale domein, is de opgave om vorm en inhoud te geven aan het stimuleren van de zelfredzaamheid van inwoners. Dat geldt voor de bestaande taken, en ook voor de nieuwe taken die met de decentralisatie van rijkstaken naar ons toe komen. ■ Tot slot is op het gebied van organisatieontwikkeling en bedrijfsvoering ook de strategieontwikkeling van de ambtelijke huisvesting van belang. In de komende periode zal door de raad een besluit worden genomen over de huisvesting van de ambtelijke organisatie vanaf 2020.
3.11.1 Financiële mee- en tegenvallers Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
Tegenvaller
11.2
B
11.4 11.7
Meevaller
Bezuinigingsvoorstel
Technische wijziging
2014
2015
2016
2017
Dividend Dunea
100
100
100
100
B
Beleggingen, rentevergoeding aan reserves
500
500
500
500
L
Subsidies, aframing huidige taakstelling
1.200
2.400
3.000
3.000
Subsidies, nieuwe invulling taakstelling door toepassen nul-lijn
-640
-1.280
-1.920
-2.560
-2.000
-2.000
-2.000
-2.000
-710
-1.420
-2.130
-2.840
11.1
B
Financieringsresultaat
11.3
B
Precariobelasting, voordeel door uitstel afschaffing
11.5
L
Onderuitputting kapitaallasten
-1.850
-1.650
-1.550
-1.305
11.9
L
Ontwikkeling kapitaallasten vervangingsinvesteringen
-2.484
-1.597
-1.877
53
11.6
L
Gemeenschappelijke regelingen, nullijn gemeenschappelijke regelingen als aandeel in neergang algemene uitkering
0
-1.100
-1.100
-1.100
11.8
L
Korting op toekenning jaarlijkse indexering bedrijfsvoering
-200
-560
-1.560
-2.560
-75
-75
-75
-75
11.10 L
62 | Kaders programma's 2014-2017
Invulling taakstelling contributies mjb 2013 - 2016
Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp afboeking taakstelling contributies mjb 2013 - 2016
Eindtotaal
2014
2015
2016
2017
75
75
75
75
-6.084
-6.607
-8.537
-8.712
11.1 Financieringsresultaat Op basis van de eindbalans 2012 naar de stand per 19-3-2013 is het financieringsresultaat 2013 berekend. Ondertussen is er meer duidelijkheid over de effecten van de transactie verkoop aandelen en de toewijzing naar de verschillende reserves en de daaraan verbonden rente-effecten. De effecten voor het financieringsresultaat in combinatie met de blijvend lage renteniveau’s voor zowel de langlopende als de kortlopende geldleningen leveren een substantieel voordeel op dat naar verwachting structureel is. 11.2 Dividend Dunea Vanaf 2013 hebben wij een dividenduitkering van drinkwaterbedrijf Dunea begroot van € 100.000. Op korte termijn is er echter geen zicht op opheffing van het verbod op het uitkeren van Dividend. Voor het opheffen van het verbod op uitkering van dividend is geen meerderheid van aandeelhouders beschikbaar. 11.3 Precariobelasting Het wetsvoorstel tot afschaffing van de precariobelasting op ondergrondse leidingen is nog altijd niet vastgesteld door het Kabinet. Op korte termijn is geen zicht op indiening van een voorstel bij de Kamer. Wij stellen voor de jaarlijks geraamde teruggang in de meerjarenraming 2013 - 2016 van € 710.000 per jaar tot nader orde uit te stellen. 11.4 Beleggingen De bespaarde rente op reserves en voorzieningen wordt bepaald door de omvang van deze vermogensbestanddelen. Op basis van de balans 2012 is een prognose voor 2013 en verder gemaakt. De bespaarde rente valt, als rekening wordt gehouden met de “niet geraamde rentegerelateerde stortingen”, nadelig uit omdat de omvang van de reserves die dienen als algemeen dekkingsmiddel lager uitvallen dan bij de begroting is aangenomen. Dit nadeel heeft een directe relatie met voordeel in het finacieringsresultaat. 11.5 Stelpost onderuitputting kapitaallasten Door vertraging in de beschikbaarstelling en uitvoering van investeringen treedt jaarlijks een voordeel op in de berekende kapitaallasten. Dit voordeel ramen wij structureel in. 11.7 Invulling taakstelling Subsidies De taakstelling op subisidies wordt ingevuld door het toepassen van de nul-lijn. De subsidies worden de komende jaren niet geindexeerd. Dit levert onvoldoende op om de taakstelling uit de Meerjarenraming 2013 - 2016 volledig in te vullen. Om deze tegenvaller op te vangen is op de betrokken programmas een nadere taakstelling opgenomen. Met uitzondering van Programma 9. 11.9 Ontwikkeling kapitaallasten De cashflow van de lopende investeringen en het investeringsprogramma zijn opnieuw berekend. Dit levert in de jaren 2014 - 2016 incidentele voordelen op. Vanaf 2017 is het investeringsprogramma structureel verwerkt. Zie verder paragraaf 4.3 11.10 Invulling taakstelling contributies Het college heeft besloten de taakstelling contributies uit de meerjarenraming 2012 - 2015 in te vullen door het opzeggen van het lidmaatschap van een aantal verenigingen/overlegorganen. Het gaat om: ■ Vereniging Benchmark Shared Services; ■ Platform 31; ■ Vereniging Deltametropool. Algemene uitkering Gemeentefonds Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
2014
2015
2016
2017
Rijksbezuinigingen
12.1
B
Algemene uitkering, korting BTWcomp.fonds
1.400
3.800
3.900
3.900
12.2
B
Algemene uitkering, korting "Samen trap op en af"
-1.400
-900
2.100
4.200
12.3
B
Algemene uitkering, uitname onderbesteding onderwijshuisbesting
0
2.400
2.400
2.400
Kaders programma's 2014-2017 | 63
Meevaller, tegenvaller, bezuiniging
Nr.
L/B
Onderwerp
12.4
B
Algemene uitkering, risicoreservering door stagnatie woningbouwontwikkeling
12.5
B
12.6
B
Eindtotaal
2014
2015
2016
2017
0
1.000
1.000
1.000
Algemene uitkering, afloop suppletieuitkering afschaffing OZB woningen gebruikers.
1.400
1.400
0
0
Algemene uitkering, doorwerking Aanvullende maatregelen kabinet voorjaar 2013
1.215
1.215
1.215
1.215
2.615
8.915
10.615
12.715
12.1. Instandhouden BTW-Compensatiefonds In het bestuurlijk overleg van 18 januari 2013 is afgesproken dat het BTW-compensatiefonds niet wordt afgeschaft, zoals dat nog was opgenomen in het regeerakkoord van kabinet Rutte II. Echter, de opgenomen bezuinigingen in dat regeerakkoord blijven wel in stand. Het gemeentelijk aandeel bedraagt in 2014: 174 miljoen ofwel 15 punten uitkeringsfactor, en daarenboven 2015: 310 miljoen ofwel 26 punten uitkeringsfactor. 1 uitkeruingspunt is voor Leiden afgerond € 95.000 12.2. Samen trap op en af systematiek In het regeerakkoord 2012 van het kabinet Rutte II zijn vele maatregelen opgenomen voor de jaren 2013 t/m 2017. Na aftrek van € 4 miljard investeringen (met name aan het begin van de regeercyclus) is er een nettobedrag van € 16 miljard mee gemoeid. Niet alle maatregelen hebben via de Netto Gecorrigeerde RijksUitgaven (NGRU) hun weerslag op het gemeentefonds. In de startnota zijn de effecten nog eens goed nagerekend en dat leidt ten opzichte van de septembercirculaire 2012 tot een daling van het gemeentefonds in de genoemde jaren van cumulatief € 409 miljoen. Dat is als volgt te specificeren: 2013: + 89 mln = + 8 punten 2014: +188 mln = + 16 punten 2015: +123 mln = + 10 punten 2016: -268 mln = -22 punten 2017: -541 mln = -45 punten 12.3. Korting AU voor uitname onderbesteding onderwijshuisvesting Er vindt een uitname uit het gemeentefonds plaats van de middelen die in de verdeling toegerekend worden aan onderwijshuisvesting, maar daar niet aan uitgegeven worden, zoals geconstateerd in de motie Van Haersma Buma (Tweede Kamer, vergaderjaar 20112012, 33 000, nr. 12). In het overleg met de VNG is van de zijde van het Rijk nadrukkelijk aangegeven dat de uitname niet verbonden is aan een gemeentelijke taakwijziging – zoals in verband met het buitenonderhoud primair onderwijs. Het betreft een algemene korting die door het Rijk wordt aangewend voor versterking van het primair onderwijs. 12.4. Stagnatie woningbouwontwikkeling Wij houden rekening met een lagere toename van het aantal woningen. Op basis van de nieuwe woningbouwmonitor zullen wij bij de begroting 2014 nader berekenen wat de financiële gevolgen precies zullen zijn. Dit is mede afhankelijk van de landelijke ontwikkeling van het aantal woningen. Als die toename lager is dan geraamd in de septembercirculaire dan leidt dat tot een hogere uitkering voor Leiden. (het zogenaamde 2e orde effect in de algemene uitkering.) 12.5. Afloop suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers Voor de jaren 2014 en 2015 wordt een reele groei in het gemeentefonds verwacht. Deze reele groei wordt voor Leiden verrekend met de suppletie-uitkering. Vanaf 2016 is al een afloop van deze uitkering geraamd van € 2 miljoen. 12.6. Aanvullende maatregelen kabinet voorjaar 2013 Van de 4,3 miljard aan extra rijksbezuinigingen werkt 22% (900 mln) door naar het gemeentefonds. Voor Leiden gaat het per saldo om € 1.215.000. Overige taakmutaties Een aantal taakmutaties is nog niet verwerkt in de raming van de algemene uitkering en deze Perspectiernota. Samen met de meicirculaire 2013 zullen wij voor de programmabegroting 2014 deze taakmutaties, voorzover budgettair neutraal, verwerken. Hierbij gaat het onder andere om de WMO en de wijziging voor vermindering van het aantal politieke ambtsdragers/raadsleden. Over de gevolgen van de mei-circulaire zullen wij de raad tussentijds informeren.
64 | Kaders programma's 2014-2017
3.11.2 Bezuinigingen 11.6 Gemeenschappelijke regelingen Van de gemeenschappelijke regelingen verwachten wij een bijdrage in de daling van het gemeentefonds. In onderling overleg stemmen de colleges van B&W in regionaal verband af welke bijdrage zij verwachten van de gemeenschappelijke regelingen in de komende jaren. Inmiddels zijn de wethouders Financiën van Holland Rijnland en Hollands Midden bijeen geweest om gezamenlijke afspraken te maken voor de financiële kaders voor al hun gemeenschappelijke regelingen vanaf het begrotingsjaar 2015 tot en met 2018. Op basis van de diverse gesprekken met de gemeenteraden naar aanleiding van de Perspectiefnota's en de Junicirculaire van het Rijk komt men tot een nieuw financieel kader voor de periode 2015 tot en met 2018 voor de diverse Gemeenschappelijke Regelingen. 11.8 Bedrijfsvoering Als aandeel in de totale bezuinigingsopgave verwachten wij ook van de gemeentelijke organisatie een bijdrage in de bezuinigingsopgave. Deze nieuwe taakstelling voeren wij door door het toepassen van de nullijn op de de bedrijfsvoeringsbudgetten. Deze taakstelling komt bovenop de huidige taakstellingen op de bedrijfsvoering. Deze taakstellingen lopen op tot afgerond € 20 miljoen structureel. Ter uitvoering van deze taakstellingen zullen wij onder andere een operatie "stofkam" uitvoeren, waarbij wij ook de kleinere uitgaven in de organisatie tegen het lichte zullen houden. Daarbij denken wij aan facilitaire kosten, abonnementen, verzekeringen, vergaderkosten etc.
Kaders programma's 2014-2017 | 65
66 | Kaders programma's 2014-2017
Hoofdstuk 4
4 Uitgangspunten meerjarenbegroting 2014-2017 4.1 Loon-, en prijs- en belastingontwikkeling 4.1.1 Onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing Op dit moment is er geen aanleiding de opbrengst van deze belasting en heffingen verder aan te passen voor areaalontwikkelingen. Bij het opstellen van de begroting 2014 zullen de op dat moment aanwezige meest recente gegevens worden verwerkt. 4.1.2 Loon en prijscompensatie gemeente Leiden 2014-2017 Het indexpercentage voor de begroting 2014 wordt afgeleid van het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau dat in april 2013 is verschenen. Op dit plan is de algemene uitkering gebaseerd die in de meicirculaire aan de gemeenten wordt meegedeeld. Vervolgens bepalen wij de loon- en prijsmutatie voor 2014. 4.1.3 Financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen Om de uitgangspunten in de regio te harmoniseren is een Werkgroep financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen in het leven geroepen, bestaande uit financieel adviseurs van Leiden, Gouda, Nieuwkoop en Katwijk. De afspraken die in deze werkgroep gemaakt zijn gelden voorlopig t/m 2014. Inmiddels zijn de wethouders Financiën van Holland Rijnland en Hollands Midden bijeen geweest om gezamenlijke afspraken te maken voor de financiële kaders voor al hun gemeenschappelijke regelingen vanaf het begrotingsjaar 2015 tot en met 2018. Op basis van de diverse gesprekken met de gemeenteraden naar aanleiding van de Perspectiefnota's en de Junicirculaire van het Rijk komt men tot een nieuw financieel kader voor de periode 2015 tot en met 2018 voor de diverse Gemeenschappelijke Regelingen.
4.2 Ontwikkeling algemene uitkering Gemeentefonds 2013-2017 Algemene uitkering Gemeentefonds Soort nr. L/B ontwikkeling nieuw
Onderwerp
2014
2015
2016
2017
Rijks12.1 bezuinigingen
B
Algemene uitkering, korting BTW-comp.fonds
1.400
3.800
3.900
3.900
12.2
B
Algemene uitkering, korting "Samen trap op en af"
-1.400
-900
2.100
4.200
12.3
B
Algemene uitkering, uitname onderbesteding onderwijshuisbesting
0
2.400
2.400
2.400
12.4
B
Algemene uitkering, risicoreservering door stagnatie woningbouwontwikkeling
0
1.000
1.000
1.000
12.5
B
Algemene uitkering, afloop suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers.
1.400
1.400
0
0
12.6
B
Algemene uitkering, doorwerking Aanvullende maatregelen kabinet voorjaar 2013
1.215
1.215
1.215
1.215
2.615
8.915
10.615
12.715
Eindtotaal
12.1. Instandhouden BTW-Compensatiefonds In het bestuurlijk overleg van 18 januari 2013 is afgesproken dat het BTW-compensatiefonds niet wordt afgeschaft, zoals dat nog was opgenomen in het regeerakkoord van kabinet Rutte II. Echter, de opgenomen bezuinigingen in dat regeerakkoord blijven wel in stand. Het gemeentelijk aandeel bedraagt in 2014: 174
Uitgangspunten meerjarenbegroting 2014-2017 | 67
miljoen ofwel 15 punten uitkeringsfactor, en daarenboven 2015: 310 miljoen ofwel 26 punten uitkeringsfactor. 1 uitkeruingspunt is voor Leiden afgerond € 95.000 12.2. Samen trap op en af systematiek In het regeerakkoord 2012 van het kabinet Rutte II zijn vele maatregelen opgenomen voor de jaren 2013 t/m 2017. Na aftrek van € 4 miljard investeringen (met name aan het begin van de regeercyclus) is er een nettobedrag van € 16 miljard mee gemoeid. Niet alle maatregelen hebben via de Netto Gecorrigeerde RijksUitgaven (NGRU) hun weerslag op het gemeentefonds. In de startnota zijn de effecten nog eens goed nagerekend en dat leidt ten opzichte van de septembercirculaire 2012 tot een daling van het gemeentefonds in de genoemde jaren van cumulatief € 409 miljoen. Dat is als volgt te specificeren: 2013: + 89 mln = + 8 punten 2014: +188 mln = + 16 punten 2015: +123 mln = + 10 punten 2016: -268 mln = -22 punten 2017: -541 mln = -45 punten 12.3. Korting AU voor uitname onderbesteding onderwijshuisvesting Er vindt een uitname uit het gemeentefonds plaats van de middelen die in de verdeling toegerekend worden aan onderwijshuisvesting, maar daar niet aan uitgegeven worden, zoals geconstateerd in de motie Van Haersma Buma (Tweede Kamer, vergaderjaar 20112012, 33 000, nr. 12). In het overleg met de VNG is van de zijde van het Rijk nadrukkelijk aangegeven dat de uitname niet verbonden is aan een gemeentelijke taakwijziging – zoals in verband met het buitenonderhoud primair onderwijs. Het betreft een algemene korting die door het Rijk wordt aangewend voor versterking van het primair onderwijs. 12.4. Stagnatie woningbouwontwikkeling Wij houden rekening met een lagere toename van het aantal woningen. Op basis van de nieuwe woningbouwmonitor zullen wij bij de begroting 2014 nader berekenen wat de financiële gevolgen precies zullen zijn. Dit is mede afhankelijk van de landelijke ontwikkeling van het aantal woningen. Als die toename lager is dan geraamd in de septembercirculaire dan leidt dat tot een hogere uitkering voor Leiden. (het zogenaamde 2e orde effect in de algemene uitkering.) 12.5. Afloop suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers Voor de jaren 2014 en 2015 wordt een reele groei in het gemeentefonds verwacht. Deze reele groei wordt voor Leiden verrekend met de suppletie-uitkering. Vanaf 2016 is al een afloop van deze uitkering geraamd van € 2 miljoen. 12.6. Aanvullende maatregelen kabinet voorjaar 2013 Van de 4,3 miljard aan extra rijksbezuinigingen werkt 22% (900 mln) door naar het gemeentefonds. Voor Leiden gaat het per saldo om € 1.215.000. Overige taakmutaties Een aantal taakmutaties is nog niet verwerkt in de raming van de algemene uitkering en deze Perspectiernota. Samen met de meicirculaire 2013 zullen wij voor de programmabegroting 2014 deze taakmutaties, voorzover budgettair neutraal, verwerken. Hierbij gaat het onder andere om de WMO en de wijziging voor vermindering van het aantal politieke ambtsdragers/raadsleden. Over de gevolgen van de mei-circulaire zullen wij de raad tussentijds informeren.
4.3 Ontwikkeling kapitaallasten 2014-2017 Het totaal van de kapitaallasten in het meerjarenbeeld 2014 – 2017 laat ten opzichte van het huidige meerjarenbeeld (2013 - 2016) de volgende ontwikkeling zien: Meerjarenbeeld kapitaallasten
2014
2015
2016
2017
2013 - 2016
49.564
51.545
56.411
56.399
2014 - 2017
48.272
47.829
51.194
56.406(*
verschil:
-1.292
-3.716
-5.217
7
68 | Uitgangspunten meerjarenbegroting 2014-2017
In de hierboven geschetste ontwikkeling van kapitaallasten wordt nog geen volledig beeld over de voor- en nadelen van kapitaallasten die worden verrekend met reserves of zijn gedekt door inkomsten. Rekening is gehouden met de volgende verrekening: Meerjarenbeeld kapitaallasten totaal correcties:
2014
2015
2016
2017
- 1.192
2.119
-3.302
46
De aard en omvang van de correctie is divers en varieert van de correctie van de stelpost kapitaallasten tot verrekening van kapitaallasten met reserves/overige inkomsten. Ten opzichte van het bestaande meerjarenbeeld 2013 - 2016 geeft dit de volgende budgettaire ontwikkeling in de meerjarenkapitaallasten te zien: Meerjarenbeeld kapitaallasten totaal na correcties:
2014
2015
2016
2017
-2.484
-1.597
-1.877
53
Conform kaders voor het berekenen van de kapitaallasten is het besluit over de beheerplannen openbare ruimte (met uitzondering van de nieuwe aanmelding op programma 5, wegen) en de kadernota sport in de kapitaallastenontwikkeling verwerkt. Op basis van deze meest recente doorrekening is in de jaren 2014 t/m 2016 sprake van budgettaire voordelen. Dat is in lijn met de ontwikkeling van de kapitaallasten van eerdere Perspectiefnota’s. In de regel is sprake van vertragingen in investeringen waardoor kapitaallasten in de tijd later ontstaan. (* De kapitaallasten voor 2017 zijn berekend op de volledige uitvoering van het investeringsprogramma 2013 2016. Dit om het structurele effect van het investeringsprogramma zichtbaar te maken in de Meerjarenraming 2014 - 2017. De meerjarenraming moet volgens de voorschriften structureel sluitend zijn. Naar verwachting zal er zich ook in 2017 onderuitputting van kaptiaallasten voordoen door vertraging in de uitvoering van geplande investeringen. Bijvoorbeeld de investeringen voor het programma bereikbaarheid, LAB71. In 2017 houden we rekening met een incidentele onderuitputting van €2.500.000. Zie voor de inzet van dit bedrag paragraaf 2.4. De opbouw van de ontwikkeling van de kaptiaallasten per programma is: Meerjarenbeeld kapitaallasten
2014
2015
2016
2017
Programma 1
-110
-143
-143
-147
Programma 2
1
1
1
0
Programma 3
1
1
1
1
Programma 4
-193
-692
-3.871
606
Programma 5
-554
-401
-344
-20
Programma 6
-399
-333
-137
-123
Programma 7
-384
-381
-243
320
Programma 8
-209
-107
-91
-34
-6
-6
-6
-6
-631
465
2.956
-544
-2.484
-1.597
-1.877
53
Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen Totaal
4.4 Onderhoud kapitaalgoederen Openbare ruimte en sportvoorzieningen In 2012 zijn beleidskaders en beheerplannen voor de kapitaalgoederen in de openbare ruimte en sportvoorzieningen vastgesteld. De onderhoudsvoorzieningen zijn met het vaststellen van de jaarrekening 2012 op orde gebracht. In deze Perspectiefnota zijn de beheerbudgetten en de kapitaallasten van de vervangingsinvesteringen verwerkt. Daarmee is met het vaststellen van deze perspectiefnota de beheerplannen voor de openbare ruimten en de sportvoorzienigen financieel afgerond. Voor de komende jaren ligt er nu de uitdaging om de beheerplannen te realiseren.
Uitgangspunten meerjarenbegroting 2014-2017 | 69
Gemeentelijk vastgoed Voor het gemeentelijk vastgoed wordt een nadere onderzoeksopdracht opgesteld naar de lasten van de vastgoedexploitaties; met name die van maatschappelijk vastgoed en monumenten. In deze Perspectiefnota is het onderhoud voor de komende 10 jaar gefinancierd. Er moet echter wel op basis van het binnenkort vast te stellen beleidskader vastgoed en de daarop gebaseerde huren voor de Perspectiefnota 2015 – 2018 een nieuwe lange termijn doorrekening worden gemaakt van de diverse vastgoedexploitaties.
4.5 Weerstandsvermogen & balansverkorting In theorie bestaat de beschikbare weerstandscapaciteit uit een incidenteel en een structureel deel. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat in principe uit de concernreserve, de bestemmingsreserves, de langlopende voorzieningen, de begrotingspost onvoorzien en aanwezige stille reserves. De structurele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang van toekomstige bezuinigingsmogelijkheden en het onbenutte deel van de belastingcapaciteit. Het is een politieke afweging om te bepalen welke delen van de incidentele en structurele componenten men tot de weerstandscapaciteit wil rekenen. In het beleidskader weerstandsvermogen en risicomanagement is hierover opgenomen dat wanneer de benodigde weerstandscapaciteit groter is dan de beschikbare weerstandscapaciteit, het college in de paragraaf weerstandsvermogen een voorstel over de wijze hoe het hiermee om wil gaan. Wanneer de benodigde weerstandscapaciteit groter is dan 2% van de begrotingslasten, kan het college in zijn voorstel overwegen ook bestemmingsreserves en stille reserves mee te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. In de raadsvergadering over de Programmabegroting 2013-2016 is een amendement aanvaard waarin op basis van de uitkomsten van de berekening van het weerstandsvermogen bij deze begroting, een bedrag van € 3.441.744 uit de reserve compensatie dividend NUON geoormerkt is als extra weerstandscapaciteit naast de reeds beschikbare weerstandscapaciteit van € 10.000.000 in de concernreserve. Met de uitkomsten van beide stresstesten indachtig, wordt bij de Perspectiefnota 2014-2017 bezien in hoeverre de weerstandscapaciteit van de gemeente anders vorm gegeven zou kunnen of moeten worden. Dit tevens naar aanleiding van het raadsbesluit bij de Nota van bevindingen bij de jaarrekening 2011 waarin de raad het college opriep “een voorstel te doen om het aantal reserves terug te brengen, inclusief een heroverweging op de hoogte van de harde ondergrens van de Concernreserve en de toegenomen risico’s daarbij te betrekken”.
4.6 Invoering Wet HOF De wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) is in voorbereiding. De wet vormt de vertaalslag van de normering zoals die door de EU-regeringsleiders in het aangepaste Stabiliteits- en Groeipact zijn afgesproken en beoogt aan de gemeenten een inspanningsverplichting op te leggen om te voldoen aan de afgesproken normen voor het EMU-saldo. Het conceptwetvoorstel is in september ingediend bij de Tweede Kamer, besluitvorming in de Tweede Kamer heeft nog niet plaatsgevonden. Uit de ingediende wettekst blijkt dat de micronorm (norm per gemeente) is losgelaten en dat de macronorm (de sector gemeenten) leidend wordt. Per gemeente komt er wel een referentienorm, maar hier wordt geen toezicht op gehouden Een nadere uitwerking van de wet Hof zal plaatsvinden in een uitvoeringsbesluit. Dit uitvoeringsbesluit is van belang voor de gemeenten omdat hierin de praktische uitvoering van de wet nader wordt vormgegeven. Eind januari heeft de VNG een onderhandelaarsakkoord bereikt met het kabinet, onder andere over de wet HOF. Het akkoord houdt in het kort in dat het EMU-tekort van de mede overheden gefaseerd zal moeten dalen naar -0,2% in 2017. De extra sanctie (een korting op het gemeentefonds) die in de wet staat blijft in de wet gehandhaafd, echter in deze kabinetsperiode zal zo'n sanctie niet worden toegepast. Voor de meerjarenbegroting 2014-2016 zal de wet HOF derhalve nog geen financiële impact hebben er van uitgaand dat het kabinet tot en met 2016 handhaaft. In 2017 is het nog onduidelijk wat de consequenties zouden kunnen zijn. Gezien de investeringsopgave zal Leiden micro bezien niet binnen het gemeentelijk toegestane EMU-saldo blijven. De meerjarige EMU-saldi voor de gemeente Leiden zijn nu nog niet bekend maar zullen bij de begroting 2014 nauwkeuriger worden opgesteld.
4.7 Ruimtelijke Investeringsagenda Begin 2013 is de nota plankosten Leiden vastgesteld. In de bestuursrapportage 2013 wordt gerapporteerd over de implementatie en de uitputting van de reserve bedrijfsvoering plankosten. Ook is de Ruimtelijke Investeringsagenda 2013 onlangs in de raad behandeld, waarin we sturen op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad door vast te leggen waar de prioriteiten liggen. De Ruimtelijke Investeringsagenda is een dynamische lijst, die jaarlijks wordt bijgewerkt. Dat geeft elk jaar twee lijsten: de Ruimtelijke Investeringsagenda voor het
70 | Uitgangspunten meerjarenbegroting 2014-2017
komende jaar en de Ruimtelijke Agenda 2025 met daarop de lang lopende projecten. Gestreefd wordt naar een procedure waarbij de ruimtelijke investeringsagenda gelijktijdig behandeld wordt met de perspectiefnota en Pril het perspectief of onderdeel is van de perspectiefnota. Dit om een integrale afweging op enig moment mogelijk te maken.
Uitgangspunten meerjarenbegroting 2014-2017 | 71
72 | Uitgangspunten meerjarenbegroting 2014-2017
Hoofdstuk 5
5 Bijlagen 5.1 Totaaloverzicht financiële ontwikkelingen Samevatting Perspectiefnota 2014 - 2017
2014
2015
2016
2017
Rijksbezuinigingen
2.615
9.937
13.379
17.058
Tegenvallers
5.309
10.697
7.475
8.893
Bezuinigingsvoorstellen
-2.583
-6.880
-7.850
-9.020
Meevallers
-9.908
-12.836
-15.332
-16.931
0
0
0
0
-4.567
918
-2.328
0
V
N
V
2014
2015
2016
2017
Technische wijzigingen Eindtotaal
totaal
-5.977 V
5.2 Totaaloverzicht bezuinigingen Nr.
L/B
Onderwerp
1.3
L
Heroverweging taken Holland-Rijnland
0
0
-390
-390
1.4
L
Aanvullende taakstelling programma 1
0
0
-100
-100
2.1
L
Aanvullende taakstelling programma 2
0
0
0
-100
3.1
L
Besparing op Startersbeleid
-75
-75
-90
-90
3.2
L
Aanvullende taakstelling programma 3
0
0
0
-100
4.2
L
Vrijval kapitaallasten afsluiten krediet reconstructie BrahmslaanDebussystraat en Sweelincklaan
-15
-15
-15
-15
-105
-105
-105
-105
Digitalisering parkeercontrole en handhaving
0
0
-400
-400
Digitalisering parkeercontrole en handhaving, investering
0
1.000
0
0
B
Digitalisering parkeercontrole en handhaving, dekking investering parkeerreserve
0
-1.000
0
0
B
Investering Oude Kooi, bijdrage vereveningsreserve
0
-2.200
0
0
Investering Oude Kooi, bijdrage voorziening riolering
0
-1.000
-500
0
-973
-973
-1.023
-1.023
Vrijval kapitaallasten Vijf Meilaan 4.4
5.2
L
5.3
L
Dekkingsvoorstel beheerplannen Openbare ruimte
5.4
L
Besparing op vervangingsinvesteringen wegen door combineren werk met werk, verlaging kapitaallasten
0
-139
-267
-396
6.2
L
Aanvullende taakstelling programma 6
0
0
-200
-200
6.3
B
Bijdrage uit PRIL/vereveningsreserve voor aanpak Steenstraat
-556
0
0
0
7.5
L
Aanvullende taakstelling programma 7
0
0
-200
-200
8.4
L
Aanvullende taakstelling programma 8, aandeel cultuur
0
0
-200
-200
8.5
L
Aanvullende taakstelling programma 8, aandeel sport
0
0
-200
-200
9.6
B
Subsidiebureau, “Vermindering administratieve lasten”.
-180
-180
-388
-388
10.3
L
Voordelen minimabeleid
-350
-350
-350
-350
10.5
L
WSW Structurele ombuigingen DZB
-400
-700
-1.100
-1.400
Bijlagen | 73
Nr.
L/B
Onderwerp
B
WSW bijdrage overige gemeenten,
10.6
L
risicoreservering voor invoering participatiewet
11.7
L
Gemeenschappelijke regelingen, nullijn gemeenschappelijke regelingen als aandeel in neergang algemene uitkering
11.9
L
Korting op toekenning jaarlijkse indexering bedrijfsvoering Eindtotaal
2014
2015
2016
2017
0
0
-60
-143
270
516
397
439
0
-1.100
-1.100
-1.100
-200
-560
-1.560
-2.560
-2.583
-6.880
-7.850
-9.020
2014
2015
2016
2017
5.3 Totaaloverzicht per programma Prog
Nr.
meevaller, tegenvaller, bezuiniging
L/B
Onderwerp
1
1.1
Tegenvaller
L
Gevonden en verloren voorwerpen
49
49
49
49
Totaal 1.1
49
49
49
49
1.2
Meevaller
L
Verkiezingen Tweede Kamer
0
-125
0
125
Totaal 1.2
0
-125
0
125
1.3
Bezuinigings- L voorstel
Heroverweging taken Holland-Rijnland
0
0
-390
-390
Totaal 1.3
0
0
-390
-390
1.4
Bezuinigings- L voorstel
Aanvullende taakstelling programma 1
0
0
-100
-100
Totaal 1.4
0
0
-100
-100
-76
-441
-316
Totaal 1 2
49
2.1
Bezuinigings- L voorstel
Aanvullende taakstelling programma 2
0
0
0
-100
Totaal 2.1
0
0
0
-100
0
0
-100
75
75
90
90
-75
-75
-90
-90
Totaal 2 3
3.1
0 Tegenvaller
L
Ondersteuning Centrummanagement Leiden
Bezuinigings- L voorstel
Besparing op Startersbeleid
Totaal 3.1
0
0
0
0
3.2
Bezuinigings- L voorstel
Aanvullende taakstelling programma 3
0
0
0
-100
Totaal 3.2
0
0
0
-100
0
0
-100
Totaal 3 4
4.1
0 Tegenvaller
L
Effect herziening rekenrente Ringweg Oost reserve
0
0
0
1.712
Meevaller
B
Effect herziening rekenrente Ringweg Oost kapitaallasten
0
0
0
-1.712
Totaal 4.1
0
0
0
0
4.2
Bezuinigings- L voorstel
-15
-15
-15
-15
Vrijval kapitaallasten Vijf Meilaan
-105
-105
-105
-105
-119
-119
-119
-119
Vrijval kapitaallasten afsluiten krediet reconstructie Brahmslaan-Debussystraat en Sweelincklaan
Totaal 4.2
4.3
Tegenvaller
L
Besteding decentralisatie-uitkering OBSP (ontsluiting Biosiciencepark)
0
2.000
0
0
Meevaller
B
Decentralisatie-uitkering OBSP
0
-2.000
0
0
0
0
0
0
Totaal 4.3
74 | Bijlagen
Prog
Nr.
meevaller, tegenvaller, bezuiniging
L/B
4.4
Bezuinigings- L voorstel
Onderwerp
2014
2015
2016
2017
Digitalisering parkeercontrole en handhaving
0
0
-400
-400
Digitalisering parkeercontrole en handhaving, investering
0
1.000
0
0
B
Digitalisering parkeercontrole en handhaving, dekking investering parkeerreserve
0
-1.000
0
0
0
0
-400
-400
Totaal 4.4
4.5
Tegenvaller
B
Ondersteuning informatiepunt duurzaam mobiliteitscentrum.
30
30
30
0
Totaal 4.5
30
30
30
0
-89
-89
-489
-519
Totaal 4 5
5.1
Tegenvaller
B
Daling inkomsten liggelden pleziervaartuigen
35
35
35
35
Totaal 5.1
35
35
35
35
5.2
Tegenvaller
L
Investering riolering Oude Kooi 2015, kapitaallasten investering 3,9 miljoen
0
0
0
237
Investering Oude Kooi, aandeel vereveningsreserve
0
2.200
0
0
Investering Oude Kooi, aandeel voorziening riolering
0
1.000
500
0
Investering Oude Kooi 2015, vrijval kapitaallasten
0
0
0
-80
Investering Oude Kooi, bijdrage vereveningsreserve
0
-2.200
0
0
Investering Oude Kooi, bijdrage voorziening riolering
0
-1.000
-500
0
0
0
0
157
Meevaller
L
Bezuinigings- B voorstel
Totaal 5.2
5.3
Tegenvaller
L
Op orde brengen beheerplannen Openbare ruimte
1.106
1.106
1.106
1.256
Bezuinigings- L voorstel
Dekkingsvoorstel beheerplannen Openbare ruimte
-973
-973
-1.023
-1.023
Totaal 5.3
133
133
83
233
5.4
Tegenvaller
L
Kapitaallasten voor vervangingsinvesteringen wegen o.b.v. van beheerplannen en vervangingsschema.
0
278
534
792
Bezuinigings- L voorstel
Besparing op vervangingsinvesteringen wegen door combineren werk met werk, verlaging kapitaallasten
0
-139
-267
-396
Totaal 5.4
0
139
267
396
5.5
Meevaller
L
Verlaging bijdrage aan gemeenschappelijke regeling Gevulei
0
0
-121
-121
Inzamelen huishoudelijk afval: voordeel op contract vuilverwerkingskosten
0
0
-1.630
-1.630
0
0
-1.751
-1.751
Totaal 5.5
5.6
Tegenvaller
L
Buitenreclame, vertraging realsiatie van alternatief vervallen reclamemast A4 Oostvlietpolder
100
0
0
0
Totaal 5.6
100
0
0
0
5.7
Tegenvaller
B
Buitenreclame, daling aantal contracten
45
45
45
45
Totaal 5.7
45
45
45
45
313
352
-1.321
-885
Totaal 5
Bijlagen | 75
Prog
Nr.
meevaller, tegenvaller, bezuiniging
L/B
Onderwerp
6
6.1
Tegenvaller
L
Totaal 6.1
6.2
Bezuinigings- L voorstel
Totaal 6.2
6.3
Tegenvaller
Totaal 6.3
2014
2015
2016
2017
Vertraging ontwikkeling Trekvaartplein, latere invulling bezuinging
102
75
50
0
102
75
50
0
Aanvullende taakstelling programma 6
0
0
-200
-200
0
0
-200
-200
L
Bijdrage aanpak Steenstraat
556
0
0
0
-556
0
0
0
0
0
0
0
102
75
-150
-200
49
49
0
0
-49
-49
0
0
Bezuinigings- B voorstel
Bijdrage uit PRIL/vereveningsreserve voor aanpak Steenstraat
Totaal 6 7
7.1
Tegenvaller
L
Beheerexpl BS Het Gebouw, beheerkosten
Meevaller
B
Beheerexpl BS Het Gebouw, lager kapitaallasten
Totaal 7.1
0
0
0
0
7.2
Tegenvaller
L
Combinatiefunctionarissen, Voortzetten project
0
0
252
252
Meevaller
B
Peuterspeelzaalwerk, Effeciencyslag SPL
0
0
-154
-154
Deel OAB-budget dat tot 2014 al was ingezet voor combinatiefuncties
0
0
-98
-98
Totaal 7.2
0
0
0
0
7.3
Technische wijziging
L
Afboeking Taakstelling 3 ton onderwijs uit MJB 2013 - -2016
0
0
300
300
Invulling taakstelling 3 ton onderwijs uit MJB 2013 - -2016
0
0
-300
-300
Totaal 7.3
0
0
0
0
7.4
Tegenvaller
L
Concierges, inzet vrijval budget voor voortzetting
0
0
308
308
Meevaller
B
Concierges, vrijval budget
0
0
-308
-308
Totaal 7.4
0
0
0
0
7.5
Bezuinigings- L voorstel
Aanvullende taakstelling programma 7
0
0
-200
-200
Totaal 7.5
0
0
-200
-200
0
0
-200
-200
69
67
67
65
Totaal 7 8
8.1
Tegenvaller
L
Verhoging Subsidie Stadspodia
Meevaller
L
Vrijval lbedrijfsvoeringsbudget concern ivm overheveling budget aan Stadspodia
-19
-17
-17
-15
Vrijval bedrijfsvoeringsbudget concern ivm overheveling budget aan Stadspodia
-50
-50
-50
-50
0
0
0
0
Totaal 8.1
8.2
Tegenvaller
L
Lakenhal, aanvullend Programmageld tot aan verbouwing
100
100
100
0
Totaal 8.2
100
100
100
0
8.3
Tegenvaller
L
Ijshal, Uitovering motie bij RV12.0118
100
100
100
0
Totaal 8.3
100
100
100
0
8.4
Bezuinigings- L voorstel
0
0
-200
-200
76 | Bijlagen
Aanvullende taakstelling programma 8, aandeel cultuur
Prog
Nr.
meevaller, tegenvaller, bezuiniging
L/B
Onderwerp
2014
2015
2016
2017
Totaal 8.4
0
0
-200
-200
8.5
Bezuinigings- L voorstel
Aanvullende taakstelling programma 8, aandeel sport
0
0
-200
-200
Totaal 8.5
0
0
-200
-200
200
200
-200
-400
Totaal 8 9
9.1
Tegenvaller
L
WMO, uitwerking zorgakkoord
700
0
0
0
Meevaller
L
WMO, besparing
-50
0
0
0
Totaal 9.1
650
0
0
0
9.2
Meevaller
L
Vervoersvoorziening
-400
-400
-400
-400
Woonvoorzieningen
-250
-250
-250
-250
-650
-650
-650
-650
Totaal 9.2
9.3
Tegenvaller
L
invoering sciale wijkteams op basis van rijksbeleid
0
500
500
500
Het inrichten en opbouwen van sociale wijkteams, eigen beleid
145
100
50
0
0
-500
-500
-500
145
100
50
0
Meevaller
B
decentralisatie-uitkering van het Rijk voor invoering sociale wijkteams
Totaal 9.3
9.4
Meevaller
L
Raad- en daadwinkels, inzetten voor sociale wijkteams
-145
-145
-145
-145
Totaal 9.4
-145
-145
-145
-145
9.5
Tegenvaller
L
Subsidies vreemdelingenorganisaties, niet realiseren van taakstelling door uitblijven verwachte daling
100
100
100
100
Totaal 9.5
100
100
100
100
9.6
Tegenvaller
L
Subsidiebureau, Aframen taakstelling.
180
180
388
388
-180
-180
-388
-388
0
0
0
0
Bezuinigings- B voorstel
Subsidiebureau, “Vermindering administratieve lasten”.
Totaal 9.6
9.7
Tegenvaller
L
Continuering JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht)
67
67
67
0
Totaal 9.7
67
67
67
0
167
-528
-578
-695
Totaal 9 10
10.1
Meevaller
L
Lagere premie Z&Z
-150
-150
-150
-150
Totaal 10.1
-150
-150
-150
-150
10.2
Meevaller
L
Verhoging Leids participatiebudget
0
0
0
0
B
Verhoging Leids participatiebudget
-1.100
-1.100
-1.100
-1.100
-1.100
-1.100
-1.100
-1.100
Totaal 10.2
10.3
Bezuinigings- L voorstel
Voordelen minimabeleid
-350
-350
-350
-350
Totaal 10.3
-350
-350
-350
-350
10.4
Meevaller
L
Besparing op WSW loonkosten
-110
-110
-110
-110
Totaal 10.4
-110
-110
-110
-110
10.5
RijksB bezuinigingen
WSW participatiewet, lagere Rijkssubsidie
0
605
1.785
2.905
WSW efficiencykorting
0
396
923
1.351
WSW Lagere opbrengst begeleid werken
0
21
56
87
Bijlagen | 77
Prog
Nr.
meevaller, tegenvaller, bezuiniging
L/B
Onderwerp
Tegenvaller
L
Meevaller
2014
2015
2016
2017
WSW Storting voorziening oninbaar
0
0
60
143
B
WSW Lagere netto toegevoegde waarde
0
280
823
1.340
L
WSW lagere loonkosten door krimp
0
-732
-2.201
-3.600
Bezuinigings- L voorstel
WSW Structurele ombuigingen DZB
-400
-700
-1.100
-1.400
B
WSW bijdrage overige gemeenten,
0
0
-60
-143
-400
-130
286
683
Totaal 10.5
10.6
Bezuinigings- L voorstel
risicoreservering voor invoering participatiewet
270
516
397
439
Totaal 10.6
270
516
397
439
-1.840
-1.324
-1.027
-588
Totaal 10 11
11.1
Meevaller
B
Financieringsresultaat
-2.000
-2.000
-2.000
-2.000
Totaal 11.1
-2.000
-2.000
-2.000
-2.000
11.9
Meevaller
L
Ontwikkeling kapitaallasten vervangingsinvesteringen
-2.484
-1.597
-1.877
53
Totaal 11.9
-2.484
-1.597
-1.877
53
11.10
Technische wijziging
L
afboeking taakstelling contributies mjb 2013 - 2016
75
75
75
75
L
Invulling taakstelling contributies mjb 2013 - 2016
-75
-75
-75
-75
11.10 11.10 11.2
Tegenvaller
B
Dividend Dunea
100
100
100
100
Totaal 11.2
100
100
100
100
11.3
Meevaller
B
Precariobelasting, voordeel door uitstel afschaffing
-710
-1.420
-2.130
-2.840
Totaal 11.3
-710
-1.420
-2.130
-2.840
11.4
Tegenvaller
B
Beleggingen, rentevergoeding aan reserves
500
500
500
500
Totaal 11.4
500
500
500
500
11.5
Meevaller
L
Onderuitputting kapitaallasten
-1.850
-1.650
-1.550
-1.305
Totaal 11.5
-1.850
-1.650
-1.550
-1.305
11.6
Bezuinigings- L voorstel
Gemeenschappelijke regelingen, nullijn gemeenschappelijke regelingen als aandeel in neergang algemene uitkering
0
-1.100
-1.100
-1.100
Totaal 11.6
0
-1.100
-1.100
-1.100
11.7
Tegenvaller
L
Subsidies, aframing huidige taakstelling
1.200
2.400
3.000
3.000
Subsidies, nieuwe invulling taakstelling door toepassen nul-lijn
-640
-1.280
-1.920
-2.560
560
1.120
1.080
440
Totaal 11.7
11.8
Bezuinigings- L voorstel
Korting op toekenning jaarlijkse indexering bedrijfsvoering
-200
-560
-1.560
-2.560
Totaal 11.8
-200
-560
-1.560
-2.560
-6.084
-6.607
-8.537
-8.712
Totaal 11 12
12.1
RijksB bezuinigingen
Algemene uitkering, korting BTWcomp.fonds
1.400
3.800
3.900
3.900
Totaal 12.1
1.400
3.800
3.900
3.900
78 | Bijlagen
Prog
Nr.
meevaller, tegenvaller, bezuiniging
L/B
12.2
RijksB bezuinigingen
Totaal 12.2
2014
2015
2016
2017
Algemene uitkering, korting "Samen trap op en af"
-1.400
-900
2.100
4.200
-1.400
-900
2.100
4.200
12.3
RijksB bezuinigingen
Algemene uitkering, uitname onderbesteding onderwijshuisbesting
0
2.400
2.400
2.400
Totaal 12.3
0
2.400
2.400
2.400
12.4
RijksB bezuinigingen
Algemene uitkering, risicoreservering door stagnatie woningbouwontwikkeling
0
1.000
1.000
1.000
Totaal 12.4
0
1.000
1.000
1.000
12.5
RijksB bezuinigingen
Algemene uitkering, afloop suppletieuitkering afschaffing OZB woningen gebruikers.
1.400
1.400
0
0
Totaal 12.5
1.400
1.400
0
0
12.6
RijksB bezuinigingen
Algemene uitkering, doorwerking Aanvullende maatregelen kabinet voorjaar 2013
1.215
1.215
1.215
1.215
Totaal 12.6
1.215
1.215
1.215
1.215
Totaal 12
2.615
8.915
10.615
12.715
Eindtotaal
-4.567
918
-2.328
0
V
N
V
Onderwerp
Bijlagen | 79
80 | Bijlagen