Perspectief 2014
Visie & Strategie
Serious Money. Taken Seriously.
volgende
Voorwoord Het jaar is voorbij gevlogen. In 2013 wisten de beurzen de weg omhoog te vinden ondanks economische tegenwind, vooral in Nederland. Voor 2014 zijn onze beleggingsexperts wisselend gestemd, met ingrediënten voor hogere aandelen- en onroerend goed koersen en dalende grondstof- en obligatiekoersen. U leest er alles over in deze publicatie. Ons motto is en blijft: solide rendement bij verantwoorde risico’s. Risico’s die u kunt én wilt nemen. Deze afgewogen benadering was één van de redenen waarom een vakjury ons onlangs beloonde met de Gouden Stier 2013 voor beste vermogensbeheerder. Een opsteker voor iedereen van onze bank die zich dagelijks met hart en ziel inzet voor u als relatie. Wij hopen dat u het als een bevestiging ziet dat u bij ons aan het juiste adres bent. Focus op beleggen, een uiterst persoonlijke benadering en de hoogste kwaliteit. Dat is waar het bij ons om draait. Ik wens u waardevolle inzichten bij het lezen van Perspectief 2014. Tanja Nagel voorzitter Raad van Bestuur
[email protected]
Terugblik
3
Economie
4
Beleggingsstrategie
8
Obligaties
10
Beleggingsfondsen
12
Duurzaamheid
14
Fiscaal 2014
18
Prognoses
21
vorige volgende
Perspectief 2014
2
Terugblik
Vertrouwen kwam overtuigend terug
Paul Broholm Directeur TGB Investments
[email protected]
Politiek en monetair beleid waren ook in 2013 de belangrijkste richtingbepalers. In tegenstelling tot 2012 kwam de onrust meer uit de Verenigde Staten dan uit de eurozone. Weliswaar voegde zich in de eurozone een nieuw probleemland toe, Cyprus, maar dit leidde slechts kortstondig tot druk op de financiële markten. Het toegenomen vertrouwen in een stabielere eurozone en kleine economische verbeteringen boden volop kansen aan risico vollere beleggingen.
2013 was een uitstekend jaar voor aandelen, waarbij sommige beurzen records wisten te breken. Dissonanten waren grondstoffen en een aantal staatsobligaties. Voor grondstoffen betekende dit een tweede jaar op rij van verliezen; voor obligaties een laag rendement na de hoge winsten in voorgaande jaren.
De politieke spanningen in de Verenigde Staten begonnen met de begrotingsafgrond (of ‘fiscal cliff’) die op 1 januari 2013 slechts een paar weken kon worden uitgesteld. Deze afgrond verwijst naar automatische bezuinigingen van maar liefst 1.200 miljard Amerikaanse dollar in tien jaar, doordat in de maanden daarvoor geen begrotingsakkoord werd bereikt. Beleggers die er in 2013 van uitgingen dat de politiek er op het laatste moment wel uit zou komen, werden tot twee maal toe gelogenstraft. De automatische bezuinigingen gingen namelijk zonder veel aan passingen door. De grootste blamage was wel de tijdelijke sluiting van overheidstaken van 1 tot en met 17 oktober 2013. Dit was de afgelopen zeventien jaar niet meer voorgekomen. Gelukkig kon de Amerikaanse overheid op het allerlaatste moment wel het schuldplafond verhogen. Dit plafond geeft het bedrag aan dat de Amerikaanse overheid maximaal mag lenen om de uitgaven te financieren. De verhoging van het schuldplafond betekent helaas nog geen stabiliteit in de overheidsfinanciën. De overheidsuitgaven zijn namelijk slechts tot medio januari 2014 gegarandeerd, het schuldplafond tot medio februari 2014. Begin mei gaf de Fed aan dat zij haar obligatiesteun aankoopprogramma van 85 miljard dollar per maand wilde gaan afbouwen. Op zich zou het een gunstig teken zijn als de Fed de kwantitatieve verruiming afbouwt, omdat economie en werkgelegenheid dan aantrekken. De financiële markten reageerden echter ongerust op de vooraankondiging, waarbij de effecten buiten de Verenigde Staten het grootst waren. De opkomende markten werden getroffen door een terugtrekking van gelden. Dit gaf liquiditeitsproblemen voor met name landen met een tekort op de handels balans en daardoor stress op de geldmarkten. Dit veroorzaakte op zijn beurt dalende aandelen-, obligatie- en valutakoersen. Toen de Fed, vanwege de politieke situatie in de VS, aangaf te wachten met de vermindering van de obligatieaankopen herstelden de financiële markten. Voor zowel aandelen als obligaties uit opkomende landen was het herstel beperkt en was 2013 voor deze categorieën een teleurstellend jaar.
3
Perspectief 2014
vorige menu volgende
Economie
Schuivende panelen
Inhaalslag westerse landen Een belangrijke verschuiving die in 2014 zal doorzetten is de vermindering van het groeiverschil tussen de opkomende en ontwikkelde markten. De economische groei in de opkomende landen ligt al jaren veel hoger dan die in de ontwikkelde landen, maar het voordeel is afgenomen van bijna 5%-punt verschil in het voordeel van de opkomende economieën tot nog geen 3%-punt. De enorme onhoudbare groei in combinatie met de omvang van de Chinese economie leidt tot afzwakking. Daarnaast vindt in China maar ook in India een verschuiving plaats van industrie naar consument. Voor exporterende grondstofproducenten, meestal uit Aziatische en Afrikaanse landen, betekent dit een tegenslag. Voor het welzijn van de Chinees is dit uiteraard goed nieuws. De inkomens van werknemers zijn toch al flink opgelopen door de globalisering en door de hoge inflatie in deze regio. De hogere lonen in Zuidoost-Azië zorgen echter ook voor een verminderd
Andere westerse landen kunnen juist profiteren van de hogere lonen in Azië door een relatieve verbetering van de concurrentiepositie maar ook door een grotere afzetmarkt Ineke Valke voor consumentenproducten. Zo senior beleggingsstrateeg
[email protected] kunnen bijvoorbeeld Amerikaanse bedrijven beter concurreren met bedrijven uit opkomende landen. Door de stijgende lonen in de opkomende landen lopen veel kosten op en valt het uitbestedingsvoordeel aan deze landen weg. Hierdoor keren productiefaciliteiten meer en meer naar de Verenigde Staten terug; het zogenoemde ‘reshoring’. Deze ontwikkeling wordt nog verder aangewakkerd door lagere energielasten als gevolg van het schaliegasvoordeel. Ook in Europa is deze trend waarneembaar: Spaanse textielondernemingen blijken als gevolg van de loondruk in Spanje meer in eigen land te produceren. Ontwikkelde landen maken inhaalslag 10
7
8
6
6
5
4 2
4
0
3
-2 -4 2003
2005
2007
Ontwikkelde markten
2009
2011
2013
2015
Groeiverschil in procentpunten
economie moet meer “opDeeigen benen staan ”
concurrentievoordeel, waarbij de forse daling van de Japanse yen een extra tegenslag voor producenten uit deze regio oplevert. Ook Duitsland ondervindt in de zware industrie hinder van de toegenomen Japanse concurrentie.
Economische groei in %
Nog altijd hinderen de schuldposities en bezuinigingen de economische groei en durven centrale banken het ruime monetair beleid nog nauwelijks te verminderen. Het goede nieuws voor 2014 is dat de belangrijkste regio’s nu tegelijkertijd economische groei zullen laten zien. Dit gaat gepaard met vrij grote omwentelingen die schoksgewijs kunnen plaatsvinden. Bepalende bewegingen zijn naar onze mening de ‘inhaalslag’ van de ontwikkelde landen ten opzichte van de opkomende landen, vermindering van monetaire en overheidssteun, minder bescherming voor kredietverleners en de noodzakelijke impuls vanuit het bedrijfsleven naar werknemer en consument. De economie moet meer op eigen benen staan. Het blijft een traag proces, waarbij politiek populisme benodigde veranderingen kan tegenhouden.
2
Opkomende markten
Verschil opkomende en ontwikkelde markten (r-as)
Bronnen: IMF, TGB Investments
vorige menu volgende
Perspectief 2014
4
Economie
Schuivende panelen Slechts beperkte verbetering Over de Spaanse ondernemingen verschijnen mede door reshoring de laatste maanden positieve geluiden. Er zijn zeker een paar goede ontwikkelingen te melden, zoals (buitenlandse) investeringen in de software- en textielsector en een overschot op de lopende rekening. De groeiverwachtingen van de Spaanse overheid zijn echter te optimistisch, waardoor mogelijk nieuwe bezuinigingen volgen. De positie van de banken is zwak en ook andere ondernemingen kampen met hoge schuldposities. De werkloosheid ligt op 27 procent, waarbij veel mensen alleen met zwartwerken hun hoofd boven water kunnen houden.
kosten per eenheid product (2005=100)
Ontwikkeling arbeidslasten 120 115 110 105 100 95
2006
2007
Eurozone
2008
2009
Italië
2010 Spanje
2011
2012
2013
Duitsland
Bronnen: Bloomberg, Eurostal, TGB Investments
Bovendien geeft de daling van de arbeidskosten per eenheid product een vertekend beeld. De relatieve arbeidslasten verbeteren in Griekenland, Ierland, Spanje en Portugal, maar de onderliggende trend is minder gunstig dan gedacht. De verhouding tussen de loonsom en de arbeidsproductiviteit bepaalt namelijk de arbeidskosten per eenheid product. Lagere arbeidslasten zijn daardoor niet alleen het gevolg van lagere lonen maar ook van een hogere productiviteit. Een hogere arbeidsproductiviteit klinkt positief, maar is dat alleen als er sprake is van een hogere economische groei door bijvoorbeeld technologische ontwikkelingen, hervormingen of door een betere aansluiting van onderwijs op werk. Nu is de hogere productiviteit, helaas, vooral het gevolg van een daling van de werkgelegenheid: minder mensen doen ongeveer dezelfde hoeveelheid werk.
5
Perspectief 2014
Lagere potentiële groei wereldwijd Het centraal stellen van de consument in Azië heeft nog een ander gevolg, namelijk dat de sociale vangnetten hier uitgebreid worden. Dit kan de spaarquote verlagen en de uitgaven vergroten door meer geboden zekerheid. Dit staat in contrast met de vermindering van uitkeringen in de ontwikkelde landen. De uitkeringen in met name Zuid-Europa zijn fors verminderd, die in Japan, onder druk van de vergrijzing, ook en de VS versobert hulpprogramma’s als voedselbonnen en de ondersteuning van de huizenmarkt. Dit betekent op korte termijn druk op de westerse consument maar eveneens minder economische tegenwind. De overheidsbezuinigingen zorgden in 2013 voor een negatief effect op de economische groei in zowel Europa als in de VS. In Europa is duidelijk voortgang geboekt met de verlaging van de begrotingstekorten. Hierdoor zal het negatieve effect van de overheids bezuinigingen op de groei in 2014 waarschijnlijk omslaan in een klein positief effect. Het Amerikaanse begrotingstekort daalt snel, als gevolg van de auto matische bezuinigingen. Het negatieve effect van de bezuinigingen op de economie was in 2013 twee en half procent van het nationaal inkomen; negatiever dan voor de meeste Europese landen. Deze tekortreductie is de grootste in veertig jaar.
vorige menu volgende
Economie
Schuivende panelen Ondanks dat de groei in de opkomende markten hoog blijft, is duidelijk dat zij de wereldeconomie minder steunt dan voorheen. Hierdoor komt de potentiële economische groei wereldwijd lager uit, waaraan ook kredietverlening, demografische factoren, vermindering van de schulden en veranderingen op de arbeidsmarkt een aandeel hebben.
Schulden aanpakken Banken, huishoudens en ondernemingen kampen nog met hoge schulden. Verlaging van schulden gaat sneller met een hogere economische groei, maar zonder verlaging van de schulden is groei nauwelijks mogelijk. De verschillen tussen de Verenigde Staten en Europa zijn groot en in het voordeel van de VS. Door snel ingrijpen in de bankensector neemt de kredietverlening er al weer toe. Wat ook meehelpt is dat schulden eenvoudiger worden kwijtgescholden dan in Europa doordat de schuldenaar in veel staten niet verantwoordelijk blijft voor zijn schulden en de faillissementsprocessen snel zijn. Daardoor is dat deel van het inkomen dat huishoudens besteden aan rente en aflossing nu op het laagste niveau sinds decennia.
Lagere huizenprijzen doen daar nog een schepje bovenop. Eigenlijk zouden werkgelegenheid en loonsverhogingen een betere impuls vormen om de economie via consumentenbestedingen te stimuleren. De hogere structurele werkloosheid door globalisering en het gebruik van robots is niet te verhelpen met een flexibilisering van de arbeidsmarkt. De hoge werk loosheid heeft daarbij twee nadelige effecten: op korte termijn zet het inkomens en consumentenbestedingen onder druk en op langere termijn kan het een verlies in potentiële groei opleveren. Veel werklozen zijn immers al langdurig zonder werk en dit belemmert de toekomstige inzetbaarheid door mogelijk verlies aan vaardigheden bij de werkzoekende. Ook zetten veel landen nu in op een vergroting van de export, mede door hun valuta te drukken. De valutadalingen in de opkomende markten zorgen voor een hoge inflatie, in tegenstelling tot de zeer lage inflatie in andere landen. Op dit moment zijn er grote onevenwichtigheden met als grootste tekortland de Verenigde Staten en grootste overschotlanden Nederland, Duitsland en China. Toch is het Amerikaanse tekort op de lopende rekening al fors teruggebracht, mede door de sterke ontwikkeling van schaliegas en –olie. Ook China exporteert minder. Duidelijk is dat niet elk land kan inzetten op meer export, omdat er een importeur tegenover moet staan.
“ Zonder verlaging van de schulden is groei nauwelijks mogelijk
Betere toegang tot kredieten wenselijk Door de onzekere marktomstandigheden en de hoge schuldposities hebben veel westerse ondernemingen minder geïnvesteerd in nieuwe technologieën en productiefaciliteiten. Vooral kleinere ondernemingen hebben moeilijk toegang tot kredieten, terwijl zij juist cruciaal zijn voor innovatie en onderzoek & ontwikkeling en daarmee voor het groeipotentieel van een land. Veel grotere concerns daarentegen hebben nu hoge kasposities en zien zelfs weinig rendabele investerings mogelijkheden en gaan over tot dividendverhogingen en inkoop van eigen aandelen. Bedrijven nemen na de grote ontslagrondes nog altijd maar moeizaam nieuwe medewerkers aan. Inkomens blijven onder druk staan.
”
vorige menu volgende
Perspectief 2014
6
Economie
Schuivende panelen Krapper monetair beleid Hoewel wij al eerder een vermindering in het aankoopbeleid van de Amerikaanse Fed (de zogenoemde tempering) hadden verwacht, is dit onder druk van de financiële markten en de politieke crisis rond het schuldenplafond uitgesteld. Nu echter alleen al een toespeling op tempering een negatief effect heeft, vergelijken veel beleggers het Fed-beleid met Hotel California, een nummer van The Eagles: je kan wel inchecken, maar nooit meer vertrekken. Minder steun betekent echter nog geen verhoging van de rente. De lage groei en de hoge kasposities bij grotere concerns drukken de inflatie dusdanig, dat de rente langdurig laag kan blijven. De opvolger van Bernanke, Janet Yellen, staat voor een moeilijke taak. Gelukkig staat zij bekend om haar accurate economische prognoses en goede communicatie. Yellen heeft al jaren binnen de Fed voor een duidelijke omschrijving van criteria gezorgd, die de markten meer houvast kunnen geven.
Bestuurlijke patstelling De aanpak van de begrotingstekorten is ver doorgevoerd en heeft geleid tot bezuinigingsmoeheid bij bevolking en politici. De naweeën van de crisis duren te lang en zijn te ernstig. Structurele veranderingen zijn te lang uitgesteld en de financiële positie laat aanpassingen op dit moment nauwelijks toe. Daarnaast viert populisme hoogtij bij het politieke beleid. Zelfs de Verenigde Staten blijken moeilijk te besturen. Mogelijk verbetert de situatie na de verkiezingen voor het Amerikaanse Hogerhuis in het najaar van 2014. De verkiezingen voor het Europees parlement in mei kunnen, in tegenstelling tot de Amerikaanse, juist voor meer onrust zorgen. Europa is nu eenmaal niet populair bij de kiezer. Daarnaast is er in Schotland een referendum over eventuele onafhankelijkheid ten opzichte van Groot-Brittannië. Verder zijn de plannen van het Spaanse Catalonië voor afsplitsing nog niet van de baan. Ook komen er in België federale verkiezingen en is het Italiaanse kabinet weinig stabiel.
Mede als gevolg van de verschillen in monetair beleid en rente verwachten wij een sterkere dollar. Het renteverschil loopt op in het voordeel van de VS en ook de hogere economische groei en een afnemend tekort op de handelsbalans zijn ondersteunend. De Europese Centrale Bank verlaagde in 2013 twee maal de rente en onderzoekt mogelijkheden om het midden- en klein bedrijf te steunen. De fragmentatie, dus het verschil in rentetarieven tussen landen behorend tot de eurozone, blijft hoog en daarmee een bron van zorg. Of de ECB eventueel meer obligaties zal opkopen, hangt mede af van een uitspraak van het Constitutionele Hof in Karlsruhe, of de ECB hiertoe gerechtigd is. De ECB neemt ook het toezicht op banken in de eurozone op zich en een nieuwe stresstest van alle Europese banken moet een eenduidige beoordeling mogelijk maken. De uitkomsten leiden waarschijnlijk tot herkapitalisatie van een aantal financiële instellingen. Een Europese oplossing voor deze herkapitalisatie, waarbij alle landen bijdragen aan de verbetering van zwakkere banken in andere landen, lijkt voorlopig een brug te ver, maar wel noodzakelijk.
Duidelijke eerste impuls Abenomics In Japan is het succes van Abenomics – het beleid van de president Abe – na de eerste omslag gestabiliseerd. Abenomics is economische groei creëren door een expansief monetair beleid te combineren met stimuleringen vanuit de overheid. De inflatie, de groei en de lagere yen geven een duidelijke impuls, maar nu moeten structurele maatregelen op de arbeidsmarkt, belastingen en het beperken van sociale uitgaven worden genomen. De btw-verhoging van vijf naar acht procent gaat door, maar wel met compensatie via overheidsstimulering. Met de hoge staatschuld van Japan levert dat ook vrees op voor de toekomstige financiering van de schulden. Zeker als de besparingen door vergrijzing verminderen. Naast bovengenoemde omstandigheden, vormen o.a. de discussie over eventuele bijdrage van obligatiehouders, de Griekse coalitie, de Spaanse corruptie, nieuwe schandalen (Libor) en de situatie in het Midden-Oosten risico’s voor de economie. Kansen liggen bij een inhaalslag in investeringen en bestedingen, meer politieke overeenstemming in de VS en Europa, succesvolle omwentelingen in China en Japan en nieuwe technologische impulsen.
7
Perspectief 2014
vorige menu volgende
Beleggingsstrategie
Winstgroei noodzakelijk na waarderingsimpuls Tegenover een oplopende rente en minder monetaire ondersteuning staat een lichte economische verbetering en in enkele regio’s winstherstel. Dit zijn naar onze mening ingrediënten voor hogere aandelen- en onroerend goedkoersen en dalende grondstof- en obligatie koersen. Door de wereldwijd hoge economische dynamiek, hebben aandelen hier al een stevig voorschot op genomen. Vooral door het terug trekken van een ongekende monetaire stimulans, kan de volatiliteit hoger zijn dan normaal. Wij hebben voor aandelen een overwogen advies. De economische verbeteringen, de goede balansposities van veel bedrijven en de lage inflatie geven steun aan het koersverloop. Omdat de rente ondanks de recente stijging nog laag is, bieden winstpotentieel en dividendrendement aantrekkelijkere vooruitzichten. Ondernemingen moet dit jaar wel een duidelijke winstgroei laten zien. De afgelopen maanden zijn de aandelenkoersen immers sterk opgelopen, terwijl de winstgroei beperkt was. Daardoor zijn de waarderingen, gemeten in koers-winstverhoudingen, sterk opgelopen. Bij winstgroei nemen deze waarderingen echter weer snel aantrekkelijkere standen aan. Ook de dividendverhogingen bieden steun. Hogere waarderingen 2013 volledig door koerseffect 16
15,1
14 Koers-winstverhouding
12
13,2 11,4
12,8
10 8 6 4 2 0
Europa 2012
Europa 2013
Koerscomponent 2012
VS 2012
Koerscomponent 2013
VS 2013 Winstcomponent
Bronnen: MSCI, Thomson Reuters Datastream, TGB Investments
Voorkeur Amerikaanse en Europese aandelen Binnen aandelen hebben wij een voorkeur voor Amerikaanse en in mindere mate Europese aandelen.
De waarderingen van Amerikaanse aandelen liggen een stuk hoger dan die van andere regio’s, maar de VS trekken dan ook de rest van de wereld mee uit de malaise. Amerikaanse ondernemingen zijn voor ruim zestig procent afhankelijk van de binnenlandse markt, zodat een aantrekkende Amerikaanse economie grote voordelen biedt en kan leiden tot omzetgroei. De huizen-markt profiteert nog van steunmaatregelen en door te weinig Ineke Valke nieuwbouw kan de bouwsector de senior beleggingsstrateeg
[email protected] komende jaren profiteren. Ook de reshoring en het feit dat de Verenigde Staten eerder het herstelproces zijn ingegaan zijn gunstig.
Winstgroei Voor Europese aandelen hanteren wij een lichte overweging. De lage waarderingen en de omslag in winsten steunen de vooruitzichten. Na twee jaar van winstdruk zit er voor 2014 eindelijk weer winstgroei in. Dan is een gemiddelde koers-winstverhouding van dertien aan de lage kant. De winstgroei moet dan wel gerealiseerd worden en hoewel wij hiervan uitgaan zijn er onzekerheden door politieke en demografische factoren. Risico’s voor Europese aandelen vormen de vergrijzing, de lage inflatie en de jeugdwerkloosheid. De jeugdwerkloosheid is hoog en het voordeel van de kwantitatieve verruiming is aan deze bevolkingsgroep voorbijgegaan. Inkomens ongelijkheden kunnen in extreme gevallen voor sociale instabiliteit zorgen. Aandelen uit opkomende markten kennen een licht onderwogen advies. Vorig jaar waren wij nog positief over deze categorie, maar het groeipotentieel is nu beperkter dan gedacht. Het afbouwen van het aankoopprogramma van de Fed trekt liquiditeiten uit de opkomende markten, terwijl het concurrentie voordeel is verminderd en de inflatie hoog is.
vorige menu volgende
Perspectief 2014
8
Beleggingsstrategie
Winstgroei noodzakelijk na waarderingsimpuls Bovend ien is jarenlang geïnvesteerd in nietproductieve faciliteiten. Dit heeft geleid tot over capaciteit in de diverse sectoren. Ook is een groot deel van de winst-groei een gevolg van hogere krediet verlening die onder druk komt als het mondiale monetaire beleid wijzigt.
Japan moet verder hervormen Zolang nog geen overtuigende maatregelen zijn aangekondigd, handhaven wij ons onderwogen advies voor Japanse aandelen. De Japanse premier Abe wil structurele wijzigingen doorvoeren op het gebied van de economie en arbeids- en pensioenmarkt. Beleggers wachten hier al lang op en Japanse aandelen kunnen bij positieve hervormingen een verdere stijging realiseren. De situatie blijft echter kwetsbaar door de hoge staatsschuld, het begrotingstekort en de afhan kelijkheid van binnenlandse spaarders. De vergrijzing blijft daarbij nog steeds een bron van zorg, zeker als er bezuinigd gaat (en moet) worden op de pensioenuitkeringen. De bestedingen kunnen daardoor verder onder druk komen en de financier baarheid van het begrotingstekort neemt af. Als spaarders de overheid niet meer zo gewillig financieren, blijft alleen de Bank of Japan over. Mogelijk dat de Bank of Japan meer gaat stimuleren en er zijn al geluiden over echte monetaire financiering. Hierbij kan de overheid een deel van staatsschulden kwijtschelden. In obligaties zijn wij onderwogen. Binnen vastrentende waarden hebben wij een voorkeur voor de wat risicovollere leningen als bedrijfsobligaties, high yield en obligaties uit opkomende markten. Brede spreiding binnen obligaties blijft het devies. Daarbij kunnen convertibles eveneens een goede aanvulling zijn. Dit zijn bedrijfsobligaties die bij een bepaalde koers omgewisseld kunnen worden in aandelen. Blijvende rust in de eurozone ondersteunt de uitbreiding van de overheidsobligaties uit de periferie. Door economische verbetering in die landen zal het
9
Perspectief 2014
renteverschil met staatobligaties uit veilige landen verder dalen. High yield, leningen van risicovolle ondernemingen, is minder gevoelig voor renteontwikkelingen en kent ook een hogere rente die een rentestijging compenseert. De uitgifte van deze leningen voor herfinanciering is afgenomen en biedt nog kansen.
Goed onroerend goed Voor onroerend goed hebben wij een positief advies. Dit omdat deze categorie profiteert van de economische verbeteringen, de verminderde leegstand, de druk op het aanbod door relatief beperkte nieuwbouw en doordat in de VS minder hypotheken ‘onder water’ staan. Wel kan een oplopende rente voor tijdelijke sterke koersdruk zorgen. Door goede vooruitzichten houden wij de positie aan.
“ Overschotten industriële metalen kunnen voor prijsdruk zorgen
”
Voor grondstoffen hanteren wij een onderwogen advies. De lagere groei in de opkomende markten en vooral de overschotten bij industriële metalen kunnen voor verdere prijsdruk zorgen. De olieprijs blijft naar verwachting in de huidige bandbreedte van 100 tot 120 dollar per vat. Tegenover een lagere vraag staat een hoger aanbod, mede door de nieuwe productie van schalieolie in de VS. Hedge funds presteerden in 2013 vrij goed. Binnen deze categorie hebben wij een voorkeur voor absolute return fondsen. De managers van deze fondsen streven naar een positief absoluut rendement en willen negatieve rendementen zoveel mogelijk voorkomen. Voor hedge funds met een hoger risicoprofiel hebben wij vooralsnog een onderwogen advies. Wel toont deze categorie na de crisis verbeteringen in transparantie, degelijkheid en efficiency.
vorige menu volgende
Obligaties
2014: bescheiden rendement, essentiële spreiding Ondanks de gestegen rente van Noord-Europese staatsobligaties hebben obligatiebeleggers dit jaar een positief rendement behaald. Dit is vooral te danken aan een goede spreiding over categorieën. Ook aankomend jaar zien wij de rente van de veilige landen oplopen. Het verwachte rendement op obligaties is daarom bescheiden, zeker in vergelijking met bijvoorbeeld 2012.
Een belangrijk onderdeel van de obligatieportefeuille zijn perifere staatsobligaties. Door een daling van de rente in Italië, Spanje en Ierland heeft een mandje obligaties van die landen over 2013 ongeveer zeven procent rendement op geleverd. Het renteverschil met Noord-Europese landen is al flink teruggevallen, maar dit kan verder dalen. De positieve ontwikkelingen, zoals tekenen van voorzichtig economisch herstel en de vorming Walter Leering van een bankenunie, kunnen een portfoliomanager
[email protected] katalysator zijn. Daarbij is het een goed teken dat Ierland het eerste land is dat na een reddingspakket weer op eigen benen komt te staan. Natuurlijk zijn er risico’s. Zo blijft de werkloosheid in deze landen op een hoog niveau, is de economische groei zwak en lopen de schuldratio’s van de zwakke landen aankomend jaar nog op. Deze categorie heeft een overwogen weging in onze portefeuille.
Onze verwachting is dat de Fed begin 2014 de obligatiesteunaankopen terugschroeft, mits de economische groei voldoende aantrekt. Daarnaast zet het voorzichtige herstel van de Europese economie in 2014 door. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat rentetarieven van veilige staatsobligaties oplopen. Hierdoor laat deze categorie, net als dit jaar, mogelijk een negatief rendement zien. Wij adviseren deze obligaties echter niet allemaal van de hand te doen. De (relatief bescheiden) positie dient als verzekering in de portefeuille mocht het mis gaan bij meer risicovolle beleggingen. Daarbij verwachten wij geen sterke rentestijging. Vooral in Europa blijft de groei waar schijnlijk beperkt en ligt de inflatie op een erg laag niveau. Hierdoor blijft de Europese Centrale Bank een ruim monetair beleid hanteren en komt mogelijk zelfs met extra maatregelen.
10-jaars risico-opslag boven Duitse rente 500 400 300 200 100 0 nov. dec. 2013 feb. mrt apr. mei juni juli aug. sep. okt. nov. Ierland*
Italië
Spanje
* Ierland heeft sinds maart weer een 10-jaars lening Bron: Bloomberg, TGB Investments
vorige menu volgende
Perspectief 2014 10
Obligaties
2014: bescheiden rendement, essentiële spreiding Daling risico-opslagen Risico-opslagen voor Europese bedrijven en banken zijn in 2013 voor de markt als geheel verder gedaald en daarmee op een niveau gekomen van voor de financiële crisis. De waardering is daardoor in sommige delen van de markt duur geworden. De vraag van beleggers is aanhoudend hoog, terwijl de netto-uitgifte (emissies – aflossingen) laag blijft. Dit komt vooral omdat banken minder met vreemd vermogen financieren. Ook in Europa zijn er langzaam maar zeker meer tekenen dat bedrijven minder behoudend zijn met hun balans. Over het algemeen zijn ze echter een stuk conservatiever dan in Amerika. Dit is goed voor Europese obligatiebeleggers. Deze redenen gecombineerd met een laag verwacht faillissementspercentage en de buffer van de risicoopslag bij stijgende rentes, zorgen dat de risico-opslag verder kan dalen in het aankomende jaar. Wij zijn daarom nog positief, maar het vergt in het huidige klimaat wel een actieve benadering. Hoge flexibiliteit Van essentieel belang is op dit moment de selectie van individuele debiteuren en van leningen op verschillende plaatsen in de kapitaalstructuur van een onderneming. Wij spelen daar binnen onze portefeuilles op in door fondsen te selecteren met een hoge flexibiliteit die in deze omgeving het best gepositioneerd zijn om een goed rendement te halen, zoals het Henderson Euro Corporate Bond Fund. Het Henderson Euro Corporate Bond Fund selecteert bedrijfsobligaties na diepgaande bedrijfsanalyses en maakt gebruik van derivaten. Daarnaast heeft het fonds een hoogwaardig risicomanagement. Na een aantal jaren van hoge rendementen verliep 2013 teleurstellend voor schuldpapier uit opkomende markten. Het jaar begon goed, maar vlak voor de zomer keerde het tij door uitspraken van Fed-voorzitter Bernanke over het verminderen van steunaankopen door de Fed. Dit zorgde voor een felle rentestijging in veel obligatiemarkten, waarbij vooral opkomende markten het moesten ontgelden.
11 Perspectief 2014
Structurele hervormingen Beleggers trokken veel geld terug uit die regio’s, waardoor obligatiekoersen daalden, rentes fors opliepen en de valuta’s onder druk stonden ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De groei in opkomende markten kan herstellen bij een wereldwijd aantrekkende groei. Belangrijke voorwaarde hiervoor is dat structurele hervormingen worden doorgevoerd. De dynamiek rondom ‘tapering’ en stijgende Amerikaanse rente kan zorgen voor rentestijging in opkomende markten. Op de lange termijn zijn wij positief voor deze categorie door de veel lagere schuldposities en veel hogere aanvangsrendementen. Onze voorkeur gaat in deze categorie uit naar lokale valuta. Het onzekere klimaat gecombineerd met hoge volatiliteit maken dat de positie nog klein wordt gehouden in de portefeuille. Obligaties zijn het solide deel van de portefeuille met de focus op langetermijnveiligheid. Door spreiding aan te brengen kunnen obligaties ook bij een rentestijging een positief resultaat behalen. Wij raden aan om de gemiddelde looptijd relatief kort te houden. Specifieke fondsen die geen of een heel laag renterisico hebben kunnen hierbij een rol spelen. Risico-opslag EU Investment Grade Bedrijfsobligaties 500 400 300 200 100 0
2006
2007
2008
2009
2010
Bronnen: TGB Investments, Barclays, Bloomberg
vorige menu volgende
2011
2012
2013
Beleggingsfondsen
Rendementspotentieel voor obligaties over de hele wereld Templeton Global Bond Fund In een moeilijke obligatiemarkt met lage rentes en navenante rendementen is de flexibiliteit van het Templeton Global Bond Fund een aanzienlijke troef. De fondsmanager heeft een flexibel mandaat voor het beheer van dit fonds waarbij hij dus niet gebonden is aan de benchmark (JP Morgan Global Bond index). Het fonds belegt in obligaties van overheden en semioverheden in ontwikkelde landen met een solide reputatie, zoals Noorwegen en Zweden. Daarnaast belegt het fonds in opkomende landen, zoals ZuidKorea, China en Brazilië. Deze flexibiliteit geeft het beleggingsfonds de kans obligaties te selecteren met hoge coupons die de impact van eventuele rente stijgingen absorberen. Extra rendement tracht het beheerteam te maken door actief in te spelen op valutastrategieën.
Beleggen met “ onderscheidende contraire opvattingen” Het succes van dit fonds is te danken aan de uitstekende visie en aanpak van Michael Hasenstab, de manager van dit fonds sinds 2001. Hij staat bekend om zijn voorkeur voor bijzondere en contraire beleggingen, wat een keuze inhoudt voor exotische obligaties en valuta’s. Ook was Hasenstab één van de eersten die aanzienlijk in Ierse staatsobligaties investeerde toen veel beleggers hun posities afbouwden vanwege het politieke risico. Dit soort beleggingen bieden interessante mogelijkheden, maar gaan wel gepaard met meer risico’s. Dit vereist dat een belegger ‘bovenop de markt zit‘ om alle factoren die van invloed zijn op deze beleggingen, goed te begrijpen. Dit is een specialiteit van Michael Hasenstab. Hij behaalde zijn doctorsgraad met onderzoek naar de factoren die van invloed zijn op de obligatie- en valutahandel in
zowel ontwikkelde als opkomende markten. Samen met zijn ervaren, wereldwijd opererende onderzoeks team volgt hij nauwlettend de trends en economische ontwikke lingen in de verschillende landen. Zodra zij kansen zien spelen zij daarop in. Gegeven de consistente, langdurige outperformance van het fonds zijn zij bewezen experts in gediversi fieerd mondiaal vastrentend Duco Slob beleggen. Er zijn geen restricties als portfoliomanager
[email protected] het gaat om de verdeling van beleggingen over de verschillende regio’s of valutasoorten.
De belangrijkste kenmerken • Stabiliteit dankzij wereldwijde diversificatie en focus op internationale staatsobligaties. • Extra rendementspotentieel dankzij actief beheer van rente- en valutatrends. • Onderscheidende strategie met 25 tot 35 thema’s in portefeuille. • Teambenadering: 14 zeer ervaren portefeuille managers en analisten. • Ondersteund door een internationaal team bestaande uit meer dan 120 lokale obligatie specialisten. Templeton Global Bond Fund Benchmark:
JP Morgan Global Government Bond Index
Fondsbeheerder:
Franklin Templeton Investments
Lead portfoliomanager:
Dr. Michael Hasenstab (sinds 2001)
Fondsvermogen:
EUR 45 miljard
Fondsvaluta:
Euro
Startdatum van het fonds:
28 februari 1991
vorige menu volgende
Perspectief 2014 12
Beleggingsfondsen Kansen in Europa
Paul Linssen portfoliomanager
[email protected]
De afgelopen jaren was de voorkeur van aandelenbeleggers primair gericht op relatief veilige aandelen. Goede, stabiele voor uitzichten en een gestage groei. Gevolg is dat deze aandelen relatief duur zijn geworden. Daarnaast zijn er aandelen die met meer onzekerheid te kampen hebben, zoals minder stabiele vooruitzichten, tijdelijk zwak kere cijfers of een ingrijpende herstructurering. Deze zijn vaak nog aantrekkelijk gewaardeerd, zeker in Europa. Value-beleggers zoals Franklin Mutual richten zich momenteel op deze laatste groep aandelen.
Franklin Mutual European Fund “Buy a dollar’s worth of assets at a discount” Dit actieve beleggingsfonds belegt in significant ondergewaardeerde Europese aandelen. Franklin Mutual hanteert deze filosofie al vanaf de jaren ‘50 en heeft een degelijke reputatie. Het Europese fonds is opgericht in april 2000. De belangrijkste kenmerken • Via intensief fundamenteel onderzoek significant ondergewaardeerde aandelen selecteren. • Bij voorkeur is een katalysator zichtbaar om de onderwaardering op te heffen. • Actieve en contraire belegger. • Portefeuille bestaat uit zo’n honderd aandelen van voornamelijk grotere ondernemingen, breed gespreid over sectoren en landen. • Neerwaarts risico zoveel mogelijk beperken. • Teambenadering: negentien zeer ervaren portefeuillemanagers en analisten.
13 Perspectief 2014
Trying to get “ a dollar’s worth of stock for 60 cents ”
Het team probeert consistent en ‘bottom-up’ de meest ondergewaardeerde aandelen te identificeren. Dat is de kern van dit beleggingsfonds en de strategie die Franklin Mutual nastreeft bij zijn beleggingen. De beheerder is van mening dat door het kopen van aandelen beneden de intrinsieke waarde, investeerders op de lange termijn worden beschermd tegen neerwaarts risico. Overigens geldt als randvoorwaarde voor een belegging dat er een katalysator (bijvoorbeeld nieuw management, herstructurering of verkoop bedrijfsonderdelen) aanwezig moet zijn, om de onder waardering op termijn op te heffen. Verder is er veel aandacht voor de kasstromen die een onderneming weet te genereren en of het management deze vervolgens efficiënt aanwendt. Het fonds houdt enige mate van cash aan om in te kunnen spelen op plotseling opkomende kansen. Met deze strategie presteert het fonds op de langere termijn bovengemiddeld. Met name, maar niet uit sluitend, in meer onzekere en moeilijke markt omstandigheden bewijst het fonds zijn meerwaarde. Franklin Mutual European Fund Benchmark:
MSCI Europe
Fondsbeheerder:
Franklin Mutual
Lead portfoliomanager:
Philippe Brugere-Trelat (sinds 2004)
Fondsvermogen:
EUR 2,6 miljard
Fondsvaluta:
Euro
Startdatum van het fonds:
3 april 2000
vorige menu volgende
Duurzaamheid
Energie-efficiëntie: kleine stappen, enorme impact In onze fantasie hebben wij grootse en spannende ideeën en futuristische oplossingen voor onze klimaatgerelateerde uitdagingen. Toch zijn veel van de geruchtmakende technologieën nog steeds onbetaalbaar en kunnen vaak niet op grote schaal worden toegepast. Grote ideeën blijven altijd een rol spelen bij de ontwikkeling van innovaties die ons helpen klimaatverandering tegen te gaan. Toch zijn kleine verbeteringen aan bestaande technologieën eenvoudiger te implementeren en vaak net zo effectief. Kleinere, gemakkelijk beschikbare oplossingen mogen wij dus niet negeren.
Gebouwisolatie Futuristisch ogende, milieu vriendelijke gebouwen met auto matische energieb esparende functies en geïntegreerde energie systemen zijn geprezen als de toekomst van de duurzame architectuur. Wij kunnen erover dagdromen, maar velen van ons hebben misschien nooit de kans om in een van deze prachtig ontworpen energie-efficiënte gebouwen te wonen of te werken.
De oorzaken en gevolgen van klimaatverandering beïnvloeden in essentie elke sector van de economie. Niet alleen is een goedkope en betrouwbare alternatieve energiebron noodzakelijk, tegelijkertijd moet CO2emissie door verbranding van fossiele brandstoffen, verminderen. De nadruk moet hierbij liggen bij een grotere energie-efficiëntie en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Om dit te bereiken zijn er technologieën die eenvoudig zijn te implementeren tegen relatief lage kosten.
Op dit moment biedt adequate isolatie nog altijd het grootste potentieel voor het verminderen van broeikasgassen. Isolatie levert een aanzienlijke bijdrage aan de besparing op stookkosten.
Aantrekkelijke kansen “ voor zowel consumenten als fabrikanten ”
Duco Slob portfoliomanager
[email protected]
Start-stop-technologie Volgens het Environmental Protection Agency (EPA) is het vervoer verantwoordelijk voor ongeveer 27 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen in de Verenigde Staten. Er is veel opwinding over de lancering van elektrische en hybride auto’s om de milieu-impact van het verkeer te beperken. De hoge kosten van de accu’s en een gebrekkige oplaadinfrastructuur belemmeren het vermogen van dit soort auto’s om marktaandeel te winnen.
De sectoren bouw en transport zijn samen goed voor ongeveer zeventig procent van het totale energie gebruik. Hieronder geven we twee voorbeelden van eenvoudige, kosteneffectieve bouw- en transport oplossingen die bijdragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Deze oplossingen bieden aantrekkelijke kansen voor zowel consumenten als fabrikanten.
vorige menu volgende
Perspectief 2014 14
Duurzaamheid
Energie-efficiëntie: kleine stappen, enorme impact Start-stop-technologie in conventionele auto’s is een eenvoudige, meer betaalbare oplossing met een potentieel om een veel groter aantal bestuurders te bereiken. Deze technologie zorgt ervoor dat de motor automatisch afslaat wanneer de auto stopt. Met name het grote aantal gebruikers leidt tot een belangrijke reducering van de CO2-uitstoot.
RobecoSAM Smart Energy Een gespecialiseerd beleggingsfonds dat onder andere inspeelt op energie-efficiëntie is het Smart Energyfonds van RobecoSAM. Het fonds, dat in september 2003 werd geïntroduceerd, belegt wereldwijd in onder nemingen die technologieën, producten en diensten aanbieden in sectoren als duurzame energie, decentrale energievoorziening en efficiënt energiegebruik. Het in Zwitserland gevestigde RobecoSAM is een beleggingsspecialist die zich uitsluitend richt op duurzaam beleggen.
15 Perspectief 2014
De belangrijkste kenmerken • Beleggen in de sectoren die het meest gaan profiteren van de trends die de energiesector kenmerken. • Actief beheerde en wereldwijd gespreide portefeuille. Teambenadering: negentien zeer ervaren porte • feuillemanagers en analisten. RobecoSAM Smart Energy Benchmark:
MSCI World
Vermogensbeheerder:
RobecoSAM Sustainable Asset Management AG
Lead Portfoliomanager:
Thiemo Lang, PhD
Fondsvermogen:
EUR 239,9 miljoen
Fondsvaluta:
Euro
Startdatum van het fonds:
24 september 2003
vorige menu volgende
Duurzaamheid
Duurzaam indexbeleggen: het beste van twee groeiende markten De vraag naar duurzame beleggingen blijft onverminderd groeien. In het rapport van april 2013 van de United Nations Principles for Responsible Investing (UNPRI) is te lezen dat de inmiddels bijna 1.200 ondertekenaars van deze UNPRI ruim 34 biljoen dollar aan belegd vermogen vertegenwoordigen. Ook onze drie duurzame indexfondsen, het Sustainable World Index Fund, het Sustainable Europe Index Fund en het Sustainable North America Index Fund, laten een aanzienlijke groei zien. Naast de markt voor duurzame beleggingen maakt ook indexbeleggen een sterke groei door. Een indexfonds is een beleggingsfonds dat ernaar streeft hetzelfde rendement te behalen tegen dezelfde risico’s als een bepaalde beursindex in plaats van deze proberen te verslaan. De meeste indexfondsen doen dit door de index na te bootsen. Ze beleggen in dezelfde aandelen of obligaties die in de index voorkomen, in dezelfde verhouding als waarin ze in de index zijn opgenomen. Zo heeft een indexfonds dezelfde samenstelling als de index en volgt de waardeontwikkeling van het indexfonds ook de waardeontwikkeling van de index. Theodoor Gilissen Bankiers biedt beleggers al sinds 2001 de mogelijkheid om duurzaam beleggen en indexbeleggen te combineren binnen duurzame indexfondsen, het Sustainable World Index Fund, het Sustainable Europe Index Fund en het Sustainable North America Index Fund. Deze indexfondsen hebben eveneens een aanzienlijke groei laten zien. De totale omvang van de indexfondsen is per begin november 2013 circa 460 miljoen euro. De index fondsen volgen de toonaangevende duurzame indices van de Dow Jones, de Dow Jones Sustainability Index Series. Deze indices worden samengesteld volgens de ’Best in Class‘-benadering. De meest duurzame onder nemingen binnen alle sectoren worden hiervoor geselecteerd. Het idee hierachter is dat deze toonaangevende ondernemingen op het gebied van duurzaamheid op de lange termijn beter presteren dan hun concurrenten. Naast het duurzame rendement heeft indexbeleggen nog andere voordelen. Deze zijn een breed
gespreide aandelenportefeuille, een transparant beleggingsproces en een markt-conform rendement tegen zeer lage kosten. Deze fondsen combineren hiermee het beste van twee groeiende markten.
UNPRI In het begin van 2005 nodigde de toenmalige VN-secretaris-generaal Kofi Annan een groep van ‘s werelds grootste institutionele beleggers uit om de ‘Principles for Responsible Investment’ te ontwikkelen. Deze Roel Houwer portfoliomanager groep ontwikkelde de ‘principles’
[email protected] omdat bij beleggen milieu- en mvoaspecten een steeds grotere rol spelen.
VN principes Principe 1: wij incorporeren criteria op het gebied van Milieu, Sociale en Corporate Governance (ESG) in ons investerings- en besluitvormings-proces. Principe 2: wij stellen ons als eigenaar van beleggingsproducten actief op en voeren ons ESG-beleid door als eigenaar van beleggingen in de praktijk. Principe 3: wij dringen er bij de organisaties waarin wij beleggen op aan om op zinvolle wijze verantwoording af te leggen op het gebied van ESGaspecten. Principe 4: Wij bevorderen de acceptatie en implementatie van de zes principes binnen de investeringsector. Principe 5: Wij streven samenwerking na om de effectiviteit van de implementatie van de zes principes te verhogen. Principe 6: Wij leggen als ondertekenaar van de zes principes verantwoording af over onze initiatieven en de voortgang inzake de implementatie van deze principes.
vorige menu volgende
Perspectief 2014 16
Duurzaamheid
Duurzaam indexbeleggen: het beste van twee werelden Met het ondertekenen van de UNPRI verbindt een vermogensbeheerder zich niet alleen aan de duurzame beleggingsprincipes van de Verenigde Naties, de beheerder belooft ook de bedrijfsprocessen continu te verbe-teren en hier rekenschap voor af te leggen.Theodoor Gilissen Fund Management is er trots op dat zij als beheerder van de eerste duurzame indexfondsen van Nederland de UNPRI heeft ondertekend.
Duurzame groei bij Gilissen Wij hebben in 2013 voor de duurzame indexfondsen drie belangrijke initiatieven ondernomen om nog beter aan de (duurzame) wensen van de klant te voldoen: • Zo is de website www.duurzaamindexbeleggen.nl gelanceerd, zodat beleggers zich beter kunnen laten informeren over deze duurzame beleggingsfilosofie. • Daarnaast heeft Theodoor Gilissen sinds mei 2013 F&C aangesteld om met de bedrijven waarin de indexfondsen beleggen, in discussie te gaan. Op deze manier willen wij duurzaam ondernemen binnen de betreffende bedrijven bevorderen. Dit in gesprek gaan met de bedrijven wordt Engagement genoemd. Door het bundelen van de beleggingen in de fondsen is dit een krachtig wapen in het verduurzamen van het bedrijfsleven. • Tot slot heeft Theodoor Gilissen per 1 september 2013 de management-fees van de duurzame index fondsen verlaagd. Waar eerst de management-fees 0,55 procent per jaar bedroegen voor het Sustainable World Index Fund en 0,45 procent per jaar voor de beide regio fondsen, zijn deze nu verlaagd naar 0,35 procent per jaar voor alle drie de duurzame indexfondsen. Omdat de fondsen daarnaast Fiscale Beleggingsinstellingen zijn (FBI), realiseren ze door gunstige dividendb elastingt arieven ongeveer 0,30 procent meer rendement dan fondsen die deze fiscale structuur niet hebben. Een groot deel van de management-fee wordt op deze manier dus terugverdiend.
17 Perspectief 2014
Sustainable World Index Fund Benchmark:
Dow Jones Sustainability World Index ex all
Fondsbeheerder:
TG Fund Management
Fondsvermogen:
EUR 48 miljoen
Fondsvaluta:
Euro
Startdatum van het fonds:
1 mei 2003
Management fee:
0,35%
Sustainable Europe Index Fund Benchmark:
Dow Jones Sustainability Europe Index ex all
Fondsbeheerder:
TG Fund Management
Fondsvermogen:
EUR 48 miljoen
Fondsvaluta:
Euro
Startdatum van het fonds:
1 februari 2010
Management fee:
0,35%
Sustainable North America Index Fund Benchmark:
Dow Jones Sustainability North America Index ex all
Fondsbeheerder:
TG Fund Management
Fondsvermogen:
EUR 131 miljoen
Fondsvaluta:
Euro
Startdatum van het fonds:
1 juni 2010
Management fee:
0,35%
vorige menu volgende
Fiscaal 2014
Dividend, gouden handdruk & schenken De afgelopen maanden is er veel gebeurd op fiscaal vlak. Op Prinsjesdag zijn de begrotings plannen voor 2014 gepresenteerd. Het Belasting plan 2014 is hier een onderdeel van. De voorstellen uit het Belastingplan 2014 kunnen tot interes sante wijzigingen leiden voor vermogenden. Vooruitlopend op de aanname in de Eerste en Tweede Kamer gaan wij in op drie maatregelen: dividend uitkeren, gouden handdruk en schenkvrijstelling. Dividend: uitkering in 2013 of 2014? Als er overtollig vermogen in een vennootschap zit, kan het voordelig zijn om in 2014 dividend uit te keren. Voorgesteld is dat in 2014 de mogelijkheid wordt geboden om dividend uit te keren tegen een verlaagd box 2-tarief van 22 procent. Hierbij geldt dat het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang niet hoger mag zijn dan 250.000 euro (voor fiscale partners 500.000 euro). Dit levert een voordeel op van maximaal 7.500 euro (voor fiscale partners maximaal 15.000 euro).
Dividend uitkeren na “ 1 januari 2014 heeft een extra voordeel”
Het is raadzaam om voorafgaand aan een dividendu itkering in contact te treden met een financieel adviseur. In het bijzonder in geval van pensioen- en/of stamrecht verplichtingen die op de balans van de vennootschap staan.
Gouden handdruk Per 1 januari 2014 schaft de fiscus de stamrechtvrijstelling af. Dit bete kent dat een ontvangen ontslagvergoeding progressief belast wordt Pim Hoyng in box 1. Uitstel van belastingheffing private planner
[email protected] is in deze situatie niet meer mogelijk. Voor op 31 december 2013 bestaande stamrechten geldt echter een eerbiedigende werking en blijft de huidige regelgeving van toepassing. In het verleden zijn veel gouden handdrukken onder gebracht in een stamrechtvennootschap. In dat geval is het in 2014 mogelijk om een bestaand stamrecht ineens uit te laten keren. Slechts 80 procent van het stamrecht kapitaal wordt belast tegen het progressieve tarief van box 1. Een belastingkorting van 20 procent. Deze belastingkorting geldt enkel voor het jaar 2014. Het voorgaande geldt overigens ook als het stamrecht is ondergebracht bij een bank, beleggingsinstelling of verzekeraar.
Een dividenduitkering die na 1 januari 2014 plaatsvindt, heeft ook een tweede voordeel. Het in privé ontvangen vermogen wordt namelijk in 2014 niet tot de rendementsgrondslag van box 3 gerekend. Kortom, dit levert een belastingbesparing van 1,2 procent op van het uitgekeerde dividend voor het jaar 2014.
vorige menu volgende
Perspectief 2014 18
Fiscaal 2014
Dividend, gouden handdruk & schenken
Louis Dieperink private planner
[email protected]
Tijdelijk verruiming verhoogde schenkvrijstelling Een maatregel uit het Belastingplan 2014 betreft de tijdelijke verruiming van de extra verhoogde schenk vrijstelling naar 100.000 euro. Met deze maatregel wil het kabinet de woningmarkt stimuleren en de aflossing van bestaande eigenwoningschulden bevorderen In principe geldt deze vrijstelling vanaf 1 januari 2014, maar als gevolg van een goedkeuring is het vanaf 1 oktober 2013 al mogelijk om deze schenkvrijstelling te benutten. Als het Belastingplan 2014 wordt aan genomen, dan geldt deze vrijstelling tot eind 2014.
Voorwaarden Aan deze schenkvrijstelling zijn wel voorwaarden verbonden. De begunstigde moet de schenking inzetten voor de aankoop, verbetering of het onderhoud van de eigen woning of voor de (gedeeltelijke) aflossing van de eigenwoningschuld of restschuld. De beperking dat de schenking moet zijn gedaan door een ouder aan een kind tussen 18 en 40 jaar, komt te vervallen. Dus in de relatie tussen schenker en begiftigde zijn geen beperkingen en ook de leeftijdsgrenzen zijn losgelaten. Wel moet de ontvanger van de schenking de eerdere ontvangen hoge - of verhoogde schenkvrijstellingen in mindering brengen op de 100.000 euro.
1
De namen in dit artikel zijn gefingeerd
19 Perspectief 2014
Een voorbeeld ter verduidelijking Emma (63) en Paul (65)1 kwamen bij ons langs voor een gesprek. Zij houden een beleggingsportefeuille van 2.000.000 euro bij ons aan. Daarnaast staat er door de recente verkoop van een vakantiehuis in Portugal een bedrag van 800.000 euro liquide. Zij hebben drie kinderen: Reinoud (41), Elsbeth (37) en Mark (35). Gezien hun inkomens- en vermogenspositie geven wij Emma en Paul de eerder genoemde schenkingsmogelijkheden in overweging. De pensioeninkomsten zijn namelijk ruim voldoende om in hun levensonderhoud te voorzien. Emma en Paul willen wel schenken aan hun kinderen, maar willen hier een bestemming aan geven. Met de ontvangen schenking kunnen Reinoud en Elsbeth hun eigenwoningschuld gedeeltelijk aflossen. Als starter op de woningmarkt kan Mark deze schenking goed gebruiken en dit verruimt zijn mogelijkheden om een appartement te kopen. Uiteindelijk resulteert deze schenking voor alle kinderen in lagere woonlasten. Emma en Paul hebben door deze schenking aan vermogensoverdracht gedaan en zij besparen hierdoor schenk- c.q. erfbelasting. Over het geschonken bedrag zijn zij ook geen box 3-heffing meer verschuldigd. Dit levert een besparing op van 1,2 procent per jaar.
Ons advies Dit is een veelvoorkomende situatie waarin mensen de verruimde vrijstelling kunnen benutten. Om succesvol gebruik te maken van de schenkvrijstelling voor de eigen woning, is het raadzaam deze schenking zorgvuldig voor te bereiden en vast te (laten) leggen. Het is goed om u te laten adviseren voordat u een dergelijke schenking doet.
vorige menu volgende
Fiscaal
Schenken aan goede doelen Bij giften aan goede doelen geven emoties en niet fiscale voordelen de doorslag. Daardoor is het effect van de Geefwet, die sinds begin 2012 schenkingen aan culturele instellingen fiscaal stimuleert, beperkt. Wel kan het een zetje zijn voor wie tóch al een gift wilde doen. Affiniteit maar ook familietradities bepalen voor welke goede doelen klanten kiezen. Soms wordt al generaties lang een bepaald doel omarmd. Of men komt in aanraking met bijvoorbeeld het Rijksmuseum in Amsterdam, en dan blijkt zo’n instelling veel afhankelijker van giften te zijn dan gedacht. Hoe groter het vermogen, hoe vaker het te vergeven bedrag wordt verdeeld over uiteenlopende doelen. Niet alleen culturele doelen, maar ook organisaties die zich inzetten voor bijvoorbeeld onderzoek naar ziekten, natuur of ontwikkelingswerk. Een doel moet bij je passen, dat is een kwestie van affiniteit. Bij giften aan een zorgdoel zie je vaak dat mensen er in de privésfeer mee te maken hebben gehad. Lang niet altijd blijft het bij een cheque. Vaak zetten de gulle gevers zich ook op andere manieren in voor goede doelen, bijvoorbeeld in een adviesfunctie of via commissiewerk.
Leuke extra Onder de klanten van Theodoor Gilissen bevinden zich veel kunstliefhebbers, dus de culturele sector is bij de donaties goed vertegenwoordigd. De Geefwet kan daarbij een zetje geven. Sinds 2012 mogen giften aan culturele doelen voor 125% worden afgetrokken van de inkomstenbelasting. Dus wie 1000 euro geeft, mag een aftrekpost opvoeren van 1250 euro. Het nettobedrag beperkt zich dan tot slechts 350 euro, de rest doet de fiscus cadeau. Voor wie toch al plannen had om donaties te doen, is dat een leuke opsteker. Of deze regeling, die tot 1 januari 2017 geldt, tot nieuwe toeloop of hogere giften leidt, valt te betwijfelen. En dat was wel de bedoeling. Omdat de subsidieregelingen ernstig zijn uitgekleed, kan de culturele sector meer privaat geld goed gebruiken. Effect valt tegen De culturele instellingen, merken over het algemeen nog weinig positieve van de in 2012 geïntroduceerde Geefwet. Om de culturele sector de broodnodige impuls te geven, zou het wellicht beter zijn als het voordeel meteen bij de organisaties zelf terechtkwam, bijvoorbeeld in de vorm van een overheidsbonus voor elke gift. Voorlopig ligt het voordeel in elk geval bij de gulle gever, die zelf mag kiezen of hij die meevaller al of niet doorgeeft aan de culturele instelling.
vorige menu volgende
Perspectief 2014 20
Prognoses en favorieten Tactische asset-allocatie
visie*
Tactische asset-allocatie
visie
Aandelen
overwegen
Staatsobligaties*
onderwegen
Obligaties
onderwegen
Niet-staatsobligaties AAA / AA*
neutraal
Grondstoffen
onderwegen
Niet-staatsobligaties A / BBB*
overwegen
Onroerend goed
licht overwegen
High yield debt**
licht positief
Alternatieve beleggingen**
licht onderwegen
Emerging market debt**
licht positief
Liquiditeiten
neutraal
Inflation-linked obligaties**
negatief
Gemiddelde looptijd*
onderwegen
*: t.o.v. strategische (op risicoprofiel van cliënt gebaseerde) weging **: hedgefondsen en overig
*: benchmark Citigroup Euro Broad Investment Grade All Index **: niet in benchmark
Economische groei (JoJ)
2013
2014
2015
Eurozone
-0,4
0,7
1,3
Verenigde Staten
1,7
2,5
2,9
Japan
1,8
1,5
Verenigd Koninkrijk
1,4
Nederland Opkomende economieën*
Inflatie (CPI)
2013
2014
2015
Eurozone
1,3
0,9
1,5
Verenigde Staten
1,5
1,7
2,0
1,1
Japan
0,3
1,9
1,7
2,1
1,9
Verenigd Koninkrijk
2,6
2,2
2,2
-1,1
0,4
0,6
Nederland
2,5
1,3
1,7
4,5
5,1
n.b.
Opkomende economieën*
6,2
5,7
n.b.
3-12-13
+3 M
+12 M
Japanse yen (per euro)
139
130-140
135-155
Brent (dollar per vat)
114
100-110
100-120
3-12-13
+3 M
+12 M
Eurozone (c.q. Duitsland)
1,7
2,0
2,4
Verenigde Staten
2,8
3,0
3,7
*: prognoses Internationaal Monetair Fonds voor ‘emerging and developing economies’
Valuta’s & olie
3-12-13
+3 M
+12 M
Amerikaanse dollar (per euro)
1,36
1,25-1,35
1,20-1,30
Pond sterling (per euro)
0,83
0,83
0,80
3-12-13
+3 M
+12 M
Korte rente
(officiële tarieven)
(10-jaars staatsobligaties)
ECB herfinancieringsrente Federal funds target rate
Lange rente
0,25
0,15
0,15
0-0,25
0-0,25
0-0,25
Aandelenregio’s
Neutrale overweging
visie
Europa
45%
licht overwegen
Noord-Amerika
30%
overwegen
Pacific developed markets*
10%
onderwegen
Emerging markets
15%
licht onderwegen
Aandelen: stijl en marktkapitalisatie
visie
Groei- versus waardeaandelen
groei
Large caps versus mid & small caps
large caps
*: Japan, Australië, Nieuw-Zeeland, Hong Kong en Singapore Disclaimer: de gegevens op deze pagina zijn samengesteld op basis van de marktomstandigheden op het moment van schrijven. De marktomstandigheden kunnen in de loop der tijd wijzigen op grond van de actuele ontwikkelingen.
21 Perspectief 2014
vorige menu volgende
Uw vermogen verdient serieuze aandacht Telefonisch contact Vestiging Amsterdam: Vestiging Rotterdam: Vestiging Eindhoven:
020 527 60 00 010 713 75 00 040 711 27 00
E-mail
[email protected] Online www.gilissen.nl www.gilissen.nu www.twitter.com/gilissen www.facebook.com/theodoorgilissen www.linkedin.com/company/theodoor-gilissen-bankiers Nieuwsbrief Dagelijks serieuze expertise op een presenteerblaadje? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief via www.gilissen.nu.
Over Theodoor Gilissen Bankiers N.V. Theodoor Gilissen Bankiers N.V. beschikt over een vergunning op grond van de Wet op het financieel toezicht en is geregistreerd als financiële onderneming bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam en tevens als kredietinstelling bij De Nederlandsche Bank te Amsterdam, onder vergunningnummer 12000053. Theodoor Gilissen Bankiers N.V. is aangesloten bij Euronext N.V., is statutair gevestigd aan de Keizersgracht 617, 1017 DS te Amsterdam en staat in het Amsterdam Handelsregister geregistreerd onder nummer 33004157. Onderdeel van KLB European Private Bankers. Disclaimer Het doel van deze brochure is het verstrekken van globale informatie. Hoewel deze brochure met de nodige zorg is samengesteld, staat Theodoor Gilissen Bankiers N.V. niet in voor de juistheid, volledigheid en actualiteit van de in deze brochure verstrekte informatie en kunnen er geen rechten aan worden ontleend. Theodoor Gilissen Bankiers N.V. is niet aansprakelijk voor schade die op enigerlei wijze kan voortvloeien uit het gebruik van deze brochure. Deze brochure, de inhoud en vormgeving ervan, zijn eigendom van Theodoor Gilissen Bankiers N.V. te Amsterdam. Alle rechten worden voorbehouden. Niets van deze brochure mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, openbaar gemaakt, of voor al dan niet commerciële doeleinden worden gebruikt, in enigerlei vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Theodoor Gilissen Bankiers N.V. Tot slot geldt nog een algemene waarschuwing. Aan alle beleggingen zijn risico’s verbonden. De waarde ervan kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. © THEODOOR GILISSEN BANKIERS N.V., 2013. Bron beeldmateriaal: Hollandse Hoogte / Corbis
vorige
Serious Money. Taken Seriously.