+ P
People Planet Profit
MVO Nederland De winst van ketenmanagement
Samenwerken met toeleveranciers
Duurzame inkoop
Jacqueline Cramer, hoogleraar duurzaam ondernemen
“Die berg samen beklimmen”
Jacqueline Cramer: “Klimmers aan het einde van het touw dragen soms de last van de topklimmer.”
3
Ketenverantwoordelijkheid. Het wordt nog belangrijker dan het nu al is. Dat voorspelt hoogleraar duurzaam ondernemen Jacqueline Cramer. Het midden- en kleinbedrijf krijgt er ook mee te maken. Het kan zijn dat een groot concern aan toeleveranciers een duurzaamheidsverklaring vraagt te ondertekenen. Of de overheid eisen stelt bij het aanvragen van een exportkrediet. Of de hele branche moet orde op zaken stellen, om geen overheidsopdrachten te verliezen.
neemt toe om verantwoordelijkheid te nemen over meer dan alleen de winst. En dan is er de druk in de keten zelf, niet alleen van de top, maar ook van klimmers op andere plekken aan het touw. Bedrijven die exporteren hebben aandacht voor MVO-vraagstukken om een betere exportpositie te verkrijgen. Wie exportsteun van de overheid vraagt, moet zelfs OESO-Richtlijnen naleven. Wie in 2010 nog een overheidsopdracht wil krijgen, moet ook aantonen dat de geleverde diensten of producten duurzaam van karakter zijn.”
Door Jan Bom Fotografie door Anne Hamers
e was dit voorjaar in Madagaskar, dat enorme eiland rechts van Afrika, een afgesplitst continent op zich. Hoogleraar Jacqueline Cramer (1951) verzorgde daar workshops over MVO en sprak er met bedrijven die afhankelijk zijn van de export naar Europa. Voor deze ondernemers is ketenmanagement een grotere realiteit dan voor de meeste collega’s in het Nederlandse middenen kleinbedrijf. Daar in Afrika zitten ze aan het einde van de keten, als laatsten aan de lijn van de bergbeklimmers. En dat is zeker geen comfortabele positie, daar kwam de duurzaamheidsdeskundige Cramer wel achter. De laagste klimmers aan het touw dragen soms zelfs de kosten van de eerste klimmer. Dat zijn vaak grote, westerse concerns. Die stellen meer en meer eisen, uit angst voor reputatieschade. Het zijn soms dure eisen. Welke Nederlandse MKB’er zou zonder blikken of blozen een audit in het bedrijf toelaten? Wetende dat er na dit verplichte bedrijfsbezoek een rekening van vijfhonderd tot drieduizend euro volgt? Waarna soms ook nog een verzoek van een andere grote klant volgt voor weer een ander onderzoek, voor een ander certificaat? Maar geen van de grote klanten maakt aanstalten om iets meer te gaan betalen voor dezelfde goederen of grondstoffen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van ketenmanagement. Cramer: “Dat levert in exportlanden een enorme tegenreactie op. Al die administratie! Wat een waaier aan richtlijnen! Maar ook hoorde ik opmerkingen over het gebrek aan inzicht in de cultuur. Je kunt niet overal dezelfde eisen stellen aan hygiëne of
Z
rustruimten. Maar de allerbelangrijkste opmerking was toch wel: Als we aan al deze eisen voldoen, mag er dan iets aan de prijs veranderen?”
Prettig verbaasd Jacqeline Cramer is nu ruim tien jaar bezig met duurzaam ondernemen. Ze is prettig verbaasd over de snelheid waarmee bedrijven zich het gedachtegoed van MVO eigen maken. “Je struikelt vandaag over de duurzaamheidsinitiatieven van bedrijven. Eerst was er een handjevol mensen, dat elkaar allemaal kende. Het is ongelooflijk hoeveel mensen zich er nu al mee bemoeien. Het is een wonder. Zo snel gaan dit soort ontwikkelingen meestal niet.” In 2000 droeg ze bij aan het belangrijke rapport van de Sociaal Economische Raad, dat in Nederland de fundamenten sloeg. Ze analyseert de trend en kijkt vooruit. Wat staat ons de komende vijf jaar te wachten, als het over duurzaam inkoopbeleid gaat en dus over ketenbeheer? Eerst een klein stapje terug, in de tijd. Cramer: “Het zijn grote concerns geweest, die als eerste hun ketens in kaart brachten. Je vindt de pioniers vooral in de voedingssector en in de kleding. In beide gevallen was er voelbare druk van consumenten. In de voeding ligt het voor de hand. Een bedrijf komt snel in opspraak als de voedselkwaliteit niet gegarandeerd is. Dat kan je je goede naam kosten. “Daarom zie je dat concerns als Unilever, Nutreco en Numico prachtige systemen hebben opgebouwd, waardoor ze achter de computer precies kunnen volgen wat er met hun voedingsproducten gebeurd. Gaat er toch iets mis, dan kun je snel
achterhalen waar de fout is gemaakt. In de kledingsector waren het meer klachten over het sociale beleid. Kinderarbeid in de textielindustrie, lage lonen. En dat uitgerekend bij wereldwijde logo’s als Nike. “Dat was voer voor antiglobalisten, die deze bedrijven openlijk aanklaagden. Met als resultaat dat Nike als allereerste alle toeleveranciers in China en in de rest van zuidoost-Azië op het internet zette. Nadat deze natuurlijk eerst uitvoerig gecontroleerd waren. Ook dat was een belangrijke stap in het denken over ketenverantwoordelijkheid. Philips maakte wereldnieuws met de mededeling dat alle vijftigduizend toeleveranciers gecontroleerd zouden gaan worden. En andere sectoren zie je nu ook komen. Een toenemend aantal banken in Nederland hebben inmiddels hun inkoopbeleid wel geformuleerd. ABN Amro is daar een duidelijk voorbeeld van, met een eigen protocol. Iedereen krijgt een vragenlijst, waar een handtekening onder moet. Het gaat dan niet om het stellen van eisen aan hun toeleveranciers. “In de bouwnijverheid zijn er richtlijnen voor aanbesteding op komst. Dat is natuurlijk allemaal veel lokaler, belangrijker voor de Nederlandse markt. Dat geldt ook voor energiebedrijven, zoals Essent. De farmacie, daar hoor je weinig over. Het gebruik van stoffen die ingekocht worden, worden vooral gedreven door wetgeving. De farmacie is trouwens wel sterk op milieugebied waar het gaat om de eigen productie. Hetzelfde geldt voor de chemische sector. Normen uit Brussel zijn daar al bepalend. Die komen niet meer uit Den Haag.”
Vorm een poule
Regisseur nodig Grote wereldwijde concerns mogen dan blikvangers zijn, de ruggengraat van de Nederlandse economie bestaat uit honderdduizenden bedrijven in het midden- en kleinbedrijf. Ook zij hebben een plaats in een keten. Soms aan de kop, met direct contact naar de klant. Vaak zitten ze ergens in het midden van het klimmerskoord. Jacqueline Cramer verwacht ook hier de komende jaren ontwikkelingen. “Een deel van het MKB in Nederland heeft te maken met de eisen die grote concerns stellen. Maar dat geldt zeker niet voor alle branches. Binnen de natuursteen is er geen groot wereldconcern dat eist dat er geen kinderarbeid meer in India toegestaan wordt. De bedrijven zijn eigenlijk te klein om daar alleen iets aan te kunnen doen.
“Vaak kan een branchevereniging dan een gezamenlijk beleid opstellen. Dat kom ik in de wetenschappelijke literatuur ook tegen, hoewel die op dit gebied nog maar heel beperkt is. Er moet een regisseur zijn. Iemand die het opzet, die de kar trekt, die daar persoonlijk een punt van maakt. Die zegt: nu gaan we iets doen. Maar er moet ook deskundigheid zijn. En er moet enthousiasme gevonden worden bij de inkoop, bij de logistiek manager. Als daar helemaal niemand is met enige affiniteit met duurzaamheid, is het lastig. Binnen de Inkoop zijn zulke mensen nog steeds schaars. “Maar het is een kwestie van tijd, want het denken over ketenverantwoordelijkheid krijgt steeds meer aandacht. En het MKB zit onherroepelijk ergens in zo’n keten. De maatschappelijke en de morele druk op het management
Hoogleraar Cramer erkent tegelijkertijd dat de weg voor het MKB nog wel wat beter geplaveid kan worden. “Het is zwaar om dat alleen te doen. En vaak ook niet nodig. Een MKB-bedrijf ontdekte in China dat er al heel veel andere westerse bedrijven eerder waren langs geweest, met hun codes en richtlijnen. Daarmee ben je de ondernemingen in die landen alleen maar tot last met net weer iets andere richtlijnen. En maar weinig MKB’ers kunnen zich zo’n heel proces van begeleiding en uitzoeken veroorloven. Die financiële armslag is er niet, de menskracht ook niet. Dan is het beter om gezamenlijke initiatieven te nemen, met een internationale organisatie of branche, bij voorkeur op EU-niveau. Met lokale mensen erbij, die kunnen vertalen wat er aan veranderingen verlangd wordt. Dat uitleggen blijkt vaak nog erg lastig. Door te poulen kan het goedkoper voor ondernemingen hier, maar ook daar. Dat soort initiatieven bestaan al, zoals de BSCI.” En de kwestie van de prijzen, die niet omhoog mogen? “De beste veranderingstrajecten die ik ken, hebben vaak een Fair Trade-karakter. Dan worden de kosten voor duurzame ontwikkelingen eerlijk verdeeld. Met coöperaties kun je ook heel wat doen. Ik heb in Madagaskar gezien: je moet niet alles willen opleggen. De bedrijven meenemen in het proces, dat is wèl wezenlijk.”
[email protected]
P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
2
Kop van de keten
P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
Door Jan Bom Fotografie door Anne Hamers
e lezen het laatste Shell Report. ‘We betreuren het zeer dat in 2005 drie werknemers en 33 onderaannemers zijn overleden terwijl zij aan het werk waren. Tien van deze fatale ongelukken waren het gevolg van botsingen op de weg. Ons doel is dat al onze medewerkers en al onze contractors elke dag veilig thuis komen. We hebben al een behoorlijke vooruitgang geboekt, op weg naar het doel van nul dodelijke ongelukken. Sinds 1977 is het percentage met 50 procent afgenomen en vanaf 2001 gerekend is de afname 15 procent. Dit is vooral het gevolg van ons veilig-rijdenprogramma, zoals “Drive to Live” in Afrika.’ Zo ver gaat het ketenmanagement van Shell. Verantwoordelijk hiervoor is David Green. Wat heeft hij precies gedaan om de chauffeurs van zijn onderaannemers te heropvoeden? Voorlichting over alcoholgebruik geven? “Nee, dat was niet het ergste probleem. Het zit ’m vooral in het lokale weggedrag. Veel van de contractors van Shell vervoeren olie over de weg. We leren de chauffeurs dat een tankauto een ander rijgedrag vraagt dan een taxi of een personenauto. Wij zien dat als onze verantwoordelijkheid, ook al zijn de chauffeurs niet in dienst bij Shell.” Er is nog een ander opvallend voorbeeld van hoe ver de verantwoordelijkheid van het ketenmanagement van Shell gaat. Green: “Bij alle door contractors uitgevoerde werkzaamheden maken wij een overzicht van de aanwezige risico’s. De risico’s kunnen heel uiteenlopend van aard zijn, van milieuvervuiling tot hiv/aids bijvoorbeeld. Daarna werken we samen met de contractors om de risico’s te vermijden of, in ieder geval, te beheersen. Contractueel ligt de verantwoordelijkheid bij de contractor, maar wij willen alle steun geven om ze in staat te stellen om hun werk uit te voeren conform onze principes.”
W
Bert Fokkema en David Green van Shell:“We leren de chauffeurs van onze Afrikaanse partners dat een tankauto een ander rijgedrag vraagt dan een taxi of een personenauto.”
Ketenmanagement is begonnen bij de grote concerns van deze wereld. En dan in het bijzonder wereldwijd opererende bedrijven die met veiligheid te maken hebben. Veiligheid van voedsel, zoals Unilever, Numico en Nutreco. Ondernemingen die het zich niet kunnen permitteren om consumenten voedsel te verkopen dat de gezondheid schaadt. Het is ook begonnen bij de veiligheid van mensen. Shell voelt zich niet alleen verantwoordelijk voor de eigen werknemers, maar ook voor die van toeleveranciers. Iedere dode is er een te veel. In duurzaamheidsverslagen doen de concerns verslag van de voortgang. Zij tonen daarmee aan de kop van de klimoperatie te staan, de eersten die de top van de berg bereiken. En zich ook verantwoordelijk te voelen voor de hele keten die aan hun klimtouw daaronder hangt. De beste concerns gooien hun leveranciers hoogstpersoonlijk een reddingstouw toe.
Uit het hart Zo’n praktijk doet veel ervaring vermoeden. En dat is ook zo. De allereerste Business Principles van Shell dateren al uit 1976. Ze zijn regelmatig vernieuwd, tot de huidige acht principes van nu. Issue manager Bert Fokkema stelt: “Ze komen echt uit het hart. Wij willen goede buren zijn, voor alle lokale gemeenschappen, waar we ook werken. Alle contractors en toeleveranciers van Shell krijgen deze principes voorgelegd, voordat ze een contract met ons ondertekenen. De principes maken daarna onderdeel uit van het contract. We zien ook op de naleving daarvan toe.” Dat is geen geringe opgave. Shell telt niet minder dan 122 duizend toeleveranciers, wereldwijd. Fokkema: “Het streven is dat aantal te verminderen. Niet door contracten op te zeggen, maar door bedrijven meer met elkaar samen te laten werken. Een timmerman, een loodgieter en een metselaar die samen huizen voor ons in Afrika bouwen, zouden dat ook als gezamenlijke onderneming kunnen doen. Samenwerking kan zelfs als economisch vliegwiel functioneren. Dat stimuleren wij graag.”
het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Fokkema: “We hanteren mondiaal een set van principes, maar er zijn per land of regio natuurlijk wel verschillen in de implementatie. Hier in Nederland hoef je bij toeleveranciers niet de nadruk te leggen op het uitbetalen van minimumlonen. In landen in Afrika en Azië moet je dat wel doen. Moet je wel duidelijk zeggen: wij willen dat onze zakenpartners de sociale wetten van het eigen land zorgvuldig naleven.” Vinden de twee Shell-medewerkers al die openheid niet wat risicovol? Stel je nu eens voor dat er een enorm ongeluk gebeurt, met veel slachtoffers. Uit de statistieken blijkt dan klip en klaar hoe ernstig dit is. Green: “Maar dan is het door onze jarenlange rapportage ook duidelijk dat het een incident betreft. We hopen dan dat de buitenwereld er begrip voor heeft dat wij een slecht jaar hebben. Dan zal onze reactie ook zijn: Ok, er is iets mis gegaan, maar onze bedrijfsvoering brengt ondanks alle voorzorg risico’s met zich mee. We nemen alle mogelijke maatregelen om herhaling te voorkomen.” > Pagina 6
Set van principes Op de naleving van de principes bericht Shell in het duurzaamheidsverslag. Zo worden er elk jaar controles uitgevoerd naar de vraag of er kinderarbeid voorkomt. In de eigen ondernemingen waren er 88 controles, bij de contractors 69 en bij de toeleveranciers 62. Zonder gevolgen blijft het verwaarlozen van de standaarden op gebied van gezondheid, veiligheid en milieu niet. In 2005 nam Shell afscheid van 63 contractpartners, die het niet wilden begrijpen. Ze zaten wijd en zijd over de wereld verspreid: Brazilië, Kameroen, Griekenland, Honduras, Hongarije, Indonesië, Kenia, Nigeria, Polen, maar ook in westerse landen als
5 P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
Reddingstouw
4
Unilever doet alles ‘samen’ Wie rapporteert er het beste over maatschappelijk verantwoord ondernemen bij toeleveranciers? Dat is Unilever, volgens de vereniging van duurzame beleggers VBDO. Het verzorging- en voedingsconcern deed het net ietsje beter dan Shell, Philips en Reed Elsevier, de andere genomineerden. En geen makkelijke zege, want het concern telt negentienduizend leveranciers, waarvan een flink deel in de landbouw. Dan zijn er nogal wat duurzaamheidsvraagstukken, op gebied van gezondheid van de bodem, erosie, bemesting, gewasziekten, biodiversiteit, energie en niet te vergeten mensen en lokale economie. Een belangrijke stap zette Unilever in 2004, dus nog niet eens zo erg lang geleden.Toen is begonnen alle belangrijkste leveranciers een leverancierscode toe te sturen. Het was geen dictaat, maar een begin om de Unile-
Kop van de keten DAF Trucks veranderde managementsysteem
Philips brengt aantal toeleveranciers terug Het was wereldnieuws. Philips gaat alle vijftigduizend toeleveranciers controleren. Nu, twee, drie jaar later meldt het elektronicaconcern bij monde van directeur Duurzaamheid Henk de Bruin dat het aantal toeleveranciers is teruggebracht van zo’n vijftig- naar zo’n 25 duizend ondernemingen.“Dat is voor ons beter te beheersen.We hebben een relatief lange keten, die soms erg complex is.Wij moeten onze toeleveranciers in korte tijd iets leren, waar wij in Europa honderd jaar over hebben gedaan. Vaak ook in landen waar wel wat beschermende wetgeving is, maar geen overheid die toeziet op de uitvoering daarvan.”
Ook een vraag: hoe veranker je duurzame inkoop in de bedrijfsvoering? DAF Trucks deed het zo. Drie sleutelindicatoren werden benoemd. Alles in het Engels, dat wel. ● Organisation & Performance ● Risk Management ● EcoDesign Deze indicatoren werden onderdeel gemaakt van het Management Accounting System, zoals DAF daar ook mee werkt als het over de logistieke organisatie gaat. Daarna organiseerde de vrachtwagenfabriek een interne trainingscursus voor de afdeling inkoop. De medewerkers werd geleerd onderscheid te maken in vier categorieën van goederen. ● Eigen ontworpen onderdelen ● Door toeleveranciers ontworpen onderdelen ● Simpele gestandaardiseerde onderdelen ● Complexe gestandaardiseerde onderdelen Elke categorie wordt verschillend beoordeeld. Als een toeleverancier een onderdeel
ontwerpt, is deze verantwoordelijk voor de milieuaspecten. De inkopers leggen dan het Eco Design-programma op tafel. Als DAF een kant-en-klaar ontwerp uitbesteedt dat al aan EcoDesign-standaarden voldoet, kijken de inkopers of de toeleverancier zorg draagt voor goed risicomanagement en standaarden in huis heeft als ISO 14000. Van de toeleveranciers wordt gevraagd een selfassessment te leveren. Dat is de basis voor een eventueel onderzoek, een audit. De toeleveranciers komen dan in een categorie te staan: A, B of C.Wie de laagste C-status krijgt, moet verbeterplannen leveren, binnen een afgesproken periode. Meer informatie over verantwoord inkopen in artikel: Responsible Purchasing: a practical business guide; door: M. Collignon, C.J.L. Hogenhuis-Kouwenhoven, E.J. Stork van KPMG Global Sustainability Services. www.score-network.org
7
Wat staat er in gedragscode toeleveranciers? Bedrijven stellen in hun gedragscode voor toeleveranciers vaak normen op over de volgende onderwerpen: ● Voldoen aan wet- en regelgeving ● Milieumanagement ● Gezondheid en veiligheid medewerkers ● Lonen en secundaire arbeidsvoorwaarden ● Werkuren ● Kinderarbeid ● Gelijke kansen ● Vrijheid van vakvereniging ● Investeringen in lokale gemeenschap ● Omgang met eigen toeleveranciers ● Eerlijke concurrentie
Start ketenmanagement
Stappenplan Door Jos Reinhoudt en Karin Jansens
1 Inventariseer relevante leveranciers Bepaal voor welke productketen u maatschappelijke verantwoordelijkheid wilt nemen. Kijk daarbij of u grote diversiteit aan producten inkoopt of dat u onderdeel bent van een beperkte productketen. Maak een lijst van de meest relevante leveranciers. Het primaire proces van het eigen bedrijf is hierbij leidend.
2 Stel gedragscode inkoopbeleid op Formuleer een ethische gedragscode en een daarop gebaseerde checklist voor maatschappelijk verantwoord inkoopbeleid. Het is verstandig de criteria te baseren op elementen uit internationale normen met betrekking tot milieumanagement en arbeidsomstandigheden (ISO14001, SA8000, GRI, etc.) Of sluit u aan bij branchespecifieke initiatieven zoals BSCI, Fair Wear, MPS.
3 Check toeleveranciers Als de inkoopcriteria zijn vastgesteld, worden de leveranciers langs de meetlat gelegd. Dat kan op basis van openbare informatie (websites, kennis van het bedrijf, enzovoort) of met een vragenlijst die aan de leverancier gestuurd wordt. Ook kunt u vragen of uw belangrijkste toeleveranciers uw inkoopcode willen ondertekenen. Resultaat is een ranking van leveranciers. De meeste zullen weinig aandacht vragen, maar voor een bepaalde groep zijn vervolgstappen nodig, soms omdat ze risicovol zijn.
5
4 Breng verbeteringen aan • Maak (nogmaals) het eigen MVO-beleid kenbaar aan de leverancier. • Soms is een gesprek voldoende om de verschillen met de eisen opgehelderd te krijgen of afspraken te maken over verbeteringen. Dit kan een gesprek zijn tussen inkoper en verkoper, maar afhankelijk van het belang van het onderwerp kan ook gekozen worden het gesprek op een hoger (management) niveau plaats te laten vinden. • Af en toe is het noodzakelijk het bedrijf van de leverancier te bezoeken. Door op dit
moment kritisch op milieu, veiligheid, sociale omstandigheden en dergelijke te letten, kan al een duidelijke boodschap worden afgegeven. • Een zwaarder middel dan het ‘gewone’ bezoek is de leveranciersaudit. Daarbij wordt de leverancier gevraagd om diverse aspecten van zijn bedrijfsvoering inzichtelijk te maken. Er wordt op locatie gekeken en er worden interviews afgenomen. Voor het verkrijgen van een certificaat zoals SA8000 zijn dergelijke audits verplicht.
Stoppen of doorgaan Van tevoren moet afgesproken worden wat de consequenties van de vervolgstappen kunnen zijn. Geeft u de leverancier de kans om zijn gedrag te verbeteren? Kunt u daarbij ondersteuning verlenen? Of moet het contract wordt beëindigd? Hiervoor wordt een protocol opgesteld. Dit stappenplan is gebaseerd op de werkwijze van Jos Reinhoudt van de BECO Groep en het Stappenplan internationale Ketenverantwoordelijkheid van Jacqueline Cramer. www.beco.nl www.internationaalondernemen.nl
P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
6
ver-standaard te vergelijken met eventuele eigen standaarden. Vervolgens werden maatregelen en een tijdsperiode afgesproken om ‘samen’ het gewenste prestatieniveau te bereiken. Vooral dat ‘samen’ is essentieel, stelt Kees van der Waaij, directievoorzitter van Unilever Nederland Holdings. Hij is erg blij met de lof van de duurzame beleggers. Het concern van Van der Waaij is groot genoeg om de relatie met de toeleveranciers zelf op een hoger peil te brengen. Daar komen geen externe adviseurs aan te pas, die een onderzoek doen en een rapport uitbrengen, een zogenaamde audit.“Dat is een kwestie tussen onze inkopers en onze leveranciers zelf. We kijken met elkaar of het beter kan. Als we al een betere landbouwpraktijk kennen, dan geven we die aan onze partners door. Dat hebben we onder meer gedaan met spinazieteelt, maar er zijn veel meer voorbeelden. Van een best practice moet iedereen kunnen profiteren. En als een leverancier ergens tekort schiet, dan stellen we samen een programma van verbetering op. Daar komen geen adviseurs van buiten aan te pas.” De jury van de VBDO-prijs noteerde:‘Unilever onderscheidt zich van haar concurrenten door haar initiatieven en inspanningen in de hele keten.’ www.vbdo.nl
Het duurzaamheidskwartet Illustraties door Pieter Geenen
Duurzame Bedrijfsvoering
Duurzame Inkoop
Duurzame Toeleveranciers
Richtlijnen MVO
● Stroom & Afval & Water ● Bedrijfskleding ● Catering ● Kantoorartikelen
● Grondstoffen ● Diensten van derden ● Financiële dienstverleners ● Transport
● Selectie meest risicovolle ● Ondertekende gedragscode ● Bedrijfscontrole ● Verbeterplan
● Duurzaamheidsverslag (GRI G3) ● Arbeidsomstandigheden (ILO, SA 8000) ● Milieumanagement (ISO 14001) ● Kwaliteitslabel (Keurmerk, ISO 9000)
9 P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
8
Halverwege de keten
10 P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
Difrax Waarom duurzaam inkopen? Bedrijfskundige Vivienne van Eijkelenborg nam in 1999 het bedrijf in babyartikelen over van haar ouders. “Mijn passie is productontwikkeling. En mijn ambitie is uitgroeien tot de nummer één van Europa!” Difrax, een bedrijf met dertig werknemers, heeft zo’n veertig Aziatische toeleveranciers. Hoofdproduct is flessen en fopspenen, maar ook kinderbestek, drinkbekers, slofjes en knuffels zitten in het assortiment. Als het om hun kinderen gaat, zijn ouders strikt in de leer, dus moeten dit soort producten uit de aard der zaak aan strenge veiligheidseisen voldoen.
Vivienne van Eijkelenborg:“Ook al vraagt geen enkele afnemer ernaar.”
Het midden- en kleinbedrijf (MKB) zit nogal eens halverwege de keten.Tussen grote eindafnemers en onderaannemers in. Dat geeft soms het gevoel tussen hamer en aambeeld in te zitten. In zo’n situatie is afwachten nooit goed.Twee Nederlandse MKB-bedrijven namen zelf het initiatief om hun verre onderaannemers ervan te overtuigen dat duurzaamheid loont. Difrax laat babyartikelen in China produceren voor grote concerns als Etos, Prenatal en V&D. Merison doet dat op het gebied van allerlei andere non-food-waren, van porselein en kristal tot paas- en kerstartikelen. Door Karolien Bais Fotografie door Anne Hamers
Difrax levert aan detailhandelaren zoals Etos, Prenatal en V&D. Die bedrijven vragen niet aan Difrax of de spullen wel op een fatsoenlijke manier geproduceerd worden. Waarom eigenlijk niet? Vivienne van Eijkelenborg: “Het is geen desinteresse, maar het staat niet hoog op de agenda. Ze zitten zelf ook in de opstartfase. Maar je kunt erop wachten dat ze die eisen wel gaan stellen. Maar ook al vraagt geen enkele afnemer ernaar, ik vind gewoon zelf dat mijn artikelen op een verantwoorde manier geproduceerd moeten zijn. Ik had al jaren de behoefte om MVO vorm te geven, uit persoonlijke overwegingen. Je verantwoordelijkheid houdt niet op bij de voordeur. In China, Thailand en Taiwan gelden hele andere arbeidsomstandigheden dan hier. Je staat voor dilemma’s. Is kinderarbeid in India wel acceptabel zolang de kinderen ook naar school gaan? Zijn lange werkweken acceptabel voor Chinese werkneemsters die hun hele familie daarmee onderhouden? Daar moet je een standpunt over innemen.”
Hoe organiseer je het? Difrax kan onmogelijk zelf bij veertig toeleveranciers checken hoe die met hun personeel, grondstoffen en afval omgaan. Vaak zijn het fabrieken die al door meerdere opdrachtgevers met allerlei voorschriften geconfronteerd worden en ook door hen ge-audit worden. Vivienne van Eijkelenborg wilde daarin niet de zoveelste zijn, dus kwam zij terecht bij de Business Social Compliance Initiative (BSCI), een Europees netwerk van textielbedrijven. Alle fabrieken die door de BSCI ge-audit zijn, komen in een database, waarin je kunt zien in hoeverre ze aan de richtlijnen voldoen. “Ik kan nu meeliften in een grotere Europese organisatie. Ik stap in een lopend proces en hoef niet zelf alles te ontginnen. Dit is een geschikte methode, die ook financieel goed te doen is.” BSCI houdt bovendien regionale bijeenkomsten met niet-gouvernementele organisaties, bedrijven en overheden om een gemeenschappelijk standpunt te ontwikkelen over kwesties als kinderarbeid of arbeidsomstandigheden.
Wat levert het op? Difrax werkt met een vrij stabiel bestand van leveranciers. Voor hen is het voordelig om aan de BSCI-audits mee te doen, omdat veel Europese detailhandelaren, zoals Ahold en V&D, daarbij zijn aangesloten. Directeur Van Eijkelenborg: “Maar je moet er wel bovenop blijven zitten, want de meeste leveranciers doen het voor ons, niet uit eigen overtuiging. Omdat we een vaste relatie hebben, kunnen we inschatten of we een helpende hand moeten bieden bij verbeteringen.” Hoewel het haar in eerste instantie te doen was om haar leveranciers, heeft de hele exercitie ook effect gehad op Difrax zelf: “We hebben nu voor onszelf geformuleerd hoe we willen omgaan met papierverbruik, verpakkingsmateriaal en afvalverwerking. Je hele bewustzijn wordt geactiveerd.” www.difrax.nl www.bsci-eu.org
Merison Retail Waarom duurzaam inkopen? Merison Retail is een bedrijf met 38 werknemers dat zich al jaren inspant om het ondernemerschap op een zorgvuldige manier vorm te geven. De bedrijfsprincipes: performance, care en fun. Dat laatste woord staat voor een inspirerende werkomgeving, zowel op het hoofdkantoor in Bunschoten als op het kantoor in het Verre Oosten. Merison bevindt zich in de bijzondere positie dat het honderden toeleveranciers heeft en enkele klanten, waaronder één hele grote. Voor deze supermarktketen verzorgt Merison alle non-food-artikelen, van porselein en kristal tot paas- en kerstartikelen. Het initiatief ligt steeds bij Merison, als het om de voorwaarden voor verantwoorde inkoop gaat. Dat geldt zowel voor de eindafnemers bovenin de keten, als de leveranciers er onder. Jeannette Kret, hoofd Human Resources van Merison: “Dat voelen wij als onze plicht. Maatschappelijk verantwoord ondernemen hoort bij onze bedrijfsfilosofie. Maar er wordt ons nooit naar gevraagd en we hebben nooit de noodzaak gevoeld om het naar buiten uit te dragen. Men gaat er gewoon vanuit dat die inkoop goed gebeurt, lijkt me.”
Hoe organiseer je het? In 1997 liet Merison een gedragscode ontwerpen voor zijn toeleveranciers. Daarin staan bepalingen over arbeidsomstandigheden, discriminatie en mensenrechten. Merison-inkopers gaan met die gedragscode op pad. Het document moet ondertekend worden. De toetsing op naleving komt later, met als streven jaarlijks twintig leveranciers te controleren. Als blijkt dat de voorzieningen niet goed zijn, gaat die order van honderdduizenden pluche speelgoedbeesten alsnog niet door, om een
voorbeeld te noemen. De audits worden uitgevoerd door de onafhankelijke organisatie SGS (Société Générale de Surveillance). Inmiddels werkt driekwart van de in omzet belangrijkste leveranciers met de gedragscode en heeft 40 procent zich aan een audit onderworpen. Robert Riksen doet voor Merison al 35 jaar inkopen in het Verre Oosten: “Tijdens zo’n audit van twee, drie dagen kijken de inspecteurs onder meer naar de behuizing van de fabriek, de veiligheid van de machines en de werkuren van de arbeiders. Dan geeft SGS een eerste reactie aan het management van het bedrijf waarin wordt gezegd welke verbeteringen haalbaar zijn en wat op korte termijn aangepast zou kunnen worden. Merison betaalt de audits zelf. Ze kosten een paar duizend euro per stuk. Dat zal niet iedere opdrachtgever doen. Maar de fabriek moet zelf wel de aanpassingen bekostigen.”
Wat levert het op? Robert Riksen: “Bedrijven zijn er meestal wel blij mee dat ze op verbeteringen gewezen worden, vooral op het gebied van veiligheid. Nu ik een paar keer zo’n audit heb bijgewoond, weet ik zelf ook beter waar ik op moet letten als ik bij een leverancier kom. Je werkt over het algemeen langere tijd met één fabriek, dus je ziet ook de verbeteringen optreden.” Merison heeft nooit meegemaakt dat een fabriek een audit weigerde. Jeannette Kret “Het gaat om grote opdrachten die een fabriek graag wil hebben.” Volgens Riksen is het ook een kwestie van benadering: “We stellen dat we belang hechten aan het welzijn van de arbeiders, en dat alle partijen van zo’n audit kunnen leren. Ook wij.” De gedragscode van Merison houdt rekening met cultuurverschillen, maar stelt wel een aantal eisen waaraan minimaal voldaan moet zijn. Zo staat er in dat de leveranciers wel de gangbare lokale werkuren mogen hanteren, maar dat die niet de zestig uur per week mogen overschrijden en dat werknemers minimaal één dag per week vrij moeten hebben. Ook op het gebied van kinderarbeid is er ruimte voor lokale gebruiken, zij het dat werknemers niet onder de veertien jaar mogen zijn en niet leerplichtig. Merison moet “helaas uitzonderingen toestaan”, maar dan alleen in overleg met een niet-gouvernementele organisatie of andere onafhankelijke instantie. Jeannette Kret: “Je gunt het werk zo graag aan mensen in de allerarmste landen. Je hoopt dan met die opdracht een bijdrage te leveren aan het verbeteren van hun kwaliteit van leven. Maar soms kost het even tijd, voordat een bedrijf in staat is te werken volgens onze gedragscode. Als dat een haalbaar perspectief is, dan is even wachten voor ons acceptabel. We doen wat we kunnen. Merison kan er natuurlijk niet voor zorgen dat China de vrijheid van vakvereniging invoert. Wel dat onze Chinese leveranciers een salarisstrookje aan hun werknemers geven, zodat externe controle mogelijk is, zaken meetbaar worden voor onze inspecteurs.” www.merison.nl > Pagina 12
11 P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
Niet afwachten
Equipement
Documentaire over dilemma’s ‘Werelds zakendoen’ is de titel van een COS-documentaire over hoe drie Brabantse MKB-bedrijven verantwoord zaken proberen te doen in het buitenland. Ze lopen daarbij tegen problemen aan als corruptie, kinderarbeid, onacceptabele arbeidsvoorwaarden en het negeren van veiligheids- en milieuregels. De documentaire brengt in beeld hoe zij met deze dilemma’s omgaan. www.cosoostbrabant.nl
Gedragscodes op basis van internationale normen en standaarden International Labour Organisation (ILO) - internationale organisatie op het gebied van arbeidsomstandigheden De ILO heeft vier basisarbeidsnormen opgesteld met betrekking tot de vrijheid van vakvereniging, kinderarbeid, dwangarbeid en discriminatie. De ILO geeft handvatten aan bedrijven om deze arbeidsnormen internationaal te implementeren. www.ilo.org
Door Karin Jansens
Gezamenlijke actie houdt kosten laag
Algemeen MVO landentoolkits MVO Nederland heeft landendossiers gemaakt voor zes opkomende markten. Deze zijn digitaal gepubliceerd op de website www.internationaalondernemen.nl. In deze dossiers is ook informatie opgenomen over (tools met betrekking tot) ketenverantwoordelijkheid in die landen. Voor meer informatie met betrekking tot internationaal duurzaam ondernemen: www.mvonederland.nl
13
De OESO-richtlijnen - spelregels voor internationaal ondernemen Deze richtlijnen zijn door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) ontwikkeld voor multinationale ondernemingen. Ze maken duidelijk wat overheden van het gedrag van ondernemingen verwachten. De OESO-richtlijnen bieden een handvat voor ondernemingen om met de verschillende aspecten van duurzame ontwikkeling om te kunnen gaan. Ze gaan onder andere in op werkgelegenheid en arbeidsverhoudingen, wetenschap en technologie, milieu, openbaarmaking van gegevens, mededinging, financiering en belastingen. www.oesorichtlijnen.nl
Het Business Social Compliance Inititiave (BSCI) BSCI is een brancheonafhankelijke organisatie voor monitoring en auditing op het terrein van ketenverantwoordelijkheid. BSCI werkt voor zowel de retailers, de industrie als de importeurs die de sociale standaarden in hun ketens willen verbeteren. Voert voor een redelijke prijs audits uit. www.bsci-eu.org
Fairtrade Labelling Organizations FLO is in 1997 opgericht door meer dan 20 fair trade organisaties verspreid over meer dan 15 Het MVO-platform landen in Europa, Australië, Canada, Japan, MVO Referentiekader Mexico, Niew Zeeland en de Verenigde Staten. Het MVO-platform heeft in 2002 het MVO FLO ontwikkelt en contoleert via dochter orgaReferentiekader ontwikkeld. Het referentieka- nisatie FLO CERT een internationaal erkend der brengt in kaart welke internationale verdra- certificaat voor fair trade producten. FLO congen en andere afspraken tot maatschappelijke troleert en certificeert momenteel 508 produverplichtingen en verantwoordelijkheden centen in meer dan 50 landen in Afrika, Azië en van bedrijven leiden. Voorbeelden zijn de Uni- Latijns-Amerika. De producten van deze proversele Verklaring van de Rechten van de Mens, ducenten verkrijgen daarmee het internatiode verdragen van de Internationale Arbeidsor- nale Fairtrade Certificaat en een gegarandeerde afzet via de fair trade organisaties die zijn aangeganisatie (ILO) en tal van milieuverdragen. sloten bij FLO (waaronder Max Havelaar, Fair Het MVO Platform is een netwerk van Nederlandse maatschappelijke organisaties actief op Trade Organisatie Nederland, etc.). www.fairtrade.net het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). www.mvo-platform.nl
Sectorspecifieke initiatieven Kleding Fair Wear Foundation heeft een gedragscode opgesteld voor de kledingbranche die bedrijven kunnen ondertekenen. Fair Wear Foundation zorgt vervolgens voor de verificatie: zijn de arbeidsomstandigheden bij toeleveranciers inderdaad zodanig dat ze voldoen aan de gedragscode? www.fairwear.nl MADE-BY beoogt een grotere afzetmarkt voor duurzame kleren te bereiken. Dit doet het door kledingbedrijven te ondersteunen om hun maakproces op te schonen, door verantwoorde ketens te bouwen en ten slotte door de consument ruime keus aan verantwoord geproduceerde mode aan te bieden. www.made-by.nl Hout en Papier Forest Stewardship Council (FSC) is het keurmerk voor verantwoord bosbeheer. Er wordt volop gebruik gemaakt van dit keurmerk door bedrijfsleven, overheid, milieu- en ontwikkelingsorganisaties. Zowel voor hout- als papierproducten. www.fscnl.org Koffie Utz Kapeh is de certificeringsorganisatie voor duurzame koffie. De organisatie stelt een aantal economische, sociale en milieucriteria voor verantwoorde koffieproductie. Utz Kapeh maakt daarbij gebruik van Eurepgap en normen als de ILO. www.utzkapeh.org Max Havelaar is het keurmerk voor fair trade producten. Dit keurmerk is opgesteld op verzoek van boerenorganisaties. De stichting Max Havelaar controleert de hoge eisen die worden
gesteld aan duurzame producten. Door deze hoge eisen wordt boeren de mogelijkheid geboden een beter bestaan op te bouwen. www.maxhavelaar.nl Sierteelt MPS is de internationale certificeringsorganisatie voor de sierteelt. Dagelijks beoordeelt en certificeert MPS de milieuprestaties van zo’n vierduizend Nederlandse ondernemers in de sierteelt, bloembollen, boomkwekerij- en groentesector. Ook sociale aspecten spelen een rol. Aan het programma doen niet alleen telers mee, maar ook handelaren en detaillisten. www.my-mps.com Vis Marine Stewardship Council (MSC) is de certificeringsorganisatie voor de visserij. De standaard is bedoeld voor bedrijven (met name gerelateerd aan de visserij), overheden, milieuen ontwikkelingsorganisaties. www.msc.org
Keurmerken en certificaten Europees Ecolabel Het Europees Ecolabel is het Europese milieukeurmerk voor non-food producten en diensten. Het garandeert milieukwaliteit van het product. Het Europees Ecolabel staat op een product of dienst als deze aan alle milieucriteria voldoet. Bij de productie is gelet op energieen waterbesparing, vermindering van afval en verminderen van lucht-, water- en bodemverontreiniging. www.europeesecolabel.nl
International Organization for Standardization (ISO) 9000, 14000 en 26000 ISO 9000 en ISO 14000 zijn de meest bekende ISO standaarden op MVO-gebied. ISO 9000 heeft betrekking op kwaliteitsmanagement en ISO 14000 heeft betrekking op milieu. ISO 26000 is een nieuwe richtlijn, speciaal gericht op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Deze ISO-richtlijn heeft als doel het bedrijfsleven en andere organisaties te ondersteunen bij het geven van invulling aan MVO. De publicatie van deze nieuwe norm wordt eind 2008 verwacht. www.nen.nl www.iso.org/iso/en/iso9000-14000/index.html OHSAS 18001 OHSAS 18001 is een norm voor managementsystemen op het gebied van bedrijfsgezondheid en -veiligheid. Deze norm is bedoeld als hulpmiddel voor organisaties om gezondheiden veiligheidsrisico’s te beheersen. www.ohsas-18001-occupational-health-andsafety.com Social Accountability International - SA 8000 SA 8000 is een toonaangevend certificeringssysteem op het gebied van arbeidsomstandigheden. De standaard is gebaseerd op de internationale normen zoals neergelegd in de ILO en VN conventies en omvat onder meer standaarden rondom kinderarbeid, gedwongen arbeid, gezondheid en veiligheid, recht van vakvereniging en collectieve belangenbehartiging, discriminatie, werktijden en eerlijke betaling. www.sa-intl.org > Pagina 14
P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
12
Hoe kan een onderneming aantonen duurzaam te produceren? Grote concerns vragen dat nu al aan hun toeleveranciers. Overheden gaan dat ook steeds vaker doen. Over drie jaar moeten bedrijven bewijs leveren, willen ze nog in aanmerking komen voor leveranties aan ministeries. Voor wie nog niet zo ver is: welke normen, keurmerken en criteria zijn er?
Overheid koopt straks duurzaam in
Wie pakt het inkoopbudget van dertig miljard?
Vaweco wil de bedrijfskleding leveren 15
Op 1 januari 2010 is het zo ver. Dan kopen alle overheden duurzaam in. De rijksoverheid koopt 100 procent duurzaam, de lagere overheden 50 procent. Het bedrag dat daarmee is gemoeid: dertig miljard euro per jaar. Het bedrijfsleven heeft nog maar drie jaar om hun duurzame producten en diensten te kunnen presenteren.Waar moet rekening mee worden gehouden? Wie is er al klaar voor dat gigantische bedrag van dertig miljard euro per jaar?
“J
Door Astrid van Unen en Karolien Bais Fotografie door Menno Boermans/HH
nschede is de eerste Schone Kleren gemeente in Nederland. Alle gemeenten in Drenthe en de provincie kopen 100 procent duurzame stroom in. En de ministeries? Die moeten in 2010 100 procent duurzaam inkopen. Allemaal in lijn met het programma Duurzame Bedrijfsvoering Overheden ofwel Duurzaam Inkopen. De eerste contouren van het inkoopbeleid van straks tekenen zich af. Maar er zijn ook nog vele vragen. Zal 20 procent van het papier aantoonbaar voldoen aan de eisen van een milieukeurmerk zoals Nordic Swan, Europees Ecolabel of Milieukeur, of wordt het 75 procent? Waarom wordt FSC-papier niet genoemd? Moet de leverancier van bedrijfskleding over een door de directie getekende Milieubeleidsverklaring beschikken of eisen we dat hij en zijn toeleveranciers aantoonbaar aan de ILO-basisnormen voldoen? Voor dit soort keuzes staan de departementen sinds de Tweede Kamer in 2005 in een motie heeft bepaald dat alle ministeries uiterlijk in 2010 ‘bij alle rijksinkopen en rijksinvesteringen duurzaamheid als zwaarwegend criterium’ mee moeten nemen. Duurzaam inkopen kreeg al in 1999 een impuls, toen toenmalig minister Jan Pronk de aftrap gaf voor een vijfjarig programma om
E
duurzaam inkopen te stimuleren en overheden hierin te faciliteren. Inmiddels hebben ook alle provincies zich hieraan gecommitteerd, zij het dat die in 2010 de helft van de aanbestedingen moeten hebben verduurzaamd. Dit geldt ook voor gemeenten, als ze tenminste de intentieverklaring Duurzaam Inkopen ondertekenen. Tot nu toe hebben 138 overheden die ondertekend, waaronder alle ministeries, provincies en veel waterschappen. Van de 483 gemeenten moet zich dus ruim driekwart nog committeren. De twaalf Provinciale Milieufederaties, Stichting Natuur en Milieu, Milieudefensie, Vereniging Klimaatverbond Nederland, Fair Procura, FSC Nederland en COS Nederland helpen de overheden duurzaam inkopen in praktijk te brengen. Agentschap SenterNovem heeft criteria ontwikkeld voor de verschillende producten. Inmiddels zijn 32 productgroepen gespecificeerd en moeten er nog 88 onder de loep genomen worden. SenterNovem presenteert zogenoemde menukaarten als hulpmiddel bij het duurzaam inkopen van producten, diensten en werken. Zo zijn er inkooppakketten samengesteld voor onder meer de schoonmaak, bedrijfskleding, catering, betonproducten, dienstauto’s, energie en papier. Daarin zijn drie niveau’s opgenomen: actief, voorlopend en innovatief. Het niveau ‘actief’ is het minimumniveau. Dat komt neer op bijvoorbeeld 20 procent milieuvriendelijk papier. Wie meer ambities heeft, kan in het rijtje van ‘innovatief’ nog wat inspiratie opdoen. Vanaf maart worden de drie niveau’s teruggebracht naar twee. Dan blijven een basis - en pluspakket over.
Vaweco is er helemaal klaar voor.Wat deze producent van bedrijfskleding betreft zou de overheid al in 2007 volledig duurzaam moeten inkopen. Dan is het afgelopen met gemeenten die voor hun uniformen toch nog steeds kiezen voor een aanbieder die een procent lager in prijs zit. Maar niet kan garanderen dat de arbeidsomstandigheden in orde zijn. Hoe presenteert Vaweco zich?
Welke inkooppakketten moeten straks duurzaam zijn? ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Bedrijfskleding Bouwen en huisvesting Bussen Catering Congressen, beurzen Diensten Energie (gas, elektriciteit) Groenvoorziening Kantoorinrichting (artikelen, meubilair, schilderwerk) Kantoormachines (kantoorapparatuur, computers, tonercartridges) Papier (drukwerk, kopieerwerk) Schoonmaak (middelen en dienstverlening) Terreinbeheer Transport en mobiliteit (wagenpark, overige transportmiddelen) Wegen Overige (werktuigen en gereedschappen, verlichting, smeermiddelen, afval, hout)
Gedetailleerde informatie is te vinden op: www.senternovem.nl/duurzaaminkopen/
e moet steeds meer aan kwaliteit doen om je te onderscheiden van de ‘ver-weg-markten’, zoals China of Vietnam,” zo verklaart Piet Goossens de reden waarom zijn bedrijf zich aansloot bij de Fair Wear Foundation. Vaweco produceert bedrijfskleding, van stofjassen tot rally-overalls en brandwerende kleding. Directeur Goossens wil dat zijn artikelen op een fatsoenlijke manier gemaakt worden. Niet alleen als verkoopargument. Het is gewoon zijn persoonlijke maatstaf: “Je ziet fabrieken waar ik mijn eigen kinderen en kleinkinderen niet in zou willen laten werken.” Vaweco, een bedrijf met 25 werknemers, heeft zo’n honderd leveranciers in Denemarken, Zweden, Finland, Nederland, België, Frankrijk en Bulgarije. De afnemers zitten voornamelijk in Nederland: de overheid, de groothandel en de kledingvakhuizen. Goossens: “Helaas zijn er maar weinig klanten die vragen of onze artikelen eigenlijk wel op een maatschappelijk verantwoorde manier geproduceerd zijn. De overheid zou die boodschap veel sterker moeten uitdragen.”
Hoe organiseer je het? Op een bijeenkomst van de brancheorganisatie Modint hoorde Goossens voor het eerst van de Fair Wear Foundation (FWF), een instantie die zich sterk maakt voor goede arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. “Ik dacht: ‘Dat is goed, zij hebben een gedragscode en een verificatiesysteem, dus ik hoef niet zelf het wiel uit te vinden.’ Anderhalf jaar geleden hebben we ons aangesloten. Sindsdien zijn onze lever-
anciers van de gedragscode op de hoogte gebracht en leggen we al onze kwaliteitsafspraken vast op basis van de FWF-inkoopnormen. Dus geen schade voor het milieu, geen kinderarbeid, geen onbetaalde overuren en dat soort zaken. Inmiddels heeft FWF bij een stuk of tien leveranciers een audit uitgevoerd. Dat resulteert in een verslag waarin het bedrijf ook geadviseerd wordt over eventuele verbeteringen. Op zich gaat er bij onze leveranciers niet veel mis, want voordat we met hen in zee gaan, hebben we al referenties opgevraagd. En ons vakgebied is een klein wereldje, dus je hoort snel genoeg wat er aan de hand is. Als we in de gaten hebben dat leveranciers niet voldoen aan de normen, stoppen we acuut met de handel. Het grootste risico loop je in landen waar de prijs heel laag is. Ik was onlangs in een schoenfabriek in China, waar honderden mensen de hele dag in een ongeventileerde ruimte met lijm bezig waren. Tjongejonge, dat kan helemaal niet!”
Wat levert het op? Piet Goossens: “We hebben de MVO-zienswijze op onze verkopers overgebracht. Die staan in verbinding met de markt en proberen daar begrip te kweken voor een ethisch verantwoorde manier van inkopen. Wij doen veel zaken met de overheid en daar vraagt men er gelukkig steeds meer naar. Maar vooral bij lagere overheden valt dat
soms tegen. Die nemen toch gerust producten van een concurrent omdat de prijs 1,5 procent lager ligt. Nou, dan hebben wij ons werk niet goed gedaan. Niet dat we erop moeten wijzen wat er mis is met die schoenen uit China, maar wel dat wij beter hadden moeten vertellen dat onze inkoop maatschappelijk verantwoord is.” www.vaweco.nl
P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
14
politiek, de consument. We denken na over de onderwerpen die in de maatschappij spelen en praten daarover met deskundigen.
+ P
Projecten
Special MVO Nederland
Over MVO Nederland MVO Nederland is een kennis- en netwerkorganisatie die het bedrijfsleven stimuleert maatschappelijk verantwoord te ondernemen. MVO Nederland brengt hiervoor bedrijfsleven, maatschappelijk P+ PEOPLE PLANET PROFIT + DE WINST VAN KETENMANAGEMENT
16
veld, overheid, onderwijs en onderzoek bij elkaar om samen te zoeken naar effectieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. MVO Nederland wordt hierbij ondersteund door haar partners.
Informatie Om maatschappelijk verantwoord ondernemen concreet en levend te maken, verzamelt MVO Nederland zoveel mogelijk voorbeelden, instrumenten, verhalen en publicaties. We maken deze informatie vervolgens beschikbaar via bijvoorbeeld onze website en de presentaties die we in het land geven. Vaak is de informatie te vinden bij een ander bedrijf en verwijzen we door naar partners in ons MVO-netwerk.
Netwerk MVO Nederland wil maatschappelijk verantwoord ondernemen bij zoveel mogelijk bedrijven stimuleren. Daarom brengen wij bedrijven die al ervaring hebben met MVO in contact met ondernemers die net beginnen. We organiseren daarvoor onder meer bijeenkomsten die we werkwinkels noemen. Zo bouwen we langzaam een steeds groter netwerk van organisaties die maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Via al de organisaties die ons informatie aanleveren, horen we ook goed wat er allemaal speelt in het veld. We merken daardoor waar de behoeftes liggen en spelen daar zo goed mogelijk op in. Zo leeft bij verschillende organisaties de vraag waar je rekening mee moet houden als je internationaal maatschappelijk verantwoord wilt ondernemen. Wij zoeken naar aanleiding van zo’n vraag bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties die elkaar input kunnen leveren. We zorgen er voor dat verschillende initiatieven rondom internationale richtlijnen gestroomlijnd worden en maken in samenwerking met bijvoorbeeld de EVD een informatiepakket voor ondernemers die in het buitenland maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Geïnteresseerd in MVO? Wilt u starten met maatschappelijk verantwoord ondernemen, kijk dan op onze website: www.mvonederland.nl. Hier kunt u zich ook abonneren op onze digitale nieuwsbrief.
People, Planet, Profit
Hoofdredacteur: Jan Bom (P+) Karin Jansens (MVO Nederland)
Eindredactie: Astrid van Unen
Redactie: Karolien Bais Astrid van Unen
Illustraties: Pieter Geenen
Fotografie: Anne Hamers
Contact
Menno Boermans/HH
MVO Nederland Waterstraat 47 Postbus 48 3500 AA Utrecht Telefoon 030 - 236 33 22 Fax 030 - 23 12 804 www.mvonederland.nl
Arie Kievit/HH
Art Direction: B10, Amsterdam: Boudewijn Boer Tineke Kooistra
Publiciteit MVO Nederland wil dat maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat leven, dat het tastbaar wordt voor iedereen. Daarom vertellen we de verhalen van de organisaties die goede voorbeelden hebben aan zoveel mogelijk mensen. We gaan er mee naar de pers, de
Druk: Senefelder Misset Doetinchem
Uitgave: Atticus b.v. / MVO Nederland
Redactieadres: Rietsnijderslaan 3 1394 LC Nederhorst den Berg T 00 31 (0) 294 255719 M 06 27 153 000 E
[email protected] www.peopleplanetprofit.nl www.peopleplanetprofit.be www.peopleplanetprofit.info www.p-plus.nl