Pensioenreglement voor deelnemers geboren voor 1 januari 1950 Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland 1 januari 2007
Inhoudsopgave
Artikel 1 Artikel 2 Artikel 2a Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29 Artikel 30 Artikel 31 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Begripsomschrijvingen Deelnemers Informatieverplichting Aanspraken Deelnemersjaren Pensioengevend salaris / Pensioengrondslag Parttimedienstverband Toetsingsgrondslag Ouderdomspensioen Partnerpensioen Tijdelijk partnerpensioen Wezenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Arbeidsongeschiktheid Uitkering Verzekering Financiering der pensioenen Waardevastheid Vermindering van aanspraken Aanpassing van de regeling Beëindiging van het deelnemerschap Waardeoverdracht Toestemming echtgeno(o)t(e)/partner Beëindiging van huwelijk of partnerschap / verevening van pensioenrechten Pensioenvervroeging Variatie in uitkeringshoogte Uitruil pensioen Verplichtingen van de deelnemer Onaantastbaarheid der pensioenen Algemene bepalingen Inwerkingtreding Overgangsbepalingen
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
i
1 4 5 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 20 21 22 23 24 25 26 28 29 31 32 33 34 35 36 37 38 39 41 43 44
1 januari 2007
Pensioenreglement van Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: Aangesloten ondernemingen
: de vennootschap, haar werkmaatschappijen en direct of indirect met haar gelieerde ondernemingen, die door de directie als aangesloten onderneming zijn aangewezen en door het pensioenfonds als zodanig zijn aanvaard, te weten: • SCA Hygiene Products Hoogezand B.V., gevestigd te Hoogezand; • SCA Hygiene Products Gennep B.V., gevestigd te Gennep; • SCA Hygiene Products Tilburg B.V., gevestigd te Tilburg; • SCA Hygiene Products Suameer B.V., gevestigd te Bergum; • Uni-Charm Mölnlycke Baby B.V., gevestigd te Hoogezand; • Uni-Charm Mölnlycke Incontinence B.V., gevestigd te Hoogezand; • SCA Hygiene Products Zeist B.V., gevestigd te Zeist.
AOW-uitkering
: de jaarlijkse uitkering voor een gehuwde persoon op grond van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantietoeslag.
Bestuur
: het bestuur van het pensioenfonds.
CAO-loonontwikkeling
: het per 1 januari van enig jaar vastgestelde gewogen gemiddelde van de algemene loonstijgingen in de CAO’s die gelden voor de vennootschap en de aangesloten ondernemingen dat op 1 juli van het voorgaande jaar wordt vastgesteld.
Directie
: de directie der vennootschap.
Gewezen deelnemer
: degene, van wie het deelnemerschap – anders dan door pensionering – is beëindigd en die op grond van dit deelnemerschap nog aanspraken jegens het pensioenfonds kan doen gelden maar nog niet als pensioengerechtigde wordt aangemerkt.
IVA
: de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
1
1 januari 2007
Kind
: een kind dat tot de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde deelnemer in familierechtelijke betrekking staat, alsmede stief- en pleegkinderen van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer.
Minimumloon
: het voor de werknemer geldende wettelijke minimum(jeugd)loon inclusief de minimumvakantiebijslag in de zin van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
Partner
: a) de gehuwde man/vrouw van een deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer, b) de ongehuwde man/vrouw, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn, wiens/wier partnerschap met de ongehuwde deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer is geregistreerd, dan wel c) de ongehuwde man/vrouw met wie de ongehuwde deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer een samenlevingscontract is aangegaan dat is vastgelegd in een notariële akte.
Partnerschap
: het samenlevingsverband van de ongehuwde deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer met een partner als omschreven in sub c van de definitie ‘partner’.
Pensioendatum
: de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 65-jarige leeftijd bereikt.
Pensioenfonds
: Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland, gevestigd te Zeist. : de persoon, niet zijnde een (gewezen) deelnemer, die krachtens de bepalingen van de statuten en het reglement van het pensioenfonds een periodieke uitkering ontvangt in de vorm van ouderdoms-, (tijdelijk) partner, wezen- of arbeidsongeschikheidspensioen.
Pensioengerechtigde
Prepensioen
: de uitkering uit hoofde van de prepensioenregeling.
Prepensioenleeftijd
: de door de deelnemer gekozen ingangsdatum van het prepensioen, in principe gelegen tussen de eerste dag van de maand waarin de 60-jarige leeftijd wordt bereikt en de eerste van de maand waarin de 62-jarige leeftijd wordt bereikt. De richtprepensioendatum is de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 60-jarige leeftijd bereikt.
Prepensioenregeling
: de prepensioenregeling zoals is vastgelegd in het prepensioenreglement van het pensioenfonds.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
2
1 januari 2007
Prepensioenreglement
: het ‘Reglement Flexibel Prepensioen 55-plussers’ van het pensioenfonds.
Prijsindexcijfer
: het in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde consumentenprijsindexcijfer (CPI) alle huishoudens, afgeleid. Per 1 januari van enig jaar geldt het als zodanig gepubliceerde consumentenprijsindexcijfer per de 31ste oktober daaraan voorafgaand.
Vennootschap
: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SCA Hygiene Products Nederland B.V., gevestigd te Zeist.
Verzekeraar
: de maatschappij(en) als omschreven in artikel 1 van de Pensioenwet waar de uit dit reglement voortvloeiende verzekeringen kunnen worden gesloten.
Werknemer
: de persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst is bij een aangesloten onderneming.
WGA
: de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten.
WIA
: de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen.
WIA-loongrens
: het tot een jaarbedrag herleide per 1 januari van enig jaar geldende maximum dagloon, dat geldt voor de vaststelling van de uitkeringen krachtens de WIA.
WAO
: De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
3
1 januari 2007
Artikel 2 Deelnemers 1. Als deelnemer in het pensioenfonds uit hoofde van dit reglement wordt opgenomen de werknemer die ⎯ voor 1 januari 1950 geboren is, en; ⎯ reeds op 31 december 2005 deelnemer was aan de op dat moment van toepassing zijnde pensioenregeling, en; ⎯ vanaf 1 januari 2006 onafgebroken werknemer blijft bij een aangesloten onderneming. 2. De opname als deelnemer geschiedt op de eerste van de maand waarop de werknemer voldoet aan de in lid 1 gestelde eisen. 3. Het deelnemerschap eindigt door: ⎯ overlijden van de deelnemer; ⎯ verlies van de hoedanigheid van werknemer; ⎯ uittreding van de aangesloten onderneming uit het pensioenfonds, aan welke onderneming de deelnemer krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden is. 4. In afwijking van het bepaalde in lid 3 wordt het deelnemerschap geacht ononderbroken te zijn geweest, indien betrokkene direct na de beëindiging van het dienstverband met een aangesloten onderneming opnieuw bij deze onderneming of bij een andere aangesloten onderneming in dienst treedt. 5. Voor degene die op 31 december 2005 recht had op ⎯ premievrije voortzetting van de pensioenopbouw zoals vastgelegd in artikel 14 van het op 31 december 2005 geldende pensioenreglement, en/of; ⎯ een uitkering van WAO-aanvullingspensioen als bedoeld in artikel 12 van het op 31 december 2005 geldende pensioenreglement, en/of; ⎯ een uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in artikel 13 van het op 31 december 2005 geldende pensioenreglement; blijven de bepalingen uit het op 31 december 2005 geldende reglement van toepassing indien en voorzover op betrokkenen de WAO van toepassing blijft.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
4
1 januari 2007
Artikel 2a Informatieverplichting 1. Het bestuur is verplicht de werknemers van hun opname als deelnemer schriftelijk kennis te geven. Het bestuur draagt er zorg voor dat deelnemers in het bezit worden gesteld van de geldende statuten, het geldende pensioenreglement en van later daarin aangebrachte wijzigingen. Het bestuur zorgt er tevens voor dat de overige belanghebbenden op gemakkelijke wijze van de geldende statuten en het geldende pensioenreglement kennis kunnen nemen. Indien een aangesloten onderneming op grond van het bepaalde in artikel 19, lid 1 haar betalingen vermindert dan wel beëindigt, zal zij het pensioenfonds hiervan mededeling doen en zullen de belanghebbenden een afschrift van deze mededeling ontvangen. 2. Jaarlijks verstrekt het pensioenfonds ten behoeve van de deelnemer een opgave van de hoogte van de te bereiken reglementaire pensioenen, de opgebouwde pensioenaanspraken, informatie over de toeslagverlening en een opgave van de aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop rustende bepalingen. 3. Het pensioenfonds verstrekt op verzoek van de deelnemer een opgave van de over de laatste zeven jaren voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop rustende bepalingen. Het pensioenfonds kan een vergoeding vragen van de aan deze opgave verbonden kosten. 4. Het pensioenfonds verstrekt ten minste één keer in de vijf jaar ten behoeve van de gewezen deelnemer een opgave van de hoogte van de opgebouwde aanspraken en informatie over de toeslagverlening. 5. Onverminderd het bepaalde in dit artikel verstrekt het pensioenfonds op verzoek aan de deelnemer of gewezen deelnemer binnen drie maanden een opgave van de hoogte van de opgebouwde aanspraken. Het pensioenfonds kan een vergoeding vragen voor de aan deze opgave verbonden kosten. 6. Het pensioenfonds verstrekt ten behoeve van degene die pensioengerechtigd wordt een opgave van zijn of haar pensioenrecht, een opgave van de opgebouwde aanspraken op partner- en wezenpensioen indien van toepassing en informatie over de toeslagverlening. 7. Het pensioenfonds verstrekt jaarlijks ten behoeve van de pensioengerechtigde een opgave van zijn of haar pensioenrecht, de opgebouwde aanspraken op partner- en wezenpensioen indien van toepassing en informatie over de toeslagverlening. 8. Het pensioenfonds verstrekt ten minste één keer in de vijf jaar ten behoeve van de gewezen partner een opgave van zijn of haar pensioenaanspraken en informatie over toeslagverlening.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
5
1 januari 2007
9. Het pensioenfonds verstrekt de deelnemer, de gewezen deelnemer, de gewezen partner en de pensioengerechtigde op verzoek: het voor hem geldende pensioenreglement; het jaarverslag en de jaarrekening van het pensioenfonds; de uitvoeringsovereenkomst; relevante informatie over beleggingen; informatie die specifiek voor de betrokkene van belang is.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
6
1 januari 2007
Artikel 3 Aanspraken 1. Het pensioenfonds verleent overeenkomstig de bepalingen van dit reglement de volgende aanspraken: ⎯ ouderdomspensioen; ⎯ partnerpensioen; ⎯ tijdelijk partnerpensioen; ⎯ wezenpensioen; ⎯ arbeidsongeschiktheidspensioen. Deze aanspraken zijn gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet, waarbij afhankelijk van onder meer de hoogte van het salaris en de diensttijd een aanspraak op een uitkering wordt opgebouwd. 2. De aanspraak op (tijdelijk) partnerpensioen ten behoeve van de partner met wie de ongehuwde deelnemer een samenlevingscontract is aangegaan, wordt toegekend indien het samenlevingscontract ten minste een half jaar bestaat en de partner de enige begunstigde is voor uitsluitend de betreffende aanspraak op (tijdelijk) partnerpensioen over enige periode. Voorts is vereist dat beide parners op hetzelfde woonadres staan ingeschreven. 3. De aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van de partner van een gepensioneerde deelnemer, wordt uitsluitend verleend indien de gepensioneerde met de betreffende partner in het huwelijk is getreden, een geregistreerd partnerschap of een samenlevingscontract is aangegaan vóór de pensioendatum. 4. Indien op grond van lid 3 geen recht op partnerpensioen bestaat, bestaat evenmin aanspraak op wezenpensioen voor kinderen die op of na de pensioendatum zijn geboren of geadopteerd of die na de pensioendatum de status van stief- of pleegkind hebben verkregen. 5. De aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitsluitend verleend aan deelnemers voor wie het pensioengevend salaris vermeerderd met de ploegentoeslag meer bedraagt dan de WIA-loongrens. 6. De pensioenaanspraken worden door het bestuur voor het eerst per de datum van opname als deelnemer en vervolgens per de eerste januari van elk jaar vastgesteld.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
7
1 januari 2007
Artikel 4 Deelnemersjaren 1. Als deelnemersjaren tellen mee alle ononderbroken jaren van deelnemerschap in het fonds. 2. Tevens tellen als deelnemersjaren mee de perioden waarin, in directe aansluiting op de in lid 1 van dit artikel genoemde deelnemersjaren, uitkeringen worden ontvangen uit hoofde van de prepensioenregeling van het pensioenfonds. 3. De in uitzicht gestelde pensioenaanspraken worden vastgesteld op basis van de deelnemersjaren die de deelnemer heeft doorgebracht en nog kan doorbrengen tot de pensioendatum. 4. Het aantal deelnemersjaren wordt vastgesteld in maanden nauwkeurig, waarbij een gedeelte van een maand wordt verwaarloosd. 5. Het aantal deelnemersjaren kan, inclusief de eventuele verkregen fictieve (extra) deelnemersjaren op grond van artikel 21, niet meer bedragen dan 40. 6. De periode waarin de deelnemer in het kader van een levensloopregeling verlof opneemt, wordt in het kader van dit pensioenreglement niet als deelnemerstijd aangemerkt, tenzij de deelnemer besluit de opbouw geheel voor eigen rekening voort te zetten. De risicodekkingen van (tijdelijk) partner- en wezenpensioen, het arbeidsongeschiktheidspensioen en het premievrijstellingsrisico bij arbeidsongeschiktheid worden gedurende de betreffende periode voortgezet op basis van het laatstelijk voor aanvang van de verlofperiode vastgestelde (tijdelijk) partner-, wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen respectievelijk pensioengevend salaris. 7. Het bestuur administreert de deelnemersjaren van de deelnemer op de wijze zoals voorgeschreven in de Pensioenwet of daarop berustende regelgeving.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
8
1 januari 2007
Artikel 5 Pensioengevend salaris / Pensioengrondslag 1. Het pensioengevend salaris is gelijk aan 13,96 maal het vaste maandsalaris, zoals van toepassing op het moment dat de pensioengrondslag wordt vastgesteld, vermeerderd met de schriftelijk met de aangesloten ondernemingen overeengekomen vaste toeslagen met uitzondering van de in de volgende volzin omschreven ploegentoeslag. Voor deelnemers die in ploegendienst werkzaam zijn is de ploegentoeslag gelijk aan het per 1 januari van het betreffende jaar of bij opname in de regeling geschatte bedrag van de ploegendiensttoeslag op jaarbasis. Op 31 december van het betreffende jaar wordt de ploegentoeslag definitief vastgesteld. De definitieve ploegentoeslag is gelijk aan het gemiddeld verdiende percentage aan ploegentoeslag in het betreffende jaar, berekend over 13,96 maal het vaste maandsalaris zoals van toepassing op het moment dat de pensioengrondslag wordt vastgesteld. 2. Het pensioengevend salaris, de pensioengrondslag en de ploegentoeslag van de deelnemer worden voor het eerst vastgesteld bij opname in de pensioenregeling en vervolgens steeds per de eerste januari van elk jaar. Indien de loop van het jaar het pensioengevend salaris of de ploegentoeslag daalt, wordt vanaf dat moment dit lagere salaris in acht genomen. Deze verlaging heeft geen invloed op de tot het tijdstip van de verlaging opgebouwde aanspraken. 3. De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend salaris van de deelnemer verminderd met de franchise. De pensioengrondslag is niet negatief. De pensioengrondslag voor een deelnemer voor wie het prepensioen uit hoofde van de prepensioenregeling is ingegaan, wordt vastgesteld als ware er geen sprake van prepensionering. 4. De franchise wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld en bedraagt € 19.004,-- per 1 januari 2007. De franchise wordt jaarlijks per 1 januari verhoogd met de CAO-loonontwikkeling. 5. Voor de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspensioen conform artikel 12 en de premievrije voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid conform artikel 13 wordt uitgegaan van de pensioengrondslag, het pensioengevend salaris, de ploegentoeslag en de WIA-loongrens zoals deze voor het laatst zijn vastgesteld voor aanvang van de wachttijd zoals bedoeld in de WIA. 6. Indien en zolang het pensioengevend salaris van de deelnemer niet boven de WIA-loongrens uitkomt, worden verhogingen van de pensioengrondslag volledig in aanmerking genomen. Indien het pensioengevend salaris van de deelnemer hoger is dan of stijgt boven de WIAloongrens, dan wordt een verhoging van de pensioengrondslag in aanmerking genomen voor zover de verhoging niet meer bedraagt dan 30% van de pensioengrondslag in het voorgaande jaar. Indien het pensioengevend salaris stijgt boven de WIA-loongrens zal echter bij vaststelling van de pensioengrondslag ten minste de salarisstijging tot de WIA-loongrens in aanmerking worden genomen. Hierbij worden de bepalingen uit artikel 10a van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 in acht genomen.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
9
1 januari 2007
Artikel 6 Parttimedienstverband 1. Voor de deelnemer die, anders dan met toepassing van enige sociale wet, minder dan de bij de aangesloten onderneming geldende normale werktijd werkzaam is of werkzaam is geweest, gelden de volgende afwijkende bepalingen, met inachtneming van de betreffende bepalingen in het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965. 2. Voor de vaststelling van de aanspraken op ouderdoms-, (tijdelijk) partner- en wezenpensioen alsmede voor de vaststelling van de pensioengrondslag als omschreven in artikel 5, lid 3 wordt het pensioengevend salaris van de deelnemer herleid naar het pensioengevend salaris dat zou gelden bij een volledige werktijd door deling door de geldende deeltijdfactor. 3. Voor de vaststelling van de aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen wordt het pensioengevend salaris niet herrekend. 4. De in het tweede lid bedoelde deeltijdfactor is gelijk aan de breuk, waarvan de teller gelijk is aan het gemiddelde aantal wekelijkse werkuren en de noemer aan het gemiddelde aantal wekelijkse werkuren bij de desbetreffende aangesloten onderneming bij een volledige werktijd. 5. De deeltijdfactor wordt voor het eerst vastgesteld bij opname in de pensioenregeling en vervolgens steeds bij elke tussentijdse wijziging van de overeengekomen arbeidsduur. 6. Deelnemersjaren waarin de deelnemer minder dan de normale werktijd werkzaam is (geweest), worden niet volledig meegeteld, maar voor het deel dat evenredig is met de in het jaar geldende deeltijdfactor(en).
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
10
1 januari 2007
Artikel 7 Toetsingsgrondslag 1. Toetsingsgrondslag 1 voor het ouderdomspensioen is gelijk aan de uitkomst van [(A / B) – C] * B, en toetsingsgrondslag 2 voor het ouderdomspensioen is gelijk aan de uitkomst van [(D / B) – C] * B, waarbij A voorstelt: Het regelmatig genoten loon vermeerderd met de vakantietoeslag. Loonstijgingen gedurende de vijf jaren voorafgaande aan pensioendatum worden bij het vaststellen van de toetsingsgrondslag in aanmerking genomen tot ten hoogste twee procent boven de gemiddelde CAOloonindex met dien verstande dat in elk geval in aanmerking komen loonstijgingen als gevolg van gangbare functiewijzigingen of gangbare leeftijdsperiodieken. B voorstelt: De over de deelnemersjaren gewogen deeltijdfactor van de (gewezen) deelnemer. C voorstelt: De AOW-uitkering. D voorstelt: Het door de (gewezen) deelnemer uit hoofde van de dienstbetrekking genoten loon, met uitzondering van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto. 2. Toetsingsgrondslag 1 en toetsingsgrondslag 2 voor het partnerpensioen worden bepaald overeenkomstig lid 1, waarbij C wordt vermenigvuldigd met 0,70. 3. Toetsingsgrondslag 1 en toetsingsgrondslag 2 voor het wezenpensioen wordt bepaald overeenkomstig lid 1, waarbij C wordt vermenigvuldigd met 0,14 (voor een volle wees 0,28).
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
11
1 januari 2007
Artikel 8 Ouderdomspensioen 1. Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum, mits de (gewezen) deelnemer op bedoeld tijdstip in leven is, en wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de gepensioneerde (gewezen) deelnemer overlijdt. 2. Het jaarlijkse ouderdomspensioen bedraagt 1,75% van de laatstvastgestelde pensioengrondslag vermenigvuldigd met het aantal deelnemersjaren dat op basis van de artikelen 4 en 21 voor de pensioenopbouw in aanmerking komt (eindloon). 3. Voor deelnemers voor wie een ploegentoeslag is vastgesteld wordt het jaarlijkse ouderdomspensioen op de datum waarop de ploegentoeslag voor het eerst wordt vastgesteld verhoogd met 1,75% van de ploegentoeslag vermenigvuldigd met het aantal deelnemersjaren gelegen na deze wijziging. Bij een verhoging of verlaging van de ploegentoeslag wordt het jaarlijkse ouderdomspensioen op basis van de ploegentoeslag verhoogd respectievelijk verlaagd met 1,75% van de verhoging respectievelijk verlaging vermenigvuldigd met het aantal deelnemersjaren gelegen na deze wijziging (middelloon). Artikel 6, lid 6, is in dit lid niet van toepassing. 4. Het jaarlijkse ouderdomspensioen als bedoeld in lid 2 bedraagt maximaal 100% van toetsingsgrondslag 1. Het jaarlijkse ouderdomspensioen als bedoeld in lid 2, vermeerderd met het jaarlijkse ouderdomspensioen als bedoeld in lid 3, bedraagt maximaal 100% van toetsingsgrondslag 2.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
12
1 januari 2007
Artikel 9 Partnerpensioen 1. Het levenslange partnerpensioen ten behoeve van de partner gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer overlijdt. Het partnerpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt. 2. Het jaarlijkse partnerpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen. Indien de deelnemer overlijdt voor de pensioendatum wordt voor het partnerpensioen uitgegaan van het ouderdomspensioen dat opgebouwd had kunnen worden bij een ongewijzigde voortzetting van het deelnemerschap tot de pensioendatum. Het ouderdomspensioen dat opgebouwd had kunnen worden wordt als volgt vastgesteld: 70% van het bereikbare ouderdomspensioen op grond van artikel 8, lid 2 vermeerderd met 70% van het bereikbare ouderdomspensioen op grond van artikel 8, lid 3 op basis van een over de afgelopen vijf jaren gemiddelde ploegentoeslag. 3. De aanspraken op partnerpensioen worden verminderd met de op basis van artikel 23 aan de gewezen partner toekomende premievrije aanspraken op bijzonder partnerpensioen. 4. Het jaarlijkse partnerpensioen behorende bij het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 8, lid 2, bedraagt, rekening houdend met de tweede volzin in lid 2, maximaal 70% van toetsingsgrondslag 1. Het jaarlijkse partnerpensioen behorende bij het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 8, lid 2, vermeerderd met het jaarlijkse partnerpensioen behorende bij het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 8, lid 3, bedraagt, rekening houdend met de tweede volzin in lid 2, maximaal 70% van toetsingsgrondslag 2.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
13
1 januari 2007
Artikel 10 Tijdelijk partnerpensioen 1. Het tijdelijk partnerpensioen ten behoeve van de partner gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer overlijdt. Het tijdelijk partnerpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt, doch uiterlijk tot de eerste dag van de maand waarin de partner de 65-jarige leeftijd bereikt. 2. Het jaarlijkse tijdelijk partnerpensioen bedraagt 10% van het ouderdomspensioen, waarbij uitgegaan wordt van het ouderdomspensioen dat tot de pensioendatum opgebouwd had kunnen worden bij een ongewijzigde voortzetting van het deelnemerschap tot de pensioendatum. 3. Het jaarlijkse tijdelijk partnerpensioen bedraagt niet meer dan 8/7 maal de nominale uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet, vermeerderd met de vakantie-uitkering en verhoogd met premiecompensatie. De premiecompensatie is gelijk aan het verschil in verschuldigde premie voor de volksverzekeringen over het partnerpensioen vóór en na de 65-jarige leeftijd. De premiecompensatie zal worden gebruteerd indien en voorzover het netto pensioeninkomen van de partner vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd lager is dan na de 65-jarige leeftijd.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
14
1 januari 2007
Artikel 11 Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd aan de kinderen van de deelnemer, respectievelijk de kinderen van de gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer. 2. Het wezenpensioen wordt aan het kind uitgekeerd tot het einde van de maand waarin het kind de 18-jarige leeftijd bereikt of eerder overlijdt. Voor een kind dat na zijn/haar 18-de verjaardag studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand, waarin de studie of de invaliditeit beëindigd wordt, doch uiterlijk tot het einde van de maand waarin het kind de 27-jarige leeftijd bereikt of eerder overlijdt. Van studeren als bedoeld in de vorige volzin is sprake, indien het kind zijn/haar voor werkzaamheden beschikbare tijd grotendeels besteedt aan het volgen van onderwijs of een opleiding tot beroep. De belanghebbende dient naar genoegen van het bestuur aan te tonen dat hij/zij aan bedoeld criterium voldoet. 3. Het jaarlijkse wezenpensioen bedraagt voor elk kind 14% van het ouderdomspensioen. Indien de deelnemer overlijdt voor de pensioendatum wordt voor het wezenpensioen uitgegaan van het ouderdomspensioen dat opgebouwd had kunnen worden bij een ongewijzigde voortzetting van het deelnemerschap tot de pensioendatum. Het ouderdomspensioen dat opgebouwd had kunnen worden wordt als volgt vastgesteld: 70% van het bereikbare ouderdomspensioen op grond van artikel 8, lid 2 vermeerderd met 70% van het bereikbare ouderdomspensioen op grond van artikel 8, lid 3 op basis van een over de afgelopen vijf jaren gemiddelde ploegentoeslag. 4. Indien beide ouders van het kind zijn overleden, wordt het wezenpensioen verdubbeld. 5. Het jaarlijkse wezenpensioen behorende bij het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 8, lid 2, bedraagt, rekening houdend met de tweede volzin in lid 3, maximaal 14% (voor een volle wees 28%) van toetsingsgrondslag 1. Het jaarlijkse wezenpensioen behorende bij het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 8, lid 2, vermeerderd met het jaarlijkse wezenpensioen behorende bij het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 8, lid 3, bedraagt, rekening houdend met de tweede volzin in lid 3, maximaal 14% (voor een volle wees 28%) van toetsingsgrondslag 2.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
15
1 januari 2007
Artikel 12 Arbeidsongeschiktheidspensioen 1. Voor deelnemers voor wie het pensioengevend salaris vermeerderd met de ploegentoeslag meer bedraagt dan de WIA-loongrens, gaat het arbeidsongeschiktheidspensioen in op het tijdstip dat de deelnemer recht verkrijgt op een tijdens de deelneming ingegane uitkering op grond van de WIA en wordt uitgekeerd zolang het recht op deze WIA-uitkering blijft bestaan, doch uiterlijk tot de pensioendatum. 2. De grondslag voor het jaarlijkse arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt 70% van het gedeelte van het laatst vastgestelde pensioengevend salaris vermeerderd met de ploegentoeslag in geval een uitkering uit hoofde van WGA en 75% van het gedeelte van het laatst vastgestelde pensioengevend salaris vermeerderd met de ploegentoeslag in geval een uitkering uit hoofde van IVA, dat uitkomt boven de WIA-loongrens. Bij de vaststelling van de grondslag voor het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgegaan van het pensioengevend salaris, de ploegentoeslag en de WIA-loongrens zoals bepaald in artikel 5, lid 5. 3. Het jaarlijkse arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt bij een arbeidsongeschiktheidspercentage op grond van de WIA van: 80% of meer : 100% van de grondslag voor het arbeidsongeschiktheidspensioen; 65% - 80% : 72,5 % van de grondslag voor het arbeidsongeschiktheidspensioen; 55% - 65% : 60% van de grondslag voor het arbeidsongeschiktheidspensioen; 45% - 55% : 50% van de grondslag voor het arbeidsongeschiktheidspensioen; 35% - 45% : 40% van de grondslag voor het arbeidsongeschiktheidspensioen. 4. Bij een verlaging of verhoging van het arbeidsongeschiktheidspercentage op grond van de WIA voor een deelnemer tijdens het dienstverband met een aangesloten onderneming, wordt het arbeidsongeschiktheidspensioen overeenkomstig het bepaalde in dit artikel, opnieuw vastgesteld. Indien de deelnemer na beëindiging van het dienstverband met een aangesloten onderneming in een lagere arbeidsongeschiktheidsklasse ingevolge de WIA wordt ingedeeld, wordt het arbeidsongeschiktheidspensioen overeenkomstig het bepaalde in dit artikel opnieuw vastgesteld. Een verhoging van het arbeidsongeschiktheidspercentage op grond van de WIA voor een gewezen deelnemer zal niet leiden tot herziening van het arbeidsongeschiktheidspercentage, tenzij het arbeidsongeschiktheidspercentage op grond van de WIA met terugwerkende kracht vanaf de ingangsdatum wordt verhoogd. 5. Het arbeidsongeschiktheidspensioen zal tezamen met de WIA-uitkering of andere arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen en inkomsten uit of in verband met arbeid nooit meer bedragen dan 100% van het pensioengevend jaarsalaris. Bij overschrijding van deze grens wordt het meerdere in mindering gebracht op het arbeidsongeschiktheids-pensioen.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
16
1 januari 2007
Artikel 13 Arbeidsongeschiktheid 1. Gedurende de tijd dat een (gewezen) deelnemer recht heeft op een tijdens de deelneming ingegane uitkering op grond van de WIA, heeft hij/zij recht op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw en wel voor: ⎯ 100% bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer; ⎯ 72,5% bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 65 tot 80%; ⎯ 60% bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%; ⎯ 50% bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55%; ⎯ 40% bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%. De mate van arbeidsongeschiktheid zal worden vastgesteld op de voor de (gewezen) deelnemer geldende mate van arbeidsongeschiktheid op grond van de WIA. Bij de vaststelling van de voortgezette pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatstvastgestelde pensioengrondslag en het laatst vastgestelde pensioengevend salaris, zoals bepaald in artikel 5, lid 5. 2. Onder premievrije voortzetting dient te worden verstaan het recht op premievrije opbouw van ouderdoms-, partner- en wezenpensioen uitgaande van de laatst geldende pensioengrondslag. Tevens wordt de risicodekking van het tijdelijk partnerpensioen voortgezet. 3. Bij een verlaging of verhoging van het arbeidsongeschiktheidspercentage op grond van de WIA voor een deelnemer tijdens het dienstverband met een aangesloten onderneming, wordt de premievrije voortzetting van de pensioenopbouw overeenkomstig het bepaalde in dit artikel opnieuw vastgesteld. Bij een verlaging van het arbeidsongeschiktheidspercentage op grond van de WIA voor een gewezen deelnemer, wordt de premievrije voortzetting van de pensioenopbouw overeenkomstig het bepaalde in dit artikel, opnieuw vastgesteld. Een verhoging van het arbeidsongeschiktheidspercentage op grond van de WIA voor een gewezen deelnemer zal niet leiden tot herziening van de premievrije voortzetting van de pensioenopbouw, tenzij het arbeidsongeschiktheids-percentage op grond van de WIA met terugwerkende kracht vanaf de ingangsdatum wordt verhoogd. 4. Een premievrije voortzetting van de pensioenopbouw kan er niet toe leiden dat de premievrije voortzetting en de opbouw over het in het kalenderjaar verworven inkomen tezamen uitgaat boven 100% van de pensioengrondslag.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
17
1 januari 2007
Artikel 14 Uitkering 1. De pensioenen worden door het pensioenfonds uitgekeerd bij achterafbetaling in maandelijkse termijnen ten bedrage van 1/12e van het jaarlijkse pensioenbedrag. 2. Voor de uitbetaling van een pensioentermijn kan het bestuur overlegging eisen van een bewijs waaruit blijkt dat de rechthebbende op het pensioen in leven is, alsmede van alle andere stukken, welke door het bestuur of de verzekeraar voor de uitbetaling nodig worden geacht. 3. De uitkeringen worden onder inhouding van de verschuldigde belastingen, andere verplichte heffingen of andere met de pensioengerechtigde overeengekomen inhoudingen, door of namens het pensioenfonds aan de rechthebbenden uitgekeerd en wel op een door de rechthebbende aangewezen bank- of girorekening. 4. Ten onrechte genoten uitkeringen moeten aan het fonds worden terugbetaald. 5. Het fonds heeft het recht om op zijn vroegst twee jaar na beëindiging van de deelneming de opgebouwde pensioenaanspraken van een gewezen deelnemer af te kopen, indien op basis van de tot het tijdstip van beëindiging opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen de uitkering van het ouderdomspensioen op jaarbasis op de pensioendatum minder zal bedragen dan € 400,-- per jaar (niveau 1 januari 2007), tenzij de gewezen deelnemer het fonds binnen twee jaar na beëindiging van de deelneming heeft gemeld dat de gewezen deelnemer een procedure tot waardeoverdracht is gestart. 6. Indien de pensioendatum voor het verstrijken van de in het vijfde lid genoemde termijn van twee jaar ligt, heeft het fonds het recht om bij de ingang van het ouderdomspensioen de opgebouwde pensioenaanspraken af te kopen, indien de uitkering van het ouderdomspensioen op de pensioendatum minder bedraagt dan € 400,-- per jaar (niveau 1 januari 2007). 7. Het fonds heeft jegens de partner het recht om bij ingang van het (tijdelijk) partnerpensioen een recht op (tijdelijk) partner- en eventueel wezenpensioen af te kopen, indien de uitkering van het (tijdelijk) partnerpensioen op jaarbasis op de ingangsdatum minder bedraagt dan € 400,-- (niveau 1 januari 2007). 8. Het fonds heeft jegens de gewezen partner het recht om bij beëindiging van het huwelijk of het (geregistreerde) partnerschap een aanspraak op bijzonder (tijdelijk) partnerpensioen af te kopen indien de uitkering van het (tijdelijk) partnerpensioen op jaarbasis op de ingangsdatum minder bedraagt dan € 400,-- (niveau 1 januari 2007). 9. Het fonds informeert de gewezen deelnemer respectievelijk de gepensioneerde over zijn besluit met betrekking tot het in lid 5 en 6 bedoelde recht binnen zes maanden na afloop van de periode van twee jaar na beëindiging van de deelneming respectievelijk binnen zes maanden na de pensioendatum en gaat over tot de uitbetaling van de afkoopwaarde binnen die termijn van zes maanden. 10. Het fonds informeert de (gewezen) partner over zijn besluit met betrekking tot lid 7 en 8 binnen zes maanden na de ingangsdatum respectievelijk binnen zes maanden na melding van de scheiding en gaat binnen die termijn over tot uitbetaling van de afkoopwaarde aan de (gewezen) partner.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
18
1 januari 2007
11. Het fonds stelt de afkoopwaarde van de pensioenaanspraken, als bedoeld in het vijfde en zesde lid, ter beschikking aan de gewezen deelnemer dan wel de gepensioneerde, met uitzondering van de afkoopwaarde van een bijzonder (tijdelijk) partnerpensioen, die ter beschikking wordt gesteld aan de gewezen partner. 12. Het fonds vergoedt rente over de periode tussen het besluit tot afkoop en de betaling van de afkoopwaarde. 13. Het fonds kan op het in het zesde lid bedoelde tijdstip of na de in het negende lid bedoelde termijn van twee jaar en zes maanden afkopen indien: a. de gewezen deelnemer of gepensioneerde daarmee instemt; en b. de hoogte van het ouderdomspensioen op jaarbasis per 1 januari van dat jaar lager is dan het in het vijfde en zesde lid bedoelde grensbedrag. 14. Het fonds kan na de in het zevende en achtste lid bedoelde termijn afkopen indien: a. de (gewezen) partner daarmee instemt; en b. indien de hoogte van het partnerpensioen op jaarbasis per 1 januari van dat jaar lager is dan het dan het in het zevende en achtste lid genoemde grensbedrag. 15. Het in het vijfde tot en met achtste lid genoemde bedrag wordt jaarlijks herzien conform het bepaalde in artikel 60 lid 8 van de Pensioenwet. 16. De afkoop als bedoeld in dit artikel vindt plaats op basis van door het bestuur vastgestelde sekseneutrale afkoopfactoren. Deze afkoopfactoren zijn in bijlage 1 bij dit pensioenreglement opgenomen. De afkoopsom is gelijk aan het betreffende pensioen vermenigvuldigd met de afkoopfactor behorende bij de leeftijd op het moment van afkoop. De leeftijd wordt in jaren en maanden nauwkeurig vastgesteld, waarbij een gedeelte van een maand als een volle maand wordt aangemerkt. De afkoopfactoren bij tussenliggende leeftijden worden bepaald met behulp van lineaire interpolatie.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
19
1 januari 2007
Artikel 15 Verzekering 1. Het pensioenfonds kan ter dekking van zijn pensioenverplichtingen verzekeringen sluiten bij een of meerdere verzekeraars, in welk geval het pensioenfonds in de polis als bevoordeelde zal worden aangewezen. Het bestuur heeft echter het recht de pensioengerechtigde als bevoordeelde aan te wijzen. Hierbij worden de fiscale grenzen in acht genomen. 2. Voorzover het pensioenfonds pensioenverplichtingen dekt door het sluiten van overeenkomsten met een of meer verzekeraars gelden de polisvoorwaarden van deze maatschappij(en). In dat geval is het pensioenfonds tot geen verdere uitbetaling van enig bedrag verplicht dan het zelf op grond van de gesloten verzekeringsovereenkomst van de verzekeraar ontvangt, mits het pensioenfonds de daarvoor benodigde premies heeft voldaan. De voorwaarden van deze overeenkomst liggen voor de belanghebbenden bij het bestuur ter inzage.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
20
1 januari 2007
Artikel 16 Financiering der pensioenen 1. De voor de financiering van de in dit reglement omschreven pensioenen benodigde gelden worden gezamenlijk bijeengebracht door bijdragen van de deelnemers en van de aangesloten ondernemingen. De hoogte van de bijdragen wordt vastgesteld op advies van de actuaris, rekening houdend met de actuariële kosten van de pensioenopbouw, de risicopremies voor dekking van het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico conform lid 10 van dit artikel, de in het pensioenfonds te kweken rendementen op beleggingen en het verloop van de extra reserve van het pensioenfonds. 2. De bijdragen komen voor rekening van de aangesloten ondernemingen en worden voldaan op de in de overeenkomst tussen het pensioenfonds en de aangesloten ondernemingen bepaalde wijze. 3. Er kan bepaald worden of de bij de aangesloten ondernemingen werkzame deelnemers een bijdrage verschuldigd zijn. 4. Bij de vaststelling van de bijdrage van de deelnemer alsmede de bijdrage van de aangesloten ondernemingen wordt rekening gehouden met de eventueel geldende parttimefunctie(s). Hiertoe wordt bij de toepassing van lid 2 van dit artikel de pensioengrondslag van de deelnemer en het pensioengevend salaris, voorzover dat is herleid naar een pensioengevend salaris dat geldt bij een volledige werktijd, vermenigvuldigd met de geldende deeltijdfactor, als bedoeld in artikel 6, lid 4. Voor de vaststelling van de bijdrage voor het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt het pensioengevend salaris niet herrekend. 5. Als een deelnemer niet gedurende het hele jaar aan de regeling deelneemt, worden de in dit artikel genoemde bijdragen naar evenredigheid van de duur van de deelname vastgesteld. 6. Indien een deelnemer besluit de pensioenopbouw voort te zetten gedurende de periode waarin de deelnemer in het kader van een levensloopregeling verlof opneemt, komt de gehele bijdrage voor rekening van de deelnemer. 7. Alle uitvoeringskosten van de pensioenregeling komen voor rekening van het pensioenfonds. 8. Ieder jaar wordt een gedeelte van het aan de deelnemers toegekende ouderdoms-, partner- en wezenpensioen in het pensioenfonds ingekocht op basis van door de actuaris vast te stellen grondslagen. De inkoop van ouderdoms-, partner- en wezenpensioen vindt plaats op 1 januari of de latere datum van opname als deelnemer. De financiering van het ouderdoms-, partneren wezenpensioen vindt zodanig plaats dat ultimo van enig jaar dan wel, indien dat eerder is, bij beëindiging van de deelneming het tijdsevenredige gedeelte van de pensioenaanspraken ten minste gefinancierd is. 9. De inkoop van verhogingen als bedoeld in artikel 17 van ingegane pensioenen, premievrije pensioenaanspraken en opgebouwde aanspraken volgens artikel 8, lid 3, voor deelnemers vindt plaats op de datum van toekenning. 10. Het tijdelijk partnerpensioen als bedoeld in artikel 10, het arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in artikel 12 en het premievrijstellingsrisico bij arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 13 worden op risicobasis herverzekerd. Het gedeelte van het partnerpensioen en het wezenpensioen dat op grond van lid 8 nog niet is gefinancierd, wordt op risicobasis herverzekerd.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
21
1 januari 2007
Artikel 17 Waardevastheid 1. De koopkracht van: a. de ingegane pensioenen die zijn verkregen uit hoofde van dit pensioenreglement; b. de premievrije pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 20, lid 1; c. de opgebouwde pensioenaanspraken volgens artikel 8, lid 3; d. de aanspraken op bijzonder partnerpensioen van gewezen partners van (gewezen) deelnemers en van pensioengerechtigden als bedoeld in artikel 23; zal, voorzover het pensioenfonds hiertoe over de nodige middelen beschikt, worden gehandhaafd. 2.
Teneinde de koopkracht van de in lid 1 genoemde pensioenaanspraken te handhaven, zal het bestuur zo nodig de pensioenbedragen jaarlijks op de eerste januari verhogen. De verhoging wordt vastgesteld na ingewonnen advies bij de actuaris en overeenkomstig de richtlijnen die door het bestuur na advies van de directie worden vastgesteld en bedraagt maximaal de ontwikkeling van het prijsindexcijfer, met dien verstande dat een negatieve stijging van het prijsindexcijfer op nul wordt gesteld, waarbij de negatieve stijging(en) wordt (worden) verrekend met latere positieve stijgingen totdat het saldo weer positief is. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de in lid 1 genoemde pensioenaanspraken worden aangepast.
3.
In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel worden de opgebouwde pensioenaanspraken volgens artikel 8, lid 3 voor deelnemers jaarlijks op 1 januari een toeslag verleend van maximaal de CAO-loonontwikkeling. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de in dit lid genoemde pensioenaanspraken worden aangepast.
4.
De verhoging van de pensioenaanspraken zoals bedoeld in de voorgaande leden van dit artikel is voorwaardelijk; er is geen recht op een toeslag en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst een toeslag zal worden gegeven. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald.
5.
Voor zover dit het gevolg is van de verhogingen op grond van de leden 2 en 3 van dit artikel mogen het ouderdoms-, partner-, tijdelijk partner- en wezenpensioen meer bedragen dan de in artikel 8 lid 4, artikel 9 lid 4, artikel 10 lid 4 respectievelijk artikel 11 lid 5 genoemde maxima.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
22
1 januari 2007
Artikel 18 Vermindering van aanspraken 1. Indien een aangesloten onderneming bij ingrijpend gewijzigde omstandigheden op grond van de financiële resultaten van de onderneming tot de conclusie komt, dat onverminderde betaling van de kosten van de pensioenregeling niet langer verantwoord is en besluit de bijdrage in de kosten van deze pensioenregeling te verminderen of geheel te beëindigen, zullen de uit dit reglement voortvloeiende nog niet opgebouwde pensioenaanspraken voor de deelnemers van die aangesloten onderneming worden verlaagd. De verlaagde pensioenen zullen door het bestuur worden vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 20. 2. Indien het bestuur op grond van een actuarieel samengestelde balans de overtuiging heeft gekregen dat de middelen van het pensioenfonds niet voldoende zijn om de uit het pensioenreglement voortvloeiende verplichtingen te dekken, zullen de aanspraken van de deelnemers, gewezen deelnemers en overige belanghebbenden door reglementswijzigingen worden verminderd. De pensioenaanspraken die zijn verworven op grond van voor en door de (gewezen) deelnemer gedane stortingen worden niet aangetast, tenzij en voor zover de middelen van het pensioenfonds dat op grond van een berekening van de actuaris vereisen, tengevolge waarvan tot een verlaging der pensioenaanspraken en rechten moet worden overgegaan. Hierbij worden de bepalingen in artikel 134 van de Pensioenwet in acht genomen. 3. Het bestuur draagt er zorg voor dat de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden ten minste drie maanden voor het tijdstip, waarop de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde vermindering gerealiseerd wordt, een opgave ontvangen van hun verminderde aanspraken. Tevens worden de aangesloten ondernemingen hierover geïnformeerd.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
23
1 januari 2007
Artikel 19 Aanpassing van de regeling 1. Indien te eniger tijd van overheidswege naast de bestaande voorzieningen nieuwe wettelijke of wettelijk verplicht gestelde oudedags-, invaliditeits-, partner- of wezenvoorzieningen worden ingevoerd, dan wel bestaande worden uitgebreid of verhoogd - voorzover deze verhogingen niet rechtstreeks uit de wetten voortvloeien - zullen de nog niet opgebouwde pensioenaanspraken ingevolge dit reglement kunnen worden verminderd, indien en voorzover dit bij bedoelde overheidsmaatregelen is toegestaan. Deze vermindering zal in een reglementswijziging worden vastgelegd. 2. De uit de aanpassing van het reglement aan wettelijke of wettelijk verplicht gestelde voorzieningen voortvloeiende vermindering van pensioenaanspraken zal nimmer meer bedragen dan het bedrag, waarop aanspraak wordt verkregen krachtens de in te voeren voorziening of de daarin aan te brengen wijziging en zal geschieden met inachtneming van de in die voorzieningen of daarin aan te brengen wijzigingen te stellen c.q. gestelde beperkingen. De uit de reglementswijziging op grond van lid 1 voortvloeiende vermindering van pensioenaanspraken zal slechts op dan verstreken, voor de pensioenberekening in aanmerking komende jaren betrekking mogen hebben, indien en voor zover de in te voeren voorziening of de daarin aan te brengen wijziging daarop betrekking heeft. 3. De vermindering zal niet eerder plaatsvinden dan per 1 januari samenvallend met of volgend op de datum van invoering of wijziging van bedoelde wettelijke of wettelijk verplicht gestelde voorziening. Het bestuursbesluit tot reglementswijziging dient te worden genomen binnen een jaar na vorenbedoeld tijdstip. 4. De krachtens de vorenstaande leden gereduceerde pensioenaanspraken zullen door het bestuur na overleg met de directie en de vakorganisaties worden vastgesteld met dien verstande dat geen inbreuk zal worden gemaakt op pensioenaanspraken, die voortvloeien uit eenmaal door het pensioenfonds verrichte betalingen.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
24
1 januari 2007
Artikel 20 Beëindiging van het deelnemerschap 1. Indien het deelnemerschap voor de eerste dag van de maand waarin (gewezen) deelnemer de prepensioenleeftijd bereikt anders dan door overlijden eindigt, behoudt betrokkene premievrije aanspraken op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen. De premievrije pensioenaanspraken worden vastgesteld op de wijze zoals omschreven in lid 2. De premievrije pensioenaanspraken gaan in op en worden uitgekeerd tot dezelfde tijdstippen die voor de oorspronkelijke pensioenen van kracht waren. De premievrije pensioenaanspraken worden zo nodig jaarlijks verhoogd overeenkomstig het bepaalde in artikel 17. 2. De premievrije pensioenaanspraken als bedoeld in lid 1 zijn gelijk aan het verschil tussen de laatst vastgestelde aanspraken op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen op grond van respectievelijk artikel 8, 9, en 11, verminderd met de aanspraken op respectievelijk ouderdoms-, partner- en wezenpensioen die de gewezen deelnemer zou verkrijgen indien hij/zij op het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap als deelnemer zou worden opgenomen met dezelfde pensioengrondslag. 3. De aanspraken op tijdelijk partnerpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen, alsmede op gehele of gedeeltelijke voortzetting van de pensioenopbouw in geval van arbeidsongeschiktheid vervallen. Dit is niet van toepassing voor degene die op moment van beëindiging van het deelnemerschap reeds premievrije voortzetting van de pensioenopbouw dan wel een arbeidsongeschiktheidspensioen geniet. 4. Indien en voorzover voor een gewezen deelnemer als bedoeld in dit artikel een FVP-bijdrage wordt ontvangen, worden de premievrije pensioenaanspraken verhoogd met pensioenaanspraken die corresponderen met de ontvangen FVP-bijdrage. Onder FVP-bijdrage wordt verstaan de in de Bijdrageregelen van Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) bedoelde bijdrage. 5. De gewezen deelnemer ontvangt een opgave met de hoogte van de premievrije pensioenaanspraken alsmede van de tot aan de ontslagdatum verworven pensioenaanspraken op grond van de tot die datum voor en door de gewezen deelnemer gedane stortingen. Het fonds verstrekt de gewezen deelnemer voorts informatie over de toeslagverlening, informatie die voor de gewezen deelnemer specifiek in het kader van de beëindiging van de deelneming relevant is en de omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van het fonds.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
25
1 januari 2007
Artikel 21 Waardeoverdracht 1. Bij de opname in de pensioenregeling heeft de deelnemer het recht de waarde van door zijn/haar vorige werkgever toegekende premievrije pensioenaanspraken in te brengen in de in dit reglement vastgelegde pensioenregeling. Hierbij zal rekening worden gehouden met de in artikel 71 tot en met 74 van de Pensioenwet opgenomen bepalingen. In geval van een inkomende waardeoverdracht worden de volgende situaties onderscheiden: ⎯ Indien bij de vorige pensioenuitvoerder alleen aanspraken gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet opgebouwd zijn, wordt de totale overdrachtswaarde aangewend voor de inkoop van aanspraken op ouderdoms-, partneren wezenpensioen overeenkomstig artikel 8, 9 en 11 van dit reglement; ⎯ Indien bij de vorige pensioenuitvoerder zowel aanspraken gebaseerd op een premie- of kapitaalsovereenkomst enerzijds en aanspraken gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet anderzijds opgebouwd zijn, wordt de overdrachtwaarde van de aanspraken met betrekking tot de premie- of kapitaalsovereenkomst gestort op de pensioenspaarrekening van de deelnemer zoals van toepassing in de Prepensioenregeling en de overdrachtswaarde van de aanspraken met betrekking tot de uitkeringsovereenkomst aangewend voor de inkoop van aanspraken op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen overeenkomstig artikel 8, 9 en 11 van dit reglement; ⎯ Indien bij de vorige pensioenuitvoerder alleen aanspraken gebaseerd op een premie- of kapitaalsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet opgebouwd zijn, wordt de totale overdrachtswaarde aangewend voor de inkoop van aanspraken op ouderdoms-, partneren wezenpensioen overeenkomstig artikel 8, 9 en 11 van dit reglement. 2. Het bestuur zal ingeval van waarde-inbreng als bedoeld in lid 1 ten behoeve van de inkoop van aanspraken op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen overeenkomstig artikel 8, 9 en 11 van dit reglement de ingebrachte waarde omrekenen naar extra deelnemersjaren c.q. extra pensioenaanspraken in de in dit reglement vastgelegde pensioenregeling. 3. Bij beëindiging van het deelnemerschap als bedoeld in artikel 20, heeft betrokkene, mits wordt voldaan aan de in artikel 71 van de Pensioenwet opgenomen bepalingen, het recht zijn/haar premievrije pensioenaanspraken af te kopen teneinde de waarde hiervan in te brengen in de pensioenvoorziening van zijn/haar nieuwe werkgever. Hierbij worden de bepalingen in artikel 71 tot en met 74 van de Pensioenwet in acht genomen. Door waardeoverdracht vervallen alle aanspraken uit hoofde van dit reglement. 4. Waardeoverdracht zal niet plaatsvinden indien op grond van artikel 72 van de Pensioenwet de financiële toestand van het pensioenfonds dat niet toelaat. 5. Waardeoverdracht als bedoeld in lid 1 en 3 zal geschieden conform de reken- en procedureregels zoals vastgelegd in het Besluit reken- en procedureregels recht op waardeoverdracht (Staatsblad 1994, nummer 6471) en met inachtneming van het bepaalde in artikel 18 tot en met 28 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
26
1 januari 2007
6. Het pensioenfonds kan met instemming van de rechthebbende het pensioen of de aanspraak op pensioen afkopen indien met de afkoopsom een pensioen wordt verworven dat: a.
de aangesloten onderneming heeft toegezegd, of
b.
een andere werkgever die (een deel) van de onderneming heeft overgenomen, heeft toegezegd, indien deze andere werkgever een pensioentoezegging heeft gedaan met dezelfde inhoud als de pensioentoezegging van de aangesloten onderneming.
Het pensioen of de aanspraak op pensioen wordt verworven bij de pensioenuitvoerder van de aangesloten onderneming (situatie a) of de pensioenuitvoerder van de andere werkgever (situatie b). De afkoopsom en het te verwerven pensioen worden vastgesteld conform het bepaalde in artikel 75 en 78 van de Pensioenwet. Bij overdracht vervallen alle aanspraken uit hoofde van dit pensioenreglement van de rechthebbende jegens het pensioenfonds.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
27
1 januari 2007
Artikel 22 Toestemming echtgeno(o)t(e)/partner 1. Behoudens ingeval van afkoop in de door de Pensioenwet voorziene gevallen kan de aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van de partner van een deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer niet zonder haar/zijn toestemming bij overeenkomst tussen haar/zijn echtgeno(o)t(e)/partner en het pensioenfonds of de aangesloten onderneming worden verminderd. 2. Het bepaalde in lid 1 is van overeenkomstige toepassing op de aanspraken op ouderdomspensioen in die gevallen dat recht kan ontstaan op pensioenverevening zoals bedoeld in artikel 23. 3. Elk beding dat met het bepaalde in de leden 1 en 2 in strijd is, is nietig.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
28
1 januari 2007
Artikel 23 Beëindiging van huwelijk of partnerschap / verevening van pensioenrechten 1. Ingeval beëindiging van het huwelijk van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer door echtscheiding of scheiding van tafel en bed, heeft de gewezen partner overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op pensioenverevening, tenzij beiden toepassing hiervan hebben uitgesloten op de wijze zoals in deze wet is voorzien. Het recht op pensioenverevening bestaat voorzover de deelnemer tussen de huwelijkssluiting en de datum van de echtscheiding ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Voor de gewezen partner ontstaat tegenover het pensioenfonds alleen een recht op uitbetaling van een deel van elk van de uit te betalen pensioentermijnen overeenkomstig de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding, als de echtscheiding binnen een termijn van twee jaar na de beëindiging van het huwelijk bij het pensioenfonds is gemeld. De melding dient daarbij te hebben plaatsgevonden door het indienen van een volledig ingevuld meldingsformulier, waarvan het model is vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het pensioenfonds kan de administratiekosten in verband met de verevening in gelijke delen bij beide betrokkenen in rekening brengen, dan wel in mindering brengen op de aan hen uit te betalen pensioenbedragen. Op verzoek van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer én de gewezen partner is het mogelijk conversie toe te passen. 2. Het bepaalde in lid 1 is van overeenkomstige toepassing voor de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer met een geregistreerde partner, van wie het geregistreerde partnerschap eindigt, anders dan door overlijden. 3. Indien het huwelijk van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer eindigt door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed, dan vervallen voor betrokkene de aanspraken op (tijdelijk) partnerpensioen. 4. Bij de beëindiging van het huwelijk van een deelnemer door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed verkrijgt de gewezen partner aanspraken op jaarlijks bijzonder partnerpensioen die worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 20, lid 2. 5. Bij de beëindiging van het huwelijk van een gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed verkrijgt de gewezen partner de aanspraken op jaarlijks bijzonder partnerpensioen toegekend, waarop de gewezen deelnemer of gepensioneerde ten behoeve van betrokkene bij de huwelijksbeëindiging aanspraak had. Deze toekenning geschiedt onder de voorwaarde dat het ontbonden huwelijk op het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap reeds bestond. 6. Het bepaalde in de leden 1, 2, 4 en 5 vindt geen toepassing indien beide partijen bij huwelijkse voorwaarden of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op scheiding anders (waren) overeen(ge)komen. De overeenkomst is slechts geldig indien daaraan een verklaring van het pensioenfonds is gehecht dat het bereid is een daaruit voortvloeiend afwijkend pensioenrisico te dekken.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
29
1 januari 2007
7. De bepalingen in de leden 3, 4, 5 en 6 zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde deelnemer met een (geregistreerde) partner, van wie het (geregistreerde) partnerschap eindigt, anders dan door overlijden. Hiertoe wordt voor partners met een samenlevingscontract ook gerekend het beëindigen van de inschrijving op hetzelfde woonadres. 8. Het pensioenfonds verstrekt aan de gewezen partner een bewijs van diens pensioenaanspraken, alsmede informatie over de toeslagverlening en informatie die voor de gewezen partner specifiek van belang is.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
30
1 januari 2007
Artikel 24 Pensioenvervroeging 1. Op verzoek van de (gewezen) deelnemer kan de ingangsdatum van het ouderdomspensioen worden vervroegd binnen de daarvoor geldende fiscale grenzen. Het verzoek zal door het bestuur worden ingewilligd, indien het verzoek ten minste drie maanden vóór de beoogde vervroegde ingangsdatum is gedaan. 2. De flexibele pensioendatum van de (gewezen) deelnemer dient te liggen tussen de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 60-jarige leeftijd bereikt en de pensioendatum. Indien de deelnemer toestemming heeft van de aangesloten onderneming waar de deelnemer werkzaam is, dan kan de flexibele pensioendatum gekozen worden tussen de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 55-jarige leeftijd bereikt en de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 60-jarige leeftijd bereikt. Het ouderdomspensioen kan uitsluitend ingaan op de eerste dag van een maand. 3. Het vervroegen van de pensioendatum is mogelijk indien en voor zover de dienstbetrekking(en) van de (gewezen) deelnemer in verband met pensionering word(t)(en) beëindigd. Het pensioenfonds zal toetsen of en in hoeverre de dienstbetrekking(en) van de (gewezen) deelnemer is / zijn beëindigd. Hiertoe zal het pensioenfonds de (gewezen) deelnemer verzoeken schriftelijk te verklaren dat hij / zij in verband met ouderdom met pensioen wenst te gaan, geen dienstbetrekking heeft en niet beoogt. 4. Bij vervroeging van de pensioendatum kan de (gewezen) deelnemer naar keuze gebruik maken van twee mogelijkheden, namelijk: ⎯ Mogelijkheid 1: de opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen worden herrekend door deze te vermenigvuldigen met de bij de vervroegde pensioendatum behorende en door het bestuur vastgestelde sekseneutrale vervroegingsfactor. Deze vervroegingsfactoren zijn in bijlage 2 bij dit pensioenreglement opgenomen in tabel 1. De aanspraken op partner- en wezenpensioen blijven onveranderd. ⎯ Mogelijkheid 2: de opgebouwde aanspraken op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen worden herrekend door deze te vermenigvuldigen met de bij de vervroegde pensioendatum behorende en door het bestuur vastgestelde sekseneutrale vervroegingsfactor. Deze vervroegingsfactoren zijn in bijlage 2 bij dit pensioenreglement opgenomen in tabel 2. De verhouding tussen de pensioensoorten verandert niet. 5. De pensioenaanspraken van de deelnemer zullen, voordat de herrekening zoals bedoeld in lid 4 plaatsvindt, eerst worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen in artikel 20, lid 2.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
31
1 januari 2007
Artikel 25 Variatie in uitkeringshoogte 1. Op verzoek van de (gewezen) deelnemer kan op de pensioendatum een variabele uitkeringshoogte van het ouderdomspensioen worden vastgesteld. Het verzoek zal door het bestuur worden ingewilligd, indien het verzoek ten minste 6 maanden vóór de beoogde vervroegde ingangsdatum dan wel de pensioendatum is gedaan. 2. De (gewezen) deelnemer kan op grond van lid 1 kiezen voor een tijdelijk hoger of lager ouderdomspensioen. Het lagere ouderdomspensioen bedraagt 75% van het hogere ouderdomspensioen. De periode waarin het tijdelijk hogere of lagere ouderdomspensioen wordt ontvangen, volgt direct op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen en heeft een duur van minimaal 1 en maximaal 10 jaar. 3. Bij een variabele uitkeringshoogte van het ouderdomspensioen zal het ouderdomspensioen worden herrekend op basis van door het bestuur vastgestelde sekseneutrale uitruilfactoren. De uitruilfactoren, geldend op de pensioendatum, zijn in bijlage 3 bij dit pensioenreglement opgenomen. De uitruilfactoren op een andere datum dan de pensioendatum worden op overeenkomstige wijze vastgesteld. De aanspraken op partner- en wezenpensioen blijven onveranderd. 4. Indien in combinatie met een variabele uitkeringshoogte tevens vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 24 plaatsvindt, wordt eerst het bepaalde in artikel 24 toegepast en vervolgens het bepaalde in dit artikel. 5. Voor zover dit het gevolg is van de variatie in de uitkeringshoogte op grond van dit artikel mag het ouderdomspensioen meer bedragen dan het in artikel 8 lid 4 genoemde maximum.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
32
1 januari 2007
Artikel 26 Uitruil pensioen 1. De (gewezen) deelnemer heeft de mogelijkheid om het partnerpensioen, voor zover dit is toe te rekenen aan deelnemersjaren gelegen vanaf 1 januari 2002, op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen om te zetten in een hogere aanspraak op ouderdomspensioen. De (gewezen) deelnemer kan kiezen om een deel van, of het gehele, partnerpensioen om te zetten in een hogere aanspraak op ouderdomspensioen. Hierbij is elk percentage tussen 0% en 100% van het partnerpensioen mogelijk. 2. Voor gebruikmaking van de in lid 1 van dit artikel genoemde mogelijkheid heeft de (gewezen) deelnemer met een partner de instemming van deze partner nodig. De (gewezen) deelnemer dient een door het pensioenfonds verstrekte en door de partner ondertekende verklaring aan het pensioenfonds te overleggen waaruit blijkt dat de partner instemt met de gemaakte keuze. Deze overlegging dient ten minste 3 maanden vóór de pensioendatum te geschieden. 3. Het bijzonder partnerpensioen ten behoeve van de gewezen partner, zoals bedoeld in artikel 23 komt niet in aanmerking voor omzetting in ouderdomspensioen. 4. Bij omzetting van het partnerpensioen in ouderdomspensioen zal het ouderdomspensioen worden herrekend door vermenigvuldiging met een door het bestuur vastgestelde sekseneutrale uitruilfactor. Deze uitruilfactoren zijn in bijlage 4 bij dit pensioenreglement opgenomen. Uitsluitend het gedeelte van het ouderdomspensioen dat tegenover het om te zetten partnerpensioen staat, wordt bij de omzetting van het betreffende partnerpensioen verhoogd. Het verlies aan pensioen dat het gevolg is van de ruil van pensioenaanspraken kan niet worden gecompenseerd. 5. Voor zover dit het gevolg is van de omzetting van partnerpensioen op grond van dit artikel mag het ouderdomspensioen meer bedragen dan het in artikel 8 lid 4 genoemde maximum.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
33
1 januari 2007
Artikel 27 Verplichtingen van de deelnemer 1. De deelnemer is verplicht onverwijld kennis te geven van huwelijk, (geregistreerd) partnerschap, echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van het (geregistreerd) partnerschap of van overlijden van echtgenote, echtgenoot of partner. 2. De deelnemer wiens huwelijk of (geregistreerd) partnerschap anders dan door overlijden geëindigd is, is verplicht daarvan onmiddellijk kennis te geven door een schriftelijke verklaring over te leggen. De verklaring dient ten minste te vermelden de namen en geboortedata van beide partners en de datum waarop de gezamenlijke huishouding is geëindigd. De verklaring dient zowel door de deelnemer als door diens partner ondertekend te zijn. Indien de deelnemer aannemelijk maakt dat hij ondanks zijn inspanningen daartoe geen medeondertekening door de gewezen partner kan bewerkstelligen, zal de werkgever mogen afgaan op een eenzijdige verklaring van de deelnemer. 3. Het pensioenfonds is niet aansprakelijk voor een onjuiste opbouw van het pensioenspaarsaldo doordat de deelnemer niet, niet goed of niet tijdig aan de voor hem uit dit pensioenreglement voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan, indien het een door de deelnemer in persoon na te komen verplichting betreft.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
34
1 januari 2007
Artikel 28 Onaantastbaarheid der pensioenen 1. Beslag op pensioen of op een aanspraak op pensioen is, voorzover niet bij of krachtens enige wet anders geregeld, niet toegestaan. 2. Overdracht, inpandgeving of elke andere handeling, waardoor de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde enig recht op zijn/haar pensioen of op een aanspraak op pensioen aan een derde toekent, is slechts geldig indien en voorzover een beslag op zijn/haar pensioen geldig zou zijn. Zij is slechts bij hoge uitzondering toegestaan en behoeft vooraf de goedkeuring van het bestuur. 3. Volmacht tot invordering van het pensioen, onder welke vorm of welke benaming ook verleend, is slechts toegestaan als het bestuur zich hiermede akkoord verklaart en is steeds herroepelijk. 4. De aan deze pensioenregeling te ontlenen pensioenaanspraken kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
35
1 januari 2007
Artikel 29 Algemene bepalingen 1. Degenen, die aan dit reglement aanspraken kunnen ontlenen, zijn verplicht aan het bestuur op eerste verzoek de bewijsstukken te overleggen en de gegevens te verschaffen, die voor de uitvoering van de pensioenregeling nodig zijn en zich aan een vanwege de verzekeraar in te stellen geneeskundig onderzoek te onderwerpen indien en voorzover dat op grond van de Wet op de medische keuringen is toegestaan. 2. De gevolgen van het niet nakomen van de in lid 1 genoemde verplichtingen zijn voor risico van de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde (gewezen) deelnemer onderscheidenlijk diens nabestaanden. 3. De aanspraak op ouderdomspensioen van een deelnemer, gewezen deelnemer of (gewezen) gepensioneerde deelnemer kan zonder toestemming van diens partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds die deelnemer, gewezen deelnemer of (gewezen) gepensioneerde deelnemer en anderzijds het pensioenfonds of de aangesloten onderneming worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de Pensioenwet, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Stb. 1994, 342) hebben uitgesloten. 4. De aanspraak op (tijdelijke) partnerpensioen ten behoeve van de partner van een deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (gewezen) deelnemer kan zonder toestemming van de partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (gewezen) deelnemer en anderzijds het pensioenfonds of de aangesloten onderneming worden verminderd. 5. Het bestuur van het pensioenfonds heeft het recht om namens de aangesloten ondernemingen deze pensioenregeling vóór het van kracht worden daarvan ter beoordeling van de fiscale toelaatbaarheid voor te leggen aan de bevoegde inspecteur en daarop desgewenst een voor beroep vatbare beschikking te vragen. Het bestuur van het pensioenfonds heeft de bevoegdheid om namens de aangesloten ondernemingen zich neer te leggen bij deze beschikking en deze pensioenregeling in overeenstemming te brengen met de voorwaarden van deze beschikking. 6. In alle gevallen waarin dit pensioenreglement niet voorziet beslist het bestuur, rekening houdend met de bepalingen uit de Wet op de loonbelasting 1964.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
36
1 januari 2007
Artikel 30 Inwerkingtreding Dit reglement is in werking getreden op 1 januari 2006 en vervangt voor de deelnemers als omschreven in artikel 2, lid 1 het op 31 december 2005 geldende pensioenreglement. De opgebouwde aanspraken uit hoofde van deelname aan voorgaand pensioenreglement worden ingebracht in deze regeling. Het reglement is laatstelijk gewijzigd per 1 januari 2007.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
37
1 januari 2007
Artikel 31 Overgangsbepalingen 1. Voor deelnemers in dienst van SCA Hygiene Products Tilburg B.V., te Tilburg, die op 31 december 1994 deelnamen aan de pensioenregeling(en) van SCA Hygiene Products Tilburg B.V., te Tilburg, hierna te noemen de vorige pensioenregeling(en), geldt het bepaalde in de leden 2, 3 en 4. 2. Per 1 januari 1995 is het verschil bepaald tussen het totaal van de pensioenbedragen die per 31 december 1994 voor de deelnemer verzekerd zouden zijn op grond van de vorige pensioenregelingen en de per die datum op grond van de toen geldende pensioenregeling te verzekeren pensioenbedragen. 3. Voor de deelnemers als bedoeld in lid 1 zal het verschil in pensioenbedragen op grond van lid 2 aanvullend verzekerd blijven. Indien na 31 december 1994 een verlaging van de deeltijdfactor optreedt, worden de aanvullende pensioenbedragen uit hoofde van lid 2 vermenigvuldigd met de nieuwe deeltijdfactor. Een verhoging van de deeltijdfactor na 31 december 1994 heeft geen invloed op de hoogte van de aanvullende pensioenbedragen uit hoofde van lid 2. 4. Op deze aanvullende pensioenbedragen zijn de bepalingen van het onderhavige pensioenreglement voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing met uitzondering van artikel 17. 5. De opgebouwde aanspraken op tijdelijk partnerpensioen uit hoofde van deelname aan het op 31 december 2006 van toepassing zijnde reglement, zijn per 31 december 2006 premievrij gemaakt. Deze premievrije pensioenaanspraken worden verhoogd conform artikel 17, lid 2.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
38
1 januari 2007
Bijlage 1 De sekseneutrale afkoopfactoren voor ouderdomspensioen, ouderdomspensioen in combinatie met partnerpensioen, en ingegaan partnerpensioen, zoals bedoeld in artikel 14, lid 16 zijn voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 conform onderstaande tabel vastgesteld. Indien de samenstelling van het deelnemersbestand en/of de actuariële uitgangspunten van het pensioenfonds daartoe aanleiding geeft/geven, is het bestuur bevoegd de afkoopfactoren tussentijds te wijzigen.
Leeftijd
Partnerpensioen
Ouderdomspensioen
Ingegaan partnerpensioen
Ingegaan tijdelijk partnerpensioen
25 26 27 28 29
1,457 1,508 1,560 1,614 1,670
2,086 2,171 2,259 2,351 2,446
22,725 22,602 22,474 22,342 22,204
20,263 20,041 19,810 19,569 19,320
30 31 32 33 34
1,727 1,786 1,846 1,907 1,970
2,546 2,649 2,757 2,869 2,986
22,062 21,914 21,760 21,601 21,436
19,061 18,791 18,511 18,221 17,919
35 36 37 38 39
2,035 2,100 2,168 2,237 2,307
3,108 3,235 3,368 3,506 3,650
21,266 21,090 20,908 20,720 20,526
17,606 17,281 16,944 16,594 16,232
40 41 42 43 44
2,379 2,452 2,526 2,600 2,676
3,800 3,957 4,121 4,293 4,472
20,327 20,121 19,910 19,692 19,468
15,857 15,467 15,064 14,646 14,213
45 46 47 48 49
2,752 2,828 2,904 2,981 3,058
4,659 4,856 5,062 5,278 5,504
19,237 19,000 18,756 18,505 18,247
13,763 13,298 12,814 12,313 11,793
50 51 52 53 54
3,134 3,209 3,284 3,358 3,430
5,742 5,992 6,255 6,532 6,824
17,982 17,710 17,431 17,144 16,850
11,254 10,694 10,113 9,509 8,882
55 56 57 58 59
3,500 3,568 3,634 3,696 3,755
7,133 7,459 7,806 8,173 8,563
16,548 16,238 15,920 15,594 15,260
8,230 7,552 6,847 6,112 5,348
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
39
1 januari 2007
Leeftijd
Partnerpensioen
Ouderdomspensioen
Ingegaan partnerpensioen
Ingegaan tijdelijk partnerpensioen
60 61 62 63 64
3,810 3,859 3,902 3,938 3,966
8,981 9,427 9,906 10,423 10,983
14,919 14,571 14,216 13,855 13,488
4,551 3,720 2,852 1,945 0,996
65
3,975
11,591
13,113
0
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
40
1 januari 2007
Bijlage 2 De sekseneutrale vervroegingsfactoren die gehanteerd worden bij vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen, zoals bedoeld in artikel 24, zijn voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 conform onderstaande tabellen vastgesteld. Indien de samenstelling van het deelnemersbestand en/of de actuariële uitgangspunten van het pensioenfonds daartoe aanleiding geeft/geven, is het bestuur bevoegd de vervroegingsfactoren tussentijds te wijzigen. Indien in combinatie met pensioenvervroeging zoals bedoeld in artikel 24 tevens uitruil van partnerpensioen plaats vindt zoals bedoeld in artikel 26, dan wordt eerst het resultaat van de pensioenvervroeging berekend en vervolgend het resultaat van uitruil. Mogelijkheid 1 In tabel 1 zijn de vervroegingsfactoren vermeld waarmee de opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen dienen te worden vermenigvuldigd om het ouderdomspensioen op de gewenste vervroegde pensioenleeftijd vast te kunnen stellen (mogelijkheid 1 van artikel 24 lid 4). De aanspraken op partner- en wezenpensioen blijven onveranderd. Tabel 1 Vervroegde pensioenleeftijd
Vervroegingsfactor
55 56 57 58 59
0,466 0,499 0,534 0,574 0,617
60 61 62 63 64
0,665 0,718 0,777 0,843 0,917
Voorbeeld mogelijkheid 1 Een deelnemer heeft op 60-jarige leeftijd de volgende opgebouwde pensioenaanspraken: ⎯ ouderdomspensioen ingaand op 65 jaar € 10.000,--; ⎯ partnerpensioen € 7.000,--; ⎯ wezenpensioen € 1.400,--. De deelnemer kiest er voor om op 60-jarige leeftijd vervroegd met pensioen te gaan. Door de vervroegde ingang van het ouderdomspensioen worden de pensioenaanspraken als volgt: ⎯ ouderdomspensioen ingaand op 60 jaar € 6.650,--; ⎯ partnerpensioen € 7.000,--; ⎯ wezenpensioen € 1.400,--.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
41
1 januari 2007
Mogelijkheid 2 In tabel 2 zijn de vervroegingsfactoren vermeld waarmee de opgebouwde aanspraken op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen dienen te worden vermenigvuldigd om de pensioenaanspraken op de gewenste vervroegde pensioenleeftijd vast te kunnen stellen (mogelijkheid 2 van artikel 24 lid 4). De verhouding tussen de pensioensoorten verandert niet. Het partner- en wezenpensioen na de vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen bedraagt derhalve 70%, 10% respectievelijk 14% van het (verlaagde) ouderdomspensioen. Tabel 2 Vervroegde pensioenleeftijd
Vervroegingsfactor
55 56 57 58 59
0,541 0,571 0,604 0,640 0,679
60 61 62 63 64
0,721 0,767 0,817 0,872 0,933
Voorbeeld mogelijkheid 2 Een deelnemer heeft op 60-jarige leeftijd de volgende opgebouwde pensioenaanspraken: ⎯ ouderdomspensioen ingaand op 65 jaar € 10.000,--; ⎯ partnerpensioen € 7.000,--; ⎯ wezenpensioen € 1.400,--. De deelnemer kiest er voor om op 60-jarige leeftijd vervroegd met pensioen te gaan. Door de vervroegde ingang van het ouderdomspensioen worden de pensioenaanspraken als volgt: ⎯ ouderdomspensioen ingaand op 60 jaar € 7.210,--; ⎯ partnerpensioen € 5.047,--; ⎯ wezenpensioen € 1.009,--.
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
42
1 januari 2007
Bijlage 3 De sekseneutrale uitruilfactoren, zoals bedoeld in artikel 25, waarmee het opgebouwde ouderdomspensioen op de pensioendatum dient te worden vermenigvuldigd om het ouderdomspensioen om te zetten in een tijdelijk hoger of lager ouderdomspensioen, zijn voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 conform onderstaande tabel vastgesteld. Indien de samenstelling van het deelnemersbestand en/of de actuariële uitgangspunten van het pensioenfonds daartoe aanleiding geeft/geven, is het bestuur bevoegd de vervroegingsfactoren tussentijds te wijzigen. In de eerste kolom is de duur van het tijdelijk hoger of lager ouderdomspensioen vermeld. Kolom 2 betreft de factor voor een tijdelijke hoger ouderdomspensioen gevolgd door een lager ouderdomspensioen ter grootte van 75% van het hogere ouderdomspensioen. De factor in kolom 3 wordt toegepast voor de omzetting in een tijdelijk lager ouderdomspensioen gevolgd door een hoger ouderdomspensioen. Het lagere ouderdomspensioen bedraagt in dat geval eveneens 75% van het hogere ouderdomspensioen.
Beoogde duur
Hoog-laag-pensioen
Laag-hoog-pensioen
1 2 3 4 5
1,296 1,263 1,233 1,206 1,182
0,767 0,783 0,799 0,815 0,830
6 7 8 9 10
1,161 1,141 1,124 1,108 1,094
0,845 0,859 0,872 0,885 0,898
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
43
1 januari 2007
Bijlage 4 De sekseneutrale uitruilfactoren, zoals bedoeld in artikel 26, waarmee het opgebouwde ouderdomspensioen op de pensioendatum dient te worden vermenigvuldigd om de combinatie van ouderdomspensioen met een bijbehorend partnerpensioen ter grootte van 70% van het ouderdomspensioen om te zetten in een hoger ouderdomspensioen, zijn voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 conform onderstaande tabel vastgesteld. Indien de samenstelling van het deelnemersbestand en/of de actuariële uitgangspunten van het pensioenfonds daartoe aanleiding geeft/geven, is het bestuur bevoegd de uitruilfactoren tussentijds te wijzigen.
Leeftijd op het tijdstip van uitruil
Uitruilfactor
55 56 57 58 59
1,162 1,170 1,177 1,185 1,193
60 61 62 63 64
1,201 1,209 1,218 1,227 1,236
65
1,245
Stichting Pensioenfonds SCA Hygiene Products Nederland
44
1 januari 2007