Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Pensioenreglement
Januari 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
1
Inhoudsopgave ALGEMEEN .................................................................................................................... 3 Artikel 1
Begripsomschrijvingen............................................................................ 3
Artikel 2
Deelneming............................................................................................... 5
Artikel 3
Pensioenaanspraken ............................................................................... 5
Artikel 4
Pensioengevend Salaris, Franchise, Basisgrondslag en Beleggingsgrondslag ............................................................................... 6
Artikel 5
Deeltijdwerknemers ................................................................................. 6
BASISMODULE .............................................................................................................. 8 Artikel 6
Ouderdomspensioen ............................................................................... 8
Artikel 7
Partnerpensioen....................................................................................... 8
Artikel 8
Omzetting partnerpensioen..................................................................... 9
Artikel 9
Ontbinding van het huwelijk/partnerschap .......................................... 10
Artikel 10
Wezenpensioen ...................................................................................... 11
PENSIOEN-BELEGGINGSMODULE ............................................................................ 13 Artikel 11
Pensioenbeleggingsbijdragen............................................................... 13
Artikel 12
Pensioenbeleggingskapitaal ................................................................. 14
Artikel 13
Ontbinding van het huwelijk/partnerschap .......................................... 14
MODULE VRIJWILLIGE BIJDRAGEN.......................................................................... 17 Artikel 14
Vrijwillige bijdragen ............................................................................... 17
Artikel 15
Minimum en maximum deelnemersbijdragen ...................................... 18
BIJZONDERE BEPALINGEN ....................................................................................... 20 Artikel 16
Aanspraken bij voortijdige beëindiging................................................ 20
Artikel 17
Premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid en arbeidsongeschiktheidspensioen ......................................................... 20
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
2
Artikel 18
Flexibiliseringsmogelijkheden .............................................................. 22
Artikel 19
Recht op waardeoverdracht en afkoop kleine pensioenen ................. 24
Artikel 20
Voorwaardelijke aanpassing pensioenen............................................. 25
Artikel 21
Fiscale bepalingen ................................................................................. 26
Artikel 22
Verplichtingen van de Deelnemers, de Aangesloten werkgevers en het Fonds ...................................................................................................... 27
Artikel 23
Uitbetaling pensioenen.......................................................................... 27
Artikel 24
Wijziging van de aanspraken, het Reglement en korting van de aanspraken ............................................................................................. 28
Artikel 25
Herverzekering ....................................................................................... 29
Artikel 26
Beslag op en overdracht van pensioenaanspraken ............................ 30
Artikel 27
Bijzondere bepalingen ........................................................................... 30
Artikel 28
Financiering pensioenregeling............................................................. 31
Artikel 29
Inwerkingtreding .................................................................................... 31
Artikel 30
Overgangsmaatregel.............................................................................. 31
BIJLAGEN .................................................................................................................... 33 Bijlage 1 Algemene bepalingen ten aanzien van de tabellen.................................... 33 Bijlage 2 Tarieven vervroeging en uitstel................................................................... 34 Bijlage 3 Tarieven uitruil partnerpensioen in ouderdomspensioen ......................... 35 Bijlage 4 Tarieven uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen ......................... 36 Bijlage 5 Tarieven variatie hoogte ouderdomspensioen .......................................... 37 Bijlage 6 Tarieven aankoop ouderdomspensioen en partnerpensioen bij pensionering................................................................................................. 38 Bijlage 7 Tarieven aankoop ouderdomspensioen en partnerpensioen bij uitdiensttreding ............................................................................................ 39 Bijlage 8 Tarieven aankoop partnerpensioen bij overlijden ..................................... 40 Bijlage 9 Door het Fonds te verstrekken informatie:................................................. 42
Reglement 2007
3
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
ALGEMEEN Artikel 1
Begripsomschrijvingen
1.
In dit pensioenreglement (het “Reglement”) gelden de omschrijvingen van de Statuten van de Stichting Pensioenfonds Citco Nederland.
2.
Voorts wordt verstaan onder, tenzij in dit Reglement anders wordt aangegeven: a. b.
Aangesloten werkgevers: Arbeidsongeschiktheid:
c.
Basisgrondslag:
d. e.
Basismodule: Beleggingsgrondslag:
f. g.
Bestuur: Deelnemer(s):
h.
Fonds:
i.
Franchise:
j.
Gepensioneerde:
k.
Gewezen Deelnemer:
l.
Kind:
m.
Normale werktijd:
n.
Partner:
Reglement 2007
De werkgevers als bedoeld in artikel 5 van de Statuten; Arbeidsongeschikt in de zin van dit Reglement is degene, die arbeidsongeschikt is in de zin van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (hierna: WIA) of de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: WAO) en recht op uitkering krachtens één van die wetten heeft; Het deel van het Pensioengevend Salaris tot en met de Salarisgrens, verminderd met de Franchise; De pensioenopbouw tot de Salarisgrens; Het deel van het Pensioengevend Salaris dat uitstijgt boven de Salarisgrens; Het bestuur van het Fonds; De werknemer(s) in dienst van de Aangesloten werkgevers, die overeenkomstig artikel 2 van dit Reglement als deelnemers tot het Fonds zijn toegelaten; De Stichting Pensioenfonds Citco Nederland, gevestigd te Amsterdam; Het deel van het Pensioengevend Salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd, zoals beschreven in artikel 4 lid 3; Degene die krachtens het bepaalde in de Statuten en Reglement ouderdomspensioen van het Fonds ontvangt; De Deelnemer wiens deelnemerschap anders dan door overlijden of pensionering is geëindigd, doch die nog aanspraken jegens het Fonds kan doen gelden; a. Het kind tot wie de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde vóór de beëindiging van het deelnemerschap als ouder in familierechtelijke betrekking staat; b. Enig ander kind dat door een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde vóór de beëindiging van het deelnemerschap als een eigen kind werd onderhouden en opgevoed; Het door de Aangesloten werkgever vastgestelde gemiddelde aantal uren per week waarin normaal gesproken de werkzaamheden worden verricht bij een voltijds dienstverband; - De wettige echtgeno(o)t(e) van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde, mits het huwelijk is gesloten voor de Pensioendatum; of - De partner met wie de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde een geregistreerd partnerschap in de zin van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan voor de Pensioendatum; of - De partner met wie de ongehuwde (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde voor de Pensioendatum een
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
o. p.
Pensioenbeleggingsmodule: Pensioendatum:
q.
Pensioengerechtigde:
r.
Pensioengevend Salaris:
s.
Pensioenovereenkomst:
t.
Pensioenrichtdatum:
u.
Premieovereenkomst:
v. w.
PW: Salarisgrens:
x.
y.
Statuten: Uitkeringsovereenkomst:
z.
Uitvoeringsovereenkomst:
aa.
Vermogensbeheerder:
Reglement 2007
4
gemeenschappelijke huishouding voert, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. Er moet sprake zijn van een tussen twee ongehuwde personen bestaande relatie (geen familierelatie in de rechte lijn); en b. De ongehuwde Deelnemer dient uit eigen beweging schriftelijk aan het Fonds te melden dat hij/zij voor partnerpensioen in aanmerking wenst te komen; en c. De partners dienen te beschikken over een notarieel samenlevingscontract, dat enige bepalingen van vermogensrechtelijke aard ter zake van de gemeenschappelijke huishouding bevat en dat ten minste voor de Pensioendatum is verleden en ten tijde van het overlijden ten minste één jaar heeft bestaan; De pensioenopbouw boven de Salarisgrens; De eerste dag van de maand waarin het ouderdomspensioen ingaat; Degene voor wie op grond van een Pensioenovereenkomst het pensioen is ingegaan; Is gelijk aan dertien maal het vaste maandsalaris per 1 januari van het desbetreffende jaar, vermeerderd met 8% vakantietoeslag over twaalf maal dit vaste maandsalaris dan wel indien tussen de werknemer en de Aangesloten werkgever een andere afspraak ten aanzien van het pensioengevend salaris is gemaakt, het overeengekomen Pensioengevend Salaris; Hetgeen tussen de Aangesloten werkgever en een werknemer is overeengekomen betreffende pensioen; De eerste dag van de maand waarin de Deelnemer 65 jaar wordt of, ware hij niet eerder overleden, zou zijn geworden; Een Pensioenovereenkomst over een vastgestelde premie die uiterlijk op de Pensioendatum wordt omgezet in een pensioenuitkering. Pensioenwet; Bij de invoering van deze pensioenregeling geldt voor de vaststelling van de aanspraken ingevolge de Basismodule een salarisgrens van € 33.537,78 (peildatum 1 januari 2007). Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari door het Bestuur aangepast op basis van de wijziging van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens afgeleid, van oktober tot oktober; De statuten van het Fonds; Een Pensioenovereenkomst over een vastgestelde pensioenuitkering op de Pensioendatum; De overeenkomst tussen de Aangesloten werkgevers en het Fonds over de uitvoering van de tussen de werknemers en de Aangesloten werkgevers gesloten Pensioenovereenkomsten; Een door het Bestuur aan te wijzen vermogensbeheerder die geregistreerd is bij de Autoriteit Financiële Markten;
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Artikel 2
5
Deelneming
1. Voor het deelnemerschap komt in aanmerking de werknemer, met wie door een Aangesloten werkgever een Pensioenovereenkomst is aangegaan op grond waarvan dit Reglement van toepassing is. 2. Op schriftelijk verzoek van een van de Aangesloten werkgevers kunnen door het Bestuur ook werknemers van gelieerde ondernemingen worden toegelaten. 3. Iedere Deelnemer ontvangt bij aanvang van het deelnemerschap een bewijs van deelnemerschap, waarin de datum van aanvang van het deelnemerschap is vermeld. 4. Het deelnemerschap eindigt door: a. de beëindiging van het dienstverband, tenzij dit Reglement anders bepaalt; b. het bereiken van de Pensioendatum; c. het overlijden. 5. Onder jaren van deelneming worden verstaan de jaren gedurende welke de Deelnemer ingevolge het bepaalde in dit artikel heeft deelgenomen. Gedeelten van deelnemersjaren worden naar boven afgerond op volle maanden. Artikel 3
Pensioenaanspraken
A. Basismodule: De deelneming geeft aanspraak op de Basismodule die omvat: a. b. c. d.
Ouderdomspensioen ten behoeve van de Deelnemer; Partnerpensioen ten behoeve van de Partner van de Deelnemer; Wezenpensioen ten behoeve van de Kinderen van de Deelnemer; Arbeidsongeschiktheidspensioen ten behoeve van de Deelnemer.
Deze Basismodule als onderdeel van de Pensioenovereenkomst heeft het karakter van een zogenaamde Uitkeringsovereenkomst. In deze Uitkeringsovereenkomst is vastgelegd dat: a. de pensioenregeling een middelloonregeling is; b. de hoogte van de uit het pensioenreglement voortvloeiende pensioenuitkering, conform het bepaalde in artikel 6 van het Reglement, afhankelijk is van: 1. de hoogte van de Basisgrondslag in ieder afzonderlijk deelnemingsjaar (zie artikel 4 van het Reglement); 2. het opbouwpercentage (zie artikel 6 lid 1 van het Reglement).
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
6
B. Pensioen-beleggingsmodule: Tevens geeft de deelneming aanspraak op de Pensioen-beleggingsmodule, indien het Pensioengevend Salaris hoger is dan de Salarisgrens. Deze module omvat een uit premies opgebouwd pensioenbeleggingskapitaal, dat bij ingang van het ouderdomspensioen of bij overlijden van de Deelnemer wordt aangewend voor de financiering van pensioen ten behoeve van de Deelnemer en/of de Partner van de Deelnemer. Deze Pensioen-beleggingsmodule als onderdeel van de Pensioenovereenkomst heeft het karakter van een Premieovereenkomst. Zie voor de inhoud van deze module de artikelen 11 tot en met 13 van het Reglement. Artikel 4 Pensioengevend Salaris, Franchise, Basisgrondslag en Beleggingsgrondslag 1.
Het Pensioengevend Salaris in de Basismodule is gelijk aan Pensioengevend Salaris, een en ander tot en met de Salarisgrens.
2.
Het Pensioengevend Salaris in de Pensioen-beleggingsmodule is gelijk aan het Pensioengevend Salaris, een en ander vanaf de Salarisgrens.
3.
De Franchise bedraagt per 1 januari 2007 € 15.346,99 en zal per 1 januari van elk volgend jaar met eenzelfde percentage worden verhoogd of verlaagd als de ontwikkeling van de AOW-uitkering voor een gehuwde, met een echtgeno(o)t(e) van 65 jaar of ouder, over het voorafgaande jaar. Het Bestuur heeft de mogelijkheid om per één januari van enig jaar een ander percentage voor verhoging of verlaging van de Franchise voor dat betreffende jaar vast te stellen.
4.
De vaststelling van de voor dat jaar geldende Basis- en Beleggingsgrondslag vindt jaarlijks plaats per 1 januari of per de latere datum van aanvang deelneming, waarbij het dan geldende Pensioengevend Salaris en de dan geldende Franchise en Salarisgrens in aanmerking worden genomen.
Artikel 5
Deeltijdwerknemers
1. Voor een deeltijdwerknemer wordt het Pensioengevend Salaris vastgesteld alsof de Normale werktijd zou gelden. 2. De deeltijdwerknemer bouwt aanspraken op in verhouding tussen de in deeltijd gewerkte tijd en de Normale werktijd (deeltijdpercentage). 3. De aanspraken van de deeltijdwerknemer worden, met uitzondering van de aanspraken uit hoofde van de risicoregeling arbeidsongeschiktheidspensioenen, vastgesteld door de aanspraken bij een Normale werktijd te vermenigvuldigen met het deeltijdpercentage. 4. Indien het deeltijdpercentage gedurende een kalenderjaar is gewijzigd, wordt voor de vaststelling van de aanspraken uit hoofde van de Basismodule voor dat jaar een gemiddeld deeltijdpercentage gehanteerd.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
5. Voor de vaststelling van de aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen (artikel 17) wordt in afwijking van het bepaalde in lid 1 het Pensioengevend Salaris vastgesteld op basis van de in deeltijd gewerkte tijd.
Reglement 2007
7
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
8
BASISMODULE Artikel 6
Ouderdomspensioen
1.
Het jaarlijks ouderdomspensioen bedraagt voor ieder doorgebracht jaar van deelneming 2,00% van de Basisgrondslag in het betreffende jaar van deelneming.
2.
Het ouderdomspensioen gaat in op de Pensioenrichtdatum en wordt uitgekeerd tot en met de maand van overlijden van de Gepensioneerde.
3.
Voor de Deelnemers aan het onderhavige Reglement die op 31 december 2002 deelnamen aan de dan geldende pensioenregeling, geldt dat de uiterlijk tot 1 januari 2003 opgebouwde rechten op alleenstaandenpensioen zijn vervallen onder gelijktijdige toekenning van aanspraken op partnerpensioen op basis van de per 31 december 2002 geldende pensioenregeling alsof zij gehuwd waren.
4.
In het hierboven genoemde geval geldt dat het door uitruil verkregen extra ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 8 van dit Reglement ten minste even hoog is als het tot uiterlijk 1 januari 2003 opgebouwde alleenstaandenpensioen, als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de pensioenregeling, zoals deze van toepassing was per 31 december 2002.
5. Op verzoek van de (Gewezen) Deelnemer kan bij pensionering het opgebouwde ouderdomspensioen als in dit artikel omschreven geheel of gedeeltelijk worden omgezet in extra partnerpensioen. 6. De hoogte van de pensioenaanspraken wordt vastgesteld aan de hand van door het Bestuur vastgestelde tarieven. De tarieven en actuariële grondslagen waarop de tarieven zijn gebaseerd, worden vastgelegd in een bestuursbesluit en zijn vermeld in de bijlagen bij dit Reglement. 7. Het op grond van artikel 9 lid 6 afgesplitste ouderdomspensioen wordt bij de omzetting van ouderdomspensioen in partnerpensioen buiten beschouwing gelaten. Artikel 7
Partnerpensioen
1. Bij overlijden van een Deelnemer wordt een partnerpensioen vastgesteld ter grootte van: a. 70% van het volgens artikel 6 vastgestelde ouderdomspensioen; en b. 1,4% van de som van de Basisgrondslag en Beleggingsgrondslag per jaar vanaf de maand waarin de Deelnemer is overleden tot aan de Pensioenrichtdatum waarbij wordt verondersteld dat de overleden Deelnemer met de laatstelijk vastgestelde Basisgrondslag en Beleggingsgrondslag Deelnemer zou zijn gebleven; en c. wordt het pensioenbeleggingskapitaal als bedoeld in artikel 12 aangewend overeenkomstig artikel 12 lid 5. 2. Bij overlijden van een Gewezen Deelnemer wordt een partnerpensioen vastgesteld ter grootte van 70% van het volgens artikel 6 vastgestelde ouderdomspensioen en wordt
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
9
het pensioenbeleggingskapitaal als bedoeld in artikel 12 aangewend overeenkomstig artikel 12 lid 5. 3. Bij overlijden van een Gepensioneerde wordt een partnerpensioen vastgesteld ter grootte van 70% van het volgens artikel 6 vastgestelde ouderdomspensioen tenzij op de Pensioendatum een andere verhouding is overeengekomen. Daarnaast komt het overeenkomstig artikel 12 lid 5 aangekochte partnerpensioen tot uitkering, mits op Pensioendatum een partnerpensioen is aangekocht. 4. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en wordt uitbetaald aan de Partner tot en met de maand van overlijden van de Partner. 5. Bij het aangaan van een huwelijk dan wel een geregistreerd respectievelijk ongehuwd samenlevingsverband na beëindiging van de deelneming door pensionering ontstaat geen nieuw recht op partnerpensioen. 6. Indien ingevolge het bepaalde in artikel 9 voor de gewezen Partner(s) van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde een premievrije aanspraak op bijzonder partnerpensioen bestaat, wordt het volgens de voorgaande leden berekende partnerpensioen verminderd met het bedrag van die aanspraken. 7. Geen aanspraak op partnerpensioen ontstaat, indien de Partner zich heeft schuldig gemaakt aan enig misdrijf, dat de dood van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde ten gevolge heeft gehad, of aan zodanig misdrijf medeplichtig is geweest. 8. De aanspraak op partnerpensioen kan niet bij overeenkomst tussen de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en het Fonds of de Aangesloten werkgever worden verminderd zonder toestemming van de Partner anders dan de gevallen van afkoop als bedoeld in de PW. Artikel 8
Omzetting partnerpensioen
1. Op verzoek van de (Gewezen) Deelnemer en zijn eventuele Partner kan bij pensionering het opgebouwde partnerpensioen als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub a respectievelijk lid 2 geheel of gedeeltelijk worden omgezet in extra ouderdomspensioen. 2. De hoogte van de pensioenaanspraken wordt vastgesteld aan de hand van door het Bestuur vastgestelde tarieven. De tarieven en actuariële grondslagen waarop de tarieven zijn gebaseerd, worden vastgelegd in een bestuursbesluit en zijn vermeld in de bijlagen bij dit Reglement. 3. Het op grond van artikel 9 afgesplitste bijzonder partnerpensioen wordt bij de omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen buiten beschouwing gelaten.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Artikel 9
10
Ontbinding van het huwelijk/partnerschap
Bijzonder partnerpensioen 1. Voor de toepassing van de leden 1 tot en met 4a van dit artikel wordt onder ‘scheiding’ verstaan: echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van het geregistreerd partnerschap of beëindiging van de gemeenschappelijke huishouding als bedoeld in artikel 1 lid 2 sub n. 2. Bij scheiding verkrijgt de voormalige Partner van de Deelnemer een zodanige premievrije aanspraak op partnerpensioen als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub a, als de Deelnemer zou hebben verkregen, indien op het tijdstip van de scheiding het deelnemerschap zou zijn beëindigd anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioendatum. De gewezen Partner ontvangt een bewijs van de aanspraak op bijzonder partnerpensioen. 3. Bij scheiding verkrijgt de voormalige Partner van een Gewezen Deelnemer of Gepensioneerde de aanspraak op partnerpensioen die de Gewezen Deelnemer of Gepensioneerde bij beëindiging van het deelnemerschap heeft behouden. De gewezen Partner ontvangt een bewijs van haar respectievelijk zijn aanspraak. 4. De aanspraak kan worden verminderd of uitgesloten indien gewezen Partners bij huwelijkse voorwaarden, voorwaarden aangegaan bij het geregistreerd partnerschap of voorwaarden aangegaan bij de gemeenschappelijke huishouding dan wel bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding anders overeenkomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het Fonds is gehecht, dat het bereid is een uit de afwijking voortvloeiend pensioenrisico te dekken. 4a. Een gewezen partner met een recht op bijzonder partnerpensioen heeft het recht dit te vervreemden aan eerdere of latere partner van de overleden deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde, mits: a. het Fonds bereid is een eventueel uit die overdracht voortvloeiende wijziging van het risico te dekken; b. de vervreemding onherroepelijk is; en c. dit wordt overeengekomen bij notarieel verleden akte. Gevolgen voor het ouderdomspensioen 5. Voor de toepassing van de leden 6 tot en met 10 van dit artikel wordt onder ‘scheiding’ verstaan: echtscheiding, de scheiding van tafel en bed en de beëindiging van het geregistreerde partnerschap. 6. Bij scheiding heeft de gewezen echtgeno(o)t(e) of geregistreerde Partner van de (Gewezen) Deelnemer op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling van de helft van het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 6 opgebouwd gedurende de huwelijkse periode. 7. Het in lid 6 bepaalde is niet van toepassing indien: - de toepasselijkheid van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding bij huwelijkse voorwaarden of voorwaarden aangegaan bij het geregistreerde
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
-
11
partnerschap dan wel bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding is uitgesloten; of het ouderdomspensioen dat krachtens de verevening aan de (gewezen) echtgeno(o)t(e) of geregistreerde Partner toekomt, gelijk of lager is dan het bedrag zoals genoemd in artikel 66, lid 1 van de PW.
8. Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Fonds worden uitgeoefend, indien de scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van scheiding op een bij wet voorgeschreven formulier aan het Fonds is gemeld. 9. De gewezen echtgeno(o)t(e) of geregistreerde Partner ontvangt een premievrije polis ter zake van het pensioen waarop de gewezen echtgeno(o)t(e) respectievelijk geregistreerde Partner aanspraak heeft. 10. Het Fonds is bevoegd om de kosten van de verevening als bedoeld in dit artikel voor de helft aan ieder van de gewezen echtgenoten of geregistreerde Partners in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. Artikel 10
Wezenpensioen
1. Wezenpensioen wordt toegekend aan de Kinderen van de (Gewezen) Deelnemers of Gepensioneerden beneden de 18-jarige leeftijd. Wezenpensioen kan eveneens worden toegekend aan een studerend Kind boven 18 jaar tot uiterlijk 27 jaar, indien en zolang het Kind wegens het volgen van onderwijs naar het oordeel van het Bestuur onvoldoende in staat is inkomsten uit arbeid te verwerven. 2. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die, waarin de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde is overleden. 3. Bij overlijden van een Deelnemer wordt een wezenpensioen vastgesteld ter grootte van: a. 14% van het volgens artikel 6 vastgestelde ouderdomspensioen; en b. 0,28% van de som van de Basisgrondslag en Beleggingsgrondslag per jaar vanaf de maand waarin de Deelnemer is overleden tot aan de Pensioenrichtdatum waarbij wordt verondersteld dat de overleden Deelnemer met de laatstelijk vastgestelde Basisgrondslag en Beleggingsgrondslag Deelnemer zou zijn gebleven; en c. wordt het pensioenbeleggingskapitaal als bedoeld in artikel 12 aangewend overeenkomstig artikel 12 lid 5. 4. Bij overlijden van een Gewezen Deelnemer wordt een wezenpensioen vastgesteld ter grootte van 14% van het volgens artikel 6 vastgestelde ouderdomspensioen en wordt een deel van het pensioenbeleggingskapitaal als bedoeld in artikel 12 aangewend voor de aankoop van een wezenpensioen, met inachtneming van het gestelde in artikel 21 (fiscaal maximum). 5. Bij overlijden van een Gepensioneerde wordt een wezenpensioen vastgesteld ter grootte van 14% van de som van het volgens artikel 6 lid 1 en artikel 12 bij standaard aankoop vastgestelde ouderdomspensioen.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
12
6. Het wezenpensioen, als bedoeld in de leden 3, 4 en 5, wordt verdubbeld indien geen (bijzonder) partnerpensioen wordt uitgekeerd. 7. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot en met de laatste dag van de maand, waarin de wees: a. is overleden; b. de 18-jarige leeftijd heeft bereikt; of c. het latere tijdstip, waarop een studerende wees de 27-jarige leeftijd heeft bereikt. 8. Geen aanspraak op wezenpensioen ontstaat, indien de wees zich heeft schuldig gemaakt aan enig misdrijf, dat de dood van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde ten gevolge heeft gehad, of aan zodanig misdrijf medeplichtig is geweest. 9. Het totaal van de wezenpensioenen bedraagt tezamen niet meer dan 42,5% van het (bijzondere) partnerpensioen als omschreven in artikel 7 leden 1, 2 en 3. Bij overschrijding van dit maximum wordt het totale wezenpensioen gelijkelijk over alle wezen verdeeld.
Reglement 2007
13
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
PENSIOEN-BELEGGINGSMODULE Artikel 11
Pensioenbeleggingsbijdragen
1. De Deelnemer bouwt een pensioenbeleggingskapitaal op door deel te nemen aan de Pensioen-beleggingsmodule. De jaarlijkse volledige pensioenbeleggingsbijdragen van de Deelnemer aan de Pensioen-beleggingsmodule zijn gelijk aan een percentage van de Beleggingsgrondslag, conform onderstaande tabel. Leeftijd
Spaarbijdrage
Van 18 tot en met 19 jaar
4,8% van de Beleggingsgrondslag
Van 20 tot en met 24 jaar
5,5% van de Beleggingsgrondslag
Van 25 tot en met 29 jaar
6,6% van de Beleggingsgrondslag
Van 30 tot en met 34 jaar
8,0% van de Beleggingsgrondslag
Van 35 tot en met 39 jaar
9,6% van de Beleggingsgrondslag
Van 40 tot en met 44 jaar
11,6% van de Beleggingsgrondslag
Van 45 tot en met 49 jaar
14,0% van de Beleggingsgrondslag
Van 50 tot en met 54 jaar
16,9% van de Beleggingsgrondslag
Van 55 tot en met 59 jaar
20,5% van de Beleggingsgrondslag
Van 60 tot en met 64 jaar
25,1% van de Beleggingsgrondslag
2. De pensioenbeleggingsbijdragen zijn door de Aangesloten werkgever bij achterafbetaling in maandelijkse termijnen verschuldigd. 3. Het Fonds opent op zijn naam ten behoeve van de Deelnemer een beleggingsrekening bij de Vermogensbeheerder waarop de pensioenbeleggingsbijdragen worden bijgeschreven. 4. De pensioenbeleggingsbijdragen worden door het Fonds ten behoeve van de Deelnemers zo spoedig mogelijk nadat zij verschuldigd zijn geworden op de beleggingsrekening gestort. Het Fonds zal nimmer rente verschuldigd zijn wegens te late overschrijving. 5. De Deelnemer deelt zijn keuze voor de aan de beleggingsrekening verbonden beleggingsfondsen schriftelijk aan de Vermogensbeheerder mee. Een wijziging van de keuze kan elektronisch of door middel van een hiervoor bij de administrateur te verkrijgen formulier aan de Vermogensbeheerder worden doorgegeven. 6. De door de Vermogensbeheerder in rekening gebrachte kosten komen voor rekening van de Deelnemer.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
14
7. Ten aanzien van de beleggingsfondsen zijn de geldende beleggingsvoorwaarden van het desbetreffende beleggingsfonds van toepassing. Artikel 12
Pensioenbeleggingskapitaal
1. Het pensioenbeleggingskapitaal op enig tijdstip is gelijk aan de waarde van het saldo van de beleggingsrekening op datzelfde tijdstip onder aftrek van de door de Vermogensbeheerder in rekening gebrachte verkoopkosten. 2. Het pensioenbeleggingskapitaal wordt op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen in de basisregeling aangewend voor de aankoop van ouderdomspensioen en/of partnerpensioen bij een ingevolge artikel 23 PW toegelaten instelling (waaronder het Fonds), naar keuze van de Deelnemer. De standaard aankoop dient een ouderdomspensioen en partnerpensioen in de verhouding 100:70 te zijn. De (Gewezen) Deelnemer kan kiezen om pensioenen in een andere verhouding aan te kopen, mits de Partner van de (Gewezen) Deelnemer hiermee schriftelijk instemt. 3. De (Gewezen) Deelnemer dient zijn keuze voor de aanwending van het pensioenbeleggingskapitaal ten minste drie maanden voor de beoogde ingangsdatum van de aan te kopen pensioenen schriftelijk aan de administrateur kenbaar te maken. 4. Met uitzondering van de wijze van vaststellen zijn de desbetreffende artikelen in de basisregeling voor de verschillende pensioenvormen van overeenkomstige toepassing op de voor het pensioenbeleggingskapitaal aan te kopen pensioenen. 5. Bij overlijden van een (Gewezen) Deelnemer voor het bereiken van de Pensioendatum wordt het pensioenbeleggingskapitaal aangewend voor de aankoop van een direct ingaand partnerpensioen met een wezenpensioen van 20% van het partnerpensioen, een en ander met inachtneming van het gestelde in artikel 10 lid 9 (maximaal wezenpensioen) en artikel 21 (fiscaal maximum). 6. Bij overlijden van een (Gewezen) Deelnemer die geen Pensioengerechtigden achterlaat, wordt het pensioenbeleggingskapitaal toegevoegd aan de opbrengsten van het Fonds. Artikel 13
Ontbinding van het huwelijk/partnerschap
1. Bij scheiding wordt het kapitaal dat tot de scheidingsdatum is opgebouwd, afgesplitst en gestort op een separate beleggingsrekening en belegd overeenkomstig een door het Bestuur vast te stellen beleggingsmix. Bij het bereiken van de Pensioendatum wordt het overeenkomstig dit lid afgesplitste kapitaal aangewend voor de standaard aankoop van ouderdomspensioen en partnerpensioen.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
15
Gevolgen voor het kapitaal bestemd voor ouderdomspensioen 2. Voor de toepassing van de leden 2 tot en met 7 van dit artikel wordt onder ‘scheiding’ verstaan: echtscheiding, de scheiding van tafel en bed en de beëindiging van het geregistreerde partnerschap. 3. Op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding heeft de gewezen echtgeno(o)t(e) of geregistreerde Partner van de (Gewezen) Deelnemer een aanspraak op een deel van het ouderdomspensioen dat bij pensionering van de (Gewezen) Deelnemer als standaard aankoop wordt aangekocht met het afgesplitste kapitaal als bedoeld in lid 1. Dit deel is de helft van het aan te kopen ouderdomspensioen nadat deze is vermenigvuldigd met het quotiënt van de periode dat de (Gewezen) Deelnemer en de gewezen echtgeno(o)t(e) of geregistreerde Partner gehuwd waren of werden aangemerkt als geregistreerd Partner en de doorgebrachte deelnemersjaren tot de scheiding. 4
In geval van scheiding van een Gepensioneerde, krijgt de gewezen Partner de aanspraak op de helft van het ouderdomspensioen nadat deze is vermenigvuldigd met het quotiënt van de periode dat de Gepensioneerde en de gewezen echtgeno(o)t(e) of geregistreerde Partner gehuwd waren of werden aangemerkt als geregistreerd Partner en de doorgebrachte deelnemersjaren tot de Pensioendatum.
5. Het in lid 3 en 4 bepaalde is niet van toepassing indien: -
-
de toepasselijkheid van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding bij huwelijkse voorwaarden of voorwaarden aangegaan bij het geregistreerde partnerschap dan wel bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding is uitgesloten; of het ouderdomspensioen dat krachtens de verevening aan de (gewezen) echtgeno(o)t(e) of geregistreerde Partner toekomt, gelijk of lager is dan het bedrag zoals genoemd in artikel 66 lid 1 van de PW.
6. Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Fonds worden uitgeoefend, indien de scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van scheiding op een bij wet voorgeschreven formulier aan het Fonds is gemeld. 7. De gewezen echtgeno(o)t(e) of geregistreerde Partner ontvangt een premievrije polis ter zake van het kapitaal bij leven waarop de gewezen echtgeno(o)t(e) respectievelijk geregistreerde Partner aanspraak heeft. 8. Het Fonds is bevoegd om de kosten van de verevening als bedoeld in dit artikel voor de helft aan ieder van de gewezen echtgenoten of geregistreerde Partners in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
16
Bijzonder partnerpensioen 9. Voor de toepassing van de leden 9 tot en met 15 van dit artikel wordt onder ‘scheiding’ verstaan: echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van het geregistreerd partnerschap of beëindiging van de gemeenschappelijke huishouding als bedoeld in artikel 1 lid 2 sub n. 10. Bij het bereiken van de Pensioendatum van de (Gewezen) Deelnemer verkrijgt de voormalige Partner van de (Gewezen) Deelnemer een aanspraak op het partnerpensioen zoals uit deze aankoop met het afgesplitste kapitaal als bedoeld in lid 1 voortvloeit. De gewezen Partner ontvangt een bewijs van deze aanspraak. 11. Ingeval van overlijden van de (Gewezen) Deelnemer vóór de Pensioendatum wordt het op het moment van scheiding afgesplitste kapitaal als omschreven in lid 1 aangewend voor de inkoop van een direct ingaand partnerpensioen. 12. In geval van scheiding van een Gepensioneerde, krijgt de gewezen Partner de aanspraak op partnerpensioen die de Gepensioneerde op het tijdstip van pensionering heeft behouden. 13. De gewezen Partner ontvangt een bewijs van haar respectievelijk zijn aanspraak. 14. De aanspraak kan worden verminderd of uitgesloten indien gewezen Partners bij huwelijkse voorwaarden, voorwaarden aangegaan bij het geregistreerd partnerschap of voorwaarden aangegaan bij de gemeenschappelijke huishouding dan wel bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding anders overeenkomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het Fonds is gehecht, dat het bereid is een uit de afwijking voortvloeiend pensioenrisico te dekken. 15. Een gewezen partner met een recht op bijzonder partnerpensioen heeft het recht dit te vervreemden aan eerdere of latere partner van de overleden deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde, mits: a. het Fonds bereid is een eventueel uit die overdracht voortvloeiende wijziging van het risico te dekken; b. de vervreemding onherroepelijk is; en c. dit wordt overeengekomen bij notarieel verleden akte.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
17
MODULE VRIJWILLIGE BIJDRAGEN Artikel 14
Vrijwillige bijdragen
1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 21 kan de Deelnemer op vrijwillige basis extra eenmalige of maandelijkse bijdragen in de Pensioen-beleggingsmodule storten. 2. Een eenmalige bijdrage kan alleen worden gedaan in de maanden mei en december van het desbetreffende jaar. De Deelnemer dient een verzoek tot een eenmalige bijdrage een maand van tevoren schriftelijk in te dienen. 3. Een aanpassing van een maandelijkse bijdrage kan alleen ingaan per 1 januari en per 1 juli van het desbetreffende jaar. De Deelnemer dient een verzoek tot aanpassing van een maandelijkse bijdrage een maand van tevoren schriftelijk in te dienen. 4. De maandelijkse bijdragen worden bij de maandelijkse loonbetaling door de Aangesloten werkgever op het bruto loon ingehouden. De eenmalige deelnemersbijdragen worden bij de loonbetaling van mei of december door de Aangesloten werkgever hierop ingehouden. 5. Voor de vrijwillige bijdragen opent het Fonds op zijn naam ten behoeve van de Deelnemer een aparte beleggingsrekening bij de Vermogensbeheerder waarop de vrijwillige bijdragen worden bijgeschreven. 6. De vrijwillige bijdragen worden door het Fonds ten behoeve van de Deelnemers zo spoedig mogelijk nadat zij van de Aangesloten werkgever zijn ontvangen op de aparte beleggingsrekening gestort. Het Fonds zal nimmer rente verschuldigd zijn wegens te late overschrijving. 7. De Deelnemer deelt zijn keuze voor de aan de aparte beleggingsrekening verbonden beleggingsfondsen schriftelijk aan de Vermogensbeheerder mee. Een wijziging van de keuze kan elektronisch of door middel van een hiervoor bij de administrateur te verkrijgen formulier aan de Vermogensbeheerder worden doorgegeven. 8. De door de Vermogensbeheerder in rekening gebracht kosten bij een wijziging van de keuze ingevolge lid 7 komen voor rekening van de Deelnemer. 9. Ten aanzien van de beleggingsfondsen zijn de geldende beleggingsvoorwaarden van het desbetreffende beleggingsfonds van toepassing. 10. Voor de aanwending van het pensioenbeleggingskapitaal voor aankoop van pensioenen jegens het Fonds zijn de artikelen 11 en 12 van overeenkomstige toepassing met inachtneming van artikel 16 lid 3. 11. In geval van ontbinding van het huwelijk als bedoeld in artikel 13, is het in voornoemd artikel bepaalde van overeenkomstige toepassing. In geval van ontbinding van het huwelijk van een Gewezen Deelnemer of Gepensioneerde, verkrijgt de gewezen echtgenoot een aanspraak op bijzonder partnerpensioen, overeenkomstig het gestelde in artikel 9.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
18
12. Op de aanspraken die krachtens deze module worden verkregen zijn de bepalingen van het Reglement zoveel als mogelijk van toepassing, tenzij anders wordt aangegeven.
Artikel 15
Minimum en maximum deelnemersbijdragen
1. Het Bestuur is bevoegd om minimumnormen vast te stellen voor vrijwillige deelnemersbijdragen. 2. Een vrijwillige deelnemersbijdrage mag niet hoger zijn dan fiscaal acceptabel. De Deelnemer ontvangt jaarlijks een opgave van de maximaal toegestane bijdrage. 3. In een bijlage bij dit reglement is de methodiek voor de vaststelling van de maximaal fiscaal toegestane vrijwillige bijdrage vastgelegd. 4. De Deelnemer kan voor de navolgende doelen vrijwillige bijdragen storten op zijn beleggingsrekening: 1. een extra ouderdomspensioen vanaf de Pensioendatum met een bijbehorend partnerpensioen door verhoging van het jaarlijks opbouwpercentage in de Basismodule tot het fiscaal toegelaten maximum (aanvulling 1) 2. een extra ouderdomspensioen vanaf de Pensioendatum met een bijbehorend partnerpensioen door een verlaging van het Franchisebedrag tot de fiscaal minimaal toegelaten Franchise, vermenigvuldigd met het fiscaal toegelaten maximale opbouwpercentage (aanvulling 2) 3. een extra ouderdomspensioen vanaf de Pensioendatum met een bijbehorend direct ingaand partnerpensioen door verhoging van de jaarlijkse pensioenbeleggingsbijdrage in de Pensioen-beleggingsmodule tot het fiscaal toegelaten maximum (aanvulling 3). De jaarlijkse bijdrage voor de hierboven genoemde doelen is gemaximeerd op de som van de ten behoeve van de aanvullingen 1, 2 en 3 verkregen maximum bedragen, conform de hieronder opgenomen tabel, waarbij voor de indeling in leeftijdsklassen de leeftijd op 1 januari van het betreffende jaar bepalend is. De maximale vrijwillige bijdragen zoals bedoeld in artikel 15 volgen uit de onderstaande tabel:
Reglement 2007
19
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Aanvulling
1
2
3
Leeftijdsklassen
% over Pensioengevend
% over verschil in
% over Pensioengevend Salaris
Salaris tot Salarisgrens minus Franchise
Franchise
boven Salarisgrens
18 tot en met 19
0,73%
6,53%
1,73%
20 tot en met 24
0,83%
7,45%
1,95%
25 tot en met 29
1,00%
9,02%
2,41%
30 tot en met 34
1,20%
10,76%
2,76%
35 tot en met 39
1,45%
13,06%
3,46%
40 tot en met 44
1,75%
15,73%
4,13%
45 tot en met 49
2,11%
18,95%
4,95%
50 tot en met 54
2,55%
22,91%
6,00%
55 tot en met 59
3,09%
27,78%
7,28%
60 tot en met 65
3,77%
33,95%
8,84%
In aanvulling op de in de bovenstaande tabel opgenomen percentages, kan een Deelnemer in enig kalenderjaar een hogere vrijwillige bijdrage storten dan de hierboven genoemde som van de ten behoeve van de aanvullingen 1 tot en met 3 geformuleerde maximum bedragen. De extra vrijwillige bijdrage is gelijk aan het bedrag dat de Deelnemer in enig voorafgaand kalenderjaar niet heeft gestort, terwijl dit overeenkomstig de in het vorige lid bedoelde tabel wel mogelijk was. Deze zogenaamde ‘inhaalruimte’ wordt jaarlijks opgerent met 4%.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
20
BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 16
Aanspraken bij voortijdige beëindiging
1. Aan de Deelnemer, wiens deelnemerschap, anders dan door overlijden, voor het bereiken van de Pensioendatum wordt beëindigd, worden premievrije aanspraken op ouderdomspensioen (artikel 6), premievrije aanspraken op partnerpensioen (artikel 7 lid 1 sub a) en wezenpensioen (artikel 10 lid 3 sub a) toegekend. Het pensioenbeleggingskapitaal als omschreven in artikel 12 wordt gehandhaafd en op Pensioendatum aangewend overeenkomstig dat artikel, tenzij vóór de Pensioendatum gebruik is gemaakt van artikel 19 lid 4. 2. De in het vorige lid bedoelde premievrije aanspraken in de Basismodule zijn gelijk aan de tot het moment van beëindiging van de deelneming opgebouwde pensioenaanspraken. 3. Na een termijn van 3 maanden na de beëindiging van het deelnemerschap anders dan door overlijden wordt het saldo van het kapitaal in de module vrijwillige bijdragen aangewend voor aankoop van premievrije pensioenaanspraken. De hoogte van de pensioenaanspraken wordt vastgesteld aan de hand van door het Bestuur vastgestelde tarieven. De tarieven en actuariële grondslagen waarop de tarieven zijn gebaseerd, worden vastgesteld in een bestuursbesluit. 4. Het partnerpensioen als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub b en het wezenpensioen als bedoeld in artikel 10 lid 3 sub b vervallen. De Gewezen Deelnemer, noch zijn Partner en/of wees/wezen kunnen na beëindiging van het deelnemerschap nog rechten aan het bepaalde in voornoemde bepaling ontlenen. 5. Aan de rechthebbende zal een bewijs van zijn premievrije aanspraken ter hand worden gesteld. 6. Voorzover het Fonds met het oog op de voortzetting van de pensioenvoorzieningen tijdens werkloosheid middelen ontvangt van Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering, heeft de Deelnemer bedoeld in dit artikel aanvullende aanspraken tegenover het Fonds, berekend op de wettelijk omschreven wijze. Artikel 17 Premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid en arbeidsongeschiktheidspensioen 1. Indien het dienstverband met een Aangesloten werkgever voor het bereiken van de Pensioendatum tengevolge van blijvende algehele Arbeidsongeschiktheid wordt beëindigd, wordt voor de vaststelling van de pensioenaanspraken het deelnemerschap in dit Reglement zonder verdere premiebetaling geacht te zijn voortgezet tot de Pensioenrichtdatum of het eerdere tijdstip, waarop hij ophoudt arbeidsongeschikt te zijn. Hierbij wordt in verband met het vaststellen van de pensioenaanspraken uitgegaan van het Pensioengevend Salaris van de betrokkene in het jaar van aanvang van de loondoorbetalingsverplichting als omschreven in het Burgerlijk Wetboek, jaarlijks vermeerderd met het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens afgeleid, van oktober tot oktober, tot aan de ingangsdatum van het arbeidsongeschiktheidspensioen. Reglement 2007
21
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
2. Als geheel blijvend arbeidsongeschikt wordt beschouwd de Deelnemer, die twee jaar onafgebroken arbeidsongeschikt is geweest met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 65% of meer. Alsdan wordt 100% van de pensioenopbouw voortgezet conform de in dit reglement vastgelegde methodiek. 3. Een Deelnemer heeft gedurende de periode dat hij geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, doch uiterlijk tot de Pensioenrichtdatum, recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen. 4. Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt vastgesteld op het moment van arbeidsongeschiktheid en bestaat uit: a. het krachtens de WAO vastgestelde verschil tussen de loongerelateerde uitkering en de vervolguitkering (het zogenaamde WAO-gat); b. het bedrag dat berekend wordt door het verschil tussen het Pensioengevend Salaris en het per de aanvangsdatum van toepassing zijnde maximum salaris voor de verzekering krachtens de WAO of de WIA te vermenigvuldigen met een uitkeringspercentage dat afhankelijk is van het geldende arbeidsongeschiktheidspercentage. Hierbij wordt het Pensioengevend Salaris van de betrokkene vastgesteld in het jaar van aanvang van de loondoorbetalingsverplichting als omschreven in het Burgerlijk Wetboek, jaarlijks vermeerderd met het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens afgeleid, van oktober tot oktober. Bij een Arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO van Minder dan 15% Van 15% tot 25% Van 25% tot 35% Van 35% tot 45% Van 45% tot 55% Van 55% tot 65% Van 65% tot 80% Van 80% tot 100%
is het uitkeringspercentage
Bij een Arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA van Minder dan 35% Van 35% tot 45% Van 45% tot 55% Van 55% tot 65% Van 65% tot 80% Van 80% tot 100%
is het uitkeringspercentage
0.00 14.00 21.00 28.00 35.00 42.00 50.75 70.00
0.00 28.00 35.00 42.00 50.75 70.00
Bij wijziging van het arbeidsongeschiktheidspercentage worden de aanspraken overeenkomstig aangepast. Zolang de Arbeidsongeschiktheid voortduurt, worden jaarlijks de conform dit lid vastgestelde arbeidsongeschiktheidspensioenen per 1 januari aangepast conform het bepaalde in artikel 20.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
22
5. a. Het recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in lid 4 sub a. gaat in op het moment dat de vervolguitkering krachtens de WAO is ingegaan. b. Het recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in lid 4 sub b. gaat in op het moment dat de loongerelateerde uitkering krachtens de WAO of de WIA ingaat. 6. De Deelnemer die bij aanvang van het deelnemerschap (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, heeft geen recht op premievrijstelling of arbeidsongeschiktheidspensioen over dat deel van de Arbeidsongeschiktheid dat reeds bestaat bij de aanvang van het deelnemerschap. Wel recht op voortzetting van pensioenopbouw dan wel arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat ingeval het arbeidsongeschiktheidspercentage tijdens het deelnemerschap toeneemt als gevolg van een andere ziekte of ander gebrek dan de ziekte die of het gebrek dat op het tijdstip van aanvang van het deelnemerschap de basis vormde van de op genoemd tijdstip reeds aanwezige WAO- of WIA-uitkering. Recht op voortzetting van pensioenopbouw dan wel arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat in dat geval naar rato van de toename van het percentage van Arbeidsongeschiktheid. Het Bestuur is bevoegd het recht op voortzetting van pensioenopbouw respectievelijk het arbeidsongeschiktheidspensioen afhankelijk te stellen van door de rechthebbende te leveren bewijs dat de toename van het arbeidsongeschiktheidspercentage het gevolg is van een andere ziekte of ander gebrek dan de ziekte die of het gebrek dat op het tijdstip van aanvang van het deelnemerschap aanwezig was. 7. De premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid en het arbeidsongeschiktheidspensioen worden verleend, indien en voor zover de herverzekeraar, aan wie de verzekering van de premievrijstelling en het arbeidsongeschiktheidspensioen is overgedragen, deze verzekeringen voor de betrokken Deelnemer heeft geaccepteerd. De desbetreffende herverzekeraar beslist over het aanwezig zijn van gehele of gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid op basis van de voor deze verzekering geldende polisvoorwaarden als bedoeld in artikel 25. De hoogte van de bedragen aan premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid en het arbeidsongeschiktheidspensioen bedragen niet meer dan uit de genoemde verzekeringsvoorwaarden voortvloeit. Deze voorwaarden liggen ter inzage ten kantore van het Fonds. Beperkingen als gevolg van bovenstaande worden schriftelijk medegedeeld aan de betrokken Deelnemers. Artikel 18
Flexibiliseringsmogelijkheden
1. De Deelnemer heeft het recht de aanspraken op pensioen te flexibiliseren conform de in dit artikel vermelde mogelijkheden. De wijziging van de aanspraken op pensioen als gevolg van de keuze van de Deelnemer vindt uitsluitend plaats nadat is voldaan aan de in dit artikel opgenomen voorwaarden. Iedere wijziging is onherroepelijk en vindt uitsluitend plaats op het ingangstijdstip van het desbetreffende pensioen. 2. De in het vorige lid genoemde flexibilisering betreft de volgende mogelijkheden: a. Het eerder dan de Pensioenrichtdatum met pensioen gaan (lid 3); Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
23
b. Het later dan de Pensioenrichtdatum met pensioen gaan (lid 4); c. Het opgebouwde partnerpensioen op de Pensioen(richt)datum geheel of gedeeltelijk om zetten in extra ouderdomspensioen (lid 5); d. Het opgebouwde ouderdomspensioen op de Pensioen(richt)datum gedeeltelijk om zetten in extra partnerpensioen (lid 6); e. De hoogte van het ouderdomspensioen te variëren (lid 7). De afhandeling van de diverse door de Deelnemer gekozen mogelijkheden zal plaatsvinden conform de bovenstaande volgorde. 3. Het Bestuur kan op verzoek van de (Gewezen) Deelnemer en onder het stellen van voorwaarden het ouderdomspensioen vervroegd laten ingaan, mits de arbeidsovereenkomst met de Aangesloten werkgever is beëindigd wegens pensionering. De vervroeging is mogelijk vanaf de eerste dag van de maand waarin de Deelnemer de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt. Alsdan wordt het ouderdomspensioen gekort op basis van door het Bestuur vast te stellen regels en factoren, zoals vermeld in de bijlagen bij dit reglement. Voor de vervroeging van het ouderdomspensioen is de toestemming van de partner nodig. 4. Het Bestuur kan op verzoek van de Deelnemer en onder het stellen van voorwaarden het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen uitstellen tot uiterlijk de eerste dag van de maand waarin de Deelnemer de leeftijd van 70 jaar bereikt. Alsdan wordt het ouderdomspensioen verhoogd op basis van door het Bestuur vast te stellen factoren die in de bijlagen bij dit reglement zijn opgenomen. Uitstel van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen is slechts mogelijk indien en voor zover het dienstverband met de Aangesloten werkgever wordt voortgezet. Zodra bij uitstel van het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen de aanspraken daarop gezamenlijk 100% van het laatstverdiende jaarinkomen bedragen, wordt het deelnemerschap beëindigd en zullen de genoemde pensioenen direct ingaan. 5. Het Bestuur is bevoegd om op verzoek van de (Gewezen) Deelnemer op de Pensioendatum het partnerpensioen als bedoeld in artikel 7 op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid om te zetten in extra ouderdomspensioen overeenkomstig het bepaalde in artikel 8. 6. Het Bestuur is bevoegd om op verzoek van de (Gewezen) Deelnemer op de Pensioendatum het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 6 op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid om te zetten in extra partnerpensioen. Bij de omzetting wordt rekening gehouden met een eventueel bestaande aanspraak op bijzondere partnerpensioen als bedoeld in artikel 9 lid 2 en/of een eventueel bestaande aanspraak op een deel van het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 9 lid 6. Bij de omzetting gelden de bepalingen als bedoeld in artikel 6 en 8 en de door het Bestuur in een bestuursbesluit vast te stellen regels en factoren zoals vermeld in de bijlagen bij dit reglement. Indien de omzetting als omschreven in artikel 6 van het Reglement ertoe zou leiden dat het ouderdomspensioen op jaarbasis lager wordt dan het op grond van artikel 66 lid 1 van de PW bepaalde bedrag, dan wordt de verhouding tussen ouderdomspensioen en partnerpensioen zodanig aangepast dat het ouderdomspensioen
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
24
op jaarbasis meer bedraagt dan het dan het op grond van artikel 66 lid 1 van de PW bepaalde bedrag. 7. De (Gewezen) Deelnemer heeft de keuze om de hoogte van het totale ouderdomspensioen vanaf de Pensioendatum te variëren, waarbij gedurende een bepaalde periode van maximaal 10 jaren een hoger, en daarna een lager ouderdomspensioen wordt genoten. De hoogte kan vanaf de Pensioendatum uitsluitend zodanig worden gevarieerd dat het laagste jaarlijkse totale ouderdomspensioen 75% bedraagt van het hoogste jaarlijkse totale ouderdomspensioen in de periode daarvoor. De herschikking kan slechts eenmalig plaatsvinden en dient uiterlijk zes maanden voorafgaand aan de Pensioendatum – op een door het Fonds ter beschikking gesteld formulier – aan het Fonds kenbaar gemaakt worden. Dit formulier dient ondertekend te worden door de (Gewezen) Deelnemer en indien de (Gewezen) Deelnemer op dat tijdstip een Partner heeft ook door die persoon. De herschikking zal plaatsvinden op basis van de door het Bestuur vastgestelde regels en factoren zoals vermeld in de bijlagen bij dit reglement. Deze factoren zijn vastgesteld op basis van collectieve en actuariële gelijkwaardigheid. Artikel 19
Recht op waardeoverdracht en afkoop kleine pensioenen
A. Waardeoverdracht: 1. De Deelnemer die voor zijn indiensttreding bij de Aangesloten werkgever heeft deelgenomen aan de pensioenregeling van een vorige werkgever verkrijgt, met inachtneming van de bepalingen in de PW, een aanvullende aanspraak boven de krachtens dit Reglement voor hem vastgestelde pensioenen, indien door de pensioenuitvoerder van de vorige werkgever de waarde van zijn verworven aanspraken aan het Fonds is overgedragen. 2. Indien overdracht van pensioenaanspraken aan het Fonds heeft plaatsgevonden, wordt een deel van de waarde van de bij de vorige werkgever verworven pensioenaanspraken ingebracht in de Basismodule. Dit deel wordt vastgesteld aan de hand van de verhouding tussen Basisgrondslag van de Deelnemer en de som van de Basisgrondslag en de Beleggingsgrondslag. Een na inbreng in de Basismodule resterende waarde wordt ingebracht in de Pensioenbeleggingsmodule. 3. De aan het Fonds overgedragen waarde wordt aangewend voor de toekenning van pensioenaanspraken, conform de richtlijnen van hoofdstuk 6 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. 4. Op verzoek van de Gewezen Deelnemer zal het Fonds, met inachtneming van het bepaalde in de PW, de in artikel 16 bedoelde aanspraken, alsmede het in dat artikel genoemde pensioenkapitaal vervangen door een uitkering-ineens, voorzover dit bedrag wordt besteed voor inkoop van actuarieel gelijkwaardige pensioenaanspraken bij een: a. binnenlandse pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 71 van de PW; b. pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland zoals bedoeld in artikel 85 van de PW;
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
25
c. pensioeninstelling in één van de Europese Gemeenschappen of aangewezen instelling als bedoeld in artikel 86 van de PW. Indien de Gewezen Deelnemer een Partner heeft die begunstigde is voor het partnerpensioen, dan dient deze Partner in te stemmen met de overdracht van de waarde van de aanspraak op partnerpensioen. 5. De in het vorige lid bedoelde uitkering-ineens zal worden vastgesteld en worden overgedragen, overeenkomstig de richtlijnen van hoofdstuk 6 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. B. Afkoop kleine pensioenen: 6. Op verzoek van de rechthebbende of van het Bestuur worden de pensioenaanspraken of de pensioenen zoals bedoeld in artikel 66, 67 en 68 van de PW, vervangen door een uitkering-ineens indien de pensioenaanspraken of de pensioenen op het tijdstip van ingang een bedrag zoals genoemd in artikel 66, lid 1 PW niet te boven gaan. De vervanging door een uitkering-ineens geschiedt op zijn vroegst twee jaar na de beëindiging van de deelneming. 7. Van de voornoemde termijn kan worden afgeweken indien de reguliere ingangsdatum van de pensioenaanspraken ligt voor het verstrijken van twee jaar na de beëindiging van de deelneming. 8. Indien het Fonds gebruik maakt van het bepaalde in lid 6 van dit artikel, dan informeert het Fonds de gewezen deelnemer hierover binnen 6 maanden na afloop van de periode van twee jaar na de beëindiging van de deelneming en gaat over tot de uitbetaling van de afkoopwaarde binnen die termijn van 6 maanden. 9. Indien het Fonds gebruik maakt van het bepaalde in lid 7 van dit artikel, dan informeert het Fonds de gepensioneerde hierover binnen 6 maanden na de ingang van het pensioen en gaat over tot de uitbetaling van de afkoopwaarde binnen die termijn van 6 maanden. 10. Conform het bepaalde in artikel 66 lid 6 van de PW vergoedt het Fonds over periode gelegen tussen het besluit tot afkoop en de betaling van de afkoopwaarde een rente. 11. De uitkering-ineens wordt berekend naar door het Bestuur, gehoord de actuaris, vastgestelde collectieve en actuariële grondslagen. Deze grondslagen zijn opgenomen in de bijlagen van dit pensioenreglement. Artikel 20
Voorwaardelijke aanpassing pensioenen
Voorzover er voldoende middelen aanwezig zijn, zal jaarlijks per 1 januari op alle ingegane pensioenen, voor zover deze jegens het Fonds geldend kunnen worden gemaakt, en alle opgebouwde aanspraken op pensioen van de Deelnemers en de Gewezen Deelnemers in de basis module een toeslag worden verleend van maximaal de stijging van de consumentenprijsindex (cpi) zoals vastgesteld door het CBS met referentieperiode oktober-oktober.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
26
De aanpassing van de pensioenen en pensioenaanspraken is voorwaardelijk; er is geen recht op indexatie en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst een indexatie zal plaatsvinden. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks – gehoord de actuaris - in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd, maar wordt gedeeltelijk gefinancierd door middel van een opslag op de premie. Het bestuur behoudt zich het recht voor om het toeslagbeleid aan te passen. Toekomstige wijzigingen zijn verbindend voor alle Deelnemers, Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden. Artikel 21
Fiscale bepalingen
1. Het jaarlijkse ouderdomspensioen met inbegrip van een bedrag van de voor dat jaar geldende uitkeringen voor een gehuwde persoon als bedoeld in artikel 9, lid 1 letter b juncto lid 5 letter b van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantieuitkering, gaat op het tijdstip van ingang niet uit boven 100% van het Pensioengevend Salaris waarbij het Pensioengevend Salaris ingeval van deeltijd wordt gerelateerd aan het voltijdsalaris. 2. Het jaarlijkse partnerpensioen met inbegrip van een evenredig gedeelte (70%) van de voor dat jaar geldende uitkeringen als bedoeld in artikel 9, lid 1 letter b juncto lid 5 letter b van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantie-uitkering, gaat op het tijdstip van ingang niet uit boven 70% van het Pensioengevend Salaris of het bereikbaar Pensioengevend Salaris, waarbij het Pensioengevend Salaris ingeval van deeltijd wordt gerelateerd aan het voltijdsalaris. 3. Het jaarlijkse wezenpensioen met inbegrip van een evenredig gedeelte (14%, dan wel - voor volle wezen- 28%) van een bedrag van de voor dat jaar geldende uitkeringen als bedoeld in artikel 9, lid 1 letter b juncto lid 5 letter b van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantie-uitkering, gaat op het tijdstip van ingang niet uit boven 14%, dan wel (voor volle wezen) 28% van het Pensioengevend Salaris of het bereikbaar Pensioengevend Salaris, waarbij het Pensioengevend Salaris ingeval van deeltijd wordt gerelateerd aan het voltijdsalaris. 4. In afwijking van het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel, kunnen het ouderdomspensioen, het partnerpensioen en het wezenpensioen meer bedragen dan de aldaar opgenomen maxima voor zover dit het gevolg is van: a. aanpassing van het pensioen aan loon- of prijsontwikkeling; b. variatie in de hoogte van de uitkeringen waarbij de laagste uitkering niet minder bedraagt dan 75% van de hoogste uitkering en de mate van variatie ten laatste op de ingangsdatum wordt vastgesteld; c. waardeoverdracht van pensioenaanspraken; d. gehele of gedeeltelijke onderlinge uitruil van partnerpensioen en ouderdomspensioen, mits de ruil uiterlijk op de ingangsdatum van het pensioen plaatsvindt op basis van algemeen aanvaardbare actuariële grondslagen. 5. Toepassing van lid 4 onderdeel d van dit artikel geschiedt met inachtneming van de volgende regels:
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
27
a. indien ouderdomspensioen wordt omgeruild in partnerpensioen of omgekeerd, mag een ontstaan verlies aan pensioen niet worden gecompenseerd; en b. het partnerpensioen mag als gevolg van de omzetting niet méér bedragen dan 70% van het Pensioengevend Salaris. 6. Direct voor de Pensioendatum van de (Gewezen) Deelnemer of op de datum van overlijden van de (Gewezen) Deelnemer zal worden getoetst of de in de leden 1, 2 en 3 omschreven fiscale grenzen zijn overschreden. Indien dit het geval is, zal met inachtneming van artikel 69 van de PW een overschot aan pensioenbeleggingskapitaal direct voorafgaande aan de pensioen(richt)datum in één bedrag als loon aan de rechthebbende(n) worden uitgekeerd, tenzij het bepaalde in lid 4 sub a of b van toepassing is. 7. Indien de Deelnemer zijn Pensioendatum uitstelt tot na de Pensioenrichtdatum, zal na de Pensioenrichtdatum doorlopend getoetst worden of de in de leden 1, 2 en 3 omschreven fiscale grenzen nog niet zijn bereikt. Zodra deze grenzen zijn bereikt, dient het ouderdomspensioen op dat moment in te gaan, tenzij het bepaalde in lid 4 sub a of b van toepassing is. Artikel 22 Verplichtingen van de Deelnemers, de Aangesloten werkgevers en het Fonds 1. De Deelnemers zijn gehouden aan het Fonds alle gegevens te verstrekken, waarover deze voor een goede uitvoering van de Statuten en het Reglement dient te beschikken. 2. De Aangesloten werkgevers zijn bevoegd tot het verrichten van extra dotaties aan het Fonds en de dotaties geheel of gedeeltelijk te bestemmen tot het verlenen van aanvullende pensioenaanspraken aan door hen aan te wijzen personen of groepen van personen. 3. De Aangesloten werkgevers zijn gehouden alle daarvoor in aanmerking komende werknemers binnen één maand na de indiensttreding aan het Fonds op te geven. 4. Het Fonds zorgt ervoor dat de Deelnemers bij toetreding schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de inhoud van de Statuten en het Reglement. 5. In Bijlage 9 zijn de informatieverplichtingen van het Fonds opgenomen. Artikel 23
Uitbetaling pensioenen
1. Voorzover het pensioenrecht jegens het Fonds wordt uitgeoefend, worden de pensioenen uitbetaald aan de rechthebbende in Euro’s in maandelijkse termijnen bij achteraf betaling en naar een door de rechthebbende aan te wijzen bank- of girorekening. Ingeval van aanwijzing door de rechthebbende van een niet in Nederland gevestigde bank- of girorekening is het Fonds bevoegd de kosten van de uitkeringen bij de rechthebbende in rekening te brengen. Dit kan door middel van het in mindering brengen van de kosten op de uit te keren pensioenen.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
28
2. Iedere Pensioengerechtigde is verplicht, zo dikwijls het Bestuur zulks verlangt, doch ten hoogste eenmaal per jaar een ”bewijs van in leven zijn” te overleggen.. 3. Op de pensioenen en overige uitkeringen zullen in mindering worden gebracht de over deze bedragen verschuldigde belastingen en andere verplichte heffingen. Artikel 24 Wijziging van de aanspraken, het Reglement en korting van de aanspraken A. Eenzijdig wijzigingsbeding 1. De Aangesloten werkgever kan de Pensioenovereenkomst zonder instemming van de werknemer wijzigen, indien er sprake is van een zodanig zwaarwichtig belang van de Aangesloten werkgever dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. B. Wijziging van het Reglement 2.
Het Bestuur stelt het Reglement vast in overeenstemming met de Pensioenovereenkomst en de Uitvoeringsovereenkomst. Het Bestuur wijzigt het Reglement, indien en voorzover in de uit dit Reglement voortvloeiende aanspraken wordt voorzien door: a. invoeren van nieuwe verplichte ouderdoms-, nabestaanden- en wezenvoorzieningen van overheidswege, danwel de uitbreiding of verhoging van bestaande voorzieningen; b. een bedrijfstakpensioenfonds, waarbij een of meer van de Aangesloten werkgevers na een afwijzende beschikking op een daartoe door de Aangesloten werkgevers ingediend dispensatieverzoek verplicht worden zich voor het gehele personeel of een gedeelte daarvan aan te sluiten.
3. In het onder letter b van het tweede lid van dit artikel bedoelde geval blijft de wijziging beperkt tot diegenen, voor wie het dispensatieverzoek is afgewezen. Een besluit betreffende het voorgaande dient te worden genomen binnen een jaar na de invoering of wijziging van de onder a. en b. bedoelde voorzieningen. Bij een eventuele beperking blijven de pensioenaanspraken van de Deelnemers onaangetast. Eventuele, als gevolg van de aanpassing, vrijvallende reserves blijven het eigendom van het Fonds. 4. Indien een of meer van de Aangesloten werkgevers de Uitvoeringsovereenkomst mochten opzeggen of gebruik maken van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 28 lid 5 (betalingsvoorbehoud), dan zal het Bestuur zodanige maatregelen treffen, dat de aanspraken van de desbetreffende Deelnemers uit reeds vervulde deelnemersjaren, alsmede de aanspraken van Gewezen Deelnemers en Gepensioneerden zoveel mogelijk worden gewaarborgd. 5. Indien zich een van de gevallen als in de beide vorige leden bedoeld voordoet, zullen de bepalingen van dit Reglement, voorzover nodig, door het Bestuur aan de gewijzigde verhoudingen worden aangepast. De voor de (gewezen) deelnemers tot het tijdstip van wijziging opgebouwde pensioenaanspraken worden niet gewijzigd, behoudens in geval van:
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
29
a. waardeoverdracht zoals bedoeld in artikel 19 van het pensioenreglement; b. korting zoals omschreven in lid 6 van dit artikel. C. Korting van de pensioenaanspraken en pensioenrechten van (gewezen)deelnemers: 6. Het Bestuur kan de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten van (gewezen) deelnemers uitsluitend verminderen, indien: a. de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vermogen niet meer volledig door waarden zijn gedekt; b. het Fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vermogen door waarden te dekken zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, Pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet om uiterlijk binnen een jaar te voldoen aan de vereisten met betrekking tot het minimaal vereiste vermogen. 7. Indien het Bestuur van de onder lid 1 van dit artikel genoemde bevoegdheid gebruik maakt, dan zal het Bestuur de deelnemers binnen 3 maanden na de wijziging informeren over de precieze wijzigingen in het Reglement. Tevens zal het Bestuur de deelnemers wijzen op de mogelijkheid tot het opvragen van het gewijzigde Reglement bij het Fonds. 8. Indien het Bestuur van de onder lid 6 van dit artikel genoemde bevoegdheid gebruik maakt, dan zal het Bestuur de deelnemers, gewezen deelnemers, Pensioengerechtigden, de Aangesloten werkgevers en De Nederlandsche Bank schriftelijk informeren over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 9. De vermindering zoals bedoeld in lid 6 van dit artikel kan op zijn vroegst een maand nadat de in lid 8 genoemde partijen hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd. Artikel 25
Herverzekering
1. Het Bestuur is bevoegd de risico's voortvloeiende uit de krachtens het Reglement te verzekeren pensioenaanspraken uit de Basismodule geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een of meer maatschappijen van levensverzekering, in de zin van artikel 2, lid 4 van de PW, verder te noemen “de verzekeraar”. 2. In de krachtens het vorige lid af te sluiten verzekeringsovereenkomsten zal het Fonds als verzekeringsnemer en begunstigde optreden. De verzekeringsvoorwaarden maken deel uit van dit Reglement en liggen ter inzage ten kantore van het Fonds voor iedere Deelnemer. 3. Voor de aan de verzekeraar overgedragen verzekeringen vormt de polis de grondslag van de rechten van de Deelnemers en Gewezen Deelnemers. Deze kunnen ter zake van deze verzekering geen andere rechten ontlenen dan die, welke uit de afgesloten verzekering en de daarvoor geldende voorwaarden voortvloeien. Met name kan het
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
30
Fonds niet aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen, indien de verzekeraar om welke reden dan ook niet aan de aanvaarde verplichtingen voldoet. Artikel 26
Beslag op en overdracht van pensioenaanspraken
1. Beslag op pensioen of aanspraak op pensioen is alleen toegelaten wanneer en voorzover het beslag is geregeld bij of krachtens enige wettelijke bepaling. 2. Overdracht, inpandgeving of elke handeling, waardoor de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde enig recht op zijn pensioen of aanspraak op pensioen aan een derde toekent, is nietig tenzij: a. verpanding plaatsvindt voor het verlenen van zekerheid voor het verkrijgen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 25, vijfde lid van de Invorderingswet 1990; of b. vervreemden plaatsvindt op grond van artikel 57 vijfde lid van de PW. 3. Volmacht tot invordering van het pensioen of aanspraak op pensioen onder welke vorm of welke benaming ook verleend, is steeds herroepelijk. 4. De aanspraken ingevolge deze regeling kunnen niet worden afgekocht, anders dan in gevallen voorzien bij of krachtens de PW. 5. Elk beding, strijdig met het bepaalde in een van de voorafgaande leden, is nietig. Artikel 27
Bijzondere bepalingen
1. Het Bestuur is bevoegd, in overleg met de actuaris, op schriftelijk verzoek van een Aangesloten werkgever, ten gunste van een bepaalde Deelnemer of groep van Deelnemers van de bepalingen van dit Reglement af te wijken. Deze afwijkende bepalingen worden in een pensioenbrief vastgelegd. 2. Het Bestuur is bevoegd toe te staan dat een Deelnemer, wiens deelnemerschap is beëindigd overeenkomstig artikel 16 de pensioenvoorziening vrijwillig en voor eigen kosten voortzet voor een periode van maximaal drie jaren gerekend vanaf de datum uitdiensttreding, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. De periode van vrijwillige voortzetting sluit direct aan op het tijdstip van al dan niet vrijwillig ontslag. b. De betrokkene is ten minste drie jaren Deelnemer in de pensioenregeling geweest. c. Na ontslag wordt de voor het ontslag geldende pensioenregeling voor de betrokkene niet meer gewijzigd. d. Tijdens de vrijwillige voortzetting wordt rekening gehouden met andere vormen van fiscaal gefacilieerde oudedagsvoorzieningen. e. Vrijwillige voortzetting geschiedt niet binnen de periode van drie jaar direct voorafgaand aan de Pensioenrichtdatum. Het Bestuur kan hiervoor voorwaarden stellen, die door het Bestuur op advies van de actuaris wordt vastgesteld.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Artikel 28
31
Financiering pensioenregeling
1. Een regeling voor de verdeling van de kosten van deze pensioenregeling is opgenomen in de Pensioenovereenkomst die tussen de Aangesloten werkgever en de Deelnemer is gesloten. 2. De verwerving van de pensioenaanspraken uit de Basismodule vindt gedurende het deelnemerschap ten minste evenredig in de tijd plaats. Pensioenaanspraken worden uiterlijk afgefinancierd aan het einde van een kalenderjaar dan wel bij eerdere beëindiging van het deelnemerschap op grond van artikel 2 lid 4 sub a van dit reglement. 3. Indien in de Pensioenovereenkomst is overeengekomen dat de Deelnemer een bijdrage aan de kosten van de pensioenregeling dient te voldoen, wordt de jaarlijkse bijdrage van de Deelnemer door de Aangesloten werkgever in evenveel termijnen op diens salaris ingehouden, als waarin dit wordt uitbetaald. De Deelnemer wordt geacht de Aangesloten werkgever tot inhouding te hebben gemachtigd. 4. De Aangesloten werkgever is op grond van de met het Fonds gesloten Uitvoeringsovereenkomst verplicht de kosten van de in dit Reglement omschreven pensioenaanspraken aan het Fonds te voldoen. De kosten worden vastgesteld op basis van de actuariële grondslagen die ten tijde van die vaststelling bij het Fonds in gebruik zijn. De Uitvoeringsovereenkomst ligt voor een belanghebbende ter inzage bij het Fonds of de Aangesloten werkgever. 5. De Aangesloten werkgever behoudt zich de bevoegdheid voor om zijn bijdrage aan de pensioenregeling te verminderen of te beëindigen in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Indien de Aangesloten werkgever voornemens is om van deze bevoegdheid gebruik te maken, zullen de Deelnemers en het Fonds daarvan meteen schriftelijk in kennis worden gesteld. Artikel 29
Inwerkingtreding
Dit Reglement is in werking getreden op 1 januari 2005 en is gewijzigd met ingang van 1 januari 2006 en laatstelijk op 1 januari 2007. Artikel 30
Overgangsmaatregel
1. Ten aanzien van Deelnemers die vóór 1 januari 2005 reeds pensioenaanspraken uit hoofde van de hiervoor geldende pensioenregeling hebben opgebouwd, geldt dat de opgebouwde pensioenaanspraken onverminderd van kracht blijven. Deze aanspraken worden ingebracht in de onderhavige pensioenregeling. 2. Gewezen Deelnemers die vóór 1 januari 2005 reeds pensioenaanspraken uit hoofde van artikel 11 lid 1 (premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid) van de hiervoor geldende pensioenregeling hebben opgebouwd en wiens dienstverband met de Aangesloten werkgever is beëindigd voor die datum, blijven Deelnemer aan de tot 1 januari 2005 geldende pensioenregeling.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
3.
32
Deelnemers die vóór 1 januari 2005 reeds pensioenaanspraken uit hoofde van de hiervoor geldende pensioenregeling hebben opgebouwd en wiens dienstverband met de Aangesloten werkgever is beëindigd voor die datum wegens gebruikmaking van een door de Aangesloten werkgever aangeboden mogelijkheid tot vrijwillige vervroegde uittreding (VUT), blijven Deelnemer aan de tot 1 januari 2005 geldende pensioenregeling.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
33
BIJLAGEN Bijlage 1 Algemene bepalingen ten aanzien van de tabellen Indien een leeftijd ligt tussen de genoemde leeftijden zoals in de hierna opgenomen tabellen weergegeven, dan wordt het percentage op die tussenliggende leeftijd naar rato vastgesteld. Het bestuur kan - gehoord de actuaris - besluiten tot aanpassing van de percentages die in deze bijlage zijn opgenomen. De voornoemde percentages hebben een geldigheidsduur van 5 jaar en zijn voor het laatst op 24 december 2007 door het bestuur - gehoord de actuaris vastgesteld. In de tabellen met betrekking tot aanwending van het pensioenbeleggingskapitaal is aangegeven hoeveel ouderdomspensioen wordt verkregen uit € 1.000 beleggingskapitaal. Toepassing van de tabellen vindt plaats in de volgorde: 1) aanwending pensioenbeleggingskapitaal, 2) vervroeging of uitstel van het moment van pensioneren, 3) omzetting ouderdomspensioen in partnerpensioen of omgekeerd. Keuzes kunnen éénmalig worden gemaakt en zijn onherroepelijk. De keuzes dienen uiterlijk zes maanden voorafgaand aan de pensioendatum schriftelijk aan het pensioenfonds te worden kenbaar gemaakt. Voor de keuze van aanwending van het pensioenbeleggingskapitaal geldt een termijn van drie maanden.
Reglement 2007
34
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Bijlage 2 Tarieven vervroeging en uitstel Variatie reglementaire aanspraken op ouderdoms- en partnerpensioen naar ingangsdatum (artikel 18, lid 3 en lid 4)
Pensioenleeftijd
Hoogte ingegaan ouderdomspensioen na omzetting van € 1.000 ouderdomspensioen met pensioenleeftijd van 65 jaar
55
627
56
654
57
682
58
712
59
744
60
779
61
817
62
857
63
901
64
948
65
1.000
66
1.058
67
1.120
68
1.188
69
1.262
70
1.343
Reglement 2007
35
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Bijlage 3 Tarieven uitruil partnerpensioen in ouderdomspensioen Omzetting reglementaire aanspraken op een partnerpensioen in een hoger ouderdomspensioen (artikel 8, lid 2 en artikel 18, lid 5)
pensioenleeftijd
Extra ouderdomspensioen door uitruil van € 1.000 euro nabestaandenpensioen bij verschillende pensioenleeftijden
55
137
56
142
57
147
58
153
59
159
60
165
61
171
62
177
63
184
64
190
65
197
66
203
67
209
68
216
69
222
70
228
Reglement 2007
36
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Bijlage 4 Tarieven uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen Omzetting reglementaire aanspraken op ouderdomspensioen in een hoger partnerpensioen (artikel 18, lid 6) Hoogte ouderdomspensioen op pensioenleeftijd indien het nabestaandenpensioen wordt verhoogd zodat het gelijk is aan het ouderdomspensioen (NP = 100% OP)
leeftijd 55
951
56
949
57
948
58
946
59
945
60
943
61
941
62
939
63
938
64
936
65
934
66
933
67
931
68
929
69
928
70
926
VB: In dit geval geldt dat indien een deelnemer een ingegaan ouderdomspensioen op pensioenleeftijd 62 heeft van € 1.000 inclusief € 700 nabestaandenpensioen, na uitruil een ouderdomspensioen van € 939 wordt uitgekeerd en waarbij een nabestaandenpensioen van eveneens € 939 is verzekerd.
Reglement 2007
37
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Bijlage 5 Tarieven variatie hoogte ouderdomspensioen Variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen (artikel 18, lid 7) VERHOGING OUDERDOMSPENSIOEN EERSTE PERIODE Pensioen in de tweede periode is 75% van het pensioen in de eerste periode Duur eerste periode leeftijd
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
55
1.313
1.293
1.274
1.256
1.239
1.223
1.208
1.194
1.180
1.167
56
1.312
1.292
1.273
1.254
1.237
1.221
1.205
1.191
1.177
1.164
57
1.311
1.291
1.271
1.252
1.235
1.218
1.202
1.187
1.173
1.160
58
1.311
1.289
1.269
1.250
1.232
1.215
1.199
1.184
1.170
1.156
59
1.310
1.288
1.268
1.248
1.230
1.212
1.196
1.180
1.166
1.152
60
1.309
1.287
1.266
1.246
1.227
1.209
1.192
1.177
1.162
1.148
61
1.309
1.285
1.264
1.243
1.224
1.206
1.189
1.173
1.158
1.144
62
1.308
1.284
1.262
1.240
1.221
1.202
1.185
1.169
1.153
1.139
63
1.307
1.282
1.259
1.238
1.217
1.198
1.181
1.164
1.149
1.134
64
1.306
1.281
1.257
1.235
1.214
1.195
1.177
1.160
1.144
1.129
65
1.305
1.279
1.254
1.231
1.210
1.190
1.172
1.155
1.139
1.124
66
1.304
1.277
1.252
1.228
1.206
1.186
1.167
1.150
1.134
1.119
67
1.303
1.275
1.249
1.224
1.202
1.181
1.162
1.145
1.129
1.114
68
1.302
1.272
1.246
1.221
1.198
1.177
1.157
1.139
1.123
1.108
69
1.300
1.270
1.242
1.217
1.193
1.172
1.152
1.134
1.117
1.102
70
1.299
1.267
1.239
1.212
1.188
1.166
1.146
1.128
1.111
1.096
Reglement 2007
38
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Bijlage 6 Tarieven aankoop ouderdomspensioen en partnerpensioen bij pensionering Aanwenden van pensioenbeleggingskapitaal voor aankoop van aanspraken op ouderdoms- en partnerpensioen bij pensionering (artikel 12, lid 2)
leeftijd 65
Reglement 2007
Hoeveel ouderdomspensioen wordt verkregen uit € 1.000,- kapitaal met een pensioenleeftijd van 65 jaar inclusief nabestaandenpensioen (= 70% van het ouderdomspensioen) 54
39
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Bijlage 7 Tarieven aankoop ouderdomspensioen en partnerpensioen bij uitdiensttreding Aanwenden van beleggingskapitaal uit vrijwillige bijdragen voor aankoop van aanspraken op ouderdoms- en partnerpensioen bij uitdiensttreding, uitgaande van pensioenleeftijd 65 (artikel 16, lid 3)
leeftijd
Hoeveel ouderdomspensioen wordt verkregen uit € 1.000 kapitaal met een pensioenleeftijd van 65 jaar inclusief nabestaandenpensioen (= 70% van het ouderdomspensioen)
leeftijd
Hoeveel ouderdomspensioen wordt verkregen uit € 1.000 kapitaal met een pensioenleeftijd van 65 jaar inclusief nabestaandenpensioen (= 70% van het ouderdomspensioen)
20
132
51
72
21
129
52
71
22
126
53
69
23
124
54
68
24
121
55
67
25
119
56
65
26
116
57
64
27
114
58
63
28
112
59
61
29
110
60
60
30
107
61
59
31
105
62
58
32
103
63
57
33
101
64
55
34
99
35
97
36
95
37
93
38
92
39
90
40
88
41
87
42
85
43
83
44
82
45
80
46
79
47
77
48
76
49
75
50
73
Reglement 2007
40
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Bijlage 8 Tarieven aankoop partnerpensioen bij overlijden Aanwenden van pensioenbeleggingskapitaal voor aankoop van aanspraken op partnerpensioen bij overlijden van deelnemer (artikel 12, lid 5) Indien er kinderen zijn, wordt het partnerpensioen verlaagd ten gunste van wezenpensioen. De verlaging is afhankelijk van het aantal kinderen en hun leeftijd. De aanspraak op wezenpensioen bedraagt per kind 20% van het verlaagde partnerpensioen.
Leeftijd partner op datum overlijden deelnemer
Hoeveel nabestaandenpensioen wordt verkregen uit € 1.000 kapitaal met een pensioenleeftijd van 65 jaar
Leeftijd partner op datum overlijden deelnemer
Hoeveel nabestaandenpensioen wordt verkregen uit € 1.000 kapitaal met een pensioenleeftijd van 65 jaar
20
28
46
38
21
28
47
39
22
29
48
40
23
29
49
40
24
29
50
41
25
29
51
42
26
30
52
43
27
30
53
44
28
30
54
45
29
30
55
46
30
31
56
47
31
31
57
48
32
31
58
49
33
32
59
51
34
32
60
52
35
33
61
54
36
33
62
55
37
33
63
57
38
34
64
59
39
34
65
61
40
35
66
63
41
35
67
66
42
36
43
36
44
37
45
38
Reglement 2007
41
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
Leeftijd wees bij overlijden ouder
Hoeveel wezenpensioen wordt verkregen uit € 1.000 kapitaal (indien uitgekeerd t/m 27)
Hoeveel wezenpensioen wordt verkregen uit € 1.000 kapitaal (indien uitgekeerd t/m 18 jaar)
0
48
65
1
49
68
2
50
72
3
52
76
4
54
80
5
56
86
6
58
92
7
60
99
8
62
108
9
65
119
10
68
132
11
72
150
12
76
173
13
80
205
14
86
254
15
92
336
16
99
499
17
108
989
18
119
19
132
20
150
21
173
22
205
23
254
24
336
25
499
26
989
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
42
Bijlage 9 Door het Fonds te verstrekken informatie: 1. Startbrief bij aanvang van deelneming Het Fonds verstrekt de werknemer die pensioenaanspraken verwerft en met wie de Aangesloten werkgever een Pensioenovereenkomst heeft gesloten, binnen drie maanden na de start van de verwerving van pensioen een startbrief. Door middel van deze startbrief wordt de Deelnemer geïnformeerd over: a. de inhoud van het Reglement; b. de toeslagverlening; c. het recht van de werknemer bij het Fonds het voor hem geldende Reglement op te vragen; d. omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van het Fonds; e. het recht van de werknemer om bij het Fonds een verzoek in te dienen voor een berekening van de effecten van uitruil op zijn pensioenaanspraak ; f. het bestaan van een vrijwillige pensioenregeling. 2. Jaarlijkse informatieverstrekking aan de Deelnemers Het Fonds verstrekt de deelnemer jaarlijks schriftelijk: a. een opgave van de verworven pensioenaanspraken; b. een opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken; c. informatie over toeslagverlening; d. een opgave van de aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen; en e. informatie over eventuele wijzigingen in het Reglement en/of de Statuten. 3. Informatieverstrekking aan Deelnemers bij beëindiging deelneming Het Fonds verstrekt de Deelnemer bij beëindiging van de deelneming: a. een opgave van de opgebouwde pensioenaanspraken; b. informatie over toeslagverlening; c. informatie die voor de Deelnemer specifiek in het kader van de beëindiging relevant is; d. omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van het Fonds. 4. Periodieke informatieverstrekking aan gewezen deelnemers Het Fonds verstrekt de gewezen deelnemer een keer in vijf jaar: a. een opgave van zijn opgebouwde pensioenaanspraken b. informatie over de toeslagverlening. Het Fonds informeert de Gewezen Deelnemer binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over deze wijziging. 5. Informatieverstrekking aan de gewezen Partner bij ontbinding van het huwelijk/partnerschap Het Fonds verstrekt de Partner die gewezen Partner wordt en uit dien hoofde een aanspraak verkrijgt op bijzonder partnerpensioen: a. een opgave van de opgebouwde pensioenaanspraak op partnerpensioen; b. informatie over toeslagverlening; en c. overige informatie die voor de gewezen Partner specifiek van belang is. Tevens ontvangt de gewezen Partner een keer in de vijf jaar: d. een opgave van zijn opgebouwde aanspraak op partnerpensioen . e. informatie over toeslagverlening. Het fonds informeert de gewezen Partner binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over deze wijziging.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
43
6. Informatieverstrekking aan Pensioengerechtigden bij pensioeningang Het Fonds verstrekt degene die Pensioengerechtigde wordt: a. een opgave van zijn pensioenrecht; b. een opgave van de opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen wanneer de pensioenregeling daarin voorziet; en c. informatie over toeslagverlening. Tevens ontvangt de Pensioengerechtigde jaarlijks: d. een opgave van zijn pensioenrecht; e. een opgave van de opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen wanneer de pensioenregeling daarin voorziet; en f. informatie over toeslagverlening. Het Fonds informeert de Pensioengerechtigde binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over deze wijziging. 7. Informatie op verzoek Het Fonds verstrekt de Deelnemer, de Gewezen Deelnemer, de gewezen Partner en de Pensioengerechtigde op verzoek: a. het voor hem geldende Reglement; b. het jaarverslag en de jaarrekening van het Fonds; c. de Uitvoeringsovereenkomst; d. de voor hem relevante informatie over beleggingen; en e. andere bij algemene maatregel van bestuur te bepalen onderwerpen. 8. Informatie aan deelnemers inzake vrijwillige pensioenregeling Het Fonds informeert een Deelnemer voorafgaand aan de deelneming in de vrijwillige pensioenregeling over: a. de inhoud van de vrijwillige pensioenregeling ; b. een opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken uit hoofde van de vrijwillige pensioenregeling; en c. de toeslagverlening. 9. Het Fonds verstrekt de Deelnemer, de Gewezen Deelnemer en de gewezen Partner op verzoek informatie die specifiek voor hem relevant is. 10. Het Fonds verstrekt de Gewezen Deelnemer op verzoek een opgave van de hoogte van zijn opgebouwde pensioenaanspraken. 11. Het Fonds verstrekt de informatie genoemd in het zevende lid op verzoek ook aan vertegenwoordigers van Deelnemers, van Gewezen Deelnemers, van gewezen Partners of van Pensioengerechtigden. 12. Het Fonds kan voor het verstrekken van de informatie zoals omschreven in artikel 7 letter b, c, d, en e en artikel 10 kosten in rekening brengen. 13. Indien het Bestuur gebruik maakt van de onder lid 1 van artikel 24 van het Reglement genoemde bevoegdheid, dan zorgt het Bestuur ervoor dat de belanghebbenden binnen 3 maanden na de wijziging worden geïnformeerd over de precieze wijzigingen van het Reglement. 14. Indien het Bestuur gebruik maakt van de in lid 6 van artikel 24 van het Reglement genoemde bevoegdheid, dan zal het Bestuur de belanghebbenden, de Aangesloten werkgevers en De Nederlandsche Bank schriftelijk informeren over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten.
Reglement 2007
Stichting Pensioenfonds Citco Nederland
44
15. Indien de Aangesloten werkgever gebruik maakt van mogelijkheid tot het minderen of beëindigen van zijn bijdrage aan de Pensioenovereenkomst zoals opgenomen in artikel 28 van het Reglement, dan zullen de Deelnemers en het Fonds daarvan meteen door de Aangesloten werkgever in kennis worden gesteld.
Reglement 2007