Pensioenakkoord, de stand van zaken. Rosarium, Amstelpark
6 juni 2013
Programma Deel 1: Contouren van het pensioenakkoord Pauze Deel 2: Consequenties voor het beleggingsbeleid Deel 3: Selectiecriteria en stappenplan
Inhoud deel 1 Het pensioenakkoord, de stand van zaken. -
De aanleiding De onderzoeken De uitwerkingen De toekomst
Wat is de aanleiding? De aanleiding van het pensioenakkoord kan gevonden worden in: De nota “Naar een modern en betaalbaar pensioen” van de werkgevers. (februari 2008) De kredietcrisis van 2008
Wat is de aanleiding? Enkele punten uit de nota: - Het fondsrisico moet van de werkgever naar de deelnemers. - Kosten moeten omlaag door het opbouwpercentage, de pensioenleeftijd en de indexatieambitie sturingselementen te maken. - Heroverweging intergenerationele solidariteit. - Betaalbaar, uitvoerbaar en handhaafbaar.
Wat is de aanleiding? De kredietcrisis leidde tot onverwachte zaken zoals: Faillissement van Lehman Brothers, AIG en …, veelal met minimaal AA-rating. Het niet kunnen beschikken over beleggingen/gelden bij zakenbanken en hedge funds. Maar ook tot een daling van de veilige rente waardoor: De dekkingsgraden daalden; De premies stegen; Er niet geïndexeerd werd en; Er korting dreigde.
De onderzoeken Er zijn vier rapporten geweest die relevant waren voor het Pensioenakkoord: Commissie Parameters (DON); Commissie Beleggingsbeleid en Risicobeheer (Frijns); Commissie Toekomstbestendigheid Aanvullende Pensioenregelingen (Goudswaard); Rapport Evaluatie FTK. Inclusief bijlagen 253 pagina’s
Don De commissie Parameters (Don) kwam op 21-9-2009 met een verdeeld advies. De voorzitter en de leden van DNB en CPB dachten anders over de verwachte rendementen dan de StvdA-leden. Verwacht rendement vastrentende waarde nog niet aangepakt.
Frijns Rapport van 19 januari 2010:
Pensioen: “Onzekere zekerheid” De commissie heeft in opdracht van SZW onderzoek gedaan naar de wijze waarop het beleggingsbeleid, het risicobeheer, de uitvoering en governance van pensioenfondsen zich sinds 1990 heeft ontwikkeld in relatie tot de doelstelling en het risicodraagvlak van pensioenfondsen.
Frijns Conclusies: De pensioenfondssector is heterogeen en wordt steeds complexer. De pensioenfondsen worden mede door ontgroening en vergrijzing steeds kwetsbaarder. Pensioenfondsen hebben structureel te weinig aandacht voor risicobeheer en voor uitvoering van het beleggingsbeleid.
Frijns Conclusies: Het reëel kader dient leidend te zijn; nu ligt door het Financieel toetsingskader (FTK) te veel nadruk op nominale dekkingsgraad. Specifieke kenmerken van pensioenfondsen worden onvoldoende vertaald in beleggingsbeleid. Het governance model behoeft verbetering.
Frijns Maar ook: FTK is een gegeven, geen normatief uitgangspunt. Kritische dekkingsgraden mogen niet onderschreden worden. Uitgaan van actuele en realistische verwachtingen, mits er normale marktomstandigheden zijn. De huidige lage rente is het gevolg van verstoorde marktverhoudingen.
Stelling Door de invoering van het FTK is de rekenrente, bij het huidige niveau van de marktrente: 1. 2. 3.
Hoger Lager Geen van beide is juist
Frijns “When the task is complex, when efforts will span a substantial time, ….a detailed contract would be silly”
Frijns Opdracht aanvaarding: Besturen dienen uitsluitend pensioencontracten te accepteren die niet alleen expliciet en evenwichtig zijn met betrekking tot de pensioentoezeggingen en de premieafspraken maar ook over de toedeling van risico’s.
Stelling Ons pensioencontract is expliciet en evenwichtig. 1. 2. 3.
Ja Nee Weet niet
Frijns Dynamisch beleggingsbeleid, afhankelijk van de dekkingsgraad.
Frijns Verantwoording: Het bestuur dient zich over het gevoerde beleid te verantwoorden, onder meer door de deelnemers in expliciete en specifieke termen via de website en ten minste jaarlijks via het jaarverslag te informeren over het beleid en de resultaten van risicobeheer en vermogensbeheer.
Frijns Communicatie: Over de risico’s van de regeling en wat die betekenen voor de belanghebbende. “Het fonds dient ook volstrekt helder te zijn over de mate waarin het waardevast pensioen gerealiseerd kan worden.”
Stelling Veel pensioenfondsen, met een dekkingsgraad onder de 100% en een premie onder de kostendekkende premie, vermelden nog steeds een indexatieambitie gelijk aan de prijsindex of hoger. Dit is: 1. Correct, de ambitie is immers niet veranderd. 2. Bizar, omdat dit absoluut geen afspiegeling is van een realistische verwachting. 3. Niet relevant, zolang het indexatielabel niet gepubliceerd hoeft te worden.
Goudswaard Aanleiding: - Fondsen worden te groot t.o.v. de ondernemingen, dus werkgever kan niet meer garant staan. - De premie is te hoog. - De premie is te volatiel. - De indexatieambitie wordt niet waargemaakt. - Pensioenen zijn niet schokbestendig. - Pensioencontracten zijn vaag.
Goudswaard Nederlands pensioensysteem is kwetsbaar voor… - Daling van de rente. - Stijging levensverwachting. - Stijging van de pensioenpremies.
Goudswaard Gevolgen sturing pensioenfondsen: - Fondsen moesten meer risico nemen - Het risico wordt overgedragen van de werkgever naar de deelnemers. - Stelsel is onvoldoende toekomstbestendig. Oplossingen: - Beperken pensioenambitie. - Stijgende levensverwachting verwerken in pensioenambitie. - Harde en zachte pensioenrechten.
Stelling De vervangingsratio van ruim 80% uit het rapport van de commissie Goudswaard geeft een goed beeld van de kwaliteit van ons pensioenstelsel. 1. 2.
Waar Niet waar
Inkomen voor en na 65 jaar
Vervangingsratio
Conclusie vervangingsratio Verlaging van ambitie niet op basis van hoogte vervangingspercentage: Meeste categorieën 70% Percentage 112% niet door pensioen, maar AOW Inkomen 55+ al verlaagd Prepensioen- en vutleeftijd in onderzoeksperiode meest 61 jaar
Evaluatie FTK Bij introductie FTK: 7 fondsen met reservetekort Eind 2008: 50 fondsen met reservetekort en 300 fondsen met dekkingstekort. De gemiddelde dekkingsgraad daalde in 2008 van 144% naar 95%.
Evaluatie FTK
Bron: evaluatie FTK
Stelling Wat zouden we nu doen als de dekkingsgraden nog steeds boven de 150% waren? 1.
2.
Het overschot gebruiken voor toekomstige indexatie of meer zekerheid voor de deelnemers. Het overschot gebruiken voor premieverlaging, crisisbestrijding of andere externe doelen.
Evaluatie FTK Problemen: FTK is een nominaal kader, zonder plaats voor de reële ambitie. Onvoldoende evenwicht tussen rendement en risico. Volatiele dekkingsgraden leiden tot volatiele beleidsreacties. Tekortkomingen in het model. Zoals ontbrekende risico’s en kalibratie van risico’s.
Evaluatie FTK Oplossingen: Communiceren in reële termen. Indexatieopslag in de premie. Slecht weer scenario’s en contingency plan. Geen risicopremie in de kostendekkende premie. Wachttijd of middeling van de dekkingsgraad. Nieuwe parameters en nieuwe risico’s.
De uitwerking Er zijn de volgende rapporten verschenen: Het Pensioenakkoord voorjaar 2010
4 juni 2010
-
Uitwerkingsmemorandum
9 juni 2011
-
Hoofdlijnennota herziening FTK
30 mei 2012
Inclusief bijlagen 248 pagina’s
De uitwerking Er zijn de volgende documenten, wetten en regels verschenen: Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd 21 juni 2012 Septemberpakket 24 september 2012 Regeerakkoord 29 oktober 2012 Sociaal akkoord 11 april 2013 Inclusief bijlagen 209 pagina’s
Pensioenakkoord Drie delen: De AOW-leeftijd Pensioen in de tweede pijler Ouderenparticipatie
Pensioenakkoord Kabinet en Sociale partners onderschrijven de rapporten van Frijns en Goudswaard. Fundamentele kenmerken moeten behouden blijven: Collectiviteit Solidariteit en Verplichtstelling
Pensioenakkoord Nieuwe balans tussen: ambitie, zekerheid, solidariteit en kosten.
Pensioenakkoord Twee problemen: Stijgende levensverwachting leidt tot langer pensioen. Onvoldoende schokbestendig voor rente, inflatie en rendementen. Sturingsmiddelen zijn onvoldoende. Indexatie staat op nul, de premie is al maximaal en korten mag alleen als ultimum remedium.
Pensioenakkoord Verdergaande automatische kostenstijging van pensioenen moet worden voorkomen. Doelstelling is de pensioencontracten, uitgaande van een stabiele kostendekkende premie, aan te passen aan de stijgende levensverwachting en schokbestendig te maken voor ontwikkelingen op de financiële markten. Met dit pensioenakkoord leggen sociale partners de uitgangspunten vast voor een nieuw, meer transparant pensioencontract dat rekening houdt met de ontwikkelingen van de levensverwachting en financiële markten.
Wat betekent stabiele KDP? Kostendekkende premie in reëel pensioen: Actuarieel benodigde premie op prudente grondslagen: RTS (DNB) + risico-opslag + indexatie-afslag en sterftegrondslagen (AG-prognosetafels)
+ Uitvoeringskosten Tot nu toe: Inkoop pensioenaanspraak leidend => variabele kostendekkende premie
Wat betekent stabiele KDP? Pensioenakkoord: Stabiele kostendekkende premie => Variabele inkoop pensioenaanspraken => CDC Prudente grondslagen bepalen in te kopen pensioenaanspraken, die hierdoor variabel worden.
Wat betekent stabiele KDP?
Wat betekent stabiele KDP? Variabel opbouwpercentage; Collectief opbouwpercentage is mede afhankelijk van de leeftijden van de deelnemers; Partnerpensioen in opbouwregeling wordt lager indien er korting wordt toegepast op opbouwpercentage.
Wat betekent stabiele KDP? Generatie-effecten: Deelnemers van 20-50 bouwen minder op dan waar premie voor betaald is; Deelnemers van 51-67 bouwen meer op dan waar premie voor betaald is. Maar Witteveen werkt ook door …. Deelnemers van 20-50 dragen groot deel premie af aan … Deelnemers van 51-67 dragen geen premie af aan…
Pensioenakkoord De pensioenambitie en -verwachtingen van deelnemers moeten meer in lijn komen met de realistisch ingeschatte financiële mogelijkheden zodat verrassingen bij deze deelnemers zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen.
Dus niet meer beloven, dan wat je waar kunt maken.
Pensioenakkoord Het nieuwe pensioencontract moet: transparant; zo compleet mogelijk; eenvoudig te begrijpen en; uitvoerbaar zijn; tegen zo laag mogelijke kosten. Twee opties: Nominaal met harde garanties of reëel
Pensioenakkoord Pensioenleeftijd: Voor verschillende generaties hetzelfde aantal pensioenjaren bij hetzelfde aantal opbouwjaren. Eén jaar langer leven betekent tot 8 maanden langer werken. Overschotten zijn voor verbeteren indexatiekwaliteit / schokbestendigheid of vervroeging.
Stelling Hoeveel maanden extra pensioen levert, in de huidige wetgeving, 1 jaar langer leven op? 1. 2. 3.
0 maanden 4 maanden 12 maanden
Het grote verschil Het huidige systeem kent aanspraken. De belangrijkste vraag voor de deelnemer is: Is er voldoende vermogen of garantie om mijn aanspraak en indexatie veilig te stellen?
Pensioenfonds vroeger Voorziening Rendement
Indexatie Premie
Uitkering
Pensioenfonds 2006 Voorziening Vereist E.V. Gewenst E.V. Rendement Extra premie Indexatie Premie
Uitkering Extra’s
Korting
Het grote verschil In het Pensioenakkoord is de premie geen stuurinstrument meer. Al het pensioenvermogen, niks meer en niks minder, is voor de deelnemers. De belangrijkste vraag voor de deelnemer is: Welke uitkeringen kan ik verwachten voor mijn aandeel in het pensioenvermogen? Iemands aanspraak bepaalt mede zijn aandeel in het Pensioenvermogen.
Pensioenfonds na akkoord Pensioenvermogen Rendement
Uitkering Premie
Indexatie Korting Herstel en extra indexatie
Dekkingsgraad = 100% Aangezien al het vermogen bedoeld is voor pensioen en er geen ander vermogen beschikbaar is, is de feitelijke dekkingsgraad per definitie 100%. De berekende dekkingsgraad geeft dan aan welk deel van het pensioenvermogen al is toegekend.
Openstaande punten in het PA -
-
Hoe moet de toezegging vorm gegeven worden? Leidt het pensioenakkoord tot een risicovoller beleggingsbeleid? Hoe wordt het FTK2 ingericht? Wat is een collectief risicoprofiel? Hoe en wat communiceren we met de deelnemers? Wat wordt het alternatief voor het indexatielabel? (de kortingsbon?)
Uitwerkingsmemorandum Uitgangspunten: een reële en loongerelateerde pensioenambitie op basis van een stabiele premie en realistische, prudent gehanteerde parameters ten aanzien van verwachte rendementen en de loon- en prijsontwikkeling, zodat vooraf sprake is van consistentie tussen de pensioenambitie en de financiering daarvan; een transparante samenhang tussen het risicoprofiel en de gewenste „zekerheid ;
Uitwerkingsmemorandum Pensioenpremie in % brutoloon
Bron: Uitwerkingsmemorandum
Stelling Consistentie tussen pensioenambitie en financiering betekent: a. b.
De financiering wordt afgeleid van de ambitie. De ambitie wordt afgeleid van de financiering.
Uitwerkingsmemorandum Uitgangspunten: een evenwichtige toedeling van de risico’s; een zo compleet mogelijk pensioencontract waarbij het vooraf duidelijk is wie de risico’s draagt; een goed communiceerbaar en transparant pensioencontract (consequenties); voldoende keuzemogelijkheden voor de deelnemers;
Uitwerkingsmemorandum Uitgangspunten: minimaliseren van de overgangsproblematiek; zo veel mogelijk gelijke structuur van het nieuwe pensioencontract.
Uitwerkingsmemorandum Vernieuwd contract: Op basis van reële ambitie Zonder nominale garantie Op risicoprofiel afgestemde beleggingsmix Opvangen van hogere levensverwachting.
Uitwerkingsmemorandum De onderdelen van het nieuwe contract: het premieniveau; rendementsparameters en beleggingsportefeuille; de franchise, het opbouwpercentage en de indexatie; het aanpassingsmechanisme aan de ontwikkeling van de levensverwachting; het aanpassingsmechanisme voor verwerking van dekkingstekorten resp. overschotten.
Uitwerkingsmemorandum Stabiel premieniveau: Geen aanpassingen in verband met schokken in levensverwachting of op de financiële markten. Geen bijstortverplichtingen of premiekortingen. Als de samenhang tussen premie, rendementsverwachting en pensioenopbouw onhoudbaar wordt, dan volgt overleg.
Uitwerkingsmemorandum Rendementsparameters en beleggingsportefeuille De discontovoet wordt gebaseerd op het verwachte gemiddelde langetermijnrendement die op lange termijn voldoende robuust is. “Hiermee kan het huidige probleem van de dalende trend van de rente-swap-curve worden vermeden.” ?
Uitwerkingsmemorandum Franchise, opbouwpercentage en indexatie Franchise: aanpassen aan lonen. Indexatie: loonindex voor actieven; prijsindex voor gepensioneerden.
Stelling De voorziening voor een pensioenfonds met een hoog verloop kan lager worden vastgesteld dan de voorziening voor een pensioenfonds met een laag verloop? 1. 2.
Waar Niet waar
Uitwerkingsmemorandum Levensverwachtingsaanpassingsmechanisme (LAM) Aanpassing voor nieuwe pensioenopbouw: De effecten van de pensioenrekenleeftijd en de sterftetafel wordt verwerkt in het opbouwpercentage. Aanpassing voor bestaande rechten: Effect van levensverwachting compenseren door het beperken van de indexatie over maximaal 10 jaar.
Stelling Als een fonds het LAM-mechanisme toepast, dan mag men daarmee in de reservering rekening mee houden. Dus voor een toezegging op 67 aan een 40-jarige mag men reserveren op basis van pensioenleeftijd 68. 1. 2.
Waar Niet waar
Uitwerkingsmemorandum Rendementsaanpassingsmechanisme (RAM) Een tekort kan gespreid worden over max. 10 jaar. Waarna de “indexatie” negatief kan uitvallen. Alternatief: indexatiestaffel. Egalisatiereserve
Stelling Als de RAM periode 10 jaar is en op t=0 ontstaat een tekort. Waarop adviseert de StvdA om het tekort in mindering te brengen? 1. 2. 3.
Uitsluitend op de op t=0 bestaande rechten. Op alle rechten in de komende 10 jaar. Anders
Spreiding van korting Wat betekent het spreiden van kortingen op aanspraken? Langzaam doorvoeren korting Meer korten op aanspraak VPV moet direct gekort worden
Spreiding van korting Jaarlijkse korting door spreiden korting 6%
5%
Percentage man
4% Percentage vrouw 3%
2%
1%
0% 100
95
90
85
80
75
70
65
60 55 Leeftijd
50
45
40
35
30
25
Spreiding van korting 10% direct korten op de VPV Korting op aanspraak bij directe korting 10% Korting door spreiden: 12% Generatie-effecten: Aan (bijna) pensioentrekkenden wordt 9 jaar “te veel” betaald; Deelnemers met meer dan 9 jaar pensioenopbouw in de toekomst worden meer gekort dan op basis van tekort nodig is.
Egalisatiereserve Doel egalisatiereserve: Opvangen lage rendementen van het fonds (ten behoeve van indexatie) Niet: opvangen lang leven risico
Egalisatiereserve Wat betekent de egalisatiereserve voor de solidariteit? Waardoor wordt egalisatiereserve aangevuld? Waar wordt egalisatiereserve aan besteed?
Egalisatiereserve Aanvulling egalisatiereserve: Goede rendementen Kostenvoordeel uit premie: Direct te bestemmen of als onderdeel van premieruimte Beperking door Witteveenkader
Gebruik (reële) indexatiestaffel Besteding egalisatiereserve: Schokdemper voor rendementen Beperken kortingen bij negatieve resultaten
Egalisatiereserve Generatie-effecten Een deel van de beschikbare premie wordt gebruikt voor indexatie: Voorbeeld: op basis van de KDP kan 3% pensioen worden opgebouwd; Witteveen beperkt dit tot 2,15% Er wordt bijgedragen aan de egalisatiereserve: (3% – 2,15%) / 3 % * 18% van de PG = 0,28 * 18% van de PG = 5% van de PG.
Deelnemers rond pensioenleeftijd ontvangen hoogste bijdrage uit egalisatiereserve.
Uitwerkingsmemorandum Te bepalen voor FTK2: Haalbaarheidstoets; Stabiele dekkingsgraad, 12 maands middeling; Discontovoet; Realistische scenario analyses voor inzicht in het individuele pensioenresultaat. Nieuwe procedure voor vaststelling parameters.
Uitwerkingsmemorandum Invaren: De StvdA vindt dat invaren wenselijk is, omdat dit leidt tot betere pensioenuitkomsten.
Stelling Invaren leidt tot betere pensioenuitkomsten: 1. 2. 3.
Waar, want de nominale garantie kost geld. Niet waar, want rendement blijft gelijk. Waar, want de kosten worden lager.
Uitwerkingsmemorandum
Stelling risico Als een pensioentoezegging gebaseerd is op een hoger risico, dan dient dit helder gecommuniceerd te worden. 1. 2.
Eens Niet eens
Hoofdlijnennota FTK Aanpak: 1. Meer expliciete afspraken over de toedeling van risico’s. Noodzakelijk voor herstel van vertrouwen. 2. Fondsen moet helder communiceren, zodat deelnemers beslissingen kunnen nemen. 3. Er komt een stabiel FTK. 4. Het FTK houdt beter rekening met de ambitie. 5. Schokken kunnen geleidelijk doorwerken. 6. Er komt één FTK.
Hoofdlijnennota FTK Voor nominale contracten moet het bestuur een indexatiestaffel opstellen. Volledige indexatie is pas mogelijk vanaf de normdekkingsgraad. De normdekkingsgraad is naar verwachting 125-130% Het vereist vermogen is naar verwachting 125%
Hoofdlijnennota FTK
Hoofdlijnennota FTK “De risico-opslag en de wijze waarop het risico in de te verwachten pensioenuitkeringen doorwerkt, moeten onderling consistent zijn.” “De opslag is voor alle fondsen gelijk en daardoor niet afhankelijk van de beleggingsmix…” “Zo wordt voorkomen dat fondsen de discontovoet kunnen beïnvloeden door hun beleggingsmix aan te passen, zodat de dekkingsgraad van de bestaande verplichtingen stijgt en er te snel meer indexatie kan worden toegekend.”
Hoofdlijnennota FTK De discontovoet voor de verplichtingen bestaat uit: Risicovrije rente, zonder middeling, met UFR + risico-opslag - verwachte inflatie
Stelling Jongeren hebben tijd genoeg om slechte rendementen goed te maken. 1. 2. 3.
Ja Nee Weet niet
Rendementen
Generatie-effecten rendement Jongeren zullen een lager rendement met minder fluctuatie ontvangen. Ouderen zullen een hoger rendement met meer fluctuatie ontvangen.
Hooflijnennota FTK Haalbaarheidstoets met een minimale toekenningsverwachting en een maximale onderschrijdingskans.
Stelling Sommige generaties zijn beter af als ze nu uit de collectiviteit stappen: 1. 2.
Waar Niet waar
Korten pensioenen Wat zijn de generatie-effecten bij het korten van pensioen: De omvang van de korting De kans dat er gekort wordt en De omstandigheden bij korten.
Korten pensioenen Korten pensioen is niets anders dan negatieve indexatie.
Korten pensioenen
Korten pensioenen Kans op tekort vóór indexatie 20-50
Kans tekort vóór indexatie 20-100 80%
80%
70%
70%
60%
60%
50%
50%
40%
40% 30%
30%
52%
50% 20%
20%
33%
32% 25%
10%
22% 19% 17% 15% 14% 13% 12% 12% 11% 10% 10% 9%
24% 20% 17% 16% 14% 14% 13% 12% 12% 12% 12% 12% 11%
10% 0%
0% 2013
2015
2017
2019
2021
2023
2025
2013
2027
2015
2017
2021
2023
2025
2027
Kans op tekort 68-100
Kans op tekort vóór indexatie 51-67 80,0%
80%
70,0%
70%
60,0%
60%
50,0%
50% 40%
40,0% 30,0%
2019
ultimo jaar
ultimo jaar
68%
30% 49%
20,0%
39%
10,0%
35% 31% 29% 27% 25% 24% 22% 21% 20% 19% 19% 17%
20%
40% 31%
10%
24%
0%
0,0% 2013
2015
2017
2019
2021
ultimo jaar
2023
2025
2027
2013
2015
20% 17% 15% 13% 11% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2017
2019
2021
ultimo jaar
2023
2025
2027
Korten pensioenen
Korten pensioenen Conclusies Vanuit een evenwichtssituatie: Jongeren grootste korting opgebouwd pensioen Vanuit alle situaties: Middengroep 51-67 grootste kans op korten Jongeren meer gevoelig voor lage rentestanden dan ouderen
Hoofdlijnennota FTK Aanpassingen als gevolg van kortingen of bijschrijvingen dienen binnen het Witteveenkader te blijven. Een fiscaal maximale regeling kan dus wel gekort, maar niet verbeterd worden. “For better and for worse” krijgt dan een andere betekenis.
Hoofdlijnennota FTK
Bron: Hoofdlijnennota
Hoofdlijnennota FTK
Hoofdlijnennota FTK Invaren volgens het CPB: Leidt tot iets vaker korten, maar wel substantieel minder diep. Geen excessieve herverdeling tussen generaties.
Hoofdlijnennota FTK Invaren is in beginsel juridisch mogelijk. Invaren is in de uitvoering een zaak voor pensioenfondsen en sociale partners. SZW zal waarborgen opnemen om dit zorgvuldig te laten gebeuren.
Hoofdlijnennota FTK Voorwaarden aan de besluitvorming over collectief invaren: een voorgeschreven procedure voor het besluitvormingsproces bij invaren; toetsingscriteria voor een zorgvuldige afweging van de betrokken belangen door het pensioenfonds, waarbij rekening zal moeten worden gehouden met de dekkingsgraad; eisen omtrent de toezichtregels die de toezichthouder (DNB) hanteert.
AOW en pensioenrichtleeftijd De nieuwe wet is inmiddels door de eerste kamer. AOW- en pensioenrichtleeftijd worden jaarlijks beoordeeld. AOW-leeftijd vanaf 2019 met stapjes van 3 maanden. Pensioenrichtleeftijd vanaf 2015 met stapjes van 1 jaar.
Septemberpakket Maatregelen van SZW van september 2012 Uitgangspunt is dat het pakket als geheel evenwichtig is. Voorkomen dat meer gekort wordt dan nodig is.
Septemberpakket Maatregelen: 1. Invoering UFR 2. Adempauze voor de eis dat de premie moet bijdragen aan herstel 3. Gespreide korting over 2013, 2014 en 2015 (max.7%) 4. Stimulans om de regelingen toekomstbestendiger te maken.
Septemberpakket Stimulans, voorwaarden voor 2 en 3: 1. Pensioenrichtleeftijd naar 67. 2. Invoering pseudo-lam 3. Ondergrens voor indexeren wordt verhoogd naar 110%
Septemberpakket De voornaamste conclusie van het CPB is dat het totaalpakket leidt tot beperkte positieve herverdelingseffecten ten gunste van de huidige oudere generaties
Regeerakkoord “Bruggen slaan” 29-10-2012 De fiscale opbouw (Witteveenkader) wordt in 2015 beperkt tot: 1,75% middelloon en; een maximumsalaris van € 100.000,-.
Sociaal akkoord 11-4-2013 Sociale partners pleiten voor: 1. Invaren wordt verplicht. 2. Er komt een macrostabiele discontovoet die meer conjunctuurneutraal wordt vastgesteld. 3. Er komt één integraal FTK met een flexibele indexatie ambitie. Het nominaal FTK kan vervallen. 4. Er komt een aanvullend pakket voor overgangsjaar 2014, waarmee afstempelen en premieverhoging zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Sociaal akkoord Beperking Witteveenkader: Sociale partners kregen tot 1 juni om met plannen te komen om de beperking van de fiscale opbouw te beperken. De maximale kosten hiervan zijn 250 miljoen. T.o.v. de 1.413 miljoen besparing.
Sociaal akkoord Het sociaal akkoord is een onderhandelaarsakkoord. De achterbannen moeten nog akkoord gaan. Het kabinet gaat het parlement steun vragen voor het akkoord. De hoofdlijnennota van mei 2012 blijft uitgangspunt. De voorstellen kunnen aan de orde komen.
Planning SZW Onderwerp Planning Onderzoek naar Tweede kwartaal 2013 doorsneepremie Aanvullende maatregelen Tweede kwartaal 2013 2014 Wetsvoorstel aanpassing Tweede kwartaal 2013 Witteveenkader Evaluatie beleid op het vlak Tweede kwartaal 2013 van aanvullende pensioenen
Planning SZW Onderwerp Planning Toezicht1 Derde kwartaal 2013 Wetsvoorstel doorwerken na Derde kwartaal 2013 AOW-gerechtigde leeftijd Wetsvoorstel tot wijziging Vierde kwartaal 2013 van het Financieel Consultatie: juni 2013 Toetsingskader Concept Wetsvoorstel tot Vierde kwartaal 2013 wijziging van Consultatie: juni 2013 communicatievoorschriften
Planning SZW Onderwerp Wetsvoorstel herziening waardeoverdracht Verzamelwet pensioenen 2014 Wetsvoorstel tot wijziging van de AOW-leeftijd
Planning Vierde kwartaal 2013 Consultatie: juni 2013 Vierde kwartaal 2013 Eerste kwartaal 2014
Waar staan we nu? Nieuw nominaal contract
Reëel contract 0-10 jaar
0-3 jaar
? Huidig nominaal contract
Uitstel tot korting
drs. Henk Bets, AAG
[email protected] Astrid Binnekamp, Actuarieel Analist AG
[email protected] Tel.: 033 - 4 227 222