PED-bel05
PEDAGOGISCHE WERKWIJZE DE BELHAMEL pagina 1 van 9 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
1.
WAT IS KARAKTERISTIEK VOOR DE BELHAMEL De Belhamel is een kindercentrum voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 7 jaar verdeeld over één babygroep, twee verticale groepen en één BSO groep. Het meest karakteristiek voor de Belhamel is het open karakter. Dit betekent dat kinderen, naast het verblijven in de stamgroep, gedurende de dag de mogelijkheid krijgen in andere ruimtes van het centrum te verblijven. Dit open karakter biedt de pedagogisch medewerker veel mogelijkheden om tegemoet te komen aan de ontwikkeling van het individuele kind. Kinderen komen gemakkelijk in aanraking met nieuwe uitdagingen. Ook bieden wij (indien de groepen het toelaten) de BSO kinderen de mogelijkheid om met hun jongere broertje/ zusje te spelen en ook om even terug te gaan naar hun vertrouwde stamgroep als daar behoefte aan is. De centrale hal dient bij ons als dé ontmoetingsplek, hier kunnen de kinderen elkaar opzoeken en (vrij) spelen met elkaar. Ook activiteiten als zang- en dansspelletjes worden hier aangeboden. De functie van de stamgroep is voor ons: de basis van waaruit kinderen het kindercentrum ontdekken. Kinderen kunnen in de stamgroep blijven als zij hier voor kiezen, of (nog) niet toe zijn aan ‘de ontdekking’ buiten de groep. Als zij deze behoefte wel hebben, dan biedt de stamgroep de veilige basis waar zij terug kunnen keren na spel of activiteiten die elders in het gebouw plaatsvinden. Voor de baby’s geldt dat de pedagogisch medewerkers goed kijken wanneer het kind eraan toe is om buiten de groep te komen. De stamgroepen zijn als volgt samengesteld: 1 babygroep met maximaal 12 kinderen van 0-1,5 jaar 2 groepen met maximaal 13 kinderen van 1,5-4 jaar 1 BSO groep met maximaal 20 kinderen van 4-7 jaar Door het maximum aantal kinderen op onze babygroep werken er op de dagen dat het kindaantal boven de 8 uitkomt drie pedagogisch medewerkers. Bij het aanbieden van activiteiten proberen we goed te kijken naar de groepssamenstelling, wat de kinderen zelf aangeven en in te spelen op hun behoefte. We bieden ook activiteiten aan vanuit thema's. Deze zijn echter niet leidend. Als pedagogisch medewerker bieden we wel activiteiten vanuit het thema aan, maar wijken hier vanaf als blijkt dat er bij de kinderen iets anders leeft. We laten op zo'n moment de kinderen zelf meedenken over wat ze willen doen. Voor onze manier van werken, laten wij ons o.a. inspireren door de manier van werken in de kindercentra van Reggio Emilia (Italië), bij ons bekend als de SPOREN werkwijze:
De Reggio pedagogiek (SPOREN) spreekt over:‘ drie pedagogen’. Kinderen zijn voor elkaar ‘de eerste pedagoog’. Maar het aanbod van volwassenen (de tweede pedagoog) is belangrijk en onmisbaar. Aan ons als pedagogisch medewerkers de taak om dit proces te verrijken en te ondersteunen, o.a. door het aanbieden van het juiste materiaal. Goed kijken en luisteren en de bereidheid te leren van de kinderen is een basisvoorwaarde van waaruit we werken. De kwaliteit van de omgeving (de derde pedagoog) van de kinderen is van groot belang. Ruimte, licht en materialen: alles is van invloed op hoe en met wat de kinderen alleen of met elkaar aan de slag gaan. We zien kinderen op de Belhamel als creatieve personen. Creatief in de breedste zin van het woord. We stimuleren de kinderen creatief te zijn in hun denken en doen. We werken samen met de kinderen aan het creatief zijn in het bedenken van eigen oplossingen bij onderlinge conflicten, maar ook bij het verzinnen van activiteiten.
Met betrekking tot ‘communiceren’ laten wij ons vooral inspireren door de pedagoog Thomas Gordon Een goede communicatie met kinderen bevordert zelfstandigheid, zelfvertrouwen, groei en plezier en evenwicht in relaties. We willen actief zijn in het “lezen” van en actief luisteren naar de kinderen. Bij het uiten van emoties van de kinderen benoemen we het gedrag, niet
auteur
portefeuillehouder
autorisatie dir
l.jochemsen
a.vermeulen
o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. 4
PED-bel05
PEDAGOGISCHE WERKWIJZE DE BELHAMEL pagina 2 van 9 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
het kind. Bijvoorbeeld: ” ik zie dat je verdrietig bent, je vindt het moeilijk dat mama weggaat hè?” Hierna proberen we geen oplossing aan te dragen maar kijken en luisteren we goed wat het kind aangeeft. Het benoemen, het verwoorden van het gedrag zorgt voor erkenning en het gevoel dat het kind er, met zijn verdriet mag zijn. Vaak is dit voldoende om ervoor te zorgen dat het kind zich veilig en begrepen voelt en kan gaan spelen. De pedagoge Elly Singer Kinderen leren door veel naar elkaar te kijken en naar wat er in hun omgeving gebeurt, maar ook door samenspel met leeftijdsgenoten. Participatie met de omgeving is belangrijk voor ervaringen van het kind. We willen veel ruimte geven aan het samenspel van kinderen en proberen hier niet steeds als pedagogisch medewerkers tussen te springen of het spel van kinderen te onderbreken Ten slotte hanteren we van de pedagoog Janusz Korczak het volgende gegeven: Kinderen hebben recht op respect en vertrouwen. Kinderen hebben ook recht op de dag van vandaag; kinderen moeten leven in het hier en nu. Ze moeten elke dag met een schone lei kunnen beginnen. Het kind heeft recht om fouten te maken, ervaringen op te doen en uitdagingen tegen te komen. Het kind heeft het recht om te zijn zoals het is. We willen de kinderen serieus nemen en respecteren wie zij zijn. Elk kind is anders, net als wijzelf. We proberen kinderen de gelegenheid te geven zich te ontwikkelen en te leren op hun eigen manier. Een van de uitgangspunten op de Belhamel is: het kind heeft recht op zijn eigen bult. M.a.w. kinderen worden in staat gesteld hun eigen (on)mogelijkheden te ontdekken zonder dat wij als pedagogisch medewerker steeds ingrijpen en zo onze eigen angsten op hen projecteren.
2.
DE PEDAGOGISCHE PRAKTIJK Emotionele veiligheid We leggen de nadruk op het ontdekken van "je eigen ik" en die te durven tonen. Wie en wat ben je en wie wil je zijn voor jezelf en anderen. Kinderen die nieuw worden geplaatst op de Belhamel, worden met hun ouders voor een intakegesprek ontvangen bij ons. Ouders krijgen een rondleiding en informatie over de werkwijze en gang van zaken op de Belhamel. Om te wennen kunnen kinderen tweemaal een dagdeel komen, voorafgaand aan de plaatsingsdatum. De eerste keer komen zij samen met de ouder. Deze kan bij het kind blijven om langzaam vertrouwd te raken aan de nieuwe situatie. Afhankelijk van hoe snel het kind gewend is aan de nieuwe situatie, kunnen ouders kiezen om bijvoorbeeld een uurtje weg te gaan. Bij het volgende wendagdeel kan ervoor worden gekozen om deze periode langer te maken. Omdat het wenproces voor elk kind anders is, overleggen we zoveel mogelijk met de ouder/verzorger en proberen we het wenproces in goede banen te leiden. Het interne wenproces van groep naar groep verloopt natuurlijk anders. Door het open karakter van de Belhamel en de mogelijkheid om regelmatig buiten de eigen groep te spelen, is het wennen een natuurlijk proces. Kinderen kunnen tenslotte elke dag in hun eigen tempo het kindercentrum verkennen. Vlak voor de overgang naar de volgende groep worden er nog wel wenafspraken gemaakt. We bekijken per kind waar de behoefte ligt en stemmen dit met elkaar af. Op de Belhamel bieden we een structuur aan kinderen die zich o.a. uit in voorspelbaarheid, herhaling van vaste momenten en rituelen en vaste en sensitieve pedagogisch medewerkers. Deze structuur zorgt voor veilige hechting en geborgenheid. De hele dag door doen deze momenten zich voor: als kinderen binnen komen worden ze verwelkomd op de stamgroep. Samen met de ouders bergen ze hun spulletjes op in hun kastje of mandje waar elk kind zijn eigen foto op heeft. Het individueel begroeten van elk kind en een foto op het kastje/mandje geeft kinderen het gevoel van hun eigen identiteit en een eigen plek. Voor elke ouder is er de mogelijkheid even te blijven. Met het zwaaien naar papa of mama wordt het belangrijkste ritueel van de dag afgesloten. Ook het met elkaar aan tafel zitten en samen eten en het naar bed gaan gaat volgens een vast patroon. Door de herhaling van deze momenten leren kinderen de dagstructuur en de tijd van de dag te herkennen.
auteur
portefeuillehouder
autorisatie dir
l.jochemsen
a.vermeulen
o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. 4
PED-bel05
PEDAGOGISCHE WERKWIJZE DE BELHAMEL pagina 3 van 9 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
Naast het actief luisteren naar kinderen proberen we de kinderen te "lezen". We zien aan de lichaamstaal van een kind, dat er iets aan de hand is. Wanneer dit gebeurt benoemen we wat we zien en vragen het kind of het klopt. Op deze manier geef je het kind de boodschap dat je het hebt gezien en erkennen we kinderen in hun gevoel en nemen gevoelens serieus. Ook nodigen we hierdoor het kind uit met zijn gevoel of verhaal te komen. We vinden het belangrijk deze vertrouwelijkheid niet "af te dwingen"; het kind is bepalend in de keuze welke pedagogisch medewerker hij/zij hierin betrekt. Ook het tempo van dit proces wordt bepaald door het kind. Met oudere kinderen gaan we in gesprek om te achterhalen wat er aan de hand is. We accepteren niet per definitie het bijbehorende gedrag. We staan niet toe dat het kind zichzelf of een ander fysieke pijn toebedeelt of emotioneel kwetst. Belangrijk hierbij is dat we nooit het kind afkeuren maar alleen het gedrag. Het komt voor dat de behoeften van een individueel kind, botsen met de behoeften van de groep. Een kind dat bijv. erg hard en lang huilt en daarmee de rust in de groep verstoort, proberen we (letterlijk) uit de situatie te halen. We grijpen hier als pedagogisch medewerker in. We maken hierbij in elke individuele situatie een afweging van belangen en stemmen dit met elkaar af. We accepteren elk kind zoals het is en gunnen elk kind zijn eigen ontwikkeling in zijn eigen tempo. We proberen ieder kind, als het laat zien dat het toe is aan een volgende fase (bijv. interesse tonen voor zindelijkheid of een poging onderneemt om te rollen, te kruipen of te lopen) te stimuleren naar die volgende fase. We dwingen het kind niet dingen te doen die het volgens het ontwikkelschema zou moeten kunnen. We kijken vooral naar wat het kind wel kan. Op deze manier gaan we ook om met onze activiteiten met kinderen. We bieden activiteiten aan die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen op dat moment, soms kan het ook vanuit een thema zijn. Belangrijk is dat we kinderen uitnodigen en stimuleren om mee te doen. We dwingen kinderen hiertoe nooit. Wel hebben we als pedagogisch medewerker in dit proces een signalerende functie. Wanneer we twijfels hebben over de ontwikkeling van een kind wordt dit in het groepsoverleg (en indien nodig met de hoofdleidinggevende) besproken. Er wordt een voorlopig plan van aanpak gemaakt en mocht dit niet voldoende blijken te zijn, wordt er in overleg met de ouders en hoofdleidinggevende naar evt. volgende stappen gekeken. Persoonlijke competenties Het belangrijkste uitgangspunt voor onze werkwijze is: het kind staat binnen de groep centraal. Samen vormen wij een groep, bestaande uit verschillende individuen met elk hun behoefte en manieren van ontwikkelen. Kinderen zijn autonoom, ze bepalen zelf het tempo waarin ze groeien en zich ontwikkelen. Onze rol hierin is begeleidend, niet leidend. We geven zo nodig wel begrenzing van de keuzes aan, daar waar we zien dat dit in het belang van de kinderen zelf is. We bieden kinderen de ruimte te ontdekken wie ze zijn; dat begint al op jonge leeftijd op de babygroep. D.m.v. spiegels kijken kinderen naar zichzelf en naar de ander, ze ontdekken op deze wijze dat er onderscheid is tussen zichzelf en de ander. Het doen van ‘geef en neem’-spelletjes helpt jonge kinderen het gevoel iemand anders te zijn dan de ander, te versterken. We stimuleren kinderen hun eigen creativiteit te ontwikkelen en daarmee ook zichzelf te ontdekken: wat vind ik leuk, wat kan ik goed, waar voel ik me prettig bij? De basis voor deze ontwikkeling is zorgen voor een uitdagende omgeving die tegemoet komt aan het verlangen van kinderen om op verkenning te gaan en nieuwe dingen te ontdekken. De stamgroepen zijn zo ingericht dat kinderen in hoekjes kunnen spelen en ontdekken. Ze kunnen zelfstandig activiteiten ondernemen en een groot deel van de materialen zelf pakken. Ook het samen spelen met andere kinderen zonder de bemoeienis van de pedagogisch medewerker, zien we als belangrijk onderdeel van het eigen ‘kunnen en kennen’. Kinderen ontwikkelen zich heel verschillend. We kijken dus goed naar de belangstelling die het kind toont voor bepaald spelmateriaal en kijken waar specifieke behoeftes liggen en spelen hierop in. Hierdoor geven pedagogisch medewerkers elk kind de ruimte om zijn persoonlijke interesse of behoefte te volgen. Hierbij vinden we vooral het proces en het plezier belangrijk en leggen we niet de nadruk op het resultaat. We proberen zoveel mogelijk vanuit de belevingswereld van kinderen te werken en
auteur
portefeuillehouder
autorisatie dir
l.jochemsen
a.vermeulen
o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. 4
PED-bel05
PEDAGOGISCHE WERKWIJZE DE BELHAMEL pagina 4 van 9 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
te handelen. We proberen kinderen te betrekken bij het oplossen van problemen. Bij een conflict tussen kinderen grijpen we ook niet direct in (mits ze elkaar geen pijn doen), maar moedigen ze aan zelf oplossingen te bedenken. We laten kinderen ook zien wat er bij de ander gebeurt, ze alert maken hierop. Geen veroordeling vanuit de leidster, maar zorgen voor bewustwording van het kind. Vragen: zie je wat er gebeurt? Kijkt …….blij? Hoe ziet ze eruit? Wat kunnen we nu doen? Door kinderen zelf het conflict te laten oplossen, ontdekken ze waar de eigen grenzen en die van de ander liggen. Dit helpt bij het ontwikkelen van de eigen rol en identiteit. We vinden het belangrijk dat de Belhamel niet een plaats is die is 'dichtgetimmerd' en waar geen gevaren bestaan. We zijn tenslotte een afspiegeling van de buitenwereld waar ook gevaar bestaat. We maken kinderen alert door ze uit te leggen waar de gevaren zijn en hoe ze te voorkomen zijn. Of we leren ze onder begeleiding van pedagogisch medewerker omgaan met het gevaar. Bijvoorbeeld: in de keuken samen een cake bakken, maar pas op, de oven is heet. Sociale competenties We leggen de nadruk op actief leren luisteren naar elkaar, elkaar ‘lezen’ en rekening houden met elkaar. Samen creëren we groepssfeer, we wisselen ideeën uit, luisteren naar elkaar en geven elkaar complimenten. We moedigen vriendschappen aan en geven ruimte aan kinderen om elkaar te leren kennen. De rol van de pedagogisch medewerkster hierbij is begeleidend, niet leidend. We geven de kinderen de ruimte om zich in te leven in een andere identiteit en op deze manier de eigen identiteit te ontdekken. Omdat de kinderen op de Belhamel veel vrijheid hebben om elkaar op te zoeken, zijn er ook vriendschappen buiten de eigen stamgroep. Soms hebben kinderen individuele wensen die zich onderscheiden van de groep. Daar is ook ruimte voor. We vinden het belangrijk dat kinderen zich proberen in te leven in de ander, begrip te hebben voor de ander. We leren kinderen: elkaar te observeren, naar elkaar te kijken, spiegelend te zijn, in elkaars schoenen te gaan staan, elkaars beleving na te gaan. Voor de allerjongsten is dit niet mogelijk: zij zien de ander als verlengstuk van zichzelf. We kijken dus goed op welke leeftijd een kind zover is dat het in staat is om dit spiegelen te begrijpen. We hebben oog voor de kwetsbare kinderen die niet in staat zijn voor zichzelf op te komen. Hier heeft de pedagogisch medewerkster een beschermende rol. We zeggen het kwetsbare kind niet wat het moet doen. We benoemen de emotie van het kind en proberen samen de oplossing te bedenken. In de BSO is dit proces al veel verder ontwikkeld. Hier kun je met kinderen praten over vragen als “hoe zou jij het vinden als….?”. Hoewel de groepsleiding de kaders van regels bepalen, willen we kinderen de ruimte bieden, zelf de consequenties van hun handelen te laten ondervinden. We laten kinderen zoveel mogelijk zelf hun keuzes maken t.a.v. spelkeuze, spelen met andere kinderen etc. Als dit ten koste gaat van andere kinderen, neemt de groepsleiding een begeleidende rol op zich. We nemen het kind bij ons en laten bijvoorbeeld zien wat zijn/ haar gedrag bij het andere kind doet; pijn,verdriet of angst. We willen en proberen de kinderen zelf een oplossing te laten bedenken om de situatie bij te sturen. We leren een kind stop hou op te zeggen of dit wil ik niet tegen een ander kind. Belonen van gewenst gedrag, corrigeren van ongewenst gedrag;ongewenst gedrag alleen bestraffen als corrigeren niet helpt. We proberen zoveel mogelijk preventief op ongewenst gedrag in te spelen. Voorkomen dat gedrag storend wordt voor anderen of voor het kind zelf, helpt mee om het gedrag om te buigen. Bijvoorbeeld een kind positieve aandacht geven voordat het om (ongewenste) aandacht gaat vragen door andere kinderen te storen in hun spel. Dat kan zijn door samen met het kind een spelletje te doen of een spel op te zetten met een aantal kinderen en hen daarna zelf verder te laten spelen. Op de plek zijn, waar de kinderen zijn om tijdig het gedrag te corrigeren. Een time-out op de bank is op de Belhamel de enige bestraffende maatregel. De lengte en frequentie ervan verschilt per leeftijd en per kind.
auteur
portefeuillehouder
autorisatie dir
l.jochemsen
a.vermeulen
o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. 4
PED-bel05
PEDAGOGISCHE WERKWIJZE DE BELHAMEL pagina 5 van 9 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
Het overdragen van waarden en normen We leggen de nadruk op respect hebben voor de ander en voor de omgeving. Respect voor de ander laten we zien door te vertellen wat we doen en waarom. We vegen geen neus af zonder dit te vragen aan het kind en laten het zoveel mogelijk door het kind zelf doen. Ook bij de allerjongsten leggen we uit wat we gaan doen. Ook bij een bestraffende maatregel leggen we uit wat we gaan doen voordat je handelt, zodat het kind weet wat er gaat gebeuren: “ik ga je even op de bank zetten, want….”. Als pedagogisch medewerker laten we voorbeeldgedrag zien, zoals letten op je eigen taalgebruik en niet over hoofden van kinderen praten. Dit is een belangrijk onderdeel van het overbrengen van waarden en normen. Zelf een positieve houding en uitstraling hebben door non-verbale uitingen, een kind aankijken als hij/zij met je praat: actief aandacht hebben. We proberen ons bewust te zijn dat we de wereld door onze eigen gekleurde bril zien. De verschillende competenties van elke pedagogische medewerkster maken ons ook aanvullend op elkaar. Luisteren naar elkaar is een vorm van respect tonen voor de ander. We hebben aandacht voor een kind dat zich pijn heeft gedaan, ook al kan het dit nog niet verbaal uiten. We hebben belangstelling voor de verhalen die kinderen vertellen over thuis, over opa, de poes of het bezoek aan de dierentuin. We moedigen kinderen aan elkaar te helpen, bv. met schoenen aandoen of spulletjes in je kastje leggen. We stimuleren kinderen elkaar om hulp te vragen. Bijvoorbeeld het open en dicht doen van het BSO hekje voor elkaar. Nieuwe kinderen in de groep worden geïntroduceerd. We verwelkomen elkaar door samen met de andere kinderen te praten met en over de nieuwkomer. Op de BSO stimuleren we de kinderen zelf de nieuwkomers op de hoogte te brengen van het dagelijks reilen en zeilen op de groep. Een aantal kinderen in het kinderdagverblijf hebben een dieet. Tijdens de maaltijd wordt aan de andere kinderen verteld waarom dit zo is. Dit doen we spelenderwijs. Ook leren we kinderen mensen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen te respecteren. Niet ieder heeft dezelfde capaciteiten en mogelijkheden als de ander. Niet elkaar uitlachen omdat iemand er anders uitziet, maar uitleg geven of het kind vragen om dit zelf toe te lichten. Het kind krijgt hier een sterk zelfbeeld van. We focussen op wat een kind goed kan i.p.v. de aandacht te richten op de beperking. We maken kinderen duidelijk wanneer ze grenzen overschrijden (een ander pijn doen of storen, spullen kapot maken, spel dat gevaar oplevert, liegen, pesten etc). Als er grenzen worden overschreden laten we de (mogelijke) gevolgen van dit gedrag zien en bespreken dit. We doen dit d.m.v. de Gordon methode. Gevoelens en emoties als boosheid en verdriet geven we een plek door te vragen en te benoemen wat we zien gebeuren. We stimuleren kinderen om ruzies uit te praten en hoe dit moet gebeuren: 'sorry' zeggen of een hand geven. De pedagogisch medewerkster heeft bij jonge kinderen (1-4 jaar) hierin een rol als vertaler. Bij de BSO is ze meer een bemiddelaar, waarna kinderen het zelfstandig kunnen uitpraten. Naast respect hebben voor elkaar gaan we gaan netjes om met speelgoed en andere spullen. We wijzen kinderen erop dat we niet met speelgoed gooien of expres dingen stuk maken. Als kinderen speelgoed meenemen van thuis, wijzen we kinderen erop dat andere kinderen uit de groep daar mogelijk ook mee willen spelen. Als het kind dat niet wil, mag het zijn/haar speelgoed in zijn eigen kastje leggen. We hebben zorg en aandacht hebben voor alles wat er groeit en bloeit. We proberen dit naar de kinderen over te dragen. We vangen een wesp met een glas, we bekijken de wesp en brengen hem naar buiten. We laten blaadjes aan de bomen en struiken zitten. Betekenisvolle activiteiten in een leerrijke omgeving Dagelijks wordt gekozen welke activiteit op de eigen groep wordt aangeboden, en welke activiteiten in de hal, stoei of buiten worden aangeboden. We spelen zoveel mogelijk in op wat de kinderen bezighoudt. Dit doen we door te reageren op dat wat de kinderen vertellen of in hun spel laten zien. Van hieruit proberen we spel op gang te brengen of een activiteit aan te bieden. We
auteur
portefeuillehouder
autorisatie dir
l.jochemsen
a.vermeulen
o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. 4
PED-bel05
PEDAGOGISCHE WERKWIJZE DE BELHAMEL pagina 6 van 9 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
nodigen kinderen uit voor activiteiten, maar dwingen ze niet. Pedagogisch medewerksters zorgen dat er een aanbod is voor ' elk wat wils', grof/fijn motorisch, muzikaal, handvaardig, kringspel, etc. We bieden ook activiteiten aan vanuit een thema waar we op dat moment aan werken. We proberen wel op alle verschillende ontwikkelingsgebieden activiteiten aan te bieden. Creatief, lekker om te doen, zonder dat het einddoel vastligt Constructief, meer planmatig toewerken naar een einddoel Cognitief, activiteiten waarbij het verstand voorop staat Sociaal, voor en met elkaar, samenwerking of zelfstandig iets laten doen Motorisch, bewegend actief zijn. Op de groep is de mogelijkheid om kleine knutselactiviteiten te doen, en (motorische) activiteiten als puzzelen en bouwen met constructiemateriaal. We streven ernaar dagelijks naar buiten te gaan, ook als het weer wat minder mooi is. Het spelen in bijvoorbeeld regen en/of in schemer draagt bij aan het ontdekken van nieuwe situaties en opdoen van nieuwe ervaringen. De Belhamel heeft naast de stamgroepen een hal die met name door het KDV multifunctioneel wordt gebruikt. De centrale hal dient als ontmoetingsplek, hier kunnen de kinderen elkaar opzoeken en (vrij) spelen met elkaar. Daarnaast worden er creatieve, muziek en voorleesactiviteiten aangeboden. De hal wordt ook gebruikt om met alle kinderen van KDV en BSO een feest te vieren, bv. een kerstlunch. Verder is er een stoeiruimte waar kinderen (onder begeleiding van een pedagogisch medewerkster) lekker met hun lijf bezig kunnen zijn. Hier wordt o.a. de (senso)motorische ontwikkeling gestimuleerd. Er worden grof motorische activiteiten gedaan, zoals klimmen, springen en gymmen. De BSO kinderen gebruiken de ruimte graag om zich na school lichamelijk uit te leven, maar ook om bv. tenten te bouwen. Kinderparticipatie We willen kinderen als evenwaardig zien en ze zoveel mogelijk overal bij betrekken. Ze zijn onderdeel van de leefgemeenschap die we als Belhamels zijn. Dit betekent niet dat zij gelijk staan aan de volwassenen maar wel dat ze even –waardig zijn. Voorwaarden hiervoor zijn; respect voor het kind, dat wat ze zeggen en doen dat het kind gelijkwaardig wordt behandeld dat het kind serieus wordt genomen dat het kind overal bij betrokken worden dat het kind geaccepteerd wordt zoals het is dat het kind in zijn waarde wordt gelaten dat het kind veiligheid wordt geboden We bieden kinderen de ruimte om ze hetzelfde te laten doen als wij doen; was vouwen fruit schillen en fruithappen maken pannenkoeken bakken vaatwasser in en uitruimen/opruimen bladen rondbrengen met de kar tafels en stoelen schoonmaken speelgoed opruimen, spullen naar de schuur brengen boodschappen doen We luisteren naar de mening van kinderen, die zij kunnen uitspreken of via non verbale signalen kunnen uitdrukken. We bieden verschillende activiteiten aan waaruit de kinderen zelf een keuze kunnen maken. We proberen aan te sluiten op onderwerpen die bij de kinderen leven. BSO specifieke onderdelen in de werkwijze Binnen kindercentrum de Belhamel is BSO ’t Kraaiennest gevestigd. Wij bieden hier ruimte aan max. 20 kinderen per dag. De BSO is op de eerste verdieping en is verdeeld over drie ruimtes. Een eetruimte waar ook de mogelijkheid is om een spelletje te doen, een gecombineerde ruimte met verschillende speelhoeken, bijv. een knutsel- en een bouwhoek en een stoeiruimte.
auteur
portefeuillehouder
autorisatie dir
l.jochemsen
a.vermeulen
o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. 4
PED-bel05
PEDAGOGISCHE WERKWIJZE DE BELHAMEL pagina 7 van 9 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
De nadruk ligt bij ’t Kraaiennest op saamhorigheid, met daarbij voor ieder individuele kind de mogelijkheid om zijn eigen spel/ activiteit te kiezen. We realiseren ons dat kinderen op school vaak al zo veel “moeten”en we vinden het dus heel belangrijk dat dit hier niet hoeft. We nodigen kinderen wel uit ergens aan mee te doen, maar dwingen nooit! We werken graag vanuit een thema. Dit thema kan ingebracht worden door de pedagogisch medewerker, maar leuker nog vinden wij het als een thema voortkomt uit dingen die de kinderen bezig houden. Een thema is bij ons niet leidend. Als een kind tijdens een thema iets compleet anders bedenkt, dan staan wij hier ook voor open. Wij zitten in hun belevingswereld, zij niet in de onze. Bij het werken met een thema kan het voorkomen dat de computer gebruikt wordt om informatie of een kleurplaat te zoeken over het thema. De kinderen maken geen zelfstandig gebruik van de computer. De saamhorigheid op ’t Kraaiennest is vooral terug te vinden in onze tafel momenten. Bij het eten wordt er niet gestart voordat alle kinderen elkaar een hand gegeven hebben en elkaar gezien hebben. Door dit ritueel ontstaat er rust en het besef van wie er allemaal zijn. Ook het drinkmoment in de middag bestaat uit herkenbare stappen en duidelijke afspraken. De kinderen weten hierdoor waar ze aan toe zijn en ook dat brengt rust aan tafel. Wij vinden het heel belangrijk dat elk kind gezien wordt en zich ook gezien voelt. Bij het ronddelen van het drinken wordt elk kind ook bij de naam genoemd. Wat kinderen leren door de duidelijke stappen is dat ze door hun eigen gedrag ook verantwoordelijk zijn voor de hele groep. Bijv. “als ik niet stil zit,kunnen er geen bekers uitgedeeld worden”, dus gaan we niet door naar de volgende stap. Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor onze stoeiruimte. We hebben hier geen vaste afspraken over het aantal kinderen dat in de stoeiruimte mag, maar laten deze dagelijks afhangen van het gedrag van de kinderen. Er wordt dan in overleg met de kinderen een afspraak gemaakt waar op dat moment behoefte aan is. De afspraken die er wel zijn hangen samen met de veiligheid. Ook op ’t Kraaiennest proberen we kinderen zoveel mogelijk zelf de oplossingen voor hun problemen te laten bedenken. Dit geldt voor als er iets niet lukt in het spel maar zeker ook bij onderlinge conflicten. De pedagogisch medewerker neemt hier geen leidende maar een begeleidende rol op zich. Wel leren we kinderen “stop hou op! ” te zeggen als ze iets niet leuk vinden of als ze geplaagd worden. Hier moet ook iedereen naar luisteren. Van pestgedrag (uitgaand van de beschrijving in het pestprotocol) is geen sprake op ‘t Kraaiennest. Mocht dit wel een keer aan de orde zijn wordt er conform het pestprotocol gehandeld. In alle gevallen praat de pedagogisch medewerker met alle betrokken kinderen over wat er gebeurd is, de gevolgen en de oplossing. Wanneer de veiligheid in het geding is, wordt hier uiteraard vanaf geweken. Dan handelen we eerst en praten we later.
Vierogenprincipe Het vierogenprincipe houdt in dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht als die op enig moment alleen is met de groep. Het vierogenprincipe geldt vooralsnog alleen voor dagopvang. Op het KDV van de Belhamel zijn alle ruimtes gedurende de dag vrij toegankelijk. Tijdens tafelmomenten zijn de deuren vaak gesloten om de rust op de groep te bewaren. Naast deze tafelmomenten staan de deuren meestal open, daarmee het open karakter van de Belhamel benadrukkend. Er komen gedurende de dag verschillende mensen op de groep, naast de pedagogisch medewerkers. Denk daarbij aan de huishoudelijk medewerker, het locatiehoofd, ouders en collega’s. Verder zijn de groepsruimtes voorzien van glas waardoor er zicht is op de groep. Op de slaapkamers hebben we de beschikking over een babyfoon. Op de momenten dat de kindbezetting laag is, bijvoorbeeld tijdens breng- en haalmomenten, wordt er vaak op de hal gespeeld.
auteur
portefeuillehouder
autorisatie dir
l.jochemsen
a.vermeulen
o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. 4
PED-bel05
PEDAGOGISCHE WERKWIJZE DE BELHAMEL pagina 8 van 9 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
Op de BSO is er de afspraak dat alle deuren niet afgesloten worden. Alle ruimtes zijn vrij toegankelijk. Ook op de BSO komen er regelmatig andere mensen op de groep. Naast deze fysieke maatregelen geldt voor de Belhamel dat er een open, eerlijke en professionele sfeer heerst waarbij er de gelegenheid is elkaar aan te spreken op het professioneel handelen en gedrag ten opzichte van de kinderen. Bij vermoedens en signalen van grensoverschrijdend gedrag wordt het locatiehoofd ingeschakeld en zal er onderzocht worden of er maatregelen nodig zijn. Achterwachtregeling Kinderdagverblijf de Belhamel is geopend van maandag tot en met vrijdag van 7.45 tot 18.15. Bij vroege opvang van 7.30- 7.45 Voor de vroege opvang op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag is één pedagogisch medewerkster aanwezig. Dat is voldoende gezien het aantal kinderen dat er per dag gebruik van maakt. Mocht er voorschoolse opvang voor de BSO- groep plaats vinden dan is er van de BSO- groep één pedagogisch medewerkster aanwezig De huismeesters zijn telefonisch bereikbaar en kunnen binnen 10 minuten op de belhamel aanwezig zijn. Het locatie hoofd is alert op de achterwachtfunctie en ook zij kan binnen 10 min op de Belhamel zijn. Tussen 7.45 en 18.15 Er zijn 3 groepen kinderdagverblijf en 1 BSO- groep in het pand gevestigd. Bij een normale kindbezetting is er om 7.45 van iedere kinderdagverblijfgroep één pedagogisch medewerkster aanwezig Mocht het voorkomen dat er door lage kindbezetting tussen 7.45 en 8.15 maar één pedagogisch medewerker in het pand aanwezig is, dan geldt ook dan dat de huismeesters en het locatiehoofd een achterwachtfunctie hebben en binnen 10 minuten op de locatie aanwezig kunnen zijn. De tweede pedagogisch medewerker start dan om 8.15. Om 8.45 is het team compleet. Bij late opvang van 18.15-18.30 Voor de late opvang is er als er aanvragen zijn één pedagogisch medewerkster. Dat is voldoende gezien het aantal kinderen dat er gebruik van maakt. Het locatiehoofd is alert op de achterwachtfunctie en zij kan binnen 10 min op de Belhamel zijn. De achterwacht regeling hangt op een centrale plek op kantoor. Ook is de achterwachtregeling terug te vinden op de W-schijf. Telefoonnummers Huismeester en locatiehoofd Thijs van Tongeren 06-10027706 Bert Vinckx 06-40339239 Linda Jochemsen 06-10027705 Noodtelefoon 06-10027713
3.
EVALUATIE Op de Belhamel werken we met een pedagogische werkgroep. Uit elke groep zit een pedagogisch medewerker in de werkgroep naast het lokatiehoofd. Deze werkgroep heeft deze werkwijze beschreven aan de hand van het bestaande pedagogische profiel. Jaarlijks organiseren we een thema-avond waarbij 1 onderwerp uit de pedagogische werkwijze met het hele team wordt besproken. De pedagogische werkgroep evalueert 1x per jaar de pedagogische werkwijze met input vanuit het team. Mocht blijken dat er grote aanpassingen nodig zijn dan wordt dit tijdens een locatieoverleg besproken.
auteur
portefeuillehouder
autorisatie dir
l.jochemsen
a.vermeulen
o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. 4
PED-bel05
PEDAGOGISCHE WERKWIJZE DE BELHAMEL pagina 9 van 9 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
.
auteur
portefeuillehouder
autorisatie dir
l.jochemsen
a.vermeulen
o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. 4