PED-bel21 PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BOFKONTJES pagina 1 van 6 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
HOOFDSTUK 1 WAT IS KARAKTERISTIEK VOOR DE BOFKONTJES Kindercentrum de Bofkontjes is in augustus 2010 ontstaan door de overname van twee peuterspeelzalen, de Pomhorst en de Kaboutertuin, van welzijnsorganisatie Solidez. Karakteristiek voor de Bofkontjes is dat het een Spelenderwijs locatie betreft, die halve dagopvang biedt. Alle ochtenden zijn we open van 8.00 tot 13.00 uur. Er zijn 2 stamgroepen voor peuters van 2 tot 4 jaar. Hier kunnen kinderen vanuit verschillende achtergronden elkaar ontmoeten, met elkaar spelen en leren. Er zijn kinderen van werkende en niet-werkende ouders. En er zijn kinderen met een zogenaamde VVE-indicatie, die extra aandacht en begeleiding krijgen. VVE is de afkorting voor Vooren Vroegschoolse educatie. We werken op de Bofkontjes met de VVE methode Piramide. Dit is een speelse educatieve methode die jonge kinderen optimaal in hun ontwikkeling stimuleert. Alle kinderen hebben hier profijt van en we kunnen kinderen die zich minder goed ontwikkelen extra ondersteunen. Door een ‘slimme’ combinatie van activiteiten krijgen de kinderen in een veilige omgeving grip op de wereld. We maken daarvoor gebruik van de Piramide projectboeken. Deze bieden mogelijkheden voor verschillende activiteiten, ideeën, liedjes en suggesties voor inrichting van de verschillende hoeken op de groep. Daarnaast biedt Piramide volop ruimte voor eigen inbreng en initiatieven van Pedagogisch medewerkers (PM) en de kinderen. [ Bron: Cito] Naast de PM’s zetten we VVE consulenten in. Deze consulenten worden extra ingezet vanuit Solidez ter ondersteuning van de kinderen met een VVE indicatie. De VVE consulenten zijn aanwezig tussen 9 en 11 uur ’s morgens. Zij bieden ondersteuning in de vorm van spelbegeleiding en tutoring op de groep en zo nodig ook spelbegeleiding in de thuissituatie. Wij werken graag met stagiaires. Ook is de Bofkontjes op dit moment één van de twee locaties van Kinderopvang Wageningen waar gewerkt wordt met inzet van een vrijwilliger. Deze vrijwilliger is één ochtend in de week aanwezig op de rode groep.
HOOFDSTUK 2 DE PEDAGOGISCHE PRAKTIJK De kinderopvang moet bijdragen aan een gezonde en goede ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving. In de wet Kinderopvang staan daarom 4 opvoedingsdoelen die geformuleerd werden door professor J.M.A. Riksen-Walraven. Op de site van het Nederlands Jeugdinstituut is meer informatie te vinden over deze 4 opvoedingsdoelen, zie www.nji.nl Dossier Kinderopvang- pedagogische kwaliteit -Pedagogische doelen). Bij de Bofkontjes vertalen we deze opvoedingsdoelen op de volgende manier naar de praktijk.
Emotionele veiligheid Een kind dat zich emotioneel veilig voelt is in staat om zich goed te ontwikkelen. We zorgen met elkaar voor een veilige hechting, voor geborgenheid en voorspelbaarheid, structuur in de dag, vaste en sensitieve PM, rituelen en vieringen. Op iedere stamgroep werken vaste PM’s op vaste dagdelen. Een kind wordt bij plaatsing altijd gekoppeld aan een vaste PM. Deze PM zal in eerste instantie het aanspreekpunt voor de ouders zijn. Zij zal het kennismakingsgesprek houden, de wenperiode afspreken, de evaluatie na drie maanden houden, de jaarlijkse observatie uitvoeren en het oudergesprek met de ouders voeren over de ontwikkeling van het kind. Als het kind 3 jaar en 9 maanden is zal deze PM het overdrachtsformulier voor de basisschool invullen en aan de ouders meegeven. Daarnaast zullen ook de andere PM’s van de eigen stamgroep het kind verzorgen. Bij ziekt en vakanties van de vaste PM’s maken we gebruik van onze algemene invalpool. We streven ernaar om zoveel mogelijk met dezelfde invallers te werken. Als er een invalkracht wordt ingezet laten we hen zoveel mogelijk op een late dienst werken zodat er bij het begin van de dag altijd een bekend gezicht voor de kinderen op de groep staat. We zorgen voor een vaste dagindeling om structuur en houvast te bieden. We maken daarvoor o.a. gebruik van pictogrammen die aan de muur in de kring hangen, maar ook o.a. bij de toiletjes. Dit zijn onze dagritme kaarten. We werken met een wasknijper die de kinderen na ieder onderdeel kunnen verzetten. Kinderen weten dan precies wat zij al hebben gedaan die ochtend
auteur
portefeuillehouder a.vermeulen
autorisatie dir o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. v02
PED-bel21 PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BOFKONTJES pagina 2 van 6 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
en wat er nog komen gaat. Er zijn duidelijke huisregels vastgelegd in een locatiegebonden document en ter inzage bij het locatiehoofd. Zowel kinderen als PM houden zich aan deze regels. Ook dit is een onderdeel van de VVE methode van Piramide. Als we overgaan naar een andere activiteit, introduceren we dat met een liedje. Kinderen weten precies wat er van hen verwacht wordt als ze een bepaald liedje horen, bijv. bij het opruimliedje. We werken met thema’s. Ieder thema duurt vier weken, de vierde week kan ook ingezet worden als thema vrije week. In deze thema vrije week kunnen we het thema waarin we aan het werk zijn met de kinderen nog verder uitdiepen. Anderzijds bereiden we in de thema vrije week met elkaar het nieuwe thema voor. Bij de Bofkontjes behandelen we per jaar 10 thema’s. Bij plaatsing van kinderen houden we rekening met specifieke omstandigheden zoals de samenstelling van de groep. We streven naar een evenredige verdeling van kinderen met en kinderen zonder indicatie voor VVE. Dat betekent concreet een verdeling van 7 geïndiceerde en 7 niet geïndiceerde kinderen per dagdeel per stamgroep. We hebben veel aandacht voor de wenperiode voor het kind gaat starten. Als het nieuwe kindje een VVE indicatie heeft gekregen via het consultatiebureau vindt eerst het kennismakingsgesprek plaats bij de Bofkontjes. Vervolgens gaat de VVE consulent op huisbezoek. De eerste keer na het kennismakingsgesprek kan het kind samen met de ouder komen wennen op de groep waar het kind geplaatst is. Daarna volgt er nog een aantal uren waarop het kind kan komen wennen zonder dat de ouder erbij blijft. We bieden ouders dan altijd de mogelijkheid om te bellen om te horen hoe het met hun kind gaat, ook als het kind officieel gestart is.
Persoonlijke competentie: Ieder kind is autonoom en heeft een eigen identiteit die nog volop in ontwikkeling is. Een kind is in staat om zijn eigen persoonlijke vaardigheden goed te ontwikkelen en beschikt over vaardigheden die leeftijdsadequaat zijn. Het kind heeft zelfvertrouwen en durft zichzelf te zijn. Het kind is in staat zelf initiatieven te nemen en [kleine] problemen op te lossen. De taal en spraak zijn goed ontwikkeld evenals de grove en fijne motoriek. Wij zorgen met elkaar voor een uitdagende omgeving waarin ieder kind de mogelijkheid krijgt de genoemde vaardigheden zo goed mogelijk te ontwikkelen. We scheppen een omgeving die tegemoet komt aan het verlangen en de nieuwsgierigheid van kinderen om op verkenning te gaan, nieuwe dingen te ontdekken en zich zo de wereld om hen heen eigen te maken. We richten de stamgroepruimte zo in dat er verschillende hoeken ontstaan. In deze hoeken zorgen we voor voldoende en gevarieerd spelmateriaal dat aansluit bij de belevingswereld van kinderen. We bieden afwisseling in rustige en actieve activiteiten. Denk hierbij aan knutselen met verf, lijm, potloden, krijt en knippen, maar ook zingen, voorlezen tijdens de kringmomenten, en muziek maken en bewegingsactiviteiten in de fietszaal. Bij alle activiteiten leggen we een relatie met het thema van dat moment. Naast de stamgroepen en fietszaal hebben we ook een grote buitenruimte waar kinderen heerlijk kunnen rennen, springen, fietsen, en met zand kunnen spelen. We bieden bij de Bofkontjes verschillende mogelijkheden in een stimulerende omgeving om de kinderen zich zo optimaal mogelijk te kunnen laten ontwikkelen. In de persoonlijke ontwikkeling spelen ook taal en spraak een belangrijke rol. Er is een aantal kinderen die een VVE indicatie hebben op het gebied van de taal/spraakontwikkeling. Daarom is het bij ons extra belangrijk om hier voldoende aandacht aan te besteden. Zo spreken we altijd duidelijk en correct Nederlands tegen de kinderen. Zo nodig herhalen we zinnen i.p.v. deze te verbeteren. Ook anderstalige kinderen spreken we in het Nederlands aan. Activiteiten begeleiden we met taal. We maken hierbij gebruik van verhalen en liedjes. De kinderen vormen een kleurrijke groep. Behalve Nederlandse kinderen hebben we ook veel kinderen die uit allerlei delen van de wereld afkomstig zijn. Ook daarom proberen we de taalontwikkeling zo goed mogelijk te stimuleren. Dat doen we bijv. door uitgebreide kringmomenten, met veel aandacht voor het thema wat op dat moment speelt. Daarnaast zijn er extra momenten vóór de kring waarin de VVE consulenten extra begeleiding en ondersteuning
auteur
portefeuillehouder a.vermeulen
autorisatie dir o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. v02
PED-bel21 PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BOFKONTJES pagina 3 van 6 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
geven aan de kinderen in de vorm van bijv. extra spelbegeleiding of tutoring op de groep. De VVE consulent kan een kind ook extra helpen met een individuele taal-activiteit in een aparte ruimte.
Sociale Competenties Als een kind vertrouwen heeft in zichzelf, kan het de volgende stap nemen: vertrouwen krijgen in de ander. De basis om de sociale competentie te ontwikkelen is het hulp vragen en hulp ontvangen, je kunnen verplaatsen in de gevoelens van andere kinderen en gevoelens van anderen kunnen aanvoelen. Sociaal competente kinderen maken samen plezier en genieten van het contact. Als de groep hiervoor de mogelijkheden biedt kunnen kinderen hier op een goede manier hun weg in vinden. Bij de Bofkontjes zorgen zowel de PM als de VVE consulenten voor een goede basis door met elkaar een gezellige sfeer op de groep te creëren. We moedigen kinderen aan om samen dingen te doen, zoals samen spelen in bijv. de bouw- of huishoek. Ook samen eten en drinken vinden we belangrijk. Dit doen we altijd met elkaar aan tafel. Ook gaan we samen in de kring en samen knutselen. We kiezen er ook regelmatig voor om activiteiten aan te bieden in de kleine kring. Hierbij houden we rekening met de leeftijd van het kind. Een peuter van net twee jaar heeft een kortere spanningsboog en minder concentratievermogen dan een kind van bijna vier jaar. Knutselen mag, maar moet niet. We stimuleren kinderen wel om aan dergelijke activiteiten deel te nemen, maar we verplichten dit niet! Dit geldt ook voor het zindelijk worden van kinderen. We stimuleren kinderen om met elkaar mee te gaan naar het toilet en om kennis te maken met het plassen op het kindertoilet, maar we kunnen kinderen niet zindelijk maken! We leren kinderen begrip te hebben voor de ander, bijv. als een ander kindje verdriet heeft of juist ergens heel erg blij om is. Dit doen we door te benoemen wat we bij het kind zien en dit met elkaar te bespreken. We leren kinderen rekening te houden met elkaar. Bijv. door het delen van speelgoed en door samen te spelen. Ook dit is heel leeftijdsafhankelijk. Een kind van bijna 4 jaar kan makkelijker delen dan een kind van twee dat net in de groep komt. Die vaardigheid moet het kind nog leren. We leren kinderen om zelf conflicten op te lossen, door hen te stimuleren zelf aan te geven of zij iets wel of niet leuk vinden. Dit houden we als PM goed in de gaten door de kinderen te observeren en goed naar hen te luisteren. Samen proberen we dan tot een oplossing voor het conflict te komen. Natuurlijk hebben we bij de Bofkontjes bepaalde [huis] regels. Hier moet iedereen zich aan houden. Bijv. tijdens het eten en drinken zitten we aan tafel . We blijven zitten tot we allemaal klaar zijn, daarna gaan we van tafel af. Tegelijkertijd gaan we wel flexibel met regels om. Bijv. als een kind nog erg jong is om wat langer aan tafel te blijven zitten. Dit leggen we dan wel uit aan de oudere peuters op de groep. Kinderen zijn kinderen, niemand is hetzelfde en ook het gedrag van kinderen is verschillend. Soms vertonen kinderen ongewenst gedrag. We vinden het belangrijk nooit het kind af te keuren, maar alleen het gedrag wat het vertoont . Allereerst zullen we gewenst gedrag altijd belonen, daarnaast zullen we natuurlijk ongewenst gedrag corrigeren. We leggen alleen zoveel mogelijk de nadruk op dat wat het kind goed doet en niet op dat wat het kind niet goed doet! Daarnaast geven we kinderen voldoende ruimte om hun eigen identiteit te ontwikkelen: wie ben ik, wat kan ik, hoe zit ik in elkaar, wat vind ik leuk en waar liggen mijn mogelijkheden.
auteur
Overdracht van normen en waarden We gaan bewust om met onze eigen normen en waarden en die van de organisatie. Dit is een voorwaarde om normen en waarden over te kunnen dragen naar de kinderen. Een PM en VVE consulent hebben altijd een voorbeeldfunctie en moeten daarom het goede voorbeeld geven. Hierbij letten we altijd op wat we zeggen tegen elkaar. We praten met elkaar en schreeuwen niet. We respecteren elkaar om wie we zijn en oordelen niet. We accepteren geen agressief gedrag en grijpen direct in bij gevaarlijke situaties. Kinderen mogen elkaar geen pijn doen! Pestgedrag accepteren we niet, we benoemen wat dit bij de ander kan doen. Er zijn kinderen vanuit heel portefeuillehouder a.vermeulen
autorisatie dir o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. v02
PED-bel21 PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BOFKONTJES pagina 4 van 6 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
veel verschillende culturen binnen de Bofkontjes. We leren kinderen respect te hebben voor elkaar, voor elkaar open te staan, met elkaar te delen en van elkaar te leren. Betekenisvolle activiteiten in een leerrijke omgeving Bij de Bofkontjes werken we met het VVE programma van Piramide. Gedurende de 40 per jaar weken dat we open zijn, zorgen we voor een themagericht aanbod van activiteiten. De thema’s, die aan bod komen zijn heel divers. Elk thema duurt ongeveer vier weken. We richten de groepsruimte zo in dat de kinderen overal met het thema in aanraking komen. Denk aan bijv. een huis hoek, een bouw hoek, een natte hoek, een ontdekhoek, thematafel etc. Na de grote vakantie en kerstvakantie starten we altijd met het thema ‘Welkom’. Daarnaast zijn er heel veel verschillende thema’s zoals bijv. Ziek en gezond, Mensen jij en ik, Verkeer, Kunstschatten, Vormen en kleuren en natuurlijk de seizoenen. In alle thema’s komen de meeste ontwikkelingsgebieden aan bod, zoals persoonlijkheidsontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, morele ontwikkeling en, zoals Piramide het noemt speelwerkgedrag. Maar ook motorische ontwikkeling, kunstzinnige ontwikkeling, taalontwikkeling, ontwikkelen van waarnemen, denken en rekenen en oriëntatie op ruimte en tijd en wereldverkenning komen aan bod. De ontwikkelingsgebieden zijn gekoppeld aan tussendoelen, zoals: zelfredzaamheid, autonomie, zelfvertrouwen, weerbaarheid, welbevinden, omgaan met gevoelens, relatie met anderen en identiteit in persoonlijke en emotionele ontwikkeling. In het werken met thema’s bieden we activiteiten aan om deze tussendoelen te bereiken. Bijv.: motorische ontwikkeling: balanceren, klimmen, hardlopen, springen. de taalontwikkeling: taalgebruik, woordenschat, begrijpend luisteren, deelname aan gesprekken en vertellen. bij Piramide wordt gesproken over speelwerkgedrag. Hieronder vallen bijv. leergierigheid, initiatief, motivatie, creativiteit, concentratie en fantasiespel. rekenen, denken en waarnemen: kleur, vorm, classificeren, grootte en meten. ruimte: het eigen lichaam, oriënteren in de ruimte. tijd: bijv. het dagritme. wereldverkenning: bijv. gezondheid en verkeer. Deze informatie over het toepassen van de ontwikkelingsgebieden in het thema werken zijn te vinden in de themaboeken van Piramide Peuters van Cito.Met gerichte activiteiten uit het thema kunnen de PM en de VVE consulenten werken om de tussendoelen te bereiken. Bij de activiteiten in de themaboeken staat beschreven welke ontwikkelingsdoelen behandeld worden en waar de PM en de VVE consulenten met de kinderen aan werken. Op deze manier komt alles aan bod en komen kinderen overal mee in aanraking. Zo bieden we alle kinderen het grootst mogelijke aanbod aan betekenisvolle activiteiten en zorgen we voor een leerrijke omgeving. VVE en Spelenderwijs De Bofkontjes is één van de vier Spelenderwijs locaties in Wageningen. Op Spelenderwijs locaties vangen we kinderen van 2 tot 4 jaar op en werken we met de VVE methode Piramide. Met deze methode bieden we kinderen optimale ontwikkelingskansen. Hat consultatiebureau bepaalt of een kind een VVE indicatie krijgt. Het bureau verwijst kinderen door naar een Spelenderwijs locatie. Bij het plaatsen van de kinderen streven we naar een evenwichtige samenstelling van de groep, d.w.z. bij een maximum van 14 peuters per groep hanteren we de richtlijn van 7 reguliere peuters en maximaal 7 peuters met VVE indicatie. Op de groep werken we standaard met twee PM’s, waarvan er minimaal één volledig is opgeleid voor het werken met een VVE methode en de tweede PM minimaal de opleiding Vversterk gevolgd heeft. Bij de Bofkontjes werken in totaal zeven PM’s. Vier van hen hebben een Piramide opleiding, twee van hem zijn in opleiding voor de VVEmethode Startblokken en een PM heeft de opleiding VVersterk. We werken daarnaast met twee VVE consulenten. Zij bieden extra begeleiding en ondersteuning aan de kinderen met een VVE indicatie, maar ook aan de ouders van de VVE kinderen. De consulent heeft bovendien een adviserende en ondersteunende rol voor de PM’s en het locatiehoofd. Er zijn bijna iedere dag twee VVE consulenten aanwezig, op ieder stamgroep één, van ongeveer 9 tot 11 uur. Daarnaast begeleiden de VVE consulenten de geïndiceerde kinderen en hun ouders zo nodig en zo mogelijk ook in de thuissituatie. auteur
portefeuillehouder a.vermeulen
autorisatie dir o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. v02
PED-bel21 PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BOFKONTJES pagina 5 van 6 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
Er is regelmatig overleg tussen de PM en de VVE consulenten over de ontwikkeling van de kinderen. De uitkomst van dat overleg is medebepalend voor het activiteiten aanbod. Kinderen met een VVE indicatie worden, behalve tijdens de jaarlijkse regulier observaties door de PM, ook geobserveerd door de VVE consulenten. De consulent maakt een handelingsplan voor deze kinderen om de ontwikkeling van het kind te volgen en vast te leggen en nieuwe activiteiten daarop aan te passen. Kinderparticipatie Bij de Bofkontjes kijken we altijd eerst naar het kind. Wat heeft een kind nodig, waar liggen zijn interesses. We bieden kinderen verschillende mogelijkheden en activiteiten gedurende de ochtend. We stimuleren kinderen mee te doen aan de activiteiten die we hen aanbieden. Zeker jonge kinderen mogen nog zelf weten of ze wel of niet mee willen doen aan een [knutsel] activiteit. Dit moet allemaal wel binnen de regels van de Bofkontjes vallen. Kinderen kunnen niet alles zelf bepalen, hier sturen we als PM wel in. Als het gaat om de thema’s van Piramide kijken we ook naar wat er leeft bij kinderen en spelen in op hun behoeften. Zo bestaat er bijv. in de themaboeken van Piramide geen thema over de Winter. Maar als het sneeuwt passen we het lopende thema zo aan dat er ruimte ontstaat om met de kinderen naar buiten te gaan en met sneeuw te spelen. We vinden buiten spelen belangrijk, we benaderen buiten spelen positief en motiveren kinderen altijd om lekker naar buiten te gaan, ook als het koud is. Zo scheppen we ook mogelijkheden om grof motorisch spel aan te bieden. Kinderen hebben de vrijheid om bij binnenkomst, tussen 8 en 9 uur ’s morgens, te kiezen waar ze gaan spelen. Of aan tafel een leuke activiteit of toch liever bouwen in de bouwhoek bijv. Vierogenprincipe Het vierogenprincipe houdt in dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht als die op enig moment alleen is met de groep. Het vierogenprincipe geldt vooralsnog alleen voor dagopvang. De Bofkontjes is alleen in de ochtend geopend van 8.00-13.00 uur. Om 8.00 uur begint er op iedere stamgroep één pedagogisch medewerker. Er zijn dus altijd twee pedagogisch medewerkers in het gebouw. Tussen 8.00 en 9.00 uur worden de kinderen gebracht. In deze tijd zijn er ook altijd ouders op de groep aanwezig. Om 8.45 uur komt de tweede pedagogisch medewerker. Tot 13.00 uur zijn er altijd twee pedagogisch medewerkers op de groep aanwezig. De groepen zijn aan de gang kant voorzien van glas. Je kunt dus altijd goed naar binnen kijken. Naast de pedagogisch medewerkers is er op iedere groep tevens een VVE consulent aanwezig. Deze is meestal tot 11.00 uur extra op de stamgroepen, daarna staan er tot 13.00 uur twee pedagogisch medewerkers. Achterwachtregeling Bij de Bofkontjes is een achterwachtregeling op maat afgesproken. Een achterwacht is een extra volwassene die op de achtergrond aanwezig is en die ingeschakeld kan worden als dit nodig is. Deze achterwachtregeling ligt vast in een locatiegebonden document en is voor ouders ter inzage beschikbaar bij het locatiehoofd. Ouderbetrokkenheid Bij het werken met een VVE methode is ouderbetrokkenheid van groot belang. We laten zien welke activiteiten we aanbieden op onze locatie en wat ouders zelf thuis met hun kind kunnen doen. We willen ouders graag deelgenoot maken van de leefwereld van hun kind bij de Bofkontjes. Daarom vinden we het belangrijk om ouders hier op een goede manier over te informeren en met hen hierover in gesprek te gaan. Op dit moment zien we de ouderbetrokkenheid vooral terug in hand en span diensten bij de Bofkontjes. Dit uit zich in de jaarlijkse schoonmaakavond, het begeleiden van uitstapjes naar de BBLTHK tijdens de nationale voorleesdagen, maar ook helpen bij het Paasontbijt of de Kerstlunch. Dit willen we uitbreiden naar koffie- en inloop ochtenden. Ongeveer eens in de maand bij de introductie van het nieuwe thema nodigen we ouders uit om nog even bij hun kind te blijven spelen. De nieuwe thema brieven liggen op tafel en de PM en VVE consulenten lichten de thema brieven mondeling toe onder het genot van een kopje koffie of thee. Als we ouders persoonlijk even spreken auteur
portefeuillehouder a.vermeulen
autorisatie dir o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. v02
PED-bel21 PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BOFKONTJES pagina 6 van 6 Interne referentie OHB: Procesverantwoordelijke:
op een ander moment dan alleen tijdens het korte breng- of haal moment, kunnen we inhoudelijk meer vertellen over hoe we met de kinderen werken rond het actuele thema. Dit kunnen we dan meteen door trekken naar de thuissituatie: wat kunnen ouders hun kind bieden rondom het thema als zij thuis aan het spelen zijn. Een inloop/ koffie ochtend leent zich hier uitstekend voor. Ook het locatiehoofd zal aanwezig zijn tijdens deze inloop ochtenden om zo de ouders beter te leren kennen en als hoofd meer toegankelijk te zijn voor vragen e.d.
HOOFDSTUK 3 EVALUATIE Deze pedagogische werkwijze is de eerste officiële versie voor de Bofkontjes. Deze werkwijze is onze leidraad voor ons pedagogisch handelen. Natuurlijk is het belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven over ons pedagogisch handelen. Doen we wat we zeggen, en zeggen we wat we doen? Met name in de groepsoverleggen wordt altijd aandacht besteed aan kindbesprekingen. Wat hebben kinderen nodig, hoe handelen we hierin, wat kunnen we toevoegen, wat beter weglaten. Hoe passen we een handelingsplan hierop aan etc. etc. We dragen er zorg voor dat ieder kind een aantal keren per jaar aan bod komt in een kindbespreking. De pedagogische werkwijze evalueren we jaarlijks. Ook behandelen we tijdens een thema bijeenkomst een onderwerp uit onze pedagogische werkwijze. Tijdens deze bijeenkomst discussiëren we met elkaar over het gekozen onderwerp. Hieruit kan een nieuwe of verbeterde zienswijze naar voren komen die maakt dat we onze pedagogische werkwijze. Willen aanpassen. Ook kunnen er aanpassingen nodig zijn in onze huisregels. Eventuele aanpassingen worden na overleg in het team voorgelegd aan de LOC .
auteur
portefeuillehouder a.vermeulen
autorisatie dir o.bakker
geldig m.i.v. 14-08-2014
versie nr. v02