Participeren, iedereen kan het! bijlagenboek gemeente Roermond, februari 2012
BMP advies Hans Jansen Wim Seegers Postbus 259 5550 AG Valkenswaard www.bmpadvies.nl KvK 53420977
Bijlagen 1.
Afkortingen
1
2.
Geraadpleegde literatuur
2
3.
Lijst met gesprekspartners
3
4.
Soorten en benamingen van begeleiding
4
5.
Dagbesteding in Roermond
6
6.
Het Bestuursakkoord 2011-2015
7
7.
Toelichting op de fasering
11
8.
Toegangsbepaling
14
9.
Integratie van dagvoorzieningen
15
10.
Stand van zaken PGB
16
bijlagenboek
1. Veel gebruikte afkortingen
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BGG
Begeleiding groep
BGI
Begeleiding individueel
BH
Behandeling
DAC
Dagactiviteitencentrum
DBO
Dagbesteding
DVO
Dagopvang voor volwassenen
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
KDC
Kinderdagcentrum voor verstandelijk gehandicapte kinderen
LG
Lichamelijk gehandicapt
LVG
Licht verstandelijk gehandicapt
PG
Psychogeriatrische problematiek bijvoorbeeld dementie en Alzheimer
Pgb
Persoonsgebonden budget
PV
Persoonlijke Verzorging
SOM
Somatische grondslag
UWV
Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen
VB
Verblijf
VG
Verstandelijk gehandicapt
VP
Verpleging
Wajong
Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
WIJ
Wet Investeren in Jongeren
Wmo
Wet maatschappelijke ondersteuning
Wsw
Wet sociale werkvoorziening
WWnV
Wet Werken naar Vermogen
ZG
Zintuiglijk gehandicapt, zowel visuele als auditieve handicaps
ZIN
Zorg in natura
ZMLK
School voor zeer moeilijk lerende kinderen
ZZP
ZorgZwaartePakket
Gemeente Roermond – februari 2012
1
Participeren, iedereen kan het!
2. Geraadpleegde literatuur
BMC groep Anders met Minder in de WMO De toekomst van de langdurige zorg, nieuwe perspectieven op de AWBZ Bureau HHM Cliëntgroepen extramurale AWBZ begeleiding deel I en deel II Begrippenboek begeleiding in de AWBZ Verkennend onderzoek overheveling begeleiding Centrum Indicatiestelling zorg Basisrapportage Roermond 2011 Begeleiding AWBZ Nederland peildatum 1 april 2010 Begeleiding AWBZ Roermond peildatum 1 april 2010 Begeleiding in beeld Beleidsmonitor eerste en tweede halfjaar 2010 Indicatiewijzer 4.1 en 5.0 Pakketmaatregelen monitor 2010 Wie is de cliënt Gemeente Roermond Kerntakenboek Gemeente Roermond Meedoen naar vermogen, op weg naar de participatiesamenleving Plan van aanpak ‘Kanteling’ Roermond Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Programmabrief langdurige zorg, 1 juni 2011 Welzijn Nieuwe Stijl Movisie Activeren door participeren Krachtgerichte Sociale Zorg, sociaal werk in de participatiesamenleving Op zoek naar duurzame zorg, vitale coalities tussen formele en informele zorg Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling Burgerkracht, de toekomst van het sociaal werk in Nederland (RMO) Radar AWBZ-begeleiding in de praktijk: kansen op kanteling en samenwerking Research voor Beleid Casusanalyse Research voor Beleid VNG/Gemeenten/Zorgverzekeraars Nederland Bestuursakkoord 2011-2015 Implementatiestrategie en positionering functie begeleiding gemeente Peel en Maas 2011 - 2015 Position paper: het PGB in de Wmo, nu en straks Samenwerken aan decentralisatie van begeleiding Verkenning begeleiding Amsterdam
Gemeente Roermond – februari 2012
2
bijlagenboek
3. Lijst met gesprekspartners
Westrom
de heer Kunnen mevrouw Raaymakers
De Zorgondersteuner
de heer Peeters
Zorggroep Midden en Noord-Limburg
mevrouw Hogema de heer Jutten
Rubicon Jeugdzorg
mevrouw van Aarssen
Bureau Jeugdzorg
mevrouw le Sage mevrouw Vrancken
Mensana
mevrouw Simons-Michels mevrouw de Jager de heer Mevis
Moveoo
de heer Suilen
Wel.kom
mevrouw Houwers mevrouw Wilms
Proteion
de heer Ploegman
MEE
de heer Bertrams mevrouw Gommans
CIZ
mevrouw Walraven mevrouw Verlinden
Gemeente Roermond – februari 2012
3
Participeren, iedereen kan het!
4. Soorten en benamingen van begeleiding
Het huidige aanbod is op een sectorale manier georganiseerd. Zo zijn er bijvoorbeeld instellingen die specifiek zorg en begeleiding leveren aan verstandelijk gehandicapten of andere die zorg leveren aan psychiatrische patiënten. Een aanbieder kan wel een toelating hebben voor meerdere sectoren maar dat betreft dan veelal slechts voor een deel van de zorg. Het mengen van doelgroepen, bijvoorbeeld in dagbestedingtrajecten komt nauwelijks voor. Begeleiding wordt gegeven in een waaier van verschillende zettingen. Het aanbod bestaat enerzijds uit door het zorgkantoor gecontracteerde instellingen en anderzijds uit particulier gefinancierde organisaties waar cliënten met een PGB gebruik van kunnen maken of die als onderaannemer van een AWBZ aanbieder werken. De meest bekende vormen zijn: • • • • • • • • • • • • • • •
Dagopvang in verpleeg en verzorgingshuizen Thuiszorgorganisaties onderdeel thuisbegeleiding; Regionale instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW); Reguliere en particuliere instellingen voor begeleid zelfstandig wonen; Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs; Organisaties voor buitenschoolse opvang voor kinderen met een handicap; Medische kinderdagverblijven; Kinderdagcentra voor meervoudig gehandicapte kinderen; Orthopedagogische expertise en behandelcentra (jongeren en jong volwassenen); Verslavingszorg; GGZ-instellingen en daarbij behorende Dagactiviteitencentra met inloopfunctie (DAC’s); Zorgboerderijen voor dagbesteding; Logeerhuizen voor weekend en vakantie opvang voor kinderen/jongeren met een beperking om de ouders te ontlasten; Instelling voor dagbesteding (Reakt); Fokus-woonprojecten.
Voorbeelden van benamingen van hulp die onder de functie Begeleiding vallen. • • • • • • • • • •
Woonbegeleiding of Begeleid zelfstandig wonen (vanaf 18 jaar); Praktische pedagogische thuishulp (kinderen); Praktische pedagogische gezinsbegeleiding (PPG) (kinderen met verstandelijke beperking); Extra ondersteuning op basisschool en crèche; Dagprogramma voor kinderen vanaf 4 jaar die ontheffing van de leerplicht hebben; Begeleiding tijdens voortgezet speciaal onderwijs; Stages in een dagactiviteitencentrum voor jongeren afkomstig uit het speciaal (cluster)onderwijs; Thuisbegeleiding (voorheen: gespecialiseerde gezinsverzorging); Dagactiviteiten (DAC) voor GGZ klanten; Dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking (belevingsgericht/ontwikkelingsgericht/
Gemeente Roermond – februari 2012
4
bijlagenboek
• • • • • • • • • • • • • • •
arbeidgerelateerd); voorbeelden: kaarsenmakerij, eetcafé waar verstandelijk gehandicapten bedienen; Logeerhuizen voor mensen met een verstandelijke beperking (in combinatie met functie Verblijf tijdelijk); Speciale buitenschoolse opvang voor kinderen met een verstandelijke beperking die speciaal onderwijs volgen; Zaterdagopvang voor kinderen met een verstandelijke beperking; Vrijetijdsactiviteiten voor kinderen/volwassenen met een verstandelijke beperking, zoals sport op maatprojecten; Ontmoetingsgroepen en ervaringsgroepen; Belevenis- en uitgaanscentrum voor ernstig verstandelijk beperkten; Vakantieactiviteiten voor verstandelijk gehandicapten; Activerende psychiatrische thuiszorg (langdurend); Inloophuizen; Vervoerskosten in relatie tot Begeleiding en medische noodzaak tot 12 jaar; altijd Begeleiding in hostels beschermde woonvormen voor verslaafden); Begeleiding bij rehabilitatietrajecten voor verslaafden; Beschermd werken (dagactiviteiten).
Gemeente Roermond – februari 2012
5
Participeren, iedereen kan het!
5. Dagbesteding in Roermond
Index G eest elijke G ezon dhe idzorg G GZ
G ehand icap tenz org GZ
Verpleg ing en verz org in g
RIBW NML
Zorg boerderrij Ass elt erh of
D agopvan g RCG
D AC Roermon d
Ateli er Carill ion, Dago pvang
D agopvan g Ronc alli
D agbes tedin g Varrari's hu is Zorgboerderri j As selt erh of
Roerm ond Acti viteitenc entrum H erten
O ntmo etin gsp laats OOR Bejaardens oos D e Terp
Acti viteitenc entrum Pappelhof
D agopvan g Camil lus
Ateli er 37 Ateli er Jeann e Gorris
D agverz orgin g Camil lus hof D agopvan g Herte
Soos voor O uderen
D agopvan g Jan Bapt ist
Acti viteitenc entrum Swalmen Woon begeleidings cent ru m
D agverz orgin g Amaliah of D agverz orgin g Brik ke nhoes
Roerm ond
Zorg boerderij Midd elh of
Gemeente Roermond – februari 2012
6
bijlagenboek
6. Het bestuursakkoord 2011 - 2015
Op donderdag 21 april 2011 hebben het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen overeenstemming bereikt over de inhoud van het bestuursakkoord 2011-2015. Inzet van het bestuursakkoord is om gezamenlijk tot een krachtige, kleine en dienstverlenende overheid te komen. Het overdragen van substantiële taken en verantwoordelijkheden van de rijksoverheid aan de medeoverheden draagt daaraan bij. Deze overdracht versterkt voor gemeenten het dienstverlenende profiel. De voor de gemeenten belangrijkste beleidsterreinen waarop decentralisatie plaatsvindt zijn: • • •
Sociale zekerheid Begeleiding AWBZ Jeugdzorg
Sociale zekerheid Werken naar vermogen De Wet werken naar vermogen (WWnV) wordt 1 jaar later ingevoerd, in casu per 1 januari 2013. De WWnV wordt een brede voorziening met zoveel mogelijk gelijke rechten, plichten én arbeidsmarktkansen voor mensen met arbeidsvermogen die nu nog gebruikmaken van de verschillende regimes van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), Wet werk en bijstand (WWB)/Wet investeren in jongeren (WIJ). De uitkeringsvoorwaarden, financiering, ondersteuning en uitvoering van de huidige regelingen worden met de nieuwe wet zoveel mogelijk gelijk getrokken. Het kabinet is recentelijk met een hoofdlijnennotitie gekomen. Deze notitie schetst, binnen de kaders van het regeer- en gedoogakkoord, op hoofdlijnen de contouren van deze wet en geeft daarnaast aan hoe het kabinet ervoor wil zorgen dat zoveel mogelijk mensen naar vermogen gaan meedoen: • • •
mensen die nu nog niet werken maar dat wel kunnen te prikkelen om te gaan werken; gemeenten meer ruimte te geven hen daarbij te ondersteunen; werkgevers te stimuleren deze mensen in dienst te nemen.
En er zijn forse bezuinigingen op dit beleidsterrein ingeboekt. De WWnV wordt een brede voorziening met zoveel mogelijk gelijke rechten, plichten en arbeidsmarktkansen voor mensen met een (gedeeltelijk) arbeidsvermogen die nu nog gebruik maken van de verschillende regimes van de WSW, Wet Wajong en WWB/WIJ. Het uitgangspunt is dat iedereen naar vermogen werkt: • • • •
bij voorkeur bij een reguliere werkgever; hierbij is ondersteuning of begeleiding beschikbaar voor personen die dat nodig hebben; verder kan loondispensatie ingezet worden voor mensen die nog niet volledig zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen.
WSW
Gemeente Roermond – februari 2012
7
Participeren, iedereen kan het!
De WSW wordt flink aangescherpt. Alleen personen die aangewezen zijn op beschut werk komen nog in aanmerking voor deze regeling. Personen die nu reeds onder de WSW vallen, behouden hun recht. Er wordt flink bezuinigd op de Rijksbijdrage WSW terwijl de rechten van de huidige populatie in stand worden gehouden. Wajong De Wajong blijft bestaan voor personen die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. De instroom zal flink gereduceerd worden. Het UWV blijft deze regeling uitvoeren. De indicaties voor zowel de WSW als de Wajong worden aangescherpt, dit wordt uitgevoerd door UWV Werkbedrijf. De verwachting is dat de druk op de WWnV toeneemt. Bovenlokale uitvoering Op 1 januari 2013 zal de WWnV bovenlokaal uitgevoerd moeten worden. Dat betekent dat gemeenten de samenwerking met elkaar moeten opzoeken voor wat betreft de uitvoering van de WWnV. Indien gemeenten hieraan geen passende invulling geven, zal het Rijk bepalen hoe dit wordt georganiseerd. Redesign UWV Daarnaast heeft ook het UWV Werkbedrijf te maken met enorme bezuinigingen en zullen de vestigingen in aantal beperkt worden (van 100 naar 30). Dit gaat gepaard met een verlies aan banen van 6.000 (van de huidige 17.000). UWV gaat zich meer richten op digitalisering van de dienstverlening. De klant wordt in de toekomst gedurende de eerste 3 tot 6 maanden niet gesproken. Slechts voor een klein gedeelte (10%) die nog geen werk heeft in de periode daarna, vindt wel persoonlijk contact plaats. Dit gaat onder de noemer ‘Redesign UWV’. Overhevelen AWBZ-functie Begeleiding naar WMO De activiteiten die onder de extramurale AWBZ-functie Begeleiding vallen, worden onder de compensatieplicht van de WMO gebracht. Dit is inclusief het vervoer dat aan de begeleidingsactiviteiten verbonden is. De extramurale begeleiding voor Jeugd wordt budgettair betrokken bij de (taakstelling samenhangend met) de thans aan de orde zijnde decentralisatie. In het regeerakkoord is afgesproken dat gemeenten vanaf 2013 verantwoordelijk zijn voor die mensen die voor het eerst of opnieuw een beroep doen op begeleiding en dat gemeenten vanaf 2014 verantwoordelijk zijn voor alle mensen die in aanmerking komen voor begeleiding. Rijk en VNG zullen onderzoeken of het PGB (persoonsgebonden budget), zoals dat nu in de AWBZ en WMO mogelijk, de gemeente belemmert om de WMO doelmatig en doeltreffend te organiseren. Het ligt in ieder geval in de rede om de door het Rijk voorgenomen (beperkende) voorwaarden ten aanzien van het “solide PGB”1 uit hoofde van de AWBZ (wettelijk) door te vertalen naar de WMO. Samenvatting belangrijkste resultaten op dit dossier: • Bestaande rechten worden niet overgeheveld. Dit geeft gemeenten beleidsvrijheid om burgers op passende wijze te compenseren. Als uit onderzoek blijkt dat jurisprudentie de Kanteling van de WMO belemmert, treden VNG en Rijk in overleg;
1
Het solide PGB staat voor de beoogde veranderingen die de rijksoverheid in de PGB regeling wil doorvoeren als gevolg van de malversaties en frauduleuze praktijken die zich in het recente verleden hebben voorgedaan.
Gemeente Roermond – februari 2012
8
bijlagenboek
• • • • • •
• • • •
Bij de voorbereiding op de nieuwe taken werken het ministerie van VWS en de VNG samen in een op te zetten transitiebureau; De verplichte aanbesteding zou komen te vervallen indien de Eerste Kamer instemt met de initiatiefvoorstellen Leijten2 die de wet dichtregelen; Rijk en VNG onderzoeken of het PGB geen onredelijke beperking oplevert voor de doelen van de WMO; Het toezicht door de inspectie op huishoudelijke hulp en begeleiding vervalt en het Rijk ziet af van verticaal toezicht; Aanvullend op het regeerakkoord worden ook de hulpmiddelen en de inloopfunctie GGZ naar de WMO gedecentraliseerd; Er is een heldere rekenregel afgesproken voor het bepalen van het over te hevelen budget. Het budget blijft ook na overheveling geïndexeerd. De bezuiniging op de overgehevelde middelen bedraagt 5%. Hiermee wordt een onevenredige korting voorkomen. In het regeerakkoord was nog sprake van een bezuiniging van 140 miljoen euro onafhankelijk van het totale budget; Een onafhankelijke instantie onderzoekt of de relevante budgetten volgens de afgesproken rekenregel daadwerkelijk worden overgedragen; De huishoudelijke hulp wordt met 2,38% geïndexeerd. Eerder ging het Rijk uit van 1,5%; De omvang en verdeling van het budget wordt jaarlijks gemonitord; Er komt een onafhankelijk onderzoek naar de vrijvallende uitvoeringskosten in de AWBZ. De vrijvallende middelen worden overgeheveld naar gemeenten. Daarnaast betaalt het Rijk in totaal 55 miljoen euro structureel voor de uitvoeringskosten van begeleiding en jeugdzorg.
Decentralisatie Jeugdzorg Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de gehele zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Doordat de verschillende onderdelen van de jeugdzorg bij elkaar worden gebracht op en rond plaatsen waar jeugdigen en gezinnen vaak komen, zal integrale ondersteuning en zorg dicht bij huis makkelijker tot stand komen. Het gaat niet alleen om het verleggen van verantwoordelijkheid maar vooral ook om een nieuwe opbouw van een inhoudelijk fundament van de ondersteuning en zorg voor jeugdigen en/of hun opvoeders binnen hun sociale context met waar nodig een integrale aanpak van de problematiek. Het systeem kan veel simpeler en moet prikkels bevatten om de nadruk te leggen op (collectieve) preventie en ondersteuning in een vroegtijdig stadium. Samenvatting belangrijkste resultaten op dit dossier: •
• •
Er komt een nieuw wettelijk kader waarin het wettelijk recht op jeugdzorg verdwijnt. Dit komt zoveel mogelijk tegemoet aan de wens van maximale beleidsvrijheid voor gemeenten; Uitgangspunt is dat alle zorg overgaat. Ook jeugdbescherming, jeugdreclassering en bijzondere groepen gaan in principe over naar gemeenten; De mate van toezicht is afhankelijk van zorgzwaarte en/of mate van ingrijpen, dus licht als licht kan;
2
Het initiatiefvoorstel van het kamerlid Leijten (SP) beoogt via een wijziging van WMO de verplichte aanbesteding van huishoudelijke verzorging te beëindigen.
Gemeente Roermond – februari 2012
9
Participeren, iedereen kan het!
• •
• • • •
•
Rijk, IPO en VNG stellen een transitieplan op met afspraken over de fasering. Uiterlijk in 2016 moet de decentralisatie zijn afgerond; Er is een rekenmethode afgesproken voor het bepalen van het over te hevelen budget. Bij de vaststelling van het budget wordt uitgegaan van de in voorgaande jaren begrote en gerealiseerde budgetten. Deze bedragen worden geïndexeerd. De uitname van 90 miljoen euro uit het provinciefonds voor de jeugdzorg gaat naar gemeenten; Een onafhankelijke instantie toetst of de juiste budgetten worden overgeheveld; De taakstelling van 300 miljoen euro moet worden gerealiseerd in 2017. De middelen worden uitgekeerd via een decentralisatie-uitkering; Er komt een onafhankelijk onderzoek naar de vrijvallende uitvoeringskosten in de jeugdzorg. De vrijvallende middelen worden overgeheveld naar gemeenten. Daarnaast betaalt het Rijk in totaal 55 miljoen euro structureel voor de uitvoeringskosten van begeleiding en jeugdzorg; Incidenteel stelt het Rijk 64 miljoen euro beschikbaar voor de invoeringskosten.
Zowel VNG en Rijk gaan er inmiddels vanuit dat er voldoende overeenstemming is over het bestuursakkoord en dat betekent dat het wetgevend traject kan worden ingezet. Op het moment van samenstelling van deze nota zijn er echter nog geen behandeltermijnen in respectievelijk 2e en 1e kamer bekend gemaakt. Gelet op de ervaringen bij eerdere decentralisaties moet er rekening mee worden gehouden dat pas kort voor de feitelijke inwerkingtreding het definitieve kader helder zal zijn. Vanwege de complexiteit van de problematiek en de vele voorbereidingen die moeten worden getroffen, kiest de gemeente Weert er voor nu voortvarend met de uitwerking van het Bestuursakkoord aan de slag te gaan.
Gemeente Roermond – februari 2012
10
bijlagenboek
7. Toelichting op de fasering
Fase I: klaar voor de start; (de transitie) Gemeente:(voor uitwerking zie deel 4 van de nota) •
•
•
•
• •
•
De gemeente neemt de regie over het hele domein. De gemeente is vanuit de WMO (en als onafhankelijke partij in de 'markt') bij uitstek in staat zorgaanbieders, welzijns-, vrijwilligers- en mantelzorgorganisaties aan tafel te krijgen en het bouwen aan gezamenlijke arrangementen te stimuleren. Overigens betekent het nemen van de regie niet persé het zelf uitvoeren of laten uitvoeren van activiteiten. Ook het stimuleren, faciliteren en coördineren van initiatieven uit het veld kan hieronder vallen. De gemeente zorgt voor een heldere visie. De gemeente maakt duidelijk welke doelgroepen knelpunten ondervinden en welke beleidsproblemen prioriteit krijgen. Als het beleid helder is kunnen de verschillende partijen hierop inspelen en een bijdrage leveren aan het tot stand brengen van inclusief beleid. De gemeente versterkt de samenwerking rond de WMO. Aanbieders en maatschappelijke organisaties worden op hun verantwoordelijkheid aangesproken. De gemeente brengt formele en informele zorg bij elkaar. In toenemende mate wordt ondersteuning door mantelzorgers en vrijwilligers geboden. Om van deze twee vormen van zorg een goed samenspel te maken, is het belangrijk dat er gezamenlijke afspraken worden gemaakt over aansluiting van de formele en informele zorg. De gemeente informeert maatschappelijke partners en burgers over de veranderingen. De gemeente stroomlijnt de toeleiding. De eerste stap in de zoektocht van cliënten naar ondersteuning blijkt cruciaal te zijn. Als het daar niet lukt zijn veel cliënten geneigd af te haken. Dit maakt het belangrijk dat cliënten een duidelijke ingang tot zorg hebben, dat er een goede doorverwijsfunctie bestaat en een warme overdracht wordt georganiseerd, waar dat nodig is. De gemeente zorgt voor (contracteert) ondersteuning en respijtzorg. De druk op mantelzorgers neemt toe. Om te voorkomen dat zwaardere zorg nodig is of dat mantelzorgers moeten stoppen met werken is het belangrijk dat er voldoende mogelijkheden zijn voor mantelzorgers om even op adem te komen van hun zorgtaak. Professionals:
•
• •
De professional verlegt z’n core business van uitvoerder van begeleiding naar ondersteuning van de cliënt, z’n omgeving, de informele zorg en lager gekwalificeerde beroepskrachten. De professional sluit aan op het probleemoplossend vermogen van de cliënt en zijn cliëntsysteem. Ondersteunen in plaats van overnemen. De professional doorbreekt de sectorale benadering van cliënt en zoekt met andere partijen samenwerking op de voor de cliënt belangrijke domeinen zoals wonen, werk en welzijn. De professional werkt samen met collega-professionals en de informele zorg op wijk- gemeentelijk en regionaal niveau.
Gemeente Roermond – februari 2012
11
Participeren, iedereen kan het!
•
De professional organiseert een flexibel aanbod waarin BGI en BGG in optimale samenhang worden geboden en respijtzorg naadloos kan aansluiten op de informele zorg. (Burger)maatschappij:
•
• • • •
Het middenveld (de informele en vrijwilligerszorg binnen tal van organisaties op het terrein van welzijn, hulpverlening, cultuur, sport en participatie) wordt nevengeschikt aan de professional. Het middenveld wordt vroegtijdig betrokken bij het samenstellen van de van het wijkaanbod. Het maatschappelijk middenveld pakt het principe “iedere burger is een vrijwilliger” centraal en gecoördineerd op. De burger is geïnformeerd over de WMO-nieuwe stijl en heeft kennis van zijn eigen rol en het gewijzigde aanbod. De burger wordt ondersteund in z’n probleemoplossend vermogen en in contact gebracht met het middenveld.
Fase II eigen verantwoordelijkheid eerst Gemeente: • •
• • •
De gemeente voert integraal beleid op wonen, welzijn, zorg en werk. De gemeente geeft maximale ruimte aan de georganiseerde informele zorg en de professionals om op wijkniveau rond de burger een netwerk van voorzieningen te realiseren. De gemeente stimuleert en faciliteert initiatieven waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de burger voorop staat. De gemeente zorgt voor programmalijnen en projecten die de gehele gemeente omvatten en een sluitend netwerk van sociale verbanden tot doel hebben. De gemeente bouwt het vanuit de gemeente gecontracteerde collectieve en individuele aanbod fasegewijs af ten faveure van door burgers opgezette initiatieven en draagt de verantwoordelijkheid over. Professionals:
• • • •
De professional ondersteunt het burgerinitiatief in collectieve arrangementen waarin de burger de leiding neemt. De professional onderscheidt zich op kwaliteit van dienstverlening en veelzijdigheid. De professional verlaat de instelling en zoekt de burger in de wijk op. De professional ondersteunt het maatschappelijk middenveld in de groei tot een volwaardige WMO partner onder het motto “help mij het zelf te doen”. (Burger)maatschappij:
• • •
Het middenveld speelt een cruciale rol in de ondersteuning van burgers met beperkingen. De burger weet de weg in de gekantelde WMO. De burger neemt initiatief tot het ontwikkelen van nieuwe diensten en producten.
Fase III participeren is de regel
Gemeente Roermond – februari 2012
12
bijlagenboek
Gemeente: •
• • •
De gemeente staat op afstand en burgers hebben de ruimte om, binnen het gemeentelijk beleid en de financiële kaders, invulling te geven aan hun behoeften. De gemeente blijft de regie voeren. De gemeente stimuleert het burgerinitiatief en geeft (ook financiële) ruimte aan zelfsturing. De gemeente heeft de schotten tussen de beleidsdomeinen geslecht en ieder burger kan naar eigen mogelijkheden z’n bijdrage aan de samenleving leveren. De gemeente houdt een vangnet operationeel voor burgers die onvoldoende mogelijkheden hebben om in de openbare ruimte te participeren. Professionals:
• • •
De professional staat volledig in dienst van de burger en het middenveld. De professional is zodanig georganiseerd dat maatwerk op elke moment mogelijk is. De professional is volledig geïntegreerd in sociale verbanden die uit burgerinitiatieven voortkomen. (Burger)maatschappij:
• • •
Het middenveld is volledig geëmancipeerd en vormt de spil van de samenleving. De burger participeert ook in de organisatorische verbanden die noodzakelijk zijn om de sociale netwerken te laten functioneren. Het burgerinitiatief neemt de sturing over van de gemeente en de aanbieders.
Gemeente Roermond – februari 2012
13
Participeren, iedereen kan het!
8. Toegangsbepaling
Uitgangspunt is dat de toegang zo laagdrempelig mogelijk wordt vormgegeven en onnodige bureaucratie wordt voorkomen. Het gaat hierbij om de vraag of voor alle vormen van begeleiding toegangsbepaling nodig is of dat sommige vormen van begeleiding een geheel open karakter krijgen/hebben. Vervolgens is dan de vraag waar de grens ligt tussen vrij toegankelijk en een of andere vorm van toegangsbepaling. Bij de toegangsbepaling is vervolgens aan de orde wie de bevoegdheid krijgt om die toegang te regelen. Het onderstaande schema kan bij de discussie behulpzaam zijn. Wijze van toegang bepalen
Begeleiding in groepsverband Ontmoeten
Activeren
Educatie
Begeleiding individueel Arbeid
Matig beperkt
Ernstig beperkt
Vervoer
Tijdelijk verblijf
Meervoudig gehandicapt
Open karakter/vrij toegankelijk Toegangsbepaling door aanbieder Toegangsbepaling door sociaal wijkteam Toegangsbepaling door WMO consulent Toegangsbepaling na expertiseonderzoek*
indien nodig
indien nodig
* = via WMO consulent
In het schema zijn als voorbeeld opties weergegeven. Overleg is noodzakelijk om te bepalen of dit aansluit bij het gemeentelijk beleid. Van boven naar beneden wordt een steeds zwaardere procedure doorlopen. De uitleg die bij het schema gegeven kan worden is dat slechts in die gevallen een indicatieprocedure (dus met medische advisering , volledige inventarisatie van beperkingen en weging van oplossingen) nodig is als er sprake is van zeer complexe situaties of een zeer schraal en kostbaar aanbod. In dat geval loopt de indicatieprocedure via de WMO consulent die, evenals nu het geval is, expertise kan inzetten. In alle andere gevallen kan de toegang geregeld worden via de aanbieder of het sociaal wijkteam (de term sociaal wijkteam kan ook vervangen worden door een structuur die in de gemeente gebruikelijk is mits die dicht bij de burger is georganiseerd). Een uitzondering wordt gemaakt voor vervoer. Vervoer is binnen de AWBZ zodanig geregeld dat in theorie iedere burger met matige en zware beperkingen aanspraak kan maken op vervoer bij groepsbegeleiding (niet bij BGI). Er bestaan geen specifieke kenmerken waaraan je kunt differentiëren. Het feit dat niet alle deelnemers van BGG gebruik maken van vervoer komt voornamelijk doordat ze daar zelf niet om gevraagd hebben. Vervoer kan dus het beste aansluiten bij het huidige Wmo vervoersbeleid, dus met beoordeling van de noodzaak door de Wmo consulent.
Gemeente Roermond – februari 2012
14
bijlagenboek
9. Integratie van dagvoorzieningen
Dagvoorzieningen kennen binnen de AWBZ vier doelstellingen, namelijk ontmoeting, activiteit, educatie en arbeidvervanging. Bij het integreren van dagvoorzieningen is het verstandig om niet lukraak doelgroepen te mixen maar goed te kijken naar de belevingswereld van de deelnemers. Daarnaast kan gekeken worden welke onderdelen dagvoorzieningen kunnen worden gecombineerd. Hierbij kan het doel van participatie leidend zijn. In de onderstaande figuur is dit weergegeven. Bijvoorbeeld kan dagbesteding voor dementerende ouderen en dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking worden gecombineerd. Leidend hierbij is: • • •
De belevingswereld van beide doelgroepen ligt dicht bij elkaar; Het doel ontmoeten en het doel activiteiten kunnen in samenhang voor beide doelgroepen worden georganiseerd; De eisen die gesteld worden aan het soort accommodatie lopen niet ver uiteen.
Dagbesteding integreren op doel Doelgroep
SOM PG VG
Ontmoeten
Activiteiten
GGZ LG
Educatief
Arbeidsmatig
Gemeente Roermond – februari 2012
15
Participeren, iedereen kan het!
10. Stand van zaken PGB
De Rijksoverheid beperkt per 1-1-2012, dus nog voor de transitie van de functie Begeleiding naar de WMO, fors het gebruik van het PGB. Mensen kunnen alleen nog een PGB aanvragen als ze een indicatie hebben voor verblijf in een zorginstelling. Het kabinet neemt deze maatregel om het PGB betaalbaar te houden. De kabinetsmaatregelen houden in: •
•
Mensen die op dit moment een PGB hebben zonder verblijfsindicatie gebaseerd op een indicatiebesluit met een geldigheid tot na 1 januari 2014, behouden het PGB tot 1 januari 2014. Dit geldt ten dele ook bij een eventuele herindicatie. Bij een herindicatie die gedaan wordt voor 1 januari 2013 wordt een PGB tot 1 januari 2014 voor andere functies dan begeleiding mogelijk. Voor de functie Begeleiding wordt een herindicatiebesluit afgegeven met een looptijd niet langer dan tot 1 januari 2013 en dus wordt het PGB ook tot uiterlijk 1 januari 2013 verstrekt. Daarna zijn deze mensen aangewezen op de begeleiding, zoals aangeboden door de gemeente waar ze wonen. Het is dan aan de gemeente om wel of niet een PGB te verstrekken. Wie geen PGB meer kan aanvragen (dus bij zorg zonder verblijf), heeft recht ZIN of kan gebruik maken van de “Vergoedingsregeling persoonlijke zorg”. Bij ZIN bepaalt de zorgaanbieder in overleg hoe mensen de zorg ontvangen. De toegang tot de “Vergoedingsregeling persoonlijke zorg” is aanzienlijk moeilijker dan de oude PGB regeling. Mensen moeten aan 3 eisenkaders voldoen: Er moet een onderbouwd zorgplan of budgetplan zijn; Er moet bewijs zijn dat de zorg die u wilt niet door een instelling in natura kan worden geleverd; De zorgbehoefte moet groter zijn dan 10 uur per week. PGB in de jeugdzorg (wet jeugdzorg en AWBZ) Als Bureau Jeugdzorg van mening is dat zorgverlening door middel van een PGB om welke reden dan ook geen kans van slagen (meer) heeft, dient BJZ een andere vorm van zorgverlening te zoeken, ook als het daarmee tegen de wens van de minderjarige en zijn ouders ingaat. De hulp die Bureau Jeugdzorg in dit verband biedt, is niet vrijblijvend. Momenteel verstrekt het BJZ slechts weinig PGB’s. De problemen zijn meestal zodanig dat het niet verantwoord is de inzet van begeleiding over te laten aan de ouders c.q. voogd. Uiteraard wordt er in overleg en op basis van het onderzoek besproken op welk soort begeleiding de jeugdige is aangewezen. PGB in de AWBZ (boven 18 jaar) Het PGB voor de functie Begeleiding (BGI) in de AWBZ voor volwassenen wordt veelvuldig geïndiceerd. De minister heeft inmiddels een beleidswijziging aangekondigd ten aanzien van het verstrekken van PGB in de WMO waar tegen maatschappelijk (maar ook in de 2e Kamer) veel verzet is ontstaan. De verstrekking van PGB’s (AWBZ-breed)is in de voorbije jaren explosief toegenomen en daarmee is voor een deel de inzet van mantelzorg en vrijwilligers te niet gedaan. Op basis van de PGB’s is informele zorg omgezet in formele zorg waarvoor talrijke (bemiddeling)bureautjes en zorginstellingen (op PGB-basis) zijn opgericht.
Gemeente Roermond – februari 2012
16
bijlagenboek
Uit de gesprekken met de zorgaanbieders in Roermond en omgeving blijkt dat er in de AWBZ indicaties (inclusief de functie begeleiding) veel onbenutte ruimte zit. Met andere woorden de zorgaanbieder zet in overleg en met instemming van de cliënt minder of andere hulp in dan is geïndiceerd. Dit is soms het geval vanaf de start van de hulpverlening aan maar veel vaker na verloop van tijd wanneer de cliëntsituatie is verbeterd of de cliënt beter in staat is met zijn beperkingen om te gaan c.q. deze te accepteren. Als er onbenutte ruimte zit in de indicaties voor ZIN is die er dus ook in de indicaties PGB. Bij de PGB is er echter geen instelling die dit constateert omdat de cliënt zelf de budgethouder is. Bij de overheveling van de functie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de WMO verandert de zorgaanspraak in een recht op compensatie. De gemeente kan zelf bepalen op welke wijze zij deze compensatie vorm gaat geven waarbij veel meer een beroep wordt gedaan op collectieve programma’s, de informele zorg en de eigen middelen en mogelijkheden van individuele cliënten. Aangezien een dergelijke afweging vraagt om maatwerk en de feitelijke begeleiding van dag tot dag en in verschijningsvorm steeds weer kan veranderen, is het PGB in algemene zin geen passende financieringsvorm. Uit de cijfers blijkt dat een groot deel van de Begeleiding onder de AWBZ wordt geleverd in ZIN. Slechts 20 % (weliswaar is dit fors gegroeid) wordt middels een PGB geleverd. De belangrijkste waarde van een persoonsgebonden budget ligt in het feit dat de cliënt de zeggenschap krijgen over zijn eigen voorziening heeft en naar eigen inzicht keuzes maakt. Een nadeel is dat het PGB een aanzuigende werking heeft gehad (mantelzorg en vrijwilligerswerk werd betaald werk) en dat het de collectieve voorzieningen ondermijnt. Vooral het tweede aspect staat op gespannen voet met de gekantelde Wmo waarin burgerparticipatie, welzijnsvoorzieningen en collectieve “zorgvoorzieningen” het primaat krijgen. De oorspronkelijke gedachte dat het PGB de zorg en voorzieningen goedkoper zou maken voor de overheid, blijkt niet gegrond te zijn. De ervaringen in de AWBZ hebben geleerd waar het met het PGB mis kan gaan.
Gemeente Roermond – februari 2012
17