Participatienota
College van B&W Appingedam | College van B&W Delfzijl
Ontwikkelingsperspectief Appingedam | Delfzijl - Participatienota
Status: Opdrachtgever: Projectnummer: Auteurs: Groningen
Definitief Gemeente Appingedam en Delfzijl 135 02 drs. R. van Vliet, drs. ing. J. Dijkstra 27 mei 2009
INHOUDSOPGAVE 1
Visie op de toekomst van Appingedam – Delfzijl.................................................. 5 1.1 1.2 1.3 1.4
2
Inleiding ................................................................................................................................................... 5 Visie, ambities en kernkwaliteiten. ........................................................................................................ 6 Opgaven, kansen en bedreigingen. ...................................................................................................... 8 Centrale beleidsthema’s ........................................................................................................................ 9
Economie Appingedam en Delfzijl in regionaal perspectief. .............................. 11 2.1 Eemsdelta: knooppunt op de Noordelijke Ontwikkelingsas ..............................................................11 2.2 Positionering Appingedam en Delfzijl in Noord-Nederland ...............................................................12 2.3 Verbinding met de regio Emden.......................................................................................................... 13 2.4 Prioriteit in verbetering infrastructuur .................................................................................................. 14 2.5 Energie rotonde van Europa................................................................................................................ 15 2.6 Centrum van moderne industrie .......................................................................................................... 16 2.7 Arbeidsmarktbeleid ................................................................................................................................18 2.8 Recreatie en toerisme ..........................................................................................................................19
3
Landschap, kust en zeewering. .......................................................................... 23 3.1 3.2 3.3
4
Sociaal en vitaal: leefbare steden en dorpen...................................................... 27 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
5
Versterken kwaliteit landschap ............................................................................................................ 23 Versterken zeewering ..........................................................................................................................24 Landbouw.............................................................................................................................................. 26
Hoofdlijn van beleid ..............................................................................................................................27 Zorgbehoevende ouderen.................................................................................................................... 30 Mobiele en actieve ouderen................................................................................................................. 31 Leegstand in de dorpen. ...................................................................................................................... 32 Toekomst onderwijs .............................................................................................................................33 Toekomst voorzieningenniveau........................................................................................................... 35 Scenario’s ontwikkeling dorpen ........................................................................................................... 37
Samenwerking Appingedam en Delfzijl: ontwikkelen stedelijk netwerk ............. 41 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Stedelijk netwerk met water als verbinding ........................................................................................41 Winkelcentra ......................................................................................................................................... 45 Woningbouw ......................................................................................................................................... 47 Appingedam.......................................................................................................................................... 50 Delfzijl .................................................................................................................................................... 59 Scenario’s voor de ontwikkeling van de kernen Delfzijl en Appingedam. ........................................ 63
1
2
VOORWOORD De gemeentebesturen van Appingedam en Delfzijl werken samen met Loppersum en Eemsmond in de Eemsdelta regio. De samenwerking richt zich o.a. op wonen en voorzieningen en op arbeidsmarktbeleid. In het kader van deze samenwerking is afgesproken dat Appingedam en Delfzijl een gezamenlijke visie ontwikkelen: het Ontwikkelingsperspectief Appingedam-Delfzijl 2030. Op basis van deze visie willen we komen tot een gezamenlijke Structuurvisie voor het grondgebied van de beide gemeenten. Voor het zo ver is willen we eerst met burgers, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven in gesprek over de toekomst van de beide gemeenten. Daarvoor is deze nota opgesteld. In deze nota hebben we geprobeerd de ontwikkelingen waar beide gemeenten mee te maken hebben zo goed mogelijk in beeld te brengen en vervolgens hebben we gekeken welke keuzes mogelijk zijn. Op deze manier hopen we U als lezer van deze nota te inspireren tot het nadenken over de toekomst van beide gemeenten en tot het formuleren van keuzes. Naast keuzes per thema zijn in deze nota ook integrale ontwikkelingsscenario’s uitgewerkt, we nemen U daarin mee naar het jaar 2030. We gaan met U in gesprek over de toekomst van de beide gemeenten. We organiseren twee informatieavonden: 14 april in Appingedam, van 20.00 tot 22.00 uur in het Wapen van Leiden aan de Wijkstraat 44. 15 april in Delfzijl, van 20.00 tot 22.00 uur in Theater en Congrescentrum De Molenberg, Molenberg 11. Op die avonden geven we een toelichting op de te ontwikkelen visie en op de keuzes die we aan U voorleggen. Vervolgens gaan we met U in gesprek over de verschillende thema’s die in deze nota worden aangedragen. De weken daarna organiseren we vier inloopmarkten: 18 april in de Nicolaikerk, Wijkstraat 32 in Appingedam, van 10.00 uur tot 16.00 uur 21 april in ‘Ons Centrum’, Kerkstraat 52 in Wagenborgen, van 17.00 tot 21.00 uur 22 april in ‘Pro Rege Spijk’, Nesweg 1 in Spijk, van 17.00 tot 21.00 uur 25 april in ‘De Molenberg’, Molenberg 11 in Delfzijl, van 10.00 tot 16.00 uur. Op deze inloopmarkten presenteren we de inhoud van deze nota op borden en panelen. We zijn daarbij aanwezig om toelichting te geven en met U in gesprek te gaan. U krijgt daar een enquêteformulier uitgereikt met de in deze nota genoemde keuzes. Op dat formulier kunt U uw mening kenbaar maken. We kunnen ons voorstellen dat U ideeën heeft die niet benoemd bij de voorgelegde keuzes in deze nota, in dat geval stellen wij het op prijs als u uw ideeën aan ons kenbaar maakt. Dat kan per post: Project Ontwikkelingsperspectief 2030 J. van den Komputplein 10 Postbus 20000 9930 PA Delfzijl. U kunt uw mening ook kenbaar maken op de website: www.perspectief2030.nl. We hopen dat deze nota een goede bijdrage kan leveren aan de discussie over de toekomst van onze beide gemeenten.
Rika Pot, burgemeester van Appingedam Emme Groot, burgemeester van Delfzijl
3
4
1
1.1
VISIE OP DE TOEKOMST VAN APPINGEDAM – DELFZIJL INLEIDING
Behoefte aan gezamenlijke structuurvisie De gemeentebesturen van Appingedam en Delfzijl werken samen met Loppersum en Eemsmond in de Eemsdelta regio. De samenwerking richt zich o.a. op wonen en voorzieningen en op arbeidsmarktbeleid. In het kader van deze samenwerking is afgesproken dat Appingedam en Delfzijl een gezamenlijke visie ontwikkelen voor de stedelijke kernen van beide gemeenten. Op basis van deze visie willen beide gemeenten komen tot een gezamenlijke structuurvisie, conform de Wro 2008, voor het grondgebied van de beide gemeenten. Beide gemeenten willen de samenwerking op alle relevante beleidsterreinen versterken, de ontwikkelingen op elkaar afstemmen en de ruimtelijke ontwikkeling sturen in de gewenste richting. Beide gemeenten hebben te maken met belangrijke opgaven die vragen om een gezamenlijke aanpak. Om te komen tot een structuurvisie wordt eerst het Ontwikkelingsperspectief 2030 opgesteld dat de basis gaat vormen voor de beleidsinzet van de beide gemeenten voor de periode tot 2030. Het Ontwikkelingsperspectief 2030 voorziet behalve in een visie op de ontwikkeling van beide gemeenten ook in een uitvoeringsplan met een financiële onderbouwing. Het Ontwikkelingsperspectief 2030 moet in mei 2009 worden afgerond. Van Participatienota naar Ontwikkelingsperspectief 2030 Ter voorbereiding op dit Ontwikkelingsperspectief 2030 is deze Participatienota opgesteld. De nota gaat over de toekomst van Appingedam en Delfzijl en de beleidskeuzes die daarbij voorliggen. Daarover willen we in gesprek gaan met de burgers, de maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven van Appingedam en Delfzijl. De nota is zo opgesteld dat een ieder wordt uitgenodigd mee te denken over de beleidskeuzes die gemaakt moeten worden, om te komen tot een regio waar het aantrekkelijk is om te wonen, te leven, te werken en te ondernemen. Daarom leggen we in deze nota vragen aan U voor en willen we in gesprek gaan over de mogelijke antwoorden op die vragen en de beleidskeuzes die daaruit voortvloeien. Bij deze Participatienota is een bijlage gevoegd, de Analyse. Hierin vindt U een beschrijving van de ontwikkelingen, de kansen en de bedreigingen voor de gemeenten Appingedam en Delfzijl. De Analyse levert de achtergrond informatie voor de ontwikkelingen en prognoses zoals die in de nota die U nu in handen heeft globaal worden beschreven. Voortbouwen op bestaand beleid Bij het opstellen van een Ontwikkelingsperspectief voor beide gemeenten bouwen we voort op bestaand beleid, maar er komen ook nieuwe beleidslijnen aan bod. Er is daarbij wel sprake van een faseverschil tussen de beide gemeenten. Appingedam beschikt al over een structuurvisie, namelijk de in 2002 vastgestelde Ontwikkelingsvisie Appingedam 2030. Deze visie wordt geëvalueerd en geactualiseerd. Veel van het in de Ontwikkelingsvisie 2030 geformuleerde beleid is nog steeds actueel, echter nieuwe ontwikkelingen, zoals het vrijkomen van de Eendracht locatie en de ontwikkeling van het winkelbestand in de binnenstad, vragen om een actualisatie van de Ontwikkelingsvisie. Nieuwe perspectieven voor Appingedam komen in beeld. De gemeente Delfzijl echter beschikt nog niet over een structuurvisie, hetgeen betekent dat er voor Delfzijl veel meer fundamentele beleidskeuzes aan de orde zijn, dan voor Appingedam. Wel is in 2007 een startdocument voor een integrale toekomstvisie opgesteld onder de titel “Bakens voor Delfzijl”. Dit document biedt belangrijke aangrijpingspunten voor het op te stellen Ontwikkelingsperspectief. Voor de meeste dorpen in de gemeente Delfzijl zijn al wel visies beschikbaar, die in een totaalkader moeten worden geplaatst. Verder is in dit kader het project Wonen en Voorzieningen van de Eemsdelta-regio van belang. De resultaten van dit project worden verwerkt in het op te stellen Ontwikkelingsperspectief 2030, dat in mei 2009 zal worden gepresenteerd.
5
1.2
VISIE, AMBITIES EN KERNKWALITEITEN.
Deze nota vormt de aanzet tot een gezamenlijke beleidsvisie voor de gemeenten Appingedam en Delfzijl. Die beleidsinzet richt zich op de mensen die hier wonen en leven, op de werkgelegenheid, op de voorzieningen, op de kwaliteit van het woon- en leefmilieu en op de ruimtelijke ontwikkeling. Alvorens onze beleidsinzet te bepalen is het goed te benoemen wat wij zien als onze kernkwaliteiten. Of anders gezegd: wat maakt Appingedam en Delfzijl bijzonder, waar zijn we trots op en welke kwaliteiten willen we versterken. We onderscheiden de volgende kernkwaliteiten: !
Maritiem centrum Delfzijl aan de haven met een breed pakket aan regionale voorzieningen.
!
Compacte, dynamische, historische stad Appingedam aan het Damsterdiep, en met een compleet voorzieningenpakket.
!
Moderne distributiehavens, met een sterk cluster van duurzame industrie.
!
Bijzondere woondorpen met ieder een eigen sfeer.
!
Een sociale, vitale en op elkaar betrokken samenleving
!
Ruim en gevarieerd wonen, dichtbij of aan het water.
!
Goede zorgvoorzieningen vlakbij of aan huis.
Onze ambitie is het versterken, dan wel het realiseren van deze kernkwaliteiten. De havenindustrie geeft onze regio een bijzondere uitstraling, het zorgt voor dynamiek en werkgelegenheid. De industrie biedt werk voor een groot aantal werknemers in de havens zelf, maar heeft ook belangrijke afgeleide effecten. Allereerst in de vorm van toeleverende bedrijven, onderhoud- en reparatiebedrijven en dergelijke, daarnaast in de sfeer van voorzieningen (winkels, horeca etc). Het midden- en kleinbedrijf is juist op het gebied van afgeleide werkgelegenheid van groot belang. Stedelijk netwerk De kernen Appingedam en Delfzijl vormen een aaneengesloten stedelijk gebied. Een stedelijk netwerk waarbinnen de bewoners van beide gemeenten gebruik maken van gemeenschappelijke voorzieningen, zoals winkels, scholen en het nieuwe zwembad dat in het tussengebied wordt gebouwd. Het Damsterdiep vormt vanouds de verbinding tussen de beide kernen en kan worden ontwikkeld tot een blauw-groene parkzone in het stedelijk gebied. De beide kernen groeien zowel fysiek, mentaal als bestuurlijk steeds meer naar elkaar toe, toch blijven Appingedam en Delfzijl twee centra met een eigen karakter en identiteit. De beide kernen zorgen voor aantrekkelijke en gevarieerde woonmilieus. Ruim en duurzaam wonen tegen een relatief lage prijs. Woningverbetering, sloop en nieuwbouw zorgen er voor dat de woningvoorraad zowel in omvang als in kwaliteit is afgestemd op de vraag. Stad en landschap samen sterk Het stedelijk netwerk ligt in een bijzonder landschap. Een cultuurhistorisch interessant landschap met mooie wierdendorpen in het noorden, een wegdorpenlandschap met een industrielandschap aan de zuidzijde en een interessante kustzone langs de Eems die veel kansen biedt. De aanpak van de zeewering biedt kansen voor natuurontwikkeling en voor toerisme en recreatie. De recreatieve mogelijkheden van het landschap worden versterkt. De kwaliteit van het wonen in de dorpen wordt verbeterd door het dorpse karakter te versterken. Zo vullen de steden en het omliggende landschap elkaar aan. De mal en de contramal. De steden met een compleet voorzieningenpakket, veel werkgelegenheid en stedelijke woonmilieus. En de dorpen met het omliggende landschap bieden aantrekkelijke recreatie en verblijfsmogelijkheden, gevarieerde, ruime woonmogelijkheden en ontwikkelingskansen voor de landbouw. Delfzijl De bijzondere kracht van Delfzijl schuilt in de oriëntatie op het water: het Damsterdiep, de haven en de Eems. Het maritieme karakter maakt Delfzijl bijzonder en dat willen we verder uitwerken. Daar liggen zeker kansen voor recreatie en toerisme. Maar er moet nog wel wat gebeuren. De verbinding tussen het centrum en de haven moet versterkt, de dijkverhoging biedt hiertoe kansen. Het toeristisch6
recreatief gebruik van de haven kan versterkt worden, bijvoorbeeld door het aanbieden van boottochten, veerverbindingen, rondvaarten, verbeteren passantenhaven, haven belevingsactiviteiten (zelf een havenkraan bedienen). Maritieme evenementen, zoals Delfsail. Ook de relatie met de Eems moet versterkt. Een aantrekkelijk langgerekt stadsstrand, een mooie wandelboulevard, een park achter de dijk met het zeeaquarium en fitness en wellness voorzieningen. De oriëntatie op de Eems en de haven kan ook worden versterkt door vanuit de stad meer uitzicht over het water te bieden, bijvoorbeeld door hoge bebouwing. Het past ook bij het eigenzinnige karakter van Delfzijl om bijzondere, vernieuwende en spraakmakende architectuur te realiseren. Appingedam Appingedam is een dynamische, levendige stad, met een compleet pakket aan voorzieningen voor de regio. Appingedam omarmt haar historie en de ligging aan het Damsterdiep en het Nieuwe Diep. Binnen de historische context ontwikkelt zich de laatste decennia een moderne, compacte stad, met nieuwe ingrepen, zoals het Overdiep, die het centrum versterken. Versterking van die kwaliteiten vindt plaats door zorgvuldige inpassing van nieuwe ontwikkelingen die de centrumfunctie ondersteunen. Versterking van de winkelfunctie van de binnenstad is een belangrijk thema, leegstand tegen gaan en het ontwikkelen van nieuwe functies, zoals op het gebied van kunst, cultuur, ateliers, galeries, culturele evenementen. Het Damsterdiep en het Nieuwe Diep worden beter ontsloten en nodigen uit tot boottochten, kanovaren, rondvaarten van Appingedam naar Delfzijl, Blauwestad, Schildmeer of naar de stad Groningen. Locaties bij de binnenstad, zoals Overdiep, de Eendracht en de gasfabriek krijgen een woon- en recreatie functie, hier zijn leuke stadshavens voor passanten, met mooi wonen daaromheen. Wonen aan het water is voor Appingedam een leidend thema.
7
1.3
OPGAVEN, KANSEN EN BEDREIGINGEN.
Ontwikkeling werkgelegenheid De Eemsdelta regio is een dynamische regio. In de Eemshaven en in het havengebied van Delfzijl wordt de komende tijd fors geïnvesteerd in nieuwe bedrijvigheid. Zowel tijdelijk voor de bouw als structureel ontstaat er nieuwe werkgelegenheid. Voor de komende 5 jaar tijdelijk 3500 arbeidsplaatsen en structureel 1500. Deze nieuwe werkgelegenheid heeft een belangrijk afgeleide effect op de regionale economie. In het kielzog van deze nieuwe bedrijven ontstaan nieuwe kansen voor het midden- en kleinbedrijf, gelieerd aan de industrie en de distributiesector. Het is echter niet allemaal hosanna. De industrie in Delfzijl blijft kwetsbaar voor economische fluctuaties. Naast de vacatures die ontstaan door de nieuwe werkgelegenheid, ontstaan er de komende jaren ook duizenden vacatures in de bestaande industrie, in de zorg en de publieke dienstverlening. De komende 10 jaar gaat ca. 50% van de werknemers in de industrie met pensioen. Het vormt een enorme opgave en uitdaging om deze vacatures te vervullen. Een goed gecoördineerd arbeidsmarktbeleid is van belang. Behalve de industrie liggen er ook kansen op het gebied van toerisme en recreatie, belangrijke voorwaarden zijn aanwezig: Appingedam als toeristisch centrum, de haven en het strand van Delfzijl, mooie dorpen, de Eemsdijk en zeewering, aantrekkelijke vaarroutes en volop mogelijkheden voor fietsen en wandelen in het landelijk gebied. Ook zien we kansen voor werkgelegenheid in de zorg. De groei van het aantal ouderen vraagt om meer personeel in de zorg. Bovendien ontstaan door pensionering ook in deze sector veel vacatures. Krimp Beide gemeenten worden geconfronteerd met een krimpende bevolking. De prognoses laten een verder krimp zien, waarbij aangetekend moet worden dat toekomstige ontwikkelingen op gemeentelijk niveau onmogelijk van te voren precies zijn te voorspellen. De verwachte verdere krimp van de bevolking heeft effect op het draagvlak van voorzieningen en op dreigende leegstand van woningen in het stedelijk gebied en ook in de dorpen. Effectief inspelen op deze ontwikkelingen vormt een belangrijke opgave voor de gemeentebesturen van Appingedam en Delfzijl. Naast de afname van de bevolking moeten we ook rekening houden met een flinke verandering in de samenstelling van de bevolking. Het aantal gezinnen met kinderen neemt sterk af, dat is een landelijke trend die zich in onze regio versterkt voor doet. Deze ontwikkeling heeft ingrijpende gevolgen voor het aantal basisscholen en voor het voortgezet onderwijs. We zien een sterke groei van het aantal ouderen. In 2030 zal ca. 60% van de bevolking in Appingedam en Delfzijl ouder zijn dan 55 jaar. Het aantal zorgbehoevende ouderen neemt toe, dat vraagt om afstemming tussen wonen en zorg. Het sterkst neemt het aantal actieve en bemiddelde ouderen toe, een groep die van grote betekenis is voor de lokale samenleving, ze nemen actief deel aan het verenigingsleven, en ze hebben veel behoefte heeft aan recreatieve voorzieningen. Zeewering De regio wordt geconfronteerd met de effecten van zeespiegelstijging en bodemdaling. Deze ontwikkelingen versterken elkaar en vragen om ingrijpen op korte termijn. De verzwaring van de kustwering is voor de gemeente Delfzijl een ingrijpende operatie. Vooral de verzwaring van de kustwering in het stedelijk gebied vraagt om een goede oplossing die ook voor de kern Delfzijl meerwaarde kan hebben. Voor de kustzone ten noorden van de kern Delfzijl moet een oplossing worden gekozen die voor het gebied meerwaarde heeft, dat werken we in deze nota verder uit.
8
1.4
CENTRALE BELEIDSTHEMA’S
Appingedam en Delfzijl hebben naast grote kwaliteiten ook minder sterke punten. Naast de genoemde kernkwaliteiten hebben we te maken met een krimpende en vergrijzende bevolking, waardoor het draagvlak voor voorzieningen onder druk staat. Mede door de onbekendheid en de afgelegen ligging heeft de regio, en vooral Delfzijl te maken met een matig imago. We willen effectief inspelen op de krimp die zich voordoet, niet afwachten, maar de problemen voor zijn. We willen daarbij de kansen die er zijn grijpen en de bijzondere kwaliteiten van de beide gemeenten versterken. We willen een sterke, zelfbewuste regio zijn. Een regio die om kan gaan met de maatschappelijke problemen die zich aandienen en die in staat is de kansen te grijpen die zich voordoen. Om onze ambities handen en voeten te geven hebben we een viertal centrale thema’s benoemd. Thema’s die we hierna verder uitwerken. We schetsen de ontwikkelingen per thema, de kansen, de bedreigingen, de opgaven en de keuzes die aan de orde zijn. Per thema willen we in gesprek met burgers, belangengroepen en het bedrijfsleven. We onderscheiden vier centrale thema’s en werken deze uit in voorstellen en mogelijke keuzes: 1. 2. 3. 4.
Economie Appingedam en Delfzijl in regionaal perspectief Kansen voor verbetering landschap en zeewering. Sociale en vitale gemeenten: leefbare steden en dorpen Samenwerking in een stedelijk netwerk, met versterking van de eigen identiteit.
9
10
2
2.1
ECONOMIE APPINGEDAM EN DELFZIJL IN REGIONAAL PERSPECTIEF. EEMSDELTA: KNOOPPUNT OP DE NOORDELIJKE ONTWIKKELINGSAS
De Eemsdelta regio ligt binnen Nederland uiterst perifeer, echter beschouwen we de ligging van onze regio in een breder perspectief dan is veeleer sprake van een centrale ligging in Noordwest Europa. Bijgaande kaarten ondersteunen deze stelling. De Eemsdelta regio ligt strategisch op de Noordelijke Ontwikkelingsas. Vlakbij de A7 en bovendien op de belangrijke scheepvaartroute van West-Europa naar Noord-Europa en de regio’s Bremen-Hamburg en tevens vormt het een knooppunt in het Europese gasleidingennet en het glasvezelnet (aanlanding internet kabel uit de VS). Aangezien ICT/internet in combinatie met energie de infrastructurele basis vormen voor de nieuwe economie, is dat een belangrijk gegeven.
Afbeelding 1
Positie Eemsdelta op weg- en zeeroutes in Noordwest-Europa.
Van de verdere ontwikkeling van de Noordelijke Ontwikkelingsas (NOA) van de Randstad, via Groningen, Bremen, Hamburg naar de regio Kopenhagen kan de Eemsdelta regio profiteren, echter een duidelijke aanhaking bij deze as is dan wel van belang. Dat zou pleiten voor een steviger positionering van de N33 als verbinding van de Eemsdelta regio met de A7. De verdubbeling van de N33 tussen Assen en Zuidbroek biedt kansen voor de regio door de snellere verbinding met de A28 naar zuid, oost en midden Nederland. Het noordelijk deel van de N33 vanaf de A7 tot aan de Eemshaven zou op termijn eveneens verdubbeld moeten worden, een ruimte reservering zit in het POP3. Met een verdere verbetering van de N33 tot een volledig kruisingsvrije twee-baans autoweg (100 km-weg) moet daar de komende 10 jaar op worden vooruitgelopen. Daarnaast is het ook van belang onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor de aanleg van een nieuwe goederenspoorlijn van de Eemshaven via Delfzijl naar de spoorlijn Groningen – Leer, zodat een directe verbinding ontstaat met de terminal Veendam en het Duitse achterland. VOORSTEL
De Eemsdelta regio positioneert zich als knooppunt op de Noordelijke Ontwikkelingsas, zeevaartroutes, ICT-verbinding, energiestromen en verbinding A7,
11
2.2
POSITIONERING APPINGEDAM EN DELFZIJL IN NOORDNEDERLAND
Van groot belang voor de gemeenten Appingedam en Delfzijl is de positie ten opzichte van de Regio Groningen – Assen en vooral de stad Groningen. Groningen vormt met zijn 125.000 arbeidsplaatsen en belangrijke voorzieningen de motor van de regionale economie. Het is voor Appingedam en Delfzijl van groot belang dat de verbinding met deze motor van de regionale economie goed is. Overigens geldt dat ook in omgekeerde richting. Ook de stad heeft belang bij een hechte synergie tussen de haven- en productie economie van de Eemsdelta en de diensten economie van de stad Groningen. De fysieke verbinding tussen de stad Groningen en de gemeenten Appingedam en Delfzijl laat veel te wensen over. De N360 vormt een veel te trage verbinding en ook het openbaarvervoer laat te wensen over. Twee keer per uur een trein, die er vervolgens ook nog eens 40 minuten over doet, kan niet worden beschouwd als kwalitatief hoogwaardig openbaarvervoer. Verbetering van de bereikbaarheid van de regio kan worden bereikt door de aanleg van een nieuwe weg vlak ten zuiden van het Eemskanaal met een rechtstreekse aansluiting op de oostelijke ringweg in de stad Groningen. Daarnaast zetten we in op hoogwaardig openbaarvervoer met de stad Groningen, met vanuit Delfzijl en Appingedam 4 treinen per uur. Daarvoor is een gedeeltelijke verdubbeling van het bestaande spoor nodig, zodat er naast de twee stoptreinen per uur, twee sneltreinen per uur worden toegevoegd. Appingedam en Delfzijl komen dan met de sneltrein op een afstand van 20-25 minuten van het Hoofdstation van Groningen te liggen.
Afbeelding 2
Verbinding Appingedam-Delfzijl met de Regio Groningen-Assen.
VOORSTEL
Appingedam en Delfzijl zetten in op een sterke verbetering van de verbinding met de stad Groningen, via de weg door een nieuwe autoweg ten zuiden van het Eemskanaal en via spoor door partiele verdubbeling van het spoor zodat er naast 2x per uur een stoptrein, ook 2x per uur een sneltrein tussen AppingedamDelfzijl en het hoofdstation in Groningen komt te rijden.
12
2.3
VERBINDING MET DE REGIO EMDEN
Ook aan de overzijde van de Eems ligt een voor de regio Eemsdelta interessant gebied. De regio Emden kent veel industrie, waarmee op verschillende punten wordt samengewerkt en uitwisseling van goederen plaatsvindt. Ook is het gebied interessant voor toerisme: mooi landschap, cultuur, leuke plaatsjes en stranden. Bovendien wonen er veel mensen voor wie Appingedam en Delfzijl weer interessant zijn voor een bezoek. In het verleden zijn geregeld plannen gemaakt voor een brugverbinding over de Eems, maar dat is wellicht een brug te ver. In de zomermaanden is er dagelijks een bootdienst voor fietsers en voetgangers. Het lijkt interessant deze uit te bouwen tot een dagelijkse veerverbinding tussen Delfzijl en de overzijde van de Eems, geschikt voor vrachtverkeer. Een haalbaarheidsonderzoek hiernaar vindt plaats. VOORSTEL
Appingedam en Delfzijl onderzoeken de haalbaarheid van een veerverbinding met Duitsland over de Eems
13
2.4
PRIORITEIT IN VERBETERING INFRASTRUCTUUR
Hiervoor zijn drie mogelijke opties voor de positionering van de regio ten opzichte van de omgeving geschetst. De gemeenten kiezen voor een pakket aan maatregel die moeten leiden tot een verbetering van de verbinding tussen Appingedam-Delfzijl en de stad Groningen, daarbij spelen de N33, de N360 en het spoor een rol. We willen graag weten welke van de genoemde verbindingen door de burgers en maatschappelijke organisaties als belangrijkste wordt gezien.
Afbeelding 3 KEUZE A B C
Gewenste verbeteringen infrastructuur Prioriteit verbetering infrastructuur Verdubbeling N33 van de Eemshaven tot de A7 en aanhaken op de Noordelijke Ontwikkelingsas naar Noord-Duitsland/Scandinavie Aanleg nieuwe autoweg naar de stad Groningen ten zuiden van het Eemskanaal ter vervanging N360. Nieuwe (veer)verbinding over de Eems naar Duitsland
14
2.5
ENERGIE ROTONDE VAN EUROPA
Noord-Nederland profileert zich als Energy Valley. Aansluitend op aardgaswinning in Groningen wordt gestreefd naar een centrale positie in het te ontwikkelen Europese netwerk van energievoorzieningen (gas en electra). Daarbij speelt de Eemsdelta regio een cruciale rol. De zogenaamde Europese energie rotonde, die zich hier ontwikkelt, stimuleert de vestiging van elektriciteitscentrales (naast Essent, nu ook NUON en RWE) en de ligging aan zee stimuleert de opwekking van schone energie (wind, water, zon).
Afbeelding 4
Energie distributienetwerk Eemsdelta.
De regio staat als energie producent duidelijk op de kaart en dat biedt kansen voor de toekomst. De energie infrastructuur biedt kansen voor extra inzet op de productie van duurzame energie. Dat kan door het inrichten van gebieden met zonnepanelen voor de opwekking van zonenergie. Daarnaast kan worden geëxperimenteerd met het opwekken van getijde energie, zo kunnen nieuwe sluizen worden voorzien van waterturbines die stroom opwekken. Zowel bij de Eemshaven als bij Delfzijl bevindt zich thans al een groot aantal windmolens, die zorgen voor schone energie, maar ook voor horizonvervuiling en geluidsoverlast. We kiezen voor het stimuleren van de bouw van windmolens in combinatie met de bedrijventerreinen, zowel de horizonvervuiling als de geluidsoverlast is op deze locaties acceptabel. Verdere uitbouw achten wij dan ook zeker mogelijk. We onderzoeken de optie van plaatsing van windmolens op de Schermdijk in combinatie met de gewenste versterking van de zeewering langs die dijk. Voor de opslag van CO2 biedt de regio eveneens uitstekende mogelijkheden, gebruik makend van de ruimte in de aardlagen waaruit het aardgas is verdwenen. Voor de regio is het verder van groot belang dat de restwarmte van de energieproductie goed wordt gebruikt. Om dat te bereiken wordt een leidingstraat aangelegd van de Eemshaven naar Oosterhorn. Warmwater en stoom kunnen uitstekend worden gebruikt in de procesindustrie en vormen als zodanig een mogelijke vestigingsplaatsfactor voor nieuwe bedrijven. Ook kan gedacht kan worden aan het verwarmen van huizen, scholen, kantoren, overheidsgebouwen, groentekassen en dergelijke. VOORSTEL
De Eemsdelta zet in op de productie van duurzame energie
KEUZE
Keuzemogelijkheden windmolens
A
Langs de Schermdijk
B
Intensivering windmolenpark ten zuiden van Oosterhorn
15
2.6
CENTRUM VAN MODERNE INDUSTRIE
De energie productie biedt kansen voor de ontwikkeling van energie intensieve industrie, zoals data warehousing. De opslag van data biedt vervolgens weer kansen voor ICT gerelateerde bedrijvigheid in de regio. Dat kan op Fivelpoort, een duurzaam ingerichte toplocatie voor kantoren en hoogwaardige bedrijven op een in het oogspringende zichtlocatie aan de N33 en langs het Eemskanaal. Hier is volop ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. We zien dat vooral de laatste twee jaar tal van bedrijven belangstelling tonen voor vestiging in de regio, op de Eemshaven of in Delfzijl. Deze nieuwe industrieën en havenbedrijven zorgen voor een nieuw elan en bovendien voor vele honderden nieuwe banen, 3500 tijdelijk voor een periode van 5 jaar en 1500 structurele nieuwe banen.
Afbeelding 5
Uitgifte bedrijventerreinen Eemshaven en Oosterhorn.
Zowel bij de Eemshaven als bij Delfzijl is nog voldoende bedrijventerrein beschikbaar. Oosterhorn beschikt nog over 300 ha. Voor Delfzijl geldt echter wel dat de milieunormen een knelpunt kunnen vormen voor de ontwikkelingskansen van de binnenstad en omgeving. De ontwikkelingsrichting voor Oosterhorn staat verbeeld op onderstaande kaarten. Daarbij zijn twee mogelijke opties in beeld gebracht. Eén met een uitbreiding van Oosterhorn in zuidelijke richting en één in westelijke richting. In beide gevallen wordt voorzien in het doortrekken van het Industriekanaal. Daarnaast is nog een andere optie in beeld, namelijk dat na afronding van Oosterhorn nieuwe bedrijvigheid wordt doorverwezen naar de Eemshaven en er geen uitbreiding van bedrijventerrein in Delfzijl meer plaatsvindt.
VOORSTEL
Appingedam en Delfzijl zetten in op het ontwikkelen van een modern en duurzaam industriecomplex bij Oosterhorn en op Fivelpoort voor kantoren, dienstverlening en overige bedrijven.
KEUZE
Keuzemogelijkheden:
A B
Verdere uitbreiding van het bedrijventerrein Oosterhorn in zuidelijke richting (optie 1) Verdere uitbreiding van Oosterhorn in westelijke richting (optie 2)
C
Na volbouwen Oosterhorn (nog 300 ha) nieuwe industrie naar de Eemshaven
16
Afbeelding 6
Mogelijke opties voor uitbreidingsrichting Oosterhorn.
17
2.7 ARBEIDSMARKTBELEID De nieuwe bedrijven in de Eemsdelta regio kunnen niet voldoende geschoold personeel krijgen. Naast de nieuwe arbeidsplaatsen die ontstaan, worden we bovendien geconfronteerd met het feit dat ruim de helft van alle huidige medewerkers in de industrie de komende tien jaar met pensioen gaat. In totaal zullen de komende tien jaar enkele duizenden banen in de industrie moeten worden ingevuld, in veel gevallen door gekwalificeerd technisch personeel (MBO niveau). Daar ligt een belangrijke taak voor de gemeenten, de bedrijven en de onderwijsinstellingen. Er wordt al nauw samengewerkt in het Werkplein (ISD-Noord) om het onderwijs af te stemmen op de vacatures die in de industrie zullen ontstaan. Het bedrijfsleven werkt mee door het beschikbaar stellen van stageplaatsen. Het probleem is echter dat het aantal scholieren in de regio fors afneemt in aantal en dat bovendien de belangstelling voor technische studies gering is. Het bevorderen van de belangstelling voor technisch onderwijs is dan ook een belangrijke opgave, regionaal, maar ook landelijk. In dat kader worden de nodige initiatieven genomen, zoals de ontwikkeling van het Seaport Experience Centre, een centrum waar scholieren kunnen ervaren hoe het is om in de chemie, de techniek of in de zeevaart te werken. Het zou zeer interessant zijn voor de regio een dergelijk centrum te vestigen in Delfzijl. Behalve in de techniek zien we de komende jaren ook de nodige vacatures ontstaan in de zorg, door de toename van de zorgbehoefte, maar ook doordat veel mensen met pensioen gaan. Ook voor deze sector geldt dat door afstemming van onderwijs en arbeidsmarkt we moeten zorgen voor voldoende personeel in de toekomst. Voorkomen moet worden dat ouderen kiezen voor verhuizing naar elders omdat hier niet voldoende zorg kan worden geboden. Daarnaast kunnen we natuurlijk ook denken aan het her- of bijscholen van medewerkers of aan het aantrekken van personeel van elders. Het aantrekken van personeel van elders biedt bovendien extra mogelijkheden om de bevolkingskrimp te beperken. Geschoold personeel moet worden verleid om in de Eemsdelta regio te komen werken, maar ook te komen wonen. Daartoe zullen er woningen in woonmilieus beschikbaar moeten zijn die voor deze doelgroep interessant zijn, met een gunstige prijskwaliteit verhouding. Met een gerichte promotie strategie proberen we werknemers die elders in het land hun baan verliezen te verleiden naar de Eemsdelta regio te komen. VOORSTEL
Bedrijfsleven, Werkplein, gemeenten en corporaties ontwikkelen samen een verleidingspakket voor personeel in de zorg en in de techniek: een opleiding, een baan en een huis. Met dit pakket wordt de vacaturemarkt van Nederland en Noord-Duitsland op een creatieve manier bewerkt met een stevige pr-campagne. Delfzijl wil zich inspannen om onderwijs aan zich te binden dat gericht is op industriële en maritieme techniek, zoals het Seaport Experience Centre.
18
2.8
RECREATIE EN TOERISME
De regio Appingedam – Delfzijl biedt volop kansen voor toerisme en recreatie. De regio heeft al vele recreatie mogelijkheden, maar daaraan zal nog het nodige moeten worden toegevoegd om een voldoende breed en aantrekkelijk pakket te kunnen bieden aan de potentiële toerist. Uit de analyse is op dit punt duidelijk geworden dat in de regio sprake is van een grote en snel groeiende vraag naar recreatieve voorzieningen. Niet alleen binnen de regio, maar in heel Noord-Europa groeit het aantal ouderen sterk. Het gaat om een grote groep actieve ouderen met veel vrije tijd en veel geld om te besteden. De baby-boom generatie van vlak na de oorlog heeft over het algemeen een redelijk pensioen opgebouwd en de lasten (kinderen, huis) zijn laag. Het is dan ook de opgave voorzieningen aan te bieden waar die groep behoefte aan heeft. De behoefte ligt vooral op het vlak van: sport en recreatie (fietsen, wandelen, varen, fitness), cultuur (musea, film, stedenbezoek), gezondheid (wellness, kuren), horeca (daghoreca, uit eten) en winkelen. Door binnen de gemeenten Appingedam en Delfzijl een optimaal pakket aan voorzieningen aan te bieden voor deze doelgroep kan bovendien worden ingespeeld op de wens van ouderen die elders wonen en daarmee kan, in combinatie met gerichte promotie campagnes het (dag)toerisme worden gestimuleerd. VOORSTEL
Appingedam en Delfzijl kiezen toeristisch/recreatief beleid -
voor
de
volgende
speerpunten
in het
centrum Appingedam: historisch centrum, cultuur, winkelen, horeca; maritiem Delfzijl: havenbezoek, wandelen op de dijk, wellness, strand, winkelen, horeca; Termuntenzijl: haven, horeca, wandelen op de dijk; Landschap, dijk en dorpen: wandelen, fietsen; Eems, Eemskanaal en Damsterdiep, met aansluitende vaarroutes richting Schildmeer, Hondshalstermeer en Blauwestad.
Centrum Appingedam: historisch centrum, cultuur, winkelen, horeca. Het centrum van Appingedam met het historische stratenpatroon, de vele monumentale panden, het Damsterdiep, de hangende keukens vormt een sterke trekker voor toeristen uit een verre omgeving. Versterken van de aantrekkingskracht van het centrum van Appingedam is mogelijk door het versterken van de focus op kunst en cultuur, door het stimuleren van de vestiging van winkels in kunst en nijverheid en bijvoorbeeld door ruimte te bieden aan ateliers en galeries. Leegstaande winkelpanden zouden met tijdelijke contracten gratis beschikbaar kunnen komen voor kunstenaars of startende ondernemers. Versterking van de relatie met het water van het Damsterdiep biedt mogelijkheden tot de ontwikkeling van een Klein Venetië (zie onder 5.4) Maritiem Delfzijl: havenbezoek, wandelen op de dijk, wellness, strand, winkelen, horeca; De laatste jaren is de verbinding tussen het centrum en de haven verbeterd en heeft de haven een steeds meer recreatief karakter gekregen. De aanleg van de boulevard met horecavoorzieningen, de verbetering van de jachthaven en de openbare ruimte hebben daar aanmerkelijk toe bijgedragen. Een ontwikkelingsrichting die uitstekend past binnen de wens van het gemeentebestuur om het maritieme karakter van Delfzijl te versterken, het toerisme te bevorderen en het imago van Delfzijl te verbeteren. De gewenste versterking van de zeewering kan bijvoorbeeld worden gebruikt om op de verhoogde dijk een wandelboulevard aan te leggen die uitzichtpromenade wordt, met stadspoorten die zorgen voor een directe verbinding tussen de binnenstad en de haven. Eventueel kan de huidige verkeersweg in de nieuwe verhoogde dijk worden geïntegreerd. Een verlegging van de zeewering naar bijvoorbeeld de schermdijk geeft nog meer mogelijkheden om de verbinding binnenstad-haven beter tot haar recht te laten komen. Een forse opknapbeurt voor de binnenstad is cruciaal voor het stimuleren van recreatie, de inrichting van de winkelstraten en het aanzien van de winkels moet worden verbeterd. Leegstand bestrijden bijvoorbeeld door tijdelijk gratis beschikbaar stellen van deze panden aan startende ondernemers of omzetten panden in logiesaccommodatie (bed and breakfast).
19
Het zeewaterfront aan ten noorden van de binnenstad en ter hoogte van Kwelderland biedt volop kansen. De aanleg van een langgerekt stadsstrand achter een nieuwe dam ter bescherming van de bestaande zeewering lijkt een aantrekkelijke optie. Het strand moet niet gezien worden als een strand zoals we dat kennen langs de Noordzee kust. De mogelijkheden langs de Eems vragen om het ontwikkelen van eigenzinnige oplossingen die het verpozen langs de oever uitlokken. Achter de dijk kan een groot park worden ingericht met verschillende fitness en wellness voorzieningen, vooral gericht op de ouderen doelgroep. We onderzoeken de mogelijkheid hier een Kuuroord te vestigen. Termuntenzijl: haven, horeca, wandelen op de dijk; Termunten en Termuntenzijl vormen populaire toeristische bestemmingen, dat kan worden uitgebuit door beide plaatsen beter te betrekken bij een wandel en fietspadennetwerk dat in de regio moet worden ontwikkeld.
Afbeelding 7
Natuurontwikkelingkaart POP Groningen
Landschap, dijk en dorpen: wandelen, fietsen; De kracht van de Eemsdelta regio zit onder andere in de kustzone. De dijk langs de Eems en de Dollard is aantrekkelijk om te wandelen en te fietsen. Op korte termijn kan deze kwaliteit worden versterkt door de uitrol van een knooppunten-netwerk van fietsroutes. Een dergelijk netwerk maakt het mogelijk van knooppunt naar knooppunt te fietsen langs de meest aantrekkelijke routes, zo kan ieder zijn eigen route samenstellen. In veel andere gebieden is dit al uitgevoerd en een succes gebleken. Knooppunten zijn plaatsen in de regio die voor de recreant interessant zijn, dorpen, horeca, uitzichtpunten, of anderszins aantrekkelijke verblijfsplaatsen. Voor de langere termijn moet worden gestreefd naar een aantrekkelijker inrichting van de kustzone. Bij het thema landschap komen we daarop terug.
20
Afbeelding 8
Fiets- , vaar en wandelroutes met knooppunten.
Eems, Eemskanaal en Damsterdiep, met aansluitende vaarroutes richting Schildmeer, Hondshalstermeer en Blauwestad. Recreatief varen is vooral bij ouderen een populaire bezigheid. De regio heeft op dit vlak al een aantal goede mogelijkheden: het Damsterdiep, het Eemskanaal en de route naar het Schildmeer. Voor kanoërs zijn er mogelijkheden in het marengebied ten noorden van het Damsterdiep, o.a. naar Westerwijtwerd. Uitbreiding van het aantal vaarmogelijkheden is vooral gewenst in zuidelijke richting, naar het Hondshalstermeer en naar de Blauwestad. Dit in combinatie met watergerelateerde ontwikkelingen, zoals aanlegplaatsen bij dorpen, horecavoorzieningen e.d. De ontwikkeling van het terrein van de Eendracht kan worden gebruikt om een aantrekkelijke vaarroute te creëren vanaf Appingedam naar het Schildmeer.
21
22
3
LANDSCHAP, KUST EN ZEEWERING.
3.1
VERSTERKEN KWALITEIT LANDSCHAP
Uit de ruimtelijke analyse (zie bijgevoegd rapport) komt naar voren dat het landschap rondom Appingedam en Delfzijl verschilt in typologie en gaafheid. In het noorden ligt het wierdenlandschap dat op enkele ingrepen na, redelijk gaaf is. Het dijkenlandschap ten noorden van Uithuizen en Roodeschool vertoont nog steeds de historische verkavelingstructuur en staat hoofdzakelijk in het teken van akkerbouw. Dit landschap is betrekkelijk gaaf en vraagt om bescherming.Ten zuiden van Appingedam en Delfzijl ligt hoofdzakelijk het wegdorpenlandschap. Door de ontwikkeling van het natuurgebied bij het Schildmeer ontstaat een natuurontwikkelings-as naast het bestaande dorpenlint Slochteren - Schildwolde: de cultuur-as. Het landschap krijgt een nieuwe functie, namelijk natuur en recreatie. Polder Weiwerd ligt onder de rook van Oosterhorn; het industrieterrein van Delfzijl. In de loop der tijd hebben er veel ontwikkelingen plaatsgevonden die landschappelijk niet ingepast zijn en daarnaast zijn er lukraak compensatiebossen aangeplant. Veel oude bebouwing heeft plaatsgemaakt voor nieuwe forse industriële bebouwing die veel ruimtelijke impact hebben op het omliggende landschap. Nieuwe, zorgvuldige aanplant van bos biedt kansen voor Polder Weiwerd. De industrie kan op enkele plekken aan het zicht worden onttrokken en er kunnen beschutte recreatieve routes ontstaan. Termunten heeft een grote cultuurhistorische waarde en is een aantrekkelijke plek voor recreatievaart om de zeedijk te passeren. Het landschap rond Termunten heeft grote kwaliteit, de karakteristieke elementen verdienen bescherming.
Afbeelding 9
Versterking landschappelijke en recreatieve kwaliteit.
De beleving en ontsluiting van het landschap zowel ten noorden als ten zuiden van de kernen Appingedam en Delfzijl kan worden verbeterd door het creëren van wandel-, fiets- en vaarroutes. Daarmee spelen we in op de recreatieve wensen van de vele ouderen in deze regio. Het ontwikkelen van een fietspaden-knooppuntennetwerk heeft prioriteit. Zie ook onder paragraaf 2.8.
23
3.2
VERSTERKEN ZEEWERING
De kust langs de Eems en de Dollard heeft op termijn aanpassingen nodig. De bodem daalt door de aardgaswinning en de zeespiegel stijgt. De zeewering moet daarom worden versterkt en dat kan op verschillende manieren. Dat kan door verhoging van de dijk of op de wijze waarop dat is gebeurd bij de polder Breebaart. De polder is een voorbeeld van een project waarbij op een andere manier met de zeewering wordt omgegaan, anders dan alleen verhogen van de dijk. Door een brede overgangszone wordt er een buffer gevormd tegen het indringen van zout water in de polders en tegen dijkdoorbraken en overstromingsgevaar. Het biedt ruimte voor natuurontwikkeling en recreatie. Door op een andere manier met de kust om te gaan is verhoging van de dijk niet overal noodzakelijk. Voor de aanpak van de zeewering in het landelijk gebied onderscheiden we de volgende scenario’s (zie tekening): In het eerste scenario wordt de dijk verhoogd. Naast het verhogen van de dijk kan de verhoging gecombineerd worden met het recreatief medegebruik van het landschap. In het tweede scenario wordt achter de dijk beplanting aangebracht waardoor er een beschutte route langs de dijk ontstaat waar het eventueel mogelijk is om een beperkt aantal woningen te realiseren. Bij het derde scenario wordt tussen de dijk en de zee extra landmassa’s toegevoegd die voortijdig golven breken. De dijk hoeft daardoor minder hoog te worden. De nieuwe strook land kan voor natuur worden ingezet. In het vierde scenario wordt er voor of achter de huidige zeedijk een nieuwe dijk gelegd waardoor er, net als bij polder Breebaart een bufferzone wordt aangebracht. Deze bufferzone kan verschillende functies hebben zoals natuur, zilte landbouw, etc.
Afbeelding 10 Alternatieven voor het versterken van de zeewering in het landelijk gebied
24
Wanneer het laatste scenario wordt toegepast op het gebied ten noorden van Appingedam en Delfzijl zouden de dorpen Spijk, Bierum en Holwierde door het terugleggen van de dijk, in deze dijk opgenomen kunnen worden en zo een nieuwe plek in het landschap kunnen krijgen. KEUZE
Keuzemogelijkheden aanpak zeewering
A
Dijken verhogen (ca. 2 meter)
B
Dijken verhogen en natuurontwikkeling aan de binnenzijde van de dijk Ophoging van grond buitendijks, kwelderland.
C D
Aanleg tweede (slaper)dijk natuur/landbouwgebied tussen Breebaartpolder)
en ontwikkeling zilt beide dijken (model
Bovenstaande keuzemogelijkheden zijn gericht op het landelijk gebied ten noorden van Delfzijl. De situatie in en rond het centrum van Delfzijl vraagt om een bijzondere aanpak. Hier grenzen de Eems, het centrum, de haven en het chemiepark aan elkaar. Dit vraagt om een specifieke aanpak waarbij onder andere techniek, ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit bij elkaar komen. Er liggen unieke kansen voor innovatieve oplossingen waarbij ook de maritieme kwaliteit een impuls kan krijgen. VOORSTEL
Zoeken naar een innovatieve oplossing die inspeelt op de specifieke situatie in en rond het centrum van Delfzijl.
25
3.3
LANDBOUW
De agrarische sector is voor de regio van groot belang, vanwege de grote agrarische productie, de directe en afgeleide werkgelegenheid en de vorming van het landschap. Het is tenslotte de agrarische sector geweest die het karakteristieke landschap heeft gevormd. De agrarische sector in de regio heeft veel kennis door de samenwerking met diverse kennisinstituten en dit zouden ze meer kunnen benutten. Zilte landbouw en algenkweek zijn voorbeelden. Een belangrijk knelpunt vormt de schaalvergroting. Het landschap loopt langzamerhand vol door het vergroten van de agrarische bebouwing en door het grootschalige transport van en naar de boerderijen worden de lokale (landbouw)wegen zwaar belast. Er staat de akkerbouw verschillende veranderingen te wachten zoals vergroting van de bedrijven, dat heeft belangrijke effecten op het landschap. Bij de veehouderij zien we ook in onze regio een intensivering van de veeteelt, een veeteelt die steeds minder grondgebonden is. De verschillende scenario's geven een richting hoe met de landbouw en het landschap om te kunnen gaan in de toekomst. Allereerst kan het landschap in dienst staan van de landbouw. De agrarische sector gaat verder met het maken van het landschap door het aan te passen aan de huidige eisen waardoor historische kleine verkavelingstructuren zullen verdwijnen. Een tweede scenario speelt in op de cultuurhistorische kwaliteiten van het landschap. Karakteristieke structuren en elementen in het landschap worden behouden en waar mogelijk hersteld waardoor het landschap zijn karakteristieke kwaliteit behoudt. Dit scenario speelt in op de steeds groter wordende groep ouderen die veel tijd hebben. Het recreatieve gebruik van het landschap staat in dit scenario centraal. Er worden nieuwe fietsroutes aangelegd, maren worden aantrekkelijker gemaakt, etc. Cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten maken het gebied aantrekkelijk maar worden niet ten koste van alles in oude staat teruggebracht. Het derde toekomstscenario's speelt in op de steeds groter wordende veebedrijven. Veebedrijven zijn ruimtelijk niet gebonden aan een plek in het agrarisch gebied. Boerenbedrijven die niet grondgebonden zijn kunnen niet meer uitbreiden op de huidige plek, vestigen en uitbreiden kan alleen op een industrieterrein. KEUZE A B C
Keuzemogelijkheden Landbouw staat centraal, ruimte voor ontwikkeling landbouw in het landschap. Landschap staat centraal, ontwikkeling landbouw moet passen in het landschap. Geen uitbreiding landbouw, landschap versterken. Ruimte voor intensieve landbouw op speciale terreinen bij industriegebieden
26
4 4.1
SOCIAAL EN VITAAL: LEEFBARE STEDEN EN DORPEN. HOOFDLIJN VAN BELEID
Ontwikkelingen De bevolking van Appingedam en Delfzijl krimpt en ook voor de toekomst wordt een verder afname van de bevolkingsomvang verwacht. Voor een nadere analyse wordt verwezen naar het bijgevoegde rapport “Ontwikkelingen, kansen en bedreigingen”. Een echt betrouwbare prognose van de bevolkings-ontwikkeling op het niveau van gemeenten is niet te geven. Hoe de ontwikkeling van beide gemeenten er in werkelijkheid uit gaat zien is dus niet zeker, maar we moeten rekening houden met verder krimp. Wel is ons er natuurlijk alles aan gelegen bevolkingskrimp zoveel mogelijk te voorkomen. Wat dat betreft zijn er ook zeker kansen, vooral door de nieuwe bedrijfsvestigingen in de Eemsdelta regio. Bovendien verwachten we dat er de komende jaren vacatures ontstaan door pensionering van werknemers. Indien wij in staat zijn nieuwe werknemers aan ons te binden, zodat ze in Appingedam of Delfzijl gaan wonen, dan kan de krimp wellicht enigszins worden beperkt. In bijgaande grafiek zijn alternatieve opties voor de toekomstige ontwikkeling van de bevolking aangegeven. We gaan voorlopig uit van een zekere bandbreedte in de prognoses, zoals ingetekend in de grafiek.
Afbeelding 11 Grafische weergave bevolkingsontwikkeling 1960 – 2020. Bron: CBS en ABF
Uit de uitgevoerde analyse van de bevolkingsontwikkeling blijkt ook dat de samenstelling van de bevolking de komende tijd sterk verandert. Doordat veel jongeren zijn vertrokken is sprake van een sterke ontgroening van de bevolking, die leidt tot en sterke afname van het aantal gezinnen met kinderen. Het aantal leerplichtige kinderen halveert de komende 20 jaar. Daarnaast zien we een sterke vergrijzing van de bevolking, in 2020 is 60% van de bevolking ouder dan 55 jaar. Daarbij gaat het enerzijds om een groei van het aantal zorgbehoevende ouderen (ouder dan 75 jaar), maar anderzijds om een nog veel sterkere groei van het aantal actieve ouderen (55-75 jaar).
27
Afbeelding 12 Ontwikkeling huishoudens naar leefstijlen en woonmilieus. Bron: onderzoek Companen, maart 2009
Participatie burgers Het thema Sociaal en Vitaal draait volledig om de burgers van Appingedam en Delfzijl, in de stedelijke kernen en in de dorpen. Het welzijn van de burgers staat hoog in het vaandel bij de gemeentebesturen. De voorzieningen op het gebied van zorg, welzijn, sociale zaken, sport, cultuur, onderwijs, recreatie, verenigingsleven etc moeten op orde zijn. De krimp van de bevolking en de wijzigingen in de samenstelling van de bevolking hebben tot gevolg dat het draagvlak van veel voorzieningen kleiner wordt, waardoor het voortbestaan van die voorzieningen wordt bedreigd. Een groot zorgpunt binnen het gemeentelijk beleid. Een afwachtende houding past niet. De beide gemeenten willen actief met de burgers van de gemeenten nadenken over mogelijke oplossingen. We schetsen mogelijke ontwikkelingen en dragen alternatieve mogelijkheden aan. Daarover gaan we in gesprek De gemeenten streven er naar haar burgers zo direct mogelijk te betrekken bij de beleidsvorming en uitvoering. Een bevolking die participeert in de plaatselijke samenleving vormt de bakermat voor echte democratie. Participatie van burgers en maatschappelijke organisaties achten wij ook van groot belang bij het bespreken van de in deze nota voorgestelde maatregelen en ideeën. Zorg voor kwetsbare groepen Ook in Appingedam en Delfzijl gaat het niet bij iedereen vanzelf. Door de krimp groeit het aantal kwetsbare personen, vooral in de het stedelijke gebied. Wij achten het van groot belang dat alle burgers van de beide gemeenten maatschappelijk kunnen meedoen, ook burgers die niet via betaald werk kunnen participeren in de samenleving. Mensen die aan de kant staan, of buiten de boot dreigen te vallen, krijgen tijdig aandacht. Kwetsbare groepen krijgen gerichte maatschappelijke ondersteuning via welzijnsinstellingen, sociale dienst, onderwijsbegeleiding, zorginstellingen. Die basisvoorzieningen moeten op orde zijn. Samenwerking tussen de verschillende instellingen, de corporaties en de gemeente vormt nadrukkelijk een aandachtspunt. Welzijnsinstellingen spelen een belangrijke rol, via prestatiecontracten zullen we sturen op de gewenste inzet van deze instellingen. Ook daarin kan een intensivering van de samenwerking tussen de beide gemeenten leiden tot een efficiëntere inzet van middelen. De ISD is bezig in de gemeenten Appingedam en Delfzijl een netwerk op te zetten waarin wordt getracht kwetsbare groepen maatschappelijk actief te krijgen. Dat kan via werk, maar ook via 28
vrijwilligerswerk in sport-, buurtverenigingen of anderszins. Onbenutte potenties van mensen moeten worden gebruikt. Dat kan de betrokkenheid bij buurt of dorp verbeteren en resulteert in een vitale samenleving. Bij het buurtgericht werken kunnen met dorps- en buurtverenigingen budgetafspraken worden gemaakt. Met die budgetten kunnen deze verenigingen de gewenste inzet van middelen zelf bepalen. Zelfwerkzaamheid kan deze wijze worden beloond en het bevordert de betrokkenheid bij buurt en dorp. Speciale aandacht gaat uit naar (re)integratie, inburgering en volwassen onderwijs want voor maatschappelijk participeren is het in de eerste plaats nodig dat mensen de Nederlandse taal eigen zijn en kunnen lezen en schrijven. Het door het rijk ingevoerd Participatiefonds biedt daartoe de middelen. Analfabetisme moet toch anno 2010 uitgebannen zijn. De basis op orde en aandacht voor de vraagstukken van de nu en de toekomst Voor deze beleidsnota geldt als uitgangspunt dat de basis op orde is en dat beide gemeenten dát doen wat nodig is om de grote diversiteit aan groepen in de samenleving te betrekken bij de beleidsvorming en dat deze groepen worden ondersteund waar dat nodig is. Of het nu gaat om scholieren, jongeren, werklozen, zorgbehoevende ouderen, kwetsbare groepen, sporters, buurtorganisaties of welke maatschappelijke groep dan ook. De basis moet op orde. Deze nota gaat dus niet over deze basis, maar over specifieke ontwikkelingen die vragen om aanpassing van beleid. We hebben bij de analyse van ontwikkelingen gezien dat de bevolkingsomvang en –samenstelling drastisch gaat veranderen. Dat kan voor sommige groepen burgers de nodige problemen geven. Voorzieningen komen onder druk te staan. Dat vraagt om aanpassing van het gemeentelijke beleid. De belangrijkste ontwikkelingen zetten we op een rij en we behandelen de mogelijke aanpak daarvan. De meest ingrijpende ontwikkelingen zijn: - sterke groei van het aantal zorgbehoevende ouderen (ouder dan 65 jaar); - sterke groei van het aantal mobiele en actieve ouderen (55 tot 75 jaar); - sterke afname van het aantal leerlingen, zowel op de basisschool als op het middelbaar onderwijs; - afname draagvlak voor voorzieningen, zoals sportcomplexen, verenigingsgebouwen, ziekenzorg, culturele voorzieningen, winkels en overige commerciële voorzieningen; - aanslag op de leefbaarheid van de dorpen.
29
4.2
ZORGBEHOEVENDE OUDEREN
In stedelijk gebied wonen en zorg bij elkaar brengen In de nota “Ontwikkelingen, kansen en bedreigingen” wordt duidelijk dat de vergrijzing de komende jaren fors toeslaat en dat onder andere het aantal zorgbehoevende ouderen sterk toeneemt. Het landelijk beleid, maar ook het gemeentelijk beleid is er op gericht ouderen zo lang als mogelijk en wenselijk is in hun vertrouwde omgeving zelfstandig te laten wonen. Dat is ook nadrukkelijk de wens van veel ouderen zelf. Om desondanks de zorg en de hulp te kunnen bieden die nodig is, zijn maatregelen nodig. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen het stedelijk gebied en de dorpen. In het stedelijk gebied is het mogelijk wonen en zorg te combineren. In de kern Appingedam heeft men al forse stappen gezet in het bij elkaar brengen van wonen en zorg. In een zone door de stad vindt een samenballing plaats van voorzieningen gericht op ouderen: verpleeghuizen, woonzorg complexen, aanleunwoningen, welzijnsinstellingen, zorgkantoor, thuiszorg, huisartsenposten e.d. Deze woonservice zone wordt ontwikkeld en ondersteund door de gemeente, de corporaties, een welzijns- en een zorginstelling. Een mooi voorbeeld van efficiënt omgaan met wonen en zorginfrastructuur. Voor de ouderen betekent het dat goed bereikbare zorg op maat kan worden geleverd en dat men zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen. Ook in de kern Delfzijl zijn er aanzetten tot het ontwikkelen van woonservice zones volgens het model van Appingedam. VOORSTEL
de gemeenten Appingedam en Delfzijl ontwikkelen woonservice zones in de stadskern, in samenwerking met corporaties, welzijns- en zorginstellingen.
In de dorpen de zorg naar de ouderen brengen Voor ouderen in dorpen die daar zelfstandig willen blijven wonen geldt dat de zorg naar de mensen moet worden gebracht. Dus ook daar zorg op maat. De gemeente Delfzijl start met het realiseren van steun- en informatiepunten per dorp, de zogenaamde Steunstee. Het zorgloket is bij de Steunstee ondergebracht, maar ook kan er een gemeenteloket komen (digitaal aanvragen paspoorten e.d.), het centrum voor jeugd en gezin en ook de ISD/Werkplein kan er spreekuur houden. Zo ontstaat in elk dorp een centrum waar mensen terecht kunnen voor informatie over en aanvragen voor zorg, werk, inkomen, subsidies, reisdocumenten etc. De Steunstee wordt gecombineerd met bestaande voorzieningen (dorpshuis, school), dat drukt de kosten. De Steunstee komt de leefbaarheid van de dorpen ten goede, maar is bovendien van groot belang voor ouderen die aangewezen zijn op thuiszorg of andere vormen van begeleiding om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Daarbij kan het toepassen van signaleringssystemen via internet interessant zijn. Ouderen kunnen zo via een camera direct contact krijgen met artsen of thuishulp als er problemen zijn. Ook heeft de groep zorgbehoevende ouderen groot belang bij een goed functionerend vervoersysteem in de vorm van regionale servicebusjes waarmee men naar dagbestedingprojecten in de grotere kernen kan of anderszins sociale contacten kan hebben. Het systeem van regionale servicebusjes kan tevens worden gebruikt om basisschoolleerlingen vanuit de dorpen naar de scholen in de grotere kernen te brengen. Kleinschalige verpleegvoorzieningen Als het uiteindelijk toch niet lukt om zelfstandig te blijven wonen is de stap naar een grootschalige verpleeginstelling in één van de steden vaak zeer problematisch, vooral voor ouderen die een groot deel van hun leven in het dorp hebben gewoond. Daarom ontwikkelt de gemeente Delfzijl samen met zorginstellingen vormen van kleinschalige verpleging. In een beperkt aantal grotere dorpen zouden kleinschalige verpleegvoorzieningen kunnen komen, als dependances van de grotere instellingen in de steden. Ook zal in de dorpen ruimte gemaakt kunnen worden door middel van nieuwbouw of verbouw voor particuliere initiatieven: kleinschalige woon- en leefgemeenschappen voor ouderen met verzorging. Voor de wat meer welgestelde ouderen is het mogelijk op eigen initiatief vormen van kleinschalig wonen met zorg te ontwikkelen in het eigen dorp. Leegstaande grote boerderijen of schoolgebouwen lenen zich uitstekend voor dergelijk voorzieningen. We constateren dat ook zorgverzekeraars dergelijke initiatieven gaan ontplooien. VOORSTEL
In de dorpen wordt de zorg naar de ouderen gebracht, zodat men zo lang mogelijk zelfstandig in de vertrouwde omgeving kan blijven wonen.
30
4.3
MOBIELE EN ACTIEVE OUDEREN.
Ook de groep actieve ouderen groeit snel. In het stedelijk gebied van Appingedam en Delfzijl gaat het om 2000 huishoudens op dit moment, maar dat aantal groeit naar 4000 huishoudens (30% van het totaal aantal huishoudens). De babyboom generatie is actief en heeft meestal een goed pensioen opgebouwd. Deze doelgroep doet graag aan sport en recreatie: wandelen, fietsen, varen, sportvissen, fitness, tennis, golf zijn populaire bezigheden. Gezondheid speelt een belangrijke rol, wellness, sauna, kuuroorden zijn geliefd. Daarnaast is winkelen, horeca bezoek, uit eten belangrijk. Verder participeert deze groep ook intensief in het verenigingsleven. Kortom een groep die voor de samenleving van Appingedam en Delfzijl van groot belang is en waarvoor de nodige voorzieningen kunnen worden gecreëerd. Commerciële voorzieningen, zoals fitness, wellness, sportvoorzieningen, winkels, horeca. Maar ook maatschappelijke voorzieningen zoals fiets- en wandelpaden, vaarroutes, sportvoorzieningen e.d. Het is van belang een goed beeld te krijgen van de recreatieve wensen van deze doelgroep want het is zaak deze groep aan de beide gemeenten te binden. Naast voorzieningen is ook de woning van belang. Deze groep heeft bijvoorkeur een huis met tuin, vrijstaand of geschakeld, terwijl ook moderne appartementen in trek zijn. Vrije kavels met mogelijkheid voor eigenbouw is voor deze doelgroep interessant. Een veilige woonomgeving staat voorop. VOORSTEL
De gemeenten ontwikkelen een actieplan voor voorzieningen voor actieve ouderen, zoals een fietsrouteplan, wandelpadenplan, vaarrouteplan, voorzieningen voor fitness en wellness.
31
4.4
LEEGSTAND IN DE DORPEN.
Behalve door het verdwijnen van voorzieningen staat de leefbaarheid ook onder druk door de dreigende leegstand van woningen. Door de verhuizing van vooral ouderen naar de stedelijke kernen en de centrumdorpen zullen woningen leeg komen te staan. Voor de kwaliteit van het wonen in de dorpen kan dat ook kansen bieden. Door de sloop van leegstaande woningen kunnen lelijke plekken worden weggehaald en kan er meer lucht en ruimte ontstaan. Het dorp krijgt een dorpser karakter, het krijgt wat meer zijn oorspronkelijke vorm. Het landschap kan op deze wijze weer beter beleefbaar zijn vanuit het dorp. De markt bepaalt welke woningen voor sloop in aanmerking komen. Als het om huurwoningen gaat zullen de corporaties actief moeten ingrijpen zodra leegstand dreigt. Sloop is dan de beste oplossing, gevolgd door nieuwbouw die past bij het dorp en de woonvraag in het dorp. In veel gevallen zal dat particuliere bouw van vrijstaande woningen zijn, bij voorkeur duurzaam gebouwde energie neutrale woningen. Bij leegstand van eigenwoningbezit ligt het een stuk lastiger. In dat geval zullen gemeente en corporatie samen naar een oplossing moeten zoeken. Afboeken van panden, sloop en nieuwbouw is dan het recept, echter dat kan alleen als de gemeenten door het rijk financieel worden ondersteund. Uiteindelijk kan met deze sloop-nieuwbouw operatie de woon- en leefkwaliteit van de dorpen verbeteren, zodat een algehele leegloop wordt voorkomen.
Afbeelding 13 Dorpsvisie Spijk Drie scenario’s voor de ontwikkeling per dorpen zijn denkbaar: KEUZE Keuzemogelijkheden scenario’s A
Actief ingrijpen waar leegstand dreigt, slopen en aangepaste nieuwbouw of openlaten en inrichten met groen of anderszins.
B
Niet actief ingrijpen, maar een beroep doen op de zelfredzaamheid van de dorpen en haar bewoners.
C
Zoeken naar een nieuwe invulling van leegkomende panden: bijvoorbeeld ateliers voor kunstenaars, kleinschalige woon-zorg voorzieningen, woon-werk combinaties en dergelijk.
32
4.5
TOEKOMST ONDERWIJS
Brede scholen in het stedelijk gebied. De sterke afname van het aantal basisschoolleerlingen vraagt om een herstructurering van het basisonderwijs in de beide gemeenten. In het stedelijke gebied zullen scholen moeten worden samengevoegd. Samenwerking met corporaties, zorg-, sport en welzijnsinstellingen is bovendien van belang. De Brede School gedachte past uitstekend bij het toekomstperspectief voor de basisschool. In Appingedam blijven uiteindelijk twee Brede Scholen over, in Delfzijl drie. Per scholencomplex vinden we daar een openbare en een bijzondere school, gecombineerd met buitenschoolse opvang en onderwijsondersteunende voorzieningen. De school wordt tevens gebruikt door verenigingen, zorg- en welzijnsinstellingen. Multifunctioneel gebruik van de gebouwen die eigendom zijn van een corporatie, die zodra klaslokalen niet meer nodig zijn, deze kan omzetten in woningen. 2009 2015 2025
Tabel 1
Appingedam 1129 1050 895
Delfzijl 2525 2170 1800
Prognose jongeren 4-12 jaar
Bron: CBS
Voorstel
Appingedam en Delfzijl voeren geleidelijk het Brede School principe in en zorgen voor een herstructurering van het basisonderwijs op een beperkt aantal locaties.
Afbeelding 14 Locatie basisscholen en aantal leerlingen in 2009. Basisonderwijs in de dorpen. Voor de dorpen is het langzaam maar zeker verdwijnen van de basisscholen een stevige aderlating. Verschillende dorpsscholen zitten tegen de opheffingsnorm aan. We verwachten ook in de dorpen een halvering van het aantal leerlingen in de komende tien jaar. Dat betekent dat ingrijpende maatregelen 33
op korte termijn nodig zijn. Wat precies dat vergt de komende tijd gedegen overleg tussen alle betroken partijen. We inventariseren enkele mogelijke opties om daarmee het gesprek op gang te helpen. De volgende modellen zijn denkbaar: - Het volgzame model: als scholen onder de opheffingsnorm (23 leerlingen) belangen dan worden die scholen gesloten en kunnen de leerlingen naar de dichtstbijzijnde school, tot uiteindelijke de grootste, c.q. de best gewaardeerde of gelokaliseerde scholen overblijven. Bij dit model kunnen zullen enkele dorpen binnenkort geen school meer hebben, maar beschikken de overige dorpen nog een tijdlang over een kleine school en sommige grotere dorpen over een grotere basisschool. - Het sturingsmodel, bij dit model sturen we aan op sluiting van de kleine scholen binnen 5 jaar en vindt concentratie van de basisscholen plaats in enkele Brede scholen: 2 of 3 in de kern Delfzijl, 2 in Appingedam, 1 in één van de noordelijke dorpen en 1 in één van de zuidelijke dorpen. Die Brede scholen leveren een breed voorzieningenpakket: onder- en bovenbouw, BSO, overblijffaciliteiten, s’ochtends onderwijs en s’middags sporten, spelen, aanvullend onderwijs, muziek, oriëntatie op bijzondere taakgebieden. Dit betekent dat de Brede school de hele dag open is en de kinderen er ook de hele dag opgevangen (kunnen) worden. Door de koppeling aan sportverenigingen kunnen de leerlingen s’middags de voetbaltraining volgen, of naar muziekles, ook zaalsport of zwemles is mogelijk. Voorwaarde voor dit concentratiemodel is wel dat het vervoer van de kinderen goed is geregeld met servicebusjes die s’ochtends de kinderen ophalen en tegen 5 uur weer terugbrengen. - Het tussenmodel, bij dit model vindt een concentratie plaats van de bovenbouw (groep 4 t/m 8) op de onder model 2 aangegeven locaties. De onderbouw blijft voorlopig wel bestaan in alle dorpen, evenals de daaraan gekoppelde BSO/peuterspeelzaal, echter daarbij geldt wel een minimum norm van 10-15 leerlingen. KEUZE A B C
VOORSTEL
Keuzemogelijkheden concentratie van de basisscholen in Brede Scholen in de steden en de grotere dorpen in combinatie met een uitstekend vervoerssysteem; spreiding van de onderbouw (groep 1, 2 en 3) van de basisscholen over de dorpen, concentratie van de bovenbouw in Brede Scholen in de stedelijke kernen en de centrumdorpen; spreiding basisscholen over de dorpen en opheffing scholen zodra deze onder de opheffingsnorm (23 leerlingen) zakken. Basisonderwijs en dorpsverenigingen worden uitgenodigd het gesprek aan te gaan over de toekomst van het basisonderwijs in de dorpen van Delfzijl. De genoemde modellen kunnen daarbij als aangrijpingspunt voor het gesprek dienen.
Ook in het voortgezet onderwijs zien we een sterke afname van het aantal leerlingen. Op termijn zal handhaving van twee HAVO/VWO scholen in het stedelijke gebied van Appingedam en Delfzijl niet mogelijk zijn. Om voldoende kwaliteit aan onderwijs overeind te houden is samenwerking gewenst en niet uitgesloten moet worden dat dit uiteindelijk tot fusering leidt. Ook voor het MBO/VMBO kan bundeling op één locatie aan de orde zijn. Extra aandachtspunt voor het MBO/VMBO vormt de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Schooluitval is eveneens een belangrijk aandachtspunt. VOORSTEL
Het HAVO/VWO en het MBO/VMBO worden uitgenodigd duidelijk te maken hoe zij om denken te gaan met het krimpende aantal leerlingen en met de bestaande accommodaties.
34
4.6
TOEKOMST VOORZIENINGENNIVEAU
De bevolkingskrimp zorgt voor een vermindering van het draagvlak voor tal van voorzieningen. Hier bespreken we de maatschappelijke voorzieningen. Onder het thema netwerkstad komen de commerciële voorzieningen aan bod. De kosten voor sportaccommodaties, verenigingsgebouwen, buurthuizen e.d. staan in veel gevallen niet meer in verhouding tot het gebruik wat er van wordt gemaakt. Een te groot deel van de begroting van de gemeenten gaat op aan het ondersteunen van de gebouwde voorzieningen. Daar zal moeten worden gesaneerd en dat vraagt om keuzes. Wij streven er naar voor alle verenigingen te zorgen voor een goed onderkomen, maar dat zal wel steeds meer gecombineerd moeten worden met andere activiteiten. Zo zullen sportclubs gebruik gaan maken van gemeenschappelijk sportaccommodaties, de velden en ook de gebouwen. Gebouwen die zeker in de dorpen ook gebruik moeten worden door dorpsverenigingen en zorg- en welzijnsinstellingen. Dus sanering bebouwing en concentreren in multifunctionele gebouwen, zo mogelijk nieuwbouw. Daarbij kan worden geëxperimenteerd met mogelijkheden van eigen ontwikkeling en beheer. Zo kunnen dorpsverenigingen een budget krijgen waarmee ze zelf zorgen voor hun voorzieningen en dus ook zelf de keuze kunnen maken voor een zo efficiënt mogelijk inzet van middelen. Daarmee wordt zelfwerkzaamheid beloond. VOORSTEL
Beide gemeenten ondersteunen experimenten die gericht zijn op gecombineerd gebruik van bestaande gebouwde voorzieningen of nieuwe voorzieningen door meerdere verenigingen of instellingen. Met de inzet van buurt- of dorpsbudgetten wordt zelfwerkzaamheid beloond.
Een punt van aandacht vormen de culturele voorzieningen, zoals de Molenberg en het IVAK. Ook deze voorzieningen zullen last hebben van de krimpende bevolking, echter het is moeilijk voorspelbaar hoe dat precies uitpakt. Door de groei van het aantal actieve ouderen kan het zijn dat veel culturele voorzieningen het hoofd prima boven water kunnen houden. Culturele activiteiten gericht op de jeugd zal wel problematisch worden, al is dat natuurlijk sterk afhankelijk van de kwaliteit van het aanbod en het verzorgingsgebied. Specifieke aandacht voor de medische zorg. In de provincie Groningen zijn drie streekziekenhuizen, waaronder het Delfzicht ziekenhuis in Delfzijl. De drie ziekenhuizen werken goed samen. Delfzijl en Winschoten zijn gefuseerd en vormen samen met Stadskanaal de Ommelander ziekenhuizen. Recent is er van de Raad voor de Volksgezondheid (RvV) een rapport verschenen, waarin een ingrijpende sanering van streekziekenhuizen wordt geadviseerd. Zover is het nog niet. Veel ziekenhuizen zijn gebonden aan inwonergerelateerde landelijke normen. Zo heeft Delfzicht in Delfzijl een verzorgingsgebied van 60.000 burgers. Een teruggang van inwoners heeft gevolgen voor budget, faciliteiten en bemensing. Ziekenhuizen hebben een norm voor hun regio, hun ‘afzetgebied’. Alle drie en vooral Delfzicht liggen er qua inwonersaantal onder. De laatste jaren werd hier een financiële tegemoetkoming in verstrekt, de beschikbaarheidscompensatie ziekenhuizen. Het Haagse voornemen was die per 1-1-2009 af te schaffen. Het lijkt er op dat dit in de toekomst leidt tot sanering van afdelingen als spoedeisende eerste hulp en meer specifiek tot exploitatieproblemen van gynaecologie, kraam- en kinderafdelingen. Ten behoeve van de instandhouding van bereikbare fysieke accommodaties in het algemeen zoals ziekenhuisonderdelen, consultatiebureaus, medische steunhulpdiensten zoals kraamzorg, huisartsenposten, etc, zal bij het Ministerie van VWS het verzoek worden ingediend de inwonersgerelateerde ziekenzorgnormen los te laten voor dunbevolkte gebieden zoals NoordGroningen. Samenwerking tussen de polikliniek van het Delftzicht ziekenhuis, de huisartsenposten en de zorginstellingen kan helpen efficiënter gebruik te maken van beschikbare voorzieningen, zodat de betaalbaarheid en de kwaliteit van de zorg kan worden gegarandeerd, nu en in de toekomst. Sportvoorzieningen De sportvoorzieningen, en dan vooral de veldsportcomplexen, zitten ruim in hun jasje. Door de afname van het aantal kinderen, neemt ook het aantal jonge voetballertjes af en daalt het aantal leden van de sportclubs. Met als gevolg dat er minder behoefte is aan sportvelden. Het onderhoud en het beheer van de sportcomplexen met hun accommodaties drukt zwaar op de begroting van de gemeenten. Nu het aantal leden van sportclubs in de toekomst nog verder lijkt af te nemen is het van 35
belang na te denken over een meer efficiënt gebruik van de beschikbare middelen en van de ruimte. Sanering van de bestaande sportcomplexen is aan de orde, dat kan echter op meerdere manieren: elk complex een beetje kleiner of concentreren op een nieuw complex met gezamenlijke voorzieningen. Voor het landelijk gebied betekent dat een keuze gemaakt moet worden bij welke dorpen sportcomplexen nog levensvatbaar zijn in de toekomst. Ook is het denkbaar dat de sporten die de regio bedienen (hockey, tennis, honkbal e.d.) op een nieuw complex worden ondergebracht in het gebied tussen Appingedam en Delfzijl bij de N33.
Afbeelding 15 Locatie sportvelden in het stedelijk gebied. KEUZE
Keuzemogelijkheden
A
Beide gemeenten ontwikkelen samen een herstructureringsplan voor sport en verenigingsaccommodaties, met als uitgangspunt sanering en concentratie in multifunctionele gebouwen.
B
We kiezen voor de geleidelijke methode: alle sportcomplexen worden beperkt in omvang, enkele velden worden afgestoten en hier en daar sluiten voorzieningen (kaasschaafmethode)
C
Verenigingen krijgen een eigen budget en zorgen er zelf voor dat hun accommodatie in stand wordt gehouden, eigen inzet en initiatief wordt beloond. Dat geldt ook voor dorpsverenigingen, zij kunnen zelf bepalen waar ze hun budget op inzetten.
36
4.7
SCENARIO’S ONTWIKKELING DORPEN
Om enig zicht te krijgen in de wijze waarop de dorpen binnen de gemeente Delfzijl zich zouden kunnen ontwikkelen, schetsen we hier twee mogelijke opties in de vorm van scenario’s. We gaan uit van twee fictieve, relatief kleine dorpen A en B, met ieder een vergelijkbare uitgangspositie. Bij beide dorpen zien we in overeenstemming met de prognoses een afname van het inwoneraantal, leegstand van woningen, leegloop van de scholen en andere voorzieningen. De beide scenario’s brengen twee heel verschillende aanpakken in beeld om leefbare dorpen te houden of te realiseren. Het zijn slechts fictieve denkrichtingen, mogelijke verbeeldingen van wat er de komende 20 jaar zou kunnen gebeuren, geen beleidsscenario’s. We werken de scenario’s uit rond enkele samenhangende ontwikkelingskeuzes: - de woningvoorraad; - de voorzieningen; - de functionele ontwikkeling van bebouwing; - de rol van de bewoners. We onderscheiden de volgende scenario’s en zijn benieuwd welk scenario U het meeste aanspreekt. Ook is het mogelijk dat u zelf scenario’s uitwerkt en aan ons voorlegt. KEUZE
Mogelijke scenario’s
Dorp A
Actief ingrijpen door de gemeente: bij dreigende leegstand wordt gesloopt en nieuw gebouwd. Sommige voorzieningen (scholen, winkels) worden geconcentreerd in de grotere kernen. Voor de sport en overige dorpsverenigingen komt er een nieuw multifunctioneel dorpshuis, met een Steunstee als informatie en zorgloket. Kleinschalig vervoer voor scholieren en ouderen.
Dorp B
Bewoners nemen eigen initiatief: dorpsbewoners zoeken naar alternatieve invulling voor leegkomende woningen en boerderijen. Met een eigen dorpsbudget zorgen de dorpsbewoners zelf voor de instandhouding van voorzieningen, zoals kleine scholen, de kerk en een kleinschalige zorgvoorziening. Voor de sport en overige dorpsverenigingen komt er een nieuw multifunctioneel dorpshuis, met een Steunstee als informatie en zorgloket. Kleinschalig vervoer voor scholieren en ouderen.
Scenario A: actief ingrijpen gemeente, samen met het dorp. Dorp A ligt er in 2030 goed bij. Het aantal bewoners is sinds 2010 fors afgenomen, er zijn veel woningen verdwenen en veel voorzieningen gesloten, maar anno 2030 is het aantrekkelijk wonen in het ruim opgezette dorp met mooie vergezichten over het landschap. Toen tussen 2012 en 2015 de verhuurbaarheid van de rijtjes huurwoningen uit de jaren 60-70 van de vorige eeuw moeilijker werd, is door de gemeente en de corporatie actief ingegrepen. Door de corporaties en de gemeente is in overleg met de dorpsvereniging een plan te ontwikkeld voor sloop en nieuwbouw. Op de plek van de gesloopte woningen ontstond ruimte voor vrije kavels en speelvoorzieningen. De kavels bleken niet eenvoudig te verkopen. Corporatie en gemeente hebben er veel geld bij moeten leggen, ze konden profiteren van een rijkssubsidieregeling. Het dorp werd er ruimer door, vanuit het dorp kon je weer uitkijken over de velden. Bij de kerk op de centrale ontmoetingsplaats zitten regelmatig fietsers die de populaire knooppuntenfietsroute rijden. Dorp A is een belangrijk knooppunt in de fietsroute van Delfzijl langs de kust. Leegstand bij eigenwoningbezit was wat moeilijker oplosbaar. Na de toename van leegstand van vaak oude, voor het dorp karakteristieke woningen, is door de gemeente, samen met de corporatie en de dorpsvereniging, een actieplan ontwikkeld. Sommige huizen werden gesloopt en de vrijkomende ruimte verkocht aan de buren als privétuin. Andere panden werden opgeknapt en verhuurd, een enkel pand kon na de opknapbeurt worden verkocht. Deze hele operatie heeft de gemeente veel geld gekost, maar ook daarvoor kon een beroep op rijk en provincie worden gedaan. Door de sterke afname van het aantal gezinnen met kinderen moest in 2012 de basisschool worden gesloten. Het basisonderwijs is nu geconcentreerd in brede scholen in de grotere kernen. De enkele 37
kinderen die nog in dorp A wonen worden s’ochtends om 8 uur opgehaald met een schoolbusje dat langs alle dorpen rijdt. Van die busjes maken ook de ouderen gebruik voor vervoer naar de zorgvoorzieningen in de grotere kernen. Enkele ouderen krijgen thuiszorg anderen moeten het hebben van mantelzorg. Door de afname van de bevolking kwamen ook de overige voorzieningen onder druk te staan. De voetbalclub heeft nog wel voldoende leden en daarnaast zijn er nog verschillende andere dorpsverenigingen. De verschillende accommodaties voor deze verenigingen zijn in 2010 door de gemeente samengevoegd in een nieuw multifunctioneel gebouw, dat door alle verenigingen in dorp A kan worden gebruikt. Dat heeft wel wat strijd gegeven, maar uiteindelijk was er geen andere keuze, want de kosten voor al die afzonderlijke gebouwen liep uit de hand. Het nieuwe multifunctionele gebouw (Dorpshuis nieuwe stijl) voor de sportclubs en de dorpsverenigingen wordt intensief gebruikt en door het samengaan in één accommodatie ontstaan er ook nieuwe initiatieven in het dorp. In het nieuwe Dorpshuis is sinds 2011 ook een zogenaamde Steunstee gevestigd, een door de gemeente opgezet informatiepunt en zorgloket voor: zorgvoorzieningen, gemeentelijke diensten (paspoort of rijbewijs aanvragen), spreekuur van de buurtagent, de gemeentelijke gebiedsregisseur, ISD/Werkplein, de huisarts, centrum voor jeugd en gezin, pinautomaat en dergelijke. Inmiddels is de voormalige school verbouwd tot een riante woning, het voormalige verenigingsgebouw is gesloopt en in de kerk heeft een kunstenaar zijn atelier.
Scenario B: eigen initiatief bewoners. Het dorp B vormt in 2030 een hechte sociale gemeenschap. Het aantal bewoners is in de loop der jaren fors afgenomen, maar de kwaliteit van het wonen is verbeterd, dankzij de actieve inzet van veel dorpsbewoners. Toen in 2010 het gemeentebestuur de dorpsvereniging de mogelijkheid bood om zelf de ontwikkeling van het dorp ter hand te nemen heeft dat wel de nodige discussie opgeleverd, maar uiteindelijk heeft het dorp de uitdaging aangegaan. Er zijn budget afspraken gemaakt met de gemeente. Met dat budget en veel vrijwilligerswerk is het gelukt een deel van de voorzieningen in het dorp in stand te houden. De kantine van de voetbalclub is door de bewoners zelf verbouwd, het bouwmateriaal is betaald door de gemeente. De kantine wordt nu ook gebruikt als dorpscafé en als vergaderlocatie voor de verschillende dorpsverenigingen, het is een multifunctioneel dorpshuis nieuwe stijl geworden. In het nieuwe dorpshuis is sinds 2011 ook een zogenaamde Steunstee gevestigd, een door de gemeente opgezet informatiepunt en zorgloket voor: zorgvoorzieningen, gemeentelijke diensten (paspoort of rijbewijs aanvragen), spreekuur van de buurtagent, de gemeentelijke gebiedsregisseur, ISD/Werkplein, de huisarts, centrum voor jeugd en gezin, pinautomaat en dergelijke. Op het terras voor het dorpshuis zitten op een mooie dag veel fietsers die de knooppunten fietsroute volgen door het wierdenlandschap. Dorp B is een belangrijk knooppunt in de fietsroute van Delfzijl langs de kust. Ook de kerk heeft een multifunctionele invulling gekregen, naast één kerkdienst per week, wordt de ruimte gebruikt voor de jaarlijkse toneeluitvoering, voor exposities van de verschillende kunstenaars in het dorps, voor concerten etc. Het onderhoud en het beheer van het gebouw regelen de dorpsbewoners zelf, alle kosten voor materialen en verwarming kunnen worden betaald uit het jaarlijkse dorpsbudget. De school wordt alleen nog gebruikt voor de onderbouw, de groepen 1, 2 en 3 en er is peuteropvang. Er is één professionele leerkracht, die wordt ondersteund door vrijwilligers uit het dorp. Ook in dorp B zijn in de loop der jaren veel woningen leeg komen te staan. De rijtjes huurwoningen uit de periode 1960-1970 bleken steeds moeilijker te verhuren. De dorpsvereniging heeft in 2015 samen met de corporatie een plan ontwikkeld voor het slopen van de woningen en nieuwbouw. Verschillende dorpsbewoners hebben op de ruime kavels die beschikbaar kwamen een eigen woning gebouwd. Daarnaast kwamen ook verschillende eigenwoningen leeg te staan. Toen bleek dat er echt geen kopers kwamen heeft de dorpsvereniging het initiatief genomen om samen met de corporatie naar een oplossing te zoeken. De corporatie heeft de woningen opgekocht met subsidie van het rijk. Enkele van die woningen zijn gesloopt, die plekken zijn opengebleven en door de bewoners ingericht als speelplek of privé tuin. De voor dorp B karakteristieke woningen die niet verkoopbaar bleken, worden nu door de corporatie verhuurd aan kunstenaars die er wonen of hun atelier hebben. De midden in het dorp gelegen boerderij stond al vanaf 2010 leeg en bleek onverkoopbaar. De leegstand vormde een doorn in het oog van veel dorpsbewoners, daarom is door de dorpsvereniging initiatief genomen voor een nieuwe invulling. Er is een groep gevormd van ouderen die graag in het dorp willen blijven wonen, maar door het ouder worden zorgbehoevend zijn geworden. Voor hen is 38
een plan voor kleinschalig verzorgd wonen ontwikkeld door de corporatie, samen met een grote zorginstelling in Delfzijl en een zorgverzekeraar. Zij hebben gezorgd voor de verbouw van de boerderij tot een zorgboerderij voor 10 personen, ieder met hun eigen kamer en gemeenschappelijke ruimtes. Verschillende dorpsbewoners zorgen voor het onderhoud van de gemeenschappelijke tuin die ook door de bewoners van het dorp wordt gebruikt als terras.
39
40
5
5.1
SAMENWERKING APPINGEDAM EN DELFZIJL: ONTWIKKELEN STEDELIJK NETWERK STEDELIJK NETWERK MET WATER ALS VERBINDING
De hieronder afgedrukte kaarten geven aan hoe de beide kernen Appingedam en Delfzijl oorspronkelijk (kaart van 1820) afzonderlijke kernen waren, met ieder hun eigen karakteristieke ligging. Appingedam als een langgerekte handelsnederzetting aan het Damsterdiep en Delfzijl als vestingstad aan de Eems bij de monding van het Damsterdiep. In de loop van de 20-ste eeuw zijn beide kernen naar elkaar toe gegroeid en de huidige kaart geeft het beeld van een aaneengesloten stedelijk gebied. Het stedelijk netwerk Appingedam-Delfzijl doet zich niet alleen ruimtelijk voelen, maar bestaat vooral dankzij de vele onderlinge functionele netwerken. Over en weer gebruiken de bewoners van Appingedam en Delfzijl elkaars voorzieningen. Veel bewoners van Appingedam werken in Delfzijl en (in mindere mate) omgekeerd. Beide gemeenten kiezen ervoor de samenhang en de afstemming van functies binnen het netwerk te optimaliseren, maar willen daarbinnen wel de eigenheid versterken. Die eigenheid komt vooral tot uitdrukking in de centra van beide steden.
Afbeelding 16 Historische ontwikkeling van de kernen Appingedam en Delfzijl (1820, 1910, 1970, 2005) De ruimtelijke analyse maakt duidelijk dat beide kernen bestaan uit losse woonwijken en ‘opgeslokte’ wierdedorpen in een groene setting, met het Damsterdiep als belangrijk verbindend element. De wijken staan veelal met de rug naar de groene omgeving. Door wijken als het ware meer open te breken naar de omgeving wordt het landschap veel meer bij het wonen betrokken, de woonwijken en het stedelijk gebied krijgen dan een veel groenere beleving. Door in de verbindende groene gebieden fiets- en wandelpaden aan te leggen ontwikkeld de groen-blauwe zone zich tot een stedelijk parklandschap. Op deze wijze kan de woonkwaliteit van het gebied worden versterkt. Dit wordt in de volgende kaarten verbeeld.
41
Afbeelding 17 Stedelijk netwerk van afzonderlijke wijken in een blauw - groene setting.
Afbeelding 18 Blauwe en groene structuur binnen het stedelijk netwerk.
42
Afbeelding 19 Versterken verbindingen tussen de verschillende wijken. Behalve het ontwikkelen van een parkzone binnen het stedelijk netwerk is het ook van grote waarde het stedelijk gebied een betere ontsluiting te geven naar het omliggende landschap. Door fietswandel- en vaarverbindingen met het omliggende landschap te verbeteren kan het stedelijk gebied meer op het omliggende landschap worden betrokken. Bij het versterken van de samenhang binnen het stedelijk gebied vraagt ook de N360 om specifieke aandacht. Binnen het stedelijk gebied van Delfzijl vormt deze weg in combinatie met het spoor een barrière tussen Delfzijl-Noord en de rest van Delfzijl. Aanpassing van de weg is gewenst. Op één of twee plaatsen zouden vanaf de N360 rechtstreekse verbindingen gemaakt kunnen worden met Delfzijl-Noord en Delfzijl-Zuid. Dan krijgt deze weg meer het karakter van een stadsweg, een weg die de beide delen van de stad met elkaar verbindt.
Afbeelding 20 Stedelijk netwerk met het water als verbindend element. Binnen het stedelijk netwerk blijven de kernen Appingedam en Delfzijl hun eigenheid behouden en versterken. Voor Appingedam ligt het accent op de ligging aan het Damsterdiep, wonen aan het water en een compleet voorzieningenpakket. Voor Delfzijl ligt het accent op de maritieme sfeer, de industrie, de haven, de ligging aan de Eems. Verderop in dit hoofdstuk werken we dat verder uit. 43
VOORSTEL
Appingedam en Delfzijl verder ontwikkelen tot een samenhangend stedelijk netwerk. Met woonwijken in een stedelijk parklandschap, het Damsterdiep en het groen tussen de wijken zijn bepalend voor de samenhang. Woonwijken richten zich op het water en de groene tussenruimten. Fiets-, vaar- en wandelpaden zorgen voor verbinding. De eigenheid van Appingedam wordt versterkt door een betere oriëntatie van de stad op het water van Damsterdiep en Nieuwe Diep, nieuwbouw aan het water. Het maritieme karakter van Delfzijl wordt versterkt door de haven en de Eems meer bij de stad te betrekken en deze intensiever te gebruiken.
Afbeelding 21 Voorbeelden van water en groen als dragers van het stedelijk netwerk.
44
5.2
WINKELCENTRA
De kernen Appingedam en Delfzijl hebben beide een compleet winkelapparaat in de onderscheiden binnensteden. Beide kernen hebben een regionaal verzorgende functie. Appingedam heeft met de ontwikkeling van het Overdiep vooral een sterke regionale positie in de sector dagelijkse goederen (ca. 10.000 m2 winkeloppervlak). De binnenstad van Appingedam heeft een beperkte regionale positie als het gaat om niet-dagelijkse inkopen (mode, schoenen, recreatief, overig: ca. 7000m2). Dit marktsegment staat in Appingedam onderdruk vanwege de relatief kleine panden en de beperkte vloerproductiviteit. Het centrum van Delfzijl heeft een belangrijke functie voor niet-dagelijkse aankopen (15.000 m2), vooral het segment mode en schoenen is hier sterk vertegenwoordigd, veel landelijke ketens. Het winkelaanbod in dagelijkse goederen is in het centrum van Delfzijl matig vertegenwoordigd (6000 m2). Naast de beide centrale winkelcentra is er nog een nieuw wijkwinkelcentrum in Delfzijl-Noord in ontwikkeling, en een supermarkt in Opwierde (in ontwikkeling) en in Delfzijl-Zuid. Verder is er nog grootschalige detailhandel: het Woonplein in het tussengebied bij de N33 (13.000 m2). In totaal beschikken beide kernen bij realisatie van de geplande winkelvoorzieningen over ca. 70.000 m2 verkoopvloeroppervlak. Het draagvlak voor de detailhandel in beide kernen neemt af door de krimpende bevolking, wijziging van consumentenpatronen (zoals aankopen via internet) en schaalvergroting. Naar schatting volstaat over 10 jaar een winkelapparaat van ca. 50.000 m2. Daarmee ontstaat de komende jaren een overmaat aan winkelvloeroppervlak. We zien al de nodige leegstand ontstaan in de binnensteden, vooral de speciaalzaken in de kleinere panden hebben het moeilijk. Binnenstedelijke gebieden dreigen te verpauperen, leegstand dreigt ook in de wijkcentra. De vraag is hoe we hier als gemeentelijke overheden mee om willen gaan. Duidelijk is dat de beide overheden slechts beperkte mogelijkheden hebben om hierin te sturen, in eerste instantie zal de markt zijn werk doen. De mogelijkheden van de gemeentelijk overheden beperken zich tot het doen van ingrepen in de inrichting van de openbare ruimte, het tegengaan van ontwikkelingen of het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. Er zijn verschillende scenario’s denkbaar: A. Beide overheden zorgen voor een aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte, het winkelapparaat zal geleidelijk in omvang afnemen, regelmatig sluiten winkels hun deuren. De opgave is om ondanks de afname van het aantal winkels toch nog een samenhangend en aantrekkelijk winkelgebied te houden. Straten die worden geconfronteerd met veel winkelsluiting kunnen uiteindelijk hun winkelfunctie verliezen en worden omgevormd tot woonstraat met nog hier en daar een verspreide winkel, zoals de Solwerderstraat in Appingedam. B. Beide overheden kunnen een taakverdeling tussen de beide centra afspreken, bijvoorbeeld Appingedam als centrum voor de dagelijkse aankopen met daarnaast een kleinschalig centrum met accent op recreatief winkelen, kunst en cultuur, ambachtelijke goederen e.d. Naast Delfzijl als centrum voor het doen van inkopen, meer grootschalig. C. Ook kan worden gekozen voor Appingedam als het belangrijkste winkelcentrum vanwege de centrale ligging in de regio, echter dat vergt ruimtelijke ingrepen om ruimte te bieden aan grotere winkeleenheden. D. Een ander scenario kan zijn het afbouwen van de verspreid gelegen supermarkten, ten gunste van de winkels in de binnensteden. Ook blijft het winkelcentrum Delfzijl-Noord beperkt van omvang. Dat heeft overigens alleen effect op de winkels in dagelijkse aankopen (voeding en genotmiddelen). De afname van het winkelaanbod in nietdagelijkse goederen wordt daarmee niet gestopt.
De voorgestelde keuzes staan niet op zichzelf, er is een samenhang met zaken als woningbouw, bevolkingsontwikkeling en de ontwikkeling van culturele, maatschappelijke en recreatieve voorzieningen. Bij het uitwerken van integrale ontwikkelingsscenario’s in hoofdstuk 6 komt die samenhang naar voren. 45
KEUZE
Keuzemogelijkheden
A
Beide binnensteden stoten geleidelijk winkels af en worden kleiner. De inrichting en het gebruik van de openbare ruimte wordt daarop aangepast.
B
Tussen de centra van Appingedam en Delfzijl ontstaat een taakverdeling. Appingedam richt zich op de dagelijkse aankopen, naast kleinschalig, recreatief winkelen in een historische setting. Delfzijl richt zich meer op de aankopen van niet-dagelijkse goederen in grotere winkeleenheden.
C
Door de meer centrale ligging ontwikkelt Appingedam zich tot het belangrijkste winkelcentrum binnen het stedelijk netwerk. Daartoe worden in Appingedam nieuwe grootschalige winkelprojecten ontwikkeld. Het centrum van Delfzijl wordt beperkter van omvang.
D
De verspreid gelegen supermarkten verdwijnen geleidelijk, het wijkwinkelcentra Delfzijl-Noord blijft beperkt van omvang.
46
5.3
WONINGBOUW
De prognoses geven aan dat het de komende 10 jaar noodzakelijk is te investeren in de kwaliteit van het wonen in de kernen Appingedam en Delfzijl. Appingedam is een populaire woongemeente binnen de regio, Delfzijl heeft op dit vlak een matig imago. Beide kernen vormen één samenhangend woningmarktgebied, daarom is het zaak het woningbouwprogramma goed op elkaar af te stemmen. De woningvraag richt zich vooral op de wat duurdere koopwoningen, vrije kavels, duurdere appartementen, betaalbare appartementen voor ouderen en eengezinswoningen in een rij aangepast voor ouderen. Er is dus vooral veel vraag naar levensloopbestendige woningen, woningen die geschikt zijn voor alle levensfasen, dus ook voor ouderen en gehandicapten. Een overschot aan woningen verwachten we in de goedkope huur- en koopwoningen, technisch slechte woningen met te weinig wooncomfort en duur in energiegebruik. In de wijken met veel van dergelijke woningen, portiekflats en rijtjes woningen, verwachten we leegstand. Beide gemeenten hebben reeds de nodige nieuwbouwplannen op stapel staan. Delfzijl vooral in Delfzijl-Noord, Appingedam vooral in Opwierde, de Gasfabriek-locatie en de Eendracht. In totaal zijn er plannen voor ca. 2000 nieuwe woningen. Hoeveel woningen precies gesloopt moeten worden is op voorhand moeilijk te zeggen. Naar verwachting zullen dat er 2000 tot 3000 zijn. De precieze omvang van het sloopprogramma is afhankelijk van de ontwikkelingen op de woningmarkt. Het is zaak de ontwikkelingen op de woningmarkt goed te volgen en bijtijds (niet te vroeg en niet te laat) in te grijpen.
Afbeelding 22 Ontwikkeling woningvoorraad Bron: CBS
47
Woningbehoefte per gemeente Appingedam Delfzijl Delfzijl (kern) Dorpen Delfzijl Totaal
Tabel 2
2008
2020
5.351 11.675
5.400 10.400 8.210 3.465
17.026
7.900 2.500 15.800
Mogelijke ontwikkeling woningvoorraad.
Taakverdeling nieuwbouw. Door een taakverdeling in het nieuwbouwprogramma af te spreken tussen Appingedam en Delfzijl kan worden gestuurd in de te ontwikkelen woonmilieus en woningtypes. Daarbij kan worden gekozen voor een volgend dan wel een sturend beleid. Als we de consumenten voorkeur zouden volgen dan zou er vooral in Appingedam moeten worden gebouwd. Dat zou echter leiden tot een verder achteruitgang van de kwaliteit van de wijken van Delfzijl, dat is niet verantwoord, zie ook de scenario uitwerking in hoofdstuk 6. Eerder zou juist in Delfzijl in het hogere marktsegment moet worden geïnvesteerd en extra kwaliteit toegevoegd moeten worden aan de bestaande wijken. Zo zouden zich drie scenario’s kunnen voordoen: A. Appingedam concentreert zich op projectmatige nieuwbouw van appartementen en vrijstaande en halfvrijstaande woningen. Delfzijl bouwt naast appartementen voor ouderen vooral vrijstaande woningen door particulieren op ruime kavels. B. Appingedam ontwikkelt watergeboden woonmilieus, wonen aan het water in verschillende vormen, appartementen, vrijstaand en half-vrijstaand. Delfzijl richt zich op compacte bouw in of bij de binnenstad en daarnaast op ruime groene, parkachtige woonmilieus in de buitenwijken. C. Elke gemeente bouwt afhankelijk van de ruimtelijke en markttechnische mogelijkheden. KEUZE A B C
Keuzemogelijkheden Taakverdeling tussen Appingedam en Delfzijl naar woningtypologie: Appingedam bouwt vooral appartementen en (half-)vrijstaande woningen en Delfzijl bouwt vooral appartementen en vrijstaande woningen door particulieren. Taakverdeling tussen Appingedam en Delfzijl naar woonmilieus: Appingedam ontwikkelt projecten met watergebonden woonmilieus, terwijl Delfzijl zich richt op ruime groene, parkachtige woonmilieus. Geen taakverdeling: elke gemeente bouwt afhankelijk van de markt en de ruimtelijke mogelijkheden.
Herstructurering oude wijken. Ook de komende 10 jaar lijkt een forse saneringsopgave onontkoombaar. Zoals reeds aangegeven zullen er vooral goedkope huur- en koopwoningen van slechte kwaliteit moeten worden gesloopt. In Appingedam zullen in de wijk Opwierde en Oling-Noord woningen worden gesaneerd. Dat zal gebeuren volgens de aanpak die tot nu toe in Opwierde is gehanteerd, namelijk de sloop van individuele complexen, direct gevolg door nieuwbouw. Deze aanpak zorgt er voor dat de sociale en stedenbouwkundige structuur van de wijk in stand blijft. Deze strategie van steeds kleine ingrepen is ook alleen effectief als de sociale en stedenbouwkundige structuur voldoende sterk zijn. In Delfzijl is een andere strategie gevolgd. Daar heeft de gemeente voor een meer grootschalige aanpak gekozen, om daarmee ook de stedenbouwkundige structuur te kunnen aanpakken. De aanpak van Appingedam zou hier onvoldoende effect hebben gehad. De komende tien jaar zullen er minstens zo veel woningen moet worden gesloopt als de afgelopen tien jaar. De vraag is welke strategie daarbij moet worden gevolgd: de grootschalige aanpak zoals in Delfzijl-Noord of de meer behoedzame aanpak, zoals die in Opwierde is gehanteerd. Dit is vooral een vraag die de kern Delfzijl betreft.
48
Afbeelding 23 Locatie winkelcentra en herstructureringswijken. KEUZE A B
Keuzemogelijkheden De saneringsopgave wordt gerealiseerd door een volledige wijk, of grote delen van een wijk te slopen en in ruime setting te herbouwen. Vergelijk de aanpak van Delfzijl-Noord. De saneringsopgave wordt gerealiseerd door in de alle wijken complexen woningen te slopen waarvoor leegstand dreigt. Dat kan huur en koop zijn. Na sloop vindt herontwikkeling plaats met woningen waar nog wel vraag naar is. Vergelijk de aanpak van Opwierde.
49
5.4
APPINGEDAM
Ontwikkelingsvisie Appingedam 2030 en het vervolg. De eigenheid van Appingedam schuilt vooral in de historische binnenstad, de ligging aan het Damsterdiep, de kleinschalige bebouwing en de fraaie 30-jaren villabuurt tussen de binnenstad en de N360. Die kwaliteiten maken Appingedam tot één van de meest aantrekkelijke woonkernen in de regio en bovendien trekt de kern veel winkelend publiek uit de regio en toeristen van verder weg. De Ontwikkelingsvisie Appingedam 2030 uit 2002 koos als thema “Unieke stad, schakel in de regio”. Daarmee werd ingezet op selectieve groei, kwaliteitsverbetering wonen en voorzieningen, herstructurering Opwierde, revitaliseren centrumgebied, ontwikkeling Overdiep, een compleet voorzieningenpakket, ruimte voor zakelijke dienstverlening en kleinschalige bedrijven en afstemming van ruimtelijke ontwikkelingen met de regio. Veel van deze doelstellingen zijn gerealiseerd. Met de herstructurering van Opwierde en de ontwikkeling van het Overdiep terrein heeft Appingedam een goede slag gemaakt in het versterken van de woonfunctie. Echter er is nog veel werk te doen, niet alleen in Opwierde, maar ook andere buurten vragen om aandacht. Daarnaast dienen zich nieuwe woonprojecten aan, zoals de Eendracht. De ontwikkeling van het Overdiep is behalve voor wonen ook van belang voor het versterken van de regionaal verzorgende functie van de binnenstad. De concentratie van supermarkten vormt een belangrijk bronpunt voor de binnenstad. De revitalisering van het centrum heeft daarnaast vooral vorm gekregen in de aanpak van de Wijkstraat en de omgeving van de Nicolaikerk. Het centrale winkelgebied met de Dijkstraat als voornaamste winkelstraat blijft een aandachtsgebied. Hier dreigt meer leegstand te ontstaan, dat vraagt om actief beleid. Voor het nieuwe Ontwikkelingsperspectief dienen zich voor Appingedam de volgende uitdagingen en opgaven aan: versterken centrum Appingedam, vooral de winkelfunctie van de Dijkstraat; verbeteren van de woonkwaliteit door afronden herstructurering Opwierde, aanpak OlingNoord, ontwikkeling Overdiep, Gasfabriekterrein en de Eendracht; versterken oriëntatie op het Damsterdiep en het Nieuwe Diep; versterken samenhang in het stedelijk gebied, o.a. door ontwikkeling Eendracht; verdere ontwikkeling woon-zorgzone; verdere ontwikkeling van Fivelpoort als duurzaam bedrijventerrein voor kantoren en hoogwaardige bedrijven en het Stationsgebied voor kantoren. VOORSTEL
Appingedam kiest voor de volgende opgaven voor de komende jaren: versterken centrum Appingedam verbeteren van de woonkwaliteit door afronden herstructurering Opwierde, aanpak Oling-Noord, ontwikkeling Overdiep, Gasfabriekterrein en de Eendracht; versterken oriëntatie op het Damsterdiep en het Nieuwe Diep versterken samenhang in het stedelijk gebied, o.a. door ontwikkeling Eendracht verdere ontwikkeling woon-zorgzones ontwikkeling Fivelpoort als duurzaam bedrijventerrein ontwikkeling Stationsgebied voor kantoren
Dynamisch historisch centrum Appingedam aan het water van het Damsterdiep en het Nieuwe Diep: wonen, winkelen, recreëren. Een van de belangrijkste opgaven voor de komende tien jaar voor Appingedam is het ontwikkelen van een aantrekkelijk centrum voor winkelen, uitgaan en het beleven van de historie, kunst en cultuur. Met de sprong over het Nieuwe Diep naar het Overdiep (AH) krijgt de Nicolaikerk en zijn historische omgeving een meer centrale plaats in het centrum van Appingedam. Het Overdiep ontwikkelt zich tot een sterk centrum voor dagelijkse aankopen, en trekt veel mensen uit de regio (50%). De Dijkstraat fungeert als winkelstraat voor niet-dagelijkse goederen en wordt aan beide zijden ondersteund door de polen Cleveringaplein (Hema) en de Ossendrift (parkeren en supermarkt). De Solwerderstraat functioneert steeds minder als winkelstraat. Het noordelijk deel van de binnenstad rond het Damsterdiep en de Solwerderstraat is decentraal komen te liggen en vormt geen onderdeel meer van 50
het eigenlijke (winkel)centrum. Een knelpunt vormt de leegstand van winkels, niet alleen in de Solwerderstraat, maar ook in de Dijkstraat.
Afbeelding 24 Historisch centrum Appingedam De volgende kaart brengt in beeld dat de relatie tussen het Overdiep terrein, de omgeving Nicolaikerk en het Damsterdiep versterkt zou moeten worden. We onderscheiden drie sferen in de binnenstad: het Overdiep als boodschappencentrum, recreatie en wonen aan het water (blauw) de omgeving Nicolaikerk: historie, cultuur, horeca en winkelen (oranje) de omgeving Dijkstraat, Damsterdiep, Solwerderstraat: winkelen, historie, kunst, cultuur en beleving Damsterdiep (groen).
51
Afbeelding 25 Verbinding Overdiep, Wijkstraat/Nicolaikerk en het Damsterdiep en omgeving. Vooral het noordelijk deel van de binnenstad vraagt om extra aandacht. De aantrekkingskracht van het Damsterdiep en de Solwerderstraat moet worden versterkt. Rond het Damsterdiep zou ruimte gemaakt kunnen worden voor contact met het Damsterdiep: pleintjes, taluds, nieuwe bruggetjes, terras aan het water. Klein Venetië. Vervolgens zou het gebruik van het Damsterdiep kunnen worden geïntensiveerd: rondvaartboot, kanovaren, gondelvaren, optredens shantykoor etc. De Solwerderstraat en omgeving leent zich voor een ontwikkeling tot een kunst en nijverheidsbuurt, met galeries, ateliers, ambachtelijke en streek producten, toeristische winkeltjes, exposities, kunstmarkten etc. Dat alles vraagt wel de nodige investeringen en organisatorische inspanningen. Een professioneel opgezet centrummanagement is daarbij noodzakelijk.
Afbeelding 26 Ontwikkeling Damsterdiep en omgeving tot klein Venetië. Het kernwinkelapparaat Appingedam. Appingedam heeft gekozen voor concentratie van haar winkelaanbod in het centrum. Onderdeel van het eindbeeld is een winkelgebied met een uniek karakter met als basisstructuur: 3 polen (Overdiep, Cleveringaplein en Ossendrift) met een sterk tussengebied (Dijkstraat). Het winkelaanbod in 52
Appingedam kent een sterke regionaal verzorgende functie. Het aanbod voedings- en genotmiddelen is sterk met supermarkten in verschillende marktsegmenten. Het totale winkelaanbod is compleet (drogist, huishoudelijke artikelen, recreatieve branches). Geconstateerd wordt dat in het centrum vooral Dijkstraat en Solwerderstraat worden geconfronteerd met een teruglopend voorzieningenniveau die zich uit in leegstand van panden. Het perspectief voor beide straten als winkelstraat voor nietdagelijkse goederen, zoals mode, schoenen, huishoudelijke artikelen, woninginrichting, recreatieve goederen, is niet sterk. De panden zijn te klein, de vloerproductiviteit te laag, veel winkels kampen met opvolging. Dat verklaart de toenemende leegstand. Het gemeentebestuur vindt het belangrijk dat het centrum van Appingedam economisch sterk en vitaal blijft en haar positie als regionaal koopcentrum behoudt. Om dit te bereiken worden een aantal keuzes voorgelegd:
53
Keuze A: Het eindbeeld van drie sterke polen blijft intact. Geaccepteerd wordt dat in Dijkstraat en Solwerderstraat panden veranderen van functie, bij voorbeeld van winkelen en naar wonen. Hierdoor zal op termijn niet meer sprake zijn van een aaneengesloten winkelfront.
Afbeelding 27 Drie polen met daartussen het centrale winkelgebied van Appingedam.
54
Keuze B: Er wordt vooral ingezet op de versterking van de noord-zuidrelatie (Overdiep-Wijkstraat-DijkstraatSolwerderstraat). Cleveringaplein en het aansluitende deel van de Dijkstraat ontwikkelen zich tot een aanloopstraat, waarbij het accent niet meer op de winkelfunctie ligt. Ingezet wordt op een verplaatsing van de winkelfuncties in dit deel op de Noord-zuidas.
Afbeelding 28 Accent op de noord-zuid-as, versterken locatie Ossendrift
55
Keuze C: Er wordt vooral ingezet op de versterking van de noord-zuidrelatie (Overdiep-Wijkstraat-DijkstraatSolwerderstraat). Ossendrift en het aansluitende deel van de Dijkstraat ontwikkelen zich tot een aanloopstraat, waarbij het accent niet meer op de winkelfunctie ligt. Ingezet wordt op een verplaatsing van de winkelfuncties in dit deel op de Noord-zuidas.
Afbeelding 29 Accent op de noord-zuid-as, versterken Cleveringaplein
KEUZE
Keuzemogelijkheden voor de ontwikkeling van het centrum van Appingedam
A
Drie polen versterken, accepteren dat het tussengebied verdunt.
B
Accent op de noord-zuid-as, versterken locatie Ossendrift
C
Accent op de noord-zuid-as, versterken Cleveringaplein
56
Toeristisch-recreatieve status van het centrum. Het gemeentebestuur van Appingedam zet zwaar in op de verbetering van het monumentale en cultuurhistorische karakter van de historische kern van Appingedam, zodanig dat de toeristischrecreatieve aantrekkelijkheid van de binnenstad verder wordt vergroot. In de afgelopen periode is in dat kader samen met Damster partners onder meer uitvoering gegeven aan de verbetering van de verblijfskwaliteit van de Wijkstraat en de Solwerderstraat, een betere stedenbouwkundige inpassing van de jachthaven, nieuwe betekenistoekenning aan monumentale gebouwen als de Nicolaikerk en de St. Niklaaskerk. Het gemeentebestuur wil deze ontwikkelingen met kracht doorzetten. Hierbij kunnen de volgende keuzes worden voorgelegd: A. Het watersysteem is een grote kwaliteit van Appingedam. Nieuwe ontwikkelingen moeten worden geconcentreerd aan en op het water. Daarbij kan gedacht worden aan terrassen aan/op het water, toegankelijkheid vanaf het water (aanlegplaatsen), activiteiten op het water (watertaxi), ‘hangende’ winkels en galerieën. B. De toekomst van Appingedam ligt vooral in het aantrekken en ontwikkelen van culturele en ambachtelijke activiteiten (galerieën, ambachtelijke werkplaatsen). Op dit gebied moet Appingedam zich zelfs (inter-)nationaal op de kaart gaan zetten. C. Voor onderdelen van het centrum zijn rigoureuze ingrepen onvermijdelijk. De ontwikkeling van trekkers van formaat en een krachtige versterking van de looproutes is noodzakelijk om het centrum van Appingedam te revitaliseren. Wat betreft de schaal van de ingrepen kan als referentie gedacht worden aan de Folkingestraat in de stad Groningen. KEUZE
Keuzemogelijkheden toerisme
A
Accent op activiteiten op en rond het water van het Damsterdiep en Nieuwe Diep
B
Accent op ontwikkelen culturele en ambachtelijke activiteiten
C
Accent op versterking winkelstructuur
Ontwikkeling op de Eendracht locatie Een andere belangrijke opgave voor Appingedam is het creëren van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, goede en gevarieerde woonmilieus en tegelijkertijd het versterken van de stedelijke samenhang. De woon-zorg zone die in ontwikkeling is van Opwierde via het centrum naar OlingNoord zorgt voor maatwerk in wonen en zorg, en zorgt tevens voor structuur in het stedelijk gebied. De ontwikkeling van de locaties Overdiep, Gasfabriek en de Eendracht bieden ruimte voor aantrekkelijke nieuwe woonmilieus aan het water. Vanuit deze woongebieden lopen aantrekkelijke vaarroutes langs het Damsterdiep, naar het Eemskanaal en in de richting van het Schildmeer, het Hondshalstermeer en de Blauwestad. De Eendracht locatie vormt voor de toekomstige ontwikkeling van Appingedam een belangrijke locatie. Binnen Appingedam strekt het terrein van de voormalige kartonfabriek “De Eendracht” zich uit van de zuidelijke buitenrand van de stad tot nagenoeg het hart van de stad. Direct aan de noordzijde van het Eendrachtterrein wordt de woon-winkellocatie “Overdiep”ontwikkeld tussen het stadscentrum en de Eendracht. Aan de oostzijde ondergaat de woonwijk “Opwierde” een forse herstructureringsslag. De zuidzijde wordt begrensd door het bedrijventerrein Woldweg, met zuidelijk daarvan het Eemskanaal. De westzijde van het gebied wordt begrensd door De Groeve, het verbindingskanaal tussen het Eemskanaal en het Stadscentrum. Aan de westzijde van de Groeve ligt de uitbreidingswijk Olingermeeden. Vorig jaar heeft het gemeentebestuur besloten om het terrein van de Eendracht van de curator te kopen. De reden hiervoor was om naast het Ruimtelijke Ordenings instrumentarium ook via het grondbezit, invloed te kunnen uitoefenen op de toekomstige invulling van het gebied. Verder was daarbij de beheersbaarheid van het gebied van groot belang. In de komende periode zal de gemeente haar visie op de toekomst van het gebied nader vormen. Daarbij moeten keuzes worden gemaakt. Mogelijke ontwikkelingen worden met deze Participatienota voorgelegd aan de bevolking. De volgende ontwikkelingsstrategieën zijn denkbaar:
57
A. Omdat “de Eendracht” zo dicht bij het centrum ligt, direct aan het water grenst en tussen twee andere woonwijken in ligt, biedt het vele mogelijkheden om een geweldige woonwijk te worden; B. Door de ligging van de locatie aan de Groeve( en daarmee de bereikbaarheid over water) en de aansluiting op het zuidelijker gelegen bedrijventerrein is het aantrekkelijk om het zuidelijke deel van de locatie in te richten als bedrijventerrein met b.v. overslagfaciliteiten. In meer noordelijke richting moet de locatie via maatschappelijke- en culturele functies verkleuren naar een woongebied; C. Het gebied moet ingericht worden als ruig natuurgebied, zodat het als uitloopgebied voor de wijken Olingermeeden en Opwierde kan fungeren.
Afbeelding 30 Ontwikkelingsmogelijkheden voor de Eendracht KEUZE
Keuzemogelijkheden voor de ontwikkeling van de Eendracht
A
Woonwijk aan het water, water naar binnen brengen.
B
Bedrijfsmatige ontwikkeling aan de zuidzijde en aan de noordzijde maatschappelijke en culturele functies in combinatie met wonen Een ruig natuurgebied, als uitloopgebied voor Opwierde en Olingermeeden.
C
58
5.5
DELFZIJL
Beleidskaders Voor de kern van Delfzijl zijn de laatste jaren verschillende plannen ontwikkeld. Het belangrijkste was het Masterplan voor de Revitalisering Delfzijl van 2000. Dit plan vormde de basisvisie voor de aanpak van Delfzijl-Noord. Het Masterplan omvatte ook plannen voor de aanpak van de binnenstad, de haven en het strand, maar die ideeën zijn nog niet geconcretiseerd. Daarna zijn er nog meer ideeën ontwikkeld, zowel voor de binnenstad als voor de strandzone. Thans wordt gewerkt aan een gemeentelijke visie op de ontwikkeling en inrichting van de binnenstad. Een tweede belangrijke beleidsnota vormde de Bakens van Delfzijl van 2007, die beleidsnota vormde de aanzet tot een ontwikkelingsvisie voor de gemeente, het Ontwikkelingsperspectief 2030 dat thans in voorbereiding is. Kernkwaliteiten Delfzijl De eigenheid van Delfzijl wordt vooral gevonden in het maritieme karakter. De ligging aan de Eems en de haven zijn bepalend voor het maritieme karakter. Versterking van het maritieme karakter kan op de velerlei manieren: versterken van de relatie van de (binnen)stad met de haven; intensivering van het toeristisch-recreatief gebruik van de haven; organiseren van maritieme evenementen, aansluitend op Delfsail; versterken industrieel complex Delfzijl; versterking onderwijs zeevaart en techniek (zeevaartschool, experience centers voor zeevaart en techniek); versterken van de relatie met de Eems, massieve toeristisch recreatieve ontwikkeling bijzondere architectuur aan de haven en aan de Eems. VOORSTEL
Delfzijl richt zich op het versterken van haar maritieme karakter, en wel als volgt: -
versterken van de relatie van de (binnen)stad met de haven; intensivering van het toeristisch-recreatief gebruik van de haven; organiseren van maritieme evenementen, aansluitend op Delfsail; versterken industrieel complex Delfzijl; versterking onderwijs zeevaart en techniek (zeevaartschool, experience centers voor zeevaart en techniek); versterken van de relatie met de Eems, massieve toeristisch recreatieve ontwikkeling bijzondere architectuur aan de haven en aan de Eems.
Binnenstad en haven. De haven van Delfzijl met zijn handelskades, scheepswerf en recreatiehaven vormt het belangrijkste visitekaartje van Delfzijl. Het kan zich ontwikkelen tot een belangrijke regionaal attractiepunt, de basiskwaliteiten zijn aanwezig, het moet alleen beter ontsloten, beter gepromoot en er moet meer te beleven zijn. Allereerst is het van groot belang dat de haven en de binnenstad beter op elkaar worden betrokken. De weg en de dijk vormen thans een aanzienlijke barrière. Die barrièrewerking kan worden beperkt door een extra verbinding (loopbrug) aan te leggen tussen het centrum en de haven. Een andere mogelijkheid zou zijn om aan te sluiten bij de noodzakelijke verhoging van de dijk in verband met de zeewaterstijging. De dijk zou verhoogd en over de weg heen gebouwd kunnen worden, zodat op de dijk een brede, hooggelegen wandelboulevard ontstaat. Vanaf de wandelboulevard heeft men een schitterend uitzicht over de haven enerzijds en over de binnenstad anderzijds. Tegen de boulevard aan is aan de havenkant ruimte voor horeca. De binnenstad heeft een belangrijke regionale verzorgingsfunctie. Het centrum heeft ca. 15.000 m2 winkels in niet-dagelijkse goederen, zoals mode, schoenen, woninginrichting, huishoudelijke artikelen e,d, De helft van de omzet komt van buiten Delfzijl. Delfzijl dreigt echter steeds meer haar functie als winkelcentrum te verliezen. De leegstand neemt toe en vooruitzichten zijn niet rooskleurig. Ingrijpen om tot kwaliteitsverbetering te komen is hard nodig. In de vorm van centrummanagement moeten gemeente en ondernemers zorgen voor een kwaliteitslag. Er wordt dan ook hard gewerkt aan het ontwikkelen van plannen voort de openbare ruimte, de inrichting van de straten, de winkelstructuur, 59
het winkelbestand en het aangezicht van de winkelpanden. De volgende kaarten geven een beeld van mogelijke ontwikkelingsrichtingen.
Afbeelding 31 Gekrompen winkelcentrum Delfzijl en ontwikkeling havenboulevard
Afbeelding 32 Sterke oriëntatie van het centrum op de haven door aanleg nieuwe boulevard.
60
Belevingshaven De haven kan veel aantrekkelijker worden voor toerisme en recreatie als ze intensiever wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor een dagelijkse veerverbinding met Emden, boottochten over de Eems, door de havens, naar de Waddenzee met zeevissen of naar Appingedam over het Damsterdiep. Ook kan gekoppeld aan een zeevaart experience centre tal van spectaculaire activiteiten worden aangeboden: reddingsbootvaren, in het water duiken met een reddingsvaartuig, zelf een kraan besturen, speedbootparcours, speedbootraces, lichtsignalen uitzenden etc. Op deze wijze kan worden ingespeeld op de interesses van (potentiële) scholieren in het technisch onderwijs, het brengt de haven en de techniek in beeld bij deze doelgroep. Delfsail vormt een mooi aangrijpingspunt voor een jaarlijks terugkerend maritiem evenement met botenshows, de bruine vloot, oude handelsschepen etc. Horeca in allerlei vormen is van groot belang, naast specifieke op de haven gerichte detailhandel, een vismarkt en kraam mogelijk natuurlijk ook niet ontbreken.
Afbeelding 33 Versterking oriëntatie van de stad op de haven. Bijzondere architectuur. Delfzijl kan zich, anders dan Appingedam, profileren als een moderne, ruime, eigenzinnige stad aan de haven. Daarbij past ook spectaculaire moderne architectuur. Delfzijl als het Rotterdam van het Noorden. Dat kan in de vorm van hoogbouw met fraaie uitzichten over de haven of de Eems, of bijzonder vormgegeven havengebouwen, drijvend op het water. Maar ook in de vorm van bijzondere architectuur in de woonwijken, winkels in het centrum of bijzondere villa’s. Modern industrieel complex Delfzijl. Naast de haven is ook het industrieel complex voor Delfzijl van groot belang. De industrie vormt een samenhangend cluster van bedrijven die over en weer producten aan elkaar leveren en elkaars restproducten verder verwerkt. Daarmee is een duurzaam bedrijven complex ontstaan dat verder ondersteund wordt door de vele kleinere bedrijfjes (MKB) dat tal van diensten verzorgd voor de grote bedrijven (reparatie, onderhoud, bevoorrading, catering, dienstverlening, accountancy etc). De relatie met de Eemshaven is van groot belang, de aanleg van een leidingenstraat naar de Eemshaven maakt het mogelijk restproducten van de bedrijven daar te verwerken in Delfzijl, zoals bijvoorbeeld warm water van de energiecentrales. Op Oosterhorn vestigen zich binnenkort enkele nieuwe bedrijven, voorlopig biedt dit bedrijventerrein nog genoeg ruimte: ca. 300 ha. Voor een eventuele verdere uitbreiding van Oosterhorn zijner mogelijkheden in zuidelijke of westelijke richting, zie onder hoofdstuk 2. Delfzijl aan de Eems Delfzijl profiteert onvoldoende van haar bijzondere ligging aan de Eems. De dijk bij het noordelijk deel van Delfzijl biedt thans weliswaar leuke wandel en uitwaai mogelijkheden, maar er is veel meer mogelijk. De zeewering zou op die plaats kunnen worden uitgebreid met een park aan de binnenzijde 61
van de dijk en aan de buitenzijde een langgerekt stadsstrand van enkele kilometers. We onderzoeken of het mogelijk is op zo’n 100 tot 200 meter buiten de dijk een dam aan te leggen en tussen die dam en de dijk een zandstrand op te spuiten. Dat levert een schoon en aantrekkelijk strand op en het vormt tevens een extra zeewering, van belang in verband met de zeewaterstijging en de bodemdaling. Zo krijgen we een win-win situatie. Het strand, de dijk en het park vormen samen een recreatiegebied dat uniek is voor Noord-Nederland. In dit recreatiegebied past het zeeaquarium, maar ook nieuwe voorzieningen, zoals fitness en wellness functies of mogelijk zelfs een kuuroord. Dat alles in combinatie met horeca als mogelijke extra drager voor de planontwikkeling. Daarmee kan worden ingespeeld op de recreatie wensen van ouderen. Ook hier is bijzondere architectuur een belangrijk thema: voorzieningen op de dijk die uitkijken over de Eems, fraai vormgegeven paviljoens e.d.
Afbeelding 34 Impressies mogelijk stadsstrand bij Delfzijl
62
5.6
SCENARIO’S VOOR DE ONTWIKKELING VAN DE KERNEN DELFZIJL EN APPINGEDAM.
In voorgaande paragrafen zijn steeds per thema keuzes aan U voorgelegd. Een keuze per thema heeft in veel gevallen een vrijblijvend karakter omdat de effecten van die keuzes op andere thema’s onvoldoende zichtbaar worden. Door de samenhang tussen de verschillende thema’s uit te werken worden de consequenties van de keuzes per thema duidelijker. In dit hoofdstuk zijn daarom voor de ontwikkeling van het stedelijk gebied van Appingedam en Delfzijl integrale toekomst scenario’s uitgewerkt, daardoor wordt de samenhang in keuzes explicieter. Bij het beschrijven van de scenario’s is enige ruimte genomen voor subjectieve interpretaties, het zijn dus geen beleidsscenario’s, maar slechts fictieve verbeeldingen van hoe de toekomst er uit zou kunnen zien. Natuurlijk kunnen nog veel meer verschillende scenario’s voor 2030 worden uitgewerkt. We nodigen U uit aan te geven welk ontwikkelingsscenario de voorkeur heeft. U mag natuurlijk ook een eigen scenario te ontwikkelen voor 2030. De drie uitgewerkte scenario’s zijn opgebouwd rond een aantal samenhangende keuzes, namelijk: - de samenwerking tussen Appingedam en Delfzijl; - woningbouwprogrammaring; - ontwikkeling winkelcentra en overige voorzieningen. Bij het eerste scenario gaan we er vanuit dat elke kern uitgaat van zijn eigen kwaliteiten en er geen afstemming plaatsvindt. Bij de twee andere scenario’s vindt wel afstemming plaats van ontwikkelingen, waarbij onder scenario 2 het centrum van Appingedam wordt versterkt, terwijl bij scenario 3 het centrum van Delfzijl een extra impuls krijgt. Voor de bevolkingsomvang van het totale stedelijk gebied maakt het niet veel uit welk scenario wordt gekozen. Aan U de keuze. KEUZE Keuzemogelijkheden voor scenario’s ontwikkeling stedelijk gebied Appingedam en Delfzijl A
Scenario 1: Appingedam en Delfzijl gaan op eigen kracht naar 2030
B
Scenario 2: Het stedelijk netwerk bouwt voort op de kracht van Appingedam
C
Scenario 3: Het stedelijk netwerk ondersteunt de ontwikkeling van Delfzijl
63
Scenario 1: Appingedam en Delfzijl gaan op eigen kracht naar 2030. Bij dit scenario hebben beide gemeenten er voor gekozen zich te richten op het ontwikkelen van de eigen kwaliteiten. In 2009 is gekozen voor het volgen van de woonwensen van de woonconsumenten. Elke gemeente krijgt de ruimte te bouwen in overeenstemming met de woonwensen in de regio. In de verwachting dat daarmee de regio als geheel er beter van wordt en de krimp kan worden beperkt.
Afbeelding 35 Appingedam en Delfzijl inspelen op ieders kwaliteiten. Groei Appingedam Appingedam was in 2009 de aantrekkelijkste woongemeente van de regio, daarom heeft deze gemeente alle ruimte gekregen om nieuwe woningen te bouwen. De gemeente heeft gekozen voor het ontwikkelen van nieuwe woonmilieus. Wonen aan het water met een verbinding naar het Damsterdiep werd het leidend principe. Naast compacte woonmilieus aan het water op het Gasfabriekterrein en op het terrein van de Eendracht werden ook ruim opgezette villawijken aan het water ontwikkeld. Ook is er veel aandacht geweest voor herstructurering van de oudere wijken (Opwierde, Oling-Noord en het centrum). In totaal werden de laatste 20 jaar meer woningen gebouwd dan gesloopt. Veel mensen zijn vanuit Delfzijl in Appingedam komen wonen. Appingedam anno 2030 heeft een tamelijk compleet voorzieningenpakket. Er zijn twee brede basisscholen en ook het voortgezet onderwijs heeft zich goed weten te handhaven. Impuls centrum Appingedam Het winkelcentrum van Appingedam heeft tussen 2010 en 2020 een flinke impuls gekregen, allereerst door de sterke concentratie van supermarkten op het Overdiep. Deze locatie heeft een belangrijke regionaal verzorgende functie. Stevige ingrepen in het winkelcentrum in combinatie met het kwijnende centrum van Delfzijl hebben geleid tot een krachtig winkelcentrum voor niet-dagelijkse goederen. Aan beide uiteinden van de Dijkstraat, het Cleveringaplein en de Ossendrift zijn nieuwe winkeleenheden gerealiseerd. Hier is ruimte ontstaan voor grotere winkels, waaronder enkele landelijke modeketens. De Dijkstraat is in de loop van de tijd getransformeerd tot een aaneengesloten winkelstraat met kleinschalige winkels en horeca, vooral in het modische en recreatieve segment. De omgeving Solwerderstraat en Damsterdiep is in de loop van de jaren getransformeerd tot een gezellige kunst en cultuurbuurt. Er zijn galeries, ateliers, toeristenwinkeltjes, kunst en nijverheid, afgewisseld met leuke eettentjes aan het water. Het Damsterdiep wordt beter benut en is beter bereikbaar, de sfeer van een Klein Venetie trekt veel toeristen. Appingedam is dan ook een toeristische trekpleister van formaat, de ondernemers in de binnenstad spelen daar op in, er is veel horeca. Krimp Delfzijl 64
Met de kern Delfzijl is het de laatste 20 jaar wat minder goed gegaan. De krimp heeft flink toegeslagen. Delfzijl had volop mogelijkheden om nieuw te bouwen, er is echter minder gebouwd dan gepland. Wel zijn er veel appartementen voor ouderen gebouwd, vooral bij de binnenstad. Er waren volop vrije kavels beschikbaar voor particuliere bouw, echter deze doelgroep had volop keuze in aantrekkelijke woonmogelijkheden in Appingedam, de Blauwestad en andere locaties in de regio. Door voortdurende leegstand zijn er enkele duizenden woningen aan de voorraad onttrokken. De totale woningvoorraad is fors afgenomen. In Delfzijl-Noord is veel veranderd. Het plan Kwelderland is uiteindelijk in 2015 voltooid. Veel van de overgebleven na-oorlogse bebouwing in Delfzijl-Noord is inmiddels ook gesloopt. In plaats van de gesloopte woningen is een ruim en groen woonmilieu gecreëerd met vrijstaande woningen met veel privé groen. Van de 1000 kavels zijn er slechts 200 verkocht, er is nog volop ruimte om een woning te kopen. Verder zijn veel woningen gesloopt in Farmsum en Tuikwerd. Ook daar vond beperkt nieuwbouw plaats, vooral voor ouderen. In en bij het centrum zijn enkele appartementencomplexen gebouwd. Door het omvangrijke sloopprogramma moest er voor vele miljoenen aan vastgoed worden afgeboekt. Omdat de beschikbare bouwgrond slechts mondjesmaat kon worden verkocht kwamen gemeente en corporatie met een financieel tekort te zitten dat met een forse rijksbijdrage kon worden opgevangen. Centrum Delfzijl minder winkels, meer haven Het winkelcentrum van Delfzijl is sinds 2010 achteruit gegaan. Er zijn beduidend minder winkels. De supermarkt bij de Vennen bestaat nog en is gemoderniseerd. Veel panden in het centrum hebben hun winkelfunctie verloren. De Landstraat is in het centrum nog de enige winkelstraat. De overige straten die in 2010 nog een winkelfunctie hadden, zijn inmiddels woonstraten geworden. Wel is het Delfzijl gelukt de verbinding met de haven te versterken. Daar is een aantrekkelijke wandelboulevard gekomen met wat horeca. Het is een populaire ontmoetingsplek voor ouderen. De havenactiviteiten zijn gedeeltelijk uit de stadshaven vertrokken, het is nu vooral een recreatiehaven. Het is de thuishaven voor de bruine vloot en er vinden spectaculaire havenactiviteiten plaats. Ook het grote strand ten noorden van het centrum is een groot succes geworden. Op een mooie zomerse dag weten vele mensen vanuit de regio het strand van Delfzijl te vinden. De voorzieningen voor ouderen in Delfzijl zijn goed. De medische en zorgvoorzieningen zijn op orde. Delfzijl telt drie brede scholen voor het basisonderwijs. De veldsporten zijn inmiddels geconcentreerd in één groot sportcomplex, met alle mogelijke faciliteiten. Tussen Appingedam en Delfzijl is een groene buffer ontstaan door het verlies van functies.
65
Scenario 2: Het stedelijk netwerk bouwt voort op de kracht van Appingedam. Voorbeeldige samenwerking De gemeenten Appingedam en Delfzijl werken al decennia lang nauw samen aan de ontwikkeling van een samenhangend stedelijk netwerk. De gezamenlijk opgestelde Structuurvisie van 2010 vormde daartoe de basis. Er is bewust gekozen voor een samenhangend woningbouwprogramma en ook de voorzieningen worden goed op elkaar afgestemd. De beide kernen zijn volledig aan elkaar vastgegroeid. Het Damsterdiep vormt de blauwe verbindingsas tussen de beide kernen. Toch hebben beide kernen in de loop van de jaren hun eigen identiteit weten te behouden. Delfzijl heeft haar maritieme karakter versterkt. Aan de nieuwe havenboulevard op de verhoogde Eemsdijk is markante nieuwbouw verrezen, passend bij Delfzijl als havenstad met moderne, eigenzinnige architectuur. De havenbedrijven en de scheepsbouw zijn gedeeltelijk verdwenen, echter de stadshaven is levendiger dan ooit. Er is een grote jachthaven, de bruine vloot heeft er zijn thuishaven, er is een groot maritiem centrum waar allerlei spectaculaire havenactiviteiten plaatsvinden, elke twee uur vertrekt de veerboot naar Duitsland en regelmatig vertrekken er boottochten over de Eems en de Waddenzee.
Afbeelding 36 Stedelijk netwerk bouwt voort op de kracht van Appingedam Aantrekkelijk wonen aan het water in Appingedam Appingedam is al decennia lang de meest aantrekkelijke woonkern in de regio. Er is met de Structuurvisie 2010 bewust ingezet op de kwaliteit van Appingedam als woonkern. Er zijn aantrekkelijke nieuwe woonmilieus aan het water gecreëerd op de locaties “de Eendracht” en op het gasfabriekterrein. Opwierde en Oling-Noord hebben een forse herstructurering ondergaan en zijn aantrekkelijke woonwijken. Ook in Oling zijn nieuwe woningen gerealiseerd. Bewust is gekozen voor het bouwen in hogere dichtheden in Appingedam, passend bij de compacte en complete stad die Appingedam nog steeds is. Dit in tegenstelling tot Delfzijl waar een forse verdunning van de woningvoorraad heeft plaatsgevonden en waar enerzijds gebouwd is in de vorm van appartementen in of bij het centrum, vooral voor ouderen, en anderzijds vooral vrijstaande of halfvrijstaande woningen in de buitenwijken. Zo is bijna de hele oudere bebouwing van Delfzijl-Noord verdwenen. Daarvoor in de plaats zijn ten noorden en ten westen van de wijk Kwelderland, vrije kavels beschikbaar gekomen. Een speciaal daarvoor opgerichte ontwikkelingsmaatschappij heeft potentiële kopers begeleid bij het bouwen van de eigen woningen. Daardoor kon relatief goedkoop een eigen huis worden gebouwd op een overigens zeer goedkope kavel. Ruim en groen wonen in Delfzijl-Noord
66
Veel van de vacatures in de industrie zijn opgevuld door werknemers die elders in het land woonden en die gezwicht zijn het verleidelijke aanbod dat vanuit de Eemsdelta regio kon worden gedaan: een vaste baan, een goede opleiding en een goedkope kavel om naar eigen inzicht je eigenhuis te bouwen. Doordat er in Appingedam vrijwel geen mogelijkheid was om vrije kavels te kopen is het gelukt deze markt naar Delfzijl te trekken. De kwaliteit van het wonen in Delfzijl en ook het imago van deze stad heeft daar flink van geprofiteerd. Dat werd nog eens versterkt door het succes van het nieuwe stadsstrand langs de Eems met een fraai Kuurpark achter de dijk, met tal van wellness voorzieningen. De ingrijpende sloopoperatie heeft de gemeente en de corporatie veel geld gekost, maar met steun van provincie en rijk is dat gelukt. Nu telt Delfzijl-Noord zo’n duizend nieuwe vrijstaande woningen en als het groen in de grote privétuinen volwassen is, is hier een aantrekkelijke wijk ontstaan, met het karakter van een villabuurt. Desondanks is de bevolking van Delfzijl gekrompen. Delfzijl heeft een beperkte instroom gezien van jonge gezinnen, maar heeft nog wel een sterk vergrijsde bevolking. Er is veel geïnvesteerd in het bij elkaar brengen van woon- en zorgvoorzieningen. Delfzijl koestert zijn ouderen, en die ouderen vinden elkaar s’middags op de nieuwe boulevard. Impuls voor het centrum van Appingedam In 2010 is er bewust voor gekozen fors te investeren in het centrum van Appingedam. Het winkelcentrum van Appingedam heeft tussen 2010 en 2020 een flinke impuls gekregen, allereerst door de sterke concentratie van supermarkten op het Overdiep. Deze locatie heeft een belangrijke regionaal verzorgende functie. Stevige ingrepen in het winkelcentrum hebben geleid tot een krachtig winkelcentrum voor niet-dagelijkse goederen. Aan het Cleveringaplein is een nieuwe winkelconcentratie gebouwd. Hier is ruimte ontstaan voor grotere winkels. De Dijkstraat is nog steeds een belangrijke winkelstraat met kleinschalige winkels en horeca, vooral in het modische en recreatieve segment. De omgeving Solwerderstraat en Damsterdiep is in de loop van de jaren getransformeerd tot een gezellige kunst en cultuurbuurt. Er zijn galeries, ateliers, toeristenwinkeltjes, kunst en nijverheid, afgewisseld met leuke eettentjes aan het water. Het Damsterdiep wordt beter benut en is beter bereikbaar, de sfeer van een Klein Venetie trekt veel toeristen. Appingedam is dan ook een toeristische trekpleister van formaat, de ondernemers in de binnenstad spelen daar op in, er is veel horeca. Centrum Delfzijl: accent op horeca en cultuur Het centrum van Delfzijl heeft als winkelcentrum een stevige veer moeten laten, de helft van het winkelbestand is verdwenen. Het winkelcentrum De Vennen bestaat nog en de Landstraat is nog steeds de belangrijkste winkelstraat, al is er al jaren geen sprake meer van een aaneengesloten winkelgebied. Wel heeft de ontwikkeling van de haven er voor gezorgd dat er veel horeca bij is gekomen. Ook met de culturele voorzieningen (Molenberg, bibliotheek, IVAK) gaat het goed. De binnenstad van Delfzijl is te typeren als een centrum van cultuur, horeca, uitgaan, recreatie en een beperkte winkelfunctie. Samenhang in het stedelijk netwerk De kernen van Appingedam en Delfzijl zijn volledig aan elkaar vast gebouwd, het Damsterdiep vormt de verbindingsas tussen beide kernen. Tuikwerd is gedeeltelijk gesloopt en daarvoor in de plaats is een grote villawijk gekomen met vrijstaande en half-vrijstaande woningen aan het water, een uitgegraven arm van het Damsterdiep.
67
Scenario 3: Stedelijk netwerk ondersteunt de ontwikkeling van Delfzijl Qua ruimtelijke ontwikkeling en woningbouwprogramma verschilt scenario 3 vrijwel niet van scenario 2. Ook bij dit scenario is sprake van een gerichte taakverdeling tussen Appingedam en Delfzijl als het gaat om de woningbouw. Het grote verschil is dat bij dit derde scenario een andere taakverdeling tussen de centra van Appingedam en Delfzijl is afgesproken. Echter doordat het centrum van Appingedam zich bij scenario 3 minder sterk ontwikkelt zien we bij scenario 3 dat de nieuwbouw in Appingedam wat lager ligt, ten gunste van Delfzijl. Daardoor krimpt de bevolking van Appingedam licht. De bevolking van Delfzijl is ondanks een fors nieuwbouw programma en een aantrekkelijker centrum sinds 2010 gekrompen met ongeveer 20%. Centrum Appingedam: dagelijkse aankopen en toerisme. Appingedam heeft zich ontwikkeld tot een centrum voor de dagelijkse aankopen en als centrum voor toerisme en recreatie. Op het Overdiep zien we een concentratie van supermarkten, de elders in het centrum gevestigde supermarkten zijn gesloten. Daarnaast is ook het Cleveringaplein een belangrijke winkellocatie, vooral op het gebied van huishoudelijke artikelen. Het westelijk deel van de Dijkstraat heeft nog steeds een winkelfunctie, daar zien we een combinatie van kleinschalige winkels in mode, kunstnijverheid, toeristische producten, drogisterijproducten en overige niet-dagelijkse goederen. Veel van de oorspronkelijke winkels in de Dijkstraat zijn gesloten. Voor aankopen op het gebied van mode, schoenen, boeken, woninginrichtingen en dergelijk moet men naar Delfzijl of naar de stad Groningen.
Afbeelding 37 Stedelijk netwerk ondersteunt ontwikkeling Delfzijl. Impuls voor het centrum van Delfzijl Delfzijl heeft haar maritieme karakter versterkt. Aan de nieuwe havenboulevard op de verhoogde Eemsdijk is markante nieuwbouw verrezen, passend bij Delfzijl als havenstad met moderne, eigenzinnige architectuur. De havenbedrijven en de scheepsbouw zijn gedeeltelijk verdwenen, echter de stadshaven is levendiger dan ooit. Er is een grote jachthaven, de bruine vloot heeft er zijn thuishaven, er is een groot maritiem centrum waar allerlei spectaculaire havenactiviteiten plaatsvinden, elke twee uur vertrekt de veerboot naar Duitsland en regelmatig vertrekken er boottochten over de Eems en de Waddenzee. Het centrum van Delfzijl heeft zich als winkelcentrum goed kunnen handhaven, er zijn weliswaar minder winkels dan in 2010, maar de kwaliteit en het assortiment is goed. Het centrum heeft dan ook een grote regionale aantrekkingskracht. Het winkelcentrum De Vennen heeft een facelift gekregen en 68
is sterk betrokken bij de haven. De Landstraat is nog steeds de belangrijkste winkelstraat, al is het aantal winkels verminderd. De ontwikkeling van de haven heeft ervoor gezorgd dat er veel horeca bij is gekomen. Ook met de culturele voorzieningen (Molenberg, bibliotheek, IVAK) gaat het goed. De binnenstad van Delfzijl is te typeren als een centrum van cultuur, horeca, uitgaan, recreatie en een belangrijke regionale winkelfunctie. De kwaliteit van het wonen in Delfzijl en ook het imago van deze stad is flink verbeterd. Dat werd nog eens versterkt door het succes van het nieuwe stadsstrand langs de Eems met een fraai Kuurpark achter de dijk, met tal van wellness voorzieningen.
69
APPINGEDAM Wilhelminaweg 14 9901 CM Appingedam P Postbus 15 9900 AA Appingedam T (059) 669 11 00 F (059) 669 11 01
DELFZIJL J. van den Kornputplein 10 9934 EA Delfzijl P Postbus 20000 9930 PA Delfzijl T (059) 663 99 11 F (059) 663 07 12 www.perspectief2030 . n l