PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU COMMISSIE SOCIALE ZAKEN EN MILIEU
NOTULEN van de vergadering van woensdag 10 september 2008, 15.00 tot 18.30 uur donderdag 11 september 2008, 9.00 tot 10.45 uur Brussel, België De voorzitter, de tweede vice-covoorzitter van ACS, mevrouw Nita Deerpalsing (Mauritius), opent de vergadering op woensdag 10 september 2008 om 15.20 uur. 1.
Aanneming agenda
(APP/100.292)
De covoorzitter merkt op dat de vergadering van de commissie zal eindigen op donderdag 11 september 2008 om 10.45 uur. De reden hiervoor is dat de drie vaste commissies van de PPV gezamenlijk een vergadering zullen houden in het kader van het Europees Jaar van de interculturele dialoog, die tevens de afsluitende bijeenkomst van de Afrika Week vormt. De agenda is aangenomen zoals weergegeven in deze notulen. 2.
Goedkeuring van de notulen van de vergadering van 15 maart 2008, Ljubljana, Slovenië (APP/100.286) Besluit: De notulen worden goedgekeurd.
3.
Mededelingen van de covoorzitter De covoorzitter doet een aantal mededelingen, onder andere betreffende informatie over de onderwerpen voor workshops en de dringende verordeningen die ter aanneming worden aangeboden in Port Moresby, Papoea-Nieuw-Guinea.
4.
Sociale en milieugevolgen van klimaatverandering in ACS-landen Co-rapporteurs: Netty Baldeh (Gambia) en Josep Borrell Fontelles - Gedachtewisseling in aanwezigheid van deskundigen Voordat de aanwezige deskundigen hun licht hierover laten schijnen, geeft de heer Borrell Fontelles kort commentaar op het onderwerp van het verslag. Hij benadrukt dat met name de EU en de ontwikkelingslanden een verandering moeten doorvoeren in het ontwikkelingsbeleid teneinde rekening te houden met de gevolgen van klimaatverandering. De co-rapporteur van de ACSlanden is het met haar Europese tegenhanger eens.
PV\730039NL.doc
APP/100.375
In zijn presentatie "Waterstress en woestijnvorming" benadrukt dr. Mansour N’Diaye van het Secretariaat voor het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming (UNCCD) dat waterstress vooral in voor landdegradatie en woestijnvorming gevoelige gebieden tekenend is voor de ernstige gevolgen voor land en andere natuurlijke bronnen, de bevolking en sociaaleconomische ontwikkeling. Hij benadrukt verder dat een effectieve en doelmatige, geïntegreerde aanpassing aan waterschaarste de kern moet vormen van ieder actieprogramma tegen woestijnvorming. Dr. N’Diaye doet in zijn conclusies een aantal aanbevelingen, waaronder: a) de groep van ACS-landen: om volledig deel te nemen aan het huidige proces binnen de Commissie Duurzame ontwikkeling (CSD) met waterschaarste als hoofdthema, dat in de CSD aan de orde zal komen voor een beleidsaanbeveling (17 mei 2009); om er naar te streven dat de nationale actieprogramma’s van het UNCCD (NAP) en de nationale aanpassingsprogramma’s van het UNCCD (NAPA) worden opgenomen in de landenondersteuningsstrategieën en vervolgens in de nationale indicatieve programma’s (NIP’s) van de ACS-EUpartnerschapsovereenkomst en andere relevante beleidsterreinen; b) de EU-landen zouden meer steun kunnen geven aan de ACS-landen: door in hun programma’s voor ontwikkelingssamenwerking meer nadruk te leggen op de onderwerpen woestijnvorming/landdegradatie en droogte; door de implementatie van NAP’s/NAPA’s in de ACS-landen te ondersteunen en door de implementatie van prioritaire maatregelen inzake beheer voor duurzaam landgebruik, inclusief water, grond en begroeiing, in de ACS-landen te ondersteunen. Prof. Anthony Nyong, hoofddeskundige Klimaatverandering bij de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, merkt in zijn presentatie over aanpassingen aan klimaatverandering in de land- en bosbouw en visserij in de ACS-landen op dat landbouw, een belangrijke economische sector in de ACS-landen, zeer gevoelig is voor schommelingen en verandering in het klimaat. Hij benadrukt dat aanpassing noodzakelijk is en dat er mogelijkheden bestaan om verzachting van gevolgen en aanpassing te integreren. Verder noemt prof. Nyong de beperkingen, grenzen en de kosten en financiering van aanpassing. Tot slot legt prof. Nyong de nadruk op de verschillen in kennis en de verantwoordelijkheden op nationaal en internationaal niveau, in het bijzonder inzake de verplichting tot het verminderen van broeikasgasemissies. In zijn presentatie over "Klimaatverandering en energieontwikkeling” onderstreept de heer John Christensen, Hoofd van het UNEP Risoe Centrum voor Energie, Klimaat en Duurzame Ontwikkeling dat klimaatverandering een ontwikkelingskwestie is. Hij merkt hierbij op dat: ontwikkelingslanden nu al worden getroffen; PV\730039NL.doc
2/9
APP/100.375
de armste landen en gemeenschappen het eerst en het meest te lijden zullen hebben; de vooruitgang die al is geboekt en het bereiken van de MDO gevaar lopen; minder koolstof en een veerkrachtige groei ten aanzien van het klimaat mogelijkheden bieden voor duurzame ontwikkeling met tal van voordelen. De heer Christensen benadrukt vervolgens wat de hoofdgebieden zijn voor internationale actie, zoals: systematische ondersteuning van energieontwikkeling als deel van armoedebestrijding en beleid voor economische ontwikkeling; het systematisch opnemen van het onderwerp energie in het ontwerp en de kosten van alle ontwikkelingshulp die gericht is op MDO uit andere sectoren; toezeggingen betreffende langetermijnfinanciering van de ontwikkeling van de energiesector; en de noodzaak van een hogere wereldwijde financiering van programma’s tegen energiearmoede die gericht zijn op een betere toegang. Tijdens zijn presentatie legt de vertegenwoordiger van de Europese Commissie, Walter Kennes (DG DEV), de nadruk op de steun van de Commissie aan het UNCCD en andere multilaterale overeenkomsten inzake klimaatverandering en tegengaan van rampen. De heer Kennes merkt verder op dat het noodzakelijk is om klimaatverandering tot een regulier thema van ontwikkelingssamenwerking te maken en tevens onderzoek te doen naar innovatieve financieringssystemen voor klimaatveranderingsprogramma’s. Tijdens de gedachtewisseling leggen de leden de nadruk op de noodzaak om de gevolgen van klimaatverandering te evalueren, vooral bij door de EU gefinancierde projecten. Ook merken de leden op dat de migratiedruk naar aanleiding van de klimaatverandering is toegenomen. Ze merken ook op dat het noodzakelijk is om het potentieel van zonne-energie verder te onderzoeken, met name in Afrika bezuiden de Sahara. Verder benadrukken leden het belang om wetgevende instanties en de gewone bevolking meer inzicht te verschaffen in de technische aspecten van klimaatverandering. Sprekers: Bowis, Deerpalsing, Awudu Mbaya (Kameroen), Novak, Tapsoba (Burkina Faso) en Mahamadou Issoufou (Niger). De covoorzitter geeft aan dat er in Port Moresby, Papoea-Nieuw-Guinea op basis van een werkdocument een tweede gedachtewisseling over het onderwerp zal plaatsvinden. Het ontwerpverslag zal in februari 2009 in Brussel worden gepresenteerd tijdens een commissievergadering. De stemming in de commissie en de plenaire Paritaire Parlementaire Vergadering zal plaatsvinden in april 2009 in Praag. Met Ana Rita Sithole (Mozambique), de eerste vice-covoorzitter van ACS, als voorzitter wordt de vergadering voortgezet met het volgende punt op de agenda PV\730039NL.doc
3/9
APP/100.375
5.
Evaluatie van de resolutie over Toegang tot gezondheidszorg en geneesmiddelen, met een bijzondere nadruk op verwaarloosde ziekten, aangenomen in Kigali op 17 november 2007 (ACS/EU 100.083/07def) - Gedachtewisseling in aanwezigheid van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) De Europese co-rapporteur John Bowis onderstreept dat het verslag speciaal is gericht op de toegang tot geneesmiddelen voor verwaarloosde ziekten. Vervolgens geeft dr. Frank George van het WHO-kantoor in Brussel een presentatie van de activiteiten van de WHO op het gebied van "Toegang tot gezondheidszorg en geneesmiddelen, met een bijzondere nadruk op verwaarloosde ziekten". Dr. George merkt op dat dit een kritiek moment is om de gezondheidsgerelateerde MDO te halen die vertraging hebben opgelopen. Er treedt een verandering op in het patroon van de aandoeningen, de belasting als gevolg van niet-overdraagbare aandoeningen in ACS-landen neemt toe en er is sprake van inefficiënte systemen voor de gezondheidszorg en personeelstekorten. Ondanks deze tekortkomingen wijst dr. George verder op de inzet om hulp doeltreffender te maken en op de nieuwe wereldwijde initiatieven in de gezondheidszorg, zoals het International Health Partnership (IHP+) en de daarmee verband houdende High Level Fora. Dr. George legt de nadruk op de onvoldoende inspanningen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (O&O) betreffende innovatieve nieuwe diagnoseapparatuur en veilige doeltreffende geneesmiddelen, zwakke gezondheidszorgsystemen, tekortschietende financiering en doeltreffendheid van de hulp, en coördinatie van wereldwijde initiatieven in de gezondheidszorg. In zijn opmerkingen wijst de vertegenwoordiger van de Europese Commissie, Frederic Goyet (DG DEV) erop dat de systemen in de gezondheidszorg op gecoördineerde wijze moeten worden versterkt om de versnippering van donorhulp op nationaal niveau aan te pakken. De heer Goyet vermeldt dat de Commissie al een actief partnerschap is aangegaan met de WHO om het geneesmiddelenbeleid van landen te verbeteren. De heer Goyet geeft verder aan dat de Commissie de gezondheidszorg ook wil verbeteren door publieke gezondheidszorgsystemen te versterken in open overleg met gemeenschappen en belanghebbenden. Sprekers: Fernandes en Bowis.
6.
Europees Jaar van de interculturele dialoog: samenwerking tussen ACS en EU op cultureel gebied De vertegenwoordiger van de Europese Commissie, de heer Christian Pelzer (DG DEV) informeert de commissie over de steun van de Europese Commissie voor cultuur in de ontwikkelingssamenwerking. De heer Pelzer merkt op dat de Commissie op 10 mei 2007 een mededeling heeft aangenomen
PV\730039NL.doc
4/9
APP/100.375
over een Europese agenda voor cultuur in het licht van de mondialisering. Van de mededeling gaat een krachtig signaal uit naar partnerlanden dat cultuur een belangrijk deel is van het communautaire ontwikkelingsbeleid. De heer Pelzer vermeldt verder dat de meest ambitieuze maatregelen van de Commissie op het gebied van cultuur op basis van de Overeenkomst van Cotonou zijn gericht op de ACS-landen. De heer Pelzer haalt vervolgens de cultuurprogramma’s aan die de Commissie in ACS-landen ondersteunt op nationaal en regionaal niveau en tussen de ACS-landen onderling. De vergadering wordt om 18.32 uur geschorst en hervat op donderdag 11 september 2008 om 9.11 uur, met mevrouw Ljudmila Novak (eerste vice-covoorzitter van de EU) als voorzitter. 7.
Verslag over de sociale gevolgen van kinderarbeid en strategieën voor de bestrijding van kinderarbeid (APP/100.247) -Bespreking van het ontwerpverslag -Uiterste datum voor amendementen De co-rapporteur van ACS, Ana Rita Sithole (Mozambique) presenteert de hoofdpunten van het ontwerpverslag. Dit zijn onder andere: het hoge aantal kinderen dat wordt gedwongen tot kinderarbeid; de schending van de rechten van het kind; de erkenning dat armoede werkt als katalysator voor kinderarbeid en bijdraagt aan het feit dat het niet lukt om in de ACS-landen te komen tot algemeen primair onderwijs; en de noodzaak voor een geïntegreerde aanpak van de strijd tegen kinderarbeid in de ACS-landen. Mevrouw Sithole merkt verder op dat het noodzakelijk is om de mogelijkheden tot geboorteregistratie in de ACS-landen te verbeteren. Ook benadrukt ze hoe belangrijk het is dat de familie ondersteunt dat de kinderen weer naar school gaan en dat er een verband wordt gelegd tussen programma’s voor voedselveiligheid en de pogingen om kinderarbeid terug te dringen. De co-rapporteur van de EU, de heer Liam Aylward, merkt op dat er niet één enkele onderliggende oorzaak is aan te wijzen voor kinderarbeid. Hij geeft aan dat kinderen moeten worden aangemoedigd om weer naar school te gaan en dat betrokkenheid en inzet van alle sectoren nodig is om kinderarbeid uit te bannen. De co-rapporteur van de EU wijst er tevens op dat het niet nodig is om nieuwe internationale instrumenten op te zetten in de strijd tegen kinderarbeid, maar dat partijen bij internationale verdragen de bestaande moeten naleven en uitvoeren. De vertegenwoordigers van de Europese Commissie, de heer Anton Jensen (DG DEV) en mevrouw Ramona Samson (DG Handel) verwelkomen het ontwerpverslag en benadrukken dat kinderarbeid moet worden bekeken tegen de algemene achtergrond van sociale ontwikkeling alsmede in de context van fatsoenlijk werk. Ze vermelden tevens wat de Commissie op dit punt doet, en in het bijzonder de onderhandelingen die worden gevoerd in het kader van de economische partnerschapsovereenkomsten (EPA’s).
PV\730039NL.doc
5/9
APP/100.375
Tijdens de gedachtewisseling merken de commissieleden op dat het belangrijk is dat kinderen al op school kennis maken met de wereld van werk. Leden benadrukken dus dat het nodig is om de voordelen van werkervaring te onderscheiden van kinderarbeid. Daarbij onderstrepen de leden dat rekening moet worden gehouden met het welzijn van families met lage inkomens wanneer hun kinderen niet meer gaan werken, alsmede met het verband tussen kinderarbeid en armoede. Uiterste datum om amendementen in te dienen: woensdag 15 oktober 2008 om 12.00 uur. Sprekers: Bowis en Tapsoba (Burkina Faso). 8.
Evaluatie van de resolutie over de Sociale en milieugevolgen van programma’s voor structurele aanpassing, aangenomen in Ljubljana (Slovenië) op 20 maart 2008 (ACS-EU 100.202/08/fin) De vertegenwoordiger van de Europese Commissie, Riccardo Maggi (DG DEV) gaat nader in op een aantal voor de resolutie relevante maatregelen van de EU, met name: het bevorderen door de EU van een betere werkverdeling om doublures, grote organisatorische en administratieve lasten en hoge transactiekosten voor zowel partnerlanden als donoren te verminderen; het bevorderen van een grotere voorspelbaarheid in het programmeren van hulpstromen, verplichtingen en uitbetalingen voor een betere daadwerkelijke opname en besteding van hulp, en transparantie en verantwoording inzake hulp als essentiële middelen voor meer democratische controle over financiën en ter garantie dat hulp bij de begunstigden terecht komt waarvoor zij bedoeld is. Tijdens de gedachtewisseling merken de leden op dat bepaalde voorwaarden inzake de hulpverstrekking door de Wereldbank de ACS-landen enige zorgen baren. Leden benadrukken verder de oproep van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU (PPV) tot transparantie en in het bijzonder de noodzaak voor landen om hun nationale parlementen over deze kwestie te blijven informeren. Sprekers: Deerpalsing (Mauritius) en Bowis.
9.
Diversen Onder dit punt brengt de covoorzitter de informatie die was verspreid door het Europees Centrum voor Management van Ontwikkelingsbeleid (ECDPM) over de EPA’s en hun potentiële gevolgen voor de ACS-landen, onder de aandacht van de commissieleden: een overweging.
10.
Datum en tijdstip van de volgende vergadering De volgende vergadering van de commissie vindt volgens schema plaats op 24 november 2008 in Port Moresby, Papoea-Nieuw-Guinea.
PV\730039NL.doc
6/9
APP/100.375
De vergadering wordt om 10.20 geschorst.
PV\730039NL.doc
7/9
APP/100.375
ANNEXE/ANNEX LISTE DE PRESENCE/RECORD OF ATTENDANCE Présents/Present ACP Sithole (Moçambique), 1st Vice-Chair Deerpalsing (Maurituis), 2nd Vice-Chair
PE/EP Novak, 1st Vice-Chair (PPE-DE) Aubert (2) (Verts/Ale) Aylward (2) (UEN) Borrell Fontelles (PSE) Bowis (PPE-DE) Fernandes (PSE) Gill (for Cashman) (1) (PSE) Jouye de Grandmaison (2) (GUE/NGL) Martens (2) (PPE-DE) Roithová (PPE-DE) Schmidt (2) (ALDE) Veneto (PPE-DE) Záborská (PPE-DE)
Tapsoba (Burkina Faso) Danata (Cameroun) Darbo (Chad) Said (Djibouti) Baldeh (Gambia) Mahazaka (Madagascar) Matola (Malawi) Mahamadou Issoufou (Niger) Reyes (República Dominicana) Rodgers (Suriname) Thwala (Swaziland) Egalement présents/Also present
ACP Kere, Ouedraogo (Burkina Faso), Owona Kono, Bobbo Hamatoukour, Awudu Mbaya, Daouda (Cameroun), Alaboson (Gambia), Kalichero (Malawi), Dava, Lucas, Mate (Moçambique), Mahamadou Issoufou, Cazalica, Abarry, Oumarou (Niger), Vigliotta (República Dominicana), Esajas, Genderen, Bradley (Suriname), Masuku (Swaziland). Mouvagha, Ntem Allogo (Gabon), Dombo (Uganda), Attiat, Yak (Sudan). Experts: Prof Anthony Nyong, Principal Climate Change Expert at the African Development Bank Dr Mansour N’Diaye, United Nations Convention to Combat Desertification (UNCCD) Mr John Christensen, UNEP Risoe Centre on Energy, Climate and Sustainable Development Dr Frank George, WHO office in Brussels. Commission européenne/European Commission Kennes, Pelzer, Maggi, Goyet, Janssen, Samson, Jensen. Groupes politiques/Political groups Lukyamuzi (PPE-DE) Triana (PSE) Muñoa (ALDE) García (GUE/NGL)
Co-secrétariat ACP/Co-secretariat ACP Kakule
Co-secrétariat PE/Co-secretariat EP
Atanassova, Vassileva, Morgan Assistance/Assisted by Ruiz Vicente, Ponce
(1) present on 10 September (2) present on 11 September
PV\730039NL.doc
8/9
APP/100.375
PV\730039NL.doc
9/9
APP/100.375