Parallelsessies Middag EHON-conferentie 20 juni 2011
Middag-1: Toetscultuur (2 presentaties) Van toetsvisie tot leerdoel, de weg naar een nieuwe toetscultuur in onze faculteit Tanja Arends-Jaklofsky en Linda Onderwater, Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie en Bedrijfskunde Naar een nieuwe toetscultuur; het is niet zo simpel als het lijkt. Gert-Jan Los, Stenden Hogeschool
Middag-2: Andere taal (workshop) Lesgeven in het Engels? Pas op je stem! Margarita Jeliazkova, Universiteit Twente
Middag-3: Excellentie (workshop) Honours communities als motor voor een cultuur van excellentie? Stan van Ginkel, Pierre van Eijl & Albert Pilot, Universiteit Utrecht
Middag-4: Internationalisering (workshop) Inspireer en innoveer je Intercultural Classroom/ Waar staan we over 5 jaren? Daan Romein, UOCG/ Groningen & Ria Jacobi, ICLON/Leiden
Middag-5: Didactiek voor diversiteit (workshop) Naar cultureel sensitieve docenten in het hoger onderwijs, welke bijdrage kunnen videocasussen leveren in scholingsprogramma's? Janneke van der Hulst, VU Amsterdam, Angelique van het Kaar, Erasmus Universiteit Rotterdam
Middag-6: Didactiek voor diversiteit (2 presentaties) Multiculturele docentcompetenties: analyse Discours, Jeroen van Andel en Hester Radstake, VU Amsterdam Ghita, Ömer, Mohamed en Nadya in de opleiding. Vier casestudies van hun leeromgeving met adviezen voor opleiders José Beijer, Hogeschool Utrecht, Faculteit Educatie, Instituut Archimedes, Maaike Hajer, Hogeschool Utrecht, Lector Lesgeven in de Multiculturele School
Middag-7: Organisatiecultuur (2 presentaties) Een leercultuur voor docenten Ferdi Engels, Irma Meijerman, Andries Koster, Dept. Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit Utrecht Leren 'binnen' & 'buiten' de werkplek: een centrale onderwijsvorming verzoenen met de eigen werkplek. Saartje Creten, K.U. Leuven, Dienst Universitair Onderwijs (DUO)
Middag-1: Toetscultuur (2 presentaties) Van toetsvisie tot leerdoel, de weg naar een nieuwe toetscultuur in onze faculteit Tanja Arends-Jaklofsky en Linda Onderwater, Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie en Bedrijfskunde In deze presentatie gaan we in op de recente ontwikkelingen op het gebied van toetsing binnen de Faculteit Economie en Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vanaf 2006 is het onderwerp toetsing zowel binnen onze faculteit als binnen de universiteit steeds belangrijker geworden. We zijn gestart met het ontwikkelen van een nieuwe visie op toetsing en hebben dit uitgewerkt in specifiek toetsbeleid. Vervolgens hebben we dit beleid geïmplementeerd door het maken van toetsplannen voor vakken en opleidingen. In een samenspel tussen ons als onderwijskundig adviseurs en docenten en opleidingsdirecteuren zijn bijvoorbeeld leerdoelen op vakniveau geformuleerd, is een vak-toetingsprotocol opgezet en zijn vernieuwde beoordelingsformulieren voor afstudeerscripties geïmplementeerd. De implementatie van het nieuwe toetsbeleid heeft de nodige ups en downs gekend, maar heeft uiteindelijk geleid tot een succesvolle nieuwe toetscultuur. Door intensief met toetsing bezig te zijn, hebben docenten en opleidingsdirecteuren over het algemeen een beter beeld gekregen van de noodzaak van goed toetsbeleid. We willen in deze presentatie laten zien hoe we deze verandering in toetscultuur binnen onze faculteit hebben aangepakt. Tenslotte zullen we ingaan op de invloed van ontwikkelingen binnen de organisatie zoals (internationale) accreditaties en de invoering van het Bindend Studieadvies op het ontstaan van een nieuwe toetscultuur. Naar een nieuwe toetscultuur; het is niet zo simpel als het lijkt. Gert-Jan Los, Stenden Hogeschool Op Stenden hogeschool (10.000 studenten) wordt voortgangstoetsing grootschalig ingevoerd: een multiple-choice kennistoets van 200 vragen op het eindniveau van de opleiding. Door opleidingen werd het belang gevoeld docenten hun kennis te laten opfrissen van het construeren van goede mc-toetsvragen. De uitdaging was enerzijds het ambacht van het toetsvragen schrijven aandacht te geven, en anderzijds waarden, overtuigingen en regels met betrekking tot toetsen en beoordelen op opleidingsniveau in een veilige omgeving te belichten. Nadat de basis voor het maken van goede toetsvragen tijdens de eerste bijeenkomst werd gelegd, gingen tijdens het tweede dagdeel docenten met zelf bedachte toetsvragen met elkaar in discussie en overleg. De vragen werden van constructieve feedback voorzien. Een workshop voor docenten van één opleiding levert niet alleen voor de docenten concrete toetsvragen op. Daarnaast levert het op opleidingsniveau een aantal zeer relevante discussies op, zoals over welke toetsvragen werkelijk aan het eindniveau van de opleiding voldoen en waarom. Daarnaast sprak men over de plaats van kennis(toetsen) in de opleiding en hoe deze zich verhouden tot de andere toetsvormen en of die verhouding herzien zou moeten worden. De blik op de toetsvragen versterkt op die manier de blik op de samenhang van het curriculum als geheel. In de presentatie delen we de opzet, inhoud en ervaringen van de 10 trainingen aan 100 docenten op Stenden hogeschool. U krijgt aanknopingspunten voor het bewerkstelligen van een nieuwe toetscultuur binnen uw eigen instelling.
Middag-2: Andere taal (workshop) Lesgeven in het Engels? Pas op je stem! Margarita Jeliazkova, Hogeschool Windesheim Steeds meer hogeronderwijsinstellingen bieden onderwijs in het Engels aan. Lesgeven in een andere taal vereist veel van de stem van docenten. Mensen met jarenlange ervaring als beroepssprekers kunnen plotseling stemproblemen ontwikkelen wanneer ze een tweede taal moeten gebruiken. Dat komt door minder ‘natuurlijke’ manieren van spreken, extra spanning en onzekerheid, ook aan de kant van de studenten, die in een vreemde taal moeten functioneren. Door speelse oefeningen en opdrachten kunnen docenten en andere beroepssprekers leren deze bronnen van spanning te herkennen en aan te pakken. De deelnemers krijgen eenvoudige instrumenten aangereikt om met stress om te gaan, om gezonde manieren van spreken te ontwikkelen, na een drukke dag te ontspannen en, waar nodig, de signalen van eventuele serieuzere problemen te herkennen. De workshopleider, M. Jeliazkova, gebruikt een unieke combinatie van inzichten en vaardigheden als onderwijzer in verschillende landen (Bulgarije, de Verenigde Staten en Nederland), als docentenopleider aan de Universiteit Twente en als klassiek geschoolde zanger en stemtrainer. Daarbij besteedt ze aandacht aan het samenspel van factoren die een gezond stemgebruik kunnen beïnvloeden – de fysieke kant, maar ook de persoonlijke doceer- en presentatiestijl, de inhoud, de interactie met de groep, de didactische middelen. Een presentatie voor een volle zaal vereist een andere houding en spreektechniek dan een discussie rond controversiële vraagstukken. Internationale studenten zorgen weer voor andere dynamiek en tempo van het gesprek. Ook het taalbeheersingniveau van de studenten speelt een rol - extra duidelijk of langzaam spreken is geen luxe en de studenten hebben extra steun nodig, maar toch moet een college geen taalles worden.
Middag-3: Excellentie (workshop) Honours communities als motor voor een cultuur van excellentie? Stan van Ginkel, Pierre van Eijl & Albert Pilot, Universiteit Utrecht Communities blijken een essentieel onderdeel te zijn in veel honoursprogramma’s. Studenten in deze communities stimuleren elkaar, ontmoeten elkaar daardoor ook buiten de contacturen en komen daarin tot nieuwe initiatieven. Honours communities, zo is de ervaring in Nederland maar ook in de Verenigde Staten, voegen iets wezenlijks toe aan de ontwikkeling van de talenten van hun deelnemers: deze studenten ontdekken daardoor nieuwe kanten van een vakgebied en van zichzelf en krijgen ervaring met organiseren en leiderschap. Eén van de uitdagingen voor de honoursleiding is om zo een cultuur van excellentie te bevorderen. De vraag is welke factoren, werkwijzen of ontwerpprincipes bij de opzet en het functioneren van deze communities van belang zijn. Zo kan de docent bij het proces van community building een rol als katalysator vervullen. Dit geldt zowel voor de programma’s met tien of twintig studenten als voor de meer omvangrijke programma’s. Een uitdagende opdracht is een andere factor, maar ook: hoe zorg je dan voor eigenaarschap bij studenten van de community én welke ruimtelijke voorzieningen zijn gewenst? In deze workshop staat daarom de vraag centraal: hoe is de vorming van deze communities op gang te brengen, te bevorderen en te onderhouden? Resultaten uit de onderzoeksliteratuur en ervaringen uit de onderwijspraktijk zullen, geïllustreerd met videofragmenten, worden gepresenteerd. De deelnemers zal gevraagd worden om deze inbreng in een casus te gebruiken, te koppelen met eigen ervaringen en uit te werken naar initiële ontwerpprincipes.
Middag-4: Internationalisering (workshop) Inspireer en innoveer je Intercultural Classroom/ Waar staan we over 5 jaren? Daan Romein, UOCG/ Groningen & Ria Jacobi, ICLON/Leiden In het project "Internationale Studenten en Onderwijskwaliteit", uitgevoerd in het programma Nationaal Actie Plan E-Learning van SURFfoundation is de toolbox ‘Trainen van een Intercultural Classroom’ ontwikkeld. De toolbox geeft trainers en onderwijsadviseurs de mogelijkheid een training/ cursus op te zetten voor docenten om ze vaardig(er) te maken in het doceren aan internationale studenten. Tijdens de workshop laten we deze toolbox zien en gaan we deze bespreken. Voor de bespreking werken we in groepen waarbij de volgende vragen centraal staan: - Hoe ziet ons internationaal onderwijs er over 5 jaren uit: wat hebben jullie voor ogen? - Welke activiteiten voor internationaal onderwijs zijn opgezet tussen nu en 5 jaren en hoe deze (extracurriculaire) activiteiten te gebruiken om de doelen van internationalisering te bereiken? - Welke rol zou ICT kunnen spelen om docenten en studenten dichter bij elkaar te brengen? Tijdens het programma worden diverse video-opnamen getoond die aangeven hoe docenten en studenten internationaal onderwijs percipiëren. Natuurlijk hopen we dat naar aanleiding van bespreking van de toolbox en de vragen, nieuwe ideeën ontstaan die de toolbox weer kunnen verrijken.
Middag-5: Didactiek voor diversiteit (workshop) Naar cultureel sensitieve docenten in het hoger onderwijs, welke bijdrage kunnen videocasussen leveren in scholingsprogramma's? Janneke van der Hulst, VU Amsterdam, Angelique van het Kaar, Erasmus Universiteit Rotterdam Veel instellingen voor hoger onderwijs zijn bezig om in hun programma’s voor docentprofessionalisering een plaats te geven aan de multiculturele vaardigheden van docenten. Moeilijkheid bij het ontwikkelen van deze professionaliseringsactiviteiten is dat docenten in het hoger onderwijs nog niet in grote getale doordrongen zijn van de noodzaak van het ontwikkelen van hun multiculturele competenties. In het Vidiversproject hebben de Vrije Universiteit, de Erasmus Universiteit en de Hogeschool Rotterdam gezamenlijk videomateriaal en videomethodieken ontwikkelt ten behoeve van scholingsprogramma’s voor docenten en studiebegeleiders. Het materiaal is bedoeld om de culturele sensitiviteit van docenten en studiebegeleiders te vergroten. In de video's worden verschillende manieren getoond waarop docenten interacteren met studenten (in de onderwijscontexten van een werkgroepssituatie en een individueel begeleidingsgesprek). In de workshop tonen we voorbeelden van onze videocasussen. Aan de hand van een korte opdracht ervaren de workshopdeelnemers hoe het videomateriaal gebruikt kan worden. Het videomateriaal, waarbij ook trainershandleidingen ontwikkeld werden, kan op vele manieren en in vele combinaties worden ingezet en ingevuld. We bespreken met de workshopdeelnemers welke gebruiksmogelijkheden zij zien, bijvoorbeeld voor hun eigen instelling. Ook bespreken we onze ervaringen met docententrainingen waarin we dit instrumentarium toepassen. Tot slot gaan we met elkaar in discussie over de waarde en mogelijke invulling van scholing op het terrein van culturele sensitiviteit.
Middag-6: Didactiek voor diversiteit (2 presentaties) Multiculturele docentcompetenties: analyse Discours, Jeroen van Andel en Hester Radstake, VU Amsterdam Vanuit bezorgdheid over het achterblijvende studiesucces en de hogere uitval onder allochtone studenten in het hoger onderwijs is er de laatste jaren veel aandacht voor ‘multiculturele competenties’ of ‘competenties voor intercultureel werken’ waarover docenten zouden moeten beschikken. Dergelijke termen verwijzen impliciet naar een statisch cultuurbegrip, waarbij studenten met een andere culturele achtergrond gezien worden als ‘dragers’ van die cultuur. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat er wordt verondersteld dat docenten moeten beschikken over specifieke kennis, houding en vaardigheden om goed onderwijs te verzorgen aan studenten van verschillende culturele achtergronden. Het is de vraag of deze impliciete veronderstellingen op een goede manier bijdragen aan het bepalen van docentcompetenties die benodigd zijn voor een diversiteit aan studenten. Een altenatieve benadering is het spreken in termen van ‘competenties met gevoel voor diversiteit’, ‘diversiteitsgevoeligheid’ of ‘sensitiviteit’. Het gaat dan om het omgaan met (een veelheid aan) verschillen tussen individuele studenten. In onze paper analyseren wij op basis van gesprekken met ervaren trainers op dit gebied de onderliggende opvattingen over cultuur(verschil) in de door hen gegeven trainingen. We gaan bij hen na in hoeverre deze opvattingen vruchtbaar zijn in het verbeteren van het onderwijs aan cultureel diverse groepen. Tijdens de presentatie wisselen we graag met het aanwezige pulbiek van gedachten over onze bevindingen.
Ghita, Ömer, Mohamed en Nadya in de opleiding. Vier casestudies van hun leeromgeving met adviezen voor opleiders José Beijer, Hogeschool Utrecht, Faculteit Educatie, Instituut Archimedes, Maaike Hajer, Hogeschool Utrecht, Lector Lesgeven in de Multiculturele School Kwantitatieve gegevens duiden op ongelijke door- en uitstroom van studenten uit etnische minderheidsgroepen ten opzichte van autochtone studenten. Inzichten in de aard van knelpunten en benodigde verbetering van hun begeleiding zijn schaarser. Hoe het studiesucces van deze studenten vergroot kan worden was onderwerp in het onderzoek Ghita, Mohamed, Nadya en Ömer op de Hbo-opleiding (Beijer 2007, 2008). Vier studenten van niet-Nederlandse origine werden een half jaar intensief gevolgd in hun tweede-graadslerarenopleiding. Via participerende observatie, video-opnames in opleiding en op de stagewerkplek, stimulated recall interviews van studenten en begeleiders en documentanalyse werden gegevens verzameld. Analyse van de data leidde tot vier portretten waarin de rol van betrokkenen in samenhang kon worden geschetst en factoren in de dagelijks opleidingspraktijk aan het licht kwamen. De onderzoeksresultaten, relevant voor alle H(b)o-opleidingen, duiden vooral op het belang van aandacht voor etnische identiteit, referentiekaders en verwachtingen van de studenten ten aanzien van de opleiding en voor de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden in studie en beroep. Aanbevelingen uit het onderzoek zijn ingebed in een kijkkader voor opleidingsteams en beogen de geïdentificeerde factoren te integreren in het opleidingsprogramma, wat vraagt om professionalisering van opleiders en beleid van opleidingen. In de workshop worden onderzoeksopzet, onderzoeksresultaten en aanbevelingen gepresenteerd en ook de mogelijkheden om ze in de dagelijkse onderwijspraktijk van het hoger onderwijs toe te passen. Het onderzoek maakte deel uit van het lectoraat Lesgeven in de Multiculturele School (2002-2010) dat benodigde docentcompetenties en een effectieve pedagogisch-didactische aanpak in multiculturele groepen onderzocht in met name voortgezet onderwijs, mbo en hbo.
Middag-7: Organisatiecultuur (2 presentaties) Een leercultuur voor docenten Ferdi Engels, Irma Meijerman, Andries Koster, Dept. Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit Utrecht Vernieuwing en ontwikkeling van onderwijs vergt van docenten de houding om continu te willen leren van eigen en andermans ervaringen. Bij het departement Farmaceutische Wetenschappen proberen we een veilige omgeving te creëren, waar docenten optimaal kunnen blijven leren door uitwisseling van eigen ervaringen. Reflectie op het eigen functioneren en literatuurstudie worden gebruikt om het geleerde te verankeren. In maandelijkse docenten-voor-docenten bijeenkomsten (tijdens de lunchpauze) worden actuele ontwikkelingen en discussiepunten uit de eigen onderwijservaring besproken (ontwerpen van een nieuwe cursus, evaluaties van bestaand onderwijs, mogelijkheden voor elektronisch toetsen, rendement-bevorderende maatregelen, toetsing van vaardigheden, etc.). Daarnaast komt een vaste kern van ongeveer 10 docenten eens per zes weken in de avonduren bij elkaar om onderwijskundige literatuur te bespreken; uitgangspunt is daarbij steeds één of meerdere artikelen uit de Engelstalige wetenschappelijke literatuur. De artikelen worden meestal geselecteerd door de deelnemers van deze journalclub zelf. Het doen van onderzoek m.b.v. kleinschalige interventies in het eigen onderwijs wordt gestimuleerd en begeleid door de auteurs van dit abstract, waarbij het Centrum voor Onderwijs en Leren van de universiteit ondersteuning biedt. In de presentatie zal aandacht worden besteed aan een aantal randvoorwaarden en aan de vormgeving van deze ‘community of practice’.
Leren 'binnen' & 'buiten' de werkplek: een centrale onderwijsvorming verzoenen met de eigen werkplek. Saartje Creten, K.U. Leuven, Dienst Universitair Onderwijs (DUO) Binnen de K.U.Leuven organiseert de Dienst Universitair Onderwijs (DUO) jaarlijks een universiteitsbrede onderwijskundige vorming voor startende docenten. De vorming focust op het ontwerpen van het eigen opleidingsonderdeel. Door een veranderende beleidscontext waarin tenure track-docenten vanaf 2010-2011 verplicht een onderwijsvorming volgen, besloot DUO haar vorming grondig te hervormen. De eigen werkplek van de particperende docenten krijgt vanaf nu een prominente plaats. Eén van de doelstellingen hiervan is om de aandacht voor onderwijs in de faculteiten en opleidingsprogramma’s te vergroten. De werkplek krijgt op verschillende manieren een plaats: - Voorafgaand aan de vorming: samenstellen van het persoonlijke professionaliseringstraject (keuzemodules) in overleg met de facultaire leidinggevenden opdat het keuzetraject matcht met de onderwijskundige prioriteiten van de eigen faculteit. - Ontwerpen van het eigen opleidingsonderdeel met het oog op integratie in het opleidingprogramma waartoe het behoort. - Uitvoeren van opdrachten, complementair aan de contactmomenten, in de eigen werkplek. Samen met collega’s uit de faculteit werken ‘in’ en ‘aan’ de eigen context. De universiteitsbrede vorming werkt op deze manier actief mee aan het voeren van gesprekken over onderwijs in het eigen opleidingsprogramma/faculteit. Na één werkjaar is het tijd voor een analyse van de opgedane ervaringen van participanten en facultaire leidinggevenden. Zoals verwacht (o.a. op basis van de heersende ‘teaching and learning regimes’, Trowler & Cooper, 2002) verschillen deze ervaringen aanzienlijk. DUO staat nu voor de vraag of en hoe ze verder kan aansturen op een systematisch overleg in de faculteiten, rekening houdende met de facultaire cultuur.