D UTCH S OCIETY
OF
P ERIODONTOLOGY
nieuws nieu w s brief nr. 32, maart 2001
Nederlandse Vereniging voor Parodontologie Secretariaat: Postbus 24 9649 ZG Muntendam Telefoon: 0598 - 633 313 Telefax: 0598 - 633 413 E-mail:
[email protected] Website: www.nvvp.org
Redactie: Jan Tromp - Leo Kroon - Schelte Fokkema Laurens Tinsel - SACHA tekst & pr Vormgeving: Aat Doek bno In deze NVvP-Nieuwsbrief treft u onder andere de volgende onderwerpen aan:
NVvP viert 65-jarig lustrum met Congres ‘à la Carte’
NVvP viert 65-jarig lustrum met congres ‘a la Carte’ 1 Woord van de voorzitter 2 Abstract uit het Journal of Clinical Periodontology 3 Parodontologie in het leger 4 Najaarscongres NVvP 2000 6
De NVvP viert haar 65-jarig jubileum op 16 november aanstaande in de Jaarbeurs in Utrecht met een speciale uitvoering van haar inmiddels vertrouwde najaarscongres. Dit najaar is er niet sprake van ‘zo maar een congres’: de NVvP nodigt u graag uit voor ‘Paro à la Carte’, een aangenaam menu bestaande uit diverse smakelijke ingrediënten. Natuurlijk geniet u samen met tafelgenoten: tandarts, tandarts-parodontoloog, mondhygiënist én de tandartsassistent zijn van harte welkom op dit congres! Het NVvP-najaarscongres ‘Paro à la Carte’ bestaat uit verschillende programmaonderdelen. Allereerst is er natuurlijk een hoofdcongres; daarvoor zijn befaamde sprekers bereid gevonden om de congresbezoekers een update te geven op hun respectievelijke vakgebieden. Klaus Lang spreekt over parodontologie en implantologie, Gianfranco Carnevale gaat nader in op furcatieproblematiek, Sverker Toreskog behandelt esthetiek na parodontologische en orthodontische behandeling en Michiel de Cleen zal op zijn vertrouwde prettige wijze de relatie tussen endodontologie en parodontologie behandelen. Andere programma-onderdelen van dit hoofdcongres zijn de uitreiking van de NVvP-Braun Oral B Onderzoeksprijs en de Hans Rodenburglezing, georganiseerd door de Hans Rodenburgstichting.
M EMBER
OF
EUROPEAN FEDERATION
OF
PERIODONTOLOGY
Nieuwe erkenningen Tandarts-Parodontoloog 6
Parallelsessies en workshops Naast het hoofdcongres worden er twee parallelsessies georganiseerd met een vooral praktische inslag waarmee mondhygiënisten én tandartsassistenten (dit najaar voor het eerst bij de NVvP!) in de gelegenheid worden gesteld om hun kennis op het vakgebied van de parodontologie uit te breiden. En voor díe congresdeelnemers aan het hoofdprogramma die een deel van de
65 NVvP
aangeboden stof verder uitgediept willen zien, bestaat de mogelijkheid om te kiezen uit twee pre-conference workshops. Deze workshops vinden plaats op de avond voorafgaande aan het congres, de presentatie van de workshops is in handen van de sprekers Carnevale en Toreskog. Feestelijke omlijsting Het congresprogramma wordt natuurlijk feestelijk omlijst. Tijdens het congresprogramma vindt er een verrassende gebeurtenis plaats, waarover méér informatie volgt in een volgende Nieuwsbrief. Het congres zal bovendien (laagdrempelig) overgaan in een sfeervol feest in een
Patiëntencasus 8 Oproep NVvP-Braun Oral B® Onderzoeksprijs 9 Weet u dit... over de EFP? 9 NVvP in het nieuws 9 Agenda 10 Informatie van onze sponsors 11
Mission Statements NVvP De Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) is een wetenschappelijke organisatie van tandheelkundige zorgverleners. De NVvP streeft naar algemene erkenning van het inzicht dat een gezond parodontium de basis vormt van duurzame tandheelkundige zorg en spant zich ervoor in effectieve parodontale zorg voor iedereen bereikbaar te maken. De NVvP ondersteunt tandheelkundige zorgverleners bij het verwerven en uitdragen van kennis en behartigt de belangen van haar leden.
ontspannen ambiance. De congresorganisatie hoopt daardoor zo veel mogelijk congresdeelnemers op dit feest te mogen begroeten. Komt u ook? U kunt zich nu al aanmelden voor ‘Paro à la Carte’ bij het NVvP-secretariaat (zie voor adresgegevens hierboven). De NVvP verwelkomt u graag op het congres en hoopt daarna met u een feestelijke toast te kunnen uitbrengen op dit bijzondere jubileum!
De NVvP, omdat een goed gebit op een gezond fundament staat.
brief
Woord van de voorzitter
The role of Chlorhexidine in the one-stage-full-mouth disinfection treatment of patients with advanced adult periodontitis
Oudere jongere Kees van Kooten en Wim de Bie introduceerden de term vele jaren geleden al en u kent ‘m ongetwijfeld nog: ‘de oudere jongere’. De oudere jongere is wat ouder in jaren maar nog steeds jong van geest; ondanks z’n leeftijd is ‘ie zeer vooruitstrevend én hij staat midden in de maatschappij. Een waardevolle relatie dus, met veel bagage op zak en altijd openstaand voor nieuwe ideeën. De term ‘oudere jongere’ is momenteel méér dan ooit van toepassing op de NVvP. Waarom? De vereniging bestaat dit jaar 65 jaar en ondanks haar leeftijd is de NVvP een vooruitstrevende, initiatiefrijke vereniging. Kortom, een vereniging die veel voor haar leden betekent!
Verder helpt de NVvP haar leden met het ontwikkelen van klinische praktijkrichtlijnen. Inmiddels ligt er een concept ‘Richtlijnen voor parodontale preventie’ klaar. Het opstellen van aanbevelingen voor behandeling van patiënten met DPSIscores 1 en 2 (categorie A) zal voor menigeen duidelijkheid geven bij de aanpak van deze veel voorkomende gevallen, waarbij preventie van parodontitis gewenst is. De NVvP onderschrijft het standpunt zoals verwoord in een artikel van het Nederlands Tandartsenblad van december vorig jaar (jaargang 55, bladzijde 1135) dat praktijkrichtlijnen de zorg in grote mate zullen structureren. De NVvP beraadt zich momenteel hoe deze paropreventie richtlijnen geïmplementeerd kunnen worden.
Ik noem u enkele voorbeelden. De NVvP-congressen, voorzien van het Q-kwaliteitskeurmerk, staan er al jaren om bekend dat zij praktijk en wetenschap op een interessante manier met elkaar proberen te verenigen. Dit najaar gaat de NVvP daarin nóg een stapje verder. Het lustrumcongres, dat op 16 november a.s. in de Jaarbeurs te Utrecht plaatsvindt, geeft u mogelijkheden om zelf uw congres samen te stellen en is daarom getiteld ‘Paro à la Carte’. Voor een vooruitblik verwijs ik u graag naar een artikel elders in deze Nieuwsbrief.
Een andere belangrijke ontwikkeling is het feit dat het Journal of Clinical Periodontology (JCP) thans voor NVvP-leden via Internet bereikbaar is. Alle NVvP-leden die het JCP ontvangen, zijn hiervan inmiddels schriftelijk door de uitgever op de hoogte gesteld en daarbij geïnformeerd over hun persoonlijke toegangscode en gebruikersnaam. Deze ontwikkeling is mede in gang gezet door de EFP. Binnen EFPverband wordt nu zelfs de mogelijkheid onderzocht om het tijdschrift in de toekomst niet meer als ‘hardcopy’ toe te sturen. Leden die dat wensen zouden het tijdschrift dan kunnen downloaden van het internet om zo in bezit te komen van het digitale JCP. Dit jaar zal de NVvP u hierover nader informeren.
Een andere NVvP-service betreft de voorlichtingsbrochures, die al jaren een ondersteuning vormen in de praktijk. De bestaande brochurelijn wordt dit jaar uitgebreid met een nieuwe brochure, gebaseerd op de succesvolle brochure ‘Parodontitis’. De nieuwe brochure is zeer geschikt om de patiënt te informeren over gingivitis en parodontitis en om de initiële behandeling toe te lichten. Om deze brochure voor de patiënten laagdrempelig te maken, is er geen informatie over parodontale chirurgie opgenomen. Daarmee sluit deze uitgave nóg beter aan op díe parodontale behandelingen waar in eerste instantie geen chirurgie geïndiceerd is. Natuurlijk blijft voor de gevallen waar chirurgie wél geïndiceerd is, de al vertrouwde ‘Parodontitis’brochure uw keuze.
Ondanks haar leeftijd is de NVvP dus met recht een oudere jongere, een actieve vereniging die professionaliteit ten dienste van haar leden hoog in het vaandel draagt. Maar de vereniging kan niet zonder u! De NVvP hoopt dat u, nu nog als jongere en straks ook als oudere jongere, actief betrokken blijft bij de ontwikkelingen in het vakgebied van de parodontologie en implantologie. Uw aanwezigheid bij onze congressen en PAOT-cursussen blijft belangrijk om zorg op maat te leveren. Bruno Loos, voorzitter
nieuws 2
NVvP Nieuwsbrief nr. 32 maart 2001
Abstract uit het Journal of Clinical Periodontology 2000, vol. 27, pag. 578-589 door M. Quirijnen, C. Mongardini, M. de Soete, M. Pauwels, W. Coucke, J. van Eldere en D. van Steenberghe
fronten veel beter scoorden dan de controlegroep. De desinfectiegroep reageert niet significant beter dan de (one-stage) niet-desinfectiegroep. De pocketdieptereductie bij één- en meerwortelige elementen bedroeg 3,7mm respectievelijk
Al eerder toonden bovengenoemde onderzoekers aan dat een intensieve chloorhexidine-desinfectie van alle orale niches in combinatie met een complete initiële behandeling binnen 24 uur veel betere resultaten geeft dan de conventionele aanpak (één quadrant per zitting). Om de kans op herbesmetting van reeds behandelde pockets zoveel mogelijk te beperken koos men voor behandeling van de gehele mond binnen 24 uur (in twee sessies). In dit vervolgonderzoek stelde men zich de vraag of de chloorhexidine-desinfectie alléén of de behandelstrategie op zich debet is aan de klinisch meetbaar betere resultaten. Er werden drie vergelijkbare patiëntgroepen (n=12) met vergevorderde adulte parodontitis klinisch en microbiologisch vervolgd over een periode van acht maanden. De controlegroep werd initeel behandeld per quadrant in meerdere zittingen met tijdintervallen van één tot twee weken. Een tweede groep werd in twee zittingen binnen 24 uur behandeld, waarna zowel de pockets als de tong, tonsillen, het speeksel en (wang)slijmvlies werden gedesinfecteerd met behulp van chloorhexidine. Het onderzoek werd uitgebreid met een derde groep die eveneens binnen 24 uur een initiële behandeling onderging maar dan zonder desinfectie met chloorhexidine. De plaquescore, pocketdiepte, gingivarecessie, het klinisch aanhechtingsniveau en de bloedingsneiging werden vóór en na de behandeling bepaald (na één, twee, vier en acht maanden). Opmerkelijk is dat beide one-stage-groepen (behandeling binnen 24 uur) op alle
De onderzoekers concludeerden dat scalen en rootplanen van de gehele mond binnen 24 uur klinisch en microbiologisch superieur is aan de klassieke stapsgewijze initiële behandeling. Dit is waarschijnlijk te danken aan eliminatie van het merendeel der paropathogenen door de professionele gebitsreiniging (een aanwijzing dat pockets een belangrijke bron vormen voor recolonisatie van de mondholte door paropathogenen) en/of een acute immunologische reactie. De toegevoegde relatieve waarde van chloorhexidine-desinfectie alléén blijkt vooral een aanvankelijk snellere genezing, betere plaquescores en een fractie minder napijn. Abstract uitgezocht en bewerkt door J.A. Haverkamp, tandarts Medisch Centrum ‘De Eecken’ in Nunspeet
3,0 mm voor de desinfectiegroep, 3,3 mm respectievelijk 2,9 mm voor de (one-stage) niet-desinfectiegroep en 1,9 mm respectievelijk 1,6 mm voor de controlegroep. Bij pockets ≥ 7 mm was de winst aan klinische aanhechting voor beide one-stage groepen gemiddeld > 1,5 mm méér dan de controlegroep. Ook reductie (of eliminatie) van paropathogenen was het meest succesvol bij beide one-stage-groepen. Bij one-stage groepen (met en zonder chloorhexidine-desinfectie) deed zich een apart fenomeen voor: na de tweede zitting scalen en rootplanen (binnen 24 uur) steeg de (door de proefpersonen zelf gemeten) lichaamstemperatuur. De hoogste stijgers bleken tot de groep met de beste pocketreductie te behoren. Dit zou kunnen duiden op een acute immuunrespons (Schwartzman-reactie).
3
Het Abstract op deze plek komt tot stand dankzij de bereidwillige medewerking van lezers van de NVvP-Nieuwsbrief. Dankzij hun inspanningen kunnen wij u op de hoogte houden van interessante nieuwe ontwikkelingen, die recent besproken zijn in het Journal of Clinical Periodontology (JCP). Om het medewerkersbestand verder uit te breiden, is de redactie van de NVvP-Nieuwsbrief naarstig op zoek naar participerende collegae. Vindt ù het een uitdaging om een interessant artikel uit het JCP te lezen en kort samen te vatten? Dan publiceren wij uw Abstract graag in de NVvPNieuwsbrief! Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het NVvP-secretariaat.
NVvP Nieuwsbrief nr. 32 maart 2001
brief
Parodontologie in het leger De werkdruk is hoog, het tekort aan behandelaars is zorgwekkend en de patiëntentrouw laat soms te wensen over. Op het eerste gezicht verschilt de parodontale zorgverlening in het leger niet zo veel van die in de ‘burger’wereld. Toch is er sprake van een aantal opmerkelijke verschillen. NVvP-bestuurslid Laurens Tinsel, chef van de militaire tandheelkundige dienst, vertelt in dit artikel méér over het reilen en zeilen van de parodontologie in het leger. ‘Ik zie vooral het topje van de ijsberg’.
Hij heeft de rang van kolonel en bekleedt de functie van ‘tandheelkundige autoriteit Koninklijke Landmacht’. Zelf spreekt Laurens Tinsel liever over ‘chef militaire tandheelkundige dienst’, dat is duidelijker én dekt beter de lading van datgene waar hij zich mee bezighoudt. En dat is veel.
toloog en twee tandartsen die in opleiding zijn voor MScParodontologie. In totaal zijn er bij Koninklijke Landmacht, Luchtmacht en Marine ongeveer 60 zogeheten ‘fulltime eenheden’ werkzaam: meerdere tandartsen werken in parttime dienstverband samen als 60 fulltime krachten aan 100 behandelstoelen. Zij hebben de zorg voor alle militairen en hun gezinsleden in het buitenland.
band) in Utrecht en een fulltime mondhygiënist in Weert en Seedorf. Er wordt aan gewerkt om het aantal mondhygiënisten uit te breiden tot zeven’, aldus Laurens Tinsel. Bij de Koninklijke Luchtmacht zijn onlangs drie fulltime eenheden mondhygiënist in de organisatie opgenomen maar het opvullen van deze vacatures verloopt moeizaam.
Uitbreiding dringend gewenst
De mankrachtproblematiek is een belangrijke overeenkomst met de parodontologie in de burgermaatschappij. Er zijn echter ook duidelijke verschillen: ‘In Utrecht werken wij in een ziekenhuisstructuur, waarbij wij zelf niet direct verantwoordelijk zijn voor hygiëne. Het ziekenhuis beschikt immers over een centrale sterilisatie en een ziekenhuis-hygiënist. We werken daar volgens het hygiëneprotocol van het ziekenhuis. Nóg een belangrijk verschil betreft de financiering van de tandheelkundige behandelingen. Sinds 1995 zijn alle militairen particulier verzekerd bij de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht die het risico heeft ondergebracht bij de Univé.
Vergoedingen prima geregeld
Veelzijdige job Laurens Tinsel werkt één dag per week als tandarts-parodontoloog in een militaire behandelpraktijk, gevestigd in het Centraal Militair Hospitaal (afdeling kaakchirurgie, Bijzondere Tandheelkunde en Parodontologie), gecolokeerd met het Universitair Medisch Centrum Utrecht. De overige vier werkdagen besteedt hij aan managementtaken, waaronder het adviseren van het Ministerie van Defensie en de Koninklijke Landmacht inzake beleidskwesties op tandheelkundig gebied (zoals het adviseren rond de tandheelkundige voorwaarden van de militaire ziektenkostenpolis). Daarnaast functioneert Laurens Tinsel als adviserend tandarts waar het dienstongevallen betreft bij militairen en ex-militairen. En natuurlijk geeft hij als chef militaire tandheelkundige dienst functioneel sturing aan de Militair Tandheelkundige Dienst van de Koninklijke Landmacht. ‘We zijn momenteel onder andere bezig met richtlijnen voor de praktijkhygiëne, kwaliteitssystemen, intercollegiale visitatie, intercollegiaal overleg, certificering en verwijzingsprotocollen. Al deze aandachtsgebieden maken dat mijn werk zeer afwisselend is’. Eén erkend tandarts-parodontoloog Hoe is de tandheelkundige zorgverlening binnen defensie eigenlijk geregeld? Bij het begrip ‘tandheelkundige dienst in het leger’ wordt in dit artikel in eerste instantie gesproken over de Koninklijke Landmacht. Deze dienst beschikt over twee categorieën tandartsen: burger- en militaire tandartsen. De burgertandarts functioneert als algemeen practicus met specifieke aandacht voor de tandheelkundige inzetbaarheid van militairen. De militaire tandarts (officier-tandarts) is eveneens als algemeen practicus werkzaam maar kan ook uitgezonden worden, zoals thans het geval is in Bosnië (Koninklijke Landmacht) en Eritrea (Koninklijke Marine). De officier-tandarts heeft bovendien de mogelijkheid tot subspecialisatie.
Dit laatste heeft ertoe geleid dat de Koninklijke Landmacht momenteel beschikt over één tandarts die gespecialiseerd is in Bijzondere Tandheelkunde en implantologie, één tandarts-endodontoloog met een MSc-opleiding Endodontologie en enkele tandartsen gericht op angstbehandeling en lachgassedatie. Er is één tandarts in opleiding voor MScParodontologie en er werkt één erkend tandarts-parodontoloog NVvP: Laurens Tinsel. Overigens: de militaire parodontologieverwijspraktijk is in 1981 door Leo Kroon als één van de eersten in Nederland opgericht. Leo had daarvoor als eerste tandarts-parodontoloog in Nederland een gestructureerde opleiding parodontologie genoten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Een curriculum moest destijds speciaal voor hem worden geschreven. 40.000 patiënten Genoemde burger- en militaire tandartsen van de Koninklijke Landmacht hebben samen de zorg voor ongeveer 24.000 militairen van de Koninklijke Landmacht en 5.000 militairen van de Marechaussee. De Koninklijke Luchtmacht (± 10.000 militairen) heeft een eigen tandheelkundige dienst maar voor parodontologische behandelingen zijn zij aangewezen op de tandarts-parodontoloog van de Koninklijke Landmacht i.c. Laurens Tinsel. De Koninklijke Marine (± 10.000 militairen) heeft een eigen tandheelkundige dienst met een eigen parodontologiepraktijk, een endodon-
nieuws 4
NVvP Nieuwsbrief nr. 32 maart 2001
Conclusie: Laurens Tinsel is momenteel de enige erkende tandarts-parodontoloog NVvP voor de 40.000 manschappen van Land- en Luchtmacht! En dat in een praktijk waar hij één dag per week werkzaam is. ‘Dat is inderdaad een lastige situatie, ik heb dan ook het gevoel dat ik slechts het topje van de ijsberg zie. We hebben weliswaar een contract met de Katholieke Universiteit Nijmegen (volgens welk militairen ook bij het programma MSc-Parodontologie terecht kunnen voor behandeling) maar we hebben inderdaad dringend behoefte aan uitbreiding van de capaciteit. Dat zal later dit jaar, wanneer de drie tandartsen binnen defensie hun MSc-opleiding Parodontologie afronden, hopelijk het geval zijn. Nu is het zo dat mijn wachttijd vier tot vijf maanden bedraagt. Overigens: volgens de richtlijn voor tandartsen bij de Landmacht moeten deze eerst zelf de initiële behandeling doen vóórdat ze patiënten doorsturen. De praktijk wijst echter uit dat men vaak al veel eerder verwijst. Dus loopt de wachtlijst soms onnodig op’. Vermeldingswaard is nog het feit dat de tandartsen van de Koninklijke Landmacht indirect hebben meegewerkt aan de ontwikkeling van de parodontologie-nascholingscurssusen. Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig werden de Paro A en B/C cursus onder andere door Hans Rodenburg ontwikkeld. De toenmalig militair tandarts-parodontoloog Leo Kroon participeerde in de ontwikkeling van deze cursussen. Om bij aanvang van het programma al voldoende deelnemende tandartsen te hebben zijn alle tandartsen, werkzaam bij de Landmacht, destijds ingeschreven. Zij hebben als één van de eersten deze cursussen gevolgd. Mondhygiënisten ‘Een ander probleem binnen de Koninklijke Landmacht wordt gevormd door het feit, dat er in de historie van de Landmacht nooit vanuit een concept met mondhygiënisten is gewerkt. Het aantrekken van mondhygiënisten is een grote zorg. Er werken nu twee mondhygiënisten (samen één fulltime ver-
De militaire ziektekostenverzekering heeft een uitgebreide dekking, ook tandheelkundig. Voor parodontologische behandelingen betekent dit bijvoorbeeld dat initiële en chirurgische behandelingen zonder machtiging kunnen worden uitgevoerd (mits ze in de militaire praktijk worden gedaan) én dat de verrichtingen inclusief alle gebruikte materialen als emdogain en membramen vergoed worden. Dat werkt prettig, ja. Het heeft echter ook een nadeel. Soms heeft een patiënt een financiële prikkel nodig om gemotiveerd te blijven. Die prikkel ontbreekt bij militairen. Omdat de doelstelling van de tandheelkundige dienst is gericht op het tandheelkundig inzetbaar houden van militairen en niet op het maken van een positief financieel resultaat hoef ik niet zeer omzetgericht te werken. Er kan kwaliteit worden geleverd, ook als dat tijd kost. Wel is er een tendens dat ook overheidsbedrijven zichzelf steeds meer moeten kunnen bedruipen en dus kostendekkend zijn. Kortom: het verschil met de parodontologiepraktijken in de burgermaatschappij zal steeds kleiner worden. Hoe ziet de toekomst eruit? Gezien het toenemende tekort aan tandartsen zal van de Militair Tandheelkundige Diensten veel inspanning worden gevraagd om voldoende tandartsen te werven en daarmee het bestaan van de Diensten veilig te stellen’.
5
NVvP Nieuwsbrief nr. 32 maart 2001
Nieuwe erkenningen
Een actief bestuur
TA N D A R T S PA R O D O N TO L O O G Ana Varoufaki is op 20 december vorig jaar benoemd als tandarts-parodontoloog, erkend door de NVvP. In 1994 slaagde zij haar voor tandartsexamen aan de universiteit van Athene, waarna zij twee jaar in de algemene praktijk heeft gewerkt. Aangezien haar interesse méér uitging naar de parodontologie startte zij in 1996 aan het ACTA met de postgraduate opleiding in de parodontologie. Sinds het behalen van het MSc-diploma in 1999 werkt zij als tandarts-parodontoloog in de Praktijk voor Parodontologie in Amersfoort en Hoorn. Daarnaast werkt zij in haar eigen Praktijk voor Parodontologie en Implantologie in Hoofddorp, die binnenkort in een nieuwe vestiging in Heemstede zal worden voortgezet.
Najaarscongres NVvP 2000 Interessant voor tandarts én mondhygiënist Op 1 december vorig jaar vond in de Jaarbeurs te Utrecht het NVvP-najaarscongres ‘Parodontitis, medisch bekeken’ plaats. Op de avond voorafgaande aan het hoofdcongres werd een workshop voor tandartsen gegeven met als motto ‘Ontstekingen en Gezondheid’. Een gedetailleerde opsomming van alle voordrachten die door een gerenommeerd en internationaal gezelschap van sprekers werden gepresenteerd is hier wellicht minder op z’n plaats. Daarom volgt hier een nabeschouwing van het congres in de vorm van een interpretatie van de belangrijkste items. Zoals een ieder bekend zal zijn, wordt parodontitis gekenmerkt door de aanwezigheid van een veelal chronisch ontstekingsproces van de parodontale weefsels waarbij de bindweefsel-aanhechting en het alveolaire bot aangetast zijn. Het belangrijkste klinisch waarneembare kenmerk van parodontitis is de aanwezigheid van pockets waarbij
het worteloppervlak vanuit de mondholte vrij toegankelijk is. De subgingivale worteloppervlakken zijn gekoloniseerd met bacteriën die hoofdzakelijk gramnegatief zijn en waarbij lipopolysacchariden (LPS) op het celmembraan aanwezig zijn. Deze LPS induceren ontstekingsreacties doordat afweercellen geactiveerd worden én stoffen afscheiden, de zogenaamde inflammatoire mediatoren.
tes mellitus en hormonale veranderingen (zoals bij zwangerschap) invloed hebben op de aanwezige parodontitis en deze verergeren. En tenslotte kan een gewoonte zoals roken eveneens effect hebben op het vóórkomen van parodontitis en de ernst ervan.
Verband met hart- en vaatziekten Er wordt nu aangenomen dat deze LPS en/of ontstekingsmediatoren vanuit het ontstoken parodontium kunnen lekken in de bloedbaan en daarmee aanleiding zouden kunnen geven tot hart- en vaatziekten, vroeggeboortes en een te laag geboortegewicht. Met andere woorden: men vermoedt een mogelijk causaal verband tussen het vóórkomen van parodontitis en het optreden van harten vaatziekten en vroeggeboortes. Aan de andere kant kunnen bepaalde systemische aandoeningen zoals diabe-
nieuws 6
Tijdens de Algemene Ledenvergadering deed het bestuur verslag van haar activiteiten in het jaar 2000. Uit dit relaas bleek maar weer eens dat de NVvP een zeer actief bestuur heeft. Allereerst is er de organisatie van de NVvP-congressen, een activiteit die het bestuur flink bezighoudt. De congressen nemen immers toe, niet alleen in bezoekersaantallen, maar ook in georganiseerde activiteiten. Daarnaast houdt het NVvP-bestuur zich bezig met het onderhouden van de Internetsite, zijn er intensieve contacten met de EFP en is ook het overleg met de NMT geïntensiveerd. Binnen het NVvP-bestuur zijn diverse commissies actief hetgeen onder andere heeft geresulteerd in de totstandkoming van de Richtlijnen Parodontale Preventie. En natuurlijk is er ook de NVvP-Nieuwsbrief, een belangrijk informatiekanaal dat eveneens de aandacht van het NVvP-bestuur vraagt. Volop verantwoordelijkheden, taken en nieuwe ontwikkelingen dus waarmee het NVvP-bestuur zich ook dit Lustrumjaar nauwgezet zal bezighouden.
Of er daadwerkelijk een lekkage van LPS vanuit het parodontium optreedt naar de bloedbaan blijkt overigens
Foto boven: Drie sprekers van het hoofdprogramma op de eerste rij. V.l.n.r. Richard Palmer, Panos Papapanou en Ubele van der Velden. (foto: Mathilde Dusol) Foto onder: Tijdens het buffet voorafgaand aan het donderdagavondprogramma: v.l.n.r. Bernita Bush, NVvP-voorzitter Bruno Loos en Ubele van der Velden. (foto: Herman van Dannis)
NVvP Nieuwsbrief nr. 32 maart 2001
brief
nog maar zeer de vraag. De eventuele relatie tussen parodontitis en hart- en vaatziekten is nog nimmer in experimentele studies aangetoond en het onderzoek beperkt zich vooralsnog nog tot observaties. Er kan dan ook niet gesproken worden van een daadwerkelijk causaal verband, alhoewel gesteld kan worden dat die personen, die een hartinfarct krijgen, ook op jonge leeftijd parodontitis hebben gekregen. Er is dus wel degelijk sprake van een relatie. Overeenkomsten Verder komen de meeste van deze studiegegevens uit Amerika waar de gezondheidssituatie van de bevolking afwijkt van de Nederlandse; een voorbeeld daarvan is het percentage overgewicht dat in Amerika veel hoger ligt en tevens een belangrijke risicofactor is voor hart- en vaatziekten. In plaats van een ‘oorzaak-gevolg’-relatie is het wellicht veel interessanter en belangrijker naar de overeenkomsten van beide aandoeningen te kijken. Zo is het ontstaan van plaque in de intima van grote en middelgrote arteriën en de daardoor ontstane atherosclerose eveneens een ontstekingsziekte. Er zijn belangrijke overeenkomsten tussen het ontstaan van deze vaatwandontstekingen en parodontitis, en mogelijk ook de vatbaarheid voor beide aandoeningen. Verdergaand onderzoek naar de relatie tussen parodontitis en hart- en vaatziekten zal dit moeten uitwijzen. Spinnenweb Naast het hoofdcongres en een workshop voor tandartsen was er ook een workshop voor mondhygiënisten. In deze workshop werd nader toegelicht hoe men tot een gemotiveerde recallinterval komt voor patiënten met een behandelde parodontitis. Daarvoor werd teruggegrepen op een model (het zogeheten spinnenweb) dat door prof.
Foto boven: Spreekster Susan Karabin aan het woord Foto onder: Moderator van de workshop op donderdagavond Wouter Beertsen in gesprek met spreker ten Cate en NVvP-voorzitter Bruno Loos. Op de achtergrond spreker Aardenburg. (foto’s Mathilde Dusol)
Lang tijdens het NVvP-voorjaarscongres in 1999 geïntroduceerd werd en waaraan destijds in deze rubriek uitgebreid aandacht is besteed. Kenmerkend voor het model is dat naar het parodontitisrisico van de gehele patiënt gekeken wordt en dat in het risico ook aspecten zoals het voorkomen van systemische aandoeningen worden betrokken. Verder bleek dezelfde strategie gehanteerd te worden voor patiënten met implantaten. Met dank aan Schelte Fokkema, tandarts-parodontoloog in ’s Hertogenbosch, en Meline de Valk, mondhygiënist in Den Haag
Als dank voor de moeite
De NVvP blijft groeien!
Tijdens het najaarscongres namen wederom velen de moeite om de NVvP-evaluatieformulieren in te vullen. Onderstaande personen hebben als dank hiervoor inmiddels een boekenbon t.w.v. f 50,= ontvangen. B. Mulder Doorn, J. Hagels Enschede, H. v.d West Deventer, M.C. Scholten Hilversum, M.H. van der Maarel Amsterdam, P.M. Sipos Amsterdam.
De NVvP telde op 1 januari 2001 2468 leden. Op 01-01-00 bedroeg het NVvP-ledenaantal nog 2378. De vereniging blijft groeien, dus óp naar de 2500 leden! De NVvP kent overigens vijf ereleden, te weten: Prof. L. Coppes, Prof. D.F. Veldkamp, Drs L. J. van Schijndel, Prof. S. Nyman, Prof. J. Lindhe
7
NVvP Nieuwsbrief nr. 32 maart 2001
De papieren patiënt De papieren patiënt deel II Het vervolg van de in de vorige Nieuwsbrief gepresenteerde patiënten casus. Diagnose: • Early Onset Parodontitis Behandelingsplan: • Uitgebreid gesprek met patiënte m.b.t. motivatie tot het opnieuw ondergaan van een intensieve parodontale behandeling • Extracties van de 18,17, 27, 28, 38, 48 • Bacteriële kweek en resistentie bepaling A.a. i.v.m. eventueel voor te schrijven antibiotica • Initiële parodontale behandeling met lokale verdoving • In overleg met microbioloog doxycycline kuur (2 weken, eerste dag 200 mg en 13 dagen 100 mg/dag) i.v.m. resistentie A.a. voor metronidazol • Herbeoordeling na drie maanden
Herbeoordeling (02.03.1999): • De patiënte werd zich na het inleidende gesprek zeer bewust van haar parodontale problematiek en is gestopt met roken • Een zeer goede mondhygiëne en een sterke vermindering van bloeden na sonderen • Reductie van een groot aantal pockets • Verscheidene restpockets 6-9 mm • Doorgankelijke furcaties bij de 16 en 26 • Kweek nog steeds positief voor A.a. Vervolgbehandeling: • Parodontale chirurgie t.p.v. alle sextanten (eliminatie pockets én A.a.) • Regeneratieve chirurgische techniek d.m.v. Emdogain t.p.v. intrabony defect 33 • Tijdelijke twistflex draadspalk bovenkaak • Parodontale nazorg Eind evaluatie (09.05.2000): • Zeer goede mondhygiëne (ook in de furcaties bij de bovenmolaren) • Geen bloeding na sonderen • Gegeneraliseerde gingivarecessies 4-6 mm • Restpocket 7 mm mesiaal 22 • Kweek negatief voor A.a. • Verhoogde mobiliteit van een groot aantal elementen in m.n. de bovenkaak
brief
Nazorg: • Specifiek onderhouden van de 22 • Opname in het nazorgprogramma elke drie maanden • Vervaardiging van permanente spalk bovenkaak
Oproep kandidaten NVvP–Braun Oral B®-Onderzoeksprijs 2001
Interessante aspecten: • De diagnose is Early Onset Parodontitis aangezien parodontitis reeds werd geconstateerd voor het dertigste levensjaar. • A.a. was resistent voor metronidazol, daarom antibioticumkeuze beperkt tot doxycycline • Patiënt reageerde op initiële therapie, maar niet voldoende en was nog A.a. positief ondanks aanvullend gebruik van doxycycline • Parodontale chirurgie ter eliminatie pockets én A.a. • Patiënt is in het verleden reeds succesvol behandeld: deze casus laat nogmaals het belang van de parodontale nazorg zien. • Regeneratieve chirurgische techniek bij deze casus pas toegepast na behandelen van alle overige parodontale defecten
De beoordeling vindt plaats door een internationale jury bestaande uit prof. D. van Steenberghe, prof. N.P. Lang, prof. J. Egelberg, prof. H.H. Renggli, prof. U. van der Velden en een vertegenwoordiger van de firma Braun Oral B®. Indien de jury van mening is dat géén van de inzendingen voldoende niveau heeft, wordt de prijs niet uitgereikt.
P.M. Sipos M.Sc opleiding Parodontologie, Amsterdam
De NVvP-Braun Oral B®-Onderzoeksprijs is door de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie ingesteld met de bedoeling om hoogwaardig onderzoek op het gebied van de parodontologie te stimuleren. De prijs, die door de firma Braun Oral B® ter beschikking wordt gesteld, wordt éénmaal per twee jaar uitgereikt en bedraagt fl. 5.000,=. Inzendingen Voor de prijs komen in aanmerking onderzoeksverslagen van onderzoekers werkzaam in Nederland of van Nederlandse onderzoekers in het buitenland. Het onderzoeksverslag dient aan de volgende criteria voldoen: a. Het onderzoek dient in de internationale Engelstalige literatuur gepubliceerd te zijn. b. Het onderzoeksverslag dient betrekking te hebben op het vakgebied van de parodontologie. c. Het onderzoeksverslag dient gepubliceerd, of voor publicatie geaccepteerd, te zijn in de periode 1 juli 1999 tot 1 juli 2001.
Beoordeling
Procedure De inzendingen dienen, in zevenvoud, uiterlijk 10 juli 2001 in het bezit te zijn van het bestuur van de NVvP, Postbus 24, 9649 ZG Muntendam (voor publicaties ‘in press’ dient ook de bevestiging van de editor te worden meegezonden). De winnaar cq. eerste auteur zal de prijs tijdens het NVvPlustrumcongres op 16 november 2001 in Utrecht in ontvangst nemen. De winnaar verplicht zich om op basis van het onderzoeksverslag een voordracht van 10-15 minuten te verzorgen tijdens dit congres.
Weet u dit. . . over de EFP EuroPerio 3 groot succes Op 8 december vorig jaar vond in Dublin de jaarlijkse bijeenkomst van de General Assembly van de EFP plaats. Tijdens deze bijeenkomst presenteerde de voorzitter van het EuroPerio 3organisatiecomité Pierre Beahni de cijfermatige onderbouwing van het grote succes van EuroPerio 3. In totaal waren er 3500 geregistreerde deelnemers met van Nederlandse zijde 160 personen. Dit betekent dat het aantal deelnemers van de EuroPerio-congressen nog steeds groeiende is. De persconferentie (gegeven door de EFP met informatie over alle aangesloten lokale wetenschappelijke verenigingen) heeft geleid tot meer dan 200.000 publicaties in algemene tijdschriften over de gehele wereld. Ook financieel heeft dit congres er mede voor gezorgd dat de EFP-organisatie verder kan professionaliseren om haar toenemende takenpakket te kunnen uitvoeren.
NVvP in het nieuws Ook de afgelopen maanden publiceerde de NVvP maandelijks in het Nederlands Tandartsenblad over relevante ontwikkelingen in het vakgebied. In de recente NVvP-columns werden de volgende onderwerpen besproken: ‘Chloorhexidine: op vele fronten inzetbaar’, ‘NVvP-voorjaarscongres: Van wetenschap naar praktijk’ en ‘emdogain’: een zoektocht naar het werkingsmechanisme’. Heeft u deze publicaties gemist en bent u alsnog geïnteresseerd? Neemt u voor een kopie gerust contact op met het NVvP-secretariaat.
8
NVvP Nieuwsbrief nr. 32 maart 2001
9
NVvP Nieuwsbrief nr. 32 maart 2001