Verslag van de vergadering nr. 2012-9 van het Raadgevend comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van 28 november 2012 FAVV Gil Houins (Voorzitter), Herman Diricks, Jean-Marie Dochy, Véronique Berthot, Paulette Looze, Philippe
Houdart, Nathalie De Jaeger, Vanessa Reyniers, Paul Mullier, Jef Hooyberghs, Jacques Moës, Benjamin Stelandre en Vicky Lefevre. Jean-François Heymans, vertegenwoordiger van Minister Laruelle. Chris Boyen en Sophie Deprit (verslaggeefsters).
Leden van het raadgevend comité EL PL
EL PL
Bert Véronique /Ardies Luc
v
Melis Cédric/Nick Laurence
v
Braem Steve Carlos/Jonckheere Caroline
0
Mijten Erik/Van Keerberghen Georges
1
Brouckaert Véronique/Bosmans Roger
1
Nijs Katrien/Van Moeseke Wim
1
Cools Romain/Kuylen Bruno
1
Nutelet Guy/Ogiers Luc
1
Cornu Tangui/Van Daele Daniel
v
Nys Annelore/Gillabel Jeroen
0
Debergh Renaat/De Wijngaert Lambert
v
De Craene Ann/Appeltans Philippe
1
Pottier Jean-Luc/Landuyt Marc
1
Dejaegher Yvan/Hoeven Erik
1
Schirvel Carole/Jacquinet Stéphanie
v
Denys Elke/Henrotte Bénédicte
1
Segers Dina/Vandecavey Brigitte
1
Diels Eve/ De Haes Jan
1
Semaille Marie-Laurence/Masure Alain
1
De Greve Nathalie/Janssens Bente Deville Anaïs/Buurman Rob
1 1
Smagghe Thierry/Leroux Frans Tamigniaux Daphné/Bruynseels Erik
v 1
Fonteyn Freija/Spenik Kathleen
v
Hallaert Johan/De Lange Els
1
Vandamme Hendrik/Willems Hubert
Horion Benoit/De Boosere Isabel
1
Jaeken Peter/Persoons Davy
1
Vandenbosch Michel/De Greef Ann Vandenbroucke Joost/Van den A./Renders E.
Jeandrain Charles/Lesceux Jonathan
0
Vandevelde Renaat / Thise Sophie
0
Ladouce René/Granados Ana
1
Velz Alfred/Mendez Murielle
0
Lauryssen Sigrid/Maertens Gwendoline
1
1
Aanwezig
0
Afwezig
1 Poriau Pierre/Nys Laurent
1
v Teughels Caroline/Loncke Peter
v
Page 1 of 25
Afwezig met kennisgeving
1 1 1 Broeck 1
Dagorde 1. 2.
3. 4.
5. 6. 7. 8. 9.
Goedkeuring van de dagorde Actualiteit Brochure Gezondheidsraad “preventie van de contaminatie van levensmiddelen door zieke WN's of WN’s die drager zijn van microbiële & parasitaire agentia Offerfeest Besmette mosselen Verslag over de crisisoefening /traceerbaarheid in de bedrijfskolom aardappelen BSE monitoring – nieuwe EU beslissing Administratieve boetes: jaarverslag 2011 Benchmarking met UK (missies van eind januari en begin februari 2012): vergelijking van de werkmethodes, smiley, beschikbaarheid van de gegevensbanken, centralisatie of decentralisatie, enz. Evaluatie werking RC, voorbereiding gemeenschappelijke vergadering van 25 januari 2013 en goedkeuring van de jaarkalender 2013 van het RC Feedback werking AMCRA Verklaring voor fytosanitaire certificaten van aardappelen: op vraag van de Boerenbond Financiering/stand van zaken Varia Aangekondigde controles in DIS op vraag TA
Punt 1. Goedkeuring van de dagorde 1. Het RC keurt de dagorde goed.
Punt 2. Actualiteit 2. 1. Brochure Gezondheidsraad “preventie van de contaminatie van levensmiddelen door zieke werknemers of werknemers die drager zijn van microbiële & parasitaire agentia 2. Emmanuel Moons geeft een toelichting bij vermelde brochure, gepubliceerd in september 2012 door de Hoge Gezondheidsraad. Zij refereert naar het KB van 03.02.2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2005 betreffende levensmiddelenhygiëne met betrekking tot het medisch attest. Vermeld KB stipuleert dat de geldigheidsduur van het medisch certificaat max. drie jaar bedraagt (vroeger jaarlijkse hernieuwing). De brochure is beschikbaar op de site van de Hoge Gezondheidsraad: http://www.health.belgium.be/internet2Prd/groups/public/@public/@shc/documents/ie2di vers/19080345.pdf en op de FAVV-site: http://www.favv.be/thematischepublicaties/_documents/2012-10-08_preventie-microbieleparasitaire_nl.pdf . Gelijklopend hiermee, heeft het FAVV een brochure voor de operatoren op haar site geplaatst: http://www.afsca.be/thematischepublicaties/persoonlijke-hygiene.asp . 3. Het voorgaande heeft voornamelijk betrekking op de sectoren BtoC en distributie, stelt de Voorzitter tot slot. 2. 2. Offerfeest 4. Jean-Marie Dochy geeft een toelichting bij de resultaten van de controles tijdens het offerfeest 2012 (zie PPT voor meer detail: http://www.favv.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2012-1128_PUNT-2_NL_offerfeest_Rc_NL.pdf ). 5. De nodige voorbereiding werd getroffen om het offerfeest zo goed mogelijk te laten verlopen. Een aantal documenten werden ter beschikking gesteld op de FAVV site: zoals een “Overzicht ter attentie van de Politiediensten i.v.m. het Offerfeest”, een Handleiding “Islamitisch Offerfeest”, een “Gebruikershandleiding Beltrace voor Gemeenten, een
Page 2 of 25
“informatiebrochure” en een folder met praktische raadgevingen voor het Offerfeest, …. Voor meer detail wordt verwezen naar de FAVV site : http://www.favv-afsca.be/dierlijkeproducten/vlees/offerfeest/ 6. De Handleiding “Islamitisch Offerfeest» omvat een leidraad voor een goed verloop van het offerfeest en omschrijft de rol van elke tussenkomende partij ( overheid, organisator, religieuze autoriteit, private personen of verenigingen) zoals: de wettelijke voorschriften m.b.t. de erkenning van de slachthuizen en tot de tijdelijke erkenning van de tijdelijk erkende slachtplaatsen, de wettelijke voorschriften m.b.t. de identificatie en het dierenwelzijn tijdens het transport, de slachting, met inbegrip van de slachtaangiftes, de voorschriften m.b.t. de hygiëne en afvalverwijdering, het engagementsdocument van de operatoren, de controles/sancties van de door de operator aangenomen erkende dierenartsen en door de medewerkers van het FAVV. 7.
Het doel is elke inbreuk op de reglementering te voorkomen of te sanctioneren. Bovenop de reglementaire procedures bevat deze handleiding aanbevelingen en voorbeelden. Het “overzicht ter attentie van de Politiediensten i.v.m. het Offerfeest” omschrijft nader: • de controle van: –
de slachtaangiften, de identificatie van de dieren, het vervoer van de dieren;
–
het vervoer van de karkassen en het verhandelen ervan;
• de inbreuken en de sancties.
8. Jean-Marie Dochy geeft daarna de cijfergegevens : er werden 82 erkenningen afgeleverd, maar één erkenning werd geweigerd omwille van de historiek. Het ging om een operator van Henegouwen waarbij zich geregeld structurele problemen van dierenwelzijn en diergezondheid voordoen, voornamelijk bij paarden en schapen. De burgemeester van de betrokken gemeente was weinig geneigd om de organisatie van het Offerfeest toe te laten en heeft het niet verlenen van de erkenning bij beslissing van de Minister, ondersteund. In de 81 tijdelijke slachtplaatsen werd vastgesteld dat 30 948 schapen geslacht werden. Men stelt vast dat er een systematische evolutie naar boven toe is gedurende de laatste 5 jaar. Deze gebeurtenis verloopt alsmaar beter. 9. De slachting heeft niet enkel plaatsgevonden in de tijdelijke slachtplaatsen maar ook in de slachthuizen zelf: zie dia 6 voor de evolutie van de cijfergegevens. 10. Vastgestelde inbreuken: dit zijn voorlopige gegevens want de politie kan nog steeds een PV uitschrijven voor een inbreuk die niet aan het FAVV meegedeeld werd. Over het algemeen zijn er weinig inbreuken gezien het aantal geslachte dieren, maar gelijkaardig aan de voorgaande jaren. Deze inbreuken hebben voornamelijk betrekking op het welzijn (vervoer van dieren in de koffer, vastgebonden poten,...), sluikslachtingen, onjuiste slachtingen en de niet-naleving van de hygiëneregels. 11. Opmerkingen: 12. Michel Vandenbosch uit zijn bedenkingen bij het feit dat de vastgestelde inbreuken gering zouden zijn in verhouding tot het aantal geslachte dieren. Hij was gedurende een ganse dag aanwezig in een tijdelijke slachtinrichting en kan zich niet van de idee ontdoen dat de NC m.b.t. dierenwelzijn en naleving hygiënevoorschriften veel hoger moeten liggen dan de opgegeven cijfers (zie dia 7). In de tijdelijke slachtinrichting waar hij gedurende 8u aanwezig was werden er volgens hem 29 NC gepleegd op het vlak van dierenwelzijn. De organisatie van deze tijdelijke slachtinrichting gebeurde onder toezicht van de plaatselijke overheid, ook daar was de naleving van de hygiënevoorschriften ondermaats. Hij heeft zelfs meermaals gevraagd om de slachtvloer proper te maken. Er is alleszins een probleem. Hij richt een vraag tot Jean-Marie Dochy: “Zijn de inspecteurs van het FAVV niet de ganse dag aanwezig in elk van die tijdelijke slachtinrichtingen?”. 13. De Voorzitter antwoordt met een knipoog dat dit probleem wellicht zal worden opgelost door de regionalisering in 2014. Er is steeds een zelfstandige dierenarts aanwezig onder de verantwoordelijkheid van de gemeente die een toelating voor een tijdelijke
Page 3 of 25
slachtinrichting heeft afgeleverd. De inspecteurs van het Agentschap bezoeken de plaatsen op een bepaald moment. 14. Het totaal aantal van 29 niet-conformiteiten werd verkregen door gewoonweg de som te maken van de niet-conformiteiten die de PCE's hebben meegedeeld, antwoordt JeanMarie Dochy. Het FAVV kan zich niet veroorloven om de hele dag inspecteurs in elk controlepunt te plaatsen, zij trekken rond, verduidelijkt hij. De verantwoordelijkheid van de controle ligt dus eerst en vooral bij de operator, de dierenarts ter plaatse en ook bij de overheid die de toelating geeft om dit evenement in de gemeente te organiseren. Hij benadrukt nogmaals dat het om voorlopige gegevens gaat. Hij merkt eveneens op dat de dierenartsen (NL en FR) een petitie hebben ingediend tegen slachtingen zonder verdoving. Hij benadrukt dat die dierenartsen controles uitvoeren en dat ze deze 29 nietconformiteiten hebben gerapporteerd. 15. Jean-Luc Pottier vervolgt en deelt het advies en het standpunt van de Landsbond hieromtrent mee. Hij legt de nadruk op het feit dat ze tegen het ritueel slachten zonder verdoving gekant zijn. Hij verduidelijkt dat het meer om een politiek debat dan om een gezondheidsdebat gaat, maar er kan een parallel worden getrokken met het vervoer van warme karkassen. Karkassen mogen slechts het slachthuis verlaten onder de 7°C. In dit geval zijn het de particulieren die net na het slachten de versneden stukken van lammeren vragen voor persoonlijk gebruik. En klanten vroegen zelfs aan de slager om tijdens het feest lammeren te versnijden bij een niet-conforme temperatuur, merkt hij op. 16. Jean-Marie Dochy reageert hierop en stelt dat het FAVV de normen en verplichtingen inzake temperaturen in herinnering bracht en dat geen enkel karkas, bestemd voor iemand uit de business (slager) het slachthuis mocht verlaten als het karkas niet de verplichte temperatuur had. Sommige slachthuizen hebben aanhangwagens met koeling gehuurd om hun koelcapaciteit te verhogen of zij hebben een uitsnijderij binnen het slachthuis opgesteld waar runderen warm werden versneden om daarna in stukken gekoeld te worden, wat binnen de omheining van het slachthuis is toegestaan, stelt JeanMarie Dochy verder. Men kan niet verhinderen dat een particulier aan een slager vraagt om zijn karkas te versnijden, maar dit mag niet in de werkplaats van het slachthuis gebeuren. 17. De Voorzitter ziet een positief punt: het aantal schapen dat in deze omstandigheden wordt geslacht stijgt. Het gaat hier om zoveel dieren die niet in een bad werden geslacht. Men zal zien wat de toekomst brengt op het vlak van slachting zonder verdoving, maar het is grotendeels een politiek debat, zelfs op Europees niveau, besluit de Voorzitter. 2. 3. Besmette mosselen 18. Jean-Marie Dochy geeft een toelichting bij vermelde problematiek (zie zie PPT voor meer detail: http://www.favv.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/201211-28_Punt-2_NL_toxines-mosselen_Rc.pdf ). 19. Jean-Marie Dochy stelt voor de actualiteit snel te overlopen : het FAVV werd op een zondag verwittigd van een voedselvergiftiging die genodigden tijdens een feest in een home op 20 en 21 oktober 2012 opgelopen hadden nadat ze aan een mosselsouper hadden deelgenomen. Het Agentschap had gevraagd om een geneesheer op te roepen. De PCE begon een onderzoek naar de traceerbaarheid van de mosselen die opgediend werden; mosselen afkomstig uit Nederland. Er werden in totaal 690 kg mosselen ingevoerd, 630 kg mosselen waren voor het feest bestemd en de rest werd op de markt verkocht. Jean-Marie Dochy stelt dat het FAVV 2 monsters ter plaatse heeft genomen en geneesheren hebben eveneens monsters genomen van de stoelgang van de zieken. De symptomen verdwenen binnen de 24u. Men telde onder de 300 personen 136 zieken. Jean-Marie Dochy voegt hieraan toe dat uit de analyse van de mosselen bleek dat diarree toxines aanwezig waren. Het meldpunt voor RASFF werd verwittigd en de Nederlanders hebben een eerste RASFF-bericht opgemaakt. Het bleek dat de mosselen uit Ierland afkomstig waren. 19 leveringen waren vertrokken met bestemming Nederland : in totaal 264 ton. Het FAVV heeft het positief resultaat bevestigd op 30 en 31 oktober
Page 4 of 25
2012 via RASFF-bericht. Het bericht is bij de pers terechtgekomen : het Nederlandse bedrijf weigerde om info over de traceerbaarheid aan de NVWA (Nederlandse Voedselen Warenautoriteit) door te geven. Dit Agentschap kon uiteindelijk de link maken tussen de Nederlandse mosselen en de gevallen uit de pers. Het bedrijf Prins & Dingemans was betrokken bij de levering mosselen aan België, voegt hij hieraan toe. Ten slotte, na verschillende herinneringen, kon Nederland de tracering doorgeven evenals de Belgische firma's die de mosselen uit de besmette zone ontvangen hebben. Zij hebben ons dan op 7 november 2012 verwittigd dat de consumptiedata voorbij waren en dat het Agentschap niet langer de producten kon terugroepen. Het FAVV heeft klacht neergelegd tegen Nederland. Nederland heeft gewacht tot op het moment dat de vervaldatum van de producten verstreken was om de lidstaten te informeren over de gevaren die zich konden voordoen. 20. De Voorzitter stelt dat men aan de Europese Commissie zal vragen hieraan aandacht te schenken, gezien het RASFF-systeem snel moet werken en deze handelwijze onaanvaardbaar is. 2. 4. Verslag over de crisisoefening /traceerbaarheid in de bedrijfskolom aardappelen 21. Voor meer detail wordt verwezen naar de PPT: http://www.favv.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2012-1128_Punt-2_NL_-traceerbaarheid_RC.pdf . 22. Nathalie De Jaeger presenteert de eerste resultaten van de traceerbaarheidsoefening in de aardappelsector. Deze oefening werd opgesplitst in twee delen: consumptieaardappelen en aardappelpootgoed, de tracering gebeurde in real time. Het is de derde oefening, maar de eerste in de plantaardige productie. Zij legt uit dat deze in oktober-november hebben plaatsgevonden. De doelstelling bestond erin na te gaan of het systeem efficiënt was, alsook de operatoren voor de procedure te sensibiliseren en de methodes van het Agentschap te testen. 1ste deel: chemische contaminant op de aardappelen. De oefening heeft plaatsgevonden tussen 22 en 26 oktober 2012, het gaat om een tracering stroomopwaarts en vervolgens stroomafwaarts. Bij het eerste deel waren 18 operatoren betrokken, de keten was dus vrij kort. Het was mogelijk daar 4 loten te traceren vooraleer in Duitsland terecht te komen, waarna de oefening moest worden stopgezet. Zij legt uit dat van woensdag tot vrijdag 622 operatoren betrokken waren in de tracering. Ze konden teruggaan tot de aankoopcentrales, maar de andere schakels waren moeilijker te traceren omdat het de centrales zijn die de stocks beheren en niet de winkels die met productnamen en niet met lotnummers werken, wat de zaken compliceert. Ingeval van een probleem, halen zij dus alle koopwaar met die naam uit de handel, met inbegrip van de betichte naam. Door de timing was het niet mogelijk verder te gaan. Op het niveau van de distributie merkt Nathalie De Jaeger op dat de winkels niet gemakkelijk de traceerbaarheidsgegevens vrijgeven en verwijzen naar de aankoopcentrale. 2de deel: Nathalie De Jaeger legt uit dat dit betrekking had op aardappelpootgoed: wortelknobbelaaltjes op een partij aardappelen met het oog op een certificatie voor Rusland. Zij preciseert dat de doelstelling erin bestond terug te gaan in de keten, maar dat het gekozen lot afkomstig was uit Nederland en daarom de tracering onderbroken moest worden. De oefening was nuttig en heeft bovendien andere punten aan het licht gebracht: meer mengelingen op het niveau van de aardappelsoorten en moeilijkheden om het perceel terug te vinden waarop de aardappelen voorkwamen. Nathalie De Jaeger concludeert dat de oefening het mogelijk heeft gemaakt om over het algemeen een goede deelname vast te stellen van de operatoren en dat de ontvangen gegevens correct waren. Er zijn echter problemen opgedoken op het niveau van de manier van werken van de winkels die een slecht lotnummer hebben opgegeven omdat ze werken op basis van de namen van de variëteiten. Men is dus gaan kijken de
Page 5 of 25
merknaam voor de correcte traceerbaarheidsgegevens. Dat neemt dus meer tijd in beslag om de tracering opnieuw uit te voeren, wat zij betreurt. Bovendien zijn de gegevens van de operatoren niet altijd compatibel met de exceltabellen en –gegevens van het Agentschap. Men heeft dus de informatie opnieuw moeten invoeren in onze tabellen. Er moet derhalve worden bekeken op welke manier dit alles kan worden geharmoniseerd. Een link maken tussen een lot en een perceel is immers niet eenvoudig en kan veel tijd kosten ingeval van een probleem. Op het niveau van de procedures van het Agentschap, hebben de tests een toereikende efficiëntie aangetoond, maar er is nog ruimte voor verbetering, stelt Nathalie De Jaeger. 23. De Voorzitter merkt op dat een meer gedetailleerde debriefing met de sectoren zal plaatsvinden voor 15 december 2012, waarop iedereen zijn input zal kunnen geven. 24. Romain Cools is best trots over de uitkomst van deze traceerbaarheidsoefening die met de nodige ernst werd opgevolgd door de sector. Een paar bemerkingen: - de mengeling van loten is inderdaad een gevoelig punt waaraan de sector werkt. Voor de versmarkt (aardappelen/zakverpakking te koop gesteld in winkels) worden de aardappelen apart gestockeerd in kisten die afzonderlijk worden gecodeerd (per perceel). Bij aardappelen bestemd voor de industrie ligt het gans anders, deze worden in vrac gestockeerd omwille van de grotere volumes. En op dit vlak is het mogelijk dat de productie van verschillende percelen gemengd worden; - harmonisering en automatisering: geen gemakkelijke oefening omdat er in België alleen reeds + 7500 à 8000 professionele aardappeltelers zijn (voornamelijk akkertelerbouwers die nog andere gewassen hebben). Het is zeer moeilijk om vanuit één sector een automatisering op te leggen. De sector probeert dit in overleg binnen Vegaplan te stimuleren; - op het niveau van de retail vraagt hij zich af waarom de sector gedurende al die jaren zich heeft ingezet om via technieken/middelen/gidsen gepast te kunnen optreden wanneer een probleem wordt vastgesteld, zoals verleden jaar is gebeurd met een lot aardappelen uit het buitenland. Dit werd volledig getraceerd/gedocumenteerd en toch heeft de betrokken verpakker van deze aardappelen de volledige boetes moeten betalen, gewoon omdat de retailer weigerde om een persbericht te versturen cf. de FAVV-procedure met vermelding van de naam van de firma. De sector heeft geprobeerd om deze operatoren aan te zetten de procedure te volgen, maar is daar niet in gelukt. Dit heeft een impact op de traceerbaarheid van de sector die soms afhankelijk is van de goodwill van één operator binnen de sector. 25. De Voorzitter stelt tot slot dat dit onderwerp aan bod zal komen tijdens de debriefing en vraagt tevens om Comeos hiervoor uit te nodigen. 2. 5. BSE monitoring – nieuwe EU beslissing 26. Herman Diricks deelt mee dat de EC de BSE testen wenst te verminderen en zelfs af te schaffen in sommige lidstaten. Er is op basis van het laatste EFSA-advies een ontwerp van Beschikking voorgesteld. Het voorstel houdt in dat het monitoringprogramma van een aantal lidstaten herzien kan worden. Voor België betekent dit concreet dat gezonde runderen in het slachthuis vanaf 1 januari 2013 niet meer onderworpen worden aan een verplichte snelle BSE-test. Het bewakingsprogramma voor risicorunderen blijft van toepassing (= kadavers voor Rendac, dieren die klinische symptomen vertonen en noodslachtingen). 27. De Voorzitter wenst het RC te informeren over deze nieuwe EU beslissing. Inderdaad sinds 2006 werd er in België geen gekke koe vastgesteld. Hij wijst erop dat de overige maatregelen in het kader van de BSE-bestrijding ongewijzigd gehandhaafd blijven zoals bvb. de verwijdering in het slachthuis van het gespecificeerd risicomateriaal (GRM), ondermeer hersenen en ruggenmerg, uit alle karkassen van volwassen runderen bestemd voor menselijke consumptie en het is verboden om dierlijke eiwitten aan landbouwhuisdieren te voederen, om de verspreiding van de ziekte via het diervoeder te
Page 6 of 25
voorkomen (feed ban). Deze twee maatregelen liggen aan de basis van de bescherming van de gezondheid van mens en dier en vormen ook in de toekomst de hoekstenen van het Europees BSE-beleid. Het zou belachelijk zijn budget te blijven spenderen aan onnodige tests terwijl dit bvb. aan microbiologie kan worden besteed. 28. Jean-Luc Pottier vervolgt en vraagt hoeveel maanden men moet wachten om risicomateriaal van gezonde karkassen ouder dan 30 maand te verhandelen. Gaat men de leeftijd verhogen? 29. Herman Diricks reageert hierop en verduidelijkt dat men wel degelijk het verschil moet maken tussen de monitoringmaatregelen (snelle tests) en de risicobeheersmaatregelen. Op dit moment behoudt men immers alle beheersmaatregelen. Monitoring is niet langer nuttig voor gezonde dieren voor zover de ziekte niet meer opgespoord wordt. Het risicobeheer blijft gelijk : gespecificeerd risicomateriaal moet nog worden vernietigd. 30. De Voorzitter merkt op dat de snelle tests ter opsporing van gekke koeien niet zo gevoelig zijn. De maatregelen die genomen zijn in het kader van de volksgezondheid (verwijdering en vernietiging van risicomateriaal) omvatten de verwijdering van de organen die prionen kunnen bevatten, aangezien de snelle test die vaak niet aantoont. Men moet deze maatregelen behouden, aangezien het soms mogelijk is dat de ziekte opflakkert en er spontane gevallen voorkomen. Het materiaal dat een potentieel risico vormt moet dus worden verwijderd. Gaat het comité akkoord met deze maatregel die eind december zal worden gestemd, vraagt de Voorzitter. Alle EU-landen hebben hun goedkeuring gegeven, behalve Bulgarije en Roemenië waar de bestrijding van de ziekte later begon. De Voorzitter stelt vast dat het raadgevend comité, met inbegrip van de consumentenverenigingen, geen bezwaar formuleert. 31. Welke financiële gevolgen houdt voorliggende maatregel in voor het FAVV, vraagt Erik Mijten. De Voorzitter legt uit dat de eigenaars van gezonde dieren hierdoor + 12€ per test besparen. Dit impliceert dat het FAVV minder inkomsten ontvangt van de Europese Commissie, maar ook minder uitgaven heeft. De marge die na berekening wordt bekomen, zal worden besteed voor andere zaken en zal de gelden compenseren die het Agentschap heeft verloren bij de recente budgettaire onderhandelingen, meent de Voorzitter. 32. Unizo pikt hierop in en stelt er steeds voor te hebben gepleit om – op het moment dat die BSE tests zou worden afgeschaft – dat deel dat vrij komt kan aangehaald worden om vb. de bonus aantrekkelijker te maken en eventueel het afschaffen van de heffing na validatie.
Punt 3. Administratieve boetes: jaarverslag 2011 33. Vanessa Reyniers, Commissaris, geeft een toelichting bij het jaarverslag 2011 van de commissarissen van de administratieve boetes (zie PPT-presentatie voor meer detail : http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2012-1128_Punt-3_NL_JVS-Administratieve-boetes_Rc.pdf ). 34. De procedurevoorschriften bleven in 2011 ongewijzigd (KB van 22/02/2001⇒ controlebesluit en KB van 16/12/2002 ⇒ procedure). 35. Een lichte daling van het aantal dossiers t.o.v. 2010 met -2,82%. Opnieuw een verhoging van het percentage Nl dossiers t.o.v. de Fr-dossiers: 56% NL ↔ 44% Fr. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de herkomst en spreiding van de processen-verbaal per PCE, Vlaanderen neemt 51% van de PV voor zijn rekening tegen 29% voor Wallonië, 14% voor Brussel. 3% van de PV worden uitgeschreven door de Politie.
Page 7 of 25
36. Uit het overzicht van de belangrijkste inbreuken blijkt dat de voedseltemperatuur bovenaan de tabel staat met 12,34%. Dit hoog percentage is te wijten aan het feit omdat deze inbreuken zowel in de sector distributie als transformatie worden vastgesteld. In deze sectoren zijn ook het merendeel van operatoren actief.
37. Het percentage van de dossiers waarin een administratieve boete (AB) wordt voorgesteld situeert zich op 92% op 21.11.2012 zijnde in 4083 dossiers. In 370 dossiers werd ze ingetrokken. In 367 dossiers zijnde 8% werd geen AB voorgesteld. Deze dossiers (recidive, zware overtredingen,…) worden behandeld door de Parketten of hadden geen gevolg. 38. Wat de hoogte van de voorgestelde bedragen van de boetes betreft kan worden gesteld dat op 21.11.2002 het totaal voorgestelde bedrag 2.451.280 euro bedroeg ( d.w.z. een gemiddeld voorgesteld bedrag van 600€). Dit houdt in dat het gemiddeld voorgesteld bedrag gestegen is in verhouding met de vorige jaren. 39. In 3992 dossiers werd een voorstel van administratieve boete geformuleerd. In 361 dossiers werden verweermiddelen ingediend. In 125 dossiers (35 %) heeft dit geleid tot een bevestiging van het bedrag. In 207 dossiers (57%) leidde dit tot een vermindering van het bedrag. Voor 29 dossiers (8%) werd het bedrag ingetrokken. Dit betekent dat in 65% van de gevallen het bedrag werd verminderd of ingetrokken. Dus het loont de moeite om verweermiddelen in te dienen, benadrukt de Commissaris. Hierdoor wordt aangetoond dat de argumentatie van de operator in overweging wordt genomen. 40. Aangaande de tendens voor de betaalde boetes blijkt uit recente cijfers dd. 21.11.2012 dat er van de 4083 dossiers 2139 betaald werden (52%). Deze cijfers zijn niet definitief en zullen nog verder evolueren in de toekomst. 41. Bij de dossiers die naar het parket werden toegestuurd (= 608 dossiers) is een opsplitsing gemaakt in 3 categorieën: 1ste categorie zijnde dossiers die direct zonder voorstel van administratieve boete worden toegestuurd aan de procureur des Konings (366 dossiers in 2011); 2de categorie: dossiers waarin de voorgestelde boete werd ingetrokken na horeca-opleiding (204 dossiers); 3de categorie zijnde de dossiers waarin de voorgestelde boete niet werd betaald (38 dossiers). Deze cijfers zijn evenwel onvolledig omdat de procedure van een aantal dossiers nog lopende is. 42. 608 dossiers werden voor verder gevolg naar het Parket gestuurd. Dossiers zonder voorstel hebben betrekking op dossiers: waarin het gaat om een kleine administratieve vergetelheid of waarbij het risico is erg laag en de operator de NC supersnel alles in orde heeft gebracht; ernstige inbreuken waarbij het parket het dossier tot zich trekt; van recidivisten die al een aantal keren een administratieve boete hebben opgelopen ofwel hebben ze nog nooit betaald en zijn ze hardleers.
Page 8 of 25
43. Gevolg door het parket of de rechter: in 150 dossiers (25% van de dossiers) nam het Parket of de rechter reeds een beslissing. Het gevolg dat het parket of de rechter geeft varieert : klasseren zonder gevolg (= boete werd betaald na toesturen aan parket), minnelijke schikking, veroordeling, dagvaarding, opschorting van de uitspraak, vrijspraak door beslissing van de rechter. Deze cijfers voor 2011 zijn evenwel nog onvolledig. 44. Vervolgens besteedt administratieve boete”.
de
commissie
aandacht
aan
het
“alternatief
voor
de
Ter herinnering: aan de operatoren in de sector HORECA wordt de kans geboden om een opleiding te volgen om een intrekking van een voorgestelde AB te bekomen indien de vastgestelde inbreuken betrekking hebben op de infrastructuur, de inrichting en de hygiëne en de toepassing van de regels inzake autocontrole, tracering en meldingsplicht. Toepassingsgebied: alle HORECA-inrichtingen die een “toelating” van het FAVV vereisen met uitsluiting van de gemeenschapskeukens. Komen niet in aanmerking ( men kan slechts één keer genieten van deze maatregel!!): -
een operator die in het verleden deze opleiding reeds volgde met intrekking AB tot gevolg;
-
multi-recidivisten;
-
een operator die een controle-ambtenaar zou hebben bedreigd;
-
een operator die de controle zou hebben geweigerd;
-
een operator die zich schuldig maakte aan fraude.
Procedure: welke diensten komen er tussen bij het Agentschap: - de voorlichtingscel van het FAVV (voor de praktische opleiding); - de cel administratieve boetes binnen de juridische dienst van het FAVV (= CAB).
Hoe gaat het in zijn werk: Op het ogenblik dat er een AB wordt voorgesteld wordt nagegaan of de overtreder tot de betrokken doelgroep behoort ? Indien JA, zijn er 2 scenario’s mogelijk: SCENARIO A): Dossiers waarbij inbreuken worden vastgesteld inzake hygiëne, infrastructuur, autocontrole, tracering en meldingsplicht + eventueel andere inbreuken, komen in aanmerking. MAAR inbreuken op de wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van de werknemers tegen tabaksrook, vallen erbuiten. In voorkomend geval wordt de boete voor deze inbreuk geëist. Vervolgens ontvangt de overtreder een aangepast voorstel van AB. De overtreder kan binnen de 30 dagen: - verweermiddelen indienen en/of - de betrokken medewerkers inschrijven voor een hygiëne-opleiding georganiseerd door de voorlichtingscel van het FAVV.
Indien alle medewerkers van de vestiging, betrokken met de bereiding van de maaltijden, de opleiding volgen binnen de 6 maanden na de inschrijving, wordt de AB ingetrokken. SCENARIO B): Dossiers waarbij inbreuken worden vastgesteld zoals bedoeld onder scenario 1 EN inbreuken op de wet van 22 december 2009. De overtreder ontvangt een aangepast voorstel van AB waarbij deze boete wordt uitgesplitst in 2 bedragen: - een bedrag voor inbreuken op de geciteerde wet van 22 december 2009; - een bedrag voor de andere vastgestelde inbreuken (hygiëne, infrastructuur, …).
Page 9 of 25
Wat gebeurt er indien de opleiding niet werd gevolgd:
geldt de standaardprocedure!!
Indien de opleiding wel werd gevolgd:
wordt de AB ingetrokken en
wordt het originele bevoegde procureur des Konings (bij scenario 1) OF
dossier
toegestuurd
aan
de
wordt de AB verminderd (bij scenario 2). 45. De Commissaris haalt aan dat 30% van de horecavestigingen die onder de toepassing vallen van vermelde maatregel zich hebben ingeschreven voor een opleiding. Op een totaal van 1250 horecadossiers, hebben 450 zich ingeschreven voor de vermelde opleiding (situatie op 21.11.2012). 46. Tot slot haalt de Commissaris een aantal voorbeelden aan om aan te tonen hoe de boete in verhouding staat tot het risico voor de gezondheid van de mens, dier en plant (zie dia’s 28 t/m 30), veroorzaakt door de inbreuk. 47. Vragen: 48. Jean-Luc Pottier verwijst naar de overzichtstabellen van de aangehaalde voorbeelden (dia 28 t/m 30) m.b.t boetes in verhouding tot het risico voor de gezondheid van mens, dier en plant, waarin er geen sprake is van de distributiesector. Als operator van vermelde sector heeft hij de indruk dat de administratieve boetes sterk zijn gestegen in de laatste jaren. Indien men het voorgesteld bedrag van de administratieve boetes bekijkt komt dit neer op 2.422.168€. Veel operatoren hebben de indruk dat het Agentschap zich financiert op de rug van de operatoren en dat dit bovenop de jaarlijkse heffingen komt. Dit veroorzaakt een negatieve indruk en hij vraagt toe te lichten op welke manier deze administratieve boetes worden berekend voor de distributiesector. 49. De Commissaris beaamt dat het gemiddeld bedrag van de administratieve boetes voor de horecasector iets is gestegen, maar dit is enkel gebeurd met als doel de mensen aan te zetten om vermelde hygiëneopleiding te volgen. Voor de andere sectoren waaronder distributie wordt vastgesteld dat in de meeste gevallen verweermiddelen worden ingeroepen. Bij de sector distributie hebben de inbreuken meestal betrekking op hygiëne en wordt binnen een redelijk korte tijdspanne een hercontrole uitgevoerd. Bij een positief resultaat wordt de administratieve boete met tenminste de helft verminderd. De voorgestelde bedragen van administratieve boete bij niet-naleving hygiëneregels bvb. door een slager situeren zich tussen de 550€ tot 750€ (= recidivist). 50. Jean-Luc Pottier haalt het geval aan van één van zijn leden die bij de hercontrole geen 80% van de NC had geregeld waardoor hem een administratieve boete van 1500€ werd opgelegd. Dit zijn buitensporige bedragen. 51. In normale gevallen wordt 550€ voorgesteld, benadrukt de Voorzitter. De Commissarissen werken op basis van een rooster dat gebaseerd is op de van toepassing zijnde regelgeving. Indien de operator heeft nagelaten om de gevraagde maatregelen te nemen kan het bedrag van de boete oplopen tot 750€. Een dergelijk bedrag is enkel mogelijk in geval men recidivist is. 52. Of in voorliggend geval gaat het om een operator BtoC die ook aan verwerking doet, voegt de Commissaris hieraan toe. 53. Unizo refereert naar het gestelde dat bij een positief resultaat de administratieve boete met tenminste de helft wordt verminderd. Volgens de documenten die Unizo doorkrijgt van zijn leden is dit niet steeds het geval. Bvb. een laatste voorbeeld Alvo Kaprijke => boete van €650 verminderd naar €400. 54. De Voorzitter duidt erop dat het Agentschap nooit tussenkomt in de bepaling van de bedragen van de administratieve boetes. De opbrengst van de administratieve boetes vallen in de Schatkist (cf. andere Europese landen) of ze worden gebruikt binnen de
Page 10 of 25
instelling, wat het geval is in België. Maar hij benadrukt met klem dat geen opdracht werd gegeven om gelden binnen te rijven via PV. De 2 mio euro waarvan sprake is zijn een soort van economische bestraffing die de operatoren moet aanzetten om meer aandacht te besteden aan de vermelde materies en de regelgeving na te leven. Maar dit middel wordt zeker niet aangewend om geld te laten binnenstromen in het Agentschap. 55. Indien dit het geval zou zijn geweest had het Agentschap nooit het systeem van het alternatief voor de administratieve boete geïntroduceerd voor de horecasector, voegt de Commissaris eraan toe. Zij vraagt Jean-Luc Pottier de info m.b.t. het vermelde geval over te maken. 56. Marie-Laurence Semaille vraagt of het Agentschap wordt geïnformeerd over het gevolg dat wordt gegeven aan de dossiers die worden overgemaakt aan het Parket. Bestaat er een strategie hierover? Zij wenst een voorstel te geven voor de procedures waarbij boetes in opleiding worden omgezet. In de landbouwsector stelt men een probleem bij fyto vast omwille van een gebrek aan kennis en opleiding in die sector. Net zoals voor de horeca wil zij samen met het FAVV nagaan in welke mate hun opleidingscentrum aan de landbouwers een opleiding zou kunnen voorstellen voor de fytolokalen en productbeheer. Dit blijft een problematisch punt door de jaren heen ondanks de inspanningen op het vlak van communicatie. Marie-Laurence Semaille stelt vast dat men de beperkingen van deze te algemene vulgarisatie ziet. Zij had liever een project voor volgend jaar. 57. De Voorzitter gaat akkoord met de suggestie en stelt dat er nooit enig probleem geweest is om de voedselveiligheid te verhogen. Het Agentschap wil het nodige doen om een bijdrage te leveren om de zaken vooruit te laten gaan, maar met de sproeilicentie (die door de FOD werd gelanceerd) is er reeds een recyclage voorzien voor de landbouwers die fytoproducten aankopen. 58. Marie- Laurence Semaille bemerkt dat deze opleiding pas in 2017 zal doorgaan. 59. De Voorzitter bevestigt dat hij geen probleem ziet om mensen op te leiden. De horeca is een pilootproject, het FAVV zal zien of diegenen die de lessen hebben gevolgd erop vooruit zijn gegaan en zal na twee jaar zijn conclusies trekken. Hij wijst er nogmaals op dat in het tegenovergestelde geval het systeem zal worden afgeschaft. De Voorzitter vervolgt en stelt dat een uitnodiging voor opleidingen mag worden geformuleerd. De winter is immers een goede periode voor de sector PRI. Maar normaal gezien zouden diegenen met een ACS minder problemen moeten hebben. 60. Marie- Laurence Semaille gaat akkoord maar wijst erop dat het nooit gemakkelijk is om het fytolokaal dagelijks in orde te houden. De Voorzitter bemerkt dat men dan contact met Phytofar moet opnemen. 61. Peter Jaeken beaamt dat er problemen bestaan. Phytofar werkt samen met Phytodis, het Agentschap en DG 4 aan een oplossing voor het probleem van de vrijwillige ophalingen. In voorkomend geval zijn er geen wettelijke termijnen voorzien voor de verwijdering van de stock. Er is een akkoord in de maak dat wellicht de situatie zal verbeteren. Wettelijk kan het afzetten van de stocks worden geregeld. Hij is er zich van bewust dat de situatie van de fyto erkenningen aan verandering onderhevig is. 62. Jean-Marie Dochy vervolgt en merkt op dat er een verplicht systeem bestaat voor de administratieve boetes of pesticiden : geen boete indien enkel één of twee pesticiden niet conform zijn; er moeten er toch een aantal aanwezig zijn vooraleer wordt geverbaliseerd. Hij betreurt het dat er geen opvolging is van de fytolokalen die niet in orde zijn. Er moeten drie niet-gevalideerde pesticiden aanwezig zijn om een boete op te leggen. Dit is reeds een voorrecht op zich, bemerkt hij. 63. Marie- Laurence Semaille is van mening dat dit in de huidige situatie niet het geval is. Zij heeft geen bezwaar over het feit dat men een boete oplegt indien één enkele pesticide niet conform is, maar het belangrijkste is wel dat wordt vastgesteld dat er een voortdurend gebrek aan opleiding is.
Page 11 of 25
64. De Voorzitter merkt op dat men het akkoord dat Peter Jaeken zal proberen te verkrijgen zal gebruiken en daarna in het voorstel verwerken. 65. De Commissaris bevestigt dat wat Jean-Marie Dochy gezegd heeft : twee jaar geleden vond een vergadering plaats met de PCE's en de commissarissen om het probleem van de fytolokalen te nuanceren. Wanneer er een boete is, is die miniem. Het Agentschap stuurt eveneens een schrijven die de operatoren kunnen gebruiken om zich tegen de Gewesten te verdedigen. Met betrekking tot de opvolging van het parket is de lijst met de gevolgen die aan de dossiers gegeven werden, terug te vinden in het jaarverslag (geseponeerd, veroordeeld, minnelijke schikking,...). Het FAVV houdt echter geen statistieken bij over de bedragen van de minnelijke schikkingen door het Parket voorgesteld, maar het zijn vaak dezelfde bedragen die het Agentschap vraagt wegens wanbetaling. 66. Wat gebeurt er indien de verweermiddelen niet worden aanvaard, vraagt Sigrid Lauryssen (slide 23). Heeft men dan opnieuw de keuzemogelijkheid nl. de boete betalen of de opleiding volgen? Verder vraagt zij of er een hercontrole plaatsvindt nadat de betrokken operatoren een opleiding hebben gevolgd. Hoe wordt dit opgevolgd? Bestaan er cijfergegevens over deze opvolging? 67. Op de 1ste vraag antwoordt de Commissaris dat de meeste operatoren zich niet onmiddellijk inschrijven voor de opleiding. Indien verweermiddelen worden aangevoerd ontvangen ze een brief van de cel administratieve boetes met de melding dat zij over de mogelijkheid beschikken om een opleiding te volgen binnen een bepaalde termijn. M.a.w. de operatoren krijgen zoveel mogelijk de kans om die opleiding te volgen. Maar dit is geen oneindig rekbaar begrip. 68. Vanaf 1/11/2012 worden de operatoren die een opleiding hebben gevolgd gecontroleerd. Deze controles kaderen in de opvolgingsinspecties. Er wordt een inspectie uitgevoerd, daarop volgt een hercontrole, betalend. Na een gunstige hercontrole wordt voorzien dat, bovenop de normale frequentie bij een aantal operatoren, wordt nagegaan of zij gedurende een bepaalde duurtijd conform blijven, antwoordt Jean-Marie Dochy op de 2de vraag. Dit zijn de opvolgingscontroles van het FAVV (niet betalend). 69. Op de vraag van Sigrid Lauryssen binnen welke tijdspanne de hercontrole gebeurt na het volgen van de opleiding, wordt geantwoord binnen het jaar. 70. De Voorzitter duidt tot slot op een positieve feedback over de doeltreffendheid van de opleidingen maar zal in 2013 de statistieken meedelen m.b.t. dit onderwerp.
Punt 4. Benchmarking met UK (missies van eind januari en begin februari 2012): vergelijking van de werkmethodes, smiley, beschikbaarheid van de gegevensbanken, centralisatie of decentralisatie, enz. 71. Paul Mullier geeft een toelichting bij de benchmarking met UK ( voor meer detail zie PPT: http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2012-1128_PUNT-4_benchmarking-UK_E_RC.pdf ). 72. Paul Mullier verduidelijkt dat het bezoek over 3 dagen heeft plaatsgevonden: 1 dag in Londen en 2 in York waar respectievelijk het voedselveiligheidsorgaan en het controleorgaan zich bevinden. 2 organisaties verzekeren de overdracht van info : DEFRA (PRI) en FSA (vlees, food en feed, transformatie en distributie). 73. Pesticiden en meststoffen vallen onder de bevoegdheid van het FSA dat ook toezicht houdt op de drie materies die door de andere diensten worden gecontroleerd. 74. Er zijn 4 ministeries van landbouw die tevens toezicht houden op dier- en plantengezondheid, welzijn en residuen. DEFRA = Ministerie van Landbouw voor Engeland. Het heeft verschillende agentschappen. PM stelt dat alles gedecentraliseerd is : er bestaan vier ministeries voor planten, pesticiden, geneesmiddelen, bewegingen van vee.
Page 12 of 25
FSA controleert alles behalve PRI en heeft enkel verantwoording af te leggen aan het parlement via de ministers van volksgezondheid. De Raad is samengesteld uit 8 à 12 leden, 2 voor Schotland, 1 voor Wales en 1 voor Noord-Ierland en de overige voor Engeland. Het is dus Engeland dat alles beheert. De Raad lijkt transparant te zijn (openbare vergaderingen op internet), ze leggen ook een BP voor dat tot 2015 loopt, ze verklaren dat de voeding gezond is, ook dat wat wordt ingevoerd, de consumenten moeten informatie krijgen waardoor ze onafhankelijk kunnen kiezen. Het concept is vrij tolerant. De uitvoering moet realistisch zijn, de implementatie op het terrein moet dezelfde criteria volgen. De FSA heeft verschillende comités waaronder een algemeen wetenschappelijk comité en verschillende comités die in diverse materies gespecialiseerd zijn.
Organisatie en verdeling van de bevoegdheden 75. Op het vlak van de controle op de vleesindustrie : 12 eenheden die worden geleid door een Business manager; elke eenheid is verdeeld in clusters die worden geleid door dierenartsen, meestal buitenlanders (omwille van de loonkost). Men wijst tevens op een raadgevende eenheid om de toekenning van de erkenning van grote vleesbedrijven te vergemakkelijken. Deze raadgevende eenheid voert geen controles uit. Personeel dat controles uitvoert : contractuele dierenartsen die ter beschikking worden gesteld door twee firma's die een erkenning hebben om die dierenartsen aan te werven en ze aan de FSA voor te stellen. Het hiërarchische niveau is niet gelinkt aan het feit of de dierenarts ambtenaar of contractueel is. 76. Met betrekking tot de hygiëne-inspecteurs zijn het inspecteurs van humanioraniveau. Zij volgen een opleiding van 400 uur en kunnen daarna in de vleessector controleren. 77. Door het bezoek aan Engeland was het mogelijk om “Malton Bacon Factory”, zijnde een groot bedrijf in de vleessector, te bezoeken. Dit bedrijf beheert ook Rendac bij ons en elke dag worden 2700 varkens geslacht. Het beschikt over een eigen uitsnijderij. Er werken 1300 personen. Om toezicht te houden op alle activiteiten van het slachthuis is 1 dierenarts van het slachthuis aanwezig en 2 dierenartsen die zich bezig houden met de ante en postmortemkeuring. Die laatste beschikt over 7 techniekers die in het bedrijf (altijd hetzelfde) circuleren. Er zijn eveneens techniekers van de firma die bij de geassisteerde keuring werken. Food en feed gecontroleerd door de lokale overheden 78. Het gedeelte food wordt gecontroleerd door de locale overheid en het FSA houdt hierop toezicht. 469 overheden en 1 voor Noord-Ierland controleren de voedselketen en beschikken o.a. over 2774 werknemers. Er moet dus een coördinatiemechanisme bestaan tussen FSA en de lokale overheden, enz. voornamelijk voor de opleidingsaspecten. Zij werken een meerjarencontroleplan uit. FSA beslist voor food en feed, maar dit plan wordt uitgewerkt door de ministeries van landbouw, FSA en de lokale overheden al naargelang de materies. Zij hebben eveneens geaccrediteerde labo's om de gevraagde analyses uit te voeren. De resultaten worden in een databank ingevoerd. Paul Mullier verduidelijkt dat er een centrale databank voor vlees bestaat met alle operatoren en de uitgevoerde controles. En slechts sinds 2009 voor feed ook. Men stelt nogmaals geen centralisatie van de gegevens vast. 25% van de monsters worden ingebracht in de centrale databank gezien de monsters onmiddellijk door de labo's worden ingegeven, de andere worden door FSA gebruikt voor het verslag op het einde van het jaar. Jean-Marie Dochy bemerkt dat het beheer in geval van decentralisatie veel moeilijker ligt dan bij ons. Opleiding 79. Paul Mullier benadrukt eveneens dat het opleidingsquotum 10u per jaar bedraagt via elearning of klassieke opleidingen die door een privé-firma worden gegeven en minder gedetailleerd zijn dan bij het Agentschap. 80. De Voorzitter reageert hierop en herinnert eraan dat het FAVV aan haar medewerkers van niveau A 10 dagen per jaar voorstelt.
Page 13 of 25
81. Het zijn de experten van FSA die de modules ontwikkelen voor de opvolging en het verwerven van goede kennis voor hun personeel in opleiding. 82. FSA verzekert de opleiding, zelfs voor de lokale autoriteiten. De audit gebeurt om de 5 jaar en de resultaten zijn beschikbaar op internet. Het houdt zich eveneens bezig met de aanwerving van zijn medewerkers, maar niet van medewerkers voor de lokale autoriteiten. Bovendien, vervolgt Paul Mullier, stelt het een handboek met de hele wetgeving ter beschikking, evenals een document met gedetailleerde jurisprudentie voor de zaken van de afgelopen periode. Zij publiceren eveneens vulgariserende documenten die volgens PM zeer goed opgemaakt zijn. Die worden gratis rondgedeeld (HACCP, GHP, enz.) en gezien de bevolking in Engeland zeer gevarieerd is, worden bepaalde gidsen, waaronder die van de restaurants, in 16 verschillende talen gepubliceerd. 83. Op budgettair vlak betaalt momenteel enkel de vleessector retributies. FSA wilde de operatoren niet laten betalen gezien de dotatie van de Staat voldoende is, maar ze hebben wel dezelfde Europese verplichting als België. Ze hebben echter geen heffing op het oog, er zijn enkel retributies, en dit enkel voor de vleessector. Op die manier betalen de operatoren al naargelang de bij hen uitgevoerde controles. De controleur moet ook niet betaald worden voor de adviserende taak die hij aan het einde van de controle aan de operator geeft. SLA 84. Net zoals bij ons houdt een dienst zich bezig met de SLA. Zij hebben eveneens een Smiley-systeem uitgewerkt zoals in de andere Engelstalige landen. Het gaat om een standaardsysteem en is uniek voor Noord-Ierland, UK en Wales, maar verschilt voor Schotland, hoewel het vrij gelijkaardig is. FSA heeft veel promotie gevoerd rond dit systeem van smiley's. Het is in 6 niveaus uitgewerkt en door de lokale autoriteiten op het terrein geïmplementeerd. De controle op en de toekenning van de smiley heeft betrekking op 3 criteria : hygiënenormen, structuur van de inrichting, kwaliteitsbeheer van het systeem. De score neemt af al naargelang de slechte punten die men verzamelde, verduidelijkt Paul Mullier. Wanneer een operator een certificaat krijgt moet hij die niet afficheren, maar hij kan zich niet verzetten tegen de publicatie ervan op internet. Hij heeft het recht het resultaat van de controle te betwisten en een hercontrole te vragen die binnen de 6 maanden plaats vindt en die tevens gratis is. Het systeem is niet laks, 50% van de inrichtingen hebben de beste score, de andere gaan in dalende lijn. Dit ziet men door een test te maken op de site (sleutelwoorden : Londen en vis). 85. De geldigheid van de regelgeving bedraagt 5 jaar. Voor één wet die in werking treedt wordt een andere opgeheven. De kleine ondernemingen genieten van een moratorium in de eerste 3 jaar van hun activiteiten, zij hebben minder administratieve verplichtingen. 86. Paul Mullier concludeert dat het gaat om een groot land en zij willen wel zo’n systeem zoals in België, maar bij hen is het beheer enorm gedecentraliseerd en alles moet dus dezelfde logica volgen. Dit vergt veel tijd maar die situatie zal nog een tijd aanhouden. Zij zijn nog ver van een harmonisering, stelt Paul Mullier vast. Toch kunnen zij specialisten in alle materies hebben. Discussie 87. De Voorzitter vindt het spijtig dat er geen bezoeken "op het terrein" plaatsvonden zoals bij de benchmarking met DK. 88. Johan Hallaert merkt op dat de organisatie van de controles verschillend is. Controle is een nationale bevoegdheid. De toepassing ervan zou op een gelijkwaardige manier moeten gebeuren in de Europese lidstaten. In de Deense presentatie werd duidelijk aangetoond hoe het in zijn werk gaat (toepassing Smiley’s/Elite smiley). Op welke manier wordt de controle georganiseerd in de UK?
Page 14 of 25
89. Paul Mullier verduidelijkt dat het hier moeilijker is, want de controles verschillen van county tot county, er kan geen vergelijking met DK worden gemaakt. In DK net zoals in België wordt een unitair systeem toegepast. 90. Jean-Marie Dochy verduidelijkt dat het eerst en vooral de bedoeling was de organisatie en de gebruikte tools van de lidstaten te vergelijken. Bij de rapportering in DK was het mogelijk foto's te maken en daarbij bezoeken op het terrein af te leggen, zelfs al was de oorspronkelijke missie anders opgevat: een vergelijking maken van de tools en de manier waarop de CL, Smiley, ... worden gerangschikt. 91. De Voorzitter heeft de resultaten van deze bezoeken op prijs gesteld en stelt dat het Agentschap erover nadenkt om dit ook in de andere buurlanden te doen. 92. Sigrid Lauryssen wenst te reageren op het afficheren van de controlescore door de operator. TA is voorstander van een systeem waarbij de controleresultaten worden bekendgemaakt zowel voor de goede als slechte leerlingen van de klas. TA zegt helemaal niet dat België niet goed bezig is op het vlak van voedselveiligheid, maar gezien de resultaten in de horecasector zijn zij van oordeel dat het de moeite loont om te bekijken wat gebeurt in de verschillende landen rondom ons, zoals in DK en UK. Wanneer zal België ook werk maken van zo’n systeem? TA is overtuigd dat zo’n systemen stimulerend werken voor bedrijven. Wie goed werkt zal dat dan uiteindelijk mogen bekendmaken. Zo’n systeem zal zowel voor de verbruikers als voor de horeca zelf, een goede zaak zijn. 93. De Voorzitter verwijst in eerste instantie naar de belofte van TA om in dit verband een voorstel uit te werken. In UK is een operator niet verplicht om zijn score te afficheren, er bestaat een beroepsprocedure, legt hij uit. De controleur moet binnen de drie maanden een hercontrole uitvoeren. Als men hetzelfde systeem in België toepast, zullen de controleteams systematisch naar de horeca-operatoren moeten gaan, die alles zullen voorbereid hebben voor de hercontrole plaatsvindt en zullen ze geen tijd meer hebben voor andere controles. Hij is benieuwd naar het voorstel van TA in dit verband. Een dergelijk systeem impliceert de nodige workload en tijdsverlies. Met de horecafederaties kan worden bekeken hoe nog meer vooruitgang kan worden geboekt op hygiënisch vlak. 94. Sigrid Lauryssen deelt mee dat de nota is uitgewerkt. Ze wordt eerst intern bekeken en TA zal daarna in januari 2013 contact opnemen met het Agentschap. 95. De Voorzitter vraagt de nota zo vlug mogelijk toe te sturen. Midden december zal een bilaterale plaatsvinden met de voorzitters van de horecafederaties waarop deze nota zou kunnen aan bod komen.
Punt 5. Evaluatie werking RC, voorbereiding gemeenschappelijke vergadering van 25 januari 2013 en goedkeuring van de jaarkalender 2013 van het RC 96. Chris Boyen geeft uitleg bij de evaluatie van de werking van het RC voor de periode van november 2011 tot oktober 2012 (zie PPT-presentatie voor meer detail: http://www.favv.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2012-1128_punt-5_NL_evaluatie-werking-RC_2011-11-28.pdf ). Hierna wordt de werking van het RC getoetst aan de voornaamste evaluatie-indicatoren. 97. Uit de overzichtstabel blijkt dat de gemiddelde aanwezigheidsgraad opnieuw lichtjes is gestegen in 2012 (25) in vergelijking met 2011 (23). 98. Het jaarprogramma met vaste onderwerpen werd integraal gerealiseerd. Een aantal punten dienden verdaagd naar een latere datum omwille van de laattijdige regeringsvorming. De vaste agendapunten worden overlopen. 99. Vervolgens worden de vaste agendapunten voor 2013 overlopen. De Secretaris vraagt of het RC nieuwe onderwerpen wenst toe te voegen aan het voorgestelde jaarprogramma.
Page 15 of 25
100. De Voorzitter vraagt of het RC naast vermelde (periodieke) agendapunten andere punten wenst toe te voegen. Tot eind januari 2013 kunnen suggesties worden toegestuurd aan het secretariaat. 101. Romain Cools vraagt om het exportluik structureel op te volgen in het RC. De Voorzitter aanvaardt deze suggestie. 102. Standpunten & vragen bij door het FAVV geagendeerde punten worden meer en meer vooraf schriftelijk meegedeeld aan het secretariaat. Voorafgaande mededeling van variapunten en standpunten vergemakkelijken de voorbereiding en de bespreking in de plenaire vergadering. Het secretariaat vraagt de leden om hun akkoord/opmerkingen bij de maandelijkse vraag tot schriftelijke goedkeuring mee te delen. De betrokken sectoren geven tijdig respons op FAVV-voorstellen inzake reglementering, omzendbrieven, nieuwe toepassingen enz. Zij werken actief mee aan testen die door het FAVV worden georganiseerd. 103. In 2012 werden de deontologische regels gerespecteerd. De sectoren geven blijk van een actieve medewerking. De lage aanwezigheid tot afwezigheid van bepaalde groepen in het RC blijft een probleem. In casu geldt dit niet alleen voor bepaalde sectoren/verbruikersorganisaties (OIVO, GAIA, UCM, BBVL) maar ook voor bepaalde overheden (Duitstalige Gemeenschap). 104. De Voorzitter pikt hierop in en duidt erop dat bepaalde organisaties over verschillende mandaten beschikken. Hun vertegenwoordigers zijn nooit allemaal aanwezig op de vergaderingen van het RC. Er kan zelfs worden gesteld dat sommige leden nooit of slechts sporadisch deelnemen. De vraag dringt zich op of het opportuun is om huidige samenstelling van het RC te handhaven, gezien de geringe interesse van sommige leden. De huidige verdeling is trouwens gestoeld op een evenwicht dat destijds werd uitgetekend tussen sectoren, consumentenorganisaties en de overheden door de gewezen minister Magda Aelvoet. De samenstelling van het RC werd bij KB van 1 mei 2006 gewijzigd en uitgebreid met een vertegenwoordiging van de slagers, de transportsector, horecasector. Het ligt in de bedoeling om de samenstelling uit te breiden tot twee organisaties die gevraagd hebben om deel te mogen uitmaken van het RC zijnde de bakkersfederatie en de verpakkingssector. De Voorzitter zal een voorstel tot wijziging van de samenstelling van het RC voorstellen aan de voogdijminister, dat vooraf aan het RC zal worden meegedeeld. De mandaten die momenteel niet worden opgenomen en waarvan de vertegenwoordigers systematisch afwezig zijn, zullen worden toegekend aan andere vragende partijen in dit voorstel. Medewerking aan de vergaderingen: de helft van de sectoren behaalt ruimschoots het gemiddelde van minimum 5 inhoudelijke tussenkomsten per jaar. Voor een aantal organisaties ligt het % veel hoger zoals bvb. voor BB, Landsbond der Beenhouwers, Fevia, Febev, Fedis, FWA, Ho.Re.Ca. Wallonie ,... Bij de consumentenorgansaties scoort TA ver boven het gemiddelde en het vermelde minimum. De tussenkomsten van de Overheden zijn onderwerp gerelateerd en eerder beperkt. Verschillende sectoren verlenen ook hun medewerking aan de bilaterales die door de DG Controlebeleid worden georganiseerd. 105. De afgevaardigden van de sectoren worden gevraagd om de informatie die ze op RCvergaderingen ontvangen aan hun leden door te geven. Uit de toegestuurde doorstromingsoverzichten van TA, OIVO, VBT, Fevia, Bemefa, DG4/FOD blijkt dat meestal wordt gecommuniceerd over: RC-dagorde/feedback, berichtgeving van het FAVV, interne audit, teruggeroepen producten, JVS van het FAVV, Foodweb, autocontrole & gidsen, aangiftes voor de heffingen 2012, heffingen en retributies, nieuwe regelgeving, het medisch attest, update incidenten, enz. De informatie wordt verspreid via verschillende media, nieuwsbrieven of vakbladen, internet, e-mail, newsletters, snelberichtgeving, informatievergaderingen, werkgroepen, seminaries, specifieke opleidingen, technisch overleg, algemene vergaderingen, bedrijfsbezoeken, individuele contacten, ….
Page 16 of 25
106. De gemeenschappelijke vergadering van het RC en het Wetcom zal plaatsvinden op 25
januari 2013. Volgende thema’s zullen aan bod komen in het regulier gedeelte van de vergadering: actualiteit, overzicht ontwerpen van KB’s en MB’s die voor advies zullen worden voorgelegd in 2013, financiële update en planning van de heffingencampagne 2013 en varia. 107. Voor wat deel II van de vergadering betreft vraagt de Voorzitter dat een aantal leden van het RC hun visie, verwachtingen en voorstellen t.o.v. BtoC en het FAVV, zouden voorbereiden. Hij vraagt wie bereid is om een toelichting voor te bereiden voor het vermelde RC. De Voorzitter stelt voor dat Ho.Re.Ca. Wallonie een presentatie opmaakt in samenwerking met Test-Aankoop. Pierre Poriau aanvaardt dit indien het FAVV hem het nodige cijfermateriaal bezorgt dat hij nodig heeft en indien TA akkoord gaat. Sigrid Lauryssen aanvaardt het. De Voorzitter antwoordt ten slotte dat de PPT zich moet richten op de toekomst. 108. Het Wetenschappelijk comité gaat o.a. een terugblik geven van 12j activiteit onder leiding van Prof. Em. Dr. Ir. A. Huyghebaert (Voorzitter) en Dr. Ir. L. Pussemier (Ondervoorzitter sinds 2003) en daarnaast een toelichting bij de uitdagingen m.b.t. risicoevaluatie in de voedselketen. 109. De uitnodigingen zullen worden verstuurd.
Punt 6. Feedback werking AMCRA 110. Jef Hooyberghs geeft een toelichting over de werking, de objectieven en de realisaties van het AMCRA (Center of Expertise on ‘Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals’) in 2012 ( voor meer detail zie PPT: http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2012-1128_Punt-6_NL_AMCRA_RC.pdf ). 111. Voor 2012 waren er 5 concrete objectieven vooropgesteld: –
Advies inzake datacollectie antibioticumgebruik tot op het niveau van de dierenarts en de veehouders: Een datacollectiesysteem is noodzakelijk om het per diercategorie, per bedrijf, per cyclus in kaart te brengen, om de evolutie van het gebruik aan te tonen, om te kunnen ‘benchmarken’ op verschillende niveaus, … In het advies wordt geopteerd voor een gefaseerde start volgens diersoort en ste bedrijfstype: in een 1 fase zullen kalveren, pluimvee & varkens aan bod komen. De ste registratie gebeurt eveneens bij voorkeur gefaseerd: in een 1 fase enkel door de de verschaffer; in een 2 fase : door de verschaffer en de gebruiker. Deze gegevens worden manueel ingebracht via webtoepassingen of automatisch via koppeling van bestaande softwareprogramma’s, bv. boekhoudprogramma’s, of via te ontwikkelen app’s. Ingevolge het advies bekijken de bevoegde overheden (FAVV en FAGG) hoe dit systeem op de meest efficiënte wijze kan geïmplementeerd worden;
–
Het formuleren van voorstellen voor autoregulatie van het antibioticumgebruik binnen de verschillende diersectoren: binnen AMCRA zijn verschillende technische werkgroepen per diersoort opgericht (pluimvee – varkens – vleeskalveren – vleesvee – melkvee) die verschillende voorstellen hebben uitgewerkt;
–
Het opstellen van richtlijnen per diersector voor het rationeel en behoedzaam gebruik van antibiotica: opbouw van gidsen bestaande uit verschillende delen: een deel bedrijfsgezondheid (per diersector); een generiek deel: goed gebruik van antibacteriële middelen en Specifieke richtlijnen voor therapie per aandoening/pathogeen;
Page 17 of 25
–
De ontwikkeling van informatie- en sensibilisatiecampagnes: AMCRA werkgroep communicatie heeft o.a. een AMCRA website opgemaakt, staat in voor perscontacten, nieuwsbrieven,…
–
Advies met betrekking tot de mogelijkheid om ZnO te gebruiken bij gespeende biggen ter preventie van speendiarree: er zijn een aantal concrete vragen gesteld: is ZnO een bruikbaar alternatief voor antibacteriële middelen in de fase van de opfok? Welke is de aanbevolen dosering? Zijn er ecologische problemen? Mogelijks effect bij gebruik van ZnO op resistentieselectie? De literatuurstudie is afgerond en gepubliceerd begin november.
Voor wat de realisaties betreft wordt verwezen naar dia 10. 112. De Voorzitter benadrukt dat het hier gaat om één van de belangrijkste onderwerpen voor de consumenten met name de evolutie van het gebruik van antibiotica in het kader van de diergezondheid en bestrijding van de antibioticaresistentie door begeleidende maatregelen. 113. Sigrid Lauryssen wijst in dit verband op het probleem van de antimicrobiële resistentie. Zij refereert naar dia 5 “enkele voorstellen” en wijst op het probleem dat dierenartsen zowel diergeneesmiddelen voorschrijven en verkopen. Zij is van oordeel dat dit probleem moet worden aangepakt. In het laatste JVS stond dat België één van de grootste antibioticaverbruikers is op vlak van de diergezondheid. In Nederland wil men het antibioticaverbruik halveren tegen 2015. Ligt het ook in de bedoeling om dit ook in België door te voeren? 114. De aflevering van antibiotica door dierenartsen, is een bestaand systeem waarbij regels dienen gevolgd. Niet om het even welke dierenarts mag ze afleveren, benadrukt Jef Hooyberghs. Het systeem van bedrijfsbegeleiding is van toepassing waarbij er een contractuele verbintenis wordt afgesloten tussen een veehouder en een specifieke dierenarts, die diergeneesmiddelen en antibiotica kan afleveren op het bedrijf. Dierenartsen gebruiken antibiotica op een bedrijf voor de behandeling van zieke dieren. Het is van belang om een goede individuele relatie te hebben tussen een dierenarts en de veehouder. Dit is trouwens ook de conclusie van een studie die in Nederland werd uitgevoerd. Nederland heeft eveneens het systeem van contractuele verbintenissen tussen dierenarts en de veehouder opgestart. Het ligt uiteraard in de bedoeling om de antimicrobiële resistentie van bacteriën bij dieren te verminderen en de belangrijkste tool op dit vlak is de vermindering van het gebruik van antimicrobiële middelen door een selectie door te voeren op basis van bacteriën die resistent zijn. Op dit ogenblik bestaat er nog geen becijferde doelstelling zoals in Nederland. België heeft ervoor geopteerd om de sector zelf te responsabiliseren vandaar dat voorstellen van autoregulatie werden gevraagd aan de sector om alzo te komen tot een substantiële reductie van het gebruik van antimicrobiële middelen. 115. De Voorzitter merkt op dat niet noodzakelijk de hoeveelheid antibiotica een probleem oplevert. Men kan zoals in Nederland een bepaald cijfer naar voren schuiven dat achteraf moet worden aangepast omdat de doelstellingen niet worden bereikt. De nieuwe klassen van antibiotica die kunnen worden gebruikt bij mensen en niet bij dieren of groepen van dieren, moeten worden bepaald. Het FAVV gaat duwen in de richting van begeleiding, maar als dat niet werkt, zullen meer drastische maatregelen worden genomen. 116. Elke Denys vraagt hoeveel sectororganisaties hierbij betrokken zijn en of het mogelijk is om de biosector in de toekomst te betrekken in de werkgroepen of ander overleg. Vermindering van antibioticagebruik is ook voor de biosector een grote prioriteit. In tegenstelling tot wat soms geloofd wordt is de biosector niet antibioticavrij. De biosector stelt alles in het werk om zo weinig mogelijk antibiotica te gebruiken maar merken ook in de eigen sector heel wat problemen op. Vandaar dat ze gestart zijn met inventarisatie, datacollectie en sensibiliseringscampagnes en het zou positief zijn indien er op dat vlak zou kunnen worden samengewerkt.
Page 18 of 25
117. Erik Mijten antwoordt geen probleem te hebben om de biosector te betrekken bij het AMCRA. Het AMCRA is in januari 2012 opgestart met een adviesraad waarop 40 à 50 sectororganisaties (landbouworganisaties, dierenartsenverenigingen, farmaceutische verenigingen) zijn uitgenodigd. De biosector kan deelnemen aan de verschillende werkgroepen van het AMCRA. Verder stelt hij dat zowel het rapport datacollectie als het rapport ZnO op de website van het AMCRA werden geplaatst. Wat betreft de reductie van antibiotica hebben al de sectororganisaties die betrokken waren bij de werkgroepen hard gewerkt om een aantal punten uit te klaren. Het rapport autoregulerende maatregelen zal kortelings volledig afgerond zijn. Dit rapport omvat maatregelen die de sectoren zelf zullen implementeren in hun eigen sector. Daarnaast verwijst hij naar één belangrijk gegeven nl. de datacollectie, alles staat of valt ermee. Hij wenst te vernemen welke richting de overheid zal uitgaan. Als de overheid niet zelf haar nek uitsteekt op dit vlak zal de sector het moeten doen in zijn belang en zal het een andere insteek worden. De verwachtingen zijn erg groot. Het vorige rapport van Belvetsac had betrekking op 2011. Het volgende zal betrekking hebben op 2012 waarin er nog geen vermindering zal worden voorgesteld. De Nederlanders kondigen met veel tamtam reducties aan. Vandaag bestaat de indruk dat heel wat Belgische diergeneesmiddelen in Nederland worden gebruikt en derhalve niet in de Nederlandse statistieken dienen opgenomen. 118. De Voorzitter stelt hem gerust door te vermelden dat dit onderwerp reeds is geagendeerd voor de vergadering van de gedelegeerd bestuurders van het FAVV en het FAGG en de directeur-generaal van DG4. Het FAVV wenst te evolueren naar een verplichting van verzameling en publicatie van de statistieken. Er zal bekeken worden of Sanitel kan worden gebruikt als instrument voor het stockeren van deze data. Voor wat de import betreft van bv. geneesmiddelen, of van gemedicineerde veevoeders voor dieren uit Nederland, bestaat de verplichting van kennisgeving door de veehouders in dit verband. Deze verplichting zal in herinnering worden gebracht voor de betrokken veehouders via de gebruikelijke kanalen. Deze kennisgevingen zullen worden opgenomen in de CL van de controleurs van PRI. Op die manier zullen de statistieken van de ingevoerde geneesmiddelen via gemedicineerde veevoeders ook correct geregistreerd worden. 119. Yvan Dejaegher merkt op dat Nederland is gestopt met de productie van gemedicineerde veevoeders, enkel nog producten tegen ontworming. Invoer is zo goed als nihil, het gaat vnl. over export van gemedicineerde voeders naar Nederland, sedert ze gestopt zijn. Er bestaan daarover geen statistieken. 120. De Voorzitter merkt op dat er nog kan geïmporteerd worden vanuit FR maar de resultaten zijn niet spectaculair. Ook in voorkomend geval is er meer uitvoer dan invoer, voegt Yvan Dejaegher hieraan toe. 121. Jean-François Heymans pikt hierop in en deelt mee dat de ministers Laruelle en Onkelinx overtuigd zijn van het nut van de strijd tegen het gebruik van antibiotica en het AMCRA ondersteunen want er is nood aan op consensus gestoelde oplossingen van de sectoren zelf. Deze zullen veel doeltreffender zijn dan deze van de overheid. Maar het doel moet worden bereikt. De aandacht moet eveneens worden gevestigd op uiteenzettingen die de problematiek, die uiterst complex is, vervormen. Te korte uiteenzettingen kunnen nooit alle details van de situatie in rekening brengen. Aan de consumenten dient te worden meegedeeld dat de problematiek is gekend, wordt aangepakt en dat de wil bestaat om het doel te bereiken.
Punt 7. Verklaring voor fytosanitaire certificaten van aardappelen: op vraag van de Boerenbond 122. Erik Mijten heeft vermeld punt “ontwerp verklaring van afstand” geagendeerd om een toelichting te verkrijgen van het FAVV over het tot stand komen en de beweegredenen
Page 19 of 25
van dit document. Dit betekent concreet dat een operator onherroepelijk en onvoorwaardelijk afstand doet van alle administratieve en gerechtelijke vorderingen, klachten of eisen ten opzichte van de federale en gewestelijke overheden, zijn organen en aangestelden, indien zijn zending die gecertificeerd werd door de overheid geweigerd wordt bij aankomst. Hij benadrukt dat hierover geen overleg werd gepleegd met de BB. 123. Herman Diricks verwijst naar het gestelde in fine van de verklaring :” …, , terwijl de adequate analyses en/of controles uitgevoerd werden en dat deze non conformiteit niet gedetecteerd werd en/of redelijkerwijs niet detecteerbaar was.” De overheid kan zich niet onttrekken aan controles die niet correct zouden zijn uitgevoerd. Het gaat wel degelijk over een situatie waarbij de controles op een aanvaardbare manier zijn uitgevoerd, maar waar het bvb. door de aard van de ziekte (plantenziekten) niet altijd evident is om deze te detecteren alleen al omdat het over zeer grote loten kan gaan. Daarnaast heeft men de verklaring van afstand niet gekaderd in de brief die naar de Gewesten werd gestuurd. Het gaat hier immers niet over een certificatie door het FAVV maar het gaat over de certificatie die door de Gewesten uitgevoerd wordt, meer specifiek voor een bijzonder geval met name export van pootgoed naar Egypte op een moment dat de Egyptische overheid een zeer onduidelijke situatie had geschapen over de voorwaarden waaraan dergelijke zendingen moesten voldoen. Er bestaat een handel in pootgoed en consumptieaardappelen tussen de Europese Gemeenschap en Egypte, die seizoensgebonden is. Aardappelen worden ingevoerd uit Egypte meestal geproduceerd met pootgoed afkomstig uit België. Er zijn een aantal maatregelen genomen tegen Egypte die op hun beurt een besluit hebben genomen waarbij een specifieke maatregel werd ingevoerd voor een specifieke ziekte met name Dickeya solani. België heeft aan verschillende vergaderingen van de EC deelgenomen onder meer aan een vergadering met de Egyptische overheid, die mondeling in een videoconferentie heeft toegezegd dat ze het besluit waarin letterlijk staat dat de productie moet gebeuren in een zone waar de ziekte niet voorkwam. Ze gingen deze bepaling schrappen indien de EC haar regelgeving amendeert op een even pragmatische manier. Maar tot op vandaag heeft het Agentschap nog geen bevestiging gekregen dat de Egyptische overheid haar eisen zou hebben gewijzigd. Deze verklaring moet duidelijk worden bekeken in deze context. Zij is enkel en alleen noodzakelijk gedurende de periode dat er onduidelijkheid bestaat over de wijze waarop de Egyptische overheid de loten die worden geëxporteerd, gaat controleren. 124. De Voorzitter begrijpt de vrees die is ontstaan waarbij het FAVV geen verantwoordelijkheid op zich zou nemen voor de certificatie. Maar dit is absoluut niet de bedoeling. Concreet, het FAVV werd recent verwittigd door de Egyptische overheid dat een nieuw quarantaineorganisme moest bekeken worden. Het FAVV had beslist om de certificaten af te leveren op basis van de vaststellingen op het veld en een analyse. De uitvoering van zo’n analyse neemt 4 dagen in beslag. Ondertussen was er een boot vertrekkensklaar en de analyseresultaten waren nog niet voorhanden. In dit geval is de lading vertrokken maar het FAVV wou zelf geen risico nemen. Hij verwijst naar geschillen met uitvoerders van aardappelen sedert 2003 ten belope van 2,6mio euro. Het FAVV wenst niet te certificeren indien er te weinig gegevens beschikbaar zijn om correct te certificeren. Dit was hier het geval, vandaar dat een verklaring werd gevraagd. Maar dit is zeker niet van toepassing op al de andere uitvoer. 125. Romain Cools bedankt de BB om deze vraag te agenderen. Wat de procedure betreft met Egypte, ging het betrokken bedrijf akkoord om vermelde verklaring te ondertekenen. Dit is een onderdeel van een echte procedureslag tussen Egypte en de EU. Deze ziekte Dickeya solani wordt in Europa niet beschouwd als een quarantaineziekte. De ziekte is trouwens overal in Europa aanwezig. De plantaardige sector wordt geconfronteerd met veel ziektes die enerzijds kwaliteitsorganismen en anderzijds quarantaineorganismen zijn. De EC werkt aan de herziening van de richtlijn. Dit geval illustreert dat het hoog tijd wordt om de cel plantaardige producten bij het
Page 20 of 25
Agentschap verder uit te breiden en voornamelijk te investeren in technische kennis. Het is van belang om zeer snel met de verschillende diensten adequaat op te treden en oplossingen aan te reiken. Tot slot wat de juridische procedures met de aardappelsector betreft, het is niet de aardappelsector die een probleem heeft maar wel het Waals Gewest dat een probleem heeft met het Agentschap. Hij is zeer tevreden met het antwoord van Herman Diricks dat het niet in de bedoeling ligt om deze verklaring uit te breiden naar andere certificatieprocedures.
Punt 8. Financiering/stand van zaken 8.1. Stand van zaken heffingen 126. Jacques Moës geeft een toelichting bij de stand van zaken m.b.t. de resultaten van de mailing heffingencampagne 2012: voor meer detail zie PPT http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2012-1128_PUNT-8_NL_heffingen_RC.pdf ). 127. Op 22/11/2012 ( m.a.w. de campagne is nog niet volledig afgesloten) werden globaal 106.963 VEN gefactureerd, zijnde 14.095 VEN alleen geregistreerd en 5.464 nieuwe VEN toegevoegd. 128. 16.136 VEN hebben een bonus verkregen (het merendeel van deze VEN behoort tot de primaire productie). 129. M.b.t. de gefactureerde bedragen met detail over de bonus/malus van de campagne 2012 wordt opgemerkt dat het FAVV voor een netto globaal bedrag van 26.427.207euro gefactureerd heeft. Maar de campagne is nog niet volledig afgerond. 130. Uit het overzicht van de toepassing malus (+ 100%) en van de bonus (-50%) blijkt dat op een gefactureerd bedrag van 26.427.207euro een globale malus (+100%) van 11.273.332 euro werd gefactureerd en een globale bonus (-50%) van -2.348.772 euro werd toegekend. 131. Uit de vergelijking van de campagneresultaten heffingen 2011 en 2012 blijkt dat er in 2011 reeds 30.562.694€ werd gefactureerd tegen 26.427.207€ in 2012 voor dezelfde periode (reden campagne is nog niet afgerond). 132. Vervolg Planning campagne 2012: • Het hele jaar door: – Aanmaningen onbetaalde facturen (verhoging van 10%) en ingebrekestellingen (verdubbeling onbetaald saldo); • December: – Verzending van 25.000 aangiften voor alle sectoren; – 8.000 aanmaningen van de stilzwijgende operatoren (1ste aanmaning); de
– 4.000 2
aanmaningen van de stilzwijgende operatoren;
– Verzending van facturen heffingen begin december voor een bedrag van naar schatting 1 miljoen euro.
133. Voorlopige balans 2012: •
Prognose facturatie op het einde van de campagne 2012: 2 miljoen euro bijkomende inkomsten om de doelstelling van 28 mio € te bereiken;
•
Strijd tegen stilzwijgende operatoren wordt voortgezet: in de campagne 2011 lag het percentage van de stilzwijgenden op 17 % in december 2011. Als gevolg van een controle van de dossiers werd een daling met 3% bereikt = 14%. In de campagne 2012 werden vlugger rappels verstuurd waardoor het percentage van de stilzwijgenden zich thans op 15 % situeert;
Page 21 of 25
•
Aanmaningen en recuperatie van achterstallige betalingen: 11.000 facturen werden betaald na aanmaningen wat 2 miljoen euro aan heffingen opleverde en 200.000€ aan verhogingen (10%);
•
Wijdverspreid gebruik van FOODWEB (149.392 bezoeken met login wachtwoord, 2.640 bezoeken met E-ID) en van het gedeelte FAVVFIN (89.374 bezoeken);
•
25 % dossiers meer behandeld in 2012 (meer dan 3.000 dossiers om achterstand goed te maken).
134. De Voorzitter merkt op dat er grote vooruitgang werd geboekt door de openstaande facturen te doen betalen en benadrukt dat er uitstekend werk werd geleverd door de betrokken dienst. In 2006 situeerde het percentage van onbetaalde facturen zich op 33%, terwijl de jaarlijkse achterstallen momenteel 2,6% bedragen. 8.2. Budget realisaties 2012 – bilaterale 2013 135. Benjamin Stelandre geeft een toelichting bij de budgetrealisaties 2012 en de bilaterale 2013. Zie PPT voor meer detail : http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2012-1128_Punt-8_NL_Budget-2012-realisations_-Bil-2013.pdf ). 136. Het budget 2013 is nog niet volledig omdat het Agentschap nog geen nieuwe richtlijnen heeft ontvangen sinds de vermelde bilaterale van juni 2012. Evt. aanpassingen zullen naderhand nog worden aangebracht. 137.
138.
139.
Wat het vermelde globale overzicht van de inkomsten en uitgaven betreft: -
Ontvangsten voor 2012: gebudgetteerd op 179.418k€, maar 147.486k€ gerealiseerd. De nog te realiseren ontvangsten voor 2012 situeren zich vooral bij de dotatie de (26.329k€ betaling 4 trimester nog niet ontvangen), en in mindere mate bij de retributies en de cofinanciering door EU;
-
Uitgaven voor 2012: werden geraamd op 168.475k€ maar konden beperkt worden tot 134.677k€. Er zijn voor ongeveer 33.798k€ aan niet gerealiseerde uitgaven door besparing op o.a. op lonen (personeelsplan nog niet volledig ingevuld), verplaatsingskosten, DMO, communicatie en studies & onderzoek.
Budget 2013 na bilaterale: -
Ontvangsten voor 2013: verhoogd tot 182.373k€;
-
Uitgaven voor 2013: verhoogd tot 176.995k€;
-
Resultaat voor 2013: wordt gehalveerd = 5.378k€ positief saldo.
Wat de ontvangsten betreft : de dotatie: een verhoging van 3.565k€ bestaat uit 2mio€ die het Agentschap recupereert vanaf 2013. In 2011 werd een verplichte besparing opgelegd aan federale parastatalen van 2mio€. Het andere gedeelte is het gevolg van de toepassing van de indexering. de heffingen: een vermindering van 1883k€ is te wijten aan het stijgend aantal operatoren met een ACS-systeem. de retributies: een stijging met 1531k€. de cofinanciering EU: vermindering met 823k€ ingevolge een vermindering van het aantal BSE-testen. de overige inkomsten: stijging met 130k€ vnl. te wijten aan de administratieve boetes.
Globaal komen ontvangsten in 2013 neer op 182.373k€ wat een verhoging van 3mio€ inhoudt t.o.v. het budget 2012. 140. Detail van de retributies: samengesteld uit : certificatie, keuring, audit, nonconformiteiten (hercontroles), residuen, betalende controles en tussenkomsten voor BSEtesten (zie hierboven voor meer detail). In totaliteit zijn ze in 2012 voor 90% gerealiseerd
Page 22 of 25
enkel voor wat betreft de keuring moet er nog 4mio€ gerealiseerd worden (prestaties DMO). 141. De Voorzitter benadrukt dat uit nazicht van het overzicht van de niet betaalde facturen blijkt dat bepaalde bedrijven (vnl. plantaardige sector) die exportcertificaten ontvangen van het Agentschap hun retributies niet betalen. In de toekomst zal het Agentschap geen certificaten meer afleveren aan bedrijven die nalaten om hun retributies te betalen. De kost voor deze dienstverlening moet worden gedekt door de retributies. 142.
Uitgaven zijn samengesteld uit (verhoging bedragen voor 2013 door indexering):
Lonen: de grootste uitgavenpost. Het budget 2012 voorzag 86.208k€ waarvan 75.891k€ zijn gerealiseerd (salarissen november /eindejaarspremie ontbreken nog); Overige personeelskost: een redelijke verhoging in 2013 met name ingevolge de budgettaire controle 2012 werd een abnormale besparing aan het FAVV opgelegd ten belope van 1,971 mio€ en voor 2013 kunnen we 1,5mio€ recuperen; Dierenartsen (vnl. DMO): gerealiseerd 22.675k€ (oktober/november zijn nog niet in rekening genomen);
Investeringen: vermindering uitgaven omdat verschillende investeringen een niet akkoord hebben verkregen van de Inspecteur van Financiën (ingevolge richtlijnen i.v.m. het al dan niet samendrukbaar karakter uitgaven). Er zijn evenwel nog 1,1mio€ in de pipeline waardoor de totale realisaties rond de 2mio€ zullen liggen.
143.
Voor de uitgaven is voor 2013 een totaal bedrag van 176.995k€ voorzien.
Punt 9. Varia 9.1. Vergelijking aangekondigde en niet aangekondigde inspecties in DIS in 2011 op vraag Test-Aankoop (TA) 144. Vraag TA: op het raadgevend comité van 26/09/2012 liet het FAVV, op vraag van TA weten dat de resultaten van de aangekondigde controles in de distributiesector even goed/slecht waren dan deze van de onaangekondigde controles en daarom niet afzonderlijk werden gerapporteerd in het activiteitenverslag 2011. Analyse van publiek beschikbare informatie leert dat dit niet klopt, aangekondigde controles leveren wel degelijk betere resultaten op dan onaangekondigde controles. TA herhaalt dus zijn vraag voor gescheiden rapportering van deze resultaten in het activiteitenverslag. 145. Op de RC vergadering van 26/09/2012 heeft Joost Vandenbroucke deze vraag opgeworpen en werd geantwoord dat er haast geen verschil bestaat tussen de controleresultaten van aangekondigde en niet aangekondigde controles. De Voorzitter had zich gebaseerd op de resultaten van de inspecties in de BtoC van de voorafgaande jaren. Ondertussen werden deze cijfers verder verfijnd voor 2011. 146. Op vraag van TA werd een vergelijking opgemaakt tussen de controleresultaten van de aangekondigde en niet aangekondigde inspecties in de distributiesector in 2011, zegt Vicky Lefevre. Voor meer detail zie PPT op de FAVV-site: http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2012-1128_punt-9_NL_vraag-TA_RC.pdf ). Er zijn 2341 aangekondigde inspecties tegen 23.587 niet aangekondigde uitgevoerd. Er zijn 2316 operatoren bezocht in het kader van aangekondigde inspecties en 22.967 in het kader van niet aangekondigde controles. Volgende types checklists werden gebruikt: autocontrolesysteem, infrastructuur, inrichting en hygiëne, meldingsplicht, rookverbod, traceerbaarheid. Een vergelijking tussen de aangekondigde en niet aangekondigde inspecties werd opgemaakt voor het resultaat gunstig en gunstig met opmerkingen. Het grootste verschil kan worden vastgesteld met de resultaten op het vlak van infrastructuur, inrichting en hygiëne zijnde 67% bij aangekondigde tegen 55,4% bij nietaangekondigde inspecties = een verschil van 11,6%. Voor meldingsplicht, rookverbod
Page 23 of 25
zijn de resultaten gelijklopend. Voor traceerbaarheid wordt er een kleine verbetering vastgesteld. Terugkomend op de vraag van TA om de resultaten van deze vergelijking opnieuw op te nemen in het JVS 2012, antwoordt Vicky Lefevre dat het in principe mogelijk is. Maar zij wijst erop dat het Agentschap een grote inspanning heeft geleverd om het volume van het JVS te reduceren waardoor er prioriteiten dienden gesteld. Wat betreft het eenvormig taalgebruik in het JVS als in de persberichten stelt Vicky Lefevre dat de resultaten van gunstig en gunstig met opmerkingen steeds worden samengeteld in de persberichten, omdat het hier gaat over vulgariserende berichtgeving. De vraag stelt zich in principe voor het jaarverslag: moet men voor de toekomst dit onderscheid tussen gunstig en gunstig met opmerkingen nog wel maken of is dit niet meer nodig. 147. Deze cijfers tonen aan dat de hygiënische omstandigheden beter zijn bij aangekondigde controles. De Voorzitter duidt er echter op dat de verordening 882/2004 controles food & feed stelt dat de lidstaten hun controles dienen uit te voeren zonder ze aan te kondigen (volgens DG Sanco max. 5% aangekondigde controles). Met de aangekondigde controles in de BtoC ( aangekondigde controles DIS in ’t stad) wordt het plafond van 5% reeds overschreden. 148. Sigrid Lauryssen begrijpt dat de opsplitsing tussen gunstig en gunstig met opmerkingen niet kan worden gemaakt in Belgaberichten. Joost Vandenbroucke was vooral aangedaan door het feit dat er meegedeeld werd dat er geen verschil zou bestaan in de controleresultaten aangekondigd/niet aangekondigd. Hij was ervan overtuigd dat het wel het geval was en heeft alle berichtgeving doorgenomen in dit verband. TA vindt het belangrijk om vermelde opsplitsing te maken in het JVS. Indien de aangekondigde worden toegevoegd aan de niet aangekondigde controles, wordt het aldus bekomen resultaat positief beïnvloed. 149. 3 jaar geleden was er geen verschil tussen de controleresultaten van de aangekondigde en niet aangekondigde controles, herhaalt de Voorzitter. Ondertussen nemen een medewerker van de communicatiecel en een medewerker van de betrokken PCE deel aan de opleidingen die door de gemeenten worden georganiseerd voor de aanvang van de aangekondigde controles. Geïnteresseerde operatoren kunnen eraan deelnemen. Uit vermelde cijfers blijkt duidelijk dat dit systeem zijn vruchten afwerpt. 9.2. Afscheid René Ladouce – effectief lid van het RC voor de FWA 150. Naar aanleiding van het beëindigen van zijn mandaat als Voorzitter van de FWA wenst de Voorzitter René Ladouce te bedanken voor zijn inbreng in dit comité en zijn rol als bemiddelaar tussen het Agentschap en de landbouwers op moeilijke momenten. Uiteraard liepen onze visies wel eens uiteen en verliep de discussie bij momenten ook zeer moeilijk, maar steeds in wederzijds respect voor mekaar. 151. René Ladouce hoopt dat zijn rol op het niveau van de Waalse landbouw heeft kunnen bijgedragen tot een beter functioneren van het Agentschap. In landbouwmiddens houdt men vast aan tradities en er was een mentaliteitswijziging nodig. Volgens hem is het FAVV altijd een instrument voor de landbouwers geweest. Het moet een belangrijk instrument worden want als ze vroeger gedurende 50jaar werden gestuurd in de richting van een systeem dat productie aanmoedigde, moeten ze vandaag zelf instaan voor de commercialisering. In vergelijking met onze buren kunnen we proberen om exportactiviteiten te ontwikkelen in samenwerking met het FAVV. René Ladouce verklaart eveneens dat de situatie steeds ingewikkeld was met soms spanningen tussen het Agentschap en de operatoren. Vandaag verloopt deze relatie nog steeds moeilijk, maar het gaat beter dankzij de landbouworganisaties zoals de FWA, de BB en ABS die zorgen voor een beter begrip van de werking van het systeem. Vandaag wordt alles gecontroleerd en hij merkt op dat veel inspanningen zijn geleverd voor de consumenten.
Page 24 of 25
******************** Op vrijdag 25 januari 2013 gaat de jaarlijkse gemeenschappelijke vergadering door om 9u30.
********************
Page 25 of 25