p-Taak 1
Professionaliseringstaak 1: oriëntatie op het beroep
Christina FS Bot Engels
p-Taak 1
Inhoudsopgave
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Beeld van het beroep van de docent Beeld van de leerling van nu Website: http://www.ptaak.info Beeld van het Nederlandse onderwijs Beeld van de voorbereiding van een les Beeld van jezelf in relatie tot het beroep van docent
CFS Bot 403109 Engels PPO 1
2#2
p-Taak 1.1
Beeld van het beroep van de docent. In deze opdracht breng ik twee onderwijs ideeën naar voren en formuleer ik een voornemen voor mijn eigen handelen als docent. Ik koos voor casus Beer en wat mij aantrok in de opdracht is de puzzel die moet worden opgelost. Ik heb namelijk geen idee wie of wat Beer is en ik besloot de filmpjes in een willekeurige volgorde te bekijken. Zo’n aanpak, van geheel naar detail is een “top-down” strategie en spreekt mij aan maar in mijn samenvatting van filmpje 5 is daardoor wel een observatie opgenomen die later volkomen onjuist bleek te zijn! p-Taak 1.1
Dit is Beer “top-down”. Voor de “top-down” aanpak werk je vanuit het geheel, dus eerst de opnames. Ik bekeek ze in willekeurige volgorde en maakte deze samenvattingen. Filmpje 1. De aanschaf (uitleg). Een docent of medewerker legt de aanschaf van de “Beer” uit. De beer is een interactieve kunstinstallatie dat de school aankocht om een blijvende ervaring toe te voegen aan haar curriculum. Namelijk het belang van contact en onderlinge verbondenheid. Er is een geheim genootschap op de school dat, op voordracht, inzet voor anderen met een privé-bezoek van slechts één uur aan de binnenkamer van de beer, beloont. De docent zegt over zo’n bezoekje of complimentje: “Het moet exclusief blijven. Na een aantal jaren moet het zo zijn dat je een select genootschap hebt van docenten en (oud-)leerlingen die in de beer zijn geweest.” Filmpje 2. De directie (uitleg). De directeur van de school legt uit dat de “Beer” een bijzonder compliment is voor een leerling of medewerker van de school. Hoe je er alleen in mag (en op uitnodiging) als je iets opmerkelijks of bijzonders voor een ander hebt gedaan. Binnen, in de “Beer”, zijn voorwerpen om naar te kijken, om over te denken, om mee te associeerden of te herinneren. Is dit filosoferen wel wat voor het VMBO en heeft de “Beer” op ieder niveau in de school dan een gedragsbevorderende functie? De berenbezoeker krijgt in ieder geval een lekker gebakje en kopje thee mee, voor als het allemaal “te heftig” wordt. Filmpje 3. De docenten (niet in). De “Beer” dat is iets heel bijzonders en drie docenten zeggen: “ik heb eigenlijk niets gedaan dat ik zo’n bijzonder complimentje verdien” of “je moet ook al enige tijd op de school rondlopen voordat je erin mag” en “ik
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.1
1#3
geef graag complimentjes en ik weet wel een leerling die hele goede vragen stelt, die zou wel eens in de beer mogen”. De directeur sluit af, hij was wel eens in de beer geweest. Filmpje 4. De leerlingen (wel in). De “Beer” is een kunstinstallatie met een geheime binnenkamer, met in die kamer geheime spullen op planken en in kasten. Je kunt er niet zomaar in, daarvoor word je uitgenodigd. Door een geheim genootschap. Wil je een uitnodiging verdienen zet je dan in voor de school, voor een goed doel, alleen of met medeleerlingen. De meiden hadden een rozenactie georganiseerd, nee niet voor de beer maar voor een goed doel en ja de beer stimuleerde wel. Filmpje 5. De leerlingen (niet in). De “Beer” is een kunstinstallatie waar je in kan kruipen, door een geheime deur? De installatie staat in een school en leerlingen zeggen dat je erin gaat om je verbonden te voelen (met de school) of als je even ongestoord wilt werken? Aan de schoolkrant bijvoorbeeld. Waar gaan de filmpjes over? Er komen meerdere pedagogische ideeën in de fragmenten aan de orde maar de nadruk ligt op het idee dat er binnen een school ook aandacht moet zijn voor sociaal-maatschappelijke vorming, dat dit net zo belangrijk is als academische prestatie, en dat de school er goed aan doet sociaal betrokken gedrag te belonen en te erkennen. p-Taak 1.1
Dit is Beer “bottom-up”. Voor de “bottom-up” aanpak werk je vanuit deeltaken. De volgorde waarin je dan de filmpjes laat zien aan de klas is belangrijk. Je zult dus eerst zelf alle filmpjes moeten bekijken en ze dan in de juiste volgorde moeten plaatsten. Begin bijvoorbeeld met een filmpje dat uitlegt wie / wat de Beer is, wie hem maakte, waar hij staat, dat je erin kan, wat je moet doen om erin te mogen en tot slot wie er allemaal in zijn geweest en wat zij ervan vonden. “Bottom-up” is leuker in de klas omdat je dan na ieder filmpje met de klas kunt evalueren of opdrachten kunt gaan maken. Het geeft de leerling meer houvast en dat leidt tot een veiliger werkklimaat. p-Taak 1.1
Mijn voornemen. Ik koos zelf voor een “top-down” aanpak omdat ik “top-down” overzichtelijker werken vind. Ook mijn lessen zijn wel eens “top-down” maar vaak vinden de leerlingen “top-down” te moeilijk. Ik zou dus meer
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.1
2#3
onderzoek kunnen doen hoe ik het “top-down” werken prettig en nuttig maak voor de leerling. Ik vind het namelijk wel belangrijk. Ik wil graag dat de leerlingen wat actiever zijn in de les en ook zelf eens een probleem gaan aanpakken. Zo zouden ze de strategie kunnen gaan toepassen bij het begrijpend lezen of luisteren, door eerst eens naar de opdrachten te kijken en dan pas de tekst erbij te pakken.
p-Taak 1.1
Literatuur Web. • TeachingEnglish | British Council | BBC,. 'Top Down'. N.p., 2006. Web. Opgevraagd 14 juni 2015 (https://www.teachingenglish.org.uk/article/top-down). • TeachingEnglish | British Council | BBC,. 'Bottom Up. N.p., 2006. Web. Opgevraagd 18 juni 2015 (https://www.teachingenglish.org.uk/article/bottom).
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.1
3#3
p-Taak 1.2
Beeld van de leerling van nu: “zelfstandig leren, leren”. Het doel van deze opdracht is het gedrag van de leerling te relateren aan de ontwikkelingsfase waarin de leerling verkeert. Ik koos voor een onderwerp dat ik interessant vind. Namelijk zelfstandig aan de slag, doen en leren met een digitale leergang. Ik deed daarvoor onderzoek op het internet en las veel artikelen over de zogenaamde “iPad school” of O4NTonderwijs (APA) en ik ging nogmaals door mijn dossier waarin ik van alles over “knutselen met de computer” bewaar om opnieuw te lezen wat kinderen al op jonge leeftijd met ICT kunnen en doen (Algra, Magreet et.al, 2013). Ik zou een antwoord willen formulieren op de vraag hoe je met succes een digitale leergang in de klas introduceert en ik denk dat het relevant is daarvoor de volgende subvragen te bespreken: 1. Welke voorkennis of media ontwikkeling heeft de leerling nodig, en 2. is er een vakoverstijgende didactiek voor het werken met een digitale leergang? Geheel in stijl koos ik voor product A, een informatieve website. Op de site breng ik het materiaal dat ik bestudeerde in beeld, zijn er voorbeelden van mogelijke verwerkingopdrachten en, voor een eventueel vervolg of verdere verdieping, is er een verwijzing naar een cursus van de Open Universiteit. Het adres van de website is ptaak.info.
p-Taak 1.2
Inhoud van de website. Titel: URL:
Leren Leren www.ptaak.info
Navigatie:
Casus | Vorm | Theorie | Toepassing NB. andere volgorde als het verslag.
“Footer”
Verantwoording inhoud [link: volledige verslag]. Contact gegevens [e-mail].
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.2
1#9
p-Taak 1.2
Casus. Op een bijeenkomst van de landelijke gebruikersgroep van een digitale lesmethode informatica kwam naar voren dat men vindt dat er de volgende voordelen aan deze leergang zijn verbonden: de methode wordt door de gebruikersgroep onderhouden, alles is op één plek te vinden, de leerling kan in zijn / haar eigen tempo aan het werk en de docent vervult de rol van coach (Informaticavo.nl, 2015). Gedurende een aantal lessen peilde ik de reactie van mijn leerlingen en vond geen aansluiting. Ze slaagden er zelden in een stukje theorie en opdrachten zelfstandig door te werken. Technisch hadden de leerlingen geen enkele moeite met de methode maar ze bleken niet in staat zelfstandig problemen op te lossen. Intensieve begeleiding bij het maken van oefeningen en het klassikaal introduceren, uitleggen en herhalen van de stof, bleek noodzakelijk.
Opdracht. Wat kunnen kinderen tegenwoordig met media? Doe onderzoek naar de actuele mediaontwikkeling van de leerling. Raadpleeg voor basisscholieren de uitgave “104 leerzame apps & sites” van KennisNet en Mijn Kind Online en voor het voortgezet onderwijs is er meer informatie te vinden op de website www.mediaopvoeding.nl.
Conclusie. Leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben voldoende mediaontwikkeling om met een digitale leergang om te gaan maar raken in de problemen wanneer deze vaardigheid zelfstandig en taakgericht moet worden ingezet.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.2
2#9
p-Taak 1.2
Toepassing In Nederland zijn er sinds 2013 zogenaamde “Steve Job” of “iPad” scholen van start gegaan. In deze scholen leren leerlingen met behulp van digitale leergangen. De leerlingen werken zelfstandig door de stof op hun iPad en de docent heeft de rol van coach of begeleider. In principe heeft zo’n school geen lokalen en kan er op elk moment van de dag geleerd worden. Het “Onderwijs voor een Nieuwe Tijd” of O4NT kent voor en tegenstanders. De tegenstanders hebben het over “digitale dementie” en ook ICT topmanagers zelf kiezen overwegend voor scholen te kiezen waar bewust geen computers en digitale leermiddelen worden gebruikt (InfoNu, 2015). De voorstanders zeggen dat digitale leerwegen (InfoNu, 2015): - beter aansluiten op individuele ontwikkelingstempo van een kind, - leerlingen helpen verantwoord omgaan met de mogelijkheden van nieuwe media, - verschillen in leerprestaties minder in het oog doen springen, - minder snel verouderen, - wisselende en uitdagende opdrachten bieden, - klas doorbrekend onderwijs mogelijk maken, - leerlingen voorbereiden op de toekomst, - kind de eigen leerlijn laat volgen, - de vooruitgang kan makkelijker bijgehouden worden, - geen gesjouw met boeken, - meer controle op uitvoer en huiswerk. Tegenstanders zeggen (InfoNu, 2015): - jonge leerlingen moet je niet achter een beeldscherm zetten, - we weten niet hoe de wereld er in de toekomst uitziet, - wat heb je aan iPad kennis als de stroom uitvalt, - boeken hebben geen last van virussen, - leerlingen weten (nog) niet zelf wat goed voor hen is, - jonge leerlingen hebben echte ervaringen nodig om te leren, - gevaren elektromagnetische straling, - alles wordt visueel voorgekauwd en dit is niet goed voor de verbeeldingskracht, - leerlingen hebben behoefte aan een vast leslokaal, een vaste juf/meester en vaste lestijden, - voor goed onderwijs heb je een geweldige docent nodig, geen iPad.
Opdracht. Wat is digitale dementie? Volgens InfoNu, 2015 heeft de Duitse psychiater Manfred Spitzer een boek heeft geschreven over digitale dementie en stelt hij dat kinderen ongelukkig worden van digitale media. Onderzoek wie Manfred Spitzer is en doe een uitspraak over de kwaliteit van de bron InfoNu, 2015.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.2
3#9
Opdracht. Pas deze webpagina aan. Je mag (eigen) argumenten toevoegen, van volgorde veranderen of zelfs verwijderen. Zorg er wel voor dat er minstens drie argumenten “voor”, en drie argumenten “tegen” overblijven. Conclusie. Leergangen of methoden die uitsluitend digitaal wordt aangeboden zijn handig. Zo is al het materiaal op één plek te vinden en kunnen de leerlingen in principe zelfstandig in zijn of haar eigen tempo aan het werk. Het nadeel is dat leerlingen in het voortgezet onderwijs het mogelijk ontwend zijn om zelfstandig te werken.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.2
4#9
p-Taak 1.2
Vorm Voor leerlingen is het belangrijk om tijdens het werken met een digitale leergang de regels te weten, zodat de leerling weet wat er van hem/haar wordt verwacht. Het is ook belangrijk dat de leerlingen verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun eigen product en proces. Er wordt bij zelfstandig werken van de leerlingen verwacht dat zij eventuele problemen zelf kunnen oplossen en dat zij om kunnen gaan met uitgestelde aandacht. Zo werk je in het basisonderwijs stap voor stap met de klas naar het zelfstandig werken toe (InfoNu, 2015): Stap 1 Leerlingen gaan zelfstandig aan het werk met een werkje. Op deze manier leren de leerlingen om te gaan met uitgestelde aandacht. Als docent loop je een vaste ronde in de klas, zodat de leerlingen weten wanneer ze een vraag kunnen stellen. Op deze manier bied je als docent structuur bij de leerlingen aan: de leerlingen weten waar ze aan toe zijn. Stap 2 Het is belangrijk dat leerlingen zelfstandig, zonder hulp van de docent, aan het werk kunnen en blijven. Plan daarom momenten in dat je als docent niet beschikbaar bent voor de leerlingen. De leerlingen mogen in deze tijden wel (zachtjes) met elkaar overleggen, maar de docent niet benaderen. Op deze manier leren de leerlingen hun eigen problemen/onduidelijkheden alleen of met elkaar op te lossen. Stap 3 Voor het zelfstandig werken is het makkelijk om te werken met taken, zodat de leerlingen weten waar zij tijdens het zelfstandig werken aan kunnen werken. In deze fase laat je de leerlingen nog werken met kleine taken. Bespreek de taken vooraf door met de leerlingen, zodat er tijdens het zelfstandig werken geen onduidelijkheden over ontstaan. Laat de leerlingen de taken doorlezen en voor zichzelf bepalen met welke taak ze willen beginnen, welke taak daarna, etc. Op deze manier leren de leerlingen zelf plannen. Stap 4 Als de leerlingen gewend zijn om met (kleine) taken te werken, kun je een dagtaak aanbieden. De leerlingen plannen voor zichzelf in wanneer ze welke taak gaan maken. Ze houden zelf bij welke taken ze al hebben gedaan. Stap 5 Een opdracht die je kunt toevoegen aan de dagtaak is het zelf nakijken/controleren van het gemaakte werk. Op deze manier worden de leerlingen zelfverantwoordelijk voor het gemaakte werk. De leerlingen kunnen meteen kijken waar ze veel fouten maken en
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.2
5#9
deze kunnen zij eventueel met klasgenootjes of de docent bespreken, zodat de leerling voor de volgende keer weet waar hij/zij op moet letten. Stap 6 Als de leerlingen gewend zijn aan een dagtaak, is het aanbieden van een halve weektaak of een weektaak de volgende stap. De leerlingen leren meer taken te plannen en zelfstandiger te worden in het uitvoeren hiervan.
Opdracht. Het is belangrijk om tijdens en na elke stap met de leerlingen te evalueren. Zo kom je erachter waar je als docent de aandacht nog op moet vestigen. Voor deze opdracht beschrijf je kort waar jij met jouw klas bent (welke stap) en hoe de leerlingen de lessen vinden.
Opdracht. Het stappenplan zelfstandig werken is ontworpen voor het basisonderwijs. Welke stappen zou je voor jouw klas aanpassen?
Conclusie. Alleen werken met de computer of op de iPad of zelf aan de slag met een digitale leergang zou je kunnen vergelijken met zelfstandig werken. Stap voor stap kun je met de klas naar zelfstandig werken toewerken. Voor leerlingen is het belangrijk om de regels tijdens het werken te weten en voor de docent is het goed regelmatig met de klas te evalueren.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.2
6#9
p-Taak 1.2
Theorie Zelfverantwoordelijk leren of “leren leren” is een groeiproces dat begint met zelfstandig werken (Staatsen, Heebing and Renselaar, 2009). Als docent wil ik graag dat mijn leerlingen straks zelf de verantwoordelijkheid gaan nemen voor hun eigen leerproces en daarmee wil ik beginnen door niet alles voor te doen. Ik heb immers liever niet dat zij mij regel voor regel van het bord kopiëren? Het is de bedoeling dat mijn leerlingen straks zelf applicaties kunnen ontwikkelen, met eigen oplossingen kunnen komen, innovatief zijn, met de tijd mee groeien en dus zelf nieuwe vaardigheden kunnen opdoen. Leren leerlingen op de basisschool al zelfstandig werken, dan is het mijns inziens logisch en zeer wenselijk dit in de onderbouw en bovenbouw voort te zetten. Het is begrijpelijk dat “zelfstandig leren” of “autonoom leren” of “leren leren” niet binnen het curriculum van iedere school in het voortgezet onderwijs past maar voor diegenen die digitale middelen willen inzetten of volledig zijn overgestapt op een digitale leergang kan het “zelfstandig leren” wel de vakoverschrijdende didactiek zijn om dit onderwijs beter vorm te geven. Immers de kerngedachte achter de zogenaamde iPad school keert ook terug bij het zelfstandige leren namelijk dat leerlingen vanuit zichzelf, vanuit hun eigen leefwerelden en behoeften moeten gaan handelen (p233: Staatsen, Heebing and Renselaar, 2009) en dat dit autonome leergedrag wenselijk zo niet essentieel is voor het verwerven van productieve vaardigheden en competenties (Baker, Don and Hengeveld, 2012).
Klik hier voor een checklist van aandachtspunten om met bepaalde aspecten al in de onderbouw te gaan oefenen en andere verdergaande activiteiten voor de bovenbouw te bewaren (Staatsen, Heebing and Renselaar, 2009).
Checklist. Aandachtspunten voor de vormgeving van lessen zelfstandig werken, zelfstandig leren en autonoom leren (Staatsen, Heebing and Renselaar, 2009). A. Plannen (van de leertaak)
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.2
•
Leerdoelen stellen
•
•
Oriënteren op de leertaak
Wie bepaald de leerdoelen?
•
Wie kiest hoe de leerling zich voorbereidt op de lesactiviteit?
7#9
B. Uitvoeren
C. Reguleren
Het kiezen activiteiten:
van
•
De volgorde
•
De aanpak
•
De plaats
•
De tijd
•
Bewaken
•
Evalueren
•
Toetsen
de
•
Wie bepaald welke leeractiviteiten er worden uitgevoerd en in welke volgorde, waar en binnen welke tijd?
•
Wie bewaakt het leerproces van de leerling?
•
Wie geeft commentaar en feedback?
•
Wie bepaald of de kwaliteit van het leerresultaat in overeenstemming is met de onderwijsdoelen?
(hoeveelheid)
Conclusie. Zelfverantwoordelijk leren, autonoom leren of “leren leren” is een groeiproces dat begint met zelfstandig werken, kan leiden tot zelfstandig leren en vervolgens tot zelfverantwoordelijk leren. Omdat het geen lineair maar een cyclisch proces is kan er geschakeld worden tussen de domeinen om op die manier op de wisselende behoefte van de leerling aan instructie en begeleiding in te spelen (Staatsen, Heebing and Renselaar, 2009).
Verder lezen. De Open Universiteit heeft een masterclass “zelfstandig leren” waarop je kunt inschrijven. Voor meer informatie gaan naar de OU website (Portal.ou.nl, 2015).
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.2
8#9
p-Taak 1.2
Literatuur Print • • • Web •
•
•
• •
•
•
Algra, Magreet et.al. 104 Leerzame apps & sites. Den Haag: Stichting Mijn Kind Online, 2013 Baker, Anne E, Jan Don, en Kees Hengeveld. Taal En Taalwetenschap. Chichester: Wiley, 2012. Staatsen, Francis, Sonja Heebing, en Edy van Renselaar. Moderne Vreemde Talen In De Onderbouw. Bussum: Coutinho, 2009. InfoNu,. 'Zelfstandig Werken In De Klas'. N.p., 2015. Web. Opgevraagd juni 2015 (http://educatie-enschool.infonu.nl/diversen/61243-zelfstandig-werken-in-deklas.html) InfoNu,. 'Voor- En Tegenstanders Over Steve Jobsscholen (Ipadscholen)'. N.p., 2015. Web. Opgevraagd juni 2015 (http://mens-en-samenleving.infonu.nl/pedagogiek/120527-vooren-tegenstanders-over-steve-jobsscholen-ipadscholen.html) Informaticavo.nl,. 'Informaticavo | Gebruikersdag INFORMATICAActief Op 20 Maart'. N.p., 2015. Web. Opgevraagd juni 2015 (http://www.informaticavo.nl/archive/5861Gebruikersdag+INFORMATICA-Actief+op+20+maart). Hond, Maurice. 'Home | O4NT'. O4NT. N.p., 2015. Web. Opgevraagd juni 2015 (http://o4nt.nl/en/) RTV Rijnmond,. 'Inspectie Positief Over Ipad-School Heenvliet'. N.p., 2015. Web. Opgevraagd juni 2015 (http://www.rijnmond.nl/nieuws/13-01-2014/inspectie-positiefover-ipad-school-heenvliet). Portal.ou.nl,. 'Inhoud - Masterclass "Zelfstandig Leren"'. N.p., 2015. Web. Opgevraagd juni 2015 (http://portal.ou.nl/web/masterclasszelfstandig-leren/home) Redactie, ©. 'Publicatie Leerzame Apps En Sites - Kennisnet'. Kennisnet.nl. N.p., 2013. Web. Opgevraagd juni 2015 (http://www.kennisnet.nl/themas/mediawijsheid/publicatieleerzame-apps-en-sites/)
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.2
9#9
p-Taak 1.3
Beeld van het Nederlandse onderwijs De opdracht. Onderzoek drie actuele thema’s uit de praktijk. Wat heb je over dit thema gelezen? Wat heb je er op jouw school of anderszins in de praktijk van ervaren? En, wat vinden de leerlingen ervan? Vergelijk ieder thema op de verschillende niveaus: micro, meso en macro oftewel het niveau van de klas, de school, en het onderwijssysteem en voeg eigen conclusies toe. p-Taak 1.3
Thema 1 “Begrijpen met je handen”
Mijn eerste kennismaking met ideeën zoals “begrijpen met je handen” of “slimme handen” was in 2012 toen ik als vrijwilliger ging werken op de computer afdeling van de Jonge Onderzoekers en lesmateriaal ging maken om met basisscholieren in de leeftijd 9-11 jaar games te ontwikkelen en later ook te programmeren. Het idee achter “begrijpen met je handen” is dat wat je kunt leren of in staat bent om te leren, altijd voortborduurt op wat je al weet en omdat “wat je al weet”, je voorkennis, ook zo is verworven, dat het daarom wel zo moet zijn dat het eigenlijke leren in het proces besloten zit (Papert, 1980). Kortom: doen is leren. Hoe ervaren kinderen “doen is leren”? Uit mijn ervaring met de workshops weet ik dat afhankelijk van hoe de activiteit wordt gestuurd, het al doende leren, creatief, leuk en innovatief is. Maar, zodra je opdrachten gaat geven of anderszins eisen gaat stellen aan het eindproduct, dan verandert de werkhouding. Leerling gestuurd staat gelijk aan leuk en docent gestuurd, niet leuk. En omdat er op school een programma moet worden afgewerkt, heeft het spelenderwijs of creatief leren dus vooral een plek gevonden binnen de naschoolse activiteiten, bij vrienden, thuis, op clubs of op het internet waar de zogenaamde “maker movement” floreert. Om de leerling in de klas blijvend intrinsiek te motiveren kan het dus goed zijn om af en toe weer eens te spelen, te maken en te doen.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.3
1#4
p-Taak 1.3
Thema 2 “Informatica in het (voortgezet) onderwijs”
Leer je de leerling overdrachtelijke vaardigheden en oefen je begrip en inzicht of werk je uitsluitend en alleen opdracht gericht en laat je de leerling stapje bij stapje de oplossing overnemen? Veel programmeurs die ik ontmoette lijken mensen te zijn die de vaardigheid van het zelf leren heel goed beheersen. Dat is handig in een tijd waarin digitale ontwikkelingen elkaar sneller opvolgen dan dat er leergangen informatica kunnen worden ontwikkelt en gepubliceerd en hebben leerlingen later niet in elk beroep profijt van het kunnen programmeren? Bij KennisNet, CodeKinderen en Stichting Mijn Kind Online denkt men van wel. Het gemeenschappelijke initiatief van deze organisaties om leerlingen daarom al vanaf de basisschool te leren programmeren wordt als volgt onderbouwd: “Informatica bepaald een groot deel van ons leven. Het zal een nog groter deel van het leven van onze kinderen bepalen. Maar wanneer je kinderen vraagt waar software of Apps vandaan komen, moeten ze je het antwoord schuldig blijven” en “Op school leren kinderen de basisvakken en is er aandacht voor creativiteit en sport. Wat we niet vaak zien is aandacht voor digitale talentontwikkeling. Terwijl de toekomstige werkgevers van onze kinderen daar juist behoefte aan hebben.” (Vives 136, 2013). In Engeland staat programmeren al op het basisschool curriculum en ook in Nederland is er veel informatie en lesmateriaal voorhanden. Toch ken ik maar weinig basisscholen die met programmeren bezig zijn en maar weinig scholen in het voortgezet onderwijs waar informatica wordt gegeven. Op een symposium in Amsterdam over “knutselen met de computer” of programmeren op de basisschool, dat ik in 2013 bezocht 1, waren veel docenten aanwezig maar uit de vragen bleek dat het hen niet duidelijk waarom je dit vak al op de basisschool zou geven. Ook ik ben niet mee zo enthousiast als in 2013. 1
Iedereen kan programmeren en zou er meer over moeten weten. Te beginnen bij kinderen op de basisschool. Daarover ging het seminar Programmeren met kinderen van de Openbare bibliotheek, Stichting Kennisnet en Stichting Mijn Kind Online op 9 oktober 2013 (http://www.kennisnet.nl/themas/mediawijsheid/knutselen-met-de-computer/)
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.3
2#4
p-Taak 1.3
Thema 3 “Tweetalig basisonderwijs” Groningen kreeg de titel Onderwijsstad van het Jaar van de commissie van toetsing voor de Nationale Onderwijsweek. In de praktijk betekent dit dat men in Groningen de zogenaamde vensterscholen die al sinds 1995 in de regio zijn gevestigd een vernieuwing heeft laten ondergaan om taalachterstand in de regio terug te dringen (Nationale Onderwijskrant, 2014). Een vensterschool is een school waarbinnen ook andere wijkinstellingen zijn gevestigd zoals een kinderopvang, bibliotheek, muziek- of sportvereniging. Binnen de vensterschool vormt de basisschool een zichtbaar deel van een groter geheel en dit zou de betrokkenheid van de gemeenschap met het onderwijs bevorderen en de taalontwikkeling stimuleren. Soortgelijke projecten bestaan al in Amerika en Engeland (Nationale Onderwijskrant) onder de noemer “Success for All” (Successforall.org). Gelijktijdige is er het initiatief om ook in Groningen op een basisschool met tweetalig onderwijs van start te gaan. De Groninger Schoolvereniging (GSV) heeft toestemming gekregen om vanaf groep 1 minstens de helft van de lessen in het Engels te geven. De directeur van de school vindt dit een logische stap. Zo zou tweetaligheid bij de school passen omdat de school vooral leerlingen aantrekt waarvan de ouders tweetalig zijn of internationale betrekkingen hebben. Ook zo’n “expat community” kan dus het (taal)onderwijs en de taalontwikkeling in de regio, stimuleren.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.3
3#4
p-Taak 1.3
Literatuur Print • “Hoogleraar: Het niveau moet omhoog”. Dagblad van het Noorden 9 januari 2014. • Meulema, Gea. “Tweetalige Basisschool In Groningen”. Dagblad van het Noorden 9 januari 2014. • Papert, Seymour. Mindstorms. New York: Basic Books, 1980. • “Thuis of op school Engels oefenen”. Nationale Onderwijskrant 2014-2015 (Groningen). Web • • •
redactie, ©. 'Knutselen Met De Computer - Kennisnet'. Kennisnet.nl. N.p., 2013. . Opgevraagd 18 juni 2015. Successforall.org,. 'Success For All - Home'. N.p., 2015. Opgevraagd 18 juni 2015. redactie, ©. 'Home'. Codekinderen.nl. N.p., 2015. Opgevraagd 18 juni 2015.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.3
4#4
p-Taak 1.4
Beeld van de voorbereiding van een les. In deze opdracht licht ik toe hoe ik samen met een medestudent een les voorbereidde. De opdracht was een les engels te geven rondom een drama-activiteit die de leerlingen en in dit geval de rest van onze klas uitvoerden. De les is een voornamelijk docentgestuurde les. De “leerling” neemt deel aan de activiteit en kan in de uitvoer, weinig eigen keuzes of beslissingen maken. De drama activiteit is “dressing-up” of “role-play” en de les gaat over de minder alledaagse begrippen voor kleding en kledingstukken. p-Taak 1.4
Didactisch analyse model (Geerts en Kralingen) In de onderbouw wordt veel aandacht besteed aan lessen waarin de leerling zichzelf leert voorstellen of anderszins uiterlijk en kleding kan beschrijven. Uit de methode kozen we voor hoofdstuk 26 uit “English Vocabulary in Use” (McCarthy and O'Dell, 2009) om daaruit dit leerdoel te halen: “You already know most of the everyday words for clothes, today you’ll learn about the less familiar items or parts.” Dit zijn de onderdelen van de les: •
De begin situatie. De groep bestaat uit medestudenten die het leuk zullen vinden aan de lesactiviteit deel te nemen. Vooral als er een prijs is. Snoep of chocola.
•
Wat betreft het niveau zou deze les ook in de onderbouw gegeven kunnen worden omdat er voortgeborduurd wordt op vertrouwde woorden en basisbegrippen die met zelf, uiterlijk en de directe omgeving te maken hebben (Staatsen, Heebing and Renselaar, 2009).
•
Ongeacht het niveau is het realistisch te verwachten dat na afloop van de les iedereen twee of meer nieuwe begrippen (met betrekking tot kleding) kan herhalen en terugvertellen.
•
De activiteit vraagt dat een klas in een redelijk grote groepen, teams van 6 tot 7 personen kan samenwerken.
•
Tijdens de activiteit wordt er individueel getoetst of een woord wel of niet bekend is.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.4
1#9
p-Taak 1.4
Onderwijsregelkring, motivatie en aanpak. Omdat de les rondom een specifieke instructie of lesactiviteit moest worden opgebouwd, begonnen Ka-Man en ik bij de instructieselectie en vervolgens formuleerden we een leerdoel en pasten we de instructieselectie aan. Het proces of de drama-activiteit bewaarden we voor in de les en ook de evaluatie van wat en hoeveel de klas had onthouden deden we ter plaatse. De klas gaf de volgende feedback:
What have you learnt? Clothes vocabulary
Aantal keren opgemerkt 11
Were our goals achieved? Yes
9
Speaking, listening, confident to dress up. Very original Great fun Good way to end a class / chapter Clear instructions Little unclear in the beginning, better later on Good PowerPoint
10 7 2 3 6 2
Tops: • Great fun & hilarious! • Summary at the end: good • Good you’re giving the example by wearing the wig. • Competition with 2 teams. • Working with a price is a good idea. • Very out of the box. • Sudden death speed round! • Very good PowerPoint and structure. Tips: • Think about how it should end. • Strict rules for playing. • Not use PowerPoint in the beginning, is not necessary. • Dressing up might be uncomfortable for some students, especially boys. How would you solve this? • Two teams searching for items at the same time: “who gets it first?” • More competitive, speedier. • Only possible in smaller group (not more than 10 in each group). • Make sure the students pay enough attention on naming the items. • A better timer so the game doesn’t pause.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.4
2#9
p-Taak 1.4, bijlage.
PowerPoint bij de les.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.4
3#9
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.4
4#9
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.4
5#9
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.4
6#9
p-Taak 1.4, bijlage.
Lesformulier Teacher(s)
Date:
Class:
Level Students are familiar with everyday words for clothes. Students can produce short sentences i.e. noun, verb and adjective. VMBO 2 (A2) / HAVO 1,2 (B1) / VWO 1,2 (B2)
Curriculum Chapter 26, Clothes (p.60 English Vocabulary in Use).
Preparation Create tasks and print on cards, collect items of clothing, assorted wigs and accessories. Hourglass. Small prize for winning team. Bring a jam-jar or a hat to pull the cards from. Lesson plan on a PPT, onscreen!
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.4
7#9
Learning outcome You already knew most of the everyday words for clothes, today you learned about the less familiar items or parts.
Lesson activity: quizzical game. 0-5
5-15
Welcome. Today we are learning about less familiar items or parts of clothing and how you can use these words in short sentences. We are going to play a game in two teams. -
Split the class in two teams –
Teacher activity
Teacher / Student activity
The first person draws a card form the hat, reads the card and acts out the instruction. You may use a mannequin.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.4
8#9
-
Each team now volunteers a mannequin –
Shall we try a card together? -
do a dry run –
Everybody ready to play? Let’s’ start 15-25
Play the game
25 - 30
Summarise lesson with a Q&A and/or mind-map then tidy-up the classroom
Student activity Teacher / student activity
Evaluation The lesson worked well in particular when the game was concluded with a dress-your-mannequin-in-as-many-items-as-possible-within-30 seconds-race followed by a round of Q&A. By asking the students questions some of the new words and the more complex tasks such as “dress (him) smart” and “dress (her) elegant” could be discussed in more detail.
p-Taak 1.4
Literatuur Print • • • •
Geerts, W, and René van Kralingen. Handboek Voor Leraren. Bussum: Coutinho, 2011. McCarthy, Michael, and Felicity O'Dell. English Vocabulary In Use. Cambridge: University Press, 1995. Slooter, Martie. De Vijf Rollen Van De Leraar. Amersfoort: CPS, onderwijsontwikkeling en advies, 2009. Staatsen, Francis, Sonja Heebing, and Edy van Renselaar. Moderne Vreemde Talen In De Onderbouw. Bussum: Coutinho, 2009.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.4
9#9
p-Taak 1.5
Beeld van jezelf in relatie tot het beroep van docent. In deze opdracht vergroot ik mijn beeld van wat iemand tot een goed docent maakt. Ik koos voor product B en onderzocht de SBL competenties en dan met name de specifieke beroepscompetenties van docenten in het middelbaar beroepsonderwijs (Bruin en Münstermann, 2012). Er zijn drie deelproducten: een overzicht van SBL competenties waar ik eerder mee te maken heb gehad, overige SBL competenties en dan in relatie tot het middelbaar beroepsonderwijs en een “professioneel ontwikkelingsplan”. Ik plaatste de deelproducten in een voor mijn ontwikkeling relevante chronologische volgorde en voegde mijn c.v. toe.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.5
1#9
p-Taak 1.5, deelproduct 1.
Een overzicht van eerdere SBL competenties (VO) In de tabel hieronder is een overzicht opgenomen van de competenties waarmee ik al te maken heb gekregen. Dit was in de periode november 2014 – februari 2015 tijdens mijn eerste baan in het VO en in het kader van werkplekleren 1. In het WPL1 verslag reflecteerde ik al op deze competenties. Vervolgens veranderde ik van school, van lesgeven in de onderbouw naar lessen bovenbouw, van het vak engels naar informatica en voor dat vak en op mijn huidige werplek, ben ik vooral de competenties 1.1b en 3.1a verder gaan ontwikkelen. Ik vind namelijk dat ik nog veel te leren heb over het gedrag van de puber of adolescent in relatie tot de cultuur waarin ze opgroeien. Omdat ik jarenlang in het Verenigd Koninkrijk woonde en werkte weet ik te weinig van hun maatschappelijke belevingswereld. Ook wat betreft de taal, heb ik een achterstand. Bij lessen engels speelde dit niet zo maar voor mijn eigen vak ken ik de Nederlandse termen (nog) niet of ben ik juist veel woorden vergeten. Ik denk dat door de juiste woordkeuze mijn instructie duidelijker zal worden en dat de aansluiting van mijn lessen op de voorkennis en het niveau van de leerling, zal verbeteren. Wat betreft de inhoudelijke invulling, de lesactiviteiten zelf, daarover ben ik tevreden. Immers het zal altijd wel een uitdaging blijven om in de lesopzet de juiste balans te vinden tussen docent en leerling gestuurde activiteiten, het gebruik van materiaal uit het boek of juist uit andere bronnen en ik denk dat het een kwestie van ervaring is om te ontdekken wat wel of niet werkt.
1.1a 1.1b 2.1a 2.2b 3.1a
4.1a 5.1a 7.1a
Omschrijving Ik beheers sociale en communicatieve vaardigheden. Ik kan sociale interactie in een klas herkennen en verklaren. Ik heb een beeld van de leef en belevingswereld 12-18 jarigen. Ik stimuleer zelfstandigheid en initiatief bij de leerlingen. Ik kan onderwijsactiviteiten voorbereiden en didactische keuzes daarin onderbouwen. Ik kan plannen en structureren. Ik kan – in verschillende rollen – samenwerken in een team. Ik kan reflecteren op mijn eigen professionele ontwikkeling en studiegedrag.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.5
Reflectie VO Deze competentie wil ik verder ontwikkelen. Deze competentie wil ik verder ontwikkelen. -
2#9
p-Taak 1.5, deelproduct 2.
Een overzicht van overige SBL competenties (MBO). In de tabel hieronder is een overzicht opgenomen van de overige SBL competenties en voor de reflecties refereer ik naar de gesprekken die ik had op het Landstede MBO in Zwolle waar ik na de zomer ga werken op de zogenaamde Media Academie. Ik had mij voorbereid op deze gesprekken door de verschillen tussen de beroepscompetenties voor docenten VO en MBO te onderzoeken (Bruin en Münstermann, 2012): • •
• •
• •
De mbo-docent moet leeractiviteiten kunnen ontwerpen die in het perspectief van de loopbaan van de deelnemer betekenisvol zijn. De mbo-docent moet voorlichting kunnen geven over de opleidingen aan (potentiële) studenten en hun ouders/verzorgers en aan bedrijven of instellingen die leerwerkplekken bieden of kunnen gaan bieden. De gemiddelde mbo-student vraagt om een praktijkgestuurde didactiek. De mbo-docent moet in staat zijn het binnen- en buitenschoolse leren en de interne en externe begeleiding van zijn of haar studenten goed op elkaar af te stemmen. Docenten in algemeen vormende vakken in het mbo moeten altijd de toepassing van hun vak in de beroepscontext zoeken. Docenten beroepsgerichte vakken in het mbo moeten in hun onderwijs ook taal- en rekentaken opnemen op het vereiste niveau.
Het volledige rapport is te vinden op het internet (Rapport 34 LOOK, 2012)
1.2a
1.2b
1.3a
Omschrijving Ik schep een klimaat voor samenwerking.
Ik spreek aan op ongewenst gedrag / ik stimuleer gewenst gedrag. Ik maak leerlingen mede verantwoordelijk.
2.2a
Ik stem mijn taal en omgang af op mijn leerlingen.
2.2c
Ik herken en houd rekening met verschillen.
2.3a
Ik signaleer ontwikkeling – of gedragsproblemen. Ik kan evaluatiemiddelen ontwerpen.
3.2a
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.5
Reflectie (MBO) Praktijk leerlingen moeten in teams aan projecten kunnen werken en het is belangrijk dat ik de taken zo verdeel dat ik op het talent van het individu aansluit. De school is de werkvloer er gelden dezelfde regels / correcties als op het werk. Ik ga ervan uit dat leerlingen verantwoordelijk (willen) zijn en verantwoordelijkheid kunnen (leren) nemen. Ik verdiep mij in de Nederlandse cultuur en zoek engelse termen op. Ik ga actief op zoek naar het individuele talent en zet deze in bij projecten. Ik bespreek signalen en vraag om advies. Ik bespreek evaluatiemiddelen en leg verantwoording af.
3#9
3.2b 3.2c
3.3a 4.2a
4.2b 4.3a
Ik maak gebruik van moderne middelen. Ik herken en houd rekening met verschillen (in de uitvoer van mijn onderwijs). Ik herken en houd rekening met leerproblemen. Ik maak afspraken met de leerlingen en ik ben daarin consequent. Ik organiseer mijn lokaal en leermiddelen effectief. Ik houd een lange termijn planning aan.
5.2a
Ik geef en ontvang collegiale feedback.
5.2b
Ik ontwikkel (samen met collega’s / de school) onderwijsmateriaal Ik werk (samen met collega’s) aan de ontwikkeling en verbetering van de school Ik maak gebruik van feedback van leerlingen en collega’s. Ik kan mijn eigen professionele ontwikkeling sturen. Ik stem mijn professionele ontwikkeling af op ontwikkelingen in de school Ik kan wat ik als docent doe vanuit een visie verantwoorden.
5.3a
7.2a 7.2b
7.3a
7.3b
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.5
Ik oefen met zelfstandig werken en digitale leermiddelen. Ik maak tijd voor individuele uitleg. Ik bespreek signalen en vraag om advies. (Verder ontwikkelen)
(Verder ontwikkelen) Ik maak studieplanners en overleg de planning met de leerling Ik ontvang / geef collegiale feedback in de traditie van de cultuur van de collega. Ik wordt verwacht onderwijsmateriaal te ontwikkelen. Ik wordt verwacht aan de ontwikkeling van de school bij te dragen. (Verder ontwikkelen) Ik wordt verwacht mijn praktijkervaring in te zetten. Ik wordt verwacht mijn ontwikkeling en contacten terug te koppelen naar de school. (Verder ontwikkelen)
4#9
p-Taak 1.5, deelproduct 3.
Professioneel ontwikkelingsplan (POP) Uit de deelproducten 1 en 2, de SBL competenties, komen vier aandachtspuntennaar voren. Twee op het gebied van de organisatorische competenties en twee op het gebied van reflectie en ontwikkeling. Dit zijn die punten nogmaals: 4.2a
Ik maak afspraken met de leerlingen en ik ben daarin consequent.
4.2b
Ik organiseer mijn lokaal en leermiddelen effectief.
7.2a
Ik maak gebruik van feedback van leerlingen en collega’s.
7.3b
Ik kan wat ik als docent doe vanuit een visie verantwoorden.
Het is goed mogelijk dat de vier aandachtspunten uit de SBL competenties samenhangen. Zo zou ik door het helder krijgen van mijn (onderwijs)visie en door regelmatiger te evalueren met mijn omgeving, collega’s en leerlingen, tot betere afspraken kunnen komen. Goede afspraken kun je consequenter handhaven. Het is vanuit zo’n stevige basis dan maar een kleine stap naar effectiever en planmatiger werken, meer rust voor jezelf en in de klas. Door mijn nieuwe baan ben ik ook een stap dichter bij het vormgeven en realiseren van twee eerdere professionaliseringsdoelen namelijk: -
Korte termijn. Zijn er aspecten van het beroep van docent die in het verlengde liggen van eerder opgedane ervaringen en kan ik herintreden? In het MBO is ruimte voor de docent met praktijkervaring.
-
Lange termijn. Zijn er nieuwe inzichten te winnen en is er dan ruimte voor het verder werken aan creatief leren en het geven van (voortgezet) onderwijs in mijn eigen vakgebied, multimedia en programmeren en kan die stap beter gemaakt worden vanuit een bevoegdheid docent Engels of Wiskunde? De didactiek voor moderne vreemde talen zou wel eens vakoverstijgend kunnen zijn voor informatica en dan met name voor de applicatie ontwikkeling en het programmeren waarbij het accent ligt op de communicatieve aspecten (met de computer enerzijds en de gebruiker anderzijds). Op mijn nieuwe school wordt ik verwacht vanuit deze visie, lessen te verzorgen en ander materiaal te ontwikkelen.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.5
5#9
p-Taak 1.5, bijlage.
Curriculum Vitae
Naam: Geboortedatum: Geboorteplaats: Adres: Telefoon: Email:
Christina Francina Sylvia Bot 10 April 1969 Groningen Quintusweg 6, 9751 VW Haren 10 Cherry Road CH3 5DX Chester +31 (0)50 280 70 92 (Nederland) +44 (0)7854 554 350 (UK)
[email protected]
Opleidingen 2014 2005 1995 1991 1989
Heden 2008 (diploma behaald) 1996 (diploma behaald) 1994 (diploma behaald) 1991 (diploma behaald)
1981
1988 (diploma behaald)
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Docent Engels Multimedia & Graphic Design (Glwndwr University, UK) Historische Informatiekunde (Rijksuniversiteit Leiden) Archeologie & Alfa-Informatica (Rijksuniversiteit Groningen) Propedeuse Kunst, Architectuurgeschiedenis & Archeologie (Rijksuniversiteit Groningen) Gymnasium A met Engels en Wiskunde (WLG, Groningen)
Profiel Na mijn studie aan de Rijksuniversiteit Groningen begon ik als docente in het volwassenenonderwijs en kreeg ik in 1997 een onderwijskundige aanstelling bij Microsoft in Manchester (Verenigd Koninkrijk). Ik vestigde mij permanent in Engeland en maakte onderwijstoepassingen, educatieve multimedia en internet applicaties. Ik vervolgde mijn opleiding aan een Engelse Universiteit en leerde daar de taal op academisch niveau beheersen. Ik behaalde klassieke grafische vaardigheden en vervolgde mijn loopbaan als multimedia ontwikkelaar. Terug in Nederland, in 2012, met mijn tweetalige gezin, oriënteerde ik mij opnieuw op het onderwijs. Ik startte met multimedia lessen en game design cursussen voor leeftijden 9 en ouder en sinds 2014 werk ik ook in het voortgezet onderwijs. Ik geef Engels (onderbouw) en Informatica (bovenbouw) en mijn leerlingen krijgen met praktijkervaring verrijkte lessen. Ik blijf ook mijzelf ontwikkelen. Gestaag groei ik door naar een gecombineerde lesbevoegdheid Engels / Informatica.
Werkervaring 2015
SG van der Capellen
Docent Informatica
Dollard College,
Docent Engels
Zwolle
2014 2015
Winschoten
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.5
Bovenbouw, 4 HAVO. Taken: Lessen voorbereiden en geven, 4 lesuren in HTML5 / CSS3 / Beeldverwerking - Gimp (2.8) / Informatie digitaal / Communicatie en taal / WebDesign / Animatie: Flash / Besturingssysteem / Computernetwerken / Computers en randapparatuur / Geschiedenis van de computer / Toepassing: Arduino, / Algoritmen en Programma's, Programmeren& Programmeertalen / Games ontwerpen en programmeren / GameMaker / JavaLogo / Pascal (Lazarus) / PHP / Puzzels en Spelletjes / Relationele databases /Database & Databasemanagement / Informatiemodellering / Database bouwen - Normaliseren / Access / SQL / Organisatie, projecten en projectmatig werken / Informatiesystemen ontwikkelen / Social Media & WebApps.
Onderbouw 1+2 VMBO/tl, 2 HAVO en steunlessen 2 HAVO/VWO. Taken: Lessen voorbereiden en geven, 11 lesuren.
6#9
2012 2014
Stages & beroepsoriëntatie
Herintreding onderwijs
2014 – Voorbereidingstraject voor zij-instromers in het onderwijs (voorlichting, uitvoerige intake, starterworkshop, oriënterende stage) door het OSGmetrium / rbo / DOCENTTALENT.
(Nederland)
2014 - Stage “kennismaking met de onderwijspraktijk” engels en wiskunde, tweetalig voortgezet onderwijs. Certificaat behaald. Taken: Lessen observatie 8 uren, lessen voorbereiden en geven 2.5 uren (Carmelcollege Emmen, Piter Jelles Leeuwarden, CSG Liudger Drachten). 2013- Workshops. Taken: het onderwijzen en begeleiden van middelbare scholieren bij het ontwikkelen van games. 2012 – (Vrijwilliger bij) De Jonge Onderzoekers in Groningen Taken: Het begeleiden van basisscholieren bij het ontwikkelen van websites en games.
1997 2014
Multimedia Ontwikkeling & e-Learning, Engelstalig
Bedrijfsleven (Verenigd Koninkrijk)
Taken: ontwikkeling van educatieve software, games en internet toepassingen (voor onderwijs en training), leiding gevend en als ontwikkelaar / programmeur. Competenties: Engelse Taal & Cultuur, Educatieve Multimedia, Web / Multimedia / Applicatie / Game Ontwikkeling, Redactie & Vertalen, Programmeren, Grafische Vormgeving, Project Leider, Training & Product Ondersteuning. Werkgevers: Pennant plc Manchester, AstraZeneca plc Wilmslow / Alderley Edge, Amaze Limited Liverpool, Lloyds TSB plc Manchester, NCC Education for Microsoft plc Manchester.
1995 1997
Docent ICT & Microsoft Office Consulent
Onderwijs (Nederland)
Taken: Lessen voorbereiden en geven, 8 lesuren. Volwassenenonderwijs & Cursussen o.a. voor Correct Opleidingen, Rotterdam.
Overig Software & Programmeren:
Andere vaardigheden: Hobby’s: Talen: Rijbewijs:
JavaScript, jQuery, MySQL, T-SQL, OO- and Data Access Technologies, CSS, Adobe Creative Suite (PhotoShop, Illustrator), Dreamweaver, XML, XSLT, HTML5, (X)HTML, PHP, Director, Flash ActionScript, Eclipse, Visual Studio, SourceSafe, Prolog, Lisp, Oberon, VB, VB.NET, C#, VBScript, DTP (QuarkXpress, InDesign), Microsoft Office, SQL Server, relational database design, Stored Procedures, Triggers, SharePoint and SharePoint Team Services (.NET), Documentum, eRoom, Web Services, Web Parts, Widgets, Plugins, Zend, ASP, ASP.NET, VB.NET, WordPress, PivotX, GameMaker, JavaLogo, Analyse, Design & Vormgeving, UML, Objectgeoriënteerd Programmeren, Relationele Databases (SQL). Docent ICT (volwassenen, onbevoegd), Grafisch Ontwerper (Member of Chartered Society of Designers, 2007), Multimedia & Web Ontwikkelaar. Engelse Taal & Cultuur, Sport (Zeilen, Zwemmen & Hardlopen), Nederlandse Literatuur, Bijlagen in The Sunday Times & Observer, TV (BBC), Musea & Tentoonstellingen, Cultuurhistorie, Architectuur, Natuur & Kamperen (Wales, de kust of onze mooie Waddeneilanden). Nederlands (vloeiend) / Engels (near-native). Diverse programmeertalen. B
Referenties Op verzoek.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.5
7#9
p-Taak 1.5, bijlage.
Reflectievragen Mijn antwoorden op de reflectievragen: 1. Overwegend koos ik voor producten en activiteiten waarvoor ik al veel materiaal thuis had en verwerkte ik informatie uit gesprekken met contacten via werk, bijeenkomsten en dergelijke. 2. Het schrijven van het verslag voor de p-taak heeft mij veel tijd gekost met name het nalezen van de tekst, de bronvermeldingen en het corrigeren. Verantwoording uren (> 120 uur) •
• • • • • • • • • • • • •
Bladeren door de opdracht en het aanbrengen van “post-its” met ideeën voor de uitvoer en dan naar de zolder om mappen en dossiers met knipsels te vinden (4 uur). Bladeren door boeken uit de boekenkast thuis (4 uur). Internet (tijdens het schrijven, tijd onbekend). Uitwerken van de onderdelen 1 t/m 5 in klad (40 uur). Website ontwerp voor onderdeel 1.2 (4 uur). Onderdeel 1.2 aanvullen en corrigeren (8 uur). Website bouwen en onderdeel 1.2 publiceren (8 uur). Onderdeel 1.1 aanvullen en corrigeren (8 uur). Onderdeel 1.5 aanvullen en corrigeren (8 uur). Onderdeel 1.4 aanvullen en corrigeren (4 uur). Onderdeel 1.3 aanvullen en corrigeren (8 uur). Binder maken, printen en doorlezen (4 uur). Foutjes in navigatie website (1 uur) en zoekfunctie (1 uur). Interviews. Gebruikersdag, Symposiumdag, Gesprekken op het Landstede in Zwolle (32 uur).
3. Onderdeel 1.5 heeft mij veel nieuwe inzichten gegeven. Vooral het onderzoek naar de verschillen tussen VO en MBO vond ik leuk. Ook prettig was dat ik bestaand materiaal voor de p-taak kon gebruiken en dat ik met de dossiers die ik al enige tijd heb liggen, iets heb kunnen doen. 4. De belangrijkste van die inzichten noemde ik al eerder in onderdeel 1.5 onder POP. 5. Ik leerde veel van de fouten die ik maakte bij het schrijven van WPL1 en met betrekking tot de uitvoer zou ik het dus weer zo aanpakken, dat ik een verslag eerst in grote lijnen opzet en dan pas de onderdelen ga invullen (Tip van een mede student Nederlands). 6. De opbrengst van de p-taak is dat ik mijn onderwijs visie aanscherpte en de competenties beter begrijp. Ik denk ook dat het voor mijn studie belangrijk is dat ik mij nu beroepsmatige meer ontwikkel. Immers met mijn vakkennis, zowel het engels als de informatica, zit het wel goed.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.5
8#9
p-Taak 1.5
Literatuur Print • Bruin, M., en Münstermann, H. “Specifieke beroepscompetenties van docenten in het middelbaar beroepsonderwijs”. Rapport 34 (LOOK, 2012) of download http://www.ou.nl/documents/14300/da1bb3c8-9ee4-45a2-ad9d5ae5933bc51a. Web • • •
Elo.nhl.nl,. “De competentiebibliotheek”. N.p., 2015. Web. Opgevraagd 4 juni 2015. Leraar24,. “Dossier: Competenties In Beeld”. N.p., 2009. Web. Opgevraagd 4 juni 2015. Open Universiteit, “Specifieke beroepscompetenties van docenten in het middelbaar beroepsonderwijs”. N.p., 2015. Web. Opgevraagd 4 juni 2015.
CFS Bot 403109 Engels p-Taak 1.5
9#9