Stroomverbruik
PGRT
Algemene informatie over stroomverbruik
Algemene informatie over stroomverbruik BELANGRIJK! Om beschadiging van de accu te voorkomen, moet de laadcapaciteit van de dynamo worden aangepast aan het stroomverbruik. De accu's, de dynamo en het stroomverbruik moeten aan de rijcyclus aangepast zijn en in laadbalans zijn met elkaar.
Stroomverbruik berekenen Alvorens extra uitrusting aan te sluiten, moet het stroomverbruik worden berekend om de sterkte vast te kunnen stellen van de zekeringen en de kabels. Als twee van de drie eenheden P, U of I bekend zijn, dan kan de derde worden berekend aan de hand van de volgende formule (zie de afbeelding):
U=
P I
I=
P U
P=UxI
U •
P = vermogen in watt (W)
•
U = spanning in volt (V)
•
I = vermogen in ampère (A)
I
315 936
P
Voorbeeld: Vermogen P = 200 W, spanning U = 24 V I=
200 W => I = 8,3 A 24 V
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
1 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Dynamo
Dynamo De laadbehoefte van de dynamo varieert afhankelijk van de rijcyclus. • Herhaaldelijk starten van de motor en lange perioden stationair draaien zijn minder effectief voor het laden van de accu's dan rijden over lange afstanden. • De stroom die van de accu's wordt afgenomen moet ongeveer binnen een etmaal worden opgeladen. • Wanneer met het voertuig wordt gereden bij lage temperaturen, dan laden de accu's aanzienlijk slechter dan bij hogere temperaturen. De dynamo wekt minder stroom op bij lage toeren. De laadstroom neemt aanzienlijk toe als het motortoerental wordt verhoogd van 500 omw/min (stationair toerental) naar 600 omw/min. Zie het voorbeeld in de onderstaande tabel. De waarden gelden bij kamertemperatuur. De laadstroom daalt met ongeveer 10% als de dynamo heet is (ca. 80 ºC). De onderstaande tabel toont 4 voorbeelden van dynamo's. Motortoerental 500 omw/min 600 omw/min 700 omw/min 800 omw/min 1.000 omw/ min 1.200 omw/ min 1.600 omw/ min
Bosch Prestolite 80 A 100 A 150 A 36 A 40 A 87 A 48 A 62 A 124 A 56 A 74 A 137 A 62 A 80 A 145 A 70 A 88 A 155 A
Melco 150 A 77 A 87 A 100 A 107 A 118 A
100 A 52 A 66 A 74 A 80 A 90 A
75 A
94 A
162 A
124 A
97 A
80 A
100 A
167 A
132 A
100 A
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
2 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Dynamo
Variabel stationair toerental De functie Variabel stationair toerental is er om te zorgen dat de accu's voldoende laadstroom ontvangen. Hiertoe wordt het stationair toerental verhoogd tot maximaal 640 omw/min. De functie kan worden gedeactiveerd via SDP3 (Scania Diagnos & Programmer 3) als voor de carrosserie-uitrusting een ingesteld motortoerental binnen het regelgebied van de functie nodig is (maximaal 640 omw/min). De functie is aangebracht bij voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak en de volgende chassisserienummers:
De functie is aangebracht bij voertuigen met een Allison automatische transmissie en de volgende chassisserienummers:
Productieperiode voertuig Productielocatie
Productieperiode voertuig Productielocatie
Södertälje Zwolle Angers
Chassisserienummer 2006-08-24 2 019 338 5 153 303 9 112 570 -
Södertälje Zwolle Angers
Chassisserienummer 2007-01-24 2 023 609 5 166 343 9 117 160 -
N.B.: • Als de dynamo te weinig stroom levert, zal de functie vaker worden geactiveerd. Houd daarom altijd rekening met het stroomverbruik en het type rijcyclus bij het kiezen van de dynamocapaciteit. • Als de carrosserie-uitrusting een hoog stroomverbruik heeft, dan moet het werkgebied hoger zijn dan 640 omw/min ter compensatie van een lagere laadstroom van de dynamo bij lage motortoerentallen.
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
3 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Dynamo
Aangepast accu laden De functie Aangepast accu laden kan alleen worden gecontroleerd door de bestuurder en is alleen verkrijgbaar bij voertuigen met de volgende chassisserienummers: Productieperiode voertuig Productielocatie Södertälje Zwolle Angers
Chassisserienummer 2007-10-23 2 031 571 5 188 732 9 125 979 -
De functie kan worden geactiveerd of gedeactiveerd met behulp van SDP3. Met behulp van de functie Aangepast accu laden kan de accuspanning worden gevarieerd op basis van de accutemperatuur. De waarde kan variëren tussen 26 V en 30 V. De laadspanning is normaal gesproken 28,3 V. Bij een lage accutemperatuur hebben de accu's een hogere laadspanning nodig voor optimaal laden. Bij een hoge accutemperatuur is een lagere laadspanning benodigd voor optimaal laden. Bovendien verdampt accuvloeistof minder bij een lagere laadspanning. Deze functie komt het beste tot zijn recht onder extreem koude of warme omstandigheden of tijdens bediening waar de accu's afwisselend zeer sterk worden ontladen (blootgesteld aan elektrische belasting) en geladen. Met behulp van de functie worden de accu's tevens sneller opgeladen wanneer het elektrische systeem is gebruikt bij een afgezette motor.
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
4 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Dynamo
De laadcapaciteit van de dynamo De dynamo moet over voldoende laadstroom beschikken om stroomverbruikers van stroom te voorzien en de accu's te laden. Er moet voldoende stroom aanwezig zijn, zodat de accu's niet hoeven te worden gebruik wanneer de motor draait. De dynamo moet over voldoende capaciteit beschikken om stroom te kunnen leveren aan de stroomverbruikers en moet tevens een bepaalde overcapaciteit hebben voor het laden van accu's. De volgende overcapaciteit is benodigd van de dynamo: • 15 A voor voertuigen waarmee lange afstanden worden gereden zonder te stoppen (bijvoorbeeld voertuigen voor lange-afstandsvervoer). • 25 A voor voertuigen waar regelmatig wordt gestopt (bijvoorbeeld distributievoertuigen). Methoden voor het controleren van de dynamocapaciteit: • Controleer de systeemspanning wanneer de verbruikers zijn aangesloten en de dynamo bezig is met laden. Als 26,5 V wordt overschreden, dan is er voldoende stroom voor verbruikers en voor het laden van de accu's. De systeemspanning kan worden afgelezen in de instrumentengroep. Deze methode is handig bij voertuigen waar de motor vaak stationair of verhoogd stationair draait (bijvoorbeeld kraanwagens). Controleer de spanning wanneer het motortoerental op normaal bedrijfsniveau ligt en de normale verbruikers minimaal 15 seconden zijn ingeschakeld (een langere periode is nodig bij lage temperaturen). • Om bij benadering te controleren of de capaciteit van de dynamo voldoende is, moet u het stroomverbruik bepalen aan de hand van de onderstaande tabellen en de overcapaciteit er vervolgens bij optellen.
Meer informatie over de instrumentengroep vindt u in het Bestuurdershandboek.
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
5 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Dynamo
Stroomverbruikers, voertuig Koplamp Xenon-koplamp Achterlicht, positieverlichtinglamp LED-achterlichta Positieverlichtinglamp, voor Breedtelicht, achter Breedtelicht, voor Contourverlichting LED-contourverlichting Instrumentenpaneelverlichting Ventilatormotor Ruitenwissers Radio, standaard
Aantal x amperage 2x3A 2 x 1,5 A 4 x 0,25 A 2 x 0,25 A 2 x 0,25 A 2 x 0,25 A 2 x 0,25 A 2–8 x 0,25 A 2–8 x 0,05 A 20-30 x 0,05 A 1 x 0,25–14b A. 1x4A 1x2A
a. Met positieverlichtinglamp, breedtelicht en kentekenplaatverlichting. b. Als de contactschakelaar in de rijstand staat, de ventilatormotor constant draait (ook al staat de ventilatorregeling in stand 0) en vervolgens ca. 0,25 A verbruikt. Bij een maximaal ventilatortoerental is het verbuik van de motor 10-14 A.
Stroomverbruikers, volgwagen Achterlicht, positieverlichtinglamp LED-achterlichta Contourverlichting LED-contourverlichting Breedtelicht Laadruimteverlichting
Aantal x amperage 4 x 0,25 A 2 x 0,25 A 8 x 0,25 A 8 x 0,25 A 2 x 0,25 A 4x2A
a. Met positieverlichtinglamp, breedtelicht en kentekenplaatverlichting.
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
6 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Dynamo
Stroomverbruikers, optionele uitrusting Extra verlichting Contourverlichting LED-contourverlichting Dakverlichting, buiten Laadverlichting Elektrisch verwarmde stoelen Elektrisch verwarmde spiegels Koelkast Elektrische retarder Accuverwarming Laadklep Extra verwarming cabine: Motor- en cabineverwarming, Eberspächer Cabineverwarming, Eberspächer Pauzeverwarming Keukenmodule: Magnetron Koffiezetapparaat, warm houden of koffie zetten Extra cabinekoeling
Richtwaarden (aantal x amperage) 2–4 x 3 A 4–6 x 0,25 A 2–8 x 0,05 A 1x4A 2x4A 2 x 2,5 A 2 x 5–14a A 1x2A 1 x 100–200 A 1 x 10 A 1 x 100 A
Deel van werktijd 50% 100% 100% 50% 50% 25% 25% 60% 5–10% 25–50% 25%
=6A =3A =4A 1 x 40 A bij vol vermogen 1 x 10 A of 20 A 15 A
25%
a. Temperatuurafhankelijk
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
7 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Accu's
Accu's De accu's worden gebruikt voor het leveren van spanning naar de startmotor en zijn een krachtbron voor stroomverbruikers wanneer de motor is afgezet. De accucapaciteit moeten worden gekozen, zodat nooit meer dan de helft van de capaciteit wordt ontladen. Als de accu's veelvuldig worden ontladen (meer dan 80%), dan wordt de levensduur snel verkort. Het accuvermogen (Ah) wordt bepaald door het niveau (A) en de periode (h) van stroomverbruik wanneer de motor is afgezet. Er moeten waarden worden toegevoegd voor stroom die rechtstreeks van de accu's wordt getrokken tijdens korte pauzes en laden en lossen. Als het voertuig is uitgerust met nachtuitrusting, moet de accucapaciteit dienovereenkomstig worden gekozen. Een overnachting in de cabine met draaiende extra verwarming en andere comfort- en communicatie-uitrusting levert een verbruik op van ca. 40–80 Ah. Gebruik indien mogelijk de ACC-stand in het contactslot in plaats van de rijstand om het stroomverbruik te verminderen, zodat de levensduur van de accu's wordt verlengd. In de rijstand is het gehele elektrische systeem geactiveerd, waardoor het stroomverbruik toeneemt alsmede de snelheid waarmee de accu wordt ontladen.
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
8 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Accu's
Dubbel accusysteem In 2013 werd een dubbel accusysteem geïntroduceerd, bestaande uit 2 + 2 accu's zoals hieronder beschreven:
1
• Afzonderlijke startaccu's voor de startmotor • Verbruikersaccu's voor andere elektrische verbruikers bij afgezette motor. De capaciteit en het laadvermogen van de accu's zijn goed op hun taken berekend. Voor bepaalde carrosserieën wordt een dubbel accusysteem aanbevolen, dat af fabriek gemonteerd kan worden besteld.
N.B.: Gebruik geen spanningsbeveiliging in combinatie met dubbele accu's. De verbruikersaccu's zijn bestand tegen diepe ontlading zonder risico op startproblemen. Een spanningsbeveiliging is niet nodig en belet maximaal gebruik van de verbruikersaccu's.
2
3 358 224
De functionaliteit van de dubbele accu's (energie en vermogen) is vergelijkbaar met accu's van 225 Ah.
1. Startaccurelais 2. Startaccu 3. Verbruikersaccu
Meer informatie over dubbele accu's vindt u in het document Dubbel accusysteem.
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
9 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Accu's
Plaats De accu's bevinden zich in de accubak op het frame. BELANGRIJK! Als een stroomverbruiker actief is, bijvoorbeeld als de knop voor interne achtergrondverlichting in de middelste stand staat, en een of meer lampen in de cabine lange tijd branden, lopen de verbruikersaccu's snel leeg. Het zal dan niet mogelijk zijn om het voertuig te starten zonder eerst de verbruikersaccu's op te laden of de circuits handmatig te sluiten. 1
2
359 471
Volg de instructies voor starten met een hulpaccu in het Bestuurdershandboek.
3
1. Startaccurelais 2. Startaccu’s 3. Verbruikersaccu's
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
10 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Accu's
Dynamo- en accucapaciteit Voertuigtype Voertuigen met beperkte extra elektrische uitrusting
Dynamo 80 A
Distributievoertuigen met laadklep
80/100 A 100 A 100 A
Distributievoertuigen met laadklep die korte afstanden afleggen en regelmatig laden en lossen
Voertuigen voor lange-afstandsvervoer met extra verwar- 100 A ming, keukenmodule, kortestopkoeler of PC Houtvrachtwagens, tankwagens en andere voertuigen waarmee veelvuldig bij een laag motortoerental wordt gereden
100 A
Accucapaciteit 180 Ah in koud klimaat 140 Ah in heet klimaat 180 Ah 225 Ah 180 Ah 225 Ah 180 Ah 225 Ah 180 Ah 225 Ah
Als de voertuigen zijn geproduceerd tot en met de hieronder genoemde datum, dan is 175 Ah in plaats van 180 Ah en 220 Ah in plaats van 225 Ah van toepassing. Productieperiode voertuig Productielocatie Södertälje Zwolle Angers
Chassisserienummer - 2006-03-20 - 2 015 890 - 5 144 108 - 9 108 717
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
11 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden
PGRT
Stroomverbruik Accu's
Koude motorstart Voor een betrouwbare koude motorstart raadt Scania de volgende accucapaciteiten en accusystemen aan afhankelijk van de buitentemperatuur: Stroomverbruik bij afgezette motor Laag Medium Hoog
Accu -20°C -10°C 225 Ah 180 Ah 225 Ah 225 Ah 225 Ah/DBS 225 Ah
> 0? 140 Ah 180 Ah 225 Ah
Dubbel accusysteem -20°C -10°C > 0?
*
*
*
* Bij deze temperaturen raadt Scania een dubbel accusysteem aan in geval van een hoog stroomverbruik bij niet-draaiende motor.
11:30-01/02 Uitgave 7 nl-NL
12 (12) ©
Scania CV AB 2015, Sweden