PEDAGOGISCHE ONDERSTEUNING
Een passie voor passief De school vanuit christelijke inspiratie oriënteren naar duurzame ontwikkeling
A
an de hand van een artikelenreeks in de tijdschriften van het VSKO worden de scholen geïnformeerd en gemotiveerd om zich vanuit christelijke inspiratie te oriënteren naar duurzame ontwikkeling. Don Bosco in Groot-Bijgaarden schreef in op het passief bouwproject waarmee de Vlaamse regering in 2008 het licht op groen zette voor de bouw van 25 passiefscholen, verspreid over alle provincies. De keuze om in te stappen in het passiefbouwproject lag voor algemeen directeur Tony Cornelis voor de hand. Het was voor de secundaire school immers al jaren een prioriteit zo weinig mogelijk energie te gebruiken. Momenteel wordt de kelderverdieping van de nieuwbouwvleugel opgetrokken en het team hoopt dat de werken eind 2014 voltooid zullen zijn. Algemeen directeur Tony Cornelis geeft zijn passie voor ecologie en duurzame infrastructuur door aan het team.
Inspiratie voor duurzame ontwikkeling en EDO Hoe is het engagement voor duurzame ontwikkeling concreet zichtbaar in uw dagelijks leven? Tony Cornelis (algemeen directeur): Sinds mijn jeugd ben ik eigenlijk al gepassioneerd bezig met de natuur en de zorg voor de natuur. Als ingenieur bouwde ik dertig jaar geleden al een passiefwoning ‘avant la lettre’. Toen ik hier directeur werd, heb ik mijn gedrevenheid voor ecologie en duurzame infrastructuur doorgegeven. Welke visie ligt aan de basis van de keuze voor duurzame ontwikkeling op deze school? Peter Leys (pedagogisch directeur): De opvoedingsdoelen (die een vertaling zijn van het gedachtegoed van onze stichter Don Bosco) zijn richtinggevend om op school aan duurzame ontwikkeling te doen. We zijn namelijk in de eerste plaats allemaal verantwoordelijk voor het milieu en onze medemensen. Vervolgens zijn we verbonden met de natuur, de medemensen, het heden en de toekomst. Op school reiken we een model aan om op een duurzame wijze met de wereld om te gaan, maar de leerlingen hebben de vrijheid daar al dan niet in hun leven iets mee te doen. We willen in elk geval ook aan jongeren het
besef meegeven dat de keuze die ze in alle vrijheid maken, implicaties heeft in de toekomst. Wat betreft zingeving vloeit het zorgzaam omgaan met de schepping rechtstreeks voort uit de christelijke traditie en vinden we het ook belangrijk dat de leerlingen zich afvragen waar we als mens mee bezig zijn.
Duurzame infrastructuur mogelijk in elke school Welke initiatieven op het vlak van duurzame infrastructuur kunnen ook in nietpassiefscholen worden gerealiseerd? Tony Cornelis: Ook voor scholen die niet meteen de mogelijkheid hebben om een passiefbouw te realiseren kunnen we in functie van duurzame infrastructuur diverse maatregelen nemen. Ook wij hebben reeds veel gerealiseerd in de bestaande gebouwen. In dit kader is het belangrijk om een langetermijnvisie te hebben en masterplannen voor een tiental jaar op te stellen. Op die manier kunnen verschillende werken via verkorte procedures verlopen. Onder meer dankzij het vervangen van oude stookolieketels door gasgestookte hoogrendementsketels met een zeer laag verbruik zijn de energiefacturen jaar na jaar verlaagd. Ook investeerden we in dubbele beglazing, het isoleren van de daken, verlaagde plafonds en energiezuinige verlichting. Het spoelen van de toiletten gebeurt uitslui-
tend met regenwater dat gerecupereerd wordt op de daken. Het vervangen van alle kleine afzonderlijke boilers in de keukens door een centraal systeem, is gepland.
Passiefschool verlaagt het energieverbruik Waarom heeft uw school ingetekend op het bouwproject van een passiefschool? Tony Cornelis: Ik ben me altijd al bewust geweest van de energetische uitdagingen die onze planeet te wachten staat en duurzaamheid is altijd het eerste criterium bij verbouwingen en verbeteringen geweest. Bovendien weegt het energieverbruik heel zwaar door in het budget van een school. Enkele jaren geleden hebben we al een gebouw met laag energieverbruik gebouwd. Passief bouwen is zo’n 15 procent duurder dan traditioneel bouwen. Daarom hebben we dan ook niet geaarzeld om in te tekenen op het proefproject van de Vlaamse Regering dat extra subsidies voorzag. Uit het dossier van de kandidaten voor het passiefbouwproject moest wel blijken dat de school reeds meerdere energiezuinige maatregelen genomen had. De bouw van deze passiefschool is nu de kers op de taart voor ons.
mei 2013
17
Bron foto: mundabor.wordpress.com
Welke initiatieven zijn er in het gebouw voorzien m.b.t. duurzaamheid?
Don Bosco Jan Bosco, later Don Bosco genoemd, werd in 1815 in een stadje niet ver van Turijn geboren. De priester Don Bosco besliste om in een Turijnse volkswijk onder meer een speel- en ontmoetingsruimte, een thuis, een school en een parochie op maat van de jongeren te bouwen. In 1859 stichtte hij, samen met een aantal van zijn jonge medewerkers, een eigen congregatie, die zich noemde naar de H. Franciscus van Sales, de salesianen van Don Bosco. In 1934 werd hij heilig verklaard. Don Bosco was niet zozeer een groot theoretisch en pedagogisch denker, maar in de eerste plaats een man van de praktijk. Hij wilde jongeren op een zinvolle en aangepaste manier tot een beter, rijker, dieper leven brengen. Met het oog op het doorgeven en vertalen van het erfgoed van Don Bosco naar deze tijd, hebben de Vlaamse salesianen daarom een salesiaans, pastoraal-pedagogisch project uitgeschreven, dat als basis en maatstaf dient voor alle salesiaanse organisaties in Vlaanderen. Naar www.donbosco.be
Tony Cornelis: In de studiefase hebben we reeds een gespecialiseerd bedrijf betrokken dat intensief met de vaste architect samenwerkt. Omdat de sector nog volop in ontwikkeling is en er voortdurend nieuwe en betere materialen op de markt komen, hebben we onze plannen regelmatig bijgestuurd tot wat het uiteindelijk moet worden. Er zijn veel ramen in het gebouw opdat we de zon maximaal kunnen benutten. De zonnewering zal ongeveer één meter voor het gebouw staan met een lattenwerk dat kan draaien volgens de zonne-inval. Zo kan de zon in de winter heel goed binnenkomen, terwijl dat in de zomer heel wat minder zal zijn. Daarnaast is er een ventilatiesysteem voorzien dat er voor zorgt dat de leerlingen ook in de zomer in gekoelde klaslokalen les kunnen volgen. Met betrekking tot het energieneutraal zijn, worden er ook zonnepanelen en een recuperatiesysteem van warmte voorzien. Cruciaal voor een passiefbouw is uiteraard een zo goed als luchtdicht gebouw. In het schoolgebouw zal ook een detectiesysteem aanwezig zijn dat op basis van de hoeveelheid daglicht de verlichting regelt. De muren zullen zo’n halve meter dik zijn.
mei 2013
Passiefscholen zijn zo gebouwd dat ze (bijna) geen verwarming nodig hebben. Door goede isolatie, luchtdichtheid, zonnewarmtewinsten via goed georiënteerde ramen en gezond en voldoende ventileren zijn de scholen baanbrekend op het vlak van energieverbruik en luchtkwaliteit. Het energieverbruik van een passiefschool is zo’n 75% lager dan bij een traditioneel schoolgebouw. Dat is belangrijk in de strijd tegen de opwarming van de aarde, maar het zorgt uiteraard ook voor een beheersbare energiefactuur en zo blijven er voor de scholen veel meer middelen voor de inhoudelijke werking over. Toenmalig minister van Onderwijs, Frank Vandenbroucke, maakte voor de voorbeeldprojecten een budget van 21 miljoen euro vrij. De Vlaamse overheid neemt de meerkosten voor de passiefbouw volledig voor haar rekening. Bron: I-mag oktober 2011
In het lastenboek is veel herbruikbaar materiaal opgenomen. Zo hebben we voor het schrijnwerk bewust gekozen voor aluminium i.p.v. hout of plastiek vanwege de recuperatiemogelijkheden. De klasinfrastructuur zal bestaan uit schoolmeubilair hoofdzakelijk uit gerecupereerd materiaal. Zijn er samenwerkingsverbanden voorzien die het streven naar duurzame ontwikkeling in de school zichtbaar maken? Tony Cornelis: In het kader van inzetten op biodiversiteit zullen er in samenwerking met de gemeente groene schermen worden geplaatst. Er komen ook hagen zodat er vogels en insecten in kunnen huizen. We plannen ook composthopen en een kruiden- en groentetuin voor de leerlingen van 1B en het is ook de bedoeling dat na de bouwwerken de kippen terug kunnen komen om een deel van onze overschotten te verwerken. Welke vormen van ondersteuning zijn nuttig voor scholen die ervoor kiezen een soortgelijk bouwproject te starten? Tony Cornelis: Investeren in de samenwerking met een gespecialiseerd bedrijf in de ontwerpfase loont zeker en vast de moeite.
18
PASSIEFSCHOLEN
Persoonlijk heb ik ook een cursus gevolgd over duurzaam en passief bouwen omdat enige kennis m.b.t. duurzame infrastructuur in het kader van zo’n project onontbeerlijk is. Cruciaal is uiteraard de steun van het schoolbestuur. Momenteel zijn de inrichtende machten nog onvoldoende op de hoogte van passiefbouw. Ook directeurs met bouwplannen overwegen een passiefbouw zelden of niet omdat ze over te weinig informatie beschikken. In het kader van expertisedeling en het uitwisselen van ervaringen is het ook aangewezen dat er een netwerk komt voor scholen die in een passiefbouwproject zitten. We kunnen zeker veel van elkaar leren, niet alleen bouwtechnisch of procedureel, maar ook als het gaat over communicatie en pedagogie. Helaas zijn we met de 25 scholen uit het project slechts één keer op initiatief van Agion samengekomen. Het lijkt me ook interessant mochten er bijvoorbeeld lespakketten over passiefbouw in het kader van duurzame ontwikkeling voor de leerlingen worden ontwikkeld.
Mentaliteitswijziging bij de leerlingen beogen Welke initiatieven worden genomen m.b.t. educatie voor duurzame ontwikkeling? Johen Wustenberghs (leerkracht en lid van de Hope- en MOS-werkgroep): Met een aantal leerkrachten van het team hebben we deelgenomen aan het prioritair nascholingsproject over duurzame ontwikkeling ‘onze duurzame school’ van Hogeschool-Universiteit Brussel. Studio Globo was de organisatie die dit project in onze school vormgaf. Op school maakt de werkgroep ‘Hope’ het opvoedingsproject zichtbaar. Dit schooljaar is ons jaarthema ‘Duurzaamheid’ en dit wordt onder meer met een banner op de website gevisualiseerd en op ouderavonden aan de ouders kenbaar gemaakt. Ons team stelde vast dat er op school al veel gebeurt rond het thema en dat we wat betreft milieuwinst zeer goed scoren. Omdat we de educatieve winst bij de leerlingen nog willen vergroten, hebben we besloten in te stappen in het MOS-project. Samen met alle vakleerkrachten hebben we een overzicht gemaakt van het aanbod m.b.t. duurzaamheid dat in
de vakken op klasniveau aan bod komt of kan komen. Daarnaast vinden er ook activiteiten en acties op schoolniveau plaats. Zo hebben we in de eerste graad een brooddozenactie. Op het oudercontact werd een brooddoos voor elke leerling bezorgd, met daarbij ook informatie voor de ouders om ook hen te sensibiliseren. In het ‘Kadee-uur’ berekenden de leerlingen het verschil in kostprijs op jaarbasis tussen het kopen van belegde broodjes en het smeren van boterhammen. Ook leerden ze de voedingswaarde van hun lunchpakket berekenen. In de derde graad is de ‘Low impact man’ langs geweest. Hij wist op een begeesterde manier onze leerlingen te inspireren. Patrick Lagrou heeft tijdens de taalweek ook met heel veel overtuiging de leerlingen opgeroepen op een duurzame manier in het leven te staan. Zijn getuigenis bij zijn laatste boekenreeks was treffend. We hebben dit schooljaar ook deelgenomen aan ‘Sing For The Climat’ en ‘Dikke Truiendag’. Bij ons ging de verwarming helemaal uit en we hebben ook een wedstrijd gehouden. De winnaar van de fotoshoot kreeg een brooddoos gevuld met producten uit de Wereldwinkel. Ook krijgen de leerlingen bij ons films als ‘Home’ en ‘An Inconvenient Thruth’ te zien. Het is de bedoeling
gedurende het schooljaar regelmatig verschillende prikkels aan de leerlingen te geven. Uiteindelijk hopen we bij hen een mentaliteitswijziging teweeg te brengen. Op welke manier doet de school nog andere inspanningen om de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden? Johen Wustenberghs: Zowel in de refter als in de klaslokalen wordt het afval gesorteerd. Op de speelplaats verloopt dit wat moeilijker omdat we merken dat leerlingen uit gemakzucht kiezen voor de dichtstbijzijnde vuilnisbak. We vinden het ook belangrijk op eetfeesten de afvalberg zo klein mogelijk te houden. Daarom maken we gebruik van voedingswaren die zo min mogelijk verpakt zijn en geven we de voorkeur aan herbruikbare producten. Overschotten worden door collega’s meegenomen of krijgen een bestemming als dierenvoeder. Tony Cornelis: Een paar jaar geleden werden de schoolbussen door een brand vernieuwd. Met het geld van de verzekering beslisten we echter om in de plaats van een andere bus aan te schaffen over te gaan tot de aankoop van vijftig fietsen die ter beschikking gesteld
"Dikke Truiendag", Don-Bosco Groot-Bijgaarden
mei 2013
19
worden van de leerlingen. Op die manier verplaatsen zij zich op een gezonde manier naar de sportvelden en wordt het sportlesuur maximaal benut. Bovendien hebben de begeleidende leerkrachten onderweg ook aandacht voor verkeersopvoeding en worden de leerlingen op hun verantwoordelijkheidsgevoel geëvalueerd. Een leerkracht van de school is verantwoordelijk voor het onderhoud van de fietsen en doet ter compensatie daarvoor dan geen toezicht op de speelplaats. Overigens gebeuren alle excursies en verplaatsingen met het openbaar vervoer of met de fiets. Hoe worden de leerlingen ingelicht over het bouwproject en betrokken in het proces? Tony Cornelis: We vinden het belangrijk dat de leerlingen geïnformeerd worden over de wijze waarop de passiefbouw opgetrokken wordt en wat de bedoeling daarvan is. Daarom zullen er regelmatig werfbezoeken met de leerlingen zijn. Zij moeten het nut van de innoverende technieken zien, want later zullen verschillende van hen ook zelf bouwen of verbouwen. Ik kijk al uit naar het moment dat we de ‘Blower-door-test’ gaan uitvoeren die in het kader van het behalen van het passieflabel zal meten hoeveel lucht er van binnenuit verloren gaat. Deze momenten zijn ongetwijfeld erg interessant voor de leerlingen. Het is ook de bedoeling om na de voltooiing van het gebouw blijvend aandacht te hebben voor het educatief aspect van een passiefbouw.
Een participatief beleid als sleutel tot succes Hoe zijn de reacties van de leerkrachten m.b.t. de bouw van de passiefschool? Tony Cornelis: De reacties van de leerkrachten zijn uitermate positief omdat we veel tijd besteed hebben aan het informeren van de mensen. Wellicht was mijn persoonlijke be-
ouders zullen bereiken. Kanalen als de website, ouderavonden en het schoolblad grijpen we natuurlijk ook gretig aan om onze filosofie over een duurzame school uit te dragen.
Duurzame ontwikkeling is “een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generaties zonder daarmee de mogelijkheden voor toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hun eigen behoeften te voorzien”. De wereld dient in balans dient te zijn op het vlak van ‘people’, ‘planet’ en ‘profit’. Educatie voor duurzame ontwikkeling is “leren denken over en werken aan een leefbare wereld, nu en in de toekomst, voor onszelf en voor anderen, hier en elders op de planeet”.
geestering daarbij een motiverende factor. Het is fijn om te horen dat mede door het bouwproject op school sommige collega’s bij de bouw van hun eigen huis kiezen voor innoverende en duurzame technieken. Daar we nog maar net gestart zijn met de werken is het nog wat vroeg om al veel reacties van de ouders van de leerlingen te krijgen. Uiteraard is er wel een draagvlak binnen de ouderraad en schoolraad. We gaan er ook van uit dat we via het enthousiasme van de leerlingen over het project ook hun
Don Bosco kocht in plaats van een nieuwe bus 50 fietsen aan, die ter beschikking van de leerlingen staan om naar de sportvelden te fietsen of op excursie te gaan.
20
mei 2013
Het valt wel wat te betreuren dat er maar weinig collega’s directeurs geïnteresseerd zijn in het investeren in duurzame schoolinfrastructuur. Vaak wegen de economische belangen zwaarder door dan de ecologische bij het maken van keuzes, want veel scholen hebben het financieel moeilijk. Als directeur is het belangrijk aandacht te hebben voor functionaliteit en niet te investeren in prestigeprojecten. Het is een kwestie van prioriteiten stellen en een langetermijnvisie hebben. Bovendien heb ik ervaren al een heel eind op te schieten door kostendekkend te werken. Hoe creëer je een breed draagvlak voor zo’n project? Tony Cornelis: In de eerste plaats moet je als directeur het schoolbestuur weten te overtuigen. Toen ik het voorstel op tafel legde, heb ik bij de argumentatie vooral de nadruk gelegd op de besparingen die de passiefbouw zouden opleveren na de investering. Bovendien moeten we ten aanzien van de leerlingen niet alleen vertellen over het belang van de transitiebeweging, maar dit ook met daadkracht onderschrijven. ‘Walk your talk’ dus! Naast het informeren en sensibiliseren van het leerkrachtenteam is het belangrijk om op een groep mensen terug te kunnen vallen die het gedachtegoed mee dragen zodat de ingeslagen weg ook na mijn pensionering kan worden voortgezet. In het kader van continuïteit is er hier op school ook een jonge technicus die mijn begeestering deelt en technische expertise opbouwt. Wat typeert uw leiderschapsstijl en hoe kan deze in verband gebracht worden met de radicale keuze voor duurzame ontwikkeling? Tony Cornelis: Ik ben al van in mijn jeugd participatief ingesteld. Ik vind het belangrijk om samen projecten te realiseren en te investeren in een grote betrokkenheid van het team. Het creëren van een draagvlak is fundamenteel. Alle teamleden mogen mee dromen om nadien samen tot de werkelijkheid te komen. Vanaf het begin moet een team mede-eigenaar zijn van een project. Mensen vertonen minder weerstand als ze al in een ontwerpfase betrokken worden. Ik houd niet van een top-downbenadering. Een project heeft weinig slaagkansen als het door de directeur of het schoolbestuur gedropt
wordt. Natuurlijk staat tegenover die manier van werken een engagement dat van elke betrokkene verwacht wordt. Mensen moeten bereid zijn om er tijd en energie in te investeren. Vertrouwen hebben in mensen is ook belangrijk, evenals voldoende tijd nemen. Wat zijn de intenties van deze school voor de toekomst op het vlak van duurzame ontwikkeling? Het is mijn wens om veel meer groen en speelruimte aan te kunnen reiken. De leerlingen moeten de natuur meer leren waarderen en leerkrachten moeten met hen naar buiten gaan en spreken over het belang van biodiversiteit. Ik droom ervan dat alle leerlingen die Don Bosco verlaten de natuurlijke reflex hebben om energie te besparen.
Profiel van een duurzame school De transitie naar een duurzame school is een proces waarbij alle participanten van de school actief bij betrokken moeten worden. Ook is het belangrijk dat de school de evolutie naar een duurzame school kadert binnen het eigen opvoedingsproject en deze onderbouwt vanuit de christelijke inspiratie. Om dit proces te kunnen realiseren is een beleidsplan op maat van de individuele school nodig met daarin de te volgen implementatiestrategie, het vooropgestelde tijdspad en de te realiseren doelstellingen binnen de verschillende beleidsdomeinen van de school. Een duurzame school kun je herkennen aan: • Een schoolcultuur van verbondenheid • EDO in het onderwijsaanbod • Duurzame infrastructuur • EDO-competente actoren In de artikelenreeks ‘De school vanuit christelijke inspiratie oriënteren naar duurzame ontwikkeling‘ in de tijdschriften Forum, School+Visie en Breedbeeld worden telkens inspirerende voorbeelden aangereikt. Zo wordt doorheen de artikelenreeks gaandeweg een profielschets van een duurzame school opgebouwd. Els De Smet Dienst Vakoverschrijdende Thema’s Pedagogisch Bureau VSKO
Good practice van Don Bosco (SO) @ duurzame school Schoolcultuur van verbondenheid • Opvoedingsproject als basis • Langetermijnvisie i.f.v. toekomst • Samenwerking met gespecialiseerd bedrijf voor passiefbouw • Samenwerking met gemeentebestuur • Netwerk voor scholen met passiefbouwproject • MOS- en Hope-werkgroep • Participatieve beleidsvoering • Mede-eigenaarschap nastreven
Duurzame infrastructuur • Masterplannen maken • Gasgestookte hoogrendementsketels • Dubbele beglazing • Daken isoleren en verlaagde plafonds • Energiezuinige verlichting • Recupereren van regenwater voor toiletten • Ventilatiesysteem • Zonnepanelen • Herbruikbaar materiaal • Hernieuwd schoolmeubilair • Groene schermen • Composthopen en sorteerbakken • Kippen • Kruiden- en groentetuin • Brooddozen • Producten uit wereldwinkel • Schoolfietsen en openbaar vervoer gebruiken
EDO in het onderwijsaanbod
• Aandacht voor zingeving • Figuur van Don Bosco • Lespakket over passiefbouw • Acties: Dikke truiendag, Sing for the climat, … • Low Impact Man en Patrick Lagrou op school • Integratie van EDO in alle vakken • Bouwwerfbezoeken • Walk your talk!
EDO-competente actoren
• Verantwoordelijkheid opnemen • In alle vrijheid keuzes maken • Deelnemen aan prioritair nascholingsproject • Interne deskundigheidsbevordering
Meer lezen over de school vanuit christelijke inspiratie oriënteren naar duurzame ontwikkeling? Forum 1 (2013): Eén aarde is genoeg voor de hele wereld, pp. 22-25. Forum 2 (2013): Zorg voor de schepping, pp. 17-21. Forum 4 (2013): Van verhuisfirma tot duurzame holding
mei 2013
21