60
Wat zul je leren? • • •
Dat originele, maar beschadigde materialen in een schilderij kunnen worden verstevigd, bv. het fixeren van loskomende verfschilfers Dat de leesbaarheid van een schilderij kan worden verbeterd door de vergeelde vernis te vervangen door een nieuwe en door lacunes op te vullen en te retoucheren Dat een restaurator enkel materialen en technieken mag gebruiken die op elk moment weer kunnen worden verwijderd of ongedaan gemaakt, zonder het originele schilderij schade toe te brengen (reversibel).
Samenvatting Aan de hand van een voorbeeld zullen de verschillende stappen in de restauratie van een schilderij aan bod komen.
Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Stap 1: Vooronderzoek 2.1 Identificatie en documentatie 2.2. Materiaaltechnische studie 3. Stap 2: Toestand vóór de restauratie 4. Stap 3: Behandelingsvoorstel 5. Stap 4: De behandeling 6. Restauratie-ethiek
61 62 62 63 64 67 68 72
61
1. Inleiding Niettegenstaande de mens geneigd is waardevolle objecten met de nodige zorg te omringen – denken we maar aan onze musea – kunnen we niet vermijden dat kunstwerken afbraakprocessen ondergaan. Het bewaren van kunst is daarom een eeuwigdurende strijd tegen het verval. Gelukkig kan degradatie worden vertraagd door de objecten in ideale omstandigheden te bewaren. Maar, er worden tentoonstellingen gehouden, kunstwerken vervoerd, verkocht, opgeslagen, gemanipuleerd, opgehangen, afgehaakt, ingepakt, uitgepakt, etc. Al deze handelingen kunnen schade veroorzaken. Sterker nog, ze veroorzaken schade! Soms is deze schade onmiddellijk zichtbaar: bijvoorbeeld een scheur in een schilderij op doek. Vaak wordt de schade pas na enige tijd vastgesteld: bijvoorbeeld craquelurevorming, opstuwing van de verflaag of afschilfering. Vaak wordt er veel belang gehecht aan zo’n beschadigd schilderij en wensen we dit werk in de mate van het mogelijke te herstellen. Dit is de taak van de restaurator. Binnen de ethische en esthetische beperkingen die hem (of haar) worden opgelegd, zal hij het werk zoveel mogelijk naar de oorspronkelijke staat trachten terug te brengen. Resterende, originele materialen zal hij zo goed mogelijk conserveren zodat verdere schade wordt beperkt. Aan de hand van het paneelschilderij ‘De wonderbaarlijke genezing van Elisabeth Peeters’ zullen enkele belangrijke stappen in het restauratieproces worden getoond. Onderstaande foto’s illustreren de toestand van het schilderij vóór en na restauratie. In de toestand vóór restauratie zien we dat de verflaag lacunes bevat en verdonkerd is. De restauratie van een schilderij verloopt gewoonlijk in vier stappen. In dit hoofdstuk zullen we deze vier stappen toelichten.
Afbeelding 20a : voor restauratie
Afbeelding 20a: na restauratie
62 Intermezzo: internationaal geaccepteerde definities van de termen conservatie, restauratie en reconstructie Preventieve of passieve conservatie hebben is in het vorige hoofdstuk al aan bod gekomen. Het is het geheel van maatregelen en handelingen dat erop gericht is een optimale omgeving voor de bewaring van de voorwerpen te scheppen en te handhaven. Doel van de preventieve conservering is het verval zoveel mogelijk te verhinderen of te vertragen, zonder aan het object te raken. Concreet tracht men de volgende invloeden te beheersen: • klimaatomstandigheden (temperatuur, vochtigheid en licht) • omgevingsfactoren (insecten, schimmels) • veiligheid (brandveiligheid, bescherming tegen vandalisme) Curatieve of actieve conservatie omvat alle handelingen aan het voorwerp die de uiterlijke verschijning nauwelijks doet veranderen, maar die wel de schade of het verval zoveel mogelijk vertragen. Voorbeelden van curatieve conservering zijn: • doden van houtwormen in het paneel en de lijst • fixeren van loskomende verfschilfers met behulp van kleefstof • verwijderen van de vuile laag aan voor- en achterzijde om biologische degradatie te vermijden Een restauratie is het geheel van handelingen waarmee het uitzicht van een beschadigd kunstwerk wordt verbeterd. Meestal tracht men een toestand te verkrijgen die de originele afbeelding benadert, met respect voor de natuurlijke veroudering (bv. craquelures) en/of historische toevoegingen (bv. wapenschilden, vijgenbladen). Het vaststellen van de restauratiekeuze is meestal een consensus tussen de uitvoerende restaurator, de klant, de kunsthistoricus en de conservatiewetenschapper. Voorbeelden van restauratie-ingrepen zijn: • Verwijderen van de vergeelde vernislaag en vervangen door een nieuwe • Verwijderen van storende overschilderingen • Retoucheren van lacunes zodat ze minder of niet zichtbaar worden Reconstructie gaat nog een stap verder dan restauratie. De reconstructie omvat alle handelingen waarmee een verloren gegaan onderdeel van een kunstwerk wordt bijgemaakt. Voorbeelden van reconstructies zijn • Het bijschilderen van een verloren gegaan deel van de verflaag • Het vervaardigen van een reconstruerende kopie
2. Stap 1: Vooronderzoek Museumconservatoren, kunsthandelaren en verzamelaars, kortom alle personen die regelmatig omgaan met kunstwerken, kennen het belang van de identificatie van kunstwerken. Je kan inderdaad maar beter weten met welk schilderij je te maken hebt, waar het vandaan komt, hoe oud het is en uit welke materialen het schilderij is opgebouwd om uit die informatie nuttige gegevens af te leiden voor een goed behoud. Je kan nu eenmaal met een origineel 15de-eeuws paneel geen risico’s nemen! Deze stap bestaat in het identificeren, documenteren en materiaal-technisch beschrijven van het werk.
2.1. Identificatie en documentatie De identificatie van een kunstwerk omvat gegevens over de auteur of uitvoerders, de ontstaansdatum, de gebruikte materialen (bijvoorbeeld olieverf op doek), de afmetingen, de bewaarplaats, de bewaaromstandigheden, inscripties en merktekens, gegevens over de (huidige en vorige) eigenaar, maar ook gegevens over de schrijver van het identificatierapport en de datum waarop het geschreven is. Een restaurator zal zich eerst grondig informeren
63 vooraleer hij het werk onder handen neemt. Onderstaand voorbeeld illustreert welke informatie een restaurator zoal verzamelt. Intermezzo: identificatie van ‘De wonderbaarlijke genezing van Elisabeth Peeters’ Het schilderij is naar alle waarschijnlijkheid een ex-voto uit de eerste helft van de 17de eeuw (1633 of onmiddellijk erna). Ex-voto’s zijn voorwerpen die als dank aan God of een heilige worden aangeboden, nadat een gunst werd verkregen. Ex-voto’s worden gewoonlijk tot de volkskunst gecatalogiseerd. In dit geval vertelt het opschrift het volgende: “Elisabeth Peeters met eene lamme handt gheboren, ende genezen door de olie van onzelievrouwe inde cluys 1633.” Het kind zou in 1633 zijn genezen met behulp van de olie uit de lamp die voor het bruine madonnabeeld in de Kluizekerk te Lier zou hebben gebrand. Naam kunstenaar Voorstelling Materiaal Datering Inventarisnummer Afmetingen (H×B×D) Inscripties Plaats van bewaring Herkomst
Identikit opgesteld op 15 september 2004 Onbekend Wonderbaarlijke genezing van Elisabeth Peeters Olieverf op paneel 1633 of iets later 317 Schilderij: 39.4 cm × 32.6 cm × 1 cm Lijst: 68 cm × 57 cm × 8 cm Elisabeth Peeters met eene lamme handt gheboren, ende genezen door de olie van onzelievrouwe inde cluys 1633. Reserve van het Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly Dominicanen Lier en sinds 1994 opgenomen in het Stedelijk museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly
Voorkant van het schilderij na restauratie
Achterkant van het schilderij na restauratie
2.2. Materiaaltechnische studie Een schilderij is opgebouwd uit een breed gamma aan materialen en vaak speelt deze combinatie een cruciale rol in het degradatieproces. De restaurator tracht de samenstellende materialen zo goed mogelijk te kennen omdat dit hem toelaat om een betere diagnose te stellen. In deze studie concentreert hij zich in eerste instantie op de aanwezige materialen en niet zozeer op de degradatie. Hiervoor gebruikt hij een vergrootglas en/of een microscoop. Het herkennen van houtsoorten van panelen, spieramen, lijsten
64 of andere constructieve delen van het schilderij gebeurt door middel van vergelijking van stalen uit verschillende houtsoorten. Onderstaand voorbeeld toont aan dat een visueel onderzoek al heel wat resultaten kan opleveren. Intermezzo: materiaaltechnische studie van ‘Elisabeth Peeters’ a) Drager: De originele drager bestaat uit twee eikenhouten planken, een smalle plank links in het paneel van 10.6 cm breed en een tweede plank rechts van 20 cm breed. Het originele paneel werd wel rechts en links d.m.v. een lat met 1.6 cm verbreed. Het doubleerpaneel is even breed als het originele paneel met zijn verbreding en bestaat eveneens uit twee eikenhouten planken. De smalle plank rechts in het paneel is 6.2 cm breed; de andere plank is 26.4 cm breed. De twee aan elkaar gekleefde panelen hebben een totale dikte van ca. 1 cm. Naast de latten om het schilderij te verbreden, werden nog vier andere inpasstukken teruggevonden. Dit is duidelijk waarneembaar aan de zijkanten van het paneel. Het doubleerpaneel bevat aan de achterzijde moeilijk waarneembare mechanische zaagsporen. Mechanisch zagen werd pas vanaf de 19de eeuw toegepast.
b) Grondlaag en verflaag Het werk is met olieverf geschilderd en bestaat uit een beperkt gamma aan kleuren: wit, aardekleuren, geel en rood. Sommige inpasstukken en de voeg tussen de twee planken veroorzaken een reliëfverschil in de verflaag. c) Vernislaag Het UV-onderzoek wees uit dat een vernislaag aanwezig is. Dit was te zien aan de groene schijn op het moment dat het werk aan een UV-bron werd blootgesteld
3. Stap 2: Toestand vóór restauratie De schrijver van een onderzoeksrapport zal na het bestuderen van door de kunstenaar gebruikte materialen een beschrijving geven van de toestand van het object. Na enkele eeuwen mag je niet meer verwachten dat een kunstwerk puntgaaf opduikt. De tijd heeft zijn werk gedaan. Het oppervlak vertoont patina. Eigenlijk is patina niet meer dan een vorm van vervuiling en slijtage, maar het maakt deel uit van de charme van oude kunstwerken. Slechts wanneer de leesbaarheid van de voorstelling in het gedrang komt
65 spreekt men over vervuiling of vergeling van vernislagen. De toestand van het schilderij wordt in een conditierapport omschreven. De toestandsbeschrijving is een belangrijk tijdsdocument dat de materiële gezondheid of ziekte van een werk weergeeft op een bepaald moment. Men kan er later op terugvallen om de evolutie van die toestand te controleren. Wanneer schilderijen in bruikleen worden gegeven voor een tentoonstelling wordt er steeds een conditierapport opgemaakt door de bruikleengever. De tentoonstellingsmakers zullen, na het uitpakken van het kunstwerk, het geheel controleren aan de hand van dit rapport. Bij het terugsturen naar de eigenaar wordt dezelfde procedure gevolgd. Conservatoren-restauratoren stellen eveneens een conditierapport op vóór ze een diagnose stellen, een behandelingsvoorstel formuleren en een prijsofferte overmaken aan de opdrachtgever. Intermezzo: conditierapport van Elisabeth Peeters Dit rapport geeft een overzicht van de toestand van het schilderij zoals die in oktober 2003 visueel werd vastgesteld. a) Drager De oorspronkelijke drager was behoorlijk aangetast, maar deze heeft men in een vroegere ingreep behandeld. De drager bevindt zich momenteel in een goede toestand. Wat wel opvalt is dat de twee aan elkaar gekleefde panelen krom staan. Dit betekent dat het kromtrekken na het aanbrengen van het doubleerpaneel is opgetreden. b) Verflaag: afschilfering, overschildering en craquelurepatroon De verflaag vertoont vooral aan de rechterzijde van het paneelschilderij afschilfering waardoor het houten paneel zichtbaar wordt. Sommige lacunes grenzen aan lacunes die in het verleden reeds werden opgevuld. Op plaatsen waar lacunes in een vroegere ingreep werden opgevuld, vertoont de verflaag slijtage.
De lacunes zijn in dit detail duidelijk zichtbaar. De Madonna met Kind bevat een fijn netwerk aan barstjes. De randen van de barsten schilferen af, waardoor er kleine zwarte gaatjes ontstaan. Naar alle waarschijnlijkheid bevindt zich onder de ex-voto een egaal zwarte verflaag en is het deze laag die door de afschilfering zichtbaar wordt. Uit de studie naar het craquelurepatroon is gebleken dat dit patroon zich voornamelijk in het gezicht en het witte kleed van de Madonna en van het Kind bevinden, alsook in het linkerhand van Elisabeth. Bij de baby zien we een craquelurepatroon zonder zwarte eilandjes. Het is mogelijk dat hier het reeds bestaande craquelurepatroon zich in de overschildering heeft doorgezet. De rest van het schilderij bevat quasi geen craquelurepatroon. Hieruit kunnen we besluiten dat de gecraqueleerde verflaag in een latere fase werd overschilderd, een overschildering die tot nog toe geen of weinig barsten bevat. De witte stippen en strepen in de kroon van Madonna en die van het Kind zijn dus overschilderd, net zoals de rode mantel, de rode strikken en de sluier van de Madonna, de gele lucht, de wolken
66 en de tekst. De originele flauwgele tekst werd met een dikkere, lichtgele verf overschilderd. Ook de baby werd grondig herschilderd.
De gezichten en het witte kleed vertonen een opvallend craquelurepatroon. De gele lucht, de sluier, de rode mantel en enkele stippen en strepen in de kronen bevatten deze craquelures niet. Hieruit kan men besluiten dat het om latere overschilderingen gaat.
Het gezicht van de baby en grote delen van het kapje en het kleed bevatten geen craquelures of een craquelurepatroon dat met die van de Madonna verschilt. Ook hier werd er grotendeels overschilderd. De linkerhand zou origineel kunnen zijn. Bovendien is de schilderstijl van de baby typisch 19de eeuws, terwijl de Madonna eerder 17de eeuws aandoet.
Naast deze kwalitatief hoogstaande overschildering werden in het witte kleed van de Madonna en in de bovenste strik ook slordige overschilderingen aangetroffen. Deze retouches zijn bovenop de originele verflaag geplaatst.
Madonna tijdens restauratie. De overschilderingen zijn met een pijl aangeduid. c) Vernislaag De afsluitlaag is vergeeld en verstoort de leesbaarheid van het geheel. De witte gebieden zoals het kapje van de baby is hierdoor niet meer spierwit maar eerder beige geworden.
67 d) Lijst De houten lijst is bedekt met oppervlaktevuil. Verder ontbreken er meerdere profielen, wat de symmetrie van de lijst doorbreekt.
4. Stap 3: Behandelingsvoorstel De restaurator kan barsten en opengesprongen voegen in panelen opnieuw verlijmen. Scheuren in het doek en vervormingen van het schildersdoek kunnen worden weggewerkt. Kleine lacunes in grond- en verflagen worden opgevuld en geretoucheerd. Vaak kunnen deze correct worden ingeschilderd omdat de verf rondom de lacune voldoende informatie bevat omtrent de kleur, compositie en borstelstructuur van de verdwenen verflaag. Vergeelde vernislagen kunnen worden verwijderd en vervangen door nieuwe protectielagen. Dit alles moet gebeuren met het nodige respect voor de originele materie. Wanneer grote delen in een schilderij ontbreken, dan kunnen deze ook worden bijgeschilderd. Maar daar wringt het schoentje! Hier begint de restauratie een klein beetje op vervalsing te lijken; men suggereert aan de toeschouwer dat het schilderij intact is, maar eigenlijk is dit een illusie. Soms kan dit verholpen worden door een lacune op te vullen met een neutrale toon, of met een retoucheersysteem dat van dichtbij herkenbaar is, maar op een afstand behoorlijk integreert. In ieder geval moeten alle toegevoegde stoffen en constructiedelen makkelijk kunnen worden verwijderd, zonder dat het originele, resterende materiaal hierbij schade oploopt. Dit is een gebod voor elke conservator-restaurator. Een restauratie-ingreep mag nooit aanleiding geven tot verdere degradatie of een latere behandeling bemoeilijken. De conservator-restaurator zal zijn ingrepen en bevindingen ook uitgebreid documenteren en archiveren. Stap drie omvat het opstellen en presenteren van een behandelingsvoorstel. De restaurator formuleert daarin nauwkeurig hoe en waarom hij de geconstateerde schade denkt te behandelen: welke materialen hij gaat toepassen, welke onderdelen eventueel aangevuld of vervangen worden, hoeveel (tijd) de behandeling gaat kosten en wat het te verwachten eindresultaat zal zijn. Op grond van dit behandelingsvoorstel geeft de opdrachtgever zijn definitieve toestemming voor de behandeling. Intermezzo: behandelingsvoorstel voor ‘Elisabeth Peeters’ a) Drager De drager bevond zich in een goede toestand, waardoor deze niet moet worden behandeld. Toch dient dit paneelschilderij onder strikte omstandigheden te worden bewaard, want het paneel is in het verleden reeds kromgetrokken. Dit heeft in het verleden al tot heel wat spanningen in de verflaag geleid. b) Verflaag Om verdere opstuwing en afschilfering te voorkomen, dient de volledige verflaag met was/hars te worden gefixeerd. Bovendien dienen oppervlaktevuil en storende retouches te worden verwijderd. Vervolgens zullen de lacunes worden opgevuld en geretoucheerd waardoor opnieuw een homogeen beeld ontstaat.
68 c) Vernislaag De aanwezige afsluitlaag is sterk vergeeld en dient door een nieuwe protectielaag te worden vervangen. De voorkeur gaat uit naar een Damarvernis opgelost in White Spirit dat door middel van een spuitpistool wordt aangebracht. Een dergelijke vernis kan namelijk met zachte oplosmiddelen makkelijk worden opgelost. d) Lijst De houten lijst dient eerst te worden afgestoft en vervolgens met een snel verdampend solvent zoals 2-methyl heptaan (iso-octaan) te worden gereinigd. Een dergelijk solvent is aangeraden omdat het niet de tijd heeft om in het hout te dringen en deze te doen zwellen. Losse delen dienen te worden gefixeerd, terwijl storende, ontbrekende delen moeten worden bijgemaakt en bijgetint. De afgebroken bladversiering in het rechter kapiteel stoort niet en kan ongemoeid worden gelaten. Om het originele aspect van de lijst te benaderen, zal het geheel opnieuw worden geboend. De roest op de schroeven, originele lijstveren en het ophangsysteem zal met tanine worden gestabiliseerd. Om verdere oxidatie te voorkomen, zullen deze metalen onderdelen met het polymeer Paraloïd B72 worden ingestreken.
5. Stap 4: De behandeling Nadat de opdrachtgever het behandelingsvoorstel heeft goedgekeurd, kan de restaurator met de behandeling starten. Hij houdt een logboek bij van alle handelingen die hij op het schilderij en de lijst uitvoert. Onderstaand voorbeeld geeft een overzicht van de opeenvolgende handelingen die op het schilderij zijn uitgevoerd. Het gebeurt dat men tijdens de restauratie beschadigingen ontdekt die tijdens het opstellen van het conditierapport niet werden waargenomen. In dergelijke gevallen wijkt de behandeling af van het voorstel. Intermezzo: verslag van de behandeling uitgevoerd op het schilderij Noodfixatie Wat Met behulp van een kleefstof werden in het museum loskomende schilfers gefixeerd. Hoe Met behulp van een fijn penseel werden loszittende en opstaande verfschilfers terug aan de drager verlijmd. Lijmresten op de verflaag werden onmiddellijk met een vochtig wattenstokje verwijderd. Product Polyvinylacetaat (PVA) verdund in water Er werd steeds met gedeïoniseerd water gereinigd. Waarom Losse verfschilfers en opstaande lacuneranden maakte een transport van het schilderij naar de restauratiestudio zonder verdere schade onmogelijk. Daarom werd een eerste (beperkte) fixatie uitgevoerd. Een veilig transport van het werk werd hierdoor mogelijk. Schilderij uit de lijst halen Wat Na aankomst van het schilderij in de restauratiestudio werd het paneelschilderij uit zijn lijst gehaald. Hoe Op een tafelblad werd eerst een melinexfolie geplaatst. Vervolgens werd het schilderij in de lijst met de voorkant naar beneden op de folie gelegd. De lijstveren werden losgedraaid en het paneel verwijderd. Product Geen Waarom Op deze manier kunnen schilderij en lijst onafhankelijk van elkaar worden gerestaureerd.
69
Oppervlaktereiniging Wat Het vuil dat zich op de vernislaag bevond werd verwijderd. Hoe Met behulp van watten gedrenkt in een zwakke basische oplossing werd het gehele vernisoppervlak gereinigd. Product 5 ml ammoniakoplossing (12 vol%) verdund met 95 ml gedeïoniseerd water Waarom De vuile laag moet eerst worden verwijderd vooraleer loskomende schilfers kunnen worden gefixeerd. Het is niet de bedoeling dat het vuil ook wordt gefixeerd. Bovendien verdonkert de vuile laag het schilderij. Fixeren van loskomende schilfers Wat Het gehele oppervlak werd preventief met een was/hars mengsel gefixeerd. Hoe De verflaag werd eerst met vellen zijdepapier bedekt. Daarna werd een mengsel van was en hars tot ca. 60°C opgewarmd. Het vloeibaar geworden mengsel werd op het zijdepapier aangebracht. Dit mengsel zal zich doorheen het papier via elke craquelure in en onder de verflaag dringen zodat loskomende schilfers gefixeerd worden. Na afkoeling kan het zijdepapier gemakkelijk worden verwijderd. Product Mengsel van was, hars en paraffine Waarom In het verleden is reeds heel wat verf door afschilfering verloren gegaan en dit proces zou zich ongetwijfeld in de toekomst hebben doorgezet. Fixatie is daarom noodzakelijk. Verwijderen van overtollig was/hars mengsel Wat Overtollige was/hars resten die zich bovenop de vernislaag bevonden werden met een solvent verwijderd. Hoe Met behulp van watten gedrenkt in White Spirit werd het gehele oppervlak gereinigd. De restanten lossen op en worden door de watten geabsorbeerd. De vernislaag blijft tijdens deze handeling intact. Product White Spirit Waarom Na de was/harsfixatie blijven er steeds storende resten van dit mengsel op het oppervlak achter. Verwijderen van de vernislaag Wat De vergeelde vernis wordt met behulp van solventen opgelost en verwijderd. Hoe Met behulp van een mengsel aan solventen en wattenstokjes werd de vernis zone per zone verwijderd. De grenzen tussen de zones volgen de belangrijkste compositielijnen in het werk. Om het contact van de verflaag met het solvent zoveel mogelijk te reduceren, werd er steeds met White Spirit nagereinigd. De vernislaag fluoresceert in UV-licht, waardoor dergelijk licht de mogelijkheid biedt om de voortgang van het verwijderingsproces correct in te schatten. Product Een mengsel van 50 ml tolueen, 65 ml isopropanol en 15 ml water White Spirit Waarom De vergeelde vernis stoort het beeld en dient door een nieuwe vernislaag te worden vervangen. Verwijderen van de storende overschilderingen Wat Aan de onderkant van het witte kleed van de Madonna bevonden zich storende overschilderingen. Deze werden met behulp van solventen en een scalpel verwijderd. Hoe Met behulp van watten gedrenkt in een solvent werd de overschildering weker gemaakt zodat ze gemakkelijk met een scalpel kunnen worden weggeschraapt. Product Mengsel van 60 ml isopropanol en 40 ml ammoniak (12 vol%) Waarom De originele verflaag onder de overschildering is schildertechnisch van een veel betere kwaliteit. Aanbrengen van een tussenvernis Wat Er werd een nieuwe vernislaag aangebracht op de verflaag en in de lacunes.
70 Hoe Product Waarom
Met behulp van een brede kwast werd een vernis opgelost in een solvent op het volledige oppervlak aangebracht,. eerst zone per zone en daarna nogmaals over het geheel. Damarvernis opgelost in White Spirit De tussenvernis vormt een barrière tussen de originele materialen in het schilderij en het toevoegsel aangebracht door de restaurator. Op deze manier kunnen de toevoegingen bij een volgende restauratiebeurt gemakkelijk worden verwijderd, zonder het origineel te beschadigen. Deze vernislaag beschermt de verflaag tegen allerhande handelingen die in de volgende stappen worden ondernomen.
Opvullen van de lacunes met een kaolien/lijm pasta Wat De lacunes worden met een mastiek opgevuld. Hoe Met behulp van een paletmes werd de lacune met een witte mastiek opgevuld. Het overtollige werd met een nat wattenstaafje verwijderd. Product Mastiek van kaolienpoeder met lijm Gedeïoniseerd water Waarom Een vulling is noodzakelijk om de lacune terug op gelijke hoogte te brengen met de verflaag. Retoucheren van de vullingen Wat De witte vullingen werden geretoucheerd. Hoe Een eerste grondtoon werd in acrylverf met een penseel aangebracht. Na droging vormt deze verflaag een dunne vlies die de zuigende vulling afsluit. De grondtonen worden met een mengsel van damar, white spirit en pigmenten bijgewerkt, zodat ze veel minder zichtbaar worden. Product Acrylverf Damar, White Spirit en moderne pigmenten Waarom Door de witte vullingen te kleuren zullen de lacunes geen storende werking op het beeld hebben. Aanbrengen van een eindvernis Wat Ten slotte werd over het geheel een eindvernis aangebracht. Hoe Met behulp van een spuitpistool werd een vernis opgelost in een solvent op het schilderij aangebracht. De vullingen en retouches bevinden zich tussen twee vernislagen. De vernis kan niet met een kwast worden aangebracht omdat de retouches zouden uitlopen. Product Damarvernis opgelost in White Spirit Waarom De slotvernis beschermt het schilderij tegen schadelijke factoren uit de omgeving. Het schilderij op de volgende pagina bevat enkele lacunes. Druk deze pagina in kleur af en tracht met aquarel de lacunes op te vullen.
71
72
6. Restauratie-ethiek Een voorwerp dat stuk is behoort gemaakt te worden, dat geldt ook bij kunstwerken. Dan stelt zich echter wel een probleem. Beschadigde originele materie blijft beschadigd, op welke manier je ook ingrijpt. Het enige dat een conservator-restaurator kan doen is de agressie van de beschadiging milderen en zorgen dat er in de toekomst geen verdere degradatie optreedt. Met andere woorden, hij kan de leesbaarheid van het kunstwerk verbeteren, maar het kunstwerk kan niet hernieuwd worden. Zou je een beschadigd schilderij wel teveel bijschilderen, pleeg je vervalsing. Dat mag nooit de bedoeling zijn van een restauratie-ingreep. In onderstaand voorbeeld zie je een origineel 17de eeuws olieverfschilderij op paneel met vele lacunes. Het origineel werd gereinigd en de verflaag gefixeerd. Om een beeld te suggereren van de oorspronkelijke schildering werd er een kopie gemaakt. Tijdens deze reconstructie heeft de schilder van de kopie meerdere problemen gehad. Zo wist hij niet hoe de achtergrond er precies uitzag en wist hij ook niet wat de vrouw vasthoudt in haar linkerhand.
Afbeelding 21: origineel werk
Kopie naar het origineel
Indien jij de restaurator van dit werk zou zijn, zou jij het schilderij dan volledig retoucheren? Argumenteer je antwoord.